Themagroep Schooluitval binnen de Integrale jeugdhulpverlening (regio Leuven)- 10/02/2006 1. Definitie De themagroep is een regionaal overlegorgaan samengesteld uit vertegenwoordigers van uiteenlopende organisaties uit de integrale jeugdhulpverlening die in hoofde van hun functieopdracht geconfronteerd worden met schoollopende kinderen en jongeren. Binnen een gezamenlijk overleg onderzoekt deze vergadering hoe het schoollopen van leerlingen in de regio Leuven verloopt en welke elementen dit proces faciliteren , bemoeilijken of mogelijk zelfs verhinderen. Er wordt vertrokken vanuit ervaringen rond het leerrecht van leerplichtige jongeren die worden begeleid door welzijnsvoorzieningen. De groep gaat hierbij actief op zoek naar oorzaken van problematisch schoollopen, maar ambieert tevens een probleemoplossend denken. 2. Beknopte historiek In 1991 namen enkele enthousiastelingen uit de residentiële gehandicaptenzorg het initiatief tot het vormen van een intervisiegroep voor zogenaamde schoolbegeleiders. Zij nodigden de schoolbegeleiders uit de (semi-)residentiële en ambulante gehandicaptenzorg en bijzondere jeugdzorg uit. Deels onder impuls van deze intervisiegroep startte de preventiecel van het CBJ enkele jaren later de stuurgroep ‘Uit de schoolse boot’ op. Deze 2 groepen kenden een wisselend verloop wat betreft deelnemers, thematiek en frequentie van vergaderingen en verwezenlijkingen. In 2003 werden deze 2 groepen geïntegreerd tot wat nu kortweg de ‘Themagroep Schooluitval’ heet. 3. Doelstellingen Vanuit de definitie streeft de werkgroep volgende doelstellingen na, steeds vanuit netwerkoverschrijdend perspectief: - Elkaar informeren aangaande visies, ontwikkelingen en initiatieven, binnen en buiten het regulier onderwijs, die betrekking hebben op het bewaken van het leerrecht van jongeren. - Het signaleren van probleemgebieden aan betrokken instanties (inclusief de overheid – zie signaalnota). - Het formuleren van mogelijke adviezen in antwoord op gestelde problemen. - Het stimuleren van constructieve samenwerkingsverbanden tussen de deelnemers van de werkgroep en hun relatie tot de school, het CLB en de fora waar vragen i.v.m. leerrecht op de agenda staan. - Het organiseren van intervisie, vertrekkende van concrete probleemstellingen of gevalsbesprekingen waarmee de deelnemers in hun dagelijkse praktijk geconfronteerd worden. - Actiegericht werken vanuit onderwijs en welzijn 4. Samenstelling De themagroep schooluitval is een ‘basiswerkgroep’. Hij bestaat voornamelijk uit mensen die ín het werkveld staan. Deze medewerkers zijn staffunctionarissen uit de diverse diensten en voorzieningen binnen het Leuvense waarvoor begeleiding van ‘het schoolse’ een (deel van)
hun job is. Zij werken samen met alle voorzieningen die één van de bestaande vormen van onderwijs aanbieden. Daarnaast zijn enkele beleidsmensen en directeurs lid. De deelnemers zijn afkomstig uit de 6 sectoren binnen IJH naast de deelnemers uit het LOP, de deeltijdse vorming, het buitengewoon onderwijs, de jeugd- en sociale dienst van de politie en de Provincie Vlaams Brabant. Deze ruime samenstelling is enerzijds een zeer bewuste keuze en zorgt anderzijds voor een brede dynamiek. Toch blijft de groep steeds op zoek naar de optimale samenstelling. Dwz dat men regelmatig vaststelt dat er vanuit enkele groepen geen deelnemers zijn. Bijvoorbeeld nemen geen ouders deel of is er geen leerkracht of directielid uit het gewoon onderwijs lid. Tenslotte moet duidelijk zijn dat de leden deelnemen op basis van hun expertise, hun betrokkenheid bij de problematiek van het schoollopen. Zij zijn niet de ‘formele’ afgevaardigden vanuit hun respectievelijke sectoren, zij vertegenwoordigen geen diensten. Voor de themagroep schooluitval: Ine Helsen Marie-Therèse Michel Eric Beke
1
Over de mogelijkheden en beperkingen van een aangepast onderwijsaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblemen in het Leuvense Probleemstelling Het wordt hoe langer hoe moeilijker een geschikte BUSO-school te vinden voor jongeren van MPC Terbank boven de 12 jaar. Toch hebben ook die jongeren leerrecht. Meer specifiek: het huidig onderwijsaanbod type 3 OV 3 in de regio voldoet niet meer op vlak van aanbod (typische jongensrichtingen in de buurt worden afgebouwd) en op vlak van methodiek (een meer ervaringsgerichte vormingsmethodiek met oog voor de individuele problematiek van de specifieke jongere dringt zich op); jongeren met licht verstandelijke handicap en ernstige gedragsproblemen worden te vaak doorgestuurd van OV3 naar OV2 (type 2). Het lijkt of de OV 3 geen geschikt antwoord meer biedt op de specifieke behoeften van die jongeren. Scholen die OV 2 onderwijs bieden weigeren nieuwe inschrijvingen en voelen zich niet bevoegd voor die populatie. jongeren uit het BUSO kunnen niet terecht in bestaande time-out projecten. MPI’s moeten noodzakelijkerwijs eigen middelen investeren in dagopvang van jongeren die niet naar school kunnen. Dit is niet langer houdbaar.
Via de themagroep schooluitval (http://www.vlaamsbrabant.be/objects/leven-enwonen/welzijn/themagroep_schooluitval.pdf) wordt de samenwerking tussen Leuvense welzijnsvoorzieningen en onderwijsinstellingen gestimuleerd. Door deze netwerkvorming kan de expertise aangaande jongeren met gedrags- en emotionele problemen worden verhoogd (zowel bij welzijnsvoorzieningen en onderwijsinstellingen). Uit ervaringen binnen deze groep vloeide er een nota voort met bedenkingen over het huidig onderwijsaanbod aan jongeren met gedragsproblemen.
1
Versie 29/01/2008
1. jongeren met gedragsmoeilijkheden binnen het “gewoon” onderwijs Onze primaire stelling blijft dat probleemjongeren zoveel als mogelijk moeten opgeleid en opgevangen worden binnen “gewone” onderwijsinstellingen (BSO, TSO, ASO,....). De investeringen in de functie van interne leerlingbegeleiders aangevuld door het hernieuwde profiel van de CLB-medewerker en zeker ook door het aanbod van GON-begeleiding voor leerlingen die uit het type 3 komen, levert zichtbare resultaten. Jammer is dat deze jongeren slechts recht hebben op deze GONbegeleiding na minimum 9 maanden type 3-onderwijs en is slechts beperkt tot 1 schooljaar. Door deze GON-begeleiding krijgt men binnen het gewoon onderwijs de kans tot het gebruik maken van de expertise van het buitengewoon onderwijs. We merken vandaag dat steeds meer jongeren uit onze voorzieningen met deze extra begeleiding zich kunnen blijven handhaven in het gewoon onderwijs. Binnen de opleiding en navorming van leerkrachten rond omgaan met probleemjongeren liggen zeker nog mogelijkheden voor het verhogen van de know how. Bovendien kan een actieve opstelling van het LOP een spreiding van de jongeren met gedragsproblemen over de verschillende scholen bewerkstelligen.
2.
Jongeren met gedragsmoeilijkheden in het BUSO
Omdat steeds meer jongeren met probleemgedrag binnen het normaal onderwijs kunnen blijven, betekent dit dat het alleen de “heel moeilijke” zijn die doorstromen naar type 3. Zij komen op school in een OV 3 samen met jongeren die BUSO nodig hebben louter omwille van hun verstandelijke beperkingen. Meestal is het de individuele problematiek van de jongere die maakt dat hij/zij onmogelijk aansluit binnen een klasgroep van het normale onderwijs. Voor jongeren met verstandelijke beperkingen is het BUSO het enige alternatief. Door de manier waarop de dag van vandaag de OV 3 vorm krijgt, blijven vele jongeren echter zonder gepaste onderwijsvorm achter. Een aantal aspecten in het huidig systeem zijn dringend aan verandering toe. Wat merken we vandaag binnen BUSO OV3 (type 1 en 3): de vermenging van een type 1 (jongeren met verstandelijke handicap) en een type 3-populatie (normaalbegaafde jongeren met ernstige gedragsproblemen) binnen dezelfde school, soms dezelfde klas, zorgt voor een te grote heterogeniteit in populatie en kindonvriendelijke problemen op school en op de schoolbus; 20 jongeren met (ernstige gedragsproblemen) worden, samen met jongeren uit andere scholen of types, 2 keer per dag op een schoolbus samen gezet voor een rit van meer dan anderhalf uur en
-
-
-
-
-
dat onder begeleiding van busbegeleiders die niet steeds pedagogisch zijn geschoold (probleem van verloning). de wettelijk rigide onderverdeling van afstudeerrichtingen in het 4e en 5e jaar biedt in sommige gevallen geen antwoord op de pedagogische noden van de jongere; “ sommige subgroepen vinden nergens een gepast aanbod (jongeren met autisme, jongeren met extreem acting-out gedrag...) : zo past de autiwerking nu binnen OV3 met voorstellen om dit uit te breiden naar OV2 en 1. Er zijn voorbeelden van goede praktijk in De Passer in Hasselt. Verder kampt deze groep jongeren vaak met dyspraxie waardoor zij in vele richtingen waar handigheid en practische vaardigheden verwacht worden, niet terecht kunnen. vastgelopen jongeren zijn soms niet in staat om in klassikaal verband te functioneren (bvb jongeren met extreem acting out gedrag), zij hebben nood aan een volledig individueel traject. de opleiding van de leerkrachten biedt vaak te weinig basis om om te gaan met jongeren met ernstige gedrags- en emotionele problemen; jongeren met licht verstandelijke handicap en ernstige gedragsproblemen worden te vaak doorgestuurd van OV3 naar OV2 (type 2). Het lijkt of de OV 3 geen geschikt antwoord meer biedt op de specifieke behoeften van die jongeren. Scholen die OV 2 onderwijs bieden weigeren nieuwe inschrijvingen en voelen zich niet bevoegd voor die populatie. De vermenging van type 3 leerlingen met type 2 leerlingen zorgt ook vaak voor problemen.
wat zijn noden? een heel aantal jongeren kan niet in een klasgroep functioneren en heeft nood aan een persoonlijk ontwikkelingstraject (POT’s) Parallel aan het nieuwe traject binnen het deeltijds onderwijs (waar vanuit de CDO’s jongeren kunnen doorschuiven naar POT’s van Arktos) moet een gelijkaardig aanbod worden ontwikkeld voor BUSO-jongeren er is duidelijk nood aan een flexibel vormings- en onderwijsaanbod dat kan inspelen op individuele noden: vertrekkende van de inclusie-gedachte moet de jongere niet geduwd worden in een bepaalde onderwijsvorm of richting, maar zou het aanbod naargelang de behoeftes en de mogelijkheden afgestemd moeten worden op de jongere. Er is nood aan school-Time-out projecten specifiek voor BUSO jongeren (school-time-out-project Koïnoor –Leuven- aanvaardt geen BUSO jongeren, Arktos heeft wel een project voor een aantal BUSO-gasten). we merken in de regio een gebrek aan een geschikt onderwijsaanbod voor normaalbegaafde of licht mentaal gehandicapte jongeren met een autismespectrumstoornis
-
-
(wanneer GON begeleiding binnen gewoon onderwijs te weinig ondersteuning blijkt). Het systeem van georganiseerd busvervoer voor type 3 jongeren dient herbekeken. Er is nood aan pedagogisch geschoold personeel voor de busbegeleiding en kleinere groepen van leerlingen per bus. Er is nood aan de invulling van opleidingsvorm 2 binnen type 3.
Andere suggesties: het onderwijsaanbod in OV 3 zou kunnen evolueren naar een meer modulair systeem (initiatiemodules, vorderingsmodules, finaliteitsmodules,....); de BUSO-school zou de taak kunnen opnemen van een soort procesbegeleider: ze stippelt een individueel traject uit van activiteiten binnen en buiten de eigen school. Dit traject vertrekt van de emotionele draagkracht van de jongere en bouwt indien nodig time-outs in met alternatieve dagbesteding. Er kunnen ideeën geput worden uit initiatieven als de Groene zorgboerderijen, brugprojecten van het Deeltijdse vorming,... de BUSO-school kan wel modules praktijk en ASV aanbieden, maar moet tegelijkertijd investeren in “ambulante” trajectbegeleidingen, een deeltijdse vorm van leren in de school (individueel of in groepjes) gecombineerd met vormende activiteiten buiten de school, rekening houdend met de emotionele draagkracht van de jongere. De welzijnsvoorzieningen kunnen hun expertise ter beschikking stellen (therapie binnen CGGZ, time-out in een schooltime-out-project of een residentiële voorziening MPI of OBC, gezinsbegeleiding vanuit ambulante dienst Bijzondere Jeugdzorg, vrijwilligerswerk op een zorgboerderij,...); de trajectbegeleider van de school kan een traject op maat uitstippelen en begeleiden de klassieke didactische opleiding (voor ASV leerkrachten) of jarenlange ervaring binnen een vakgebied praktijk (voor praktijkleerkrachten) scheppen niet altijd de noodzakelijke vaardigheden die nodig zijn om leerlingen met probleemgedrag te begrijpen en begeleiden; er is binnen BUSO type 3 nood aan vormingswerkers/begeleiders die voeling hebben met de leefwereld en psychologie van de jongeren (de methodiek vanuit Arktos kan hierbij inspirerend werken); binnen een BUSO type 3 mag het behalen van een kwalificatiegetuigschrift de finaliteit zijn maar dit hoeft niet persé; de jongeren hebben eerder nood aan een algemene attitudeopleiding los van afstudeerrichtingen; Het organiseren van een OV 1 (BUSO Opleidingsvorm 1) en een OV 4 (BUSO Opleidingsvorm 4) binnen een type 3 biedt zeker ook perspectieven voor een aanbod op maat. Zoeken naar samenwerkingsmogelijksheden met technische en beroepsscholen om van hun betere technische infrastructuur gebruik te maken (en waarom niet hun vakleerkrachten?)
-
Het blijvend betrekken van de ouders, ook al worden de jongeren begeleid door een voorziening.
3. jongeren met extreme gedragsmoeilijkheden, “schoolonbekwame jongeren” Een beperkt aantal jongeren heeft niet de mogelijkheden om school in klasverband te volgen of een individueel traject vol te houden. Ze hebben nood aan residentiële omkadering en individueel onderwijs. Het zijn jongeren die aangepaste infrastructuur en een multi-disciplinaire aanpak nodig hebben. Deze vorm is te vergelijken met een type 5 binnen psychiatrie miv een volwaardige crisisinterventie en een volledig individueel programma. Internaat en school dienen op hetzelfde terrein te zijn. Op dat vlak is MPC Terbank op 01/07/2007 gestart met een eigen project onder de naam “De Draad”. Binnen een beveiligd kader worden jongeren met een matige verstandelijke handicap en ernstige gedragsproblemen overdag opgevangen in nauwe samenwerking met een BUSO-school type 2. 4. Naar een geleidelijke invoering van het leerzorgkader: Het leerzorgkader is een voorstel van Minister Frank Vandenbroucke, om de organisatie van onderwijs voor leerlingen met specifieke leerzorg te herstructureren . Vanaf 1 september 2009 gaat stap voor stap het nieuwe ‘leerzorgkader' in. Op dit moment zitten kinderen met een leerstoornis of een handicap in een gewone school of in een van de typen van het buitengewoon onderwijs. Maar er zijn knelpunten. Niet elk kind past in een van de acht strakke types van het buitengewoon onderwijs. Ook de doorverwijzing naar dat speciaal onderwijs gebeurt niet voor alle leerlingen, alle scholen, alle clb’s gelijk. Bovendien is het aanbod aan buitengewone scholen niet evenwichtig verspreid. Kinderen zitten daardoor lang op de bus, ‘kiezen’ voor het internaat of volgen niet hun voorkeuropleiding, maar eentje in de buurt beschikbaar. Geïntegreerd onderwijs (een leerling met een beperking leert met steun van een begeleider in een gewone klas) is maar beperkt mogelijk. De inschaling, zowel naar cluster als naar leerzorgniveau, gebeurt door het CLB, in overleg met de ouders en de betrokken school. Dit is vergelijkbaar met de huidige rol die het CLB speelt bij het attesteren van een bepaald type.
5. Tot slot We zijn overtuigd dat de krachten voortvloeiend uit de toekomstige IJH (waarbij onderwijs en jeugdwelzijn de krachten bundelen) en de
perspectieven rond de invoering van het leerzorgkader een begeleiding en opleiding op maat van elke “probleemjongere” mogelijk maakt. De Leuvense “Themagroep schooluitval vanuit voorzieningen binnen de Integrale jeugdhulpverlening” - met medewerkers uit alle sectoren van IJH - is bereid te investeren in dergelijke evoluties en mee te werken aan eventuele pilootprojecten. Het Project Borg De Zorg (een samenwerking vanuit KBS en de Vlor) legde in 2006 de basis voor het ontwerp van concrete proeftuinen met intensere samenwerkingen tussen MPI/OBC en type 3 school. Concrete noden: 1. Nood aan time-outmogelijkheden voor BUSO jongeren:Binnen MPC Terbank is men uit noodzaak en met eigen middelen gestart met een proeftuin voor een school-time-out voor jongeren met een matige verstandelijke handicap en ernstige gedragsproblemen (OV2). Binnen Ave Regina zijn er plannen om time-out aanbod voor OV 3 jongeren te ontwikkelen. Er is nood aan structurele ondersteuning om dergelijke projecten verder vorm te geven. 2. faciliteren type 3 OV2 3. onderwiisaanbod type 3 OV 3 verruimen, methodologisch herzien
Eric Beke orthopedagoog MPC Terbank werkgroep BUSO binnen Leuvense “Themagroep schooluitval vanuit voorzieningen binnen de Integrale jeugdhulpverlening” http://www.vlaamsbrabant.be/levenenwonen/welzijn/welzijnCONTENT.jsp ?page=1588
A ANKONDIGING De definitieve uitnodiging met inschrijvingsstrook wordt u rond half september 2006 bezorgd. ❚ Bezorg deze vooraankondiging nu reeds aan de leden van de cellen leerlingenbegeleiding of andere geïnteresseerden. ❚
U kunt de datum van deze open- voorzieningendag al noteren in uw agenda en de planning van de school.
OPEN VOORZIENINGENDAG VOORZIENINGEN DAG vrijdag 17 november 2006 OPENEN HUN DEUREN VOOR DE SCHOLEN
De Openvoorzieningendag is een initiatief van de Themagroep Schooluitval binnen de integrale jeugdhulpverlening (regio Leuven) en de provincie Vlaams-Brabant.
De themagroep is een regionaal overlegplatform samengesteld uit vertegenwoordigers van uiteenlopende organisaties uit de integrale jeugdhulp die op grond van hun opdracht de begeleiding opnemen van schoolgaande kinderen en jongeren.
Integrale jeugdhulp omvat de sectoren: ❚ Centra voor leerlingenbegeleiding ❚ Bijzondere Jeugdbijstand ❚ Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap ❚ Algemeen welzijnswerk ❚ Geestelijke gezondheidszorg ❚ Kind en Gezin
Meer info over de themagroep Schooluitval: http://www.vlaamsbrabant.be/levenenwonen/welzijn/ welzijnCONTENT.jsp?page=1588
❚
@ INFO
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CONTACT Eric Beke
[email protected] Willy Van Nieuwenhuysen
[email protected]
OPEN VOORZIENINGENDAG VOORZIENINGEN DAG vrijdag 17 november 2006
Leuvense voorzieningen uit de sectoren Bijzondere Jeugdbijstand en Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap OPENEN HUN DEUREN VOOR DE SCHOLEN
PRAKTISCH
De voorzieningen willen hun werking voorstellen om de
Deelnemers kunnen in kleine groepen tijdens een voor- en namiddagsessie een bezoek brengen aan een voorziening naar keuze. In de voorziening krijgt u een rondleiding, wordt uitleg gegeven over de werking en kunt u uiteraard vragen stellen. Het voormiddagbezoek loopt van 10 tot 12 uur Het namiddagbezoek loopt van 13.30 tot 15.30 uur.
communicatie met de scholen te verbeteren. Informeren is
Volgende voorzieningen stellen hun deuren open:
immers de eerste stap in het elkaar verder leren kennen en
❚ Ter Wende (Mechelsevest 30, 3000 Leuven, tel. 016/22 45 42) Een observatie- en behandelingscentrum voor jongeren met emotionele en gedragsstoornissen.
Op 17 november 2006 organiseren de Themagroep Schooluitval (integrale jeugdhulp) en het Lokaal Overlegplatform Gelijke Onderwijskansen een openvoorzieningendag.
het afstemmen van de gezamenlijke zorg voor leerlingen.
Op deze wijze worden de contacten uitgediept om de gedeelde zorg die scholen en welzijnsvoorzieningen dragen inzake het leerrecht van alle jongeren, te realiseren.
De wederzijdse ervaringen en knowhow kunnen zo versterkt worden en resulteren in een win-winsituatie waar scholen, voorzieningen en vooral de leerlingen beter van worden.
Voor wie: voor leden van de cellen leerlingenbegeleiding van de Leuvense secundaire scholen en de BuSO scholen uit de regio, Syntra en Het Treffen.
Alle deelnemers ontvangen die dag een informatiemap.
❚ Ave Regina – afdeling jongerenzorg (Klein Park 1, 3360 Bierbeek, tel. 016/46 89 11) Een medisch-pedagogisch instituut voor kinderen en jongeren met emotionele en gedragsstoornissen en/of mentale handicap. ❚ MPC Terbank (Tervuursesteenweg 295, 3001 Heverlee, tel. 016/29 02 40) Een medisch-pedagogisch centrum voor kinderen en jongeren met emotionele en gedragsstoornissen en/of een mentale handicap. ❚ Sporen (Geldenaaksebaan 428, 3001 Heverlee, tel. 016/38 76 00) Een centrum voor integrale jeugdzorg voor kinderen en jongeren in een problematische opvoedingssituatie, met diverse afdelingen zoals : - De Triangel, dagcentrum voor jongeren (Leuven) - De Living, adolescente meisjesgroep (Heverlee) - De Zwier, verticale gemengde leefgroep (Heverlee) - Het Traject, adolescente jongensgroep (Lovenjoel)
- De Pas, begeleidingscentrum voor jongens tussen 14 en 20 jaar, (Leuven) met - De Pas, residentiële leergroep - De Waterpas een GKRB-project - De Dienst Begeleid Zelfstandig Wonen ❚ De Wissel (Tervuursevest 110, 3000 Leuven, tel. 016/28 49 45) Een orthopedagogisch centrum voor adolescente meisjes – begeleidingstehuis. ❚ De Dam (Vaartstraat 139, 3000 Leuven, tel. 016/22 27 02) Een begeleidingscentrum voor adolescente meisjes in een problematische opvoedingssituatie. ❚ Monte Rosa (Heidebergstraat 249, 3010 Kessel-Lo, tel. 016/25 80 09) Een begeleidingstehuis voor minderjarigen, adolescenten en jongvolwassenen tussen 3 en 18 jaar in een problematische opvoedingssituatie. ❚ Jongerencentrum Cidar (Marie Christinastraat 8, 3070 Kortenberg, tel. 02/759 96 79) Een onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum voor jongeren. ❚ Malpertuus (Bukenstraat 44, 1910 Buken, tel. 016/61 76 70) Een residentieel centrum voor adolescente jongens en meisjes met doorgroei naar begeleid zelfstandig wonen.