stuk ingediend op
1210 (2010-2011) – Nr. 1 28 juni 2011 (2010-2011)
Gedachtewisseling over de rapportering 2010 over het risicomanagement van grote infrastructuurwerken door de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement Verslag namens de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken uitgebracht door de heer Steve D’Hulster
verzendcode: OPE
2
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Jan Peumans. Vaste leden: mevrouw Karin Brouwers, de heer Dirk de Kort, mevrouw Griet Smaers, de heer Marc Van de Vijver; de heren Pieter Huybrechts, Jan Penris, mevrouw Marleen Van den Eynde; de heren Marino Keulen, Sas van Rouveroij; de heren Steve D’Hulster, Jan Roegiers; mevrouw Lies Jans, de heer Jan Peumans; de heer Peter Reekmans; de heer Dirk Peeters. Plaatsvervangers: de heren Ludwig Caluwé, Carl Decaluwe, Ward Kennes, Johan Sauwens; mevrouw Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt, de heer Johan Deckmyn, mevrouw Katleen Martens; de heer Jean-Jacques De Gucht, mevrouw Annick De Ridder; mevrouw Michèle Hostekint, de heer Bart Martens; de heer Bart De Wever, mevrouw Tine Eerlingen; de heer Lode Vereeck; de heer Luckas Van Der Taelen.
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
3 INHOUD
I. Uiteenzetting door de heer Fernand Desmyter, secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW)..................................
4
II. Bespreking.....................................................................................................
5
1. Noord-Zuidverbinding Limburg...............................................................
5
2. Kanaalzone Gent-Terneuzen.....................................................................
6
Gebruikte afkortingen........................................................................................
7
Bijlage A: Begeleidende nota over de rapportering............................................
9
Bijlage B: Rapport op hoofdlijnen....................................................................
15
Bijlage C1: Projectfiche Derde Scheldeverruiming..............................................
41
Bijlage C2: Projectfiche Zwin-project..................................................................
63
Bijlage C3: Projectfiche Globaal Geactualiseerd Sigmaplan...............................
83
Bijlage C4: Projectfiche N60 Ring rond Ronse....................................................
119
Bijlage C5: Projectfiche OW-plan Oostende........................................................
137
Bijlage C6: Projectfiche Tweede zeesluis Waaslandhaven....................................
197
Bijlage C7: Projectfiche Strategisch Haveninfrastructuurproject Zeebrugge (SHIP)
219
Bijlage C8: Projectfiche Noord-Zuidverbinding Limburg...................................
239
Bijlage D: Presentatie van de sprekers...............................................................
261
Bijlage E: Bindende afspraken..........................................................................
285
V L A A M S P A R LEMENT
4
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
De Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken hield op 9 juni 2011 een gedachtewisseling over de rapportering 2010 over het risicomanagement van grote infrastructuurwerken door de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement. De rapportering werd kort toegelicht door de heer Fernand Desmyter, secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Bij het beantwoorden van de vragen van de leden kwamen ook de heer Maarten Blomme, projectleider Noord-Zuidverbinding Limburg en de heer Freddy Aerts, afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang van het Departement MOW aan het woord. Als bijlagen bij dit verslag zijn toegevoegd: een begeleidende nota over de rapportering (bijlage A), het rapport op hoofdlijnen (bijlage B) en de deelrapporten per project (C, subbijlagen 1 tot 8). De presentatie door de heer Desmyter is opgenomen als bijlage D. De bindende afspraken in het kader van het systeem van risicobeheer voor infrastructuurprojecten binnen het beleidsdomein MOW, gevalideerd door de Beleidsraad van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken op 25 februari 2010 en van toepassing vanaf de rapportering 2010, zijn opgenomen als bijlage E. I. UITEENZETTING DOOR DE HEER FERNAND DESMYTER, SECRETARISGENERAAL VAN HET DEPARTEMENT MOW Op vraag van waarnemend voorzitter Jan Roegiers verwijst de heer Fernand Desmyter voor de algemene toelichting naar zijn rondgedeelde presentatie (zie bijlage D). Hij beperkt zich tot een summiere uiteenzetting van het gehanteerde systeem van risicomanagement. Het is de derde keer dat verslag wordt gegeven van de risicobeheersing van grote infrastructuurwerken aan het Vlaams Parlement1. Nieuw is deze keer dat de risicoanalyse gekwantificeerd is. Die oefening is door de projectleiders van elk van de geselecteerde projecten gemaakt, veelal ondersteund door een externe consultant. De methode die daarvoor is aangewend, is gebaseerd op ervaringen van risicobeheersing uit de privésector en uit Nederland. Verwijzend naar de dia ‘Risicoanalyse’ (bijlage D) legt de heer Desmyter op vraag van de heer Steve D’Hulster uit dat de risico’s bij grote infrastructuurwerken in zeven categorieën kunnen worden ondergebracht: juridische/wettelijke knelpunten, organisatorische, technische, ruimtelijke, financiële, maatschappelijke/communicatieve, en bestuurlijke knelpunten. Voor elk van die categorieën worden dan de verschillende mogelijke risico’s, die zich veelal kunnen voordoen, in een tabel ingebracht samen met de kans op voorkomen en de impact op prijs, tijd, maatschappelijk draagvlak en kwaliteit van dit risico. Het projectteam moet dan voor elk van die risico’s een inschatting maken van de kans op voorkomen en van de impact op prijs, tijd, maatschappelijk draagvlak en kwaliteit. Dat gebeurt aan de hand van een schaal, waarvan de waarde gelegen is tussen nul tot vijf. De kans op voorkomen wordt dan vermenigvuldigd met de som van de vier mogelijke impacten. Alzo bekomt men de grootte van het risico. Voor de risico’s met een grootte vanaf achttien, neemt de Beleidsraad van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken aan dat er beheersmaatregelen moeten worden genomen om het vastgestelde risico te beperken. Die norm van achttien wordt voor de eerste keer gebruikt. De heer Desmyter benadrukt dat het document ‘Bindende afspraken in het kader van het systeem van risicobeheer voor infrastructuurprojecten voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken’ een levend document is. De ervaring moet leren of de gestelde norm van achttien wel het juiste cijfer is. Als er nu in het rapport sprake is van een middelmatig, groot of klein risico, hoeft 1
De eerste en tweede rapportering (over 2007 en de eerste helft van 2008) werden besproken in de vergadering van de Subcommissie voor Financiën en Begroting op 22 januari 2009 (Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2251/1 ). Het derde rapport (over 2009) werd besproken in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken op 3 februari 2011 (Parl. St. Vl. Parl. 2010-11, nr. 1054/1).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
5
dat nog niet te leiden tot paniek. De oefening heeft uitgewezen dat het soms niet mogelijk is om zelfs met beheersmaatregelen een bepaald risico terug te brengen tot minder dan achttien. Dat wil nog niet zeggen dat het project in kwestie niet uitvoerbaar is. Bij de volgende rapportages zal die methode ongetwijfeld nog verfijnd worden. Het is ook de bedoeling dat de verschillende projectleiders bij die oefening contact houden met elkaar en van elkaars ervaringen leren. II. BESPREKING 1. Noord-Zuidverbinding Limburg De heer Lode Ceyssens vraagt nadere toelichting over het project Noord-Zuidverbinding. Hij vindt het goed dat de risico’s van belangrijke projecten klaar becijferd worden maar hij waarschuwt ervoor dat die berekening niet mag worden gebruikt als argument voor het afvoeren van bepaalde projecten. Projectleider Maarten Blomme bespreekt de Noord-Zuidverbinding Limburg aan de hand van twee dia’s uit de presentatie (bijlage D). Hij beklemtoont dat het project nog altijd in de studiefase zit maar dan wel vrij ver in die fase. Enkel de project-MER moet nog worden afgerond. Intussen lopen al de onderhandelingsgesprekken met de verschillende consortia die belangstellen in het project. Ook het aspect onteigeningen moet nog worden aangevat en afgerond. Er wordt verwacht dat de werken in 2014 zouden kunnen starten en in 2016 zouden kunnen worden voltooid. Het deelrapport (zie bijlage C) spreekt van een aantal kosten. Initieel werden de studiekosten geraamd op 6,6 miljoen euro plus 5,1 miljoen euro ten laste van Via-Invest. De bouwkosten werden aanvankelijk – voorafgaand aan de studie – geraamd op 250 miljoen euro; geactualiseerd is dat 384 miljoen euro geworden. De belangrijkste residuaire risico’s – dat zijn de risico’s die overbliiven indien rekening wordt gehouden met de effecten van de voor deze risico’s besliste beheersmaatregelen – zijn onder meer de timing en de financiering van de onteigening en op juridisch vlak de procedures met betrekking tot het GRUP. Die risico’s zijn vastgesteld maar zijn beheersbaar; het niveau ervan is aanvaardbaar voor het Agentschap Wegen en Verkeer. Zoals op de tweede dia is te zien, is het GRUP ondertussen afgewerkt en op 21 januari 2011 principieel vastgesteld. De project-MER loopt nog. Na de richtlijnvergadering op 22 maart 2011, is het nu wachten op de uitwerking van de richtlijnen door de dienst MER. Die richtlijnen worden dan verwerkt in de tweede offertefase van de onderhandelingen met de consortia. De project-MER zal immers detailleren wat de mogelijke effecten zijn op de omgeving en daarmee moet bij de aanleg van de weg rekening worden gehouden. De onteigeningskosten werden door AWV budgettair geraamd op 59 miljoen euro. Momenteel werkt het aankoopcomité de kredietraming uit. Ook het onteigeningsbesluit is in voorbereiding, op basis van de onteigeningsplannen die nu zijn afgerond. Op 17 december 2010 zette de Vlaamse Regering het licht op groen voor de start van de onderhandelingen met vijf consortia. Via-Invest, een vennootschap waarin PMV en AWV samenwerken, is gestart met de eerste offertefase, een toelichtingsronde. Tegen 19 augustus 2011 worden de eerste offertes verwacht. Tegen het einde van het jaar kan de eerste offertefase worden afgerond. De heer Lode Ceyssens wil nog weten of in de geraamde 59 miljoen euro onteigeningskosten alleen de grond voor de wegenaanleg is opgenomen of ook de gronden voor natuurverbindingen.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
6
De heer Maarten Blomme bevestigt dat het gaat om het totale pakket. De heer Lode Ceyssens vraagt ten slotte of de later opgedoken wens voor een extra oostelijke ontsluiting richting Helchteren mee is opgenomen in het project. Die wens werd geuit door de gemeente Houthalen-Helchteren. De heer Maarten Blomme meent dat het gaat om een gemeentelijk initiatief dat niet is opgenomen in het project. 2. Kanaalzone Gent-Terneuzen De heer Jan Roegiers vraagt nadere toelichting over het project Kanaalzone GentTerneuzen. De heer Freddy Aerts, afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang van het Departement MOW, toont de desbetreffende dia uit de presentatie (bijlage D). Hij wijst erop dat het gaat om een grensoverschrijdend project. De verkennende studiefase is afgerond, al in 2009, volgens de planning en binnen het budget. In de verkennende studiefase gaat men uit van een kostprijsraming van 2,4 miljoen euro studiekosten voor Vlaanderen en een vergelijkbaar deel voor Nederland. Inmiddels zijn delegaties aan het werk die onderzoeken hoe de kostprijs, de financiering en de Vlaams-Nederlandse verdeling van de kosten van het project kunnen worden vastgesteld. Buiten het feit dat die onderhandelingscommissie nu al twee jaar aan het werk is, is er over dit project weinig te melden. Volgens de heer Fernand Desmyter zijn de onderhandelingen met Nederland ver gevorderd. Op 4 juli 2011 zouden de afspraken met Nederland worden bekendgemaakt. Het is wachten op een standpunt van de Vlaamse Regering met betrekking tot de verdeling van de kosten van het project. Jan ROEGIERS, waarnemend voorzitter Steve D’HULSTER, verslaggever
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 Gebruikte afkortingen AWV GRUP MER MOW PMV
Agentschap Wegen en Verkeer gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan milieueffectrapportage, milieueffectrapport Mobiliteit en Openbare Werken Participatiemaatschappij Vlaanderen
V L A A M S P A R LEMENT
7
8
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
9
BIJLAGE A: Begeleidende nota over de rapportering
V L A A M S P A R LEMENT
10
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
11
Begeleidende nota Betreft: Rapporteringen m.b.t. grote infrastructuurprojecten 1. Inleiding en situering Artikel 3 van het decreet van 8 november 2002 houdende controle op grote infrastructuurprojecten (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 februari 2003) legt het gebruik op van een systeem van risicobeheer voor grote infrastructuurprojecten (dat zowel een risico-inschatting, een risicobeheersing als een risicomonitoring omvat) binnen de diensten van de Vlaamse Regering en de Vlaamse openbare instellingen. In overeenstemming met artikel 4 van hoger vermeld decreet, dient de Vlaamse Regering jaarlijks, vóór 30 april, een rapport voor te leggen aan het Vlaams Parlement waarbij de resultaten van de risicomonitoring van grote infrastructuurprojecten worden toegelicht. Deze rapportering is beperkt tot die diensten waar het risicobeheer al werd geïmplementeerd. Conform de beslissing van de Vlaamse Regering van 30 november 2007 (ref. VR/PV/2007/41-punt 030) werd in 2008 en 2009 gerapporteerd over volgende grote infrastructuurprojecten: - Derde Scheldeverruiming en Zwinproject; - het Globaal Geactualiseerd Sigmaplan; - N60: aanleg ring rond Ronse; - OW-plan Oostende: kustbeveiliging en haventoegang; - Kanaalzone Gent-Terneuzen (KGT); - Waaslandhaven: tweede zeesluis; - Strategisch Haveninfrastructuurproject Zeebrugge (SHIP) Sinds 2010 wordt bijkomend gerapporteerd over het project “N-Z verbinding Limburg”, dat op 26 februari 2010 door de Beleidsraad van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken aan hoger vermelde lijst werd toegevoegd. Het project “Kanaalzone Gent-Terneuzen” betrof tot op heden enkel een verkennende voorstudie, zodat de risicoanalyse alleen betrekking had op deze voorstudie. Daar in 2010 geen beslissing werd genomen over het vervolg van dit project, wordt zoals aangekondigd in de rapportering 2010, dit jaar over dit project niet gerapporteerd. Indien deze beslissing in 2011 wordt genomen, zal vanaf 2012 over dit project opnieuw worden gerapporteerd. Onderhavige nota betreft de vierde rapportering.
V L A A M S P A R LEMENT
12
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
2. Opbouw rapportering Voor ieder hoger vermeld groot infrastructuurproject werd door de bevoegde entiteit van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken een rapport opgemaakt met projectinformatie d.d. 31 januari 2011. De belangrijkste aanpassingen t.o.v. het rapport dat verleden jaar aan het Vlaams Parlement werd bezorgd, staan meestal in kleur aangegeven. Deze rapporten vormen de bijlage van het ‘rapport op hoofdlijnen’, dat per project een samenvatting is van de belangrijkste informatie betreffende dit project. In dit rapport op hoofdlijnen wordt maximaal gestreefd naar continuïteit in de rapportering over de jaren heen. Al deze rapporten worden in bijlage bij deze nota gevoegd. Het rapport op hoofdlijnen werd op 28 april 2011 door het Managementcomité van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken gevalideerd. 3. Einde rapportering In overeenstemming met artikel 5 §3 van hoger vermeld decreet, geeft de Vlaamse Regering bij ieder voortgangsrapport een inschatting van het residuaire risico. Indien het Vlaams Parlement ermee akkoord gaat dat dit residuaire risico de doelstellingen van het groot infrastructuurproject niet meer in het gedrang brengt, stopt de periodieke rapportering voor het project. In het kader van het risicobeheer van de hierna vernoemde projecten werd vastgesteld dat het residuaire risico (in de rapporten ‘algemeen residuair risico’ genoemd) als ‘aanvaardbaar’ wordt geëvalueerd en derhalve de doelstellingen van het project niet meer in het gedrang brengt: - Globaal Geactualiseerd Sigmaplan; - Derde Scheldeverruiming; - N-Z verbinding Limburg. Aangezien de huidige risicoanalyse van het project “Globaal Geactualiseerd Sigmaplan” zich voor het eerst volledig richt op de uitvoeringsfase van het project, zal er ook in 2012 over dit project gerapporteerd worden aan het Vlaams Parlement. Gelet op het feit dat de vergunnigsfase en de contracteringsfase van het project “N-Z verbinding Limburg”, pas aanvatten in 2011, zal ook in 2012 over dit project nog verder worden gerapporteerd aan het Vlaams Parlement. Het project “Derde Scheldeverruiming” werd eind 2010, zowel in Vlaanderen als in Nederland, volledig gerealiseerd. Huidige rapportering over dit project is dan ook de laatste rapportering aan het Vlaams Parlement.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
13
4. Systeem van risicobeheer In overeenstemming met artikel 3 van hoger vermeld decreet dient een systeem van risicobeheer uitgewerkt te worden binnen de diensten van de Vlaamse Regering en de Vlaamse openbare instellingen, dus binnen de Vlaamse overheid. Op 25 februari 2010 onderschreef de Beleidsraad van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken de volgende omschrijving van de term ‘risicobeheersysteem’: ‘Een systeem van risicobeheer omvat de afspraken m.b.t. de manier waarop risicobeheer toegepast wordt bij infrastructuurprojecten. Deze afspraken, die bindend of richtinggevend zijn, kunnen betrekking hebben op de verschillende onderdelen van het risicobeheer, op de organisatie, op de gehanteerde begrippen, e.a. Een deel van deze afspraken kan vertaald worden in een proces dat het toepassen van risicobeheer op infrastructuurprojecten beschrijft en tevens mijlpalen en procesindicatoren vastlegt. Het doorlopen van dit proces en het nakomen van de gemaakte afspraken garanderen dat het risicobeheer bij de verschillende infrastructuurprojecten uniform wordt toegepast. Hierdoor vergroot de vergelijkbaarheid en verhoogt de kwaliteit van de gegenereerde output.’ Samen met deze definitie, keurde de Beleidsraad van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken de bindende bepalingen in het kader van het risicobeheer van de grote infrastructuurprojectengoed (zie bijlage). Deze bindende bepalingen werden in huidige rapportering voor het eerst toegepast. De richtinggevende bepalingen worden in de loop van 2011 verder uitgewerkt binnen het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
V L A A M S P A R LEMENT
14
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
15
BIJLAGE B: Rapport op hoofdlijnen
V L A A M S P A R LEMENT
16
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
31
januari
2011
Auteur(s)
Datum gevalideerd rapport
ir. Marc Van Damme ingenieur Steven van Aken stafmedewerker ir. Fernand Desmyter secretaris-generaal Departement MOW
4 april 2008 11 september 2008 6 april 2009 17 mei 2010
Naam Functie Auteur onderdeel bevindingen m.b.t. de juistheid en Naam de accuraatheid van de verstrekte gegevens Functie Naam Validatie door het management Functie
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
31 december 2007 30 juni 2008 31 december 2008 31 december 2009
Projectsituatie
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het
DOCUMENTGESCHIEDENIS
DOCUMENTINFORMATIE Projectsituatie waarover gerapporteerd wordt
RAPPORT OP HOOFDLIJNEN
april april
april
11 26
28
Datum Datum
Datum
Jaarrapport Halfjaarrapport Jaarrapport Jaarrapport
Soort rapport
V L A A M S P A R LEMENT
2011
2011
2011
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 17
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
18
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: Naam infrastructuurproject:
Derde Scheldeverruiming en Zwin-project
Deelprojecten waarover gerapporteerd wordt: 1. Derde Scheldeverruiming Entiteit:
Afdeling Maritieme Toegang van het departement MOW
Alternatieve financiering:
neen
Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
december 2007
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
december 2007 in Vlaanderen / februari 2010 in Nederland
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
december 2009
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
december 2009 in Vlaanderen / december 2010 in Nederland
Einddatum exploitatiefase overeenkomst alternatieve financiering: Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €): Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
/ 101 miljoen euro (kosten Vlaanderen, studie- en uitvoeringsfase samen) 106 miljoen euro
2. Zwin Entiteit:
Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
Alternatieve financiering:
neen
Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
september 2009
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
januari 2013
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
december 2011
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
2015
Einddatum exploitatiefase overeenkomst alternatieve financiering:
/
Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
23,8 miljoen uitvoeringskosten + 1,4 miljoen euro studiekosten voor Vlaanderen en Nederland samen; aandeel Vlaanderen: 80%
Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
19 miljoen euro (enkel aandeel Vlaanderen)
Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: 1. Derde Scheldeverruiming Algemeen: Het project situeert zich gedeeltelijk op Nederlands en gedeeltelijk op Vlaams grondgebied en geeft invulling aan het aspect 'toegankelijkheid' van het streefbeeld 2030 beschreven in de Langetermijnvisie Schelde-estuarium. Voor dit project werd het meest milieuvriendelijk alternatief gekozen met een verdieping en verruiming van de Schelde op specifieke plaatsen, de aanleg van een zwaaikom en een maximale storting van baggerspecie op de plaatranden om natuurpotenties mogelijk te maken (d.m.v. de creatie van laagdynamisch natuurareaal). Verder dient er een natuurcompensatie (van het habitattype slik en schor) te gebeuren tussen Noordkasteel en Fort Filip. Deze natuurcompensatie maakt geen onderdeel uit van onderhavig project, maar wel van het Sigmaplan en wordt terwille van het project van de derde Scheldeverruiming vervroegd uitgevoerd.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
19
Risicoanalyse: Een grondige actualisatie van de risicoanalyse werd doorgevoerd in 2009, waarbij een groot residuair risico werd benoemd. De belangrijkste residuaire risico's waren toen: 'een negatieve uitspraak van de Nederlandse Raad van State', 'de commissie monitoring adviseert de toepassing van een erg dure stortstrategie', 'op basis van de monitoring wordt aangeraden de verruiming trager uit te voeren dan gepland' en 'de betaling van een nadeelcompensatie t.g.v. een versnelde erosie op de kabels en leidingen in Middelgat'. Eind 2010 was de Scheldeverruiming intergraal uitgevoerd zodat er actueel geen risico's meer zijn. Financieel aspect: De studiekosten worden door Vlaanderen en Nederland ter beschikking gesteld van het Uitvoerend Secretariaat van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC - in opvolging van de Proses 2010), dat in staat voor de betalingen. Dit projectbureau ziet toe op de besteding van de financiële middelen en treedt op als boekhoudkundige verantwoordelijke en aanbestedende overheid (in naam van Rijkswaterstaat). Vlaanderen betaalt 75% (m.n. 4,4 miljoen euro, zoals ook voorzien in de vorige rapportering) van de totale studiekosten, Nederland de overige 25%. De procedure voor de Raad van State in Nederland heeft Vlaanderen in 2009 bijkomend 65.000 euro gekost aan advieskosten. De kosten voor de realisatie van het volledige project werden voor 100% gefinancieerd door Vlaanderen. Deze kosten worden geraamd op 98,4 miljoen euro (zoals ook voorzien in de vorige rapportering) en zijn reeds volledig vastgelegd. Voor aanvullende werkzaamheden (wrakkenberging en geulwandverdedigingen) draagt Nederland voor een bedrag van maximaal 30 miljoen euro bij in de kosten. Voor de realisatie van de natuurcompensatie werd in 2009 bijkomend 2,7 miljoen euro voorzien. Dit bedrag vormt 50% van de totale kosten voor deze compensatie, een bedrag dat niet meer gebudgetteerd is binnen het Sigmaplan, zoals reeds in de vorige rapportering meegedeeld. T.g.v. het project worden heden bijkomende onderhoudsbaggerkosten voorzien, die geraamd worden op 13 à 26 miljoen euro per jaar. De eerste jaren na realisatie van het project kunnen deze onderhoudsbaggerkosten hoger liggen. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
Planning: Het project wordt in studiefase opgevolgd door een gedeelde projectleiding tussen Vlaanderen en Nederland. De uitvoering van het project wordt gecontroleerd door Vlaanderen en dit zowel op Vlaams als op Nederlands grondgebied. Het project op Vlaams grondgebied is volledig gerealiseerd. Op Nederlands grondgebied is men nog bezig met de vergunningsfase. Het geplande einde van deze fase werd met een half jaar verschoven t.o.v. de planning opgenomen in de vorige rapportering, tot januari 2010, t.g.v. het wachten op de afhandeling van de beroepsprocedure tegen de vergunningen. De vertraging in de vergunningsfase vertaalt zich in een soortgelijke vertraging op de aanvang en het einde van de werken in Nederland, waardoor het project een jaar later afgerond zal zijn dan oorspronkelijk gepland. Tijdens de realisatie van de werken wordt de methode van flexibel storten toegepast, waarbij op basis van monitoring de stortstrategie bijgestuurd wordt indien nodig. Vragen van de leden van het Vlaams Parlement:
In 2010 werd één vraag gesteld door de leden van het Vlaams Parlement.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
20 Interne controle:
Tijdens de voorbereidingsfase werden de risico's continu opgevolg en geactualiseerd door het Coördinatieoverleg. Over de risicoanalyse werd om de 6 maanden gerapporteerd aan de VNSC. Om de 6 maanden werden ook de beheersmaatregelen door het Coördinatieoverleg geëvalueerd. Tijdens de uitvoeringsfase worden de risico's wekelijks in kaart gebracht en geactualiseerd en de beheersmaatregelen continu opgevolgd en bijgestuurd. De actuele risico's worden om de 6 maanden aan de VNSC gerapporteerd. Een eerste raming werd gemaakt in het kader van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-Estuarium. Bij de bepaling van de projectalternatieven werd deze raming verfijnd. T.o.v. deze verfijning zijn de geraamde studiekosten met 25 à 30% toegenomen t.g.v. extra onderzoeken door onvoorziene omstandigheden (de nood aan natuurcompensatie, plaatrandonderzoek en extra adviezen). Voor de financiering van de studiefase wordt gewerkt met een voorschottenregeling (Vlaanderen betaalt per kwartaal een voorschot aan Nederland). M.b.t. de studiefase gebeurt er een driemaandelijkse financiële rapportage t.a.v. de VNSC, met jaarlijks een evaluatie van de voorschotten (met meer- of terugbetaling tot gevolg). De financiële gegevens en transacties worden gecontroleerd door het Coördinatieoverleg en de VNSC. Voor de uitvoeringsfase is Vlaanderen verantwoordelijk. De controlemaatregelen voor dit project zijn niet verschillend van die van andere (infrastructuur)projecten, met uitzondering m.b.t. de financiële afhandeling t.g.v. de internationale context. Op de kosten voor de uitvoeringsfase voert Rijkswaterstaat (als beheerder van de Westerschelde) een controle uit. De procesmatige opvolging gebeurt door coördinatoren / projectmanagers. Aanpassingen aan de multidisciplinaire projectorganisatie zijn mogelijk. De VNSC-secretarissen hebben een overzicht van al de aspecten van het project. Er is geen charter of een lijst van verantwoordelijkheden, wel een wie-doet-wat-lijst. De bevoegdheden situeerden zich bij de voorzitters van de werkgroepen. De functies beschikken, bewaren, controleren, registreren en uitvoeren zijn aan verschillende medewerkers toegewezen. Tijdens de voorbereidingsfase was het Coördinatieoverleg een belangrijke actor, dat maandelijks samen kwam. Met het consortium is er een maandelijks voortgangsoverleg met deelname van de (deel)projectleiders. In het kader van het OAP (Overleg Adviserende Partijen) adviseren de stakeholders de verschillende stappen in het proces. Zo werd het maatschappelijk draagvlak bepaald. Op jaarlijkse en halfjaarlijkse basis is er, bij belangrijke vooruitgang, terugkoppeling naar de VNSC. Er gebeurt tevens een terugkoppeling via het maandelijks Vlaams- Nederlands baggeroverleg en het tweemaandelijkse Overleg Flexibel Storten. Er bestaan interne en externe communicatiekanalen die garanderen dat de juiste informatie aan de juiste persoon op het juiste tijdstip wordt verschaft. Er is een communicatieverantwoordelijke en een website. Er wordt gegarandeerd, geëvalueerd en bewaakt dat de informatie in de rapportering aan het Vlaams Parlement zo actueel mogelijk is. Het rapport wordt door verschillende medewerkers samen opgesteld om zo relevante en volledige informatie aan te leveren. 2. Zwin Algemeen: Het project situeert zich gedeeltelijk op Nederlands en gedeeltelijk op Vlaams grondgebied en geeft mee invulling aan het aspect 'natuurlijkheid' van het streefbeeld 2030 beschreven in de Langetermijnvisie Schelde-estuarium. Het project omvat een technische oplossing tegen de verzanding en een uitbreiding van de estuariene natuur. Er werden 6 alternatieven onderzocht, in functie van o.a. de oppervlakte van de uitbreiding van het Zwin en het al dan niet voorzien van gecontroleerd getij. Op 13 maart 2009 koos de Vlaamse Regering voor de realisatie van het alternatief van uitbreiding van het Zwin in de Willem-Leopoldpolder met 120ha, zonder westelijke geulverlegging en zonder ingrepen voor spuiwerking. Risicoanalyse: De risicoanalyse werd grondig geactualiseerd in 2009. Dit heeft invloed op de opgelijste risico's, hun kans tot voorkomen en hun impact. De belangrijkste residuaire risico's situeren zich op het vlak van 'beroepsprocedures tegen beslissingen of aanvragen tot heroverweging van beslissingen' en 'vertraging op het aanwijzingsbesluit aan Nederlandse zijde'. Veel risico's kunnen de naleving beïnvloeden van de timing vooropgesteld in het verdrag van 21 december 2005 tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Het maatschappelijk draagvlak blijkt doorheen het proces een kritische factor. De meeste beheersmaatregelen zijn in uitvoering of uitgevoerd.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
21
Financieel aspect: Voor dit project werd in 2008 een kosteneffectiviteitsanalyse (KEA) opgemaakt. De studiekosten worden betaald via het Uitvoerend Secretariaat van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (in opvolging van Proses 2010). Dit projectbureau ziet toe op de besteding van de financiële middelen en treedt op als boekhoudkundige verantwoordelijke en aanbestedende overheid (in naam van Rijkswaterstaat). De totale studiekosten worden heden geraamd op 1,6 miljoen euro (bedrag onveranderd t.o.v.de vorige rapportering). Vlaanderen stelt 80% van deze kosten ter beschikking van het projectbureau, Nederland 20%. De kostenverdeling voor de uitvoeringsfase zal gebeuren op basis van de oppervlakte van de projectonderdelen op Vlaams en Nederlands grondgebied. De uitvoeringskosten van het gekozen alternatief worden geraamd op 19 miljoen euro voor het project op Vlaams grondgebied samen. De aankoop van de grond wordt actueel geraamd op 6,4 miljoen euro (of 0,4 miljoen euro meer dan in vorige rapportering). De bouw van de dijk wordt actueel geraamd op 8 miljoen euro (of 1,2 miljoen euro minder dan in vorige rapportering). De natuurinrichting wordt actueel geraamd op 4,7 miljoen euro t.o.v. 14,8 miljoen euro vorige rapportering. De lagerere raming vloeit voort uit het feit dat het inrichtingsplan verfind werd en de daaraan gekoppelde kostenraming nauwkeuriger werd uitgevoerd. Planning: Het project wordt opgevolgd door een gedeelde projectleiding tussen Vlaanderen en Nederland en situeert zich op dit moment in studie- en vergunningsfase (de opmaak van de MER-documenten maakt voor dit project, in tegenstelling tot de andere projecten, onderdeel uit van de vergunningsfase en niet van de studiefase). De studiefase werd terug opgestart. Het einde van deze fase wordt voorzien in april 2011. T.o.v. de planning opgenomen in de vorige rapportering wordt de vergunningsfase met 10 maanden verlengd, tot september 2012 t.g.v. procedurele vertragingen bij de opmaak van het GRUP. De aanbestedingsfase wordt hierdoor, t.o.v. de vorige rapportering, met 10 maanden verschoven in de tijd (aanvangsdatum maart 2012, einddatum december 2012). De uitvoeringsfase van het project op Vlaams grondgebied zal worden gecontroleerd door Vlaanderen, voor het project op Nederlands grondgebied gebeurt dit door Nederland. Deze fase werd met 4 maanden verschoven t.o.v. de planning opgenomen in de vorige rapportering; d.w.z. dat de werken drie jaar en 4 maandenlater starten. De nieuwe einddatum is nu voorzien voor 2015. Adviezen / Vragen van de leden van het Vlaams Parlement: In 2009 werd een gunstig advies van Inspectie van Financiën bekomen. In de loop van 2010 werden er geen vragen gesteld door de leden van het Vlaams Parlement. Interne controle: Er is een constante aftoetsing met het fysisch programma.De financiering van het project is voorzien op BA MCU MI106 van het Vlaams Investeringsfonds.In 2010 werd geen budget vastgelegd noch besteed daar het budget voor de grondverwerving en de zeewering werd doorgeschoven naar 2011 en 2013. De budgetten worden door zowel de projectleider als het ondersteunend financieel management opgevolgd. De leiding wordt opgenomen door de leidend ambtenaar / projectingenieur. De nodige ondersteuning in de projectorganisatie is voorzien. Ad-hoc overleg vindt plaats in het kader van de procedures. De uitvoeringsfase zal geen specifieke overlegstructuren noodzakelijk maken. Binnen het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust is een kwartaalrapportering voorzien m.b.t. de Derde neen Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang Scheldeverruiming brengen? Zwin ja Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
22 Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten:
Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
Het project 'derde Scheldeverruiming' is concreet verbonden met volgende natuurprojecten op de Schelde: Zwin, 300 ha natuur in het middengebied van de Westerschelde en Hedwige-Prosperpolder. Deze projecten dienen, volgens het op 21 december 2005 afgesloten verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium, zoveel als mogelijk gelijk te lopen met de Scheldeverruiming.Daar loskoppeling van deze projecten evenwel geen nadelige ecologische gevolgen heeft, werd dit ook doorgevoerd om vertraging op het project 'derde Scheldeverruiming' te voorkomen. De 'derde Scheldeverruiming' is sinds eind 2010 volledig gerealiseerd. Het natuurproject 'Hedwige-Prosperpolder' en het vereiste natuurcompensatieproject tussen Fort Filip en Noordkasteel maken onderdeel uit van het 'Geactualiseerd Sigmaplan', waardoor het project 'derde Scheldeverruiming' gerelateerd is aan dit Geactualiseerd Sigmaplan. In de planning van het Geactualiseerd Sigmaplan diende het natuurcompensatieproject tussen Fort Filip en Noordkasteel, t.g.v. de relatie met het project 'derde Scheldeverruiming', sneller uitgevoerd te worden dan oorspronkelijk voorzien.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
23
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: Globaal Geactualiseerd Sigmaplan
Naam infrastructuurproject: Entiteit:
Waterwegen en Zeekanaal nv
Alternatieve financiering:
neen
Planning projecten waarover gerapporteerd wordt: 1. Dijkwerken Zeescheldebekken Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
doorlopend
Geactualiseerde startdatum realisatiefase: Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
Geactualiseerde einddatum realisatiefase: 2. Afwerking van het GOG Kruibeke-BazelRupelmonde Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
doorlopend
2006
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
idem
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2011
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
2012
3. Cluster Hedwige-en Prosperpolder Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
2007
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
2008
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2012
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
2015
4. Cluster Kalkense Meersen Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
2009
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
2010
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2020
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
idem
5. Cluster Durme en haar vallei Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
2009
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
2011
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2020 Geactualiseerde einddatum realisatiefase: idem 6. Cluster Vlassenbroek - Grote Wal - Kleine Wal Zwijn Initieel voorziene startdatum realisatiefase: 2009 Geactualiseerde startdatum realisatiefase: 2011 Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2020
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
idem
7. Cluster Dijlemonding Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
2009
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
2011
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2020
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
idem
8. Cluster Grote Nete Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
2010
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
2014
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2020
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
2024
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
24 9, Cluster Bovendijle Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
2014
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
2014
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2024 Geactualiseerde einddatum realisatiefase: 2024 Einddatum exploitatiefase overeenkomst / alternatieve financiering: Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien 882 miljoen euro (incl. 52 miljoen euro voor flankerende maatregelen - prijspeil 2005) verschuldigd) (miljoen €): Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien 895 miljoen euro (gebaseerd op de initiële raming met prijspeil 2005) verschuldigd) (miljoen €): Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: Algemeen: Het eerste Sigmaplan dateert van 1977 en werd opgemaakt ter bescherming tegen overstromingen. T.g.v. een gewijzigde visie op waterbeleid en -beheersing en mede ingegeven door de toenemende zeespiegelrijzing (met een toenemend overstromingsrisico tot gevolg), werd beslist dit plan, dat nog niet volledig was gerealiseerd, te actualiseren. Bij deze actualisatie werd naast het aspect 'veiligheid' ook aandacht gegeven aan het aspect 'natuurlijkheid'. Op 22 juli 2005 keurde de Vlaamse Regering het Geactualiseerd Sigmaplan goed en verklaarde alle werken en handelingen nodig voor de realisatie van dit plan van dwingend openbaar belang. Het Geactualiseerd Sigmaplan omvat het meest wenselijk alternatief, dat de optimale combinatie van projecten inhoudt voor het bereiken van de veiligheids- en natuurdoelstellingen tegen de laagste kost. De fasering van deze projecten houdt rekening met de realisatie-eisen gesteld in de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Verder werd rekening gehouden met de beschikbare budgettaire middelen, met de prioriteiten op het vlak van veiligheid en natuurontwikkeling en met de wens van de landbouwsector om rechtszekerheid te bieden. Het project bestaat uit een combinatie van de aanleg van overstromingsgebieden en lokale dijkverhogingen en bevat - naast de nieuwe projecten uit het meest wenselijke alternatief zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering in 2005 - ook projecten die reeds voorzien waren in het Sigmaplan van 1977. Onderhavige rapportering gaat in op de eerste fase van de uitvoering van het Geactualiseerd Sigmaplan, m.n. de dijkverstevigingsprojecten, de afwerking van de GOG Kruibeke-Bazel-Rupelmonde en de projecten waarvan de realisatie ten laatste tegen 2010 moet beginnen (zie verder). Voor deze rapportering werden de projecten uit deze eerste fase als volgt geclusterd: - dijkwerken Zeescheldebekken: omvat de afwerking van het dijkenprogramma van het Sigmaplan van 1977, maar met aangepaste streefwaarden voor de dijkhoogtes. De dijkwerken tussen Fort Filip en Noordkasteel (een noodzakelijke natuurcompensatie voor het project "derde Scheldeverruiming" - zie hiervoor de rapportering m.b.t. dit project) maken hier deel van uit; - afwerking van het GOG Kruibeke-Bazel-Rupelmonde: dit project werd reeds voorzien in het Sigmaplan van 1977 en wordt verder afgewerkt; - cluster Hedwige- en Prosperpolder: dit project situeert zich gedeeltelijk op Vlaams en gedeeltelijk op Nederlands grondgebied en behoort tot de prioritaire projecten uit de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Het betreft de landinwaardse verplaatsing van de Scheldedijk om de natuur langs de Schelde extra ruimte te geven; - cluster Kalkense Meersen: omvat de ontpolderingsprojecten en de realisatie van de GOG's en wetland. Deze projecten bevinden zich in de gemeenten Wetteren, Laarne, Wichelen en Berlare; - cluster Durme en haar vallei: omvat ontpolderingen ter realisatie van zoetwatergetijdegebieden, de inrichting van estuariene natuur en de inrichting van wetlandgebieden. Deze projecten situeren zich in de gemeenten Lokeren, Waasmunster, Zele, Temse en Hamme. Er wordt tevens een globaal inrichtingsplan opgemaakt voor de Durmevallei; - cluster Vlassenbroek - Grote Wal - Kleine Wal - Zwijn: omvat de realisatie van GOG's. De projecten zijn gelegen in de gemeenten Dendermonde en Temse; - cluster Dijlemonding: omvat de realisatie van GOG's. De projecten zijn gelegen in de gemeente Willebroek en op het grondgebied van de stad Mechelen; - cluster Grote Nete: dit project streeft zowel veiligheids- als natuurdoelstellingen (d.m.v. de creatie van 850 ha wetland) na, gelegen in de gemeenten Herenthout, Heist-op-den-Berg, Hulshout, Herselt, Westerlo, Geel en Laakdal; - cluster Bovendijle: omvat de realisatie van GOG's en de creatie van wetland. De projecten zijn gelegen langs de Dijle tussen Mechelen en 'Rotselaar op het grondgebied van de gemeenten Bonheiden en Haacht.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
25
Risicoanalyse: De risicoanalyse werd geactualiseerd in 2010. Daartoe werden de eerder gedefinieerde beheersmaatregelen geëvalueerd. Waar nodig werden bijkomende beheersmaatregelen uitgewerkt. In 2010 werden specifiek voor de uitvoeringsfase risico's en beheersmaatregelen geïnventariseerd. De risico's voor het Geactualiseerd Sigmaplan worden, na het toepassen van de beheersmaatregelen, klein tot middelmatig ingeschat. De belangrijkste residuaire risico's – naast het financieel risico – zijn: het opstarten van een juridische procedure, het niet tijdig verplaatsen van nutsleidingen, een onvoldoende werking van de grondenbank, het niet tijdig uitvoeren van grondverwervingen en de uitholling het flankerend beleid. De gekozen beheersmaatregelen zijn allen in uitvoering of uitgevoerd. De periodieke actualisering van de risicoanalyse wordt verder gezet in 2011. Het algemeen residuair risico is aanvaardbaar. Financieel aspect:
Gezien de goedkeuring van het Geactualiseerd Sigmaplan door de Vlaamse Regering op 22 juli 2005 wordt er gerapporteerd vanaf het jaar 2006. De raming is gebaseerd op het prijspeil van 2005. Van de geraamde kosten werd reeds 21% uitgegeven. Eind 2010 was een totaal bedrag van 184,5 miljoen euro vastgelegd (waarvan ca. 25 miljoen in 2010). De overige kosten moeten nog vastgelegd worden. Sinds 2006 bedragen de meerwerken 7,5 miljoen euro (waarvan 1,2 miljoen euro in 2010, vooral voor de dijkwerken Zeescheldebekken, de overkoepelende studies en activiteiten en de cluster Hedwige- en Prosperpolder), werd er voor 5,4 miljoen euro aan prijsherzieningen vastgelegd (waarvan 1,4 miljoen euro in 2010, in hoofdzaak voor het project GOG Kruibeke-BazelRupelmonde, het project Hedwige-Prosperpolder op Vlaams grondgebied en de dijkwerken Zeescheldebekken) en een 75.477 euro aan verwijlintresten betaald (waarvan 6.332 euro in 2010). De raming van de nog te voorziene kosten ligt hierdoor ca. 20 miljoen euro lager dan de raming van de nog te voorziene kosten opgenomen in de vorige rapportering. Met de budgetten moet flexibel omgesprongen kunnen worden, rekening houdend met de voortgang van de procedures, de snelheid van de grondverwervingen, ... De meerjarenbegroting wordt daarom jaarlijks aangepast aan de nieuwe situatie op het terrein en de beschikbare budgetten. De budgetbehoeften werden in 2010 geactualiseerd, o.a. rekening houdende met de actuele waarden van productie- en materiaalprijzen (deze zijn met circa 20% gestegen sinds de initiële raming in 2005). Anno 2010 worden de globale kosten voor het Sigmaplan tot 2030 aldus geraamd worden op 994 miljoen euro (prijspeil 2010) + circa 62 miljoen euro omwille van de flankerende maatregelen. De benodigde budgetten voor de verdere uitvoering van het geactualiseerde SIGMAPLAN tot 2030 worden geraamd op 904 miljoen EUR voor de realisatie + circa 24 miljoen EUR omwille van de flankerende maatregelen (prijspeil 2010). In de bijgaande rapportering worden evenwel de referentiecijfers met prijspeil 2005 behouden, teneinde vergelijking met de voorgaande jaren mogelijk te maken. Een belangrijke vaststelling is dat de nodige budgetten, zoals voorzien bij de beslissing van de Vlaamse Regering, niet beschikbaar werden gesteld in 2009 en 2010. De onderhoudskosten worden geraamd op 6 miljoen euro per jaar (prijspeil 2005). Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder). Planning: Er wordt gerapporteerd vanaf het jaar 2006. Op 22 juli 2005 en 28 april 2006 besliste de Vlaamse Regering om tegen ten laatste 2010 met de realisatie van een aantal deelprojecten te starten, m.n. Zeeschelde, Durme, Rupel, Zenne, Dijle en Nete's. Voor een aantal van deze deelprojecten wordt deze timing echter niet gehaald (zie verder). Dit heeft evenwel geen invloed op de voorziene einddata van de werken, die voor al de clusters van projecten behouden blijven. De voorziene afwerking van het GOG Kruibeke-Bazel-Rupelmonde blijft voorzien voor 2012. De verschillende dijkwerken aan het Zeescheldebekken gebeuren verspreid in de tijd. De dijkwerken tussen Fort Filip en Noordkasteel zijn in uitvoering. Het project Hedwige- en Prosperpolder op Nederlands grondgebied bevindt zich nog steeds in de voorbereidingsfase. Ook de projectcluster Kalkense Meersen is reeds in uitvoering. De projectclusters Durme en haar vallei, Vlassenbroek Grote Wal - Kleine Wal - Zwijn en Dijlemonding situeren zich nog in aanbestedingsfase, en dit t.g.v. vertragingen bij de opmaak van de noodzakelijke GRUP's. De start van de werken is voorzien voor 2011 De studiefase van de cluster Grote Nete werd met twee jaren verlengd om o.a. voldoende draagvlak voor het project te creëren en om de technische uitwerking op punt te stellen. Het einde van deze fase wordt voorzien in de loop van 2010, waarna een twee jaar durende vergunningsfase volgt. Deze vergunningsfase duurt een jaar langer dan oorspronkelijk gepland t.g.v. de nood tot opmaak van een GRUP. Ook voor de daarop volgende aanbestedingsfase wordt een extra jaar voorzien, om de budgettaire impact van het project te spreiden. Dit resulteert in de start van de realisatiefase in 2014, vier jaar later dan voorzien in de vorige rapportering. Het einde van de werken wordt voorzien in 2024. De initiatie fase van de cluster Bovendijle werd in de loop van 2010 opgestart.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
26 Vragen van de leden van het Vlaams Parlement: In 2010 werden 29 vragen gesteld door de leden van het Vlaams Parlement.
Interne controle: Door het niet voorzien van de nodige budgetten in 2009 en 2010, werd de voorziene planning niet gehaald. In de komende jaren dient er hierdoor een inhaalbeweging te gebeuren op vlak van budgettaire ruimte voor de aanbestedingsfase. Er is een projectorganisatie en een algemeen projectplan aanwezig met afspraken over kennisuitwisseling, beslissingsbevoegdheden, ... Deze projectorganisatie wordt bijgestuurd naargelang de noden van het moment. Het Geactualiseerd Sigmaplan wordt door de projectorganisatie procesmatig en inhoudelijk opgevolgd. Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang brengen?
neen
Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten: Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
Het Geactualiseerd Sigmaplan geeft mee invulling aan het aspect 'natuurlijkheid' van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium via het project Hedwige-Prosperpolder, de Kalkense Meersen, de ontwikkeling van natuur in een aantal overstromingsgebieden en de natuurontwikkeling tussen Fort Filip en Noordkasteel. Zo is de natuurontwikkeling in de Hedwige-Prosperpolder, de Kalkense Meersen en tussen Fort Filip en Noordkasteel rechtstreeks verbonden met het project 'derde Schelderverruiming' van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Het strategisch plan voor de haven van Antwerpen is gekoppeld aan de doelstellingen van het Geactualiseerd Sigmaplan daar in dit strategisch plan de realisatie van natuur langs de Schelde (in het noordelijk gebied van de haven van Antwerpen linkerScheldeoever) is opgenomen ter invulling van de instandhoudingsdoelstellingen van het vogelrichtlijngebied SBZ-V 3.6 "Schorren en Polders van de Beneden Schelde" en het habitatichtlijngebied SBZ-H "Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent".
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
27
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: N60: aanleg ring rond Ronse
Naam infrastructuurproject: Entiteit:
Agentschap Wegen en Verkeer
Alternatieve financiering:
ja
Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
februari 2012
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
oktober 2013
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
december 2015
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
juli 2017
Einddatum exploitatiefase overeenkomst alternatieve financiering:
juli 2047
Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien 5 miljoen euro studie- en onteigeningskosten en 76 miljoen euro bouwkosten (afhankelijk van het gekozen alternatief) verschuldigd) (miljoen €): Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
idem
Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: Algemeen: Dit project kadert binnen de uitbouw van het wegvak van de N60 tussen De Pinte en de provinciegrens met Henegouwen ten zuiden van Ronse tot primaire weg I (zoals voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen). Van deze uitbouw is de rondweg rond de stad Ronse de belangrijkste schakel, die het onderwerp uitmaakt van onderhavig project, dat op 23 maart 2007 door de Vlaamse Regering als één van de prioritaire missing links werd erkend. Het project komt tegemoet aan de bestaande gebrekkige ontsluiting binnen de regio Zuid-Oost-Vlaanderen en de beperkte economische mogelijkheden van Ronse. In het kader van het in opmaak zijnde plan-MER worden 6 alternatieven en een tussenvariant onderzocht. Risicoanalyse: De risicoanalyse werd opgestart. Een eerste voorlopige inventarisatie van de risico's werd uitgevoerd, die verfijnd wordt na de keuze van het alternatief. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder). Finaniceel aspect: Er zijn geen nieuwe financiële inzichten t.o.v. de rapportering begin 2010. Het project zal gefinancierd worden via een alternatieve financiering (onder de vorm van een DBM-contract). De concrete financieringsmethodiek werd nog niet uitgewerkt, maar er wordt een mogelijke participatie voorzien van Via-Invest en een SPV (Speciaal Project Vennootschap). Het hoger vermeld bedrag voor de studie- en onteigeningskosten betreft een raming. De uiteindelijke onteigeningskosten zijn afhankelijk van het gekozen alternatief voor het project. Ook de hoger vermelde bouwkosten betreffen een raming. De lopende studieopdracht (zie onderdeel 'interne controle') zal een meer concrete raming opleveren. Ook m.b.t. de financieringskost, de beschikbaarheidsvergoeding en de kapitaalinbreng in de SPV door het Vlaams Gewest zal er in de toekomst meer duidelijkheid komen. Er worden geen beschikbaarheids- of vraagvergoeding te betalen door derden of vraagvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest voorzien. Het beheer en het onderhoud worden tijdens de looptijd van het contract van alternatieve financiering uitgevoerd door de tijdelijke handelsvereniging. De opmaak van een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) wordt niet voorzien. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
28 Planning:
Het project situeert zich op dit moment in studiefase. Na aflevering van de richtlijnen in februari 2010, is het plan-MER in opmaak. Bij de opmaak van dit plan-MER (en t.g.v. de adviesverstrekking en bijkomende onderzoeken) werd een bijkomende vertraging van 11 maanden opgelopen, wat impact heeft op de rest van de planning. Zo wordt de aanvang van de realisatiefase met een half jaar verdaagd t.o.v. de vorige rapportering. Ten opzichte van de initiële planning zullen de werken een vertraging hebben van 19 maanden. Adviezen / Vragen van de leden van het Vlaams Parlement: In 2010 werden geen adviezen m.b.t. dit project ontvangen en werdt één vraag gesteld door de leden van het Vlaams Parlement. Interne controle:
Volgende knelpunten met mogelijks effect op de timing werden in kaart gebracht: 'eco-hydrologisch onderzoek', 'procedure van het lopende afbakeningsPRUP voor Ronse', 'een eventueel nieuw op te stellen GRUP afhankelijk van de resultaten van het plan-MER', het ruimtelijk ontwerpend onderzoek/voorschrijdend inzicht en de 'beperkte capaciteit van het onteigeningscomité om tijdig de nodige onteigeningen te kunnen realiseren'. Op 23 maart 2007 ging de Vlaamse Regering akkoord om dit project te financiering via alternatieve fianciering. Het totaal aan beschikbaarheidsvergoedingen viel binnen de kredieten van 66 miljoen euro die jaarlijks voorzien worden in de meerjarenbegroting van wegeninfrastructuur, maar gezien de reeds gekende meerkosten voor de andere Via-Invest projecten zal dit budget niet meer toereikend zijn. De projectopvolging is in handen van een studiebureau gegeven in het kader van de integrale studieopdracht m.b.t. het ter beschikking stellen van alle nodige documenten om tot een DBM-contract te komen (het technisch referentieontwerp, het bestek gebaseerd op prestatie-eisen, het plan- en het project-MER, procesbegeleiding i.f.v. draagvlakvorming, het veiligheidscoördinatieontwerp en het risicomanagement). Deze studieopdracht ving aan op 1 oktober 2007. nog niet Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang brengen? ingeschat Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten: Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
Dit project is niet gerelateerd met andere projecten.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
29
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: OW-plan Oostende
Naam infrastructuurproject:
Afdeling Maritieme Toegang van het Departement MOW
Entiteit:
Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
Alternatieve financiering:
neen
Planning realisatie projecten waarover gerapporteerd wordt: 1. Maritieme toegangkelijkheid Initieel voorziene startdatum realisatiefase: mei 2007 Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
mei 2007
Initieel voorziene einddatum realisatiefase: 2015 Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
december 2012
2. Zeewering 2.1. Project-MERplichtige deelprojecten (zeewering Oostende-centrum en geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende Oosteroever)
Initieel voorziene startdatum realisatiefase: Geactualiseerde startdatum realisatiefase: Initieel voorziene einddatum realisatiefase: Geactualiseerde einddatum realisatiefase: 2.2. Zeedijkrenovatie en ondergrondse parkeergarages Initieel voorziene startdatum realisatiefase: Geactualiseerde startdatum realisatiefase: Initieel voorziene einddatum realisatiefase: Geactualiseerde einddatum realisatiefase: 2.3. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven Initieel voorziene startdatum realisatiefase: Geactualiseerde startdatum realisatiefase: Initieel voorziene einddatum realisatiefase: Geactualiseerde einddatum realisatiefase: 2.4. Natuurcompensatie Initieel voorziene startdatum realisatiefase: Geactualiseerde startdatum realisatiefase: Initieel voorziene einddatum realisatiefase: Geactualiseerde einddatum realisatiefase: Einddatum exploitatiefase overeenkomst alternatieve financiering:
september 2008 augustus 2011 2015 2013
september 2008 februari 2009 2012 december 2011
3e kwartaal 2010 maart 2011
2011 2013
februari 2008 september 2008 najaar 2008 november 2012 /
Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien 150 miljoen euro uitvoeringskosten (raming d.d. 2005 in het kader van het plan-MER) + 4,8 miljoen verschuldigd) (miljoen €): studiekosten (raming 2007) Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
179 miljoen euro (uitvoerings- en studiekosten samen)
V L A A M S P A R LEMENT
30
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: Algemeen: Het OW-plan Oostende kent reeds een lange lijdensweg. In 1982 startte men met de eerste studies rond de zeewering te Oostende om het centrum van Oostende te beschermen tegen overstromingen. In 1999 schorste de Raad van State echter de bouwvergunning voor de aanleg van een verlengd en verhoogd strandhoofd: er diende een project-MER te worden opgemaakt. In de jaren 90 ontstond ook de nood om de haven van Oostende toegankelijk te maken voor schepen tot 200m lengte. Eind 1999 werd daarom beslist om beide projecten te integreren in het OW-plan Oostende. Onderhavige rapportage vat daarom aan vanaf de integratie van beide projecten en het ontstaan van het 'OW-plan Oostende' in november 1999. In 2003 vernietigde de Raad van State de tweede bouwvergunning (voor het herbouwen van de zeedijkglooiing ter hoogte van het Zeeheldenplein, het bouwen van de westelijke beschermingsdam en de uitvoering van de zandsuppletie op het strand van Oostende (tussen het Casino en het Zeeheldenplein) omdat een vergunning voor de wandelpasserelle op de westdam ontbrak. Gezien het uitblijven van de realisatie van het OW-plan Oostende werd in 2004 een Noodstrand aangelegd om de veiligheid van Oostende tegen overstromingen reeds te verhogen. Op 14 december 2007 koos de Vlaamse Regering alternatief A als voorkeursalternatief (o.a. bestaande uit een groeistrand, een plateauvormige glooiing t.h.v. het Zeeheldenplein, een oost- en westdam rond de havenmond en een vaargeul van 143°), mits rekening wordt gehouden met een oostwaartse verschuiving van de basis van de westelijke dam, en gaf opdracht om gelijktijdig met de werken over te gaan met de uitvoering van de natuurcompensatie. Dit alternatief werd verder uitgewerkt en onderzocht in een project-MER. In augustus 2009 werd, rekening houdende met de resultaten van het project-MER 'Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende', het uit te voeren projectalternatief gekozen. Het project bestaat uit volgende deelprojecten: 1. Maritieme toegankelijkheid: bestaande uit een vaargeul met een streefdiepte van -8,5TAW, een breedte tussen de 150 en 300m en een Oost- en Westdam met een hoogte van +7mTAW (met hoofden op +8mTAW);
2. Zeewering: - Project-MER plichtige deelprojecten met: A. Zeewering Oostende-centrum (incl. groeistrand, bovenop het Noodstrand, en Zeeheldenplein); B. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende (GKZB), Oosteroever (recreatieve inrichting strand); - renovatie Albert I promenade (incl. de bouw van parkeergarages onder de zeedijk); - natuurcompensatie (o.a. ecologisch strand t.h.v. het strand op de oosteroever van de Ijzermonding te Nieuwpoort); - veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven. Risicoanalyse:
Voor de studie- en vergunningsfase werd geen risicoanalyse opgemaakt daar deze fases reeds te ver gevorderd waren op het moment dat dit instrument meer ingang kreeg binnen de administratie. Er werden wel 3 studies opgemaakt m.b.t. inhoudelijke aspecten van de opdracht (een knelpuntenanalyse, een budgetraming en een procedurehandboek). Deze studies kunnen aanzien worden als een aspect van de risicoanalyse. In 2009 werden, zoals vemeld in de vorige rapportering, de knelpuntenanalyse en de budgetraming geactualiseerd. Voor het deelproject 'Maritieme Toegankelijkheid' wordt geen risicomanagement meer voorzien, daar alle vergunningen reeds werden bekomen, het deelproject in volle uitvoering is en het residuair risico als beperkt wordt ingeschat. De door het intern projectteam in kaart gebrachte risico's werden geactualiseerd. Twee risico's zijn ondertussen achterhaald en een bijkomend risico werd vastgesteld. Voor het deelproject 'Zeewering' worden in de rapportering over 2010 als belangrijkste risico's vermeld: - het ontbreken van de financiële middelen ten einde de realisatie van de onderdelen van het OW-plan binnen een maatschappelijk aanvaardbare termijn af te ronden. Dit risico wordt als groot geëvalueerd, - vertragingen bij het nemen van beslissingen en het toekennen van vergunningen o.a. voor het winnen van grote hoeveelheden zand per jaar ten behoeve van de aanleg van het groeistrand. Indien het probleem zich zou stellen, dan zou het zandtekort deels kunnen worden opgevangen door verlenging van de bestaande concessies en/of door baggeren op de concessiezones van de privésector. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder). Financieel aspect: De rapportering vangt aan vanaf het ontstaan van het 'OW-plan Oostende' in november 1999 (zie hoger). Voor dit project werd geen maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) opgemaakt. In 2005 werd de raming van 2003 van de realisatiekost van de verschillende alternatieven geactualiseerd. Naar deze actualisatie van 2005 wordt in dit rapport gerefereerd als 'oorspronkelijke raming'. De huidige raming van het project stemt overeen met de raming opgenomen in de vorige rapportering. Deze meerkost wordt veroorzaakt door problemen bij het baggeren en de vondst van zeemijnen in het kader van het deelproject 'Maritieme Toegankelijkheid'. De raming voor het deelproject 'Maritieme Toegankelijkheid' bedraagt heden 129 miljoen euro, waarvan 24 miljoen euro meer- en minwerken, 7 miljoen euro prijsherzieningen1 en 664.192 euro verwijlintresten1. De exploitatie- en onderhoudskosten voor dit deelproject worden voor de eerste 30 jaar na afwerking van het deelproject op totaal 6 miljoen euro geraamd. De kosten voor het deelproject 'Zeewering' (incl. de studiekosten voor heel het project) worden geraamd op 70,3 miljoen euro (vorige raming 69,1 miljoen euro), waarvan 321.727 euro meer- en minwerken, en blijven in de buurt van de initïele raming. Deze beperkte meerkost vloeit hoofdzakelijk voort uit de aangepaste raming voor de realisatie "Zeeheldenplein" (+ 1 miljoen euro), aangepaste raming deelplan 3 (+ 0,5 miljoen euro) en na aanbesteding van de onderdelen natuurcompenserende onderdelen fase 2 en overstromingsmaatregelen rond de haven fase 1, respectievelijk - 0,44 miljoen euro (goedkopere FSC-hout beschikbaar) en -0,25 miljoen euro (groot aanta De exploitatie- en onderhoudskosten voor dit deelproject worden voor de eerste 30 jaar na afwerking van het deelproject geraamd op 15,3 miljoen euro. l betaling van dit deelproject zal binnen de reguliere budgetten gebeuren. Om de realisatie echter binnen aanvaardbare termijnen te De aten geschieden, dienen de beschikbare middelen opgetrokken te worden onder meer voor de aanleg van het Groeistrand. Onderdelen m.b.t. veiligheid krijgen voorrang op andere onderdelen van het project. De kosten voor de aanleg (9,7 miljoen euro) en het onderhoud van het Noodstrand zijn niet opgenomen in de vermelde bedragen. De ondergrondse parkeergarages, vermeld in de cluster 'zeedijkrenovatie en ondergrondse parkeergarages', vallen ten laste van de stad Oostende en zijn ook niet opgenomen in de raming. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
31
Planning: 1. Maritieme Toegankelijkheid: De werken van dit deelproject gingen van start in mei 2007. T.o.v. de eerste rapportering, in 2008, werd in dit deelproject de volledige realisatie van de havendammen toegevoegd en de verbreding van de vaargeul ter hoogte van de Halve Maan, waarvan de afwerking van de werken oorspronkelijk was voorzien in 2015. Heden wordt voorzien dat de werken in december 2012 beëindigd zullen zijn. De baggerwerken ten behoeve van de maritieme toegankelijkheid lopen ongeveer een jaar vertraging op t.o.v. de datum gemeld in de vorige rapportering (afwerking nu voorzien in juni 2010) t.g.v. de vondst van mijnen. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
2. Zeewering: Voor de planning wordt het project opgesplitst in volgende clusters, waarvoor de initiële tijdplanning gemaakt werd ten tijde van de opmaak van het plan-MER: 2.1. Project-MER plichtige deelprojecten: Huidige rapportering over de beheersing van de project-MER plichtige deelprojecten omvat 3 luiken: - Zeewering Oostende-centrum - onderdeel Zeeheldenplein. De aanvang van de realisatie is voorzien voor augustus 2011, het uitstel met 7 maanden is te wijten aan de vertraging van de uitwerking van de studie Zeeheldenplein door het studiebureau. Het einde van de werken is voorzien voor juni 2012, m.a.w. een half jaar vroeger dan voorzien in de rapportering 2010 (projectsituatie 2009). - Zeewering Oostende-centrum - onderdeel Groeistrand: beperkte vertraging werd opgelopen t.w.a. vertraging bij de federale procedure tot opmaak van een MB betreffende de afbakening van de sectoren in exploiratiezone 4 voor de exploratie en de exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continaal plat; wanneer de noodzakelijke kredieten beschikbaar zijn kunnen de werken starten in september 2012; - Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende Oostoever: de aanvang van de vergunningsfase is voorzien voor december 2011 (vorige rapportering: september 2009). Het uitstel is onder meer te wijten aan vertraging bij de afwerking van he project-MER 'Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid Oostende'. Het deelplan 2 'Zeedijkrenovatie' wordt versneld uitgevoerd. December 2011 is de nieuwe einddatum voor de realisatie van dit deelplan. Het deelplan 4 'Veiligheidsmaatregelen tegen overstromingen via de haven' wordt in 3 fasen uitgevoerd. Wegens de beschikbaarheid van de nodige kredieten, wordt fase 1 versneld uitgevoerd, aanvangsdatum = maart 2011. Het einde van de realisatiefase voor de fasen 2 en 3, blijft voorzien voor 2013. 2.4. Natuurcompensatie: Ook deze projectcluster is in uitvoering. Wegens vertraging van de voltooiing voor de eerste fase van de werken (voltooid in januari 2010 i.p.v. mei 2009), werd de bouwaanvraag voor de fasen 2 en 3 pas ingediend in mei 2010, Deze bouwvergunning werd bekomen in oktober 2010, waarna de contracteringsfase in november 2010 (6 maanden later dan voorzien in de vorige rapportering) kon starten. De werken zullen evenwel ongeveer 1,5 jaar later afgerond worden dan voorzien in de vorige rapportering t.g.v. de nood aan budgettaire spreiding en de afstemming met het broedseizoen, het stormseizoen, de militaire activiteiten en de vertraagde baggerwerken voor de nieuwe vaargeul (zie hoger). D.w.z. dat de werken ongeveer 4 jaren later afgerond zullen zijn dan oorspronkelijk voorzien. De voorwaarde om deze natuurcompenserende werken uiterlijk gelijktijdig aan te vatten met de werken waartoe moet worden gecompenseerd - aanleg Groeistrand en verbreding vaargeul t.h.v. de Halve Maan, beide voorzien in 2012 - blijft echter vervult. Deze natuurcompensatie werd in februari 2010 aangemeld aan Europa.
Adviezen / Vragen van de leden van het Vlaams Parlement: In 2010 werden geen bijkomende adviezen m.b.t. dit project ontvangen en werd er 3 vragen gesteld door de leden van het Vlaams Parlement.
Interne controle: Wijzigingen in de projectomgeving worden door het agentschap per kwartaal opgevolgd en gescreend op mogelijke risico's. Een globale halfjaarlijkse rapportering gebeurt samen met het departement. Het risicomanagement m.b.t. het deelproject 'Zeewering' werd opgestart. De nodige beheersmaatregelen worden voorzien. Een eerste kostenraming dateert van 2003. Deze raming wordt in de tijd bijgestuurd op basis van nieuwe gegevens (bv rond eenheidsprijzen en hoeveelheden), maar blijft stand houden. Er gebeurt een constante aftoetsing met het fysisch programma, en met het meerjarenprogramma voor het deelproject 'Maritieme Toegankelijkheid'. Om verwijlintresten tot een minimum te beperken, wordt bij onvoorziene omstandigheden voor dit deelproject gebruik gemaakt van ramingstaten. De financiering van het deelproject 'Zeewering' was vroeger voorzien via een afzonderlijk budget (urgentieprogramma). Thans wordt gesteld dat de realisatie binnen de reguliere budgetten moet uitgevoerd worden, waardoor spreiding over meerdere jaren noodzakelijk is, ook al is dit maatschappelijk onaanvaardbaar m.b.t. de aanleg van het groeistrand (zowel in het kader van het vertragen van de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen als de langdurige hinder van de werken naar omwonenden en de toeristische activiteiten). Bovendien vergt de spreiding van de uitvoering extra mobilisatie- en demobilisatiefasen, die de nodige financiële middelen significant zouden verhogen. Op heden worden 4 uitvoeringsfasen voorzien. Voor de administratie en de financiële transacties worden geen bijzondere procedures voorzien. Om geen vertraging in de bouw van de havendammen te krijgen, werd de nieuwe vaargeul in februari 2010 in gebruik genomen, ook al zijn de baggerwerken niet volledig voltooid. Hierdoor diende een dieptebeperking opgelegd te worden aan de schepen. De baggerwerken zullen voltooid zijn tegen de zomer 2010. Het project OW-plan Oostende valt gedeeltelijk onder de bevoegdheid van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust en gedeeltelijk onder de bevoegdheid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. De opvolging en sturing van het project gebeurt door een stuurgroep waarin beide partijen vertegenwoordigd zijn. De projectleiders van de deelprojecten rapporteren volgens de hiërarchische lijn. De projectorganisatie wordt bij de uitvoering der werken aangepast: er wordt een opsplitsing voorzien in functie van de respectievelijke bevoegdheden. Verschillende werkgroepen volgen de deelprojecten op. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken partijen bij het deelproject 'Maritieme Toegangkelijkheid' zijn niet geformaliseerd. De procedures en gegevens die als basis dienen voor beslissingen worden afgetoetst met een juridisch advies van een extern jurist. Bij het nemen van beslissingen worden het havenbestuur en de stad Oostende steeds geconsulteerd. De interne communicatie verloopt via het lijnmanagement van het departement en het agentschap en via de officiële overlegstructuren. De externe communicatie m.b.t. het deelproject 'Maritieme Toegankelijkheid' gebeurt via de projectleider en brochures. De externe communicatie van het deelproject 'Zeewering' gebeurt via officiële werkgroepen, officieuze gesprekken met andere projectleiders, de commissies openbare werken met het stadsbestuur Oostende, tentoonstellingen en overlegmomenten met het havenbestuur.
Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang brengen? Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
V L A A M S P A R LEMENT
ja
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
32 Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten:
Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
Het project is gerelateerd aan het nieuwbouwproject Churchillkaai van de stad Oostende daar er in deze zone veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven worden genomen in het kader van het OW-plan Oostende. De renovatie van de Albert I promenade en het Zeeheldenplein gebeurt in samenwerking met de stad Oostende (o.a. voor de bouw van de ondergrondse garages onder de zeedijk). Verder is het project ook verbonden aan het Oosteroeverproject, dat de verhuis vergt van een zeilclub naar het recreatief strand voorzien binnen het OW-plan Oostende, en het geïntegreerd Kustveiligheidsplan, waarin ook veiligheids- en zeeweringsmaatregelen worden voorzien, die afgestemd moeten zijn op deze voorzien binnen het OW-plan Oostende.
1. Enkel de verwijlintresten en de prijsherzieningen gekend in het COGNOS-systeem werden in rekening gebracht.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
33
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: 2de zeesluis Waaslandhaven
Naam infrastructuurproject: Entiteit:
Afdeling Maritieme Toegang van het departement MOW
Alternatieve financiering:
neen
Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
20 maart 2009
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
augustus 2011
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
2 juli 2013
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
december 2015
Einddatum exploitatiefase overeenkomst / alternatieve financiering: Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien 627 miljoen euro verschuldigd) (miljoen €): Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien 684 miljoen euro verschuldigd) (miljoen €): Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: Algemeen: Dit project betreft de bouw van een tweede zeesluis voor de Waaslandhaven (het linkeroevergebied van de haven van Antwerpen). De belangrijke vorm van congestie aan de bestaande sluis (Kallosluis) en het feit dat de Waaslandhaven door slechts één sluis bereikbaar is (wat een belangrijk gebrek aan bedrijfszekerheid vormt) hebben geleid tot onderhavig project. Na goedkeuring van het plan-MER 'over het strategisch plan voor en de afbakening van de haven van Antwerpen in haar omgeving' in 2009, werd ook het project-MER goedgekeurd. Er werden 3 alternatieven onderzocht (een diepe sluis, een ondiepe sluis en een tijzone). Op 24 juli 2009 koos de Vlaamse Regering voor de diepe sluisvariant.
Risicoanalyse: De risico-analyse van 2009 werd eind 2010 geactualiseerd en verfijnd. Hierbij werd ruime aandacht besteed aan de ruimtelijke risico's, de technische risico's, de risico's verbonden aan de kwaliteit van de uitvoering van de werken en deze verbonden aan de financiering van het project. Op basis van deze uitgebreide actualisatie van de risico-analyse, werden al de residuaire risico's als 'middelmatig' ingeschat. De meeste beheersmaatregelen zijn in uitvoering of uitgevoerd. De in de rapportering weergegeven risico's beperken zich tot de risico's die nog aan de orde zijn. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder). Financieel aspect:
De totale studiekosten van het project worden actueel geraamd op 6,3 miljoen euro tegen 10,5 miljoen euro in 2009. De vermindering van de studiekosten wordt verklaard door het feit dat de kosten voor het afsluiten van de tienjarige aansprakelijkheidsverzekering opgenomen zijn in de aanbesteding voor de bouw van de sluis. Enkel de kosten verbonden aan de controle i.v.m. de tienjarige aansprakelijkheidsverzekering zijn vermeld bij de studiekost. De totale realisatiekosten werden eind 2010 geraamd op 678 miljoen euro, een stijging met 37 miljoen euro t.o.v. de raming 2009 . De raming 2010, die rekening houdt met de indexering aan uitvoering 2011-2015, werd aangepast aan de laatste gegevens op moment van publicatie bestek (meerkost te wijten aan het vastzetten van de staalprijs, meerekenen tienjarige aansprakelijkheidsverzekering, correctie damplanken + wielschuiven). In 2011 zal op basis van de reële inschrijvingsprijzen een reductie gebeuren van de "onzekerheidsmarge". Onteigeningen worden niet voorzien. De aanleg van de sporen op de bruggen over de sluis en van de sporen naar deze bruggen zijn ten laste van Infrabel. Een dochtervennootschap van de NV Vlaamse Havens zal optreden als bouwheer van de sluis en stelt deze ter beschikking van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, dat instaat voor de exploitatie van de sluis en een beschikbaarheidsvergoeding betaalt aan de dochtervennootschap. Het Vlaams Gewest geeft hiertoe een subsidie aan het havenbedrijf. De hoogte van de beschikbaarheidsvergoeding en van de subsidie zijn nog te bepalen. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
34 Planning:
Dit project bevindt zich actueel in contracteringsfase. Deze fase loopt 7 maanden langer uit dan gemeld in de vorige rapportering, ondermeer omdat tijdens de aanbestedingsprocedure de uitspraak van de Raad van State tegen het bestek (o.m. de vastzetting van de staalprijzen) werd afgewacht. Ook de geplande aanbestedingsfase werd hierdoor met 8 maanden t.o.v. de vorige rapportering verschoven. Adviezen en vragen van de leden van het Vlaams Parlement: Voor dit project werden in 2010 juridische adviezen gevraagd in het kader van de procedure bij de Raad van State tegen het bestek. Tevens werd een vergelijkende kostenstudie Deurganckdoksluis en de Grote Zeesluis (kanaal Gent-Terneuzen) uitgevoerd. de Tot slot werd ook advies ingewonnen over de technische vereisten voor de basculebruggen 2 sluis. In 2010 werden m.b.t. het project 5 vragen gesteld door de leden van het Vlaams Parlement. Interne controle:
De opvolging van de uitvoering van de beheersmaatregelen gebeurt ad hoc door de projectleider en systematisch door het studiebureau dat het risicomanagement implementeert. Hiertoe behoort tevens een controle op de effectiviteit van de beheersmaatregelen. Een actualisatie van het risicomanagement gebeurde eind 2010. De eerste raming dateert van 2004. De raming, opgenomen in dit rapport, houdt rekening met de laatste gegevens op moment van publicatie van het bestek (vastzetten staalprijs, meerekenen 10 jaarlijkse verzekering, correctie damplanken + wielschuiven). In 2011 zal een reductie gebeuren van de "onzekerheidsmarge" op basis van de reële inschrijvingsprijzen. De belangrijkste afwijking t.o.v. de basisraming situeert zich in het ontbreken van de bodembescherming in de basisraming. Iedere vertraging in de start van de realisatie van het project resulteert in een prijsstijging t.g.v. het inflatieverschijnsel. Wat de financiering van de tweede sluis betreft, werden met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen de nodige afspraken gemaakt. De overeenkomsten moeten nog verder worden gefinaliseerd. De controlemaatregelen voor dit project zijn niet verschillend van die van gewone projecten. In de mate van het mogelijke worden interne en externe controles ingeschakeld in het voorbereidingsproces. Voor dit project werden twee stuurgroepen opgericht. De eerste stuurgroep komt iedere anderhalve maand samen en staat dichter bij de operationele problemen. De tweede stuurgroep bespreekt de voortgang van het project op een hoger niveau. De projectleider wordt door de eerste stuurgroep gecontroleerd. In de voorbereidingsfase waren, via o.a. werkgroepen, verschillende disciplines vertegenwoordigd in de projectorganisatie. In de realisatiefase zal de projectorganisatie bestaan uit een projectingenieur, een werfingenieur en toezichters, aangevuld met technische en juridische ondersteuning vanuit MOW en het GHA. De verantwoordelijkheden binnen de afdeling zijn vastgelegd via een besluit van het afdelingshoofd. Voor de verantwoordelijkheden bij de uitvoering van het project wordt beroep gedaan op het procedurehandboek en de procedure 'werfopvolging'. De functies beschikken, bewaren, controleren, registreren en uitvoeren zijn aan verschillende medewerkers toegewezen. Een geformaliseerd document m.b.t. de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de externe betrokken partijen in het project ontbreekt nog. De uiteindelijke risicoallocatie voor de uitvoering moet nog vastgelegd worden en hangt af van de uiteindelijke contractvorm. Externe communicatie gebeurt via de website. Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang brengen?
ja
Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten: Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
De aanleg, door Infrabel, van de sporen over de sluisbruggen dient, wat de timing betreft, afgestemd te worden op de aanlegwerken van de sluis. Ook de aanleg, door het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, van de naburige spoorwegbruggen en de haveninterne wegontsluiting dient, wat de timing betreft, afgestemd te worden op de aanlegwerken van de sluis.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
35
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: Strategisch Haveninfrastructuurproject Zeebrugge (SHIP)
Naam infrastructuurproject: Entiteit:
Afdeling Maritieme Toegang van het Departement MOW
Alternatieve financiering:
neen
Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
1 januari 2011
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
juli 2014
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
31 december 2022
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
mei 2023
Einddatum exploitatiefase overeenkomst alternatieve financiering: Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €): Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
/ 301 miljoen euro
1
581 miljoen euro (voor Vlaanderen en het havenbedrijf samen)
Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: Algemeen: Om in de toekomst in de haven van Zeebrugge voldoende ruimte te hebben voor 'voorhaventrafieken' (ro-ro en shortsea-shipping trafieken) is een 'verruiming van de voorhaven' noodzakelijk. Om dit te verwezenlijken wordt gekozen voor de aanleg van een vernieuwd havengebied (gelegen in de noordwestelijke zone van de achterhaven) dat vlot nautisch toegankelijk is. Er werden 3 alternatieven onderzocht (een beperkte tijzone met een zeesluis ter hoogte van de CarCokes site, een grote tijzone met een binnenvaartsluis en een snelle zeesluis ter hoogte van de Visartsluis). Op 3 april 2009 koos de Vlaamse Regering voor het alternatief van een beperkte tijzome met een zeesluis ter hoogte van de CarCokes site. Na overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer en met De Lijn, besliste de stuurgroep SHIP om de tunnel voor tram- en voor wegverkeer mee op te nemen in het SHIP-dossier, Tengevolge van deze beslissing, diende de lopende project-MER procedure stopgezet te worden. Een nieuwe project-MER procedure start in de loop van 2011.
Risicoanalyse: De risicoanalyse is lopende: de belangrijkste projectrisico's werden opgelijst. De beheersmaatregelen zijn nog niet uitgewerkt. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
Financieel aspect:
Voor dit project werd een maatschappelijke kosten-baten analyse, afgerond op 31 juli 2007 en geactualiseerd op 5 februari 2009, opgemaakt. De initiële raming van de studiekosten werd aangepast na heropstart van de project-MER. De in het rapport opgenomen raming is de raming van het project 'Beperkte Tijzone', zoals gemaakt in de MKBA. De geactualiseerde raming van de studiekosten bedraagt 3,3 miljoen euro of een verhoging met 2,2 miljoen euro t.o.v. de vorige rapportering. Deze verhoging is nagenoeg volledig te wijten aan begeleidende studies (geraamd op 2 miljoen euro). De onteigeningskosten zijn voor het eerst opgenomen in het financieel luik en bedragen 5 miljoen euro. In 2010 werd op basis van de kostenraming in de MKBA een volledig nieuwe raming voor de realisatiekosten opgemaakt. De geactualiseerde totale raming voor de realisatiekosten van het volledige project bedraagt 573 miljoen euro, zijnde een toename met 154 miljoen euro t.o.v.de raming opgenomen in de vorige rapportering. De opname van de tram- en wegtunnel in het SHIP-project ligt mee aan de basis van deze toename. De realisatiekosten voor de commerciële infrastructuur worden, op basis van het havendecreet, verdeeld tussen het Vlaams Gewest en het havenbedrijf (MBZ). Voor de verdeling van de kosten voor de sluis zelf wordt eenzelfde regeling getroffen dan in de andere havens (bv m.b.t. de 2e sluis Waaslandhaven). De jaarlijkse onderhoudskosten worden geraamd op 1% van de bouwkosten. De beschikbaarheids- en vraagvergoeding werdenog niet bepaald.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
36
Planning: Het project bevindt zich op dit moment nog in studiefase. Het procedurehandboek werd opgemaakt en het project-MER is in opmaak. De studiefase wordt afgerond in februari 2012. De vertraging met 14 maanden vloeit voort uit de heropstart van de project-MER, waarin ook de tram- en de wegtunnel meebekeken wordt. De aanvang van de vergunnings- en de aanbestedingsfase wordt, t.o.v. de planning opgenomen in de vorige rapportering, verschoven van begin 2011 naar begin 2014 t.g.v. heropstart van de project-MER. Het einde van deze fases blijft voorzien in 2019. Beide fasen verlopen ook overlappend met de realisatie van de werken, die in november 2014 aanvangen, 3 jaar en 4 maanden later dan voorzien in de vorige rapportering. Het einde van de werken is voorzien in mei 2023, 5 maanden later dan gemeld in de vorige rapportering. De exploitatie van het project start in mei 2023.
Adviezen en vragen van de leden van het Vlaams Parlement: De MKBA van het strategisch haveninfrastructuurproject Zeebrugge werd geactualiseerd op 5 februari 2009. Tijdens het jaar 2010 werden 6 vragen van leden van het Vlaams Parlement ontvangen.
Interne controle: De technische haalbaarheidsstudie voor de tijzone werd uitgevoerd door het studiebureau Technum; terwijl Resource Analysis instond voor de kosten-batenanalyse. In 2010 werd de kostenraming geactualiseerd. Door de THV Deloitte-Serius-Grontmij worden alle mogelijke risico's gescreend volgens de Risman-methodiek. Begin maart 2011waren volgende stappen uitgevoerd: vaststellen van de doelen en de uitgangspunten, het identificeren van de risico's, analyseren en beoordelen van de risico's en het beheersen van de belangrijkste risico's. In deze studie worden als grootste projectrisico's vermeld: geen duidelijkheid over de projectfinanciëring en het ontbreken van een communicatiestructuur naar de verschillende belangengroepen. In de loop van 2011 zullen de beheersmaatregelen bepaald worden, uitgevoerd en geëvalueerd. Voor de financiering en de budgetopmaak van het project werd uitgegaan van gelijkaardige dossiers. Een vergelijkende studie tussen de kostenramingen SHIP - Deurganckdok - Sluis Gent-Terneuzen werd hiertoe uitgevoerd. Er bestaat nog geen duidelijkheid over de financiering van het totaalproject. In het rapport wordt aangenomen dat de totale kostprijs van het totaalproject wordt onderschat: bepaalde projecten zijn nog niet in detail geraamd of nog niet ingebracht in de totale kostprijs. Verrekeningen worden tijdig opgesteld. Daar beslist werd om de tram- en de wegtunnel mee op te nemen in het SHIP-project, werd de lopende project-MER stopgezet. Wijzigingen aan het project zullen pas worden uitgevoerd na het doorlopen van de project-MER-procedure en het uitvoeren van de voorontwerpstudies. Volgens de interne controller is 'een eventuele schrapping van de reservatiezone voor waterinfrastructuur in het afbakeningsGRUP voor de haven' de grootste in beeld gebrachte projectrisico. Op de betaling van de studies worden de klassieke controles uitgevoerd. De projectorganisatie bestaat uit 6 bouwkundige ingenieurs en één economist. Een aanpassing van de projectorganisatie blijkt nodig Er is geen interne controle op de gegevens van de projectleider, noch een gedocumenteerde interne controle. Er bestaat een ad-hoc Met het havenbedrijf MBZ wordt een a-periodiek overleg geörganiseerd. De externe communicatie over haven gerelateerde onderwerpen wordt door het havenbedrijf verzorgd. nog niet Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang brengen? ingeschat
Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten: Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
Dit project is gerelateerd aan volgende projecten: - de natuurcompensaties voor de achterhaven van Zeebrugge: het project grenst aan de zuidelijke achterhaven van Zeebrugge. Voor de inname van de terreinen van de zuidelijke achterhaven is momenteel een MER in opmaak, waaruit waarschijnlijk de noodzaak aan natuurcompensaties zal blijken. Afstemming is noodzakelijk; - de uitbreiding en optimalisatie van het vormingsstation van de zeehaven Brugge-Zeebrugge: het project grenst aan dit vormingsstation. Afstemming tussen de lopende MER-procedures van beide projecten is noodzakelijk m.b.t. de verkeersafhandeling via de N31 richting Zwankendamme / Boudewijnkanaal; - het streefbeeld voor de N31 voor het gedeelte tussen de aansluiting met de Ax en de aansluiting met de Kustlaan, de aanleg van de Nx en de herinrichting van de Kustlaan (N34) doorheen Zeebrugge: deze verkeersaders lopen door het projectgebied van het SHIP. Afstemming van het MER voor het SHIP met de opmaak van de streefbeelden m.b.t. deze weginfrastructuur is vereist; - sanering Car Coke Zeebrugge: deze site wordt ingenomen door terminals grenzend aan het SHIP; - het Neptunusplan van De Lijn. 1. In de initiële raming waren de onteigeningskosten niet meegerekend.
V L A A M S P A R LEMENT
te z inte
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
37
Rapport op hoofdlijnen - Grote infrastructuurprojecten Belangrijkste conclusies: N-Z verbinding Limburg
Naam infrastructuurproject: Entiteit:
Agentschap Wegen en Verkeer
Alternatieve financiering:
ja
Initieel voorziene startdatum realisatiefase:
augustus 2011
Geactualiseerde startdatum realisatiefase:
januari 2013
Initieel voorziene einddatum realisatiefase:
augustus 2015
Geactualiseerde einddatum realisatiefase:
december 2015
Einddatum exploitatiefase overeenkomst alternatieve financiering:
december 2045
studiekosten: 6,6 miljoen euro (waarvan 5,1 miljoen euro Initieel geraamde kostprijs, inclusief BTW (indien ten laste van Via-Invest) verschuldigd) (miljoen €): bouwkosten: 250 miljoen euro bouwkosten Geactualiseerde kostprijs, inclusief BTW (indien verschuldigd) (miljoen €):
studiekosten: 7,4 miljoen euro (waarvan 5,1 miljoen euro ten laste van Via-Invest); bouwkosten : 384 miljoen euro: :
Belangrijkste conclusies omtrent het algemeen luik, de risicoanalyse, het financieel aspect, de planning, de adviezen en de interne controle: Algemeen: Dit project kadert binnen de uitbouw van de N74 als primaire weg I (zoals voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) en betreft de inrichting van het gedeelte van de N74 tussen Hechtel en de E314, dat op 23 maart 2007 door de Vlaamse Regering erkend werd als één van de prioritaire missing links. Het project komt tegemoet aan de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid op de N715 ter hoogte van de woonkernen Houthalen en Helchteren. In het kader van het in 2008 goedgekeurde plan-MER werden 2 alternatieven onderzocht: het omleidingstracé en het doortochttracé. Op 3 oktober 2008 koos de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken, na samenspraak met de Vlaamse Regering, voor het alternatief van het omleidingstracé. Risicoanalyse: In het kader van de geactualiseerde risicoanalyse werden volgende grote risico's vastgesteld: 'onervarenheid van de administratie met het functioneel omschrijven van outputspecificaties in het bestek en DBFM-contract', 'het project geraakt niet gefinancierd' en 'kredieten voor onteigening worden niet tijdig vastgelegd'. Na het toepassen van de beheersmaatregelen blijken er echter geen grote residuaire risico's meer te zijn, wel worden 18 residuaire risico's als 'middelmatig' ingeschat. Deze hebben vooral betrekking op volgende aspecten 'juridisch/ wettelijk', organisatorisch', 'technisch' en 'financieel'. De meeste beheersmaatregelen zijn in uitvoering. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder). Financieel aspect: M.b.t. het financiële aspect wordt voor dit project gerapporteerd vanaf het jaar 2006, de start van de communicatie rond het project in zijn huidige vorm. Voor dit project werd in 2008 een maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) opgemaakt. Het project zal gefinancierd worden via een alternatieve financiering (onder de vorm van een DBFM-contract). In overeenstemming met de basisovereenkomst worden een deel van de studiekosten, ter waarde van 5,1 miljoen euro, betaald door Via-Invest. De andere studiekosten zijn ten laste van AWV. Actueel wordt het totale bedrag aan studiekosten geraamd op 7,4 miljoen euro, wat een stijging betekent met 753.826 euro t.o.v. de vorige rapportering. Deze stijging vloeit voort uit de verlenging van de bestaande overeenkomst "Communicatie en overlegstructuur' tot 2012. De bouwkosten ten laste van de SPV worden heden geraamd op 384 miljoen euro, 134 miljoen meer dan de oorspronkelijke raming t.g.v. voortschrijdend inzicht en bijkomende eisen (bv vanuit het MER-onderzoek). De onteigeningskosten; de beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest en de grootte van de kapitaalinbreng in de SPV door het Vlaams Gewest moeten nog worden bepaald. Er worden geen vraag- of beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door derden of vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest voorzien. De onderhouds- en exploitatiekosten worden voor de eerste 30 jaar na afwerking van het project geraamd op 186 miljoen euro. Voor bijkomende informatie wordt verwezen naar het onderdeel 'interne controle' (zie verder).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
38 Planning:
Voor dit project zijn heden de studie-, vergunningsfase lopende. Het einde van de studie- en vergunningsfase is voorzien in mei 2011. De aanvangsdatum voor de contracteringsfase is voorzien voor februari 2011, de einddatum voor januari 2013. De definitieve vaststelling van het GRUP is voorzien voor februari 2011; de goedkeuring van project-MER voor mei 2011. De start van de selectieprocedure DBFM is gepland voor februari 2011. De realisatie wordt voorzien tussen januari 20144 en december 2016, waarna de exploitatiefase aanvangt. Het einde van de exploitatiefase in het kader van de overeenkomst m.b.t. de alternatieve financiering wordt 30 jaar later voorzien, namelijk in 2046. In 2010 werden geen adviezen m.b.t. dit project ontvangen en werd één vraag gesteld door de leden van het Vlaams Parlement. Interne controle:
Vele van de geïdentificeerde risico's zijn opvolgbaar, maar echter niet steeds stuurbaar vanuit het AWV. In 2007 ging de Vlaamse Regering akkoord om dit project te financieren via alternatieve fianciering. Wegens het oplopen van de toenmalige raming (oorspronkelijk eraming 250 miljoen euro) zullen, bij realisatie van al de Via-Invest projecten, de financiële repercussies de toegelaten kredieten van 66 miljoen euro voorzien in de meerjarenbegroting van wegeninfrastructuur overschrijden. De financiering van de onteigeningskosten is nog niet uitgeklaard: timing en bedrag vormen een onzekere factor. De projectopvolging is in handen van een studiebureau gegeven in het kader van de integrale studieopdracht m.b.t. het ter beschikking stellen van alle nodige documenten om tot een DBFM-contract te komen. Kan het residuaire risico de doelstellingen van het project nog in gedrang brengen?
neen
Indien neen, dan stopt de periodieke rapportering voor dit rapport (Decreet, art 5 § 3)
Conclusies met betrekking tot samenhangende projecten: Indien het project samenhangt met andere infrastructuurprojecten, geef dan hier de concrete relatie weer en de belangrijkste conclusies.
Na de realisatie van het project kan de doortocht van de N715 door Houthalen en Helchteren heringericht worden. Er dient rekening gehouden te worden met het project van de sneltramlijn Hasselt - Neerplet - Overpelt - Lommel, waarvan één van de in onderzoek zijnde alternatieven door de doortocht loopt. Beide projecten zijn in voorbereiding.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
39
Verslag over de bevindingen m.b.t. de juistheid en accuraatheid van de verstrekte gegevens
m.b.t. de rapporteringsfunctie De hoofddoelstellingen van de controle op alle deelrapporten en het rapport op hoofdlijnen zijn gericht op het verzekeren van: • de betrouwbaarheid en juistheid van de financiële en operationele informatie en rapportering • de naleving van de ondernemingsdoelstellingen, de procedures, de wetgeving, de reglementen en de afgesloten contracten • de beveiliging van de activa en het voorkomen van fraude • het zuinig en doelmatig gebruik van middelen • het bereiken van de ondernemingsdoelstellingen en het opvolgen van de beleidsbeslissingen In 2010-2011 was er een wissel in de rapporteringsfunctie. Dit bracht de continuïteit en accuraatheid op geen enkel ogenblik in het gedrang. Door de rapporteringsfunctie werd immers in dezelfde mate aandachtig nagegaan of er overeenstemming is tussen de verschillende onderdelen in alle deelrapporten, m.n.: • Algemeen deel • Risicoanalyse • Financiële voorbereidingsfase • Financiële uitvoeringsfase • Planning • Adviezen Parlement • Interne Controle Vooral het deel ‘interne controle’ wordt grondig nagekeken met de rest van de onderdelen. Om de hoofddoelstellingen te realiseren dringt de rapporteringsfunctie dus steeds aan op een transparante reactie van de projectleider(s) op alle vragen, onduidelijkheden en discrepanties uit alle rapporten. Van data, bedragen, actualisaties en wijzigingen die niet overeenstemmen in de verschillende delen wordt aan projectleiders en -medewerkers gevraagd bijkomende informatie te bezorgen. Het rapport op hoofdlijnen wijkt op sommige punten af van de onderliggende rapporten omdat de rapporteringsfunctie op sommige onduidelijkheden niet altijd een transparante reactie van de projectleider kon verkrijgen. Om de continuïteit te garanderen wordt daarom steeds voortgeborduurd op de gegevens van de voorgaande rapporteringen. Voor het rapport op hoofdlijnen werden de richtlijnen m.b.t. het rapport op hoofdlijnen correct toegepast en werd het juiste sjabloon gebruikt.
m.b.t. de gehanteerde methodiek bij het verzamelen van accurate en juiste gegevens De volgende bouwstenen werden voor de evaluatie gehanteerd: • controleomgeving (control environment): De elementen die bepalend zijn voor de controleomgeving: - dat elke medewerker weet waaraan hij of zij zich moet houden = integriteit en ethische code - dat de werknemers de gevraagde taken en hun job uitvoeren met de nodige professionaliteit en zorgzaamheid = juiste specificaties en kwaliteiten om hun job uit te oefenen - de managementstijl en –filosofie = voorbeeldfunctie - de toewijzing van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. • risicobeoordeling (risk assessment): Doelstellingen: - Operationele doelstellingen: o de effectiviteit en efficiëntie waarmee de activiteiten worden uitgevoerd o de beveiliging van de activa tegen verlies - Doelstellingen met betrekking tot financiële rapportering: o de publicatie van betrouwbare financiële staten o de preventie van bewust foutief rapporteren - Doelstellingen met betrekking tot de naleving van wetten en reglementen Risicoanalyse: - identificatie en analyse van risico’s - evaluatie van de (belangrijkheid / impact) van de risico’s - berekening van de kans dat een risico zich zal voordoen - evaluatie van de mogelijk te nemen maatregelen Management van veranderingsprocessen - goede informatiesystemen om veranderingen tijdig te constateren en er tijdig een antwoord op te formuleren
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
40 • controleprocedures (control procedures)
Een controleactiviteit bestaat uit een beleidsregel die zegt wat zou gedaan moeten worden en procedures die ervoor zorgen dat die beleidsregel uitgevoerd wordt. Verschillende types controleactiviteiten: - administratieve controles vs. accountingcontroles (boekhoudkundige geschriften en de financiële staten) - preventieve controles (verlies, ontvreemding of fouten voorkomen) vs. detectieve controles (verlies, ontvreemding of fouten ontdekken) Soorten procedures: - Vergelijkend nazicht door de leiding (budgetten vergelijken met de werkelijke cijfers) - Functioneel management (beoordelen van de rapporten van een bepaalde activiteit of functie) - Informatieverwerking (informatie nagaan op accuraatheid, volledigheid en autorisatie) - Fysieke controles (inventarisatie van voorraad, vaste activa en beleggingen) - Prestatie-indicatoren (vergelijking en analyse van de verbanden tussen verschillende gegevens, operationeel en financieel) - Functiescheidingen • informatie en communicatie (information and communication) Na identificatie en verzameling van de informatie moet deze verwerkt en gerapporteerd worden aan de juiste personen, in de juiste tijdspanne en op een manier dat deze verstaanbaar is voor de andere: - kwalitatief zodat beslissingen kunnen genomen worden - juiste informatie aan de juiste persoon en op het juiste tijdstip doorgeven = bestaan van interne en externe communicatiekanalen - informatieverschaffing naar boven toe = open communicatiekanalen + bereidheid om te luisteren - kennen van klanteneisen • controlebewaking (monitoring) 1. permanente controlebewaking (met ingebouwde controle-evaluaties) = controle van belangrijke aspecten aangaande de controlecomponenten: - controle van de overeenstemming van beleidsrapportering en financiële informatie; - nakijken van de effectieve communicatie met externe partijen (bv. klachtenbrieven en maatregelen) - goede organisatiestructuur met functiescheidingen, bevoegdheidsverdelingen en belangentegenstellingen zodat de medewerkers elkaar controleren - voortgebrachte informatie controleren: inspecties en saldobevestigingen - aanbevelingen van interne en externe auditors met betrekking tot de interne controles nalezen en overwegen om toe te passen - nakijken of de gedragscode nog steeds verstaanbaar is voor alle leden van de organisatie en nakijken of deze nog steeds wordt toegepast - feedback mogelijk maken van de werknemers naar het management toe. 2. discontinue controlebewaking = controle over de effectiviteit en efficiëntie van heel het interne controlesysteem m.b.t. de interne controle Voor de interne controle werd door de auditor volgende technieken gehanteerd voor het verzamelen van juiste en accurate gegevens: Interviews: - open vragen - bijkomende bevestigende bewijzen verzamelen Rekenkundig nazicht: Steekproefsgewijs bepaalde zaken narekenen. Observatie: Controleren of een systeem van interne controle wel degelijk wordt toegepast en of de maatregelen in de praktijk worden uitgevoerd. Steekproeven: Bevestigingen of confirmaties: Als auditor een document opstelt en opstuurt naar een derde partij om (schriftelijke!) bevestiging te vragen van bepaalde gegevens die aanwezig zijn in de onderneming. Fysieke telling: Inventarisatie van voorraad, enz. Analytische tests: Het maken van vergelijkingen tussen bepaalde gegevens (vb. gegevens van huidig met vorige boekjaren vergelijken) Algemene conclusie: De gehanteerde methodiek zorgt voor het verzamelen van juiste en accurate gegevens. De beoordeling van de deelrapporten gebeurt even minutieus. Voor het rapport op hoofdlijnen werd de toepassing van de richtlijnen m.b.t. het rapport op hoofdlijnen en het juiste sjabloon gebruikt. De controle en beoordeling is geen verzameling van beheersmaatregelen, maar een evaluatie van: - de wijze waarop de projectorganisatie adequaat en efficiënt is; - de graad van betrouwbaarheid van de risicorapportering rekening houdende met de wijze waarop zij tot stand komt; - de mate waarin de controle op de projectorganisatie en het rapporteringsproces adequaat en effectief verloopt.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
41
BIJLAGE C1: Projectfiche Derde Scheldeverruiming
V L A A M S P A R LEMENT
42
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Derde Scheldeverruiming neen Kirsten Beirinckx als Vlaamse projectleider, Gert-Jan Liek als Nederlandse projectleider Afdeling Maritieme Toegang van het departement MOW
Naam project
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Projectverantwoordelijke
Rapporterende entiteit
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
31 december 2007 30 juni 2008 31 december 2008 31 december 2009
Projectsituatie
projectleider Verruiming Vaargeul Yves Rubens Steven Van Aken afdelingshoofd Stafdienst stafmedewerker Stafdienst Kirsten Beirinckx
Functie
Naam
projectleider Verruiming Vaargeul ir. Freddy Aerts afdelingshoofd Maritieme Toegang
Functie Naam Functie
Functie
Naam
Kirsten Beirinckx
Naam
1 april 2008 5 september 2008 2 maart 2009 11 maart 2010
Datum gevalideerd rapport
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
DOCUMENTGESCHIEDENIS
2010
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt een ander sjabloon gebruikt voor de rapportering.
Derde Scheldeverruiming
Datum
Datum
Datum
Datum
Jaarrapport Halfjaarrapport Jaarrapport Jaarrapport
Soort rapport
8
7
3
17
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -1/20
maart
maart
maart
januari
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 43
1.1 Probleemomschrijving
Projectdoelstellingen
Referentie strategische doelstellingen verdrag Vlaanderen - Nederland van maart 2005, in Nederland in december 2007 goedgekeurd door de 2de kamer en op 8 juli 2008 door de 1ste kamer
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Motivatie Ondanks een iets groter risico is gekozen voor het meest milieuvriendelijke alternatief, waarin ook aan natuurherstel kan worden gedaan. Beide projectalternatieven die werden onderzocht in het MER bevatten een zeker risico, waarbij het risico van het plaatrandalternatief iets groter is. Binnen dit alternatief, dat het meest milieuvriendelijke alternatief is, kan er echter gemakkelijker aan extra natuurherstel worden gedaan.
Gekozen alternatief
Storten op de plaatranden: zoweel mogelijk storten op de plaatranden, zowel voor de aanlegbaggerspecie (100%) als voor de onderhoudsbaggerspecie (20%). De rest van de baggerspecie van het onderhoud zal voor een deel (38%) in de nevengeul worden gestort en voor een deel (42%) in de hoofdgeul.
Flexibel storten is een noodzakelijke voorwaarde om het resultaat te behalen.
Randvoorwaarden
1. Algemeen-2/20
Er wordt verondersteld, zoals aangetoond bij de proef van Walsoorden, dat de plaatrandstortingen bij de Rug van Baarland en op de Hoge Platen op een gelijkaardige manier kunnen worden uitgevoerd en aanleiding zullen geven tot de creatie van extra
Hypothesen
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen en de aan dit alternatief verbonden randvoorwaarden en eventuele hypothesen waarmee rekening moet gehouden worden tijdens de realisatie van het project.
1.3 Projectvoorstel
SD1: toegankelijkheid verbeteren van de Scheldehavens, verruiming van de Schelde om getijonafhankelijke vaart tot een diepgang van 13,10m mogelijk te maken tegen en van de haven van Antwerpen in het bijzonder. Op de eind 2009 langere termijn de marktpositie van de haven van Antwerpen behouden in de Hamburg-Le Havre range
Strategische doelstellingen
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze "SMART" (d.i.specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen
1.2 Doelstellingen
Het project situeert zich gedeeltelijk op Nederlands en gedeeltelijk op Vlaams grondgebied en geeft invulling aan het aspect 'toegankelijkheid' van het streefbeeld 2030 beschreven in de Langetermijnvisie Schelde-estuarium. Het project 'verruiming vaargeul Westerschelde en Beneden-Zeeschelde' is een grensoverschrijdend project. Er dienen 11 drempels in de vaargeul te worden verdiept (9 in Nederland en 2 in Vlaanderen), in Nederland dienen nog 3 lokaties langs de plaatrand gebaggerd te worden en in Vlaanderen dient de vaargeul verbreed te worden vanaf de Europaterminal tot 500m voorbij het Deurganckdok. Het project bevat tevens nog de aanleg van een ellipsvormige zwaaikom (800m op 500m) opwaarts van de Europaterminal. Tenslotte zijn er nog een aantal afgeleide activiteiten zoals het eventueel ruimen van wrakken, het aanleggen van geulwandverdedigingen en de bescherming van kabels en leidingen door middel van een aangepaste uitvoeringstechniek.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
44 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1.4 Concreet gerelateerde projecten
V L A A M S P A R LEMENT Beslissingnemer
Vlaamse Regering Ministerie voor Verkeer en Waterstaat
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
17 december 2004 9 juli 2008
Datum beslissing
Referentie goedkeuring Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium Tracébesluit (Nederland)
Geef in de onderstaande kader de datum en de andere gegevens (beslissingnemer en referentie) met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren.
1.6 Informatie met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren
1. Algemeen-3/20
Voor de vergunningen van het project op Vlaams grondgebied: verdeling van de aanlegbaggerspecie (6,4 miljoen m³) als volgt: 2 tot 3 miljoen m³ in Schaar Ouden Doel, 0,4 tot 2,4 miljoen m³ in 4de diepe putten in de Beneden-Zeeschelde en 2 tot 4,5 miljoen m³ aan land. De onderhoudsbaggerspecie wordt volledig teruggestort in de Beneden-Zeeschelde. De verbredingswerken konden pas starten op het moment dat de werken aan het compensatiegebied Fort-Filip - Noordkasteel begonnen. Voor de vergunningen van het project in Nederland wordt de volgende verdeling gevolgd: Storten op de plaatranden: zoweel mogelijk storten op de plaatranden, zowel voor de aanlegbaggerspecie (100%) als voor de onderhoudsbaggerspecie (20%). De rest van de baggerspecie van het onderhoud zal voor een deel (38%) in de nevengeul worden gestort en voor een deel (42%) in de hoofdgeul. Tijdens de uitvoering dient de methode van flexibel storten toegepast te worden, waarbij op basis van frequente monitoring de stortstrategie wordt bijgestuurd indien nodig. Hierbij wordt het "beslisproces flexibel storten" gevolgd.
Indien er bepaalde voorwaarden verbonden zijn aan de verkregen vergunningen (bijvoorbeeld de stedenbouwkundige vergunning), vermeld deze dan in het onderstaande vak.
1.5 Voorwaarden verbonden aan de verkregen vergunningen
Globaal Geactualiseerd Sigmaplan (met name de deelprojecten 'Hedwige- Prosperpolder' en 'dijkwerken tussen Fort Filip en Noordkasteel'), zoveel mogelijk gelijklopend uit in uitvoering te voeren (cf. verdrag van 21 december 2005, afgesloten tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium)
in voorbereiding
300ha middengebied Westerschelde (natuurproject op de Schelde), zoveel mogelijk gelijklopend uit te voeren (cf. verdrag van 21 december 2005, afgesloten tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium)
Status in voorbereiding
Zwin (natuurproject op de Schelde), zoveel mogelijk gelijklopend uit te voeren (cf. verdrag van 21 december 2005, afgesloten tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium)
Naam en concrete relatie
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 45
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Financieel
Ruimtelijk
Technisch
Organisatorisch
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
Omschrijving van het risico
Kans op voorkomen Impact
Grootte risico Beheersmaatregel (BHM)
Kans op voorkomen (rekening houdende met BHM) Impact (rekening houdende met BHM) Grootte residuair risico
2. Risicoanalyse-4/20
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact en de grootte van het risico. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact en de grootte van het residuair risico (rekening houdende met de implementatie van de beheersmaatregel). Vermeld in de kolom 'status BHM' of de beheersmaatregel al dan niet reeds uitgevoerd werd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
46 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
aanvaardbaar
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
2. Risicoanalyse-5/20
Het beheer wordt gezamenlijk waargenomen tussen de afdeling Maritieme Toegang van MOW in Vlaanderen en het beheer van de Westerschelde binnen Rijkswaterstaat in Nederland. De uitvoering wordt gecontroleerd door de afdeling Maritieme Toegang, cel Maritieme Werken van MOW en gerealiseerd door de Tijdelijke Handelsvereniging Zeeschelde.
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
Opmerkingen Eind 2009 werden de verdiepingswerken op Vlaams grondgebied beëindigd. Op 12 februari 2010 gingen de werken van start in de Westerschelde. Eind 2010 werd de verdieping op Nederlands grondgebied afgerond. Aangezien het project volledig uitgevoerd is, zijn er geen risico's meer.
Algemeen Residuair risico
Bestuurlijk
Maatschappelijk / communicatief
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 47
V L A A M S P A R LEMENT
0
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
0
11) Vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
0
105.632.719
10) Beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
9) (Laatste raming) exploitatie- en onderhoudskosten tot 30 jaar na afwerking project
8) (Laatste raming) oorspronkelijk budget
(Laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
Totaal reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
0
7) Verwijlinteresten
0
5) Meer- en minwerken
2.733.786
0
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
6) Prijsherzieningen
0 0
102.898.933
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
1) Oorspronkelijk budget
Reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
3. Financieel-6/20
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn onder de andere lijnen van de tabel. Geef in deze tabel de nog te voorziene (laatst geraamde) kosten, uitgesplitst naar 'oorspronkelijk budget', 'exploitatie- en onderhoudskosten' (en dit tot 30 jaar na de afwerking van het project), 'beschikbaarheidsvergoedingen' en 'vraagvergoedingen'. Geef de totale kosten van het project zoals vermeld in de vorige rapportering, de initiële raming van de kosten (m.n. de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project), het jaar waarin de initiële raming werd gemaakt en de reden waarom de huidige (geraamde) kosten van het project verschillen van deze opgenomen in de vorige rapportering. De rest van de tabel wordt automatisch ingevuld op basis van o.a. de ingevulde gegevens in de detailleringstabellen (zie verder). Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
SAMENVATTEND OVERZICHT
Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanicering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
Opmerkingen
3. FINANCIEEL
48 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4.191.719
2005
101.441.000
niet van toepassing
V L A A M S P A R LEMENT milieustudies technische studies
2005-2009 2005-2009
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Verantwoording
Begrotingsjaar
MBO1MG0115421 MBO1MG0115421
BA
3.071.817,00 1.170.151,00
Bedrag vastlegging, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
vastgelegd vastgelegd
Status
3. Financieel-7/20
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn in de andere deeltabellen onder punt 3.1. Geef voor iedere vastlegging de verantwoording, het begrotingsjaar, de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Detail reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen 1) Oorspronkelijk budget
Bovenstaande tabel geeft enkel de kosten voor Vlaanderen weer. De controle en sturing van het project in voorbereidingsfase, en het betalen van de studiekosten, gebeurde door de organisatie Proses2010, en vanaf 2008 door het Uitvoerend Secretariaat van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie in opvolging van Proses2010. Deze organisatie, en dus de kosten voor de voorbereiding van het project, werden voor 75% gefinancierd door Vlaanderen (m.n. 4,4 miljoen euro) en voor 25% door Nederland. De kosten voor de realisatie van het volledige project werden voor 100% gefinancierd door Vlaanderen (dus ook voor het project op Nederlands grondgebied). Voor aanvullende werkzaamheden (wrakkenberging en geulwandverdedigingen) draagt Nederland voor een bedrag van maximaal 30 miljoen euro bij in de kosten. In het kader van de verruiming wordt de eerste 2 à 3 jaar na de uitvoering een versterkt onderhoud voorzien, waarna de onderhoudsinspanning waarschijnlijk afneemt tot een hoeveelheid die 15 à 30% hoger ligt dan vandaag. Heden bedragen de onderhoudskosten 86 miljoen euro per jaar. Dit bedrag zal bijgevolg mogelijk stijgen met het genoemde percentage.
Opmerkingen
Verschil met initiële raming
Jaar van de initiële raming van de kosten
Totaal kosten project, initiële raming
Reden verschil met vorige raming
0
105.632.719
Totaal kosten project, zoals opgenomen in de vorige rapportering
Verschil met vorige raming
105.632.719
0
TOTAAL (LAATSTE RAMING) KOSTEN PROJECT, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Totaal (laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 49
advieskosten
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
overige kosten realisatie eerste fase van verruiming realisatie tweede fase van verruiming realisatie compensatie Fort-Filip/Noordkasteel MB0 MG015 7320 MB0 MG015 7320 MB0 MG015 7320
MBO1MG0115421 MBO1MG0115421
102.898.931
184.130,00 30.000,00 48.200.000,00 47.507.213,90 2.735.619,10
BA
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
V L A A M S P A R LEMENT BA
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder beschikbaarheidsvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de exploitatie- en onderhoudskosten. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder exploitatie- en onderhoudskosten, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
2005-2009 2009 2007 2008 2009
niet van toepassing
Status
Status
vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
3. Financieel-8/20
50 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
BA
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
V L A A M S P A R LEMENT
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Verantwoording
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Begrotingsjaar BA
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Status
Status
niet van toepassing
Hier worden de meerwerken en de minwerken sinds de start der werken opgenomen. Geef per kost het begrotingsjaar, de verantwoording van het meer- of minwerk, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Voor minwerken duidt men 'niet van toepassing' aan in deze kolom. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
5) Meer- en minwerken
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vatlegging) van de vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder vraagvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3. Financieel-9/20
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 51
6) Prijsherzieningen
V L A A M S P A R LEMENT
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Verantwoording BA
vastgelegd
Status
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
2.733.786
2.733.786,10
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Jaar van de financieringsovereenkomst
3. Financieel-10/20
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.2 Voor projecten met alternatieve financiering
Begrotingsjaar
Geef de betaalde verwijlinteresten, het begrotingsjaar, de verantwoording voor de verwijlintresten en de basisallocatie. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
7) Verwijlinteresten
MG7305B
toepassing herzieningscoëfficiënt aanbestedingsprijzen
2008
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
BA
Verantwoording
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef per prijsherziening het begrotingsjaar, de verantwoording van de prijsherzieningen, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
52 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Kosten voor de SPV
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Omschrijving van de vergoeding
Te betalen door
3. Financieel-11/20
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
Te betalen door derden
0
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) 0
0
Andere 0
0
Verschil met initiële raming ( €)
Financieringskost SPV
Totaal initiële raming, incl. BTW (indien verschuldigd (€)
Jaar van de initiële raming
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Bouwkost SPV
Aard van de kosten
Geef de bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten vermeld worden. Geef deze bedragen tevens zoals ze op het moment van de initiële raming werden ingeschat. Geef ook het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. Het 'totaal' en het 'verschil met initiële raming' worden automatisch berekend op basis van de andere gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = Speciaal Project Vennootschap
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 53
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Niet van toepassing. Project is uitgevoerd.
Geef de eventuele impact van de kostenoverschrijdingen op de prioriteitstelling binnen de begroting en de invloed ervan op de begroting van andere beleidsdomeinen en op derden.
3.4 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
Niet van toepassing. Project is uitgevoerd.
Geef hier de beheersmaatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken (dit hangt samen met de risico's met betrekking tot kostenoverschrijdingen).
3.3 Maatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng
Totaal Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng kapitaalinbreng in 2010 in 2011 in 2012 in 2013 vóór 2010
0
3. Financieel-12/20
0
Jaar van de Totale initiële raming kapitaalinbreng, Totaal incl. BTW Totaal initiële kapitaalinbreng (indien raming, incl. Verschil vanaf 2014 verschuldigd) BTW (indien met initiële ( €) verschuldigd raming ( €) (€)
Geef de kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef ook het bedrag van de initiële raming, het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totale kapitaalinbreng' en 'verschil met initële raming' worden automatisch berekend op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zjin geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
54 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
december 2007
december 2007 december 2009
Aanvangsdatum werken
Einddatum realisatiefase
V L A A M S P A R LEMENT Aantal dagen
Soort dagen
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
4. Planning-13/20
Opmerkingen Eind 2009 werd de verdieping van de Schelde op Vlaams grondgebied afgerond, in afwachting van een spoedige start van de verdieping op Nederlands grondgebied. De verbreding werd eveneens in 2009 uitgevoerd, nadat de werken voor de natuurcompensatie gestart waren.
Overige (verlet, weersverlet, verlof of vertraging door de aannemer)
Schorsing
Goedgekeurde termijnsverlenging
Geef in de kolom 'soort dagen' aan of het om werk- of kalenderdagen gaat.
niet van toepassing
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Reden laatste herziening planning
doorlopend
Laatste herziening planning
Aanvangsdatum exploitatiefase
december 2009
Vorige planning
Initiële planning
Geef in deze tabel de aanvangsdatum van de werken, de einddatum van de realisatie en de aanvangsdatum van de exploitatiefase. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien.
4.1 Algemene planning en mijlpalen voor deelproject in Vlaanderen
De voorbereiding van dit grensoverschrijdend project is gezamenlijk gebeurd met Nederlandse en Vlaamse collega's, onder begeleiding van Proses 2010, met een gedeeld projectleiderschap. Door het feit dat de vergunningsprocedures in beide landen verschillen, is de voorbereidingsfase op dat moment gesplitst. In Vlaanderen werden de vergunningen gingen de werken eind 2007 van start, en was eind 2009 de verdieping gerealiseerd, terwijl in Nederland de werken pas in februari 2010 konden starten. Eind 2010 werden ook in de Westerschelde de verdiepingswerken afgerond. De uitvoeringsfase van het project wordt door Vlaanderen gedaan, en dit zowel op Vlaams als op Nederlands grondgebied.
Opmerkingen
4. PLANNING
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 55
4.2 Algemene planning en mijlpalen voor deelproject in Nederland
december 2007
Aanvangsdatum
V L A A M S P A R LEMENT
2005 2008
2010
december 2010
februari
december 2005 juli 2006
november 2007 januari 2010
januari maart
Vorige planning
Laatste herziening planning
niet van toepassing
doorlopend
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Niet van toepassing. Ten opzichte van de vorige rapportering is geen vertraging opgetreden.
Naam infrastructuurproject
Reden laatste herziening planning
Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
4.3 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
december 2009
december 2005 juli 2006
Aanvangsdatum Einddatum 4. Realisatiefase
Einddatum 5. Exploitatiefase
september 2007 december 2007
januari 2005 augustus 2007
Initiële planning
Aanvangsdatum Einddatum 3. Contracteringsfase (aanbesteding)
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum 2. Vergunningsfase
Fasen
4. Planning-14/20
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
56 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4.4 Afgesproken tussentijdse evaluaties
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
Projectsituatie
Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
4. Planning-15/20
Indien er tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
57
Hilde Crevits
Vraag gericht aan
Vraagsteller Dirk de Kort
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
744
Vraagnummer 13
januari
2010
Datum vraag Westerscheldeverdieping - Uitvoering
Onderwerp vraag
5. Vragen Vlaams Parlement-16/20
antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp en de status van het antwoord.
5. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
58 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
De eerste kostenraming die gemaakt werd in de uitvoeringsfase is lange tijd ongewijzigd gebleven. Het betreft de raming van de strategische MER (grensoverschrijdende Plan MER) bij de ontwikkelingsschets. Op het ogenblik dat de alternatieven gekozen werden, kwam er een verfijning van deze eerste raming. In de studiefase was er een overschrijding van de raming van 25 à 30 %. Dit was te wijten aan de extra onderzoeken die uitgevoerd werden m.b.t. het storten van baggerspecie op de plaatranden en in de geulen en de natuurcompensatie in Vlaanderen (tussen Fort Filip en Noordkasteel). Het Uitvoerend Secretariaat actualiseerde de kostenraming van de voorbereidende fase. Tijdens de voorbereidingsfase werden de risico’s continu opgevolgd en geactualiseerd door het Coördinatieoverleg, bestaande uit de projectleiders van Vlaamse en Nederlandse zijde en hun projectmedewerkers. Er werden risicoanalyses uitgevoerd door de projectleiders en projectme-dewerkers en hierover werd (om de 6 maanden) gerapporteerd aan de VNSC. Voor deze rapportering wordt gebruik gemaakt van een score voor impact / budget / tijd die toelaat prioriteiten vast te stellen. Tijdens de uitvoeringsfase worden de risico’s in kaart gebracht en geactualiseerd door de betrokken medewerkers van de afdeling Maritieme Toegang (aMT) en in het wekelijks overleg met de aannemer van de baggerwerken. Specifiek voor de Westerschelde zal de uitvoeringsfase ook opgevolgd worden door het Vlaams-Nederlandse technische baggeroverleg en het Overleg flexibel storten waarin aMT, de beheerder en morfologische en ecologische deskundigen zetelen. De voortgang van het project, en de actuele risico’s, wordt per 6 maanden aan de VNSC gerapporteerd. Voor alle geïdentificeerde projectrisico’s worden de gepaste beheersmaatregelen uitgevaardigd en toegepast (tenzij het risico vervallen is). Beheersmaatregelen worden continu bijgestuurd i.f.v. hun evaluatie (worden ze nog effectief toegepast of zijn ze uitdovend ingevolge irrelevantie van het probleem of risico). Het Coördinatieoverleg deed om de 6 maanden een systematische opvolging / monitoring van de effectiviteit van de beheersmaatregelen tijdens de voorbereidingsfase. Dit betrof de formele risicoanalyse. Tijdens de uitvoeringsfase worden de beheersmaatregelen continu opge-volgd en bijgestuurd tijdens het wekelijkse overleg met de aannemer van de baggerwerken, het maandelijkse Vlaams-Nederlandse baggeroverleg en het tweemaandelijkse Overleg flexibel storten. Verschillende werkgroepen, opgedeeld per thema, controleerden de ver-schillende gegevens van de projectleider tijdens de voorbereidingsfase. Een Vlaams - Nederlands expertenteam controleerde o.m. de tussentijdse rapporten over de milieueffecten waarmee de projectleider rekening moest houden. Het Uitvoerend Secretariaat controleerde ook de gege-vens in het bijzonder om na te gaan of het budget in de voorbereidingsfase nog realistisch was. Tijdens de uitvoeringsfase worden op een eerste niveau intern bij aMT de gegevens gecontroleerd door de verschillende betrokken medewerkers. Daarnaast voert de beheerder (Rijkswaterstaat voor de Westerschelde) een controle uit. De boekhouding van aMT controleert de financiële as-pecten. De voorbereidingsfase was duurder dan voorzien. De compensatie en het plaatrandonderzoek waren onvoorziene omstandigheden die een invloed hadden op de kosten van de studiefase. De complexiteit van het project en de bijkomende vragen in de MER-procedure zorgden voor deze extra studies. Dit was moeilijk te vermijden. Voor de uitvoeringsfase is de raming niet gewijzigd.
6.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses
6. INTERNE CONTROLE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
59
In de voorbereidingsfase was er een 75 % – 25 % verdeling tussen Vlaanderen en Nederland. De financiering loopt via het Uitvoerend secretariaat van de VNSC. Voor de financiering wordt gewerkt met een voorschottenregeling. De Nederlandse reglementering inzake overheidsopdrachten wordt gevolgd, specifiek die van Rijkswaterstaat. De financiële rapportage gebeurt driemaandelijks (inclusief de begrotingsverwachting voor de komende twee jaar) en wordt voorgelegd aan de VNSC. Vlaanderen betaalt per kwartaal een voorschot aan Nederland. In de jaarrapportage wordt een evaluatie gemaakt van de voorschotten en wordt bepaald of er een meer- of terugbetaling doorgevoerd wordt. In Vlaanderen is een begrotingsruiter op de post “betalingen aan Nederland” op de begroting voorzien, waardoor het budget flexibel kan aangepast worden. Voor de komende begrotingen zal vanuit de administratie voorgesteld worden deze begrotingsruiter terug recurrent op te nemen. Alle financiële gege-vens en transacties worden gecontroleerd door het Coördinatieoverleg en de VNSC. De uitvoeringsfase wordt 100% door Vlaanderen betaald, en is voorzien op de begroting van AMT. Er werd een bestek opgemaakt om de baggerwerken op de Westerschelde en Beneden-Zeeschelde uit te voeren (verruiming + onderhoud). De leidend ambtenaar van de cel Maritieme Werken is verantwoordelijk voor de aansturing van de aannemer. De organisatie, administratie en afhandeling van de financiële transacties gebeurt door de leidend ambtenaar en de boekhouding van AMT. De klassieke controles worden gebruikt: interne controle door de cel Boekhouding van de afdeling Maritieme Toegang. De tweede controle wordt uitgevoerd door de afdeling Begroting en Boekhouding te Brussel. De controlemaatregelen voor dit project zijn niet verschillend met die van gewone projecten. Inzake financiële afhandeling zijn er wel meer rapporteringen en controles (o.a. Rijkscomptabiliteit). In de voorbereidingsfase werden een aantal deelovereenkomsten veranderd. Hiervoor werden “wijzigingsovereenkomsten” opgesteld (= de Nederlandse versie van de bijakten). Het Uitvoerend Secretariaat was voor die administratieve afhandeling en de opvolging van termijnen en deadlines verantwoordelijk. De uitvoering van het project is niet gewijzigd of uitgebreid. De overeenstemming van beleidsrapportering en financiële informatie gebeurt via de VNSC-secretarissen en de VNSC zelf. De secretarissen zijn de eersten die op de hoogte zijn van informatie en zorgen zo voor een filter. Zij hebben ook een vaste afspraak met het Uitvoerend Secretariaat over de voortgang, de financiële aspecten, de dagelijkse gang, de voorbereidingen,… en hebben een overzicht van alle gerelateerde aspecten. Het multidisciplinair karakter is gewaarborgd omdat de secretarissen een overzicht krijgen van alle aspecten. De Vlaamse secretaris zorgt voor de opname van het project in de beleidsbrief van de minister. In de voorbereidingsfase worden de budgetten met de werkelijke cijfers vergeleken via de jaarlijkse begrotingscontrole bij het Uitvoerend Secretariaat. Wijzigingen in het budget worden aan de VNSC voorgelegd. In de uitvoeringsfase worden de budgetten vastgelegd en opgevolgd door de cel Maritieme Werken en de boekhouding van aMT. De wijze van uitvoering (en dus de financiële consequenties hiervan) wordt in overleg bepaald en bewaakt door de leidend ambtenaar. De opvolging gebeurt door de wekelijkse meetstaten. Aan het projectplan werd weinig gewijzigd. Alles gebeurde zoals vooropgesteld. Slechts kleinere problemen deden zich voor: problemen met de timing, financiële conflicten op een aantal punten in de voorbereidingsfase, de overeenstemming Vlaanderen – Nederland liep soms spaak (o.a. over tijdsdruk: Vlaanderen wou sneller). Problemen werden steeds gemeld aan de VNSC-secretarissen of op de VNSC zelf. De voorzitters van de VNSC zijn ook steeds bereikbaar. Problemen kunnen ook onmiddellijk aangepakt worden via een mini-VNSC. Bvb: overschrijding van budget, strategische beslissingen rond compensaties, zwaaizone in Vlaams gedeelte (een zone tussen Deurganckdok en Europaterminal waar grote zeeschepen kunnen zwaaien om de nautische veiligheid te verhogen).
6.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing
60 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
Er wordt gegarandeerd, geëvalueerd en bewaakt dat de informatie in het rapport t.a.v. het Vlaams Parlement zo actueel mogelijk is: er wordt gerapporteerd tot een bepaalde datum, zo actueel mogelijk voor alle grote infrastructuurprojecten. Naast het feit dat verschillende medewerkers het rapport samen opstellen om relevante en volledige informatie aan te leveren is er ook nog een interne controle vanuit de Stafdienst van het Departement om de juistheid van de informatie na te gaan. De afdeling Algemeen Beleid geeft aan de projectleiders van de verschillende projecten door op welke datum de informatie dient aangeleverd te worden. Het secretariaat van aMT volgt op dat de projectleiders van deze entiteit de gevraagde informatie tijdig aanleveren.
Over de voortgang van het project, de actuele risico’s en beheersmaatregelen, wordt 6-maandelijks gerapporteerd aan de VNSC. In de voorbereidingsfase was er via ProSes2010 een maandelijkse voortgangsrapportage dat een globaal overzicht bood van de activiteiten per maand. Zowel in de voorbereidingsfase als in de uitvoeringsfase is er een terugkoppeling naar de VNSC op jaarlijkse en halfjaarlijkse basis bij belangrijke vooruitgang. Over de uitvoering is er een verplichte terugkoppeling via het maandelijks baggeroverleg en tweemaandelijkse overleg flexibel storten.
Interne en externe communicatiekanalen garanderen dat de juiste informatie aan de juiste persoon op het juiste tijdstip wordt verschaft: In de voorbereidingsfase: Intern wordt er met verschillende actoren informeel afgetoetst over inhoudelijke en tactische punten. Het Coördinatieoverleg was een belangrijke actor en kwam maandelijks samen. Tevens was er een maandelijks voortgangsoverleg met het consortium waaraan de projectleiders en deel-projectleiders (van de deelovereenkomsten) deelnemen en waar afspraken worden gemaakt over inhoudelijke aspecten, actiepunten, In de thematische expertenwerkgroepen werd dieper ingegaan op de inhoud en worden bvb. conceptversies uitgewisseld. Het OAP (=overleg adviserende partijen) is een afgeleide van wat er bestond voor de Ontwikkelingsschets. De stakeholders (bvb natuurverenigingen) geven advies over elke stap. Op deze manier werd het maatschappelijk draagvlak bepaald. Voorts is er een communicatieverantwoordelijke en een website die wordt gebruikt als communicatiekanaal. Projectleiders, medewerkers, OAP-leden, consultants, … hebben een bepaalde level van toegang voor de documenten op de site. In de uitvoeringsfase: Intern wordt er met verschillende actoren informeel afgetoetst over inhoudelijke en tactische punten. Er vindt wekelijks overleg plaats met de aan-nemer van de werken. Maandelijks vindt een technisch baggeroverleg plaats tussen Vlaanderen en Nederland over de planning van de baggerwerkzaamheden. Eveneens tweemaandelijks komt het Overleg flexibel storten bijeen en worden de monitoringsresultaten van de stortwerkzaamheden besproken. De secretarissen van de VNSC worden op continue basis op de hoogte gehouden van de stand van zaken van het project.
6.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie
De functies beschikken, bewaren, controleren, registreren en uitvoeren worden aan verschillende medewerkers toe-gewezen. Op de betaling van de studies worden de klassieke controles uitgevoerd. Het procedurehandboek en de standaardprocedures worden gehanteerd. De controle op facturen voor de studies gebeurt door projectleiders + celhoofd + cel Boekhouding. De tweede controle wordt uitgevoerd door de centrale afdeling Begroting en Boekhouding. Voor de studies werd gewerkt met globale prij-zen per fase. In de uitvoeringsfase zorgen de leidend ambtenaar en de boekhouder voor de controle + is er een controle van de uitvoering van de werken door de cel Maritieme Werken. De notulen van het Coördinatieoverleg, het Voortgangs-overleg met het consortium en de vergaderingen van de werkgroepen zijn overzichtelijk en gestructureerd. Er is geen charter of een lijst van verantwoordelijkheden. Er is wel een wie-doet-wat-lijst in de vorm van een lijst van medewerkers gerangschikt per werkgroep en specialiteit. De bevoegdheden zaten bij de voorzitters van de werkgroepen. Dit blijkt uit de actiepunten en verslagen. De notulen van de meetings zijn beschikbaar bij aMT.
Coördinatoren / projectmanagers volgen alles procesmatig op. In de projectorganisatie worden verschillende inhoudelijke disciplines opgenomen: morfologen, ecologen, ingeni-eurs, juristen, economisten (MKBA) en een communicatiespecialist. Er werden aanpassingen in de projectorganisatie doorgevoerd, dit op ad hoc basis: - bij vervanging van een specialist - of wanneer een specifieke expertise nodig was - om meer feedback te verkrijgen of de rapporten te verbeteren - na de project MER werd de groep verkleind. Bij het aanvangen van het project werd de structuur van de projectorganisatie door de VNSC vastgelegd.
6.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 61
V L A A M S P A R LEMENT
20110307_Rapportage2010_DerdeScheldeverruiming_incl IC_2
7. Conclusies-20/20
7.3 Planning In februari 2010 gingen de werken op Nederlands grondgebied van start. Eind december 2010 werden de werken beëindigd. Het project is volledig uitgevoerd. Doordat de werken op Nederlands grondgebied in één jaar tijd werden gerealiseerd, kon de opgelopen vertraging van de werken als gevolg van de beroepsprocedure tot één jaar beperkt worden.
7.2 Financieel Ten opzichte van de vorige rapportering is de financiële situatie niet gewijzigd.
7.1 Risicoanalyse Aangezien het project volledig uitgevoerd is, zijn er geen risico's meer.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
7. CONCLUSIES
62 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
63
BIJLAGE C2: Projectfiche Zwin-project
V L A A M S P A R LEMENT
64
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Maatregelen voor duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin neen ir. Miguel Berteloot Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
Naam project
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Projectverantwoordelijke
Rapporterende entiteit
V L A A M S P A R LEMENT 4
Zwin_Januari_2011
maart 2008
Datum gevalideerd rapport
mei
maart 2010
2009
2 september 2008
31 december 2009
2008 12
juni
21
31 december 2008
30
31 december 2007
Projectsituatie
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
DOCUMENTGESCHIEDENIS
2010
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt dit sjabloon gebruikt voor de rapportering.
Maatregelen voor duurzaam behoud en uitbreiding van het Zwin
Jaarrapport
Jaarrapport
Halfjaarrapport
Jaarrapport
Soort rapport
0. Document Identificatie -1/18
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 65
Zwin_Januari_2011
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
Jurgen Struyve Kwaliteitsmanager ir. Kathleen Bernaert Afdelingshoofd kapt. Jacques D'Havé Administrateur-generaal
Naam Naam Functie Naam Functie
ingenieur
Functie
ir. Miguel Berteloot
Naam Functie
Datum
Datum
Datum
Datum
15
15
15
15
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -2/18
maart
maart
maart
maart
66 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
1.1 Probleemomschrijving
V L A A M S P A R LEMENT Resource Analysis
Expert
december 2008
Datum document
Zwin_Januari_2011
project-MER ontheffingsdossier plan-MER
MER
22 1
Resource Analysis Resource Analysis
Expert
april
januari
2010
2009
Datum document
Indien er een milieueffectenrapport (MER -plan-MER of project-MER) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
Kosteneffectiviteitsan alyse
MKBA
Indien er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
goedgekeurd
goedgekeurd
Status
goedgekeurd
1. Algemeen- 3/18
Verdrag van 21 december 2005 tussen Vlaanderen en Nederland
Referentie strategische doelstellingen Beleidsnota M.O.W. 2009 - 2014
Status
Art, 3 2de lid van het Verdrag
De evenwichtige en duurzame ontwikkeling van het Schelde estuarium en ter optimalisering van de Veiligheid, Toegankelijkheid en Natuurlijkheid
1.3 Alternatieven
Het Zwinproject is niet alleen belangrijk voor de beveiliging tegen overstroming van de omliggende gebieden, het is ook één van de natuurprojecten van de Ontwikkelingsschets 2010 voor het Schelde-estuarium. Er wordt een tweeledige doelstelling nagestreefd: een technische doelstelling die gericht is op het duurzaam behoud van het intertijdengebied (oplossing voor de verzanding) en anderzijds een beleidsmatige doelstelling die gericht is op de creatie van voldoende (estuariene) natuur in het Schelde-estuarium.
Projectdoelstellingen
Duurzaam kustbeheer
Strategische doelstellingen
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze " SMART" (d.i. specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen.
1.2 Doelstellingen
De verzanding van het Zwin bedreigt de unieke natuurwaarden (slikke- en schorregebied, aangeduid als Vogel- en Habitatrichtlijngebied, Ramsar wetland, …). Ingrijpen is noodzakelijk om de voortschrijdende verzanding op een duurzame wijze aan te pakken. Binnen het Schelde-estuarium is nood aan voldoende estuariene natuur, teneinde de drie pijlers van het Schelde-estuarium, Toegankelijkheid, Veiligheid en Natuurlijkheid, op een evenwichte manier uit te bouwen (doelstellingen Ontwikkelingsschets2010 voor het Schelde-estuarium). In dit project een technische oplossing uitgewerkt, die de verzanding in de eerste plaats moet tegengaan. Een tweede element in dit project is de uitbreiding van estuariene natuur met minstens 120 ha. De verschillende uitvoeringsalternatieven werden via een milieueffectenrapport afgewogen, en een meest milieuvriendelijk alternatief werd voorgesteld. De Vlaamse regering en de Nederlandse provincie Zeeland hebben een voorkeursalternatief vastgesteld.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting van de gevolgen bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 67
voldoet aan de doelstellingen
180 ha est. natuur
2012 - 2014
Geschatte uitvoeringsperiode 30.000.000
Geschat globale budjet, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) zie risico-analyse
Quick - scan van de belangrijkste risico's
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
Uitbreiding met 120 ha estuariene natuur, zonder geulverlegging, zonder spuiwerking, volledig getij.
Gekozen alternatief
In Beslissing van de Vlaamse Regering d.d. 13,03,2009
Motivatie
Specifieke gevolgen voor het proces
(ontheffing van) plan-MER, GRUP, Stedenbouwkundige vergunning
Randvoorwaarden
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen, de randvoorwaarden en eventuele hypothesen verbonden aan dit alternatief.
1.4 Projectvoorstel
120 ha est. natuur in voldoet niet aan de doelstellingen Kleine Vlakte en deel van WillemLeopoldpolder voldoet niet aan de doelstellingen, als nulalternatief referentie voor milieueffectenbeoordeling
180 ha est. natuur via voldoet aan de doelstellingen gecontroleerd getij
120 ha est. natuur via voldoet aan de doelstellingen gecontroleerd getij
voldoet aan de doelstellingen
Samenhang met doelstellingen
120 ha est. natuur
Alternatieven
1. Algemeen- 4/18
Hypothesen
door Vlaamse Regering gekozen alternatief, d.d. 13.03.2009
Status en eventuele verantwoording
Indien er een MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, vermeld dan hier de in het MER opgenomen alternatieven. Indien er geen MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, geef dan een beknopte omschrijving van de onderzochte alternatieven. Geef bij ieder alternatief de samenhang met de doelstellingen van het project, de geschatte uitvoeringsperiode, het globale budget (incl. BTW, indien deze verschuldigd is) en de specifieke gevolgen van de keuze van het alternatief voor het proces. Vermeld door een eerste inschatting (quick-scan) de belangrijkste risico's verbonden aan het alternatief. Indien men een bepaald alternatief niet verder in overweging neemt, wordt dit vermeld men dit in de laatste kolom, samen met de verantwoording.
68 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1.5 Concreet gerelateerde projecten
1.6 Besluitvormingsproces
Status
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
Contracteringsfase
Vergunningsfase
Initiatiefase
Fase
2003
september
Voorbereiding aanbesteding
2009
september 2009
april
december 2008
2005 december 2005 februari 2007
januari
2008
Initiële planning
Stedenbouwkundige vergunning
GRUP
Adviezen van de Internationale Zwincommissie OS 2010 Verdrag van 21.12.2005 project-MER (ontheffing) plan MER
Beslismomenten
2010
mei
2011
september 2010
april
december 2008
Vorige planning
2011
2010
maart
2012
september 2012
maart
april
Herziene planning
Sluit aan op GRUP procedure
Uitstel vanwege afdeling Ruimtelijke Planning omwille ontbreken plan-MER (of ontheffing van de plan-MER plicht) en omwille van de mogelijke koppeling aan GRUP voor herbevestiging agrarisch gebied in Knokke-Heist
Onduidelijkheid m.b.t. de haalbaarheid voor een ontheffing van de plan-MER plicht
Reden herziening planning t.o.v. vorige planning
1. Algemeen- 5/18
Point of no return en gevolgen bij het niet respecteren
Geef per deelfase van het project de belangrijkste beslismomenten (van de stuurgroep, de minister, de Vlaamse Regering, de administratie m.b.t. vergunningen e.a.) weer en duid aan wanneer deze beslismomenten voorzien zijn in de planning. Geef hiervoor de initiële planning (m.a.w. de planning opgenomen in de eerste rapportering over het project), de vorige planning (m.a.w. de planning zoals opgenomen in de vorige rapportering) en de herziene planning sinds de vorige rapportering indien de planning werd herzien. Licht toe waarom de planning werd herzien sinds de vorige rapportering (indien van toepassing), geef de 'points of no return' aan (bv aanbesteding) en wat de gevolgen zijn op de planning of de kosten (bv vergoeding aan de aannemer indien het contract niet gerespecteerd wordt) indien deze punten niet gerespecteerd worden / terug in vraag gesteld worden.
Naam en concrete relatie
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 69
2009
Exploitatiefase
Zwin_Januari_2011
september 2009 december 2011
september 2009
Realisatiefase
Aanbesteding aanleg dijk en inrichtingswerken 2012
2014
september 2012
maart januari
2015
2013 2015
december 2012
1. Algemeen- 6/18
70 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
Organisatorisch 3
3
2
0
1
2
1
0
De complexe afstemming van 4 de procedures in Vlaanderen (GRUP, plan-MER, vergunningen, …) en in Nederland (Dijkenplan, Rijksinpassingsplan, uitvoeringsbesluiten, …) zowel intern als tussen beide landen zorgt voor vertraging.
2 De onbekendheid van en onvertrouwdheid met de nieuwe Rijkscoördinatieregeling en het rijksinpassingsplanzorgt ervoor dat er vertraging wordt opgelopen bij het doorlopen van het proces Het projectdossier blijft in het 3 projectverloop gedurende lange tijd liggen bij een bevoegd gezag wegens een te hoge werkdruk of wegens de politieke gevoeligheid van het dossier Vertragingen in het project aan 2 Nederlandse zijde kunnen de voortgang aan Vlaamse zijde blokkeren en omgekeerd
4
2
4
Afstemmingen tussen Vlaamse 2 en Nederlandse vereisten/voorschriften, zorgen voor onverwachte discussies
4
4
0
0
2
2
Impact tijd
2
1
4
Impact prijs
1
Er worden beroepsprocedures ingesteld tegen een beslissing of er wordt een heroverweging van de beslissing aangevraagd. De interne inhoudelijke discussies houden aan, waardoor er geen of laattijdige beslissingen genomen worden over het ontwerp, het voorkeursalternatief, de passende beoordeling en de compensaties (bv. discussies over Zwinweide, …) Eén van de plannen sneuvelt in een juridische procedure waardoor vertraging opgelopen wordt De juridisch vastgelegde termijnen voor het doorlopen van de Rijkscoördinatieregeling worden niet gehaald.
Juridisch / wettelijk
Kans op voorkomen
1
Omschrijving van het risico
Risicocategorie
1
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
0
2
1
1
1
1
2
Impact draagvlak Impact kwaliteit
4
5
6
8
4
6
7
6
6
Totale impact
8
15
12
32
8
12
7
12
24
Risicogrootte Beheersmaatregel (BHM)
Correcte toepassing van de procedures
middelmatig Vlaams Nederlands overleg
middelmatig Opvolging dossierbehandeling
middelmatig Afstemmen met betrokken diensten
1
2
1
0
1
0
1
middelmatig Goede afstemming tussen beide 2 landen verzekeren
0
3
0
2
0
2
0
1
2
1
2
2
3
1
4
1
1
1
Kans op Impact Impact voorkomen prijs tijd (rekening (rekening (rekening houdende houdende houdende met BHM) met BHM) met BHM)
1
middelmatig Overleg tussen Vlaanderen en Nederland
middelmatig Geen beheersmaatregel
klein
middelmatig Beslissingen via stuurgroep
middelmatig Inhoudelijk volledig te werk gaan.
Grootte risico
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en
2. RISICOANALYSE
1
0
0
2
1
1
1
1
1
Impact draagvlak (rekening houdende met BHM)
0
0
1
1
1
1
1
1
2
Impact kwaliteit (rekening houdende met BHM)
2
3
3
7
3
6
6
3
6
Impact (rekening houdende met BHM)
2
6
3
14
3
12
0
3
12
Risicogrootte
Status BHM
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
klein
klein
klein
2. Risicoanalyse-7/18
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
middelmatig in uitvoering
klein
middelmatig
klein
klein
middelmatig in uitvoering
Grootte residuair risico
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 71
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
Bestuurlijk
1
0
0
1 Er worden veel opmerkingen en bezwaren ingediend tijdens de inspraak- en beroepsmomenten
Het politiek blokkeren van de Rijkscoördinatieregeling zorgt ervoor dat beslissingen
1
Maatschappelijk draagvlak voor het uitvoeren van het project ontbreekt bij het grote publiek (oa de landbouwers), wat resulteert in lokale weerstand
Maatschappelijk / communicatief
3
5
De verwerving van de gronden 4 in Vlaanderen loopt niet vlot wegens gebrek aan ruilgronden, de hoge grondprijzen en het gebrk aan bereidwilligheid van de pachters. Hierdoor wordt vertraging opgelopen en kunnen de kosten van de gronden aanzienlijk gaan stijgen
Financieel
2
Het beschikbaar komen van Nederlandse gronden (oa camping) loopt vertraging op
0
1
De ingediende documenten worden door het bevoegd gezag afgekeurd er worden negatieve adviezen geformuleerd of de ontwerpvergadering bevat onverwachte zaken.
2
4
De verzilting kan niet 1 tegengegaan worden, wat er voor zorgt dat het project nog moeilijker verkoopbaar wordten wat ook financiële consequenties zal hebben
0
De behandelende ambtenaren 2 van het projectdossier zijn overbelast
Ruimtelijk
Technisch
0
5
De juridisch vastgelegde termijnen voor het doorlopen van de GRUP-procedure worden niet gehaald.
2
1
3
2
3
3
3
1
3
0
1
4
2
1
0
3
1
1
0
0
0
0
0
0
2
1
1
2
2
8
7
4
4
12
3
5
2
2
40
28
8
8
12
6
25
Geen beheersmaatregel 1
5
1
klein
klein
groot
4
4
geen invloed op
Uitvoeren bijkomend onderzoek 1
Communicatie en overleg
middelmatig Nauwlettende opvolging grondverwerving
middelmatig Onderhandelen met de eigenaar 2
middelmatig Afstemmen met betrokken diensten
1 middelmatig Uitgebreid onderzoek naar milderende maatregelen teneinde de verzilting toepassen maatregelcompensatieregeling uitwerken
klein
middelmatig Opvolging dossierbehandeling
0
1
3
0
1
4
0
0
1
2
2
3
2
2
1
3
0
3
2
1
0
2
1
1
0
0
0
0
0
2
1
1
1
6
7
4
3
10
3
5
1
24
28
8
3
10
3
25
in uitvoering
klein
2. Risicoanalyse-8/18
in uitvoering
middelmatig in uitvoering
middelmatig in uitvoering
middelmatig in uitvoering
klein
middelmatig in uitvoering
klein
middelmatig in uitvoering
72 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1
1
3
3
2
3
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
MDK, Provincie Zeeland (Nl), ANB
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
Opmerkingen
aanvaardbaar
5
Het aanwijzingsbesluit aan Nederlandse zijde loopt vertraging op
Algemeen Residuair risico
2
Het voorkeursalternatief voldoet niet aan de verwachtingen van de natuurverenigingen waardoor het risico op procedures naar Europa toe, toeneemt
2
1
8
8
40
16
groot
opvolgen bij bevoegd gezag (ministerie E, L & I)
middelmatig geen invloed op
4 1 2 0
1 4 16
2. Risicoanalyse-9/18
middelmatig in uitvoering
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 73
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
V L A A M S P A R LEMENT 0
0
20.667.374
2009
2009
25.200.000
23.800.000
-4.532.626
0
0
0
0
-4.721.876
0
0
0
0
189.250
Detailuitwerking project
1.400.000
Detailuitwerking project
25.200.000
23.800.000
-4.532.626
0
0
0
0
-4.721.876
0
0
0
0
189.250
Zwin_Januari_2011
3. Financieel-10/18
Opmerkingen Het totaal realisatiekosten betreft enkel de kosten voor Vlaanderen. De kosten voor aankoop gronden, bouw dijk en natuurinrichting in Nederland zijn niet opgenomen in dit overzicht. De reden van de substantiële wijziging in realisatiekosten bouw dijk (7.971.827 (huidige rapportering) t.o.v. 9.160.000 (rapportering over 2009)) en natuurinrichting (4.678.433 (huidige rapportering) t.o.v. 14.812.136 (rapportering over 2009)) is dat er in 2010 (rapportering over 2009) met benaderende ramingen is gewerkt. In 2010 is er een ontwerp bestek opgemaakt, waardoor het mogelijk is geworden om een veel preciezere raming op te maken. Voor het onderdeel 'Bouw Dijk' werd eerst het budget opgenomen dat MDK (beleidsdomein MOW) voorzien had op de begroting. In totaal werd immers 9,6 miljoen voorzien, waarvan al een deel vastgelegd was voor de aankoop (440.000 + 9.160.000). Op basis van die exactere raming uit 2010, die blijkbaar een stuk lager uitvalt dan de oorspronkelijk begroot, is het bedrag gewijzigd. Hetzelfde geldt voor de realisatiekosten Natuurinrichting. Een eerste raming lag beduidend hoger dan de verfijning van het inrichtingsplan en de nauwkeurige kostenraming die daaraan gekoppeld is. Daardoor liggen beide getallen aanzienlijk lager. In elk geval is in de tabel enkel de kost voor Vlaanderen opgenomen.
18.327.374
0
Overige 872.474
0
Vraagvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
430.648
0
Beschikbaarheidsvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
0
1.036.878
4.678.433 19.078.124
Exploitatie- en onderhoudskosten gedurende 30 jaar na afwerking project
400.000
4.678.433
0
18.238.124
440.000
1.400.000
0
2009
0
1.589.250
0
0
0
Totaal realisatiekosten 0
0
Jaar initiële 2007 raming Reden van de recentste herziening van de Verschil met Totaal initiële raming initiële raming raming
0
Verschil met vorige raming
0
Natuurinrichting 0
0
Totaal vorige raming
0
6.427.864
89.250
Jaar van de recentste raming
1.589.250
Laatste Laatste raming raming Totaal laatste noodzakelijk noodzakelijk raming budget in budget vanaf 2013 2014
7.971.827
400.000
472.474
89.250
Laatste raming noodzakelijk budget in 2012
5.587.864
0
430.648
472.474
Laatste raming noodzakelijk budget in 2011
7.971.827
0
0
430.648
Vastlegging in 2010
Aankoop gronden Bouw dijk
Realisatiekosten
440.000,00
596.878
Totaal studiekosten
Onteigeningskosten
596.878
Raamovereenkomst studie MER (incl. alle technische en voorbereidende studies)
Studiekosten
Aard van de kosten
Bedrag Totaal aan ingeschreven vastleggingen in de vóór 2010 begroting van 2010
Geef per kostentype de raming weer, op jaarbasis uitgesplitst. Indien er kosten opgenomen worden in de rij 'overige' wordt het type van deze kosten toegelicht in de kader 'opmerkingen' onder de tabel (bv. kosten flankerende maatregelen). Het totaal aan vastleggingen van de voorbije jaren wordt in de kolom 'totaal aan vastleggingen vóór ...' ingevuld. Geef voor het huidige begrotingsjaar het bedrag ingeschreven in de huidige begroting en het reeds vastgelegde bedrag. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste raming werd gemaakt en, indien de raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming'. Voor projecten zonder alternatieve financiering wordt in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming' 'niet van toepassing' vermeld in de rijen 'beschikbaarheidsvergoeding' en 'vraagvergoeding'. Geef in de kolom ‘totaal vorige raming’ de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'totaal laatste raming', 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rijen 'totaal studiekosten', 'totaal realisatiekosten' en 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. Voor al de projecten, ook voor projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3. FINANCIEEL
74 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
3.2 Soort aanbestedingsprocedure
Open aanbesteding
Reden van de recentste herziening van de raming
V L A A M S P A R LEMENT
Beschikbaarheidsvergoeding
Omschrijving van de vergoeding
Te betalen door
0
Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
0
0
0
0
Verschil met initiële raming
Zwin_Januari_2011
Totaal kapitaalinbren g (KI) vóór 2010
KI in 2010
Laatste raming KI in 2011
Laatste raming KI in 2012 Laatste raming KI in 2013
Laatste raming KI vanaf 2014
Totaal laatste raming
Jaar van de recentste raming
Totaal vorige raming
3. Financieel-11/18
Jaar initiële raming Verschil met Reden van de recentste herziening van vorige Verschil met de raming Totaal initiële raming initiële raming raming
Geef de laatst geraamde kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste laatste raming werd gemaakt en, indien deze raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Vermeld in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totaal laatste raming', ''verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
Vraagvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vraagvergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
Te betalen door derden
0
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€) 0
0
Andere
0
0
Verschil met vorige raming
0
Totaal vorige raming
Financieringskost SPV
Jaar van de recentste raming
Bouwkost SPV
Aard van kosten
Totaal laatste raming
Geef in de kolom 'totaal laatste raming' de laatst geraamde bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten worden vermeld. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar dat de laatste raming werd gemaakt en, indien deze gewijzigd is t.o.v. de raming opgemonen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Geef in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rij 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kosten voor de SPV
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.3 Voor projecten met alternatieve financiering
Aanbestedingsprocedure werken
Duid de wijze aan waarop de aanbestedingprocedure van de werken zal verlopen.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 75
0
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
Omschrijf eventuele gemaakte afspraken met betrekking tot compensaties bij budgetoverschrijdingen.
3.6 Afspraken in verband met eventuele compensaties bij budgetoverschrijdingen
Geef aan wat de prioriteitstelling binnen de begroting zal zijn en of dit project een invloed zal hebben op de begroting van andere beleidsdomeinen of op derden.
3.5 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
Indien er een MKBA in het kader van dit project werd uitgevoerd, geef hier de conclusies uit het rapport van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (maximaal 1 pagina).
3.4 Conclusies van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA)
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng 0 0
3. Financieel-12/18
76 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Aanvangsdatum 2009
december 2011
5. Exploitatiefase
september 2009
Einddatum
september 2008 september 2009
februari 2007 september 2009
januari 2003 december 2005
Initiële planning
Aanvangsdatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Aanvangsdatum Einddatum
2. Vergunningsfase
Aanvangsdatum Einddatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
2011 2012
2014
september 2012
mei maart
september 2010
Vorige planning
januari
2015
2015
2013
maart 2012 december 2012
september 2012
Laatste herziening planning
cfr supra, volgt pas na vergunningen
procedurele vertraging RUP
Reden laatste herziening planning
4. Planning-13/18
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
4. PLANNING
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 77
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
Zwin_Januari_2011
Projectsituatie
Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
4. Planning-14/18
Indien er extra tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering, wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3 Afgesproken tussentijdse evaluaties
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
78 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
5.1 Financieel advies
26
februari
2009
Datum advies Expert
Inspecteur van Financiën Gunstig advies
Onderwerp en conclusies
Datum advies Expert
Onderwerp en conclusies
V L A A M S P A R LEMENT
Datum advies
Zwin_Januari_2011
1 2
Nr
Expert
Onderwerp en conclusies
5. Adviezen-15/18
Indien voor het project, of onderdelen er van, 'second opinions' werden gevraagd aan deskundigen onafhankelijk aan het project en de projectorganisatie, dan worden die in deze tabel vermeld. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies werd gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5.3 Overige adviezen extern aan het project (second opinion)
1 2
Nr
Geef voor het project het onderwerp en de belangrijkste conclusies van het juridisch advies met betrekking tot de Wetgeving inzake overheidsopdrachten. Geef tevens de datum van het advies en de adviserende expert.
5.2 Juridisch advies met betrekking tot Wetgeving overheidsopdrachten
1 2
Nr
Voor ieder project dient men verplicht een advies te vragen met betrekking tot de financiële onderbouwing van het projectvoorstel. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies is gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5. ADVIEZEN
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 79
Zwin_Januari_2011
Vraagnummer
Vraag gericht aan
Vraagsteller
Datum vraag Onderwerp vraag
6. Vragen Vlaams Parlement-16/18
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp van de vraag en de status van het antwoord.
6. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
80 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
7. Interne controle-17/18
7.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie Op basis van de beschikbare projectgegevens en met kennis van de interne controlestructuren en -organisatie, kunnen we met redelijke zekerheid stellen dat de rapportering een getrouw beeld weergeeft van de projectsituatie, -organisatie en evolutie.
7.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie De rapportering is volledig conform de vereisten, actueel rekening houdende met de meest recente data, voldoende begrijpelijk en accuraat. De budgetten worden zowel door de projectleider als het ondersteunende financieel management opgevolgd wat leidt tot een goede interne controle. Daarnaast gebeurt op het niveau MDK een kwartaalrapportering van de stand van zaken van het project (zogenaamde projectfiche) zodat indien noodzakelijk Er is op regelmatige basis externe communicatie voorzien.
7.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing De leiding wordt opgenomen door de leidend ambtenaar/projectingenieur. De nodige ondersteuning in de projectorganisatie is voorzien op de afdeling (Financiën en Begroting, Kwaliteitsmanagement (Interne controle)…). Het hanteren van een meerjarenprogramma (drie jaar) ondersteunt een adequate timing van de vast te leggen budgetten. Ad-hoc overleg vindt plaats met de noodzakelijke instanties in het kader van het verloop van de MER-procedure en andere procedures. De uitvoeringsfase van het project zal geen specifieke overlegstructuren noodzakelijk maken.
7.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses Er is een constante aftoetsing met het fysisch programma, de evolutie van aanbestedingen en evt. wijzigende ramingen. De financiering van het project is voorzien op de BA MCU MI106 van het Vlaamse Investeringsfonds. Het oorspronkelijke budget voor 2008 voorzag in de financiering van de eerste fase van het project. Het budget voor de grondverwerving en zeewering werd echter doorgeschoven naar 2011 en 2013 omwille van vertraging in het project. In 2010 werd aldus geen budget vastgelegd noch besteed. Het volledige budgettaire kader kan pas opgemaakt worden nadat de uitvoeringsplannen definitief afgewerkt zijn.
7. INTERNE CONTROLE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 81
V L A A M S P A R LEMENT
Zwin_Januari_2011
8. Conclusies-18/18
8.3 Planning Het respecteren van de timing is van groot belang in dit project. Verdere vertragingen in de RUP-procedure en in het verwerven van de gronden zullen gevolgen hebben voor de timing van het project.
8.2 Financieel In de studiefase zijn er geen bijzondere financiële aandachtspunten te melden
8.1 Risicoanalyse De belangrijkste risico's en de gevolgen daarvan hebben betrekking op het niet naleven van de timing zoals vooropgesteld in de Verdragtekst. De implicaties voor de opmaak van een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan blijken op dit ogenblik van cruciaal belang. Maatschappelijk draagvlak blijkt doorheen het proces een kritische factor. Bij het selecteren van een voorkeursalternatief werd dit punt extra onder de aandacht genomen.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
8. CONCLUSIES
82 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
83
BIJLAGE C3: Projectfiche Globaal Geactualiseerd Sigmaplan
V L A A M S P A R LEMENT
84
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Projectverantwoordelijke
DOCUMENTGESCHIEDENIS
Projectsituatie
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
31 december 2007 30 juni 2008 31 december 2008 31 december 2009
ir. Hans De Preter celhoofd ir. Wim Dauwe afdelingshoofd ir. Wim Dauwe afdelingshoofd ir. Leo Clinckers gedelegeerd bestuurder
Naam Functie Naam Functie Naam Functie Naam Functie
3 april 2008 2 september 2008 28 januari 2009 14 maart 2010
Datum gevalideerd rapport
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
Waterwegen en Zeekanaal NV
neen ir. Wim Dauwe
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Rapporterende entiteit
2010 Globaal Geactualiseerd Sigmaplan
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
Naam project
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt een ander sjabloon gebruikt voor de rapportering.
Globaal Geactualiseerd Sigmaplan
Datum
Datum
Datum
Datum
Jaarrapport Halfjaarrapport Jaarrapport Jaarrapport
Soort rapport
7
3
3
3
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -1/34
februari
februari
februari
februari
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 85
1.1 Probleemomschrijving
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
1. Algemeen-2/34
Op basis hiervan heeft de Vlaamse Regering op 22 juli 2005 uiteindelijk het geactualiseerde Sigmaplan ter beheersing van overstromingsricio's en het behalen van de natuurdoelstellingen in het Zeescheldebekken, instandhoudingsdoelstellingen en flankerende maatregelen voor landbouw en plattelandsrecreatie goedgekeurd. Op 22 juli 2005 heeft de Vlaamse Regering bovendien alle werken en handelingen noodzakelijk voor de realisatie van het geactualiseerde Sigmaplan van dwingend openbaar belang verklaard. Op 22 juli 2005 (Zeeschelde en Durme) en op 28 april 2006 (Rupel, Zenne, Dijle en Nete's) besliste de Vlaamse Regering eveneens om tegen ten laatste 2010 met de realisatie van een aantal projecten uit het geactualiseerd Sigmaplan op het terrein van start te gaan.
Rekening houdend met de vaak directe koppeling tussen veiligheid en natuur werd dan ook door de Vlaamse Regering op 17 december 2004 beslist om de pijler "Natuurlijkheid" van de OS2010 mee onder te brengen in het Sigmaplan, zodat de doelstelling van dit plan uitgebreid werd van enkel veiligheid (met natuurlijkheid als bijkomende doelstelling) tot twee nevenstaande doelstellingen, veiligheid én natuurlijkheid. Het Sigmaplan geeft op die manier op twee punten (veiligheid en natuur) mee invulling aan de OS2010 doelstellingen. Via een combinatie van MKBA van het Sigmaplan, plan-MER en landbouwgevoeligheidsanalyse werd een "meest wenselijk alternatief" uitgewerkt met een fasering die rekening houdt met de realisatie-eisen gesteld in de OS2010, met de beschikbare budgettaire middelen, met de prioriteiten op het vlak van veiligheid en natuurontwikkeling, en met de wens van de landbouwsector om rechtszekerheid te bieden. Deze studies werden gelijklopend uitgevoerd om de noodzakelijke wisselwerkingen mogelijk te maken.
Het plan-MER en de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) van het Sigmaplan, uitgevoerd parallel aan en in wisselwerking met gelijkaardige studies op het niveau van de Ontwikkelingsschets 2010 (OS2010), hebben toegelaten om in een vroeg stadium een uitspraak te doen over de vorm die een geoptimaliseerd Sigmaplan (met doelstelling veiligheid tegen overstromingen) moest aannemen. Deze algemene principes (in essentie een voorkeur voor het Ruimte voor de Rivier-concept (RVR)) werden dan ook overgenomen in de Ontwikkelingsschets 2010 (OS2010), opgesteld door de Vlaams Nederlandse projectorganisatie ProSes. Ecologische studies die eveneneens opgemaakt werden in het kader van de OS2010 gaven bovendien aan dat de oppervlakte en de kwaliteit van de slikken en de schorren dient te verhogen en verstorende processen (hoge waterstanden, grote stroomsnelheden en ruimtelijke beperking tussen de dijken) gecounterd. Ook voor de binnendijkse natuurtypen is een inspanning nodig om de negatieve impact van verdroging, versnippering en vermesting te verminderen. Het zogenaamde Natuurontwikkelingsplan dat opgemaakt werd in het kader van de OS2010 heeft in Vlaanderen een zeer nauwe band met het Sigmaplan, omdat vaak dezelfde gebieden in aanmerking komen om veiligheid én natuurlijkheid te realiseren.
Nadat in 1976 het dorp Ruisbroek en honderden hectaren land door overstromingen onder water gezet werden, werd in 1977 het Sigmaplan opgesteld. Het oorspronkelijke plan voorzag in de combinatie van dijkverhogingen, gecontroleerde overstromingsgebieden en de bouw van een stromvloedkering, maar is nooit volledig uitgevoerd. Als gevolg van de gewijzigde visie op waterbeleid en waterbeheersing en ingegeven door de toenemende zeespiegelrijzing, die maakt dat de kans op overstromingen in de komende eeuw steeds meer zal toenemen, werd beslist om het Sigmaplan te actualiseren. Er werd vastgesteld dat de overstromingsricio's op dit moment ontoelaatbaar hoog zijn. Op sommige plaatsen langs de Boven-Zeeschelde is de kans op voorkomen van een overstroming gemiddeld ééns op zeventig jaar (1/70). Zelfs als het Sigmaplan, met uitzondering van de stormvloedkering, vandaag zou afgewerkt zijn (alle dijken op Sigmahoogte, GOG Kuibeke - Bazel - Rupelmonde afgewerkt) zou de veiligheid op het slechtst beschermde punt in het Zeescheldebekken niet meer bedragen dan ongeveer 1/350. Bovendien zullen, omwille van de zeespiegelrijzing, die overstromingsrisico's in de loop van deze eeuw sterk stijgen. Na realisatie van het Sigmaplan van 1977 zonder de stormvloedkering komt het totale overstromingsrisico voor de ganse periode tot 2100 in de buurt van 1 miljard euro. In 1977 gedefinieerd als reactie op zware overstromingen in het jaar ervoor, is het Sigmaplan gedurende lange tijd een plan geweest met als enige doelstelling het bereiken van voldoende veiligheid tegen overstromingen als gevolg van stormvloeden uit de Noordzee. Als gevolg van de voortschrijdende inzichten op het vlak van de multifunctionaliteit van estuariene systemen en de nieuwe visies op waterbeheersing en (integraal) waterbeheer heeft sindsdien een merkbare verschuiving plaatsgevonden naar een meer duurzame aanpak van het veiligheidsvraagstuk. Deze aanpak vertaalt zich in het respecteren van het Ruimte voor de Rivier-concept voor het bekomen van veiligheid.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
86 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
1. Algemeen-3/34
4. Cluster Kalkense Meersen: De cluster Kalkense Meersen bestaat uit verschillende projecten, die in het stroomopwaartse deel van de Schelde gelegen zijn op het grondgebied van de gemeenten Wetteren, Laarne, Wichelen en Berlare. Het betreft concreet volgende projecten: - Kalkense Meersen (wetland); - Wijmeers deel 1 (GOG type wetland); - Wijmeers deel 2 (ontpoldering); - Bergenmeersen (GOG type GGG); - Paardeweide (GOG type wetland); - Paardebroek (wetland).
3. Cluster Hedwige- en Prosperpolder: De inrichting van het intergetijdengebied in de Hedwige- en het noordelijke deel van Prosperpolder is één van de prioritaire projecten van de OS2010. De Provincie Zeeland en de Vlaamse overheid werken hier samen om extra ruimte te bieden aan de natuur langs de Schelde, door het landinwaarts verplaatsen van de Scheldedijk. De veiligheid tegen overstromingen blijft gegarandeerd.
2. GOG Kruibeke - Bazel - Rupelmonde: De afwerking van het gecontroleerd overstromingsgebied KBR (overstromingsgebied van het Sigmaplan van 1977).
Er wordt pas gerapporteerd vanaf 1 januari 2006, gezien de beslissing van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005. Een deel van de werkzaamheden (vb KBR, dijkwerken) zijn reeds vroeger aangevat 1. Dijkwerken Zeescheldebekken: Afwerken van het dijkenprogramma, maar met aangepaste streefwaarden voor de dijkhoogtes (11,00m TAW op de Zeeschelde tussen de grens met Nederland en Oosterweel, 9,25m TAW op de Zeeschelde tussen Oosterweel en Hoboken, 8,35m TAW op de Zeeschelde tussen Hoboken en Temse en 8,00m TAW in de rest van het Zeescheldebekken stroomopwaarts van Temse). Hierin zitten ondermeer ook de dijkwerken tussen Fort Filip en Noordkasteel vervat (Zeeschelde Antwerpen RO), waarbij de dijk in dit gebied dient opgehoogd tot de Sigmahoogte 11.00m TAW met als voorwaarde een maximale invulling van slik en schor aan de rivierzijde van de dijk, overeenkomstig het vooropgestelde natuurontwikkelingsproject in het kader van de verruiming van de Schelde.
Niet later in uitvoering dan 2015: - Grote Nete; - cluster Bovendijle
Concreet wordt gerapporteerd over volgende projecten Niet later in uitvoering dan 2010: - dijkwerken Zeescheldebekken; - GOG Kruibeke - Bazel - Rupelmonde (KBR); - cluster Hedwige-en Prosperpolder; - cluster Kalkense Meersen; - cluster Durme en haar vallei; - cluster Vlassenbroek - Grote Wal - Kleine Wal - Zwijn; - cluster Dijlemonding;
Deze rapportage gaat in op de eerste fase van de uitvoering van het Sigmaplan (nl. dijkverstevigingsprojecten, afwerking van GOG Kruibeke - Bazel - Rupelmonde en de projecten die ten laatste tegen 2010 op het terrein van start moeten gaan). Indien in de toekomst andere projecten opstarten zullen deze mee worden opgenomen in de rapportage.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 87
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
1. Algemeen-4/34
9. Cluster Bovendijle: Ook de Cluster Bovendijle is een project dat ten laatste in 2015 in uitvoering moet gaan. De cluster Bovendijle bestaat uit verschillende projecten, die op het grondgebied van de gemeenten Bonheiden en Haacht gelegen zijn langs de Dijle tussen Mechelen en Rotselaar. Een inrichtingsplan wordt opgemaakt voor de volgende projecten: - Rijmenam (GOG); - Hollaken-Hoogdonk 1 (GOG); - Hollaken-Hoogdonk 2 (GOG type wetland); - Pikhaken (wetland).
8. Grote Nete: Het project Grote Nete is in tegenstelling tot de hierboven opgesomde projecten een project dat ten laatste in 2015 in uitvoering moet gaan. Het projectgebied strekt zich uit van de Hellebrug (Heist-op-denBerg) tot Oosterlo (Geel). De betrokken gemeenten zijn Herenthout, Heist-op-den-Berg, Hulshout, Herselt, Westerlo, Geel en Laakdal. Voor het volledige projectgebied wordt één globaal inrichtingsplan opgemaakt. In totaal worden 3 deelprojecten onderscheiden: het afwaartse blok, het middenblok en het opwaartse blok, waarvoor telkens een gedetailleerd inrichtingsplan wordt opgemaakt. In het afwaartse en het opwaartse blok worden zowel natuurdoelstellingen (in totaal 850 ha wetland) als veiligheidsdoelstellingen nagestreefd, in het middenblok worden alleen veiligheidsdoelstellingen nagestreefd.
7. Cluster Dijlemonding: De cluster Dijlemonding bestaat uit verschillende projecten, die op het grondgebied van de stad Mechelen en de gemeente Willebroek gelegen zijn, ter hoogte van de monding van de Dijle in de Rupel. Het betreft de volgende projecten: - Grote Vijver deel 1 (GOG type GGG); - Grote Vijver deel 2 (GOG type aantakking); - Heindonk - Tien Vierendelen deel 1 (GOG); - Zennegat - Oude Dijlearm (GOG type GGG).
6. Cluster Vlassenbroek - Grote Wal - Kleine Wal - Zijn: Deze Cluster bestaat uit verschillende projecten, die gelegen zijn in de gemeenten Dendermonde en Temse. Het betreft concreet de volgende projecten: - Grote Wal - Kleine Wal - Zwijn (GOG type wetland); - Vlassenbroekse Polder deel 1 (GOG type GGG); - Vlassenbroekse Polder deel 2 (GOG type wetland).
5. Cluster Durme en haar vallei: Het projectgebied strekt zich uit vanaf de monding van de Durme in de Schelde stroomopwaarts tot aan de permanente dam te Lokeren. De gemeenten die betrokken zijn bij het project zijn Lokeren, Waasmunster, Zele, Temse en Hamme. Voor de projectgebieden worden inrichtingsplannen opgemaakt. Het project omvat de inrichting van zowel estuariene natuur als wetlandgebieden. De ontpolderingen zullen unieke zoetwatergetijdengebieden creëren. Voor de Durmevallei wordt eveneens een globaal inrichtingsplan opgesteld. De projectgebieden zijn: - Bulbierbroek (wetland); - Weijmeerbroek (wetland); - Klein Broek (estuariene natuur - ontpolderen); - Groot Broek (estuariene natuur - ontpolderen); - Zuidelijke Vijver Hof ten Rijen (wetland - verondiepen van vijver); - Hagemeersen (wetland); - De Bunt (estuariene natuur).
88 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1.2 Doelstellingen
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
SD4: verkrijgen van maximaal draagvlak
SD3: de realisatie van flankerende maatregelen voor landbouw en plattelandsrecreatie
SD2: de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het Schelde-estuarium
Strategische doelstellingen
nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS
een overlegproces opstarten met maatschappelijke groepen, lokale besturen en lokale actoren om flankerende maatregelen plattelandsrecreatie gebiedsgericht vorm te geven
1. Algemeen-5/34
nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS verderzetten van gestructureerd overlegproces nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS opstarten van thematische rechtstreekse aanspreekpunten voor de desbetreffende sectoren (plattelandsrecreatie, nota VR/2006/21.04/DOC.0354 landbouw, natuur, …) en gebiedsgerichte contactpunten
uitwerken van een planprogramma plattelandsrecreatie
nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS
het instrumentarium van de flankerende maatregelen landbouw tot uitwerking te brengen en uit te voeren
nota VR/2006/21.04/DOC.0354
monitoring voor evaluatie- en rapporteringsdoeleinden van de toestand van de instandhoudingsdoelstellingen
nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS
nota VR/2006/21.04/DOC.0354
uitvoeren van de projecten van het Meest Wenselijk Alternatief langs de Rupel, de Zenne, de Dijle en de Nete's volgens de fasering opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering opstarten van een lokale grondenbank
nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS
nota VR/2006/21.04/DOC.0354
uitvoeren van de projecten van het Meest Wenselijk Alternatief langs de Rupel, de Zenne, de Dijle en de Nete's volgens de fasering opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering uitvoeren van de projecten van het Meest Wenselijk Alternatief langs de Zeeschelde en de Durme volgens de fasering opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering
nota VR/2005/22.07/DOC.0718BIS
uitvoeren van de projecten van het Meest Wenselijk Alternatief langs de Zeeschelde en de Durme volgens de fasering opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering zodat een voldoende hoog veiligheidsniveau tegen ten laatste 2020 bereikt wordt
Projectdoelstellingen
Referentie strategische doelstellingen SD1: veiligheid tegen overstromingen in de valleien van de verdere realisatie van het Sigmaplan van 1977 zonder stormvloedkering maar met aangepaste streefwaarden nota de Zeeschelde en van haar getijgebonden zijrivieren (de voor de dijkhoogtes (11,0m TAW op de Zeeschelde tussen de grens met Nederland en Oosterweel, 9,25m TAW VR/2005/22.07/DOC.0718BIS Durme, de Rupel en delen van de Netes, de Dijle en de op de Zeeschelde tussen Oosterweel en Hoboken, 8,35m TAW op de Zeeschelde tussen Hoboken en Temse en Zenne) garanderen 8,00m TAW in de rest van het Zeescheldebekken stroomopwaarts van Temse) tegen ten laatste 2020
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze "SMART" (d.i.specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen zijn opgenomen
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 89
1.3 Projectvoorstel
Motivatie
Naam en concrete relatie
V L A A M S P A R LEMENT
juli april
2005 2006
Datum beslissing
Vlaamse Regering Vlaamse Regering
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
22 28
Beslissingnemer VR/PV/2005/29 - punt 114 VR/PV/2006/13 - punt 28
Geef in de onderstaande kader de datum en de andere gegevens (beslissingnemer en referentie) met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren.
1.6 Informatie met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren
/
Indien er bepaalde voorwaarden verbonden zijn aan de verkregen vergunningen (bijvoorbeeld de stedenbouwkundige vergunning), vermeld deze dan in het onderstaande vak.
1.5 Voorwaarden verbonden aan de verkregen vergunningen
Referentie
Derde Scheldeverruiming. Dit infrastructuurproject komt ook rechtstreeks voort uit het proces van de OS2010. De ontwikkeling van de natuur in het kader van het Sigmaplan moet de natuur voldoende robuust maken, rekening houdend met o.a. het project derde Scheldeverruiming. Zo wordt in het kader van het Sigmaplan o.a. de, voor de derde Scheldeverruiming noodzakelijke, natuurcompensatie tussen Fort Filip en Noordkasteel gerealiseerd. Het GRUP voor de haven van Antwerpen. Dit plan is gekoppeld aan de doelstellingen van het Sigmaplan daar in het strategisch plan de realisatie van natuur langs de Schelde (in het noordelijk gebied van de haven van Antwerpen linker Scheldeoever) is opgenomen ter invulling van de instandhoudingsdoelstellingen van het vogelrichtlijngebied SBZ-V 3.6 "Schorren en Polders van de Beneden Schelde" en het habitatgebied SBZ-H "Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent". De opmaak van het GRUP is gestart op 11 september 2009 (na de goedkeuring door de Vlaamse Regering van het ruimtelijke programma voor de verdere ontwikkeling van de haven van Antwerpen).
1.4 Concreet gerelateerde projecten
Randvoorwaarden Randvoorwaarde voor het bereiken van de natuurdoelstellingen vormt de waterkwaliteit. Er is bij het ontwerp en de keuze van de overstromingsgebieden uit het Meest Wenselijk Alternatief uitgegeaan van een goede waterkwaliteit tegen 2015 (o.a. door ingebruikname zuiveringsinstallatie stad Brussel).
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
De optimale bescherming tegen overstromingen bestaat Optimale combinatie voor het bereiken van de veiligheids- en uit een combinatie van de aanleg van natuurdoelstellingen tegen de laagste kost (financieel, overstromingsgebieden en lokale dijkverhogingen. Het maatschappelijke impact op actoren, impact op natuur). Meest Wenselijk Alternatief vormt het uitgangspunt voor de selectie van overstromingsgebieden.
Gekozen alternatief
Status
in voorbereiding
uitgevoerd
1. Algemeen-6/34
Voor de uitwerking van de maatregelen tegen overstromingen werd uitgegaan van een zeespiegelstijging van gemiddeld 60cm tegen 2100.
Voor de uitwerking van maatregelen tegen overstromingen werd uitgegaan van de gedifferentieerd veiligheidsniveau. Hoge risicogebieden (dorpen, industrie, …) krijgen een hoger veiligheidsniveau dan lage risicogebieden (open ruimte).
Hypothesen
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen en de aan dit alternatief verbonden randvoorwaarden en eventuele hypothesen waarmee rekening moet gehouden worden tijdens de realisatie van het project.
90 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
niet tijdig opstarten van de noodzakelijke procedures (zoals bv deze voor het verleggen van nutsleidingen, het aanpassen van de bescherming van een landschap, het afstemmen met de aanduiding van ankerplaatsen en het omzetten tot erfgoedlandschappen, …), zodat niet tijdig alle procedures zijn doorlopen om te kunnen starten met de werken
niet (tijdig) verlenen van de vergunningen, zodat de werken niet (tijdig) opgestart kunnen worden
door een betrokken partij (particulier, nutsmaatschappij of andere) wordt een juridische procedure opgestart (bvb tegen GRUP of stedenbouwkundige vergunning), waardoor de uitvoering van het project vertraging oploopt
Omschrijving van het risico
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Organisatorisch
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
5
3
5
3
3
5
5
Kans op Impact prijs Impact tijd voorkomen
0
0
Impact draagvlak
0
0
Impact kwaliteit
8
4
8
Totale impact
40
12
40
Risicogrootte
opzetten en/of uitbreiden van juridische ondersteuning bij het project
opzetten projectstructuur, begeleiding uitvoering sigmaplan door multidisciplinaire werkgroep, goede voorbereidingsfase, bindende afspraken met diensten maken, opnemen flankerende maatregelen, …
Beheersmaatregel (BHM)
groot
opstellen van een meerjaren stappenplan voor procedures en processen (incl. het aanduiden van communicatiemomenten) over de verschillende deelprojecten heen
afspraken met diensten maken voor het vooraf bespreken van projectdossiers
organiseren van overleg met de voogdijminister, zeker in geval van een crisissituatie ter zake, om tot een correcte belangenafweging te komen
opstellen van een meerjaren stappenplan voor procedures en processen (incl. het aanduiden van communicatiemomenten) over de verschillende deelprojecten heen
afspraken met diensten maken voor het vooraf bespreken van projectdossiers
opmaken en afsluiten van afdwingbare (samenwerkings)overeenkomgemiddeld sten tussen verschillende partijen over de wijze van samenwerking, waaronder een personeels- / capaciteitsplan
groot
Grootte risico
3
3
3
Kans op voorkomen (rekening houdende met BHM)
2
2
Impact prijs
3
3
Impact tijd
0
0
Impact draagvlak
0
0
Impact kwaliteit
5
3
5
Impact (rekening houdende met BHM)
15
9
15
Risicogrootte
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
Grootte residuair risico
2. Risicoanalyse-7/34
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het residuaire risico wordt automatisch berekend. Vermeld in de kolom "status BHM" of de beheersmaatregel al dan niet reeds werd uitgevoerd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 91
V L A A M S P A R LEMENT
5
de onteigeningen gebeuren niet snel genoeg, zodat onvoldoende tijdig gronden verworven kunnen worden voor het opstarten van de daadwerkelijke implementatie van het Sigmaplan
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
5
5
het systeem van de grondenbank werkt in de praktijk van het Sigmaplan onvoldoende (vb. onvoldoende geschikbare grond, te weinig gekend, onduidelijke of laattijdige wettelijke basis), zodat het wantrouwen bij de landbouwsector t.a.v. het Sigmaplan vergroot
personeelstekort of een lage beschikbaarheid van de mensen binnen de organisaties die aan het project werken of die een rol spelen in het procedureverloop, met vertragingen bij de uitwerking van de plannen, het doorlopen van de procedures en / of de uitvoering als gevolg
0
0
5
5
3
3
0
0
8
8
5
40
40
25
groot
groot
opstellen, uitvoeren en monitoren van een actieplan voor de uitvoering van de grondverwervingen
afspraken met de federale diensten worden gemaakt voor het aanstellen van extra en het bijkomend ondersteunen van aankoopcommissarissen
opmaken, uitvoeren en monitoren van een geïntegreerd communicatieplan (interne en externe communicatie)
opstellen, vastleggen en opvolgen van een flexibele meerjarenbegroting afspraken met de federale diensten worden gemaakt voor het aanstellen van extra en het bijkomend ondersteunen van aankoopcommissarissen
opmaken en afsluiten van afdwingbare (samenwerkings)overeenkomsten tussen verschillende partijen, waaronder een personeels- / capaciteitsplan
opstellen van een meerjaren stappenplan voor procedures en processen (incl. het aanduiden van communicatiemomenten) over de verschillende deelprojecten heen
afspraken met diensten maken voor het vooraf bespreken van projectdossiers opmaken en afsluiten van afdwingbare (samenwerkings)overeenkomsten tussen verschillende partijen, waaronder een personeels- / capaciteitsplan
opmaken, uitvoeren en gemiddeld monitoren van een personeelsplan
opnemen in de planning en tijdig opstarten van het inventariseren van de bestaande toestand, met inbegrip van het tijdig detecteren van nieuwe ontwikkelingen van juridische aard
3
3
2
0
0
3
3
2
2
0
0
5
5
3
15
15
6
gemiddeld
gemiddeld
klein
2. Risicoanalyse-8/34
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
92 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
3
het flankerend beleid dat is uitgestippeld, wordt bij de uitvoering uitgehold (alles moet te snel gaan, er zijn te weinig middelen, inhoudelijke uitholling), zodat het vertrouwen bij maatschappelijke actoren voor andere processen / gebieden afneemt
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
3
5
toegevingen in een bepaald deelproject leiden tot een kettingreactie, zodat de doelstellingen van de deelprojecten niet meer gehaald worden en / of extra onrust wordt opgewekt bij de actoren / betrokkenen
er bestaan binnen de betrokken overheidsdiensten / de belangenorganisaties verschillende meningen over inhoudelijke kwesties, zodat vertraging opgelopen wordt bij het uitwerken van de plannen en naar buiten toe niet eensgezind gecommuniceerd wordt
0 3 5 0 8
4
2
24
12
10
opmaken en bijhouden van een afspraken- en beslissingsregister (logboek besluitvorming)
verzekeren van een bestendige werking van de overlegstructuur
identificeren en zoveel mogelijk benutten van maximale winwinsituaties voor de aanwezige belangen zichtbaar maken van concrete inhoud voor flankerend beleid (incl. plattelandsrecreatie) in inrichtingsplannen
verzekeren van een bestendige werking van de overlegstructuur
opstellen, vastleggen en gemiddeld opvolgen van een flexibele meerjarenbegroting
2
0
2
3
0
5
10
gemiddeld
klein
klein
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
2. Risicoanalyse-9/34
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
3
4
in uitvoering
3
2
identificeren en zoveel mogelijk benutten van maximale winwinsituaties voor de aanwezige belangen
1
2
uitgevoerd
verzekeren van een bestendige werking van de overlegstructuur
afvaardigen van de 'juiste' gemandateerde vertegenwoordigers in de overlegstructuur , zodat beslissingen kunnen genomen worden in kaart brengen van de gevolgen van wijzigingen in bepaalde engagementen (risicoanalyse op doelstellingen gemiddeld voor veiligheid en natuur (IHD's)) in relatie tot de genomen beslissingen van de Vlaamse Regering
gemiddeld
onderzoeken van mogelijkheden voor bijkomende flankerende maatregelen door het evalueren van het flankerend beleid
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 93
V L A A M S P A R LEMENT
er wordt onvoldoende gecommuniceerd naar de burgers en de lokale organisaties toe en / of de kwaliteit laat te wensen over, zodat deze zich niet betrokken voelen, niet geïnformeerd worden in de verschillende stappen van het proces, ... , waardoor lokale onrust ontstaat en het draagvlak erodeert
het budget dat vooropgesteld is voor het Sigmaplan is onvoldoende
tijdens de uitvoering van de werken worden nieuwe archeologische vondsten gedaan, waardoor er bijkomend archeologisch onderzoek noodzakelijk is, waardoor de uitvoering van het project vertraging oploopt.
tijdens de uitvoering van de werken doen zich onvoorziene geotechnische problemen voor of wordt meer verontreinigde grond dan voorzien aangetroffen (bv. nieuwe storten ontdekt), waardoor bijkomende sanering zich opdringt. Hierdoor lopen de kosten voor de uitvoering van het project op en loopt het project vertraging op.
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Maatschappelijk / communicatief
Financieel
Ruimtelijk
Technisch
5
5
4
4
3
4
4
5
3
3
3
0
0
0
0
0
5
11
7
7
25
55
28
28
gemiddeld
groot
opstellen van een concreet crisiscommunicatieplan
opmaken, uitvoeren en monitoren van een geïntegreerd communicatieplan (interne en externe communicatie)
jaarlijks voorzien van voldoende budget voor het Sigmaplan in de budgettaire planningen
opstellen, vastleggen en opvolgen van een flexibele meerjarenbegroting
raamcontract voor archeologisch onderzoek voorzien om zo tijdverlies door het doorlopen van een aanbestedingsprocedure voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek te vermijden
proactief archeologisch gemiddeld onderzoek opstarten via boringen en via proefsleuven
3
4
2
2
2
4
2
2
0
0
0
0
0
3
4
4
4
9
16
8
8
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
in uitvoering
2. Risicoanalyse-10/34
uitgevoerd
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
2
zorgen dat de kennis om om te gaan met deze materie binnen W&Z bij alle projectingenieurs voorhanden is
2
in uitvoering
2
bij het opmaken van bestekken posten voorzien voor het opruimen van verontreinigde grond
op voorhand maximaal zowel de geotechnische karakteristieken van de ondergrond als de potentieel vervuilde locaties in gemiddeld kaart brengen door meer boringen en grondonderzoeken te voorzien dan strikt noodzakelijk
94 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
4
3
door het ontbreken van een ambtelijk akkoord over sommige onderwerpen, verloopt de werking van de thematische werkgroep flankerend beleid landbouw traag en is het voor de vertegenwoordigers van de belangengroepen onduidelijk wat er zal gebeuren, waardoor het draagvlak kan wegvallen.
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
3 0
0
0
3
3
3
3
0
0
6
6
6
3
4
0
3
4
reeds bestaande knelpunten en ongewenste gebeurtenissen (bv. onvoorziene wateroverlast of ongevallen) worden aan het project toegewezen, waardoor een verkeerde perceptie ontstaat bij de betrokkenen en het draagvlak verdwijnt.
er is onvoldoende vertrouwen tussen de vertegenwoordigers die in de overlegstructuur zetelen en hun achterban, waardoor de vertegenwoordigers hun achterban niet altijd in de hand hebben en lokaal druk kan ontstaan de informatie, die verstrekt wordt aan vertegenwoordigers van betrokken organisaties en gemeenten, stroomt onvoldoende of in een aangepaste versie door naar de achterban, zodat het draagvlak voor het Sigmaplan afneemt bij de achterban.
18
24
24
12
zorgen voor een ambtelijk akkoord over de behandelde onderwerpen in de werkgroepen gemiddeld vooraleer deze onderwerpen voor te leggen aan de belangengroepen
werfvergaderingen gedeeltelijk openstellen voor de vertegenwoordigers van de gemeenten, zodat bepaalde knelpunten tijdig en in overleg met de gemeenten meegenomen kunnen worden
voorzien van regelmatige communicatie via een projectnieuwsbrief voor de gemiddeld betrokkenen, waardoor basisinformatie over het project op een gecontroleerde manier beschikbaar gesteld wordt
1
1
0
0
1
1
1
2
0
0
0
4
4
4
4
4
8
klein
klein
gemiddeld
in uitvoering
in uitvoering
2. Risicoanalyse-11/34
in uitvoering
nog niet uitgevoerd
in uitvoering
in uitvoering
2
klein
voorzien van voldoende frequent bilateraal overleg met lokale vertegenwoordigers van belangengroepen, aanvullend op het formele klankbordgroepoverleg
2
3
in uitvoering
0
3
in uitvoering
voorzien van regelmatige communicatie via een projectnieuwsbrief voor de betrokkenen, waardoor basisinformatie over het project op een gecontroleerde manier beschikbaar gesteld wordt
2
aanspreken van het juiste niveau in de hiërarchie van organisaties, zowel op het beslissingsniveau als op het uitvoeringsniveau
gemiddeld
1
opmaken en bijhouden van een gemiddeld afspraken- en beslissingsregister (logboek besluitvorming)
opstellen van een meerjaren stappenplan voor procedures en processen (incl. het aanduiden van communicatiemomenten) over de verschillende deelprojecten heen
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 95
onvoldoende lokaal draagvlak bij lokale besturen, zodat de samenhangende, uitgestippelde lijn (uitgangspunten, instrumentarium, concrete instandhoudingsdoelstellingen en doelstellingen voor veiligheid) op Vlaams niveau onder druk komt te staan
V L A A M S P A R LEMENT
aanvaardbaar
5
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
Opmerkingen
Algemeen Residuair risico
Bestuurlijk
5 25 gemiddeld
in uitvoering
organiseren van overleg met de voogdijminister, zeker in het geval van crisissituaties ter zake, om tot een correcte belangenafweging te komen
2. Risicoanalyse-12/34
in uitvoering
in uitvoering
opmaken en afsluiten van afdwingbare (samenwerkings)overeenkomsten tussen verschillende partijen
gemiddeld
uitgevoerd
9
identificeren en zoveel mogelijk benutten van maximale winwinsituaties voor de aanwezige belangen
3
in uitvoering
3
in uitvoering
opmaken en bijhouden van een afspraken- en beslissingsregister (logboek besluitvorming)
opmaken, uitvoeren en monitoren van een geïntegreerd communicatieplan (interne en externe communicatie)
voorzien van extra infomomenten voor de lokale vertegenwoordigers van de belangengroepen bij belangrijke projectstappen
96 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Opmerkingen
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Totaal (laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
723.557.864
nvt nvt
11) Vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
6.025.187 euro per jaar (prijspeil 2005)
723.557.864
184.451.206
10) Beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
9) (Laatste raming) exploitatie- en onderhoudskosten tot 30 jaar na afwerking project
8) (Laatste raming) oorspronkelijk budget
(Laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
Totaal reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
5.448.391 75.477
6) Prijsherzieningen 7) Verwijlinteresten
nvt 7.480.667
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
5) Meer- en minwerken
0 nvt
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
171.446.671
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
1) Oorspronkelijk budget
Reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
3. Financieel-13/34
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn onder de andere lijnen van de tabel. Geef in deze tabel de nog te voorziene (laatst geraamde) kosten, uitgesplitst naar 'oorspronkelijk budget', 'exploitatie- en onderhoudskosten' (en dit tot 30 jaar na de afwerking van het project), 'beschikbaarheidsvergoedingen' en 'vraagvergoedingen'. Geef de totale kosten van het project zoals vermeld in de vorige rapportering, de initiële raming van de kosten (m.n. de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project), het jaar waarin de initiële raming werd gemaakt en de reden waarom de huidige (geraamde) kosten van het project verschillen van deze opgenomen in de vorige rapportering. De rest van de tabel wordt automatisch ingevuld op basis van o.a. de ingevulde gegevens in de detailleringstabellen (zie verder). Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
SAMENVATTEND OVERZICHT
Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanicering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
Er wordt pas gerapporteerd vanaf 1 januari 2006, gezien de beslissing van de Vlaamse Regering op 22 juli 2005 (zie hoger).
Voor 2007, 2008, 2009 en 2010 werd, overeenkomstig de beslissing van de Vlaamse Regering, een aanzienlijk budget voorzien om de ambitieuze doelstelling in 2010 te kunnen halen. Dit bedrag zal ook besteed worden aan een aantal dijkverstevigingsprojecten en de verdere afwerking van het GOG Kruibeke - Bazel - Rupelmonde. Ook in de daaropvolgende jaren zouden bedragen van diezelfde grootteorde aan de verdere realisatie van het Sigmaplan dienen besteed te worden. Dit is bovendien verankerd in het Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de uitvoering van de OS2010, dat op 1 oktober 2008 in werking is getreden.
3. FINANCIEEL
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 97
13.004.535
2005
882.000.000
meer- en minwerken en prijsherzieningen (zie punten 5 en 6)
V L A A M S P A R LEMENT MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B 361B7005 MG6102B MG6102B
overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR
2006 2006 2006 2007 2007 2007 2007
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
BA
Verantwoording
Begrotingsjaar
8.991.115,69 4.791.228,51 8.189.146,74 8.770.970,00 5.730.000,00 8.020.600,00 12.507.420,00
Bedrag vastlegging, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
Status
3. Financieel-14/34
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn in de andere deeltabellen onder punt 3.1. Geef voor iedere vastlegging de verantwoording, het begrotingsjaar, de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Detail reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen 1) Oorspronkelijk budget
Anno 2010 worden de globale kosten voor het Sigmaplan tot 2030 aldus geraamd worden op 994 miljoen EUR (prijspeil 2010) + circa 62 miljoen EUR omwille van de flankerende maatregelen. De benodigde budgetten voor de verdere uitvoering van het geactualiseerde SIGMAPLAN tot 2030 worden geraamd op 904 miljoen EUR voor de realisatie + circa 24 miljoen EUR omwille van de flankerende maatregelen (prijspeil 2010). In de voorliggende rapportering worden evenwel de referentiecijfers met prijspeil 2005 behouden, teneinde vergelijking met de voorgaande jaren mogelijk te maken.
De totale kosten voor de uitvoering van het geactualiseerd Sigmaplan (planning 2010-2030) werden, voor wat de werken inclusief verwervingen en flankerende maatregelen betreft, in 2005 geraamd op 882 miljoen euro = 830 miljoen euro voor werken + circa 52 miljoen euro voor flankerende maatregelen (prijspeil 2005) exclusief overheadkosten, studiekosten, beheer- en onderhoudskosten, edm. Op basis van deze totaalkost voor het geactualiseerd Sigmaplan werd in de nota aan de VR van 2005 de jaarlijkse budgetbehoeften bepaald voor de uitvoering van de zgn. 2010-projecten voor de periode 2006-2015. Deze budgetbehoeften refereren evenwel naar een prijspeil van het voorjaar van 2005. Gelet op de reeds uitgevoerde werken in het kader van het SIGMAPLAN (reeds doorgevoerde vastleggingen in de periode 2006 t.e.m. 2009) enerzijds, en de randvoorwaarden op het vlak van budgettering (o.a. gemiddelde stijging van ca. 20 % van productie- en materiaalprijzen in de periode 2005-2010) anderzijds, werden de hoger genoemde budgetbehoeften in 2010 geactualiseerd.
Opmerkingen
Verschil met initiële raming
Jaar van de initiële raming van de kosten
Totaal kosten project, initiële raming
Reden verschil met vorige raming
2.628.210
892.376.325
Totaal kosten project, zoals opgenomen in de vorige rapportering
Verschil met vorige raming
895.004.535
TOTAAL (LAATSTE RAMING) KOSTEN PROJECT, incl BTW (indien verschuldigd) (€)
98 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
cluster Hedwige- en Prosperpolder cluster Vlassenbroek - Grote Wal - Kleine Wal - Zwijn cluster Kalkense Meersen GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten (KBR) dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten (dijkwerken) cluster Hedwige- en Prosperpolder overkoepelende studies en activiteiten (clusters) investeringen en aankopen GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten (KBR) dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten (dijkwerken) cluster Hedwige- en Prosperpolder overkoepelende studies en activiteiten (clusters) investeringen en aankopen investeringen en aankopen studies wetlands Kalkense Meersen, Durme en KBR communicatie wetlands Kalkense Meersen, Durme en KBR GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten (KBR) dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten (dijkwerken) cluster Hedwige- en Prosperpolder investeringen en aankopen investeringen en aankopen Wetlands, Kalkense Meersen, Durme enz. studies wetlands Kalkense Meersen, Durme enz. studies wetlands Kalkense Meersen, Durme, Nete en KBR onderhoud wetlands Kalkense Meersen, Durme, Nete en KBR opmaak ontwerpen wetlands Kalkense Meersen, Durme, investeringen en aankopen wetlands Kalkense Meersen, communicatie wetlands Kalkense Meersen, Durme en KBR interregproject KBR
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
2007 2007 2007 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B LD7003BC MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B LD7003BC LBC000_3LD02600_7111 LBC000_3LD00200_1211 LD0000_1LD30100_1211 MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B LD7003BC LBC000 3LD02600 7111 LBC000 3LD00200 1211 LBC000 3LD00200 1211 LBC000 3LD00200 1211 LBC000 3LD00200 1211 LBC000 3LD02600 7111 LBC000 3LD03000 7100 LD0000 1LD30100 1211 LC0000 1LD30700 1211
171.446.670,79
14.911.610,00 750.000,00 937.500,00 8.009.462,63 2.317.437,56 9.237.425,98 4.841.574,50 4.138.500,00 11.625.044,64 7.000.000,00 2.675.595,16 413.541,24 3.151.386,23 784.852,60 12.473.752,50 2.346.834,56 1.883.146,16 4.459.000,00 194.739,00 38.788,00 2.397.780,22 958.727,94 739.028,49 283.246,50 3.633.902,65 1.015.543,06 3.329.588,82 4.166.042,51 3.292.765,19 130.820,44 61.420,93 99.792,34 2.000.000,00 30.000,00 117.340,00 vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
3. Financieel-15/34
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 99
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
BA nvt
0
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) nvt
nvt
nvt
V L A A M S P A R LEMENT 0
nvt
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
BA nvt
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Begrotingsjaar nvt
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€) nvt
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vatlegging) van de vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder vraagvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
BA
Begrotingsjaar
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder beschikbaarheidsvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
Begrotingsjaar nvt
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de exploitatie- en onderhoudskosten. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder exploitatie- en onderhoudskosten, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Status niet van toepassing
niet van toepassing
Status
Status niet van toepassing
3. Financieel-16/34
100 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
5) Meer- en minwerken
overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten GOG KBR dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten cluster Hedwige- en Prosperpolder GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten KBR dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken cluster Hedwige- en Prosperpolder overkoepelende studies en activietiten clusters
2006 2006 2006 2007 2007 2007 2008 2008 2008 2008 2009 2009 2009 2009 2010 2010 2010 2010 2010 2010
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Verantwoording
Begrotingsjaar MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B
BA
7.480.666,90
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) 129.526,20 287.759,94 361.474,13 442.849,81 236.531,34 -118.652,64 83.100,00 214.874,96 22.683,73 305.000,00 111.895,78 999.375,62 2.207.415,48 980.579,00 155.164,15 37.663,18 308.354,87 37.663,18 224.626,87 452.781,30
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Hier worden de meerwerken en de minwerken sinds de start der werken opgenomen. Geef per kost het begrotingsjaar, de verantwoording van het meer- of minwerk, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Voor minwerken duidt men 'niet van toepassing' aan in deze kolom. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
Status
3. Financieel-17/34
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 101
6) Prijsherzieningen
V L A A M S P A R LEMENT
2006 2007 2007 2008 2008 2009 2009 2010 2010
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Verantwoording
dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten cluster Hedwige- en Prosperpolder dijkwerken Zeescheldebekken cluster Hedwige- en Prosperpolder GOG KBR Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Begrotingsjaar
Geef de betaalde verwijlinteresten, het begrotingsjaar, de verantwoording voor de verwijlintresten en de basisallocatie. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
7) Verwijlinteresten
MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B
BA
MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B MG6102B
dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten GOG KBR dijkwerken Zeescheldebekken GOG KBR dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten cluster Hedwige- en Prosperpolder GOG KBR overkoepelende studies en activiteiten KBR dijkwerken Zeescheldebekken overkoepelende studies en activiteiten dijkwerken cluster Hedwige- en Prosperpolder overkoepelende studies en activietiten clusters
2006 2006 2007 2007 2007 2008 2008 2008 2009 2009 2009 2009 2010 2010 2010 2010 2010 2010
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
BA
Verantwoording
Begrotingsjaar Status vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
15.664,58 711,12 11.680,46 22.173,36 0,00 17.120,24 1.795,20 3.616,20 2.716,32 75.477,48
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
5.448.390,89
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) 132.968,60 73.350,00 1.965,24 297.720,07 2.250,00 140.604,60 1.850.000,00 116.439,10 760.000,00 450.000,00 178.777,95 38.690,96 674.854,75 25.803,12 300.000,00 0,00 389.379,96 15.586,54
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef per prijsherziening het begrotingsjaar, de verantwoording van de prijsherzieningen, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel.
3. Financieel-18/34
102 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Jaar van de initiële raming
0
Totaal initiële raming, incl. BTW (indien
0
Verschil met initiële raming 0 0 0
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien Omschrijving van de vergoeding
Te betalen door
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Opmerkingen
Kapitaalinbreng Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Totaal Kapitaalinbreng kapitaalinbreng in 2009 vóór 2009 Kapitaalinbreng in 2010 Kapitaalinbreng in 2011
Kapitaalinbreng in 2012
3. Financieel-19/34
Jaar van de Totale initiële raming kapitaalinbreng, Totaal incl. BTW Totaal initiële kapitaalinbreng (indien raming, incl. Verschil met vanaf 2013 verschuldigd) initiële BTW (indien ( €) verschuldigd raming ( €) (€) 0 0
Geef de kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef ook het bedrag van de initiële raming, het jaar waarin deze initiële
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
Beschikbaarheidsvergoeding Vraagvergoeding
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag
Te betalen door derden
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Bouwkost SPV Financieringskost SPV Andere
Aard van de kosten
Geef de bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten vermeld worden. Geef deze bedragen tevens zoals ze op het moment van de initiële raming werden ingeschat. Geef ook het jaar waarin deze initiële raming werd
Kosten voor de SPV
Jaar van de financieringsovereenkomst
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.2 Voor projecten met alternatieve financiering
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 103
3.3 Maatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
niet van toepassing
Geef de eventuele impact van de kostenoverschrijdingen op de prioriteitstelling binnen de begroting en de invloed ervan op de begroting van andere beleidsdomeinen en op derden.
3.4 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
3. Financieel-20/34
Voor het vermijden van kostenoverschrijdingen wordt de uitvoering van studies en werken van nabij opgevolgd. Daarnaast wordt een flexibele meerjarenbegroting opgesteld, die als leidraad dient. De
Geef hier de beheersmaatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken (dit hangt samen met de risico's met betrekking tot kostenoverschrijdingen).
104 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Aanvangsdatum Einddatum
2. Vergunningsfase
Aanvangsdatum Einddatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen Initiële planning Vorige planning
2005 2030
2005 2030
2005 2030
2005 2030
Laatste herziening planning
4. Planning-21/34
gefaseerde uitvoering, meerdere deelwerken
gefaseerde uitvoering, meerdere deelwerken
gefaseerde uitvoering, meerdere deelwerken
gefaseerde uitvoering, meerdere deelwerken
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.1. Dijkwerken Zeescheldebekken
4.1 Algemene planning en mijlpalen
Opmerkingen Er wordt pas gerapporteerd vanaf 1 januari 2006, gezien de beslissing van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005. Een deel van de werkzaamheden (vb KBR, dijkwerken) zijn reeds vroeger aangevat.
4. PLANNING
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 105
2005-2030 niet van toepassing
gefaseerde uitvoering, meerdere deelwerken
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
4. Planning-22/34
Opmerkingen De dijkwerken voor het Zeescheldebekken bestaan uit meerdere kleine deelprojecten, ieder met hun eigen planning. Er worden daardoor doorlopend werken gestart en beëindigd, studies uitgevoerd, e.a.. Voor wat betreft de dijkwerken langs de Zeeschelde tussen Fort Filip en Noordkasteel is de uitvoering van de werken reeds lopende. Ook op tal van andere plaatsen in het Zeescheldebekken zijn dijkwerken in uitvoering. Op een aantal andere locaties dienen de werken dan weer nog opgestart. Voor een gedetailleerde planning wordt daarom verwezen naar het meerjarenplan.
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
106 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Aanvangsdatum Einddatum
2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum
Fasen
2011
2006 2011
Initiële planning
2012
2006 2012
Vorige planning
2012
2006 2012
Laatste herziening planning
niet van toepassing
4. Planning-23/34
gebeurde vóór 01-01-2006 (zie hoger)
gebeurde vóór 01-01-2006 (zie hoger)
gebeurde vóór 01-01-2006 (zie hoger)
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.2. GOG Kruibeke - Bazel - Rupelmonde
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 107
V L A A M S P A R LEMENT 2012
2007 2012
2007 2007
2006 2007
2006 2006
Initiële planning
2015
2008 2015
2007 2007
2007 2008
2006 2007
Vorige planning
2015
2008 2015
2007 2007
2007 2008
2006 2007
Laatste herziening planning
niet van toepassing
Reden laatste herziening planning
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
4. Planning-24/34
Opmerkingen De werken in de cluster Hedwige-Prosperpolder op Vlaams grondgebied zijn momenteel in uitvoering. In Nederland bevinden de werken zich nog in voorbereidingsfase, gezien de procedurele fase nog steeds niet is afgelopen. Door het loskoppelen van het Nederlandse en Vlaamse traject kon verder vertraging voor het Vlaamse traject vermeden worden.
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Aanvangsdatum Einddatum
2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum
Fasen
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.3. Cluster Hedwige- en Prosperpolder
108 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
2009
Einddatum
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum 2020
2009 2020
2009
Einddatum
4. Realisatiefase
2009
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2008
2007 2007
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum
Fasen
2020
2009 2020
2009
2009
2009
2008
2007 2007
Vorige planning
2020
2010 2020
2011
2010
2010
2008
2007 2007
Laatste herziening planning
niet van toepassing
4. Planning-25/34
start uitvoering werken Wijmeers 1, Paardeweide en Bergenmeersen van zodra bouwvergunning verleend wordt (cfr supra).
werken in Wijmeers 2 in uitvoering sedert eind 2009 ;
GRUP goedgekeurd op 26-03-2010 ; MER goedgekeurd op 11-06-2010 ; stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd eind juni 2010.
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.4. Cluster Kalkense Meersen
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 109
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
2020
2009 2020
2009 2009
2009
Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2008
2007 2007
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum
Fasen
2020
2009 2020
2009 2009
2009
2008
2007 2007
Vorige planning
2020
2011 2020
2011 2011
2010
2008
2007 2007
Laatste herziening planning
niet van toepassing
1ste uitvoeringsfase voorzien 2011
4. Planning-26/34
GRUP goedgekeurd op 26-03-2010 ; MER wetlands goedgekeurd op 18-02-2010 ; MER estuariene projecten goedgekeurd op 31-032010 ; stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd mei 2010.
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.5. Cluster Durme en haar vallei
110 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
2020
2009 2020
2009 2009
2009
Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2008
2007 2007
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum
Fasen
2020
2009 2020
2009 2009
2009
2008
2007 2007
Vorige planning
2020
2011 2020
2011 2011
2010
2008
2007 2007
Laatste herziening planning
niet van toepassing
1ste uitvoeringsfase voorzien 2011
4. Planning-27/34
GRUP goedgekeurd op 26-03-2010 ; MER goedgekeurd op 10-05-2010 ; stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd 2de helft 2010.
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.6. Cluster Vlassenbroek - Grote Wal - Kleine Wal - Zwijn
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 111
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
2020
2009 2020
2009 2009
2009
Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2008
2007 2007
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum
Fasen
2020
2009 2020
2009 2009
2009
2008
2007 2007
Vorige planning
2020
2011 2020
2011 2012
2011
2009
2007 2007
Laatste herziening planning
niet van toepassing
zie hierboven
4. Planning-28/34
MER goedgekeurd 08-06-2010 ; GRUP goedgekeurd 21-01-2011 waardoor vergunningentraject enigszins opschuift
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.7. Cluster Dijlemonding
112 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
2009
Einddatum
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum 2015
2010 2020
2009
Einddatum
4. Realisatiefase
2009
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2009
2008
2006
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum
Fasen
2015
2010 2020
2009
2009
2009
2009
2008
2006
Vorige planning
2024
2014 2024
2013
2012
2012
2010
2010
2006
Laatste herziening planning
niet van toepassing
zie hierboven
4. Planning-29/34
Om budgettaire impact te spreiden wordt geopteerd om de contracteringsfase over 2 jaar te spreiden.
zie hierboven
Op basis van de initiatiefase dient een GRUP te worden voorzien, waardoor dit traject wordt uitgebreid.
zie hierboven
Afstemming om het draagvlak te garanderen en de definitie van de technische ingrepen resulteerden in een langere doorlooptijd.
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.8. Grote Nete
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 113
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
2024
2014 2024
2014
Einddatum
4. Realisatiefase
2013
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2013
2012
2010
Laatste herziening planning
Einddatum
Vorige planning
2012
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum
Fasen
niet van toepassing
zie hierboven
zie hierboven
opmaak MER, GRUP, …
4. Planning-30/34
opmaak inrichtingsplan, afstemming draagvlak
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1.9. Cluster Bovendijle
114 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten
De natuurcompensatie voor het project Derde Scheldeverruiming (gelegen tussen Fort Filip en Noordkasteel) wordt gerealiseerd in het kader van het Sigmaplan. Indien deze natuurcompensatie vertraging oploopt, worden de afspraken in het kader van de Derde Scheldeverruiming niet tijdig uitgevoerd.
Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
Projectsituatie
Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
4. Planning-31/34
Indien er extra tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering, wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3 Afgesproken tussentijdse evaluaties
Derde Scheldeverruiming
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 115
V L A A M S P A R LEMENT
Vraag gericht aan
Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits alle ministers Hilde Crevits Hilde Crevits alle ministers Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits alle ministers Hilde Crevits Geert Bourgeois Hilde Crevits Hilde Crevits / Kris Peeters Hilde Crevits / Geert Bourgeois Philippe Muyters Joke Schauvliege Joke Schauvliege Hilde Crevits Hilde Crevits Philippe Muyters Joke Schauvliege / Geert Bourgeois Joke Schauvliege Joke Schauvliege alle ministers Hilde Crevits
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
315 370 402 552 586 668 720 700 710 977 971 1011 1032 1044 522 1102 1146 942 43 72 88 249 260 90 134 152 162 296 307
Vraagnummer Jos De Meyer Jan Roegiers Jos De Meyer Jan Roegiers Els Robeyns Bart Van Malderen Jean-Jacques De Gucht Jos De Meyer Veli Yüksel Jos De Meyer Jos De Meyer Marc Hendrickx Paul Delva Jos De Meyer Jos De Meyer Peter Gysbrechts Peter Reekmans Dirk Van Mechelen Jos De Meyer Marc Van de Vijver Bart Martens Bart Van Malderen Jan Roegiers Dirk Van Mechelen Dirk Van Mechelen Mark Demesmaeker Dirk Peeters Dirk Van Mechelen Marino Keulen
Vraagsteller 26 9 12 8 18 27 12 10 11 8 8 2 2 7 7 13 15 30 19 20 26 18 22 16 16 24 30 3 6 januari februari februari maart maart april mei mei mei juli juli september september september september september september juni oktober oktober oktober november november november november november november december december 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
Datum vraag Waterbeheersing Oost-Vlaanderen - Bevaarbare waterlopen Dossiers Mobiliteit en Openbare Werken - Overleg Investeringsprogramma waterwegen - Fietstunnel Durme Mobiliteit en Openbare werken - Studieopdrachten Integraal plattelandsbeleid - Initiatieven Sigmaplan Kalkense Meersen - Grondaanvoer Werken Sigmaplan Uitbergen - Transport over water Vlaamse overheid - externe communicatiebureaus Sluisproject Schelde Gent - Stand van zaken - Scheldemug Sigmaplan - Communicatie Watergebonden openbare werken - Natuurcompensaties Waterwegen en Zeekanaal NV - Archeologisch onderzoek Kalkense Meersen Onderzoeksopdrachten - Hoger onderwijs Brussel Zeeschelde Gentbrugge-Melle - Baggerproject De Bunt Hamme - Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Waterwegen en Zeekanaal NV - Voorkooprecht Hedwigepolder - Stand van zaken Openbare Werken - Archeologisch traject De Bunt Hamme - Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Onteigende landbouwgrond - Mestafzetrechten Demervallei - Natuur- en waterbeheer Geactualiseerd Sigmaplan - Uitvoering Mobiliteit en Openbare Werken - Evaluaties Bescherming onroerend erfgoed - Ankerplaatsen en erfgoedlandschappen Biodiversiteit - Landschapsevolutie Sigmaplan - Zenne en Barebeek Waterbeheersing - Netevallei Infrastructuurwerken 2011 - Archeologisch traject Infrastructuurwerken - EU-cofinanciering
Onderwerp vraag
5. Vragen Vlaams Parlement-32/34
antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp en de status van het antwoord.
5. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
116 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
6.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie De informatie in dit rapport is gebaseerd op zorgvuldig studiewerk. De budgetten worden gemonitord.
6. Interne controle-33/34
6.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie Er is een projectorganisatie opgezet die de gehele uitvoering van het geactualiseerd Sigmaplan zowel procesmatig als inhoudelijk opvolgt. Er bestaan hierbij afspraken over kennisuitwisseling, beslissingsbevoegdheden, … . Deze projectorganisatie wordt bijgestuurd naargelang van de noden van het moment (vb. oprichting lokake overlegfora, thematische werkgroepen, ...). Er bestaat een algemeen projectplan als leidraad die geüpdate kan worden zo hiertoe noodzaak bestaat.
6.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing De inschatting van de budgetten is gebeurd op basis van de ervaringen opgedaan in andere projecten (vb. KBR, andere dijkwerken, …). De budgettering wordt van nabij opgevolgd via een meerjarenbegroting. Om de planning zoals hier is opgemaakt te halen dienen voldoende budgetten te worden voorzien. Rekening houdende met de prijsevoluties en de doorgevoerde vastleggingen in de periode 2005-2009, werd in 2010 een actualisatie van de budgetbehoeften doorgevoerd.
6.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses De definiëring van de verschillende risico's is op een gefundeerde en doordachte manier gebeurd. Bij de verschillende betrokkenen zijn interviews afgenomen over de mogelijke risico's. Deze zijn vervolgens door de projectleiders van de verschillende projecten geanalyseerd in een aantal workshops. Voor de classificiatie en scoring van de risico's is de RISMAN methodiek gevolgd. De verschillende risico's en bijbehorende maatregelen zijn besproken op de stuurgroep. Het geheel staat gerapporteerd in het rapport "risicoanalyse van processen bij actualisatie van het SIGMAPLAN". In 2010 werd een actualisatie uitgevoerd van de risico's en werden de beheersmaatregelen geëvalueerd. Dit heeft geleid tot het initiëren van een aantal bijkomende beheersmaatregelen. Zo ondermeer werden aan de inventarisatie een aantal nieuwe risico's m.b.t. de uitvoeringsfase toegevoegd, alsook de bijhorende beheersmaatregelen.
6. INTERNE CONTROLE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 117
V L A A M S P A R LEMENT
28feb2011_Globaal geactualiseerd Sigmaplan_2
7. Conclusies-34/34
7.3 Planning 2010-projecten : in 2010 werden de aanbestedingsdossiers van verschillende gebieden voorbereid en werd een definitieve beslissing ivm de GRUPs genomen. Ook de aanvragen voor de stedenbouwkundige vergunningen werden in 2010 voorbereid en ingediend. Voor 2011 worden de aanbesteding en de start van uitvoeringsfase van verschillende 2010-projecten vooropgesteld. 2015-projecten : daarnaast wordt in 2011 gestart met de opmaak van inrichtingsplannen voor de verschillende projecten, die niet later dan 2015 in uitvoering moeten gaan.
7.2 Financieel Budgettair zit de uitvoering van het geactualiseerde Sigmaplan wat achterop t.o.v. de initieel vooropgestelde budgetbehoeften. Met de budgetten moet wel flexibel kunnen worden omgesprongen rekening houdend met de voortgang van procedures, de snelheid waarmee gronden verworven kunnen worden, ... . De meerjarenbegroting wordt daarom ook jaarlijks aangepast aan de nieuwe situatie op het terrein en de beschikbare budgetten. Een belangrijke vaststelling is dat de nodige budgetten, zoals voorzien bij de beslissing van de Vlaamse Regering, in 2009 en 2010 niet beschikbaar konden gesteld worden.
7.1 Risicoanalyse De risicoanalyse werd geactualiseerd in 2010. Daartoe werden de eerder gedefinieerde beheersmaatregelen geëvalueerd op basis van monitoring. Waar nodig werden bijkomende beheersmaatregelen uitgewerkt. In 2010 werden specifiek voor de uitvoeringsfase risico's en beheersmaatregelen geïnventariseerd. Mede hierdoor werden een aantal nieuwe risico's toegevoegd t.o.v. 2009. Deze nieuw toegevoegde risico's hebben betrekking op de technische uitvoering, het maatschappelijk/communicatief aspect en de juridisch/wettelijke procedures. De risico's voor het Geactualiseerd Sigmaplan worden, na het toepassen van de beheersmaatregelen, klein tot middelmatig ingeschat. De belangrijkste residuaire risico's zijn : het financiele risico, het opstarten van een juridische procedure, het niet tijdig verplaatsen van nutsleidingen, een onvoldoende werking van de grondenbank, het niet tijdig uitvoeren van grondverwervingen en de uitholling het flankerend beleid. Zoals ook eerder is gemeld aan het Vlaams Parlement, zal de periodieke actualisering van de risicoanalyse worden verder gezet in 2011, dit mede in het kader van de monitoring van de uitvoeringsfase van het geactualiseerde Sigmaplan.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
7. CONCLUSIES
118 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
119
BIJLAGE C4: Projectfiche N60 Ring rond Ronse
V L A A M S P A R LEMENT
André Blanchaert (tot 10/2010) ; Thomas Maes (vanaf 11/2010)
Projectverantwoordelijke
DOCUMENTGESCHIEDENIS
februari
V L A A M S P A R LEMENT
januari
2011
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
25
31 december 2008
ir. Thomas Maes projectingenieur ir. Koen Surdiacourt wnd. afdelingshoofd ir. Peter De Backer afdelingshoofd ir. Tom Roelants administrateur-generaal
Naam Functie Naam Functie Naam Functie
2010
2009
Naam
mei
februari
2008
2008
Functie
6
12
12
2008
28 augustus
juni
30
Datum gevalideerd rapport
31 december 2007
Projectsituatie
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
Agentschap Wegen en Verkeer
ja
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Rapporterende entiteit
2010 N60 Ronse
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
Naam project
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt dit sjabloon gebruikt voor de rapportering.
N60 Ronse
Datum
Datum
Datum
Datum
Jaarrapport
Jaarrapport
Halfjaarrapport
Jaarrapport
Soort rapport
8
8
5
25
april
april
april
januari
2011
2011
2011
2011
120 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1.1 Probleemomschrijving
Projectdoelstellingen
Referentie strategische doelstellingen
V L A A M S P A R LEMENT geen MKBA voorzien
Expert
Datum document
plan-MER
MER Francis Vansina
Expert 5
januari
2011
Datum document
Status
Status
richtlijnen geformuleerd en MER in opmaak
Indien er een milieueffectenrapport (MER -plan-MER of project-MER) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
MKBA
Indien er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
1.3 Alternatieven
SD1: realiseren van het wegennetwerk zoals voorgesteld in het Ruimtelijk realiseren van de N60 Rondweg ten westen van Ronse, over een afstand van ongeveer mobiliteitsplan Vlaanderen Structuurplan Vlaanderen door het oplossen van missing links en knelpunten op 5,5km tegen eind 2015 het hoofdwegennet en de primaire wegen categorie I
Strategische doelstellingen
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze " SMART" (d.i. specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen.
1.2 Doelstellingen
Het Streekplatform Strategisch Plan Zuid-Oost-Vlaanderen heeft in zijn sterkte-zwakte analyse van de regio Zuid-Oost-Vlaanderen bijzondere aandacht voor de N60. Als zwakte in verband met de economische ontwikkeling van Zuid-Oost-Vlaanderen wordt de gebrekkige ontsluiting binnen de regio aangehaald. Voor Ronse zelf wordt de huidige toestand van de N60 eveneens als zwakte aangestipt, en als beperkend voor de mogelijkheden van Ronse op economisch gebied. Als eerste oplossing voor het remediëren aan de zwakten van de regio Zuid-Oost-Vlaanderen op vlak van infrastructuur en mobiliteit wordt de volledige uitbouw van de N60 naar voor geschoven."
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is het wegvak van de N60 (Gent - Valenciennes) tussen De Pinte (aansluitingscomplex met E17) en de provinciegrens met Henegouwen ten zuiden van Ronse geselecteerd als primaire weg I. Dit wegvak is in de loop der jaren stelselmatig uitgebouwd tot een weg met 2 x 2 rijstroken (met middenberm) tussen De Pinte en Nukerke (Maarkedal). De laatste aanbesteding voor deze modernisering van de N60 (omgeving Nukerke) vond plaats in 1980. Het weggedeelte vanaf Nukerke is als primaire weg I nog te realiseren in de vorm van een rondweg ten westen van de stad Ronse "Hiertoe voorziet het gewestplan Oudenaarde (KB 24.02.1997) over een afstand van ongeveer 5,5km een reservatiestrook volgens een nieuw tracé, los van de bestaande N60. Dit traject staat als missing link in het gewestwegennetwerk vermeld. Het gemeentelijke mobiliteitsplan van Ronse werd conform verklaard in februari 2004; de aanleg van de N60-rondweg wordt in het beleidsplan als prioritaire maatregel omschreven. "Met het oog op de definitieve uitbouw als primaire weg I van het geselecteerde N60-wegvak werd in de periode 2003-2005 een streefbeeldstudie uitgevoerd. Het streefbeeld voor de N60 op het grondgebied van de stad Ronse werd conform verklaard op de Provinciale Auditcommissie in zitting van 17 mei 2004. Het streefbeeld gaat eveneens uit van de aanleg van de N60-rondweg.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting van de gevolgen bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 121
3 à 4 jaar
3 à 4 jaar
realiseert missing link N60 te Ronse met aan Zandstraat tunnel/insnijding 150m lang tot 8m diep; aan Fiertelmeers ophoging tot 8m; aan Kapellestraat insnijding tot 7m diep; aan Engelsenlaan insnijding tot 7m diep.
realiseert missing link N60 te Ronse met aan Zandstraat tunnel 850m lang diepe ligging; aan Fiertelmeers ophoging tot 5m; aan Kapellestraat insnijding tot 7m diep; aan Engelsenlaan insnijding tot 7m diep.
realiseert missing link N60 te Ronse op maaiveldniveau aan Zandstraat; aan Fiertelmeers ophoging tot 22m; aan Kapellestraat ophoging tot 7m diep; aan Zonnestraat insnijding tot 8m diep; aan Engelsenlaan insnijding tot 7m diep.
realiseert missing link in N60 te Ronse met tot 18m diepe tunnel (lengte 1000m) aan Zandstraat; aan Fiertelmeers ophoging tot 6m; aan Kapellestraat en Zonnestraat insnijding tot 8m diep; aan Engelsenlaan insnijding tot 7m diep.
1) Tracé in reservatiestrook gewestplan (max. langshelling 6%)
2) Tracé in reservatiestrook gewestplan (max. langshelling 4%)
3) Tracé volgt zover mogelijk bestaande N60 tot net voorbij de Schavaarthelling (max. langshelling 6%)
4) Tracé volgt zover mogelijk bestaande N60 tot net voorbij de Schavaarthelling (max. langshelling 6%)
3 à 4 jaar
3 à 4 jaar
Samenhang met doelstellingen
Alternatieven
Geschatte uitvoeringsperiode
V L A A M S P A R LEMENT nog niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
Geschat globale budjet, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
nog niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
Quick - scan van de belangrijkste risico's
wel RUP nodig
wel RUP nodig
geen RUP nodig
geen RUP nodig
Specifieke gevolgen voor het proces
Status en eventuele verantwoording
Indien er een MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, vermeld dan hier de in het MER opgenomen alternatieven. Indien er geen MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, geef dan een beknopte omschrijving van de onderzochte alternatieven. Geef bij ieder alternatief de samenhang met de doelstellingen van het project, de geschatte uitvoeringsperiode, het globale budget (incl. BTW, indien deze verschuldigd is) en de specifieke gevolgen van de keuze van het alternatief voor het proces. Vermeld door een eerste inschatting (quick-scan) de belangrijkste risico's verbonden aan het alternatief. Indien men een bepaald alternatief niet verder in overweging neemt, wordt dit vermeld men dit in de laatste kolom, samen met de verantwoording.
122 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
3 à 4 jaar nog niet bepaald
nog niet bepaald
og niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
nog niet bepaald
Motivatie
Deze varianten minimaliseren betekenisvolle effecten voor de instandhouding van de habitats in de westelijk gelegen SBZ-H (Hotondbos) en minimaliseren de doorsnijding van de definitief aangeduide ankerplaats. In het geval van variant 3A is er betekenisvolle aantasting van onroerend erfgoedelementen t.h.v. de Kruisstraat.
Gekozen alternatief
nog geen alternatief gekozen; ontwerp plan-MER geeft voorkeur aan varianten 2Ab, 3A of 23-1A
wel RUP nodig
wel RUP nodig
wel RUP nodig
Randvoorwaarden
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen, de randvoorwaarden en eventuele hypothesen verbonden aan dit alternatief.
1.4 Projectvoorstel
realiseert missing link N60 te Ronse met tot 10m diepe tunnel (lengte 300m) aan Zandstraat; is een tussenvariant tussen Tracé 2 en Tracé 3. Vandaar de benaming Variant 23.
3 à 4 jaar
realiseert missing link N60 te Ronse met tot 10m diepe tunnel (lengte 300m) aan Zandstraat; aan Fiertelmeers ophoging tot 26m; aan Kapellestraat ophoging tot 8m en aan Zonnestraat insnijding tot 7m diep; aan Engelsenlaan insnijding tot 7m diep.
6) Tracé volgt zover mogelijk bestaande N60 tot net voorbij de Schavaarthelling (max. langshelling 6%)
Varianten voortvloeiend uit ontwerpend onderzoek/voortschrij dend inzicht: variant 23-1A
3 à 4 jaar
realiseert missing link N60 te Ronse met tot 12m diepe tunnel (lengte 650m) aan Zandstraat; aan Fiertelmeers ophoging tot 21m; aan Kapellestraat en Zonnestraat ophoging tot 7m; aan Engelsenlaan insnijding tot 7m diep.
5) Tracé volgt zover mogelijk bestaande N60 tot net voorbij de Schavaarthelling (max. langshelling 5%)
Hypothesen
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 123
V L A A M S P A R LEMENT
Naam en concrete relatie
Status
V L A A M S P A R LEMENT
gunning opdracht
Contracteringsfase
2012
2010
juli
afleveren bouwvergunning
Vergunningsfase
februari
2007
oktober
Initiële planning
toewijzing studieopdracht
Beslismomenten
Initiatiefase
Fase 2007
december 2012
december 2011
oktober
Vorige planning
juni
oktober
2013
2012
Herziene planning
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure planMER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure planMER en adviesverstrekking. O.a. met het oog op vlotte vergunningverlening
Reden herziening planning t.o.v. vorige planning
Point of no return en gevolgen bij het niet respecteren bij stopzetten van de studieopdracht is er schadevergoeding te betalen aan de opdrachthouder
Geef per deelfase van het project de belangrijkste beslismomenten (van de stuurgroep, de minister, de Vlaamse Regering, de administratie m.b.t. vergunningen e.a.) weer en duid aan wanneer deze beslismomenten voorzien zijn in de planning. Geef hiervoor de initiële planning (m.a.w. de planning opgenomen in de eerste rapportering over het project), de vorige planning (m.a.w. de planning zoals opgenomen in de vorige rapportering) en de herziene planning sinds de vorige rapportering indien de planning werd herzien. Licht toe waarom de planning werd herzien sinds de vorige rapportering (indien van toepassing), geef de 'points of no return' aan (bv aanbesteding) en wat de gevolgen zijn op de planning of de kosten (bv vergoeding aan de aannemer indien het contract niet gerespecteerd wordt) indien deze punten niet gerespecteerd worden / terug in vraag gesteld worden.
1.6 Besluitvormingsproces
nihil
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
1.5 Concreet gerelateerde projecten
124 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
start werken
openstelling wegvak
Realisatiefase
Exploitatiefase
2012
december 2015
februari
2013
december 2016
april
juli
oktober
2017
2013
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure planMER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure planMER en adviesverstrekking.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
125
V L A A M S P A R LEMENT
4
4
negatieve invloed op ankerplaatsen
verstoring van brongebieden
Omschrijving van het Kans op risico voorkomen
3
4
Impact prijs
1
2
Impact tijd
4
3
Impact draagvlak
2
3
Impact kwaliteit
10
12
Totale impact
40
48
Risicogrootte
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project. Beheer en onderhoud zijn tijdens de beschikbaarheidsfase voor de THV
Opmerkingen De laatste versie van het geactualiseerd risicoregister dateert van 18/1/2011
Algemeen Residuair risico
Bestuurlijk
Maatschappelijk / communicatief
Financieel
Ruimtelijk
Technisch
Organisatorisch
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
groot
groot
Grootte risico
2
2
overleg met RWO en andere actoren tijdens opmaak planMER. Bepaalde varianten (cfr. Supra) minimaliseren de effecten op de ankerplaats.
3
2
1
2
4
3
2
2
Impact Impact Impact Impact Kans op draagvlak kwaliteit tijd prijs voorkomen (rekening (rekening (rekening (rekening (rekening houdende houdende houdende houdende houdende met BHM) met BHM) met BHM) met BHM) met BHM)
overleg met RWO en andere actoren tijdens opmaak planMER. Bepaalde varianten (cfr. Supra) minimaliseren de effecten op de ankerplaats.
Beheersmaatregel (BHM)
10
9
Impact (rekening houdende met BHM)
20
18
Risicogrootte
middelmatig
middelmatig
Grootte residuair risico
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het residuaire risico wordt automatisch berekend. Vermeld in de kolom "status BHM" of de beheersmaatregel al dan niet reeds werd uitgevoerd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
126 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
5.021.111
0 0 0 0 0
0
niet van toepassing
5.021.111
5.021.111
0
0
5.021.111
Opmerkingen De vermelde studiekosten betreffen de globale studieopdracht, waarin het referentieontwerp, het MER en het risicomanagement geïntegreerd zijn opgenomen. Verdere ramingen zijn voorbarig; de resultaten van de studieopdracht zijn af te wachten. De onteigeningskosten hebben betrekking op de periode tussen 1985 en 1991.
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
1.834.412
0
0
0
0
1.834.412
0
0
2007
0
0
1.834.412
3.186.699
0
3.186.699
3.186.699
0
0
3.186.699
0
0
0
3.186.699 0
2007
0
3.186.699
0
0
0
0
0
Overige
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Vraagvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
0
0
0
0
0
0
0,00
0
0,00
Beschikbaarheidsvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
0
0,00
0
0,00
0
0
1.834.412,00
3.186.699
3.186.698,59
Exploitatie- en onderhoudskosten gedurende 30 jaar na afwerking project
Totaal realisatiekosten
Realisatiekosten
Onteigeningskosten
Totaal studiekosten
Studiekosten
Geef per kostentype de raming weer, op jaarbasis uitgesplitst. Indien er kosten opgenomen worden in de rij 'overige' wordt het type van deze kosten toegelicht in de kader 'opmerkingen' onder de tabel (bv. kosten flankerende maatregelen). Het totaal aan vastleggingen van de voorbije jaren wordt in de kolom 'totaal aan vastleggingen vóór ...' ingevuld. Geef voor het huidige begrotingsjaar het bedrag ingeschreven in de huidige begroting en het reeds vastgelegde bedrag. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste raming werd gemaakt en, indien de raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming'. Voor projecten zonder alternatieve financiering wordt in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming' 'niet van toepassing' vermeld in de rijen 'beschikbaarheidsvergoeding' en 'vraagvergoeding'. Geef in de kolom ‘totaal vorige raming’ de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'totaal laatste raming', 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rijen 'totaal studiekosten', 'totaal realisatiekosten' en 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. Voor al de projecten, ook voor projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). Jaar initiële 2007 Laatste Laatste Laatste Laatste Bedrag raming Verschil met Reden van de recentste Jaar van de raming raming raming raming Totaal aan ingeschreven Totaal vorige Totaal laatste Vastlegging vorige herziening van de recentste noodzakelijk noodzakelijk noodzakelijk noodzakelijk vastleggingen Aard van de kosten in de Verschil met raming raming in 2010 Totaal initiële raming raming raming budget in budget in budget in budget vanaf vóór 2010 begroting initiële raming 2013 2012 2011 2014 van 2010 raming
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
3. FINANCIEEL
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 127
Onderhandelingsprocedure met bekendmaking
nog niet gekend
Reden van de recentste herziening van de raming
0
Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
76.000.000
0
0
76.000.000
Verschil met initiële raming
2007
V L A A M S P A R LEMENT
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) Omschrijving van de vergoeding
Te betalen door
Te betalen door derden Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vraagvergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
76.000.000
0
76.000.000
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
0 0
76.000.000
Verschil met vorige raming
Andere
76.000.000
Totaal vorige raming
0
2007
Totaal laatste raming
Financieringskost SPV
Bouwkost SPV
Aard van kosten
Jaar van de recentste raming
Geef in de kolom 'totaal laatste raming' de laatst geraamde bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten worden vermeld. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar dat de laatste raming werd gemaakt en, indien deze gewijzigd is t.o.v. de raming opgemonen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Geef in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rij 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kosten voor de SPV
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing). Nog niet bepaald. Mogelijk via participatie van Via-Invest en SPV.
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.3 Voor projecten met alternatieve financiering
Aanbestedingsprocedure werken
Duid de wijze aan waarop de aanbestedingprocedure van de werken zal verlopen.
3.2 Soort aanbestedingsprocedure
128 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
KI in 2010
Laatste raming KI in 2011
Laatste raming KI in 2012 Laatste raming KI in 2013 Laatste raming KI vanaf 2014 0
Totaal laatste raming
Jaar van de recentste raming Totaal vorige raming
Omschrijf eventuele gemaakte afspraken met betrekking tot compensaties bij budgetoverschrijdingen.
3.6 Afspraken in verband met eventuele compensaties bij budgetoverschrijdingen
Op 23 maart 2007 werd de N60 Ronse door de Vlaamse Regering als één van de prioritaire missing links erkend.
Geef aan wat de prioriteitstelling binnen de begroting zal zijn en of dit project een invloed zal hebben op de begroting van andere beleidsdomeinen of op derden.
3.5 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
Indien er een MKBA in het kader van dit project werd uitgevoerd, geef hier de conclusies uit het rapport van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (maximaal 1 pagina). Er wordt geen MKBA opgemaakt.
3.4 Conclusies van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA)
Opmerkingen De maximale beschikbaarheidsvergoeding is determinerend voor het totale investeringsvolume.
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng
Totaal kapitaalinbren g (KI) vóór 2010 0
nog niet gekend
0
Jaar initiële 2007 raming Verschil met Reden van de recentste herziening van vorige Verschil met de raming Totaal initiële raming initiële raming raming
Geef de laatst geraamde kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste laatste raming werd gemaakt en, indien deze raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Vermeld in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totaal laatste raming', ''verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 129
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
Einddatum
Aanvangsdatum
juli
februari
januari
Einddatum
2. Vergunningsfase
oktober
2010
2010
2010
2007
Initiële planning
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
2011
2011
2007
december 2011
juli
juni
oktober
Vorige planning
oktober
mei
mei
oktober
2012
2012
2012
2007
Laatste herziening planning
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking. O.a. met het oog op vlotte vergunningverlening
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking. O.a. met het oog op vlotte vergunningverlening
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
4. PLANNING
130 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT december 2015
december 2045
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
december 2015
2012
2012
2010
Aanvangsdatum
5. Exploitatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum februari
februari
Einddatum
4. Realisatiefase
februari
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2013
december 2046
december 2016
december 2016
april
december 2012
december 2010
juli
juli
juli
oktober
juni
juni
2047
2017
2017
2013
2013
2011
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
bijkomend onderzoek i.f.v. onderbouwing en acties draagvlakvorming (o.a. bijkomend verkeersonderzoek, grondwatermodel, workshops draagvlak, …), procedure plan-MER en adviesverstrekking.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 131
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
Projectsituatie Datum gevalideerd rapport Rapport bestemd voor
Indien er extra tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering, wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3 Afgesproken tussentijdse evaluaties
nihil
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
132 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
5.1 Financieel advies
Datum advies
Expert Onderwerp en conclusies
Datum advies Expert
Onderwerp en conclusies
1 2
Nr
Datum advies Expert
Onderwerp en conclusies
Indien voor het project, of onderdelen er van, 'second opinions' werden gevraagd aan deskundigen onafhankelijk aan het project en de projectorganisatie, dan worden die in deze tabel vermeld. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies werd gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5.3 Overige adviezen extern aan het project (second opinion)
1 2
Nr
Geef voor het project het onderwerp en de belangrijkste conclusies van het juridisch advies met betrekking tot de Wetgeving inzake overheidsopdrachten. Geef tevens de datum van het advies en de adviserende expert.
5.2 Juridisch advies met betrekking tot Wetgeving overheidsopdrachten
1 2
Nr
Voor ieder project dient men verplicht een advies te vragen met betrekking tot de financiële onderbouwing van het projectvoorstel. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies is gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5. ADVIEZEN
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 133
V L A A M S P A R LEMENT
77
Vraagnummer
Hilde Crevits
Vraag gericht aan Matthias Diependaele
Vraagsteller 11 oktober 2010
Datum vraag Doortrekking N60 Ronse - stand van zaken
Onderwerp vraag
antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp van de vraag en de status van het antwoord.
6. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
134 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
7.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie Op basis van al de huidige beschikbare informatie is dit rapport volledig en actueel. De risico's werden aangevuld waar mogelijk, de timing van de verscheidene deelfasen werden geactualiseerd.
7.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie Teneinde een optimale en succesvolle projectopvolging te realiseren is deze in het kader van een integrale studieopdracht in handen van een studiebureau gegeven, zoals dit ook voor andere grootschalige PPS-projecten gebeurt. Deze studieopdracht is lopende sinds 1 oktober 2007. Ze heeft als doel aan de opdrachtgever alle nodige documenten ter beschikking te stellen om tot een DBMcontract te komen. Daarom omvat de opdracht het opmaken van het technische referentieontwerp voor het gehele project met een bestek gebaseerd op prestatie-eisen, het opmaken van een planMER en een project-MER, procesbegeleiding i.f.v. draagvlakvorming, het veiligheidscoördinatie-ontwerp en het toepassen van risicomanagement op dit infrastructuurproject.
7.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing De voorziene financiering is realistisch ervan uitgaande dat de raming correct blijft. Deze ramingen zullen verder verfijnd worden voor de verschillende alternatieven die in het planMER zijn voorzien. Wat betreft de budgettaire inpassing kan er verwezen worden naar de beslissing van de Vlaamse Regering genomen in 2007 waarin gesteld wordt dat de Vlaamse regering akkoord gaat om het project N60 omleiding Ronse via alternatieve financiering te realiseren. De financiële repercussies vielen binnen de toegelaten kredieten van 66 miljoen euro voorzien in de meerjarenbegroting van wegeninfrastructuur, maar gezien de reeds gekende meerkosten voor de andere Via-Invest projecten zal dit budget niet meer toereikend zijn. Bovendien zijn een aantal kosten nog onbekend, enerzijds doordat het weerhouden alternatief van het plan MER nog niet bekend is, anderzijds doordat een aantal andere kosten, bijv. onderhoud, op heden nog niet bepaald kon worden.
7.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses Gezien de stand van het dossier is naar best vermogen een raming opgemaakt voor de investeringskost en risico's op basis van beschikbare gegevens en door middel van oordeelkundige inschattingen gestoeld op praktijkervaring. Toepassing van specifieke calculatiemethoden is voor een later stadium. In het kader van dit dossier zijn verschillende knelpunten met een mogelijk effect op de timing van het dossier in kaart gebracht. Concreet zijn deze elementen: het eco-hydrologisch onderzoek, eventueel op te stellen gewestelijk RUP afhankelijk van de resultaten van de plan-MER, het ruimtelijk ontwerpend onderzoek/voortschrijdend inzicht en de beperkte capaciteit van het onteigeningscomité om tijdig de nodige onteigeningen te kunnen realiseren. Het risicomanagement is aan de hand van de bevindingen in het planMER in de mate van het mogelijke verder uitgewerkt, meer bepaald op de ruimtelijke aspecten (verstoring brongebied en ankerplaatsen). Gelet op de fase van de studie werd tot nu toe enkel een lijst met een eerste voorlopige inventarisatie van de risico's opgesteld. Na vaststelling van het gekozen alternatief, aansluitend op het definitieve plan-MER, zal de risico-inventarisatie verfijnd worden en zullen de beheersmaatregelen gedefinieerd worden.
7. INTERNE CONTROLE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 135
V L A A M S P A R LEMENT
8.3 Planning De huidige planning voorzien een voorbereidings- en vergunningsfase tot in 2012. Hierna wordt er twee jaar uitgetrokken voor de volledige aanbestedingsprocedure (dmv een onderhandelingsprocedure). De realisatie wordt voorzien voor de periode van 2013 - 2017.
8.2 Financieel Tot hiertoe enkel uitgaven voor studies en onteigeningen. De raming voor de bouwkost blijft zeer voorlopig, de momenteel lopende studie zal een referentie-ontwerp en een meer concrete raming opleveren. Het project werd aangeduid als PPS-project, het Vlaams Gewest zal de uitvoeringskost dus niet rechtstreeks betalen, maar dit zal via een systeem van beschikbaarheidsvergoedingen gebeuren. Deze vergoedingen zijn voorzien in de meerjarenbegroting.
8.1 Risicoanalyse Een risicoanalyse is voorzien in de lopende projectstudie. Dit luik van de projectstudie is opgestart, maar gezien de fase van de studie werd tot nu toe enkel een lijst met een eerste voorlopige inventarisatie van de risico's opgesteld. Na vaststelling van het gekozen alternatief, aansluitend op het definitieve plan-MER, zal de risico-inventarisatie verfijnd worden en zullen de beheersmaatregelen gedefinieerd worden.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
8. CONCLUSIES
136 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
137
BIJLAGE C5: Projectfiche OW-plan Oostende
V L A A M S P A R LEMENT
138
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
neen ir. Stefaan Gysens Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Projectverantwoordelijke
Rapporterende entiteit
V L A A M S P A R LEMENT 4
31 december 2009
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
3
2008 mei
april
2010
2009
10 september 2008
juni
31 december 2008
2008
30
februari
15
Datum gevalideerd rapport
31 december 2007
Projectsituatie
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
Jaarrapport
Jaarrapport
Halfjaarrapport
Jaarrapport
Soort rapport
OW-plan Oostende: Plan voor de zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende: deel zeewering (deelplannen ten laste van MDK, afdeling Kust)
Naam project
DOCUMENTGESCHIEDENIS
2010
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt een ander sjabloon gebruikt voor de rapportering.
0. Document Identificatie -1/32
OW-plan Oostende: Plan voor de zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende: deel zeewering (deelplannen ten laste van MDK, afdeling Kust)
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 139
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
Steven Van Aken - Jurgen Struyve Interne controle departement MOW - Interne controle afdeling Kust Jurgen Struyve Kwaliteitsmanager ir. Kathleen Bernaert - Kapt. Jacques D'Havé Afdelingshoofd Afdeling Kust - Administrateur-generaal IVA MDK
Naam Functie Naam Functie Naam Functie
ir. Stefaan Gysens Projectingenieur
Naam Functie
Datum
Datum
Datum
Datum
maart
maart
maart
maart
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -2/32
18
18
18
18
Bijlage 4a
140 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
1.1 Probleemomschrijving
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
De passende beoordeling en de plan-MER van het projectgebied wijzen uit dat natuur-compensatie voor het project te Oostende noodzakelijk is. De natuurcompensatie wordt voorzien t.h.v. het strand op de oosteroever van de IJzermonding te Nieuwpoort. Deze compenserende maatregelen bestaan uit de afbraak van de bestaande duinvoetverstevigingen oude zeedijk, een zandsuppletie en de aanleg van een palenrij om het opgespoten strand stabiel te houden en de antro-pogene verstoring van het gebied zo klein mogelijk te houden.
Natuurcompensatie:
1. Zeewering Oostende-centrum Dit deelproject omvat volgende onderdelen: • uitbouw en renovatie Zeeheldenplein met integratie van golfdempende constructie tegen overstromingen • Zandsuppletie (Groeistrand) 2. Renovatie Albert I promenade en bouw ondergrondse garages In samenwerking met de stad Oostende onder meer voor de bouw van ondergrondse garages onder de zeedijk. 3. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende (GKZB), Oosteroever • Zandsuppletie, recreatieve inrichting strand tbv watersport 4. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven Maatregelen langs een tracé dat rondom de aan getij onderhevige havenwateren loopt.
Deelplannen:
De noodzaak om: - Oostende-centrum tegen overstroming te beveiligingen - de haven van Oostende toegankelijk te maken voor alle typeschepen (jumbo-ferries, cargoen cruiseschepen) tot een lengte van 200 m. - de havenuitbouw en de zeewering op een geïntegreerde wijze aan te pakken, heeft geleid tot een “OW-plan Oostende” dat de hiernabeschreven 5 deelprojecten omvat en een project tbv de nodige natuurcompenserende maatregelen.
Probleem:
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting van de gevolgen bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
1. Algemeen- 3/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 141
1.2 Doelstellingen
PD2: Integratie van waterrecreatie - deelproject 1: Zeewering: groeistrand biedt mogelijkheid tot strandtoerisme als gevolg van de aanleg van dit strand voor de zeedijk van Oostende-Centrum; - deelproject 3: Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende: de aanleg van het groter droog strand op de Oosteroever creëert ruimte voor hengelsport en de infrastructuur of voorzieningen voor een zeil- en surfclub. PD3: Rekening houden met het cultureel erfgoed en de beleving van de omgeving en de beschermde monumenten: - deelproject 1: aanleg groeistrand en beschermingsdam: open zeezicht, visuele grens stad/haven, en beschermde monumenten: Westerstaketsel, Zeeliedenmonument, Monumentale Zeedijkglooiing te Oostende-Centrum; - deelproject 2: Renovatie Albert I promenade en Zeeheldenplein: verbetering van de belevingswaarde van de zeedijk met haar open zeezicht en zicht op de Westkust, en rekening houden met de aanpalende gebouwen, waaronder een groot aantal in de lijst van beschermde monumenten zijn opgenomen; - deelproject 3: Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende, Oosteroever: open zeezicht en zicht op de Oostkust (incl. het naastgelegen duingebied), en de monumenten op de site van de "Halve Maan"). - deelproject 4: Vrijwaren van monumentale zichten rond de haven, bvb. vanaf visserkaai op Montgomerydok.
SD2: De Waterweg en de Kust multifunctioneel benaderd: doelstelling 3: Interactie van alle vormen van waterrecreatie
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
SD3: De Waterweg en de Kust multifunctioneel benaderd: doelstelling 5: Vrijwaren van de landschappelijke waarde
PD1;Bescherming tegen overstromingen ten gevolge van een 1000-jarige storm: - deelproject 1: Zeewering: aanleg groeistrand en beschermingsdam (= deel westelijke havendam; verhindert zandtransport richting havengeul); - deelproject 4: Overstromingsricico's via de haven.
Projectdoelstellingen
SD1: De Waterweg en de Kust multifunctioneel benaderd: doelstelling 1: bescherming tegen wateroverlast
Strategische doelstellingen
beleidsnota 2004-2009: paragraaf 4.3
beleidsnota 2004-2009: paragraaf 4.3
Referentie strategische doelstellingen beleidsnota 2004-2009: paragraaf 4.3
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze " SMART" (d.i. specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn
1. Algemeen- 4/32
142 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1.3 Projectvoorstel
V L A A M S P A R LEMENT
De werken voor de opbouw van de Westdam en de werken voor het Zeeheldenplein, met inbegrip van de toegangshelling naar de Westdam, dienen voldoende op elkaar te worden afgestemd
Randvoorwaarden Bij het uitvoeringsontwerp wordt aandacht besteed aan de uitwerking van de monumentale contour van het huidige Zeeheldenplein en de inrichting als toekomstig evenementenplein.
Om tot de uitvoering van dit alternatief te kunnen overgaan dient een MER/MEB te worden opgesteld (werd in mei 2010 ingediend) en een MB betreffende: "de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat" te worden bekomen (werd op 24 dec 2010 door de regering van lopende zaken uitgevaardigd), alsook een MB van de minister van economische zaken om de concessievergunning aan het Ministerie van de Vlaamse Overheid toe te kennen (positief advies van de minister voor het marien milieu is vereist). Door de gewijzigde wetgeving of het nieuwe decreet van ruimtelijke ordening in 2010, zou geen bouwvergunning t.b.v. de uitvoeringsfase meer nodig zijn. Goedgekeuring plan-MER (1 juni 2007) en aktename Randvoorwaarden i.k.v. de zeewering (handhaven minimaal Vlaamse Regering (14 dec 2007), ontheffingsdossier Project-beschermingspeil tegen overstromingen tijdens de werken): MER en bouwvergunning (opgesteld i.s.m. Stad Oostende) De ondergrondse garages die ten laste van de stad Oostende, worden opgedeeld in 2 fasen, zonder open bouwkuip: - fase 1: de aanleg van het caso van de parkeergarages samen met zeedijkrenovatie en het voorzien van tijdelijke overstromingsmaatregelen tijdens de werken en na de werken tot de aanleg van het Groeistrand, aanbesteed door AK; - fase 2: de uitgraving van het volume van de parkeergarage en de aanleg van de binneninfrastuctuur, installaties en inen uitritten, door de Stad Oostende.
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Deelplan 2. Renovatie Albert I promenade en bouw ondergrondse garages
Gekozen alternatief Deelplan 1. Zeewering Oostende-centrum onderdeel: • uitbouw en renovatie Zeeheldenplein met integratie van golfdempende constructie tegen overstromingen
Motivatie Beslissing Stuurgroep 31 augustus 2009 olv de S.G. MOW (na plan-MER beslissing waarvan akte werd genomen door de VR op 14 dec 2007): De stuurgroep neemt akte van de conclusie in het project-MER, waarbij voorkeur wordt gegeven aan de milderende eindoplossing. Alle betrokken actoren zijn het eens dat dit de meest gunstige oplossing is: voor de MER-versie van het Zeeheldenplein werd een bouwvergunning bekomen in januari 2010 via de bouwaanvraag voor de Westdam, welke door AMT werd ingediend. Het uitvoeringsontwerp wordt eind januari 2011 afgewerkt in opdracht van AK (i.s.m. Stad Oostende), en een regularisatie van bouwvergunning zal in maart 2011 worden ingediend. Deelplan 1. Zeewering Oostende-centrum Beslissing Stuurgroep 31 augustus 2009 olv de S.G. MOW onderdeel: • Zandsuppletie (Groeistrand) (na plan-MER beslissing waarvan akte werd genomen door de VR op 14 dec 2007): De stuurgroep neemt akte van de conclusie in het project-MER, waarbij voorkeur wordt gegeven aan de milderende eindoplossing. Alle betrokken actoren zijn het eens dat dit de meest gunstige oplossing is: Er wordt gekozen voor het continu strandprofiel onder helling 1/45, omdat dit profiel minder frequente onderhoudssuppleties vergt, en bijgevolg de exploitatiekosten en hinder naar omwonenden reduceert, in vergelijking het alternatief van het geknikte profiel.
fase 1 werd onderverdeeld in 4 deelcontracten of percelen. Het einde van de uitvoeringsfase werd oorspronkelijk voorzien eind juni 2012, maar wordt op heden voorzien eind 2011 ten gevolge van een versnelde uitvoering door een gelijktijdige uitvoering van de deelopdrachten 1 en 2 en de deelopdrachten 3 en 4.
Beschikbaarheid van voldoende kredieten is nodig, om de realisatieduur en bijgevolg de maatschappelijke hinder tot het minimum te beperken, zoals uit het project-MER volgt.
Hypothesen Er wordt gepoogd om de werken voor het Zeeheldenplein te beïndigen eind juni 2012 (einddatum uitvoering welke in het bestek zal worden vermeld)
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen en de aan dit alternatief verbonden randvoorwaarden en eventuele hypothesen waarmee rekening moet gehouden worden tijdens de realisatie van het project.
1. Algemeen- 5/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 143
V L A A M S P A R LEMENT Naam en concrete relatie
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
in uitvoering
in voorbereiding
Geïntegreerd Kustveiligheidsplan (MDK, Afdeling Kust): deelplan 1, zone Oostende
OW-plan deelplan 5: Verbetering Haventoegang
in voorbereiding
in uitvoering
in voorbereiding
Oosteroeverproject (CVBA Buitengoed Oostende): deelplan 3
Bouw ondergrondse parkeergarages onder Albert I Promenade en het Zeeheldenplein (Stad Oostende, AGSO): deelplan 2
Nieuwbouwproject Churchillkaai ( Stad Oostende, AGSO): deelplan 4
Einde uitvoeringsfase wordt eind 2012 voorzien.
De uitwerking van de maatregelen (studiefase) na fase 1 wordt voorzien te zijn afgerond eind 2011.
De uitvoering wordt voorzien vanaf 2012 en de afstemming met de uitvoering van de Oostdam door AMT is noodzakelijk, alsook nemen van eventuele milderende maatregelen die door de MERprocedures worden opgelegd.
Status
Een haalbaarheidstudie van alternatieven/varianten wodt afgewerkt (incl. de vereisten i.k.v. de Zeewering en de afstemming met het GKVP). De noodzakelijke MER- en MEB-procedure wordt voorzien te worden opgestart in maart 2011 en eind 2011 te worden beëindigd. Een afstemming met de uitvoering van de Oostdam (door AMT) is noodzakelijk en het bekomen van een bouwvergunning voor het deel van de recreatieve inrichting. Door de gewijzigde wetgeving of het nieuwe decreet van ruimtelijke ordening in 2010, zou geen bouwvergunning t.b.v. de uitvoeringsfase van het deel van de ecologische zandsuppletie nog nodig zijn. Bij de goedgekeuring van het plan-MER (1 juni 2007), De studie en uitvoering van de maatregelen werd opgedeeld waarvan akte werd genomen door de Vlaamse Regering op in een 2 of 3 fasen, omwille van de compleciteit om tot het 14 dec 2007, bleek dit deelplan of -project niet MER-plichtig, uitvoeringsontwerp voor sommige maatregelen te komen maar werd de aandacht voor de uitwerking t.b.v. de (uitvoerings-technisch, alsook de afstemming met betrokken bouwaanvraag gevestigd. actoren), de afstemming met het masterplan en de nog te nemen keuzes voor uitvoeringsalternatieven per deelzone, en de beschikbaarheid van budgettaire middelen voor de uitvoering. De uitvoering van de eerste fase wordt voorzien rond maartapril 2011, na het bekomen van de bouwvergunning voor deze fase. Goedgekeuring plan-MER (1 juni 2007) en aktename De natuurcompenserende maatregelen dienen uiterlijk Vlaamse Regering (14 dec 2007), samen met de gelijktijdig te worden uitgevoerd met de onderdelen van het noodzakelijke uitspraak voor dwingende redenen van groot OW-plan waartoe dient te worden gecompenseerd. Deze openbaar belang om het OW-plan uitt te voeren en de onderdelen zijn de aanleg van het Groeistrand (door AK) en aktename van de natuurcompenserende maatregelen, de verbreding van de havengeul (door AMT), waavan de waarbij de bevoegde administratie opdracht word gegeven uitvoering in 2012 is voorzien. Fase 1 werd gestart in 2008 om deze maatregelen zo snel mogelijk te realiseren. (uitvoeringsfase eind 2009 beëindigd), fase 2 wordt voorzien De uitvoeringsontwerpen voor de maatregelen werden in van maart 2011 en fase 3 vanaf midden 2012. samenspraak met de betrokken actoren uitgewerkt. Fase 1 was niet bouwvergunningsplichtig. Voor de fasen 2 en 3 De melding van de natuurcompensatie aan de Europese werd de bouwvergunning in oktober 2010 bekomen. Commissie d.m.v. de passende beoordeling, werd door LNE, ANB in februari 2010 uitgevoerd.
Goedgekeuring plan-MER (1 juni 2007) en aktename Vlaamse Regering (14 dec 2007).
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
1.4 Concreet gerelateerde projecten
De Natuurcompensatie of compenserende maatregelen te Nieuwpoort, bestaande uit 3 fasen: • fase 1: ecologiesche strandsuppletie met zandrecuperatie met de baggerwerken van de nieuwe vaargeul; • fase 2: de aanleg van een palenrij om het opgespoten strand stabiel te houden en de antro-pogene verstoring van het gebied zo klein mogelijk te houden; • fase 3: afbraak van de bestaande duinvoetverstevigingen en oude zeedijk.
Deelplan 4. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven: • Maatregelen langs een tracé dat rondom de aan getij onderhevige havenwateren loopt.
Deelplan 3. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende (GKZB), Oosteroever • Zandsuppletie, recreatieve inrichting strand tbv watersport
1. Algemeen- 6/32
144 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1.5 Voorwaarden verbonden aan de verkregen vergunningen
V L A A M S P A R LEMENT
juni
oktober
mei
juli
november
januari
oktober
december
12
6
20
31
9
27
15
24
2010
2010
2010
2009
2009
2009
2008
2008
2008
2007
2007
Beslissingnemer
FOD Economie
Ruimtelijke ordening
Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid
BMM
Dienst MER
BMM
Ruimtelijke ordening
Dienst MER
Afdeling Maritieme Toegang (AMT)
Vlaamse Regering
Dienst MER
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
januari
december
14
28
juni
22
Datum beslissing Referentie
PLMER-0006-GK - Goedkeuring PlanMER - Plan voor de kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende VR/2007/14.12/DOC.1505: OW-plan Oostende - kennisname en bekrachtiging voorkeursalternatief dwingende redenen van groot openbaar belang - kennisname van het voorstel van natuurcompenserende maatregelen en het geven van de opdracht om die maatregelen uit te voeren Verslag projectteam (AMT-AK) 28 januari 2008: AMT beslist om de project-MER ten behoeve van deelplan 3 op de Oosteroever van de project-MER deelplan 1 Zeewering en Deelplan 5. Haventoegang (AMT) (projectMER voor de kustverdediging en de maritieme toegankelijkheid van Oostende) af te splitsen. OHPR0214 - Goedkeuring ontheffingsdossier - Renovatie zeedijk Oostende-centrum en bouw ondergrondse parking 8.00/35013/6931.2 - De bouwvergunning voor de renovatie van de Albert I-promenade en zijstraten (tussen Kursaal en Zeeheldenplein) en de bouw van het karkas (diepwanden en dakplaat) van de ondergrondse parking, te Oostende. Plan-MEB: integrale OW-plan Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende Milieueffectenbeoordeling en advies betreffende het verzoek tot het verlenen van een vrijwillig advies door de BMM m.b.t. het integrale OW-plan voor de kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende LNE/MER/PR0359/09 - Goedkeuring Project-MER: Kustverdediging en en maritieme toegankelijkheid van Oostende. Project-MEB: de afbraak van het strandhoofd , de bouw van de westelijke havendam en de aanleg van het Stilling Wave Basin nabij de haven van Oostende. De bouwvergunning voor de afbraak van het strandhoofd , de bouw van de westelijke havendam en de aanleg van het Stilling Wave Basin (SWB = golfdempende uitbouw, onderdeel van het deelplan 1. onderdeel Zeeheldenplein, dat volledig in de bouwaanvraag werd opgenomen) nabij de haven van Oostende. 8.00/38016/2088.1 - De bouwvergunning voor de natuurcompenserende maatregelen t.b.v. het OW-plan: afbraak oude zeedijk en duinvoetversteviging en plaatsing houten palenrij, te Nieuwpoort MB betreffende: "de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van nietlevende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat" te worden bekomen
Geef in de onderstaande kader de datum en de andere gegevens (beslissingnemer en referentie) met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren.
1.6 Informatie met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren
Bij de bouwvergunning verkregen voor de Westdam met inbegrip van het Zeeheldenplein, werd als voorwaarde gesteld dat de trappen van het plein tot het strand een minimale breedte van 2m moeten hebben.
Indien er bepaalde voorwaarden verbonden zijn aan de verkregen vergunningen (bijvoorbeeld de stedenbouwkundige vergunning), vermeld deze dan in het onderstaande vak.
1. Algemeen- 7/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 145
V L A A M S P A R LEMENT
5
Vertraging, verrekeningen, en reductie kwaliteit, t.g.v. personeelstekort voor coördinatie en actief takenpakket ikv het project
Opmerkingen
4
1
1
4
3
Impact prijs
niet aanvaardbaar
5
4
5
3
Kans op voorkomen
Niet respecteren van beslissingstermijnen
Onvoldoende afstemming partijen ikv communicatie => foute communicatie
onvoldoende of te laat budget beschikbaar
Raad van State nav bouwvergunning
Omschrijving van het risico
Algemeen Residuair risico
Bestuurlijk
Maatschappelijk / communicatief
Financieel
Ruimtelijk
Technisch
Organisatorisch
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
5
3
4
5
5
Impact tijd
2
3
4
3
3
Impact draagvlak
3
1
1
3
3
Impact kwaliteit
14
8
10
15
14
Totale impact
70
40
40
75
42
Risicogrootte
groot
groot
groot
groot
groot
Grootte risico
overleg met betrokken instanties en nemen van acties (prioriteiten stellen, eventueel voorzien van voldoende middelen en personeel, ...) Voorzien financiële middelen voor voldoende vervanging gepensioneerden en bijkomend personeel met afstemming ikv kennisuitwisseling
afstemmen met interne en externe partijen voor insteek en gezamelijke communicatie op het correcte moment via de opmaak van een intern en extern communicatieplan
Voorzien van voldoende extra kredieten op het fysisch programma (basisallocatie) en/of opmaak van een flexibele meerjarenbegroting
keuze tijdstip en wijze externe communicatie in afstemming met procedure bouwaanvraag en openbaar onderzoek
Beheersmaatregel (BHM)
1
1
3
1
2
Kans op voorkomen (rekening houdende met BHM)
2
1
1
1
3
Impact prijs
2
1
1
1
5
Impact tijd
0
1
1
1
1
Impact draagvlak
1
1
1
1
1
Impact kwaliteit
5
4
4
4
10
Impact (rekening houdende met BHM)
5
4
12
4
20
Risicogrootte
klein
klein
gemiddeld
klein
gemiddeld
Grootte residuair risico
nog niet uitgevoerd
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het residuaire risico wordt automatisch berekend. Vermeld in de kolom "status BHM" of de beheersmaatregel al dan niet reeds werd uitgevoerd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
146 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
ging of zeewering en geïntegreerd kustzonebeheer: beheer en onderhoud is de verantwoordelijkheid van MDK, afdeling Kust
rantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
delijkheden inzake beheer en onderhoud
ken van de financiële middelen ten einde de realisatie van de onderdelen van het OW-plan binnen een maatschappelijk aanvaardbare termijn af te ronden, vomt een o: de uitvoering van het OW-plan Oostende is opgenomen binnen de recurrente beleidsmiddelen van de afdeling Kust ( 5 à 6 miljoen Euro/jaar). an veiligheidsrisico’s is de opdracht gegeven door de burgemeester van Oostende de uitvoering van de werken te versnellen. Hierdoor zou de uitvoeringstermijn of de ase van het OW-plan ingekort moeten worden van 2008-2017 tot de termijn van 2008-2013. Het gevolg van een eventueel versnelde uitvoering houdt in dat de voorpreiding van de budgetten op de reguliere middelen volgens een constant beleid niet langer mogelijk is. erd in de project-MER de uitvoering van het groeistrand over 2 jaar gespreid om de effecten in aanlegfase te reduceren ar omwonenden en voor de toeristisch-economische sector) en bij het nemen van beslissingen en toekennen van vergunningen (aktenames op hoger niveau, termijen binnen MER-procedures en stedenbouwkundige gen): o.a. voor het winnen van grote hoeveelheden zand per jaar tbv de aanleg van het groeistrand k heeft plaatsgevonden in exploratiezone IV met en de opmaak van een MEB voor zandontginning in deze zone werd aanbesteed in september 2009 en is samen oncessieaanvraag in opmaak); Indien dit probleem zich stelt zou het zandtekort deels kunnen worden opgevangen door de verlenging van de bestaande concessies baggeren op de concessiezones van de privésector; => Zandextractie in Exploratiezone IV: Het MEB werd opgemaakt en ingediend met voorlegging aan de BMM. gewacht te worden op het MB betreffende de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de zee en het continentaal plat, welke door de federale regering van lopende zaken op 24 december 2010 werd genomen. Het besluit is in werking getreden na de n het Belgisch Staatsblad op 14 januari 2011.
kste risico's, die in het intern projectteam werden opgemerkt en op heden als aandachtspunten kunnen genoteerd worden, zijn:
ding en vastlegging van het bestek "OW-plan risicomanagement" voor de MER-plichtige onderdelen vond plaats eind 2010 en de opdracht vangt aan begin 2011.
een document opgemaakt m.b.t. de update van de studie onder b. nl. ‘Actualisering knelpuntenanalyse en budgetraming ten behoeve van stuurgroep ER-procedure' welke werd opgeleverd in 2009 in afstemming met de project-MER-procedure.
l herstel kustverdediging en verbetering haventoegang Oostende. Samenvatting knelpuntenanalyse. Budgetraming versie 18/03/2003 handboek - Overzicht relevante wetgeving versie november 2004 diging en verbetering haventoegang Oostende. Raming van kostprijs van alternatieven. Studierapport 10/07/2005
yse van de vergunnings- en studiefase werd niet uitgevoerd, gezien deze fase reeds te ver gevorderd was. ie studies (knelpuntenanalyse, budgetraming en procedurehandboek) uitgevoerd en een update van deze studies aangevraagd met betrekking tot de inhoudelijke aspecten van de opdracht. Als zodanig kunnen zij gezien worden als een deelaspect van de risicoanalyse. Er worden calculatiemethodes toegepast illende versies voorzien in een aanpassing aan evt. gewijzigde scenario's. Met betrekking tot deze studies zijn drie documenten beschikbaar:
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 147
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
2.666
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
0
15.300.000
9) (Laatste raming) exploitatie- en onderhoudskosten tot 30 jaar na afwerking project
10) Beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
35.925.000
8) (Laatste raming) oorspronkelijk budget
(Laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
19.073.931
-86.275
7) Verwijlinteresten
Totaal reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
321.727
6) Prijsherzieningen
0
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
5) Meer- en minwerken
0 0
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
18.835.813
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
1) Oorspronkelijk budget
Reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
3. Financieel-10/32
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn onder de andere lijnen van de tabel. Geef in deze tabel de nog te voorziene (laatst geraamde) kosten, uitgesplitst naar 'oorspronkelijk budget', 'exploitatie- en onderhoudskosten' (en dit tot 30 jaar na de afwerking van het project), 'beschikbaarheidsvergoedingen' en 'vraagvergoedingen'. Geef de totale kosten van het project zoals vermeld in de vorige rapportering, de initiële raming van de kosten (m.n. de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project), het jaar waarin de initiële raming werd gemaakt en de reden waarom de huidige (geraamde) kosten van het project verschillen van deze opgenomen in de vorige rapportering. De rest van de tabel wordt automatisch ingevuld op basis van o.a. de ingevulde gegevens in de detailleringstabellen (zie verder). Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
SAMENVATTEND OVERZICHT
Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanicering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
Opmerkingen
3. FINANCIEEL
148 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
11) Vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
1.162.936
Verschil met vorige raming
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Verschil met initiële raming
Jaar van de initiële raming van de kosten
Totaal kosten project, initiële raming
Reden verschil met vorige raming
69.135.995
Totaal kosten project, zoals opgenomen in de vorige rapportering
699.167
3. Financieel-11/32
studiekosten 2007 - realisatiekosten 2005
69.599.764
1) aanbesteding ecologische studie in afstemming met de werken => kleiner monitoringsprogramma dan oorspronkelijk voorzien (-57.690); 2) studie architecturale uitwerking Zeeheldenplein aangevuld met uitvoeringsbegeleiding bij de werken en hogere raming ontwerp (+85.460); 3) noodzaak tot bijkomende studies golfindringing en uitwerking maatregelen rond de haven (+81.195); 4) aanbesteding risicomanagement - opdracht wordt als vrij complex ervaren door de verschillende inschrijvers (+73.633); 5) na uitwerking ontwerp Zeeheldenplein en advies archeologie bleek vooronderzoek niet nodig (-75.000); 6) verhoging raming Zeeheldenplein van MER-ontwerp naar uitvoeringsontwerp (+1.000.000); 7) aanbesteding natuurcompensatie fase2: goedkopere houtprijs FSC (-437.000); 8) aanbesteding overstromingsmaatregelen rond de haven fase 1: groot aantal inschrijvers (-245.780); 9) deelplan 3: aangepaste raming i.k.v. haalbaarheidsstudie (+500.000); 10) verrekeningen en herzieningen waren niet opgenomen in de vorige rapportering (sjabloon studiefase)
70.298.931
51.225.000
0
TOTAAL (LAATSTE RAMING) KOSTEN PROJECT, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Totaal (laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 149
V L A A M S P A R LEMENT
Studiekosten - Ecologische monitoring Studiekosten - Ruimtelijk/architecturale studies Studiekosten - Technische studies Studiekosten - Advieskosten Studiekosten - Veiligheidsstudies Studiekosten - Risicomanagement (knelpuntanalyse) Studiekosten - Vergunningsprocedure - MER studies Studiekosten - Ecologische monitoring Studiekosten - Ruimtelijk/architecturale studies Studiekosten - Technische studies Studiekosten - Risicomanagement (knelpuntanalyse) Deelplan 2: Zeedijkrenovatie Albert I-promenade Deelcontract 1
Verantwoording
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
2008
2002-2009 2001 1999-2009 2001-2009 2001 2002 2002 2010 2010 2010 2010
Begrotingsjaar
VIF 364F7373
VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373 VIF 364F7373
BA
1.209.195,49
767.641,34 74.942,80 2.029.881,80 663.922,53 594.943,99 34.969,00 559.235,07 17.310,00 360.460,00 201.195,35 173.633,19
Bedrag vastlegging, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
vastgelegd
vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd vastgelegd
Status
3. Financieel-12/32
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn in de andere deeltabellen onder punt 3.1. Geef voor iedere vastlegging de verantwoording, het begrotingsjaar, de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Detail reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen 1) Oorspronkelijk budget
In bovenstaande tabel werd uitgegaan van de beschikbaarheid van bijkomende extra middelen voor 2012 en 2013 voor de aanleg van het Groeistrand (zie luik risicoanalyse).
- Gezien de vertragingen in de vergunningsprocedures werd op advies van de experten in de stuurgroep beslist, dat er dwingende redenen van openbaar belang waren om de veiligheid tegen overstroming via de zee onmiddellijk te verhogen (van bescherming tegen een 25-jarige storm naar een 100-jarige storm). In 2004 werd het Noodstrand aangelegd, welke voorafgaat aan de realisatie van het OW-plan Oostende. Het Noodstrand werd bijgevolg een project op zich, welke niet in de budgetten voor de uitvoering van het OW-plan werd opgenomen. De kostprijs voor de aanleg van dit strand bedroeg 9.727.499,26 euro; - Om de veiligheid op peil te houden (bescherming tegen een 100-jarige storm op het einde van het stormseizoen), diende het Noodstrand in 2005, 2007, 2008 en 2010 een onderhoud te krijgen dmv van een zandsuppletie met beperkt volume; - Omwille dat het groeistrand pas kan worden gerealiseerd vanaf 2012 wordt 2011 tevens een onderhoudsuppletie voor het Noodstrand voorzien. - De exploitatiekosten zijn op heden enkel voor het groeistrand te ramen op basis van de het gekozen uitvoeringsalternatief en de aanname dat er naar de toekomst toe gemiddeld een onderhoud met aanvoer 200.000 m³ zand per 5 jaar nodig zal zijn.
Opmerkingen
150 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
VIF 364F7373
VIF 364F7373
VIF 364F7373
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Deelplan 2: Zeedijkrenovatie Albert I-promenade VIF 364F7373 Deelcontract 3 Deelplan 2: Zeedijkrenovatie Albert I-promenade VIF 364F7373 Deelcontract 4 Deelplan 4: Overstromingsmaatregelen rond de haven VIF 364F7373 Fase 1
Natuurcompensatie: Fase 2 - Plaatsen houten palenrij
Natuurcompensatie: Fase 1 - Ecologische strandsuppletie Deelplan 2: Zeedijkrenovatie Albert I-promenade Deelcontract 2
18.835.813
954.219,54
1.319.556,85
1.229.751,60
362.999,70
1.179.859,88
7.102.095,00
BA
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de exploitatie- en onderhoudskosten. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder exploitatie- en onderhoudskosten, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
2010
2010
2010
2009
2009
2008
Status
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
3. Financieel-13/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 151
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
BA
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
V L A A M S P A R LEMENT BA
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vatlegging) van de vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder vraagvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder beschikbaarheidsvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Status
Status
3. Financieel-14/32
152 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
5) Meer- en minwerken
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Zeedijkrenovatie V1DC1: in min - aanvaarding voorstel prefabtrappen Zeedijkrenovatie R2DC1: in min en meer - aangepaste randvoorwaarden en constructie mobiele stormkering Zeedijkrenovatie R3DC1: in meer deel afzonderlijke fundering tbv mobiele waterkering Zeedijkrenovatie R4DC1: in min en meer - verankering deksteen en afstemming voegen, reductie wapeningsstaalprijs Zeedijkrenovatie V1DC2: in min - aanvaarding voorstel prefabtrappen Zeedijkrenovatie R2DC2: in min en meer - aangepaste randvoorwaarden en constructie mobiele stormkering
Verantwoording
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
BA
V L A A M S P A R LEMENT
Natuurcompensatie fase 1: herziening nr. 1
Natuurcompensatie fase 1: herziening nr. 2
Zeedijkrenovatie DC1: herziening nr. 1
Zeedijkrenovatie DC2: herziening nr. 1
2008
2009
2009
2009
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Verantwoording
Begrotingsjaar
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
BA
-17.225,98
-18.188,71
-140.336,79
106.573,17
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
321.727
147.008,15
-1.103,65
-15,13
20.226,67
159.908,19
-4.296,95
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef per prijsherziening het begrotingsjaar, de verantwoording van de prijsherzieningen, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
6) Prijsherzieningen
2009
2009
2009
2009
2009
2009
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
Hier worden de meerwerken en de minwerken sinds de start der werken opgenomen. Geef per kost het begrotingsjaar, de verantwoording van het meer- of minwerk, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Voor minwerken duidt men 'niet van toepassing' aan in deze kolom. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
vastgelegd
Status
Status
3. Financieel-15/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 153
Zeedijkrenovatie DC4: herziening nr. 1
2010
2010 3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
V L A A M S P A R LEMENT
Verantwoording
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Zeedijkrenovatie DC1: gevolg vakantieperiode Zeedijkrenovatie DC2: eindejaarsinstructie: stopzetten betalingen vanaf 15 dec tot invoering ORAFIN-systeem Zeedijkrenovatie DC1: eindejaarsinstructie: stopzetten betalingen vanaf 15 dec tot invoering ORAFIN-systeem Zeedijkrenovatie DC2: eindejaarsinstructie: stopzetten betalingen vanaf 15 dec tot invoering ORAFIN-systeem Zeedijkrenovatie DC2: eindejaarsinstructie: stopzetten betalingen vanaf 15 dec tot invoering ORAFIN-systeem Zeedijkrenovatie DC1: eindejaarsinstructie: stopzetten betalingen vanaf 15 dec tot invoering ORAFIN-systeem Zeedijkrenovatie DC1: eindejaarsinstructie: stopzetten betalingen vanaf 15 dec tot invoering ORAFIN-systeem
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
2010
2010
2010
2010
2010
2010
2009
Begrotingsjaar
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
3MI106
BA
Geef de betaalde verwijlinteresten, het begrotingsjaar, de verantwoording voor de verwijlintresten en de basisallocatie. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
7) Verwijlinteresten
Zeedijkrenovatie DC3: herziening nr. 1
2010
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Zeedijkrenovatie DC1: herziening nr. 2
Zeedijkrenovatie DC2: herziening nr. 2
2010
vastgelegd
2.666
40,96
268,49
67,06
497,66
175,32
1.410,86
205,32
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
-86.275
2,17
-602,47
-5.499,34
-10.997,53
3. Financieel-16/32
154 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Omschrijving van de vergoeding
Te betalen door
3. Financieel-17/32
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
Te betalen door derden
0
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
0
0
Andere 0
0
Verschil met initiële raming ( €)
Financieringskost SPV
Totaal initiële raming, incl. BTW (indien verschuldigd (€)
Jaar van de initiële raming
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Bouwkost SPV
Aard van de kosten
Geef de bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten vermeld worden. Geef deze bedragen tevens zoals ze op het moment van de initiële raming werden ingeschat. Geef ook het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. Het 'totaal' en het 'verschil met initiële raming' worden automatisch berekend op basis van de andere gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = Speciaal Project Vennootschap
Kosten voor de SPV
Jaar van de financieringsovereenkomst
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.2 Voor projecten met alternatieve financiering
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 155
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Geef de eventuele impact van de kostenoverschrijdingen op de prioriteitstelling binnen de begroting en de invloed ervan op de begroting van andere beleidsdomeinen en op derden.
3.4 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
Geef hier de beheersmaatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken (dit hangt samen met de risico's met betrekking tot kostenoverschrijdingen).
3.3 Maatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng
Totaal Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng kapitaalinbreng in 2011 in 2010 in 2012 in 2013 vóór 2010
0
3. Financieel-18/32
0
Jaar van de Totale initiële raming kapitaalinbreng, Totaal incl. BTW Totaal initiële kapitaalinbreng (indien Verschil raming, incl. vanaf 2014 verschuldigd) BTW (indien met initiële ( €) verschuldigd raming ( €) (€)
Geef de kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef ook het bedrag van de initiële raming, het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totale kapitaalinbreng' en 'verschil met initële raming' worden automatisch berekend op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zjin geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
156 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT 2006
Einddatum
juni
Einddatum
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
april
Aanvangsdatum
Einddatum 4. Realisatiefase
Aanvangsdatum
2004
2004
2000
1999
1999
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
1982 1999
Initiële planning
Aanvangsdatum Einddatum 2. Vergunningsfase
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
juni
april
juni
2004
2004
2000
1999
2007
2005
1982 2005
Vorige planning
Laatste herziening planning
A. Voorgeschiedenis tot en met goedkeuring plan-MER (volgende tabellen B-E: vanaf goedkeuring plan-MER)
aanleg noodstrand (behoort eigenlijk niet tot het OW-plan, maar is dringende tijdelijke maatregel ifv de veiligheid tegen overstromingen, gezien het uitblijven van de realisatie van de zeewering voor Oostende-centrum
aanbesteding en vastlegging tbv de aanleg van de westelijke dam en glooiing (overstromingsmaatregel of SWB) thv het Zeeheldenplein
1999: Schorsing bouwvergunning door Raad van State: een project-MER dient te worden opgemaakt; 2003: Vernietiging bouwvergunning door Raad van State: bouwvergunning passerelle ontbreekt (Schorsing bouwvergunning sinds 2002) 2004: Gewijzigde MER-wetgeving: een plan-MER dient te worden opgemaakt.
zie 2. vergunningsfase, aanvangsdatum
Reden laatste herziening planning
Geef in deze tabel de aanvangsdatum van de werken, de einddatum van de realisatie en de aanvangsdatum van de exploitatiefase. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
Hieronder wordt de planning als volgt vermeld: - rapportering van de voorgeschiedenis van het project voor de deelplannen of onderdelen die zich nog voorbereidingsfase bevinden, op basis van het rapporteringssjabloon "project in voorbereiding"; - rapportering van de deelplannen of onderdelen die zich volledig in uitvoeringsfase bevinden, op basis van het onderhavig rapporteringssjabloon "project in uitvoering".
Opmerkingen
4. PLANNING
4. Planning-19/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 157
juni 2010
2004
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Einddatum
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Einddatum
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
2008
2010
2008
2007 2008
september 2008
juni
februari
februari
juni
Initiële planning
B 1 . Beheersing van de Project-MER plichtige deelprojecten: deelplan 1. Zeewering Oostende-centrum: onderdeel Zeeheldenplein;
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Aanvangsdatum
5. Exploitatiefase
2011
2004
2007 2012
november 2010
september 2010
2012
september 2009
juni
Vorige planning
juni
juni
mei
juli
januari
2011
2011
2011
2011
Laatste herziening planning
- tgv opsplitsing project-MER plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; - vertraging uitwerking Zeeheldenplein door studiebureau;
- uitvoering Zeeheldenplein in 2011 wachten op goedkeuring project-MER, verdere architecturale uitwerking en bouwvergunning, afstemming budgettaire middelen (geen vertraging, vorige rapportering ving aan met het onderdeel Westdam ten laste van het Departement); - vertraging uitwerking Zeeheldenplein door studiebureau bij de uitwerking van het uitvoeringsontwerp, nodig om de regularisatie Bouwvergunning Westdam en Zeeheldenplein tbv van het Zeeheldenplein te kunnen opmaken en indienen;
- Noodzaak tot actualisatie bouwvergunning Westdam, waarin het onderdeel zeeheldenplein was opgenomen ikv risico's bij de procedures voor de Westdam; - tgv opsplitsing project-MER plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; vertraging uitwerking Zeeheldenplein door studiebureau;
- vertraging bij de afwerking van het project-MER: Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende;
project-MER - tgv opsplitsing project-MER plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; - vertraging uitwerking Zeeheldenplein door studiebureau;
studies vanaf nov 1999 tot heden bruikbaar voor de project-MER; dienden volgens nieuwe concepten en varianten geactualiseerd te worden
Reden laatste herziening planning
in afwachting van de aanvang voor de aanleg van het Groeistrand
onderhouden van het noodstrand om tijdelijk een minimaal aanvaardbaar beschermingsniveau tegen een 100-jarige storm te kunnen garanderen
4. Planning-20/32
158 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
2015
2015
september 2008
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Einddatum (bekomen concessievergunning)
Aanvangsdatum (indienen concessieaanvraag)
2. Vergunningsfase
Einddatum (einde MEB-procedure)
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
februari
februari
juni
2010
2008
2008
2007
Initiële planning
B 2 . Beheersing van de Project-MER plichtige deelprojecten: deelplan 1. Zeewering Oostende-centrum: onderdeel Groeistrand;
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Aanvangsdatum
5. Exploitatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum
4. Realisatiefase
2013
2011
mei
januari
juni
2012
2010
2011
2007
Vorige planning
januari
2012
2012
2011
juli
juni
2011
2011
Laatste herziening planning
juli
juni
augustus
-Nood concessie tbv Exploratiezone IV voor zandwinning tbv het groeistrand; - Nood aan bouwaanvraag wordt onderzocht gezien het in werking zijn van een nieuw decreet ruimtelijke ordening; in principe niet meer bouwvergunningsplichtig; - De procedure tot het nemen van het MB (zie einde studiefase) is nodig om de procedure van de concessieaanvraag te kunnen verderzetten
-vertraging bij de afwerking van het project-MER: Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende; - tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3;
project-MER -vertraging bij de afwerking van het project-MER: Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende; - tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; - De procedure tot het nemen van het MB betreffende: "de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat", liep oorspronkelijk vertraging op, omwille van het ontbreken van een nieuwe federale regering. Het MB werd op 24 dec 2010 door de regering van lopende zaken uitgevaardigd
studies vanaf nov 1999 tot heden bruikbaar voor de project-MER; dienden volgens nieuwe concepten en varianten geactualiseerd te worden
Reden laatste herziening planning
- tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; - versnelde uitvoering tgv extra kredieten
- tgv opsplitsing project-MER plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; vertraging uitwerking Zeeheldenplein door studiebureau;
- zie aanvang contracteringsfase. - vertraging uitwerking Zeeheldenplein door studiebureau
4. Planning-21/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 159
2008
2015
2015
september 2008
september 2008
juni
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Einddatum
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Einddatum
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
2008
2010
2008
2008
2007
september 2008
juni
februari
februari
juni
Initiële planning
B 3 . Beheersing van de Project-MER plichtige deelprojecten: deelplan 3. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende Oosteroever
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Aanvangsdatum
5. Exploitatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum
4. Realisatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
2013
2013
2011
2012
2007
2012
september 2010
2012
september 2009
juni
Vorige planning
januari
2012
september 2010 2012
2012
april
januari
april
december
januari
2012
2012
2012
2011
2012
Laatste herziening planning
september 2012
juni
april
- vanaf heden integratie veiligheidmaatregelen kustveiligheidsplan thv Oosteroever Oostende en afwerking van de Oostelijke havendam => gezien link veiligheid opnieuw grotere prioriteit
- tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3
- vanaf heden integratie veiligheidmaatregelen kustveiligheidsplan thv Oosteroever Oostende en afwerking van de Oostelijke havendam => gezien link veiligheid opnieuw grotere prioriteit
- vertraging bij de afwerking van het project-MER: Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende; - tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; gelijktijdige indiening bouwaanvraag met definitief MER en MEB
- gewijzigde randvoorwaarden ikv haalbaarheidsstudie deelplan 3 (interferrentie met Oosteroeverproject, GRUP RSG Oostende en nieuwe potentiële locatie tgv uitvoeringsfase na aanleg Oostelijke havendam); geen prioriteit van dit deelplan gezien niet gelinkt met veiligheid. - vanaf heden integratie met veiligheidmaatregelen kustveiligheidsplan thv Oosteroever Oostende en afwerking van de Oostelijke havendam => gezien link veiligheid opnieuw grotere prioriteit
haalbaarheidsstudie en afstemming Oosteroeverproject
studies vanaf nov 1999 tot heden bruikbaar voor de project-MER; dienden volgens nieuwe concepten en varianten geactualiseerd te worden
Reden laatste herziening planning
- afhankelijk van beschikbare budgetten
- afhankelijk van beschikbare budgetten
- tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; - afhankelijk van beschikbare budgetten
- afhankelijk van beschikbare budgetten
- tgv opsplitsing MER-plichtige onderdelen tabel B in tabel B1, B2 en B3; - afhankelijk van beschikbare budgetten
4. Planning-22/32
160 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Overige (verlet, weersverlet, verlof of vertraging door de aannemer)
Schorsing
C. Deelplan 2, Zeedijkrenovatie Goedgekeurde termijnsverlenging 50
Aantal dagen
Geef in de kolom 'soort dagen' aan of het om werk- of kalenderdagen gaat.
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
juli 2009
2012
Einddatum realisatiefase
Aanvangsdatum exploitatiefase
september 2008
Aanvangsdatum werken
C. Deelplan 2, Zeedijkrenovatie
Initiële planning
2015
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
2015
Einddatum
2015
5. Exploitatiefase Aanvangsdatum
Aanvangsdatum
4. Realisatiefase
kalenderdagen
Soort dagen
midden 2010
juni 2012
februari 2009
Vorige planning
2013
april
december 2011
fasen 1 en 2
- versnelde uitvoering door samennemen fase 1 en 2, gezien mogelijkheid tot vroeger vastleggen van de 2e fase of deelopdracht. - versnelde uitvoering door samennemen fase 3 en 4, gezien mogelijkheid tot vroeger vastleggen van de 4e fase of deelopdracht
Reden laatste herziening planning
- integratie veiligheidmaatregelen kustveiligheidsplan
- vanaf heden integratie veiligheidmaatregelen kustveiligheidsplan thv Oosteroever Oostende en afwerking van de Oostelijke havendam => gezien link veiligheid opnieuw grotere prioriteit
Laatste herziening planning
2013
2012
4. Planning-23/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 161
2009
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Aanvangsdatum
5. Exploitatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum (aanvattingsbevel)
4. Realisatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding) 2010
2013
2011
2012
2012
2011
2011
2010
2009
september 2012
juni
januari
december
maart
Vorige planning
3e kwartaal 2010
3e kwartaal 2010
midden
voorjaar
Einddatum 2010
november 2009
november 2009
maart
Initiële planning
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project: deelplan niet project-MER-plichtig)
Fasen
najaar
maart
december
oktober
2011
2011
2010
2012
2010
2012
Laatste herziening planning
- gevolg afronden initiatiefase. - zie contracteringsfase gevolg aanvangsdatum
- gevolg afronden initiatiefase. - versnelde uitvoering fase 1 op beschikbare extra kredieten gevolg aanvangsdatum
gevolg aanvangsdatum t.e.m. 3e fase
- gevolg afronden initiatiefase. - zie contracteringsfase, 1e fase
- gewijzigde spreiding van de budgetten op de meerjaren en bijgevolg het FP. - afstemming met Geïntegreerd Kustveiligheidsplan en fasering van de studies en de werken in 3 fasen
Reden laatste herziening planning
D. Deelplan 4. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven (niet MER-plichtig):(wordt onderverdeeld in 3 studie- en uitvoeringsfasen)
4. Planning-24/32
162 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
februari
Einddatum
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
oktober 2009
december 2008
Einddatum realisatiefase
Aanvangsdatum exploitatiefase
februari 2008
Aanvangsdatum werken
D.2 Natuurcompensatie - fase 1
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
Aanvangsdatum
2008
2008
2008
2008
Initiële planning
najaar
Einddatum
5. Exploitatiefase
februari
Aanvangsdatum (aanvattingsbevel)
4. Realisatiefase
januari
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
december 2007
Einddatum
2007 2007
september 2007
juni juli
Initiële planning
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project) Aanvangsdatum Einddatum 2. Vergunningsfase
Fasen
2007 2010
2011
2010
2011
mei 2009
september 2009
najaar
najaar
juli
november
oktober
Reden laatste herziening planning
januari 2010
vanaf het nieuwe strand is aangelegd
- afstemming met de vergunningsprocedures en de uitvoeringsfase voor het baggeren van de nieuwe vaargeul te Oostende (tbv de zandwinning; win-win situatie combinatie baggerwerken en opspuitwerken); - vertraging van de zijde van de aannemer (enkel voor demobilisatie: verwijderen zinkerleiding van het strand en de zeebodem)
Reden laatste herziening planning
-einde realisatie laatste onderdeel of fase: afbraak duinvoetversterking en oude zeedijk; - spreiding in de tijd door randvoorwaarden: spreiding budgetten, fasering, broedseizoen, stormseizoen, activiteiten militair domein (defensie); - nodige afstemming met de voltooiing van de 1e fase, met name de realisatie van een ecologische suppletie;
- in afstemming met de voltooiing van de 1e fase, met name de realisatie van een ecologische suppletie en de realisatiefase; - afwerken bestek fase 2 - spreiding in de tijd door randvoorwaarden: spreiding budgetten, fasering, broedseizoen, stormseizoen, activiteiten militair domein (defensie);
- geen bouwvergunning nodig voor fase 1. - ten gevolge van vertraging voltooiing fase1: bouwaanvraag voor 2e en 3e fase werd in mei 2010 ingediend in afstemming met de gewijzigde planning en budgetten
melding natuurcompensatie aan de Europese Commissie
Laatste herziening planning
2009
2012
2012
2010
2010
Laatste herziening planning
Vorige planning
oktober
september 2008
juli
mei
3e trimester 2009
september 2008
juni februari
Vorige planning
D.1 Natuurcompensatie (onderdelen aanleg ecologisch strand, plaatsen palenrij tbv de stabiliteit van het strand, afbraak duinvoetversteviging en oude zeedijk)
4. Planning-25/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 163
52 kalenderdagen
kalenderdagen
Soort dagen
Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Projectsituatie Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
Indien er tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3. Afgesproken tussentijdse evaluaties
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten
Opmerkingen - Zeedijkrenovatie Albert I-promenade: de schorsing gebeurde bij aanvang van de aanneming, wegens het niet tijdig afgewerkt zijn van de voorbereidende werken van de nutsmaatschappijen; - Natuurcompensatie - fase 1: De schorsingen betroffen de noodzakelijke afstemming met de baggerwerken voor de nieuwe vaargeul te Oostende; - Natuurcompensatie - fase 1: De overige vertraging betrof de vertraging van de zijde van de aannemer (enkel voor demobilisatie: verwijderen zinkerleiding van het strand en de zeebodem)
157
Overige (verlet, weersverlet, verlof of vertraging door de aannemer)
Aantal dagen
Schorsing
D.2 Natuurcompensatie - fase 1 Goedgekeurde termijnsverlenging
Geef in de kolom 'soort dagen' aan of het om werk- of kalenderdagen gaat.
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
4. Planning-26/32
164 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Hilde Crevits
Vraag gericht aan
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
217
Vraagnummer Wilfried Van Daele
Vraagsteller 15 november 2010
Datum vraag Stand van zaken OW-plan
Onderwerp vraag
5. Vragen Vlaams Parlement-27/32
Antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp en de status van het antwoord.
5. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
165
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
De aangekondigde update van de kostenraming (2008) om de invloed van de bijsturingen op project-MER niveau te ramen werd uitgesteld tot de indiening van de ontwerpproject-MER (deelplan 1: Zeewering ten laste van MDK, aK; voorzien maart 2009). Tijdens de uitwerking van de ontwerp-MER tot definitief-MER werd een milderende maatregel naar aanleiding van de plenaire vergaderingen en de reacties van de actoren op het ontwerp-MER ontwikkeld in de periode maart - juli 2009. Deze milderende maatregel werd bestudeerd en in het MER geïntegreerd en bleek bij de eindbeslissing als voorkeursvariant uit het MER te komen. Tijdens de uitwerking van de milderende maatregelen werd tevens de raming voor dit concept opgesteld. Het definitief project-MER werd door de Dienst MER op 31 juli 2009 goedgekeurd en op de stuurgroep van 31 augustus 2009 werd deze milderende maatregel als uitvoeringsvariant gekozen. Op 4 september werd door de afdeling Maritieme Toegang een bouwvergunning voor de Westdam met inbegrip van het Zeeheldenplein (onderdeel ten laste van MDK, aK) ingediend. De architecturale uitwerking van de bovenbouw of afwerking van het Zeeheldenplein en de integratie met de wegenis wordt in de eerste helft 2010 voorzien, maar werd door vertraging ten gevolge van het studiebureau en de afwezigheid van de inspectie van financiën tijdens de zomermaanden naar 2011uitgesteld. Wijzigingen in de projectomgeving worden bij MDK per kwartaal opgevolgd en gescreend op mogelijke risico's. Een globale halfjaarlijkse rapportering gebeurt samen met de afdeling Maritieme Toegang (= overkoepelend rapport). Hoewel dit project al geruime tijd van start is gegaan, werd wegens de reeds ver gevorderde studiefase nog geen ‘risicomanagement van grote infrastructuurprojecten ‘ uitgevoerd. Het risicomanagement wordt pas bij de uitvoering der werken opgestart. De aanbesteding is voorzien in het 2e kwartaal van 2010, al dan niet opgesplitst voor de uitvoeringsfase van de onderdelen ten laste van MDK, afdeling Kust, en de onderdelen van het Departement Afdeling Maritieme Toegang. De uitvoering van het eerste project-MERplichtig onderdeel van MDK, met name het Zeeheldenplein, wordt voorzien aan te vatten in 2011. De opvolging en sturing van het project gebeurt door een stuurgroep waarvan het hoofd van het Departement MOW thans voorzitter is. In deze stuurgroep zijn vertegenwoordigd: BMM, RWO, de afdeling Maritieme Toegang, afdeling Haven- en Waterbeleid, het Ministerie van Defensie, MDK, het Waterbouwkundig Laboratorium, het Agentschap voor Natuur en Bos, de Haven van Oostende en de Stad Oostende. Verschillende expertenwerkgroepen volgen het project op, zowel op technisch vlak als op juridisch, stedenbouwkundig en m.e.r. De projectleider van MDK stuurt de procedures voor de m.e.r., de studies en uitvoering van de natuurcompensatie en de studie- en contracteringsfase van de zeedijkrenovatie, zeewering, overstromingsmaatregelen, Oosteroever. De projectleider van de afdeling Maritieme Toegang doet dit voor het deel m.b.t. verbeterde haventoegang. Deze projectleiders rapporteren volgens de hiërarchische lijn. De procedures en gegevens die als basis dienen voor beslissingen worden afgetoetst met een juridisch advies van een externe jurist (vroeger: meester Seebrechts; nu: meester
6.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses De kostenraming van het totaalproject werd in 2003 door Technum uitgevoerd, inclusief de knelpuntenanalyse. Eerder uitgevoerde gelijkaardige werken hebben gediend voor een door het bestuur uitgevoerde controle op deze raming. Op basis van deze kostenraming (2003) werd een nieuwe budgetraming voor de verschillende in de planMER opgenomen “alternatieven” opgemaakt. De kostenraming in het kader van uitvoering der werken wordt aangevuld met de op dat moment beschikbare gegevens. Zo was de raming voor het bestek ‘bouw Havendammen’ (2008) gebaseerd op de bij ‘de afbraak van het oosterstaketsel en de bouw van de lage oostelijke dam’ (2006) horende eenheidsprijzen. Ook vinden voortdurende bijsturingen van de raming (2003) plaats (in het bijzonder voor het groeistrand) met betrekking tot eenheidsprijzen en uit te voeren hoeveelheden. De totale kosten blijven quasi constant. De wijzigingen die in de ramingen zijn opgetreden, zijn relatief beperkt en hebben betrekking op het actualiseren van de raming en de termijn. Het budget van 150 miljoen euro ten behoeve van de realisatie van het volledige OW-plan (delen ten laste MDK, aK en aMT), blijft evenwel stand houden.
6. INTERNE CONTROLE
6. Interne controle-28/32
166 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
Van de stuurgroepvergadering worden goed gestructureerde notulen opgesteld.
Voor de administratie en financiële transacties worden geen bijzondere procedures voorzien.
Een controlebureau wordt op de studie- en uitvoeringsfase ingezet en de veiligheidscoördinatie bij de uitvoeringsfase is voorzien. De nodige samenwerkingsovereenkomsten met de Stad Ostende voor de onderdelen Zeedijkrenovatie en Zeeheldenplein werden opgesteld.
6.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie Verschillende disciplines zijn in de projectorganisatie via technische werkgroepen: nautische disciplines, bouwkundig ingenieurs, juristen, architecten (bouw dam), Waterbouwkundig Labo, extern jurist,…
Tengevolge van de integratie van de onderdelen opgenomen in het project-MER werd de uitvoering van de onderdelen van MDK binnen de meerjarenbegroting gewijzigd. Deze ingreep heeft geen budgettaire weerslag. De werkelijke cijfers ten slotte worden met de voorziene budgetten steekproefsgewijze vergeleken. Deze monitoringproeven zijn beschreven in het rapport.
De uitvoering van de eerste fase van de natuurcompenserende werken te Nieuwpoort, of de ecologische strandsuppletie opgenomen in het bestek van en afgestemd met de uitvoering van de baggerwerken tbv de nieuwe vaargeul te Oostende, werd in 2009 beëindigd. Bij deze werken ten laste van MDK, afdeling Kust, diende geen verrekening in meer te worden opgesteld. De aanneming van de suppletie zal kunnen worden afgesloten met een verrekening in min van ongeveer 1,1 mio euro (vastgelegde bedrag 7,1 mio euro), ten gevolge van de uitvoeringsmethode van de aannemer (besparingen op de posten met bijkomende prijzen). De financiering van het project was vroeger voorzien via een afzonderlijk budget (urgentieprogramma). Thans wordt gesteld dat de realisatie binnen de reguliere budgetten moet uitgevoerd worden. De 1e en 2e fase van de werken ten behoeve Zeedijkrenovatie Albert-I promenade, deel ten laste van MDK, werd in 2009 vastgelegd en aangevat (samen met de delen ten last van Stad Oostende, deel ondergrondse parking, en de TMVW, deel rioleringswerken). In kader van de versnelde uitvoering of de combinatie van beide fasen, en de mobiele kering als definitieve overstromingsmaatregel, werden tijdens de aanneming enkele ramingsstaten opgemaakt. De financiering van het project is volgens duidelijke afspraken verdeeld tussen afdeling Kust (delen ten laste van MDK, aK) en afdeling Maritieme Toegang (deelplan 5: maritieme toegankelijkheid). Het project is budgettair zwaar waardoor de verwezenlijking van de projectonderdelen over meerdere jaren moet worden gespreid. Dit kan als gevolg hebben dat de realisatie van de doelstellingen van het project langer kan duren dan uitvoerings-technisch strikt noodzakelijk. Er werd meermaals gesinaleerd dat een spreiding van de vastleggingen ten behoeve van het Groeistrand over meer dan 2 jaar maatschappelijk onaanvaardbaar is (zowel in kader van het vertragen van de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen, als de langdurige hinder van de werken naar omwonenden en toeristische activiteiten). Bovendien vergt de spreiding van de uitvoering extra mobilisatie en demobilisatiefasen die de raming of de nodige fininciële middelen significant zouden verhogen. Op heden werd de raming opgesteld met de veronderstelling van 4 uitvoeringsfasen van het Groeistrand. De werken van het Groeistrand zullen worden aanbesteed in 2012 en worden voorzien aan te vatten in 2012. Voor de onderdelen van MDK, kon enkel de eerste fase van de natuurcompenserende werken in het najaar 2008 worden gestart en wordt de aanvang van de zeedijkrenovatie in maart 2009 voorzien. De aanvang van deze werken kende een vertraging t.o.v. de oorspronkelijke planning "september 2008", t.g.v. de moeilijke gunningsprocedure en de noodzakelijke uitvoering en afwerking van de voorbereidende werken door de nutsmaatschappijen. Door het vervroegd vastleggen van de deelcontracten 2 en 4, kon een gedeeltelijke overlapping van de uitvoeringsfasen worden bekomen, zodat de voltooiing van de werken gepland is voor eind 2011 of een half jaar vroeger dan de oorspronkelijke planning. In 2010 werd de uitgestelde vastlegging voor het Zeeheldenplein opgevangen door een aantal vervroegde vastleggingen, zoals de gunning van het deelcontract 4 voor de Zeedijkrenovatie, de uitvoering van een eerste fase voor de overstromingsmaatregelen rond de haven. De geplande vastleggingen (de vastlegging van de studiekosten, met inbegrip van het risicomanagement, de vastlegging voor de 3e fase van de zeedijkrenovatie en de 2e fase voor de natuurcompenserende werken) werden in 2010 uitgevoerd.
6.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing Er is een constante aftoetsing met het fysisch programma, nieuwe ramingen, aanbestedingen,… In de uitvoeringsfase zijn vele posten uitgedrukt als vermoedelijke hoeveelheden (VH). Daarop gebeurt de traditionele controle.
6. Interne controle-29/32
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 167
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
6.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie De interne communicatie verloopt via de secretaris-generaal van het Departement MOW en de administrateur-generaal van MDK en via de officiële overlegstructuren (stuurgroep, werkgroepen, projectteam afdeling Kust -afdeling Maritieme Toegang). Bij MDK is er een kwartaalrapportering voorzien (=projectfiche). De externe communicatie gebeurt via officiële werkgroepen en officieuze gesprekken met de projectleider (m.b.t. de communicatie naar het Actiecomité: Comité Stad en Zee), commissies openbare werken met het stadsbestuur Oostende, communicatie naar de burger via tentoonstellingen op de zeedijk, overlegmomenten met het havenbestuur, dit teneinde het maatschappelijk draagvlak te creëren en te vergroten.
6. Interne controle-30/32
168 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
- Er zijn geen significante wijzigingen opgetreden in 2010.
7. Conclusies-31/32
- De budgetten voor de project-MERplichtige onderdelen, voor het project-MER "Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende", werden na het beëindigen van de procedure en de keuze van het uitvoeringsconcept (variant) in de eerste helft van 2009 geactualiseerd;
- Het totaal deel ten laste van MDK, afdeling Kust, (studies en uitvoering) wordt bij de huidige stand van zaken geraamd op ± 53,8 miljoen euro (na actualisatie 2009);
- Onderdelen die samenhangen met de veiligheid krijgen voorrang;
- De realisatie van het project voor de aspecten en projectonderdelen mbt zeewering zal binnen de reguliere budgetten geschieden; De beschikbare middelen dienen echter te worden opgetrokken zodat de realisatiefase van het groeistrand binnen een aanvaardbare termijn plaatsvindt;
7.2 Financieel - Er wordt gerapporteerd vanaf november 1999;
- Het ontbreken van de financiële middelen ten einde de realisatie van de onderdelen van het OW-plan binnen een maatschappelijk aanvaardbare termijn af te ronden, vormt een groot risico: De geplande uitvoering van het OW-plan Oostende is opgenomen binnen de recurrente beleidsmiddelen van de afdeling Kust ( 5 à 6 miljoen Euro/jaar). Omwille van veiligheidsrisico’s is de opdracht gegeven door de burgemeester van Oostende de uitvoering van de werken te versnellen. Hierdoor zou de uitvoeringstermijn of de realisatiefase van het OW-plan ingekort moeten worden van 2008-2017 tot de termijn van 2008-2013. Het gevolg van een eventueel versnelde uitvoering houdt in dat de voorgestelde spreiding van de budgetten op de reguliere middelen volgens een constant beleid niet langer mogelijk is. Tevens werd in de project-MER de uitvoering van het groeistrand beperkt tot 2 jaar, om de effecten in aanlegfase te reduceren (hinder naar omwonenden en voor de toeristisch-economische sector).
- Ten einde het groeistrand te kunnen aanleggen dient een grote hoeveelheid zand in de conssiezones worden gewonnen (zeewering aan zeezijde). De huidige conssiezones beschikken niet over een voldoende hoeveelheid zand met geschikte korreldiameter. Bijgevolg dient tijdig onderzoek te gebeuren op exploratie zone 4 van het Belgisch Continentaal Plat en een MEB worden opgesteld. Een eerste inventarisatie van dit gebied biedt goede perspectieven om aldaar de nodige hoeveelheid met geschikte korreldiameter te vinden. Een opmaak van een MEB in kader van de concessieaanvraag in het gebied werd in 2009 aanbesteed en het MEB werd half 2010 ingediend bij de BMM en de FOD economie. Om de procedure te kunnen verder zetten was een MB nodig betreffende de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat, welke door de federale regering van lopende zaken op 24 december 2010 werd genomen.
7.1 Risicoanalyse - De risicoanalyse van de vergunnings- en studiefase werd niet uitgevoerd gezien deze fase reeds te ver gevorderd was. Er werden echter wel een procedurehandboek opgesteld, knelpuntanalyses uitgevoerd en budgetramingen opgemaakt. Na de goedkeuring van de plan-MER blijkt het maatschappelijk draagvlak van groot belang, om geen vertraging in de vergunningsfase op te lopen door bezwaren van de burger bij de terinzage legging en het openbaar onderzoek van het kennisgevingsdossier (project-MER).
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
7. CONCLUSIES
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 169
V L A A M S P A R LEMENT
OW-plan Oostende deel MDK - project in uitvoering - v4-3-2011
7. Conclusies-32/32
- Er werd in 2010 voor Deelproject 1 Zeewering - onderdeel Zeeheldenplein en de natuurcompenserende werken fase 2 een beperkte vertraging opgelopen, zonder gevolgen op de totaalplanning van
- Op de stuurgroepvergadering van 31 agustus 2009 werd de uitvoeringsvariant ten behoeve van de bouwvergunningen gekozen.
- Eind 2007 waren de nodige procedurele voorwaarden vervuld om tot de kennisgeving van de project-MER "Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende", over te gaan. Voorafgaand, werd ikv de uit te werken en te beoordelen varianten, overleg met de afdeling Monumenten en Landschappen en de andere betrokken actoren, gepleegd. De richtlijnen voor de project-MER werden op 20 september 2008 bekomen en de afwerking en indiening van de ontwerpproject-MER werd in maart 2009 uitgevoerd. Het definitief project-MER werd in juli 2009 ingediend en goedgekeurd.
- Op de stuurgroepvergadering van 14 jan 2008 olv de secretaris-generaal werd beslist een ontheffing aan te vragen voor de verdere opbouw van de Oostdam. Als gevolg daarvan werd de indiening van de kennisgeving van 3 project-MER's (elk deelproject aan zeezijde) herleid tot 2 projectMER's, met name 1 project-MER tbv de overige en niet onthoffen onderdelen van het deelproject 5. Verbetering haventoegang Oostende en het deelproject 1. Zeewering Oostende-centrum – Beschermingsdam en 1 project-MER tbv deelproject 3. GKZB Oosteroever. De project-MER Zeewering-Haventoegang werd in eerste instantie ingediend met een vertraging in de planning van 3 maanden.
- De natuurcompenserende maatregelen moesten uiterlijk gelijktijdig aanvangen met de realisatie van project-merplichtige onderdelen. De uitvoering van de 1e fase (ecologische strandsuppletie) van de natuurcompenserende maatregelen werden in het najaar 2008 en het voorjaar 2009 uitgevoerd. De realisatie van 2e en 3e fase was respectievelijk in het najaar 2009 en het voorjaar 2010 voorzien, na het bekomen van de bouwvergunning met openbaar onderzoek. De bouwvergunning werd in het najaar van 2010 bekomen en de fase 2 wordt uitgevoerd in 2011 en fase 3 in 2012, om rekening te houden met de omgevingsrandvoorwaarden en de voor handen zijnde kredieten. Volgens de planning zullen de natuurcompenserende werken beëindigd zijn nog voor de werken waartoe gecompenseerd moet worden aanvangen.
- In juni 2007 werd de goedkeuring van de plan-MER bekomen en in dec 2007 de beslissing van de vlaamse regering mbt het voorkeursalternatief om de project-MER uit te werken, het uitspreken van de dwingende redenen van openbaar belang om het project ondanks de significant negatieve milieueffecten en mits compensatie daarvoor, toch uit te voeren en akte te nemen van de natuurcompenserende maatregelen en over te gaan tot de realisatie ervan;
7.3 Planning - Er wordt gerapporteerd vanaf november 1999;
170 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Afdeling Maritieme Toegang van het departement MOW
Rapporterende entiteit
V L A A M S P A R LEMENT
Projectsituatie
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
31 december 2008 30 juni 2008 31 december 2008 31 december 2009
Steven Van Aken Stafdienst MOW ir. Luc Van Damme projectleider ontwikkeling Kusthavens ir. Freddy Aerts afdelingshoofd afdeling Maritieme Toegang
Functie Naam Functie Naam Functie
celhoofd Havens en Districten Kust
Functie Naam
ir. Jan Goemaere
Naam
15 februari 2008 10 september 2008 3 april 2009 19 maart 2010
Datum gevalideerd rapport
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
Datum
Datum
Datum
Datum
Jaarrapport Halfjaarrapport Jaarrapport Jaarrapport
14
14
11
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -1/22
maart
maart
maart
maart
ir. Jan Goemaere
Projectverantwoordelijke
11
neen
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Soort rapport
OW-plan Oostende: Plan voor de zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende: deel Maritieme Toegankelijkheid
Naam project
DOCUMENTGESCHIEDENIS
2010
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt een ander sjabloon gebruikt voor de rapportering.
OW-plan Oostende: Plan voor de zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende: deel Maritieme Toegankelijkheid
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 171
1.1 Probleemomschrijving
Referentie strategische doelstellingen PD4: Rekening houden met een gepaste maritieme toegankelijkheid: beleidsnota 2004-2009: - deelproject 5: Verbetering haventoegang Oostende met de afbraak oosterstaketsel en bestaande oostelijke lage paragraaf 3,1 havendam, nieuwe vaargeul 143° en de aanleg havendammen. Projectdoelstellingen
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
MKBA Expert
Datum document
Indien er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
1.3 Alternatieven
Beleidsnoita Mobiliteit en Openbare Werken beleidsprioriteiten 2009-2014 2.2.2.a (VR20091610MED.0426.04)
Status
1. Algemeen-2/22
Strategisch plan voor de haven van Oostende - eindrapport augustus 2005
De maritieme toegang van de havens moet blijvend worden geoptimaliseerd en desgewenst worden verdiept ten Regeerakkoord 9 juli 2009 - Een behoeve van de bestaande en te verwachten scheepvaart daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden.
Verbetering van de haventoegang voor grotere Prioritair wordt de maritieme toegankelijkheid van de Voorhaven verbeterd. zeeschepen geldt als uitgangspunt om een economische ontwikkeling van de haven van Oostende te kunnen blijven garanderen.
Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4 Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek
Openbare werken:S.D. Een kwalitatief hoogstaande en De maritieme toegang van de havens moet blijvend worden geoptimaliseerd en desgewenst worden verdiept ten goed doordachte infrastructuur - De economische behoeve van de bestaande en te verwachten scheepvaart poorten (de zeehavens en de luchthavens) versterken. Zeehavens versterken door toekomstgerichte maritieme toegankelijkheid
SD5: PD5: Rekening houden met een gepaste maritieme toegankelijkheid: Strategisch plan: actie 5,1 Strategisch plan haven Oostende, Ontwerp streefbeeld - deelproject 5: Verbetering haventoegang Oostende met de afbraak oosterstaketsel en bestaande oostelijke lage en actieprogramma: deel 5 actieprogramma - Realisatie havendam, nieuwe vaargeul 143° en de aanleg havendammen. nieuwe haventoegang
SD4: Openbare werken: investeren in Economische poorten en knooppunten: Zeehavens. doelstelling 1: een toekomstgerichte en economisch verantwoorde toegankelijkheid van de Vlaamse zeehavens.
Strategische doelstellingen
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze "SMART" (d.i.specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen
1.2 Doelstellingen
De noodzaak om de haven van Oostende toegankelijk te maken voor alle typeschepen (jumbo-ferries, cargo en cruiseschepen) tot een lengte van 200 m.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
172 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Expert Datum document Status
Samenhang met doelstellingen Geschatte uitvoerings-periode
Geschat globale budjet, incl. BTW (indien verschuldigd) (€) Quick - scan van de belangrijkste risico's
Vastgelegd door de VR op 14 december 2007
Specifieke gevolgen voor het Status en eventuele proces verantwoording
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Gekozen alternatief Het gekozen alternatief is het voorkeursalternatief zoals bepaald in het besluit van de projectMER. De eerste vereiste om de haven van Oostende toegankelijk te maken voor grotere schepen is een nieuwe, bredere en diepere vaargeul. Daarnaast is ook de aanleg van een westelijke en een oostelijke havendam noodzakelijk. De vaargeul tussen de haven van Oostende en de grote rede heeft een breedte van 150m en met streefdiepte 8,5TAW. Ten noorden van de grote rede heeft de vaargeul een breedte van 300m met streefdiepte 8,5TAW. De havendammen zijn stortsteen golfbrekers. De lengte van de Oostdam is 783m, de lengte van de Westdam is 694m. De hoogte van de dammen is +7mTAW, de hoofden +8mTAW. Motivatie Het voorkeursalternatief wordt gedragen door ALLE betrokken partijen in het MER-proces. Dit voorkeursalternatief werd bekrachtigd door de stuurgroep dd. 31 augustus 2009 onder voorzitterschap van de secretaris-generaal van het departement MOW.
Randvoorwaarden - Tussen de haven van Oostende en de groter rede is een one way vaargeul aangelegd. - Tijdens constructiefase mag de kans op overstromen van de Oostendse binnenstad niet toenemen ten opzichte van voor de werken.
1. Algemeen-3/22
Hypothesen - De grotere schepen worden gedefinieerd als typeschepen (jumbo-ferries, cargo- en cruiseschepen) tot een lengte van 200 m. - De dammen hebben een ontwerplevensduur van 100 jaar. - Een schade onder de 5% grens bij de ontwerpstorm op de definitieve constructie wordt als aanvaardbaar beschouwd. - Tussen de start der afbraak oosterstaketsel en de bouw van de dammen tot niveau +6mTAW mag maximaal 5 jaar
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen en de aan dit alternatief verbonden randvoorwaarden en eventuele hypothesen waarmee rekening moet gehouden worden tijdens de realisatie van het project.
1.4 Projectvoorstel
Alternatief A met oostwaartse verschuiving van de basis van de westelijke dam tot voorbij het Zeeheldenplein.
Alternatieven
Indien er een MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, vermeld dan hier de in het MER opgenomen alternatieven. Indien er geen MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, geef dan een beknopte omschrijving van de onderzochte alternatieven. Geef bij ieder alternatief de samenhang met de doelstellingen van het project, de geschatte uitvoeringsperiode, het globale budget (incl. BTW, indien deze verschuldigd is) en de specifieke gevolgen van de keuze van het alternatief voor het proces. Vermeld door een eerste inschatting (quick-scan) de belangrijkste risico's verbonden aan het alternatief. Indien men een bepaald alternatief niet verder in overweging neemt, wordt dit vermeld men dit in de laatste kolom, samen met de verantwoording.
MER
Indien er een milieueffectenrapport (MER -plan-MER of project-MER) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 173
1.5 Concreet gerelateerde projecten
in uitvoering in voorbereiding in voorbereiding
2. Renovatie Albert I promenade en Zeeheldenplein
3. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende (GKZB), Oosteroever • Zandsuppletie, recreatieve inrichting strand
4. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven
V L A A M S P A R LEMENT
juni
juni
6
22
2007
2006
2006
juli
2008
Vlaamse Regering
Vlaamse Regering
Dienst MER
Ruimtelijke Ordening
BMM
Dienst MER
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
3
14 december 2007
maart
2
Datum beslissing 23 december 2005 Beslissingnemer
VR/2008/07.03/DOC.0189 Aktename strategisch plan zeehaven Oostende
1. Algemeen-4/22
VR/2007/14.12/DOC.1505 OW-plan Oostende - kennisname en bekrachtiging voorkeursalternatief - dwingende redenen van groot openbaar belang - kennisname van het voorstel van natuurcompenserende maatregelen en het geven van de opdracht om die maatregelen uit te voeren
MEB/Oostende/Advies - Advies betreffende de aanvraag van AWZ, afdeling Maritieme Toegang tot afbraak van het Oosterstaketsel met seinpost, de lage oostelijke havendam en de remmingswerken en de bouw van een nieuwe lage oostelijke dam 8.00/35013/2546.2 - De bouwvergunning voor de afbraak van het oosterstaketsel met seinpost, de oostelijke lage havendam en de remmingswerken en de bouw van een nieuwe lage oostelijke dam PLMER-0006-GK - Goedkeuring PlanMER - Plan voor de kustverdediging en maritieme Toegankelijkheid van Oostende
Referentie OHPR0052 - Ontheffing tot het opstellen van een MER - Werken haven Oostende
Geef in de onderstaande kader de datum en de andere gegevens (beslissingnemer en referentie) met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren.
1.7 Informatie met betrekking tot de beslissing om het project te realiseren
- de ecologische inrichting van de dammen zoals beschreven in de passende beoordeling wordt uitgevoerd; - het gebruik van asfalt en teer vermijden bij de onderdelen van de dam die in contact komen met het zeewater; - de veiligheid van de scheepvaart dient ten allen tijde te worden gegarandeerd; - tijdens de constructiefase is het aangewezen om zoveel mogelijk gebruik te maken van de best beschikbare technologie om de milieu impact te beperken;
Indien er bepaalde voorwaarden verbonden zijn aan de verkregen vergunningen (bijvoorbeeld de stedenbouwkundige vergunning), vermeld deze dan in het onderstaande vak.
1.6 Voorwaarden verbonden aan de verkregen vergunningen
in voorbereiding
Status
1. Zeewering Oostende-centrum – Beschermingsdam Dit deelproject omvat volgende onderdelen: • Een nieuwe plateauvormige uitbouw en glooiing aan het Zeeheldenplein • Zandsuppletie
De hierna opgenomen gerelateerde projecten maken deel uit van het OW-plan Oostende deel zeewering.
Naam en concrete relatie
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
174 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
mei
juli
20
31
2009
2009
2009
2009
LM EM EN V VL LA AA AMMS S P P A AR RL E EN TT
januari
2010
Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid
BMM
Dienst MER
Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid
BMM
BMM
Dienst MER
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
27
9 november 2009
mei
20
maart
19 december 2008
1. Algemeen-5/22
SV/BP/3145/342 - De bouwvergunning voor de afbraak van het strandhoofd, de bouw van de westelijke havendam en de aanleg van het Stilling Wave basin nabij de haven van Oostende
Plan-MEB: integrale OW-plan kustverdediging en maritieme Toegankelijkheid van Oostende Milieueffectenbeoordeling en advies betreffende het verzoek tot het verlenen van een vrijwillig advies door de BMM m.b.t. het integrale OW-plan voor de kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende SV/art127/3145/222 - De bouwvergunning voor de verdere uitbouw van de nieuwe oostelijke havendam in de haven van Oostende LNE/MER/PR0359/09 - Goedkeuring projectMER - Kustverdediging en maritieme toegankelijkhied van Oostende (PRMER 359) Project-MEB: de afbraak van het strandhoofd, de bouw van de westelijke havendam en de aanleg van het Stilling Wave basin nabij de haven van Oostende
OHPR0227 - Ontheffing tot het opstellen van een MER Verdere uitbouw oostelijke havendam Oostende Project-MEB: verdere uitbouw oostelijke havendam Oostende - Project Milieueffectenbeoordeling (ptoject MEB) verdere uitbouw van de nieuwe oostelijke dam als onderdeel van het Openbare Werken plan Oostende (OW-plan)
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 175
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Bestuurlijk
Maatschappelijk / communicatief
Financieel
Ruimtelijk
Technisch
Organisatorisch
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
Omschrijving van het risico
Kans op voorkomen Impact
Grootte risico Beheersmaatregel (BHM)
Kans op voorkomen (rekening houdende met BHM) Impact (rekening houdende met BHM) Grootte residuair risico
2. Risicoanalyse-6/22
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact en de grootte van het risico. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact en de grootte van het residuair risico (rekening houdende met de implementatie van de beheersmaatregel). Vermeld in de kolom 'status BHM' of de beheersmaatregel al dan niet reeds uitgevoerd werd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
176 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
afdeling Maritieme Toegang
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
2. Risicoanalyse-7/22
Opmerkingen Hoewel dit project al geruime tijd van start is gegaan, werd er nog geen risicoanalyse uitgevoerd. Gezien dit specifiek deel van het totaalproject OW-plan Oostende al volop in uitvoering is, zal voor het deel Maritieme Toegankelijkheid geen risicoanalyse opgesteld worden.
Algemeen Residuair risico
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
177
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
25.283.184
0
Totaal (laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
0
10) Beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
6.283.184
9) (Laatste raming) exploitatie- en onderhoudskosten tot 30 jaar na afwerking project
11) Vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest
19.000.000
8) (Laatste raming) oorspronkelijk budget
(Laatste raming) nog te voorziene kosten (excl. de aangevraagde, maar nog niet vastgelegde kosten)
103.449.545
664.192
7) Verwijlinteresten
Totaal reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
6.712.113
6) Prijsherzieningen
0 23.396.865
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
5) Meer- en minwerken
0 0
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
72.676.375
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
1) Oorspronkelijk budget
Reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen
3. Financieel-8/22
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn onder de andere lijnen van de tabel. Geef in deze tabel de nog te voorziene (laatst geraamde) kosten, uitgesplitst naar 'oorspronkelijk budget', 'exploitatie- en onderhoudskosten' (en dit tot 30 jaar na de afwerking van het project), 'beschikbaarheidsvergoedingen' en 'vraagvergoedingen'. Geef de totale kosten van het project zoals vermeld in de vorige rapportering, de initiële raming van de kosten (m.n. de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project), het jaar waarin de initiële raming werd gemaakt en de reden waarom de huidige (geraamde) kosten van het project verschillen van deze opgenomen in de vorige rapportering. De rest van de tabel wordt automatisch ingevuld op basis van o.a. de ingevulde gegevens in de detailleringstabellen (zie verder). Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
SAMENVATTEND OVERZICHT
Voor al de projecten, ook voor de projecten met medefinanicering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
Opmerkingen
3. FINANCIEEL
178 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
5.723.462
2003
123.009.267
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
2009
Haven van Oostende - OW-plan - Havendammen. Deelcontract I Haven van Oostende - OW-plan - Havendammen. Deelcontract II
Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Inschrijving
2006
2008
BA 73.21 Pr 64.20
Haven Oostende - Bouwen beschermingsdam havengeul met vernieuwing aansluitende zeedijkglooiing. - Inschrijving
2000
MG7370B
MG7370B
364F7370
BA 73.21 Pr 64.20
BA
Haven Oostende - Bouwen beschermingsdam havengeul met vernieuwing aansluitende zeedijkglooiing. - Inschrijving
Verantwoording
2000
Begrotingsjaar
vastgelegd vastgelegd
10.545.358
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
Status
9.513.981
6.632.554
6.767.248
8.498.224
Bedrag vastlegging, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
3. Financieel-9/22
Met 'oorspronkelijk budget' worden al de kosten bedoeld nodig voor de realisatie van het project (m.n. studiekosten, onteigeningskosten, uitvoeringskosten, kosten flankerend beleid e.a.) en die niet opgenomen zijn in de andere deeltabellen onder punt 3.1. Geef voor iedere vastlegging de verantwoording, het begrotingsjaar, de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Detail reeds vastgelegde kosten en reeds aangevraagde vastleggingen 1) Oorspronkelijk budget
Enkel deze verwijlinteresten en herzieningen die gekend zijn in het COGNOS-systeem werden in rekening gebracht.
Opmerkingen
Verschil met initiële raming
Jaar van de initiële raming van de kosten
Totaal kosten project, initiële raming
Reden verschil met vorige raming
0
128.732.729
Totaal kosten project, zoals opgenomen in de vorige rapportering
Verschil met vorige raming
128.732.729
TOTAAL (LAATSTE RAMING) KOSTEN PROJECT, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 179
MG7370B
Oostende centrum - Kustverdediging - Verlenging strandhoofd nr. 1. - Inschrijving
Haven van Oostende - Nieuwe vaargeul naar Oostende
1999
2007 72.676.375
7.056.500
6.222.500
6.894.299
10.545.710
BA
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
V L A A M S P A R LEMENT BA
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de beschikbaarheidsvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder beschikbaarheidsvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3) Beschikbaarheidsvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vastlegging) van de exploitatie- en onderhoudskosten. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder exploitatie- en onderhoudskosten, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
2) Exploitatie- en onderhoudskosten
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
MBU 3MG016 7320
Haven van Oostende - OW-plan - Havendammen. Deelcontract IV
2010
MG7370B
MG7370B
Haven van Oostende - OW-plan - Havendammen. Deelcontract III
2009
niet van toepassing
Status
Status
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
3. Financieel-10/22
180 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4) Vraagvergoedingen vastgelegd door het Vlaams Gewest
BA
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
V L A A M S P A R LEMENT Verantwoording
Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Verrekening 1 Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Verrekening 2 Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Verrekening 3 Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Verrekening 4 Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Verrekening 5 Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Verrekening 6 Haven van Oostende - OW-plan - Havendammen. Verrekening 1 - Zandaanvulling Halve Maandijk Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Eindverrekening
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
2010
2010
2009
2008
2008
2007
2007
2007
Begrotingsjaar
MBU 3MG016 7320 MBU 3MG016 7320
MG7370B
MG7370B
MG7370B
364F7370
364F7370
364F7370
BA
vastgelegd vastgelegd
0,00 578.113,80
vastgelegd
vastgelegd
346.073,67
7.362,60
vastgelegd
677.032,63
vastgelegd
vastgelegd
460.700,66
226.862,23
vastgelegd
543.054,87
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Hier worden de meerwerken en de minwerken sinds de start der werken opgenomen. Geef per kost het begrotingsjaar, de verantwoording van het meer- of minwerk, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Voor minwerken duidt men 'niet van toepassing' aan in deze kolom. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
5) Meer- en minwerken
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Begrotingsjaar
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
Geef voor ieder begrotingsjaar de basisallocatie en het bedrag van de vastlegging (of aangevraagde vatlegging) van de vraagvergoedingen te betalen door het Vlaams Gewest. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. Indien het een project betreft zonder vraagvergoedingen, kies dan 'niet van toepassing' in de kolom 'status'. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Status
niet van toepassing
Status
3. Financieel-11/22
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 181
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
Haven van Oostende - Nieuwe vaargeul naar Oostende Beverset Haven van Oostende - Nieuwe vaargeul naar Oostende Bayardset Haven van Oostende - Nieuwe vaargeul naar Oostende Type 2000 (vl 1) Haven van Oostende - Nieuwe vaargeul naar Oostende Pinocchioset nog vast te leggen
15.196.905,04
MG7370B
V L A A M S P A R LEMENT BA 73.23 Pr 64.20
364F7370
MG7370B
MG7370B
MG7370B
MG7370B
Haven Oostende - Bouwen beschermingsdam havengeul met vernieuwing aansluitende zeedijkglooiing. - Herziening 1
Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Herziening 1
Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Herziening 2
Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam. - Herziening 3
Oostende centrum - Kustverdediging - Verlenging strandhoofd nr. 1. - Herziening 1
Oostende centrum - Kustverdediging - Verlenging strandhoofd nr. 1. - Herziening 2
2001
2007
2008
2008
2000
2009
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
BA
Verantwoording
Begrotingsjaar
6.712.113
947.212,06
795.088,06
361.824,19
272.401,39
61.255,33
2.478.935,25
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Vastleggingen of voorstellen tot vastlegging
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
vastgelegd
2.147.676,98
MG7370B
23.396.865
vastgelegd
2.030.671,98
MG7370B
vastgelegd
1.182.410,06
MG7370B
Geef per prijsherziening het begrotingsjaar, de verantwoording van de prijsherzieningen, de basisallocatie en het bedrag. Duid in de kolom 'status' aan of het bedrag reeds vastgelegd is of dat het om een aanvraag tot vastlegging gaat. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
6) Prijsherzieningen
2008
2008
2008
Status
3. Financieel-12/22
182 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
7) Verwijlinteresten
onbekend
Haven van Oostende - Afbraak Oosterstaketsel en lage oostelijke dam
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
BA
Verantwoording
664.192
664.192,00
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
0
Totaal, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
0
0
Andere 0
0
Financieringskost SPV
3. Financieel-13/22
Totaal initiële raming, incl. BTW (indien verschuldigd Verschil met initiële raming (€) ( €)
Jaar van de initiële raming
0
Bedrag, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Bouwkost SPV
Aard van de kosten
Geef de bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten vermeld worden. Geef deze bedragen tevens zoals ze op het moment van de initiële raming werden ingeschat. Geef ook het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. Het 'totaal' en het 'verschil met initiële raming' worden automatisch berekend op basis van de andere gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = Speciaal Project Vennootschap
Kosten voor de SPV
Jaar van de financieringsovereenkomst
Niet van toepassing
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.2 Voor projecten met alternatieve financiering
Begrotingsjaar
Geef de betaalde verwijlinteresten, het begrotingsjaar, de verantwoording voor de verwijlintresten en de basisallocatie. De rij 'totaal' wordt automatisch berekend op basis van de gegevens ingevuld in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 183
Te betalen door derden
Omschrijving van de vergoeding
Te betalen door
V L A A M S P A R LEMENT Kapitaalinbreng in 2012 Kapitaalinbreng in 2013
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
/
Geef hier de beheersmaatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken (dit hangt samen met de risico's met betrekking tot kostenoverschrijdingen).
3.3 Maatregelen om verdere kostenoverschrijdingen te beperken
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng
Totaal Kapitaalinbreng Kapitaalinbreng kapitaalinbreng in 2010 in 2011 vóór 2010
0
3. Financieel-14/22
0
Jaar van de Totale initiële raming kapitaalinbreng, Totaal incl. BTW Totaal initiële kapitaalinbreng (indien raming, incl. Verschil met vanaf 2014 verschuldigd) initiële BTW (indien ( €) verschuldigd raming ( €) (€)
Geef de kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef ook het bedrag van de initiële raming, het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totale kapitaalinbreng' en 'verschil met initële raming' worden automatisch berekend op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zjin geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
184 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
3.4 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Niet van toepassing
Geef de eventuele impact van de kostenoverschrijdingen op de prioriteitstelling binnen de begroting en de invloed ervan op de begroting van andere beleidsdomeinen en op derden.
3. Financieel-15/22
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
185
2015 2015
Einddatum realisatiefase
Aanvangsdatum exploitatiefase
V L A A M S P A R LEMENT 0
Laatste herziening planning
Naam infrastructuurproject
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
OW-plan deel zeewering Geen impact
Reden laatste herziening planning
niet van toepassing
Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
4. Planning-16/22
Versnellen van het infrastructuurproject t.g.v. beschikbare kredieten Versnellen van het infrastructuurproject t.g.v. beschikbare kredieten
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten
Opmerkingen
kalenderdagen
kalenderdagen
0
Schorsing
Overige (verlet, weersverlet, verlof of vertraging door de aannemer)
Goedgekeurde termijnsverlenging
Soort dagen kalenderdagen
december 2012
december 2012
mei 2007
Vorige planning
Aantal dagen 0
Geef in de kolom 'soort dagen' aan of het om werk- of kalenderdagen gaat.
Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
mei 2007
Aanvangsdatum werken
Initiële planning
Geef in deze tabel de aanvangsdatum van de werken, de einddatum van de realisatie en de aanvangsdatum van de exploitatiefase. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
Dit betreft de bouw van de havendammen tot niveau +6,00mTAW. Alle baggerwerken ten behoeve van de maritieme toegankelijkheid werden voltooid in juni 2010. Sinds februari 2010 varen de schepen volgens de nieuwe aanlooproute. Na de bouw van de dammen tot niveau +6,00mTAW moeten deze tot niveau +7,00mTAW en de hoofden tot +8,00mTAW afgewerkt worden. Gelijktijdig zal de verbreding van de havengeul ter hoogte van de Halve Maandijk uitgevoerd worden. Deze werken worden aanbesteed in 2011. Vermoedelijke einddatum volledige werken 2014.
Opmerkingen
4. PLANNING
186 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4.3. Afgesproken tussentijdse evaluaties
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
Projectsituatie Datum gevalideerd rapport Rapport bestemd voor
4. Planning-17/22
Indien er tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
187
5.1 Financieel advies
Datum advies Expert Onderwerp en conclusies
Datum advies Expert
Onderwerp en conclusies
V L A A M S P A R LEMENT
Datum advies
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
1 2
Nr
Expert
Onderwerp en conclusies
5. Adviezen-18/22
Indien voor het project, of onderdelen er van, 'second opinions' werden gevraagd aan deskundigen onafhankelijk aan het project en de projectorganisatie, dan worden die in deze tabel vermeld. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwe
5.3 Overige adviezen extern aan het project (second opinion)
1 2
Nr
Geef voor het project het onderwerp en de belangrijkste conclusies van het juridisch advies met betrekking tot de Wetgeving inzake overheidsopdrachten. Geef tevens de datum van het advies en de adviserende expert.
5.2 Juridisch advies met betrekking tot Wetgeving overheidsopdrachten
1 2
Nr
Voor ieder project dient men verplicht een advies te vragen met betrekking tot de financiële onderbouwing van het projectvoorstel. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies is gevraagd en de belangrijkste conclusi
5. ADVIEZEN
188 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Vraag gericht aan
Minister Hilde Crevits Minister Hilde Crevits
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
755 217
Vraagnummer Peter Reekmans Wilfried Vandaele
Vraagsteller 27 mei 2010 15 november 2010
Datum vraag Haven Oostende - Strategische plan OW-plan haven Oostende - Stand van zaken
Onderwerp vraag
6. Vragen Vlaams Parlement-19/22
antwoord beschikbaar antwoord in opmaak
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden
6. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
189
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
6.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing Voor het baggeren van de nieuwe vaargeul werd een aanbesteding gehouden in 2007. Voor de bouw van de havendammen werden tot op heden 3 openbare aanbestedingen gehouden. In 1999 voor de fundering van de aanzet van de westdam. In 2000 voor de bovenbouw van de aanzet van de westdam. In 2008 voor de aanzet van de oostdam en de bouw van beide havenhoofden. In 2011 zal de afwerkingen van de havendammen gepubliceerd worden. In 2012 wordt de verbreding van de havengeul in de haven voorzien. Er is een constante aftoetsing met het meerjarenprogramma en het actuele fysisch programma. Om verwijlsinteresten tot een minimum te beperking wordt bij onvoorziene omstandigheden gebruik gemaakt van ramingsstaten. Ook wordt aangedrongen bij de aannemers om tijdig de prijsverantwoording conform de geldende omzendbrieven en dienstorders gevraagd om zo de definitieve verrekening te kunnen opmaken. De procedures binnen de geldende dienstorders en omzendbrieven worden steeds gevolgd. De merendeel van de posten zijn uitgedrukt in vermoedelijke hoeveelheden (VH). Daarop gebeuren controles aan de hand van wegen van het aangevoerde materiaal over de weg door middel van de geïnstalleerde weegbrug. Schepen worden steeksproefgewijs gecontroleerd aan de hand van de meting van de inzinking, multibeampeilingen voor en na plaatsen zinkstukken, suppletie (beuninhoud). De kwaliteit van de aangevoerde materialen gebeurt door steekproefsgewijze controle van massaverdelingen van de verschillende kalibers stenen. Deze monitoringproeven zijn in de diverse bijzondere bestekken opgenomen. Het benodigde budget wordt in de meerjarenbegroting en het fysisch programma opgenomen. Er wordt voor het gedeelte maritieme toegankelijkheid geen apart budget meer voorzien. Om geen vertraging in de bouw van de havendammen te krijgen werd de nieuwe vaargeul in februari 2010 in dienst genomen, dit niettegenstaande de vaargeul nog niet volledig gebaggerd was. Hierdoor wordt wel een dieptebeperking van schepen die de haven van Oostende aanlopen opgelegd. De baggerwerken zullen voltooid zijn tegen de zomer 2010. Het einde van de bouw van de havendammen wordt verwacht in 2012. Een aantal onverwachte situaties deden zich voor die aanleiding gaven tot verrekening en meerkosten: Hierbij wordt gedacht aan het opbaggeren van zeemijnen in de te baggeren zone. De aanbestedingen die in 1999 en 2000 werden gehouden, zijn gewijzigd in functie van het door de plan- en project-MER naar voor gebrachte voorkeursalternatief. Met de aannemers van de 3 bestekken werd onderhandeld om de volledige bouw van de havendammen als een geïntegreerde opdracht uit te voeren. De budgettaire weerslag van dit alles is beperkt. De werkelijke cijfers ten slotte worden met de budgetten steekproefsgewijze vergeleken (aan de hand van weegproeven, peilingen, staalafnames, …). Deze monitoringproeven zijn beschreven in het rapport.
7. Interne controle-20/22
6.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses De kostenraming van het deel betreffende de haventoegang werd in 2003 door Technum uitgevoerd, inclusief de knelpuntenanalyse. Op basis van deze raming en de aanbestedingsprijzen van recente aanbestedingen werd in 2008 een raming vooropgesteld voor het bestek Havendammen. Deze raming had een afwijking van 2,2% van de inschrijvingsprijs van de gekozen offerte. Dezelfde methode van kostenraming zal ook gehanteerd worden bij de werken met betrekking tot de afwerking van de havendammen en de verbreding van de havengeul in de haven. Hoewel dit project al geruime tijd van start is gegaan werd er nog geen risicoanalyse uitgevoerd. Gezien dit specifiek deel van het totaalproject al volop in uitvoering is, kan de vraag gesteld worden of voor het deel Maritieme Toegankelijkheid nog een risicoanalyse moet opgesteld worden. De opvolging en sturing van het project gebeurt door een stuurgroep waarvan het hoofd van het Departement MOW thans voorzitter is. Daar alle vergunningen voor dit onderdeel van het OW-plan reeds verkregen zijn, is de kans groot dat de stuurgroep niet meer zal samen komen in deze uitgebreide bezetting. Verschillende expertenwerkgroepen volgden het project op, zowel op technisch als juridisch vlak. Alle MER- en bouwvergunningsprocedures werden doorlopen zodat het extern advies voor deze procedures overbodig wordt. De projectleider stuurt de procedures met betrekking tot aanbesteding en opvolging der werken aan. Deze projectleider rapporteert volgens de hiërarchische lijn. De procedures en gegevens die als basis dienen voor beslissingen werden en worden afgetoetst met een juridisch advies van een externe jurist (meester Ryckbost) Beslissingen worden op korte termijn genomen. Bij het nemen van beslissingen wordt het havenbestuur en de stad Oostende steeds geconsulteerd.
6. INTERNE CONTROLE
190 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
7. Interne controle-21/22
6.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie De interne communicatie betreffende de kustverdediging en de maritieme toegankelijkheid binnen het OW-plan verloopt via de secretaris-generaal van het Departement MOW, de administrateurgeneraal van MDK en via de officiële overlegstructuren (stuurgroep, werkgroepen). Bij de Maritieme Toegang wordt geen kwartaalrapportering voorzien. De externe communicatie gebeurt via de projectleider, via brochures welke aan de belanghebbenden worden verdeeld, het informeren van de scheepvaart.
6.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie Verschillende disciplines zijn vervat in de projectorganisatie via technische werkgroepen: nautische disciplines, bouwkundig ingenieurs, juristen, architecten (bouw dam), Waterbouwkundig Labo, extern jurist,… In deze stuurgroep zijn vertegenwoordigd: BMM, RWO, de afdeling Maritieme Toegang, afdeling Haven- en Waterbeleid, het Ministerie van Defensie, het Agentschap MDK, het Waterbouwkundig Laboratorium, het Agentschap voor Natuur en Bos, de Haven van Oostende en de Stad Oostende. Daar alle vergunningen voor dit onderdeel van het OW-plan reeds verkregen zijn, is de kans groot dat de stuurgroep niet meer zal samen komen in deze uitgebreide bezetting. De projectorganisatie wordt bij de uitvoering der werken aangepast aan de gewijzigde randvoorwaarden, meer bepaald wordt een opsplitsing voorzien in functie van de respectieve bevoegdheden. De uitvoering der werken verloopt op een klassieke manier. Voor de administratie en financiële transacties worden geen bijzondere procedures voorzien. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken partijen zijn niet geformaliseerd. Een ad-hoc werkgroep betreffende de procedure tot omschakeling van de oude naar de nieuwe vaargeul werd voorgezeten door de projectleider. In de werkgroep waren vertegenwoordigers van het havenbedrijf, havengebruikers, loodsen, scheepvaartbegeleiders, MRCC betrokken. De omschakeling van de vaargeul verliep vlekkeloos. Van de stuurgroepvergadering worden goed gestructureerde notulen opgesteld.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 191
V L A A M S P A R LEMENT
Rapportage2010 OW-plan Havendammen
8. Conclusies-22/22
7.3 Planning Alle vergunningen tot uitvoering van de werken zijn bekomen. De werken tot bouw van de havendammen en de baggerwerken zijn gestart. Zonder onvoorziene omstandigheden zullen de dammen gebouwd zijn tot +6m TAW tegen april 2012. Daarna moet nog afwerking en verbreding van de havengeul ter hoogte van de halve maandijk uitgevoerd worden. Deze werken zullen vermoedelijk tegen 2014 klaar zijn.
7.2 Financieel Alle nodige budgetten werden reeds vastgelegd of voorzien op de meerjarenbegroting.
7.1 Risicoanalyse Risicoanalyse werd nog niet uitgevoerd. Alle procedures werden doorlopen. De werken zijn in volle uitvoering. Het residuari risico is beperkt.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
7. CONCLUSIES
192 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
7.2 Financieel
- Het ontbreken van de financiële middelen binnen de reguliere meerjarenbegroting ten einde de realisatie van alle onderdelen van het OW-plan binnen een maatschappelijk aanvaardbare termijn af te ronden, vormt een gemiddeld risico voor de tijdige uitvoering van het volledige plan: De geplande uitvoering van het OW-plan Oostende is opgenomen binnen de recurrente beleidsmiddelen van de afdeling Kust ( 5 à 6 miljoen Euro/jaar). Omwille van veiligheidsrisico’s is door de bevoegde minister de opdracht gegeven op vraag van de burgemeester van Oostende de uitvoering van de werken te versnellen. Hierdoor zal de uitvoeringstermijn of de realisatiefase van het OW-plan ingekort moeten worden van 2008-2017 tot de termijn van 2008-2013. Het gevolg van een eventueel versnelde uitvoering houdt in dat de voorgestelde spreiding van de budgetten op de reguliere middelen volgens een constant beleid niet langer mogelijk is. De bevoegde minister heeft extra budgetten voorzien in 2010 en 2011. Tevens werd in de project-MER de uitvoering van het groeistrand beperkt tot 2 jaar, om de effecten in aanlegfase te reduceren (hinder naar omwonenden en voor de toeristisch-economische sector).
- Ten einde het groeistrand te kunnen aanleggen dient een grote hoeveelheid zand in de concessiezones worden gewonnen (zeewering aan zeezijde). De huidige conssiezones beschikken niet over een voldoende hoeveelheid zand met geschikte korreldiameter. Bijgevolg dient tijdig onderzoek te gebeuren op exploratie zone 4 van het Belgisch Continentaal Plat en een MEB worden opgesteld. Een eerste inventarisatie van dit gebied biedt goede perspectieven om aldaar de nodige hoeveelheid met geschikte korreldiameter te vinden. Een opmaak van een MEB in kader van de concessieaanvraag in het gebied werd in 2009 aanbesteed en het MEB werd half 2010 ingediend bij de BMM en de FOD economie. Om de procedure te kunnen verder zetten was een MB nodig betreffende de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat, welke door de federale regering van lopende zaken op 24 december 2010 werd genomen.
7.1 Risicoanalyse - De risicoanalyse van de vergunnings- en studiefase werd niet uitgevoerd gezien deze fase reeds te ver gevorderd was. Er werden echter wel een procedurehandboek opgesteld, knelpuntanalyses uitgevoerd en budgetramingen opgemaakt. Na de goedkeuring van de plan-MER blijkt het maatschappelijk draagvlak van groot belang, om geen vertraging in de vergunningsfase op te lopen door bezwaren van de burger bij de terinzage legging en het openbaar onderzoek van het kennisgevingsdossier (project-MER).
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
7. CONCLUSIES
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 193
V L A A M S P A R LEMENT
- Er zijn geen significante wijzigingen opgetreden in 2010.
- De budgetten voor de project-MERplichtige onderdelen, voor het project-MER "Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende", werden na het beëindigen van de procedure en de keuze van het uitvoeringsconcept (variant) in de eerste helft van 2009 geactualiseerd;
- Het totaal deel ten laste van MDK, afdeling Kust, (studies en uitvoering) wordt bij de huidige stand van zaken geraamd op ± 53,8 miljoen euro (na actualisatie 2009);
- Onderdelen die samenhangen met de veiligheid krijgen voorrang;
- De realisatie van het project voor de aspecten en projectonderdelen mbt zeewering zal binnen de reguliere budgetten geschieden; De beschikbare middelen dienen echter te worden opgetrokken zodat de realisatiefase van het groeistrand binnen een aanvaardbare termijn plaatsvindt; de bevoegde minister heeft in 2010 en 2011 extra middelen voorzien.
- Er wordt gerapporteerd vanaf november 1999;
194 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
- Er werd in 2010 voor Deelproject 1 Zeewering - onderdeel Zeeheldenplein en de natuurcompenserende werken fase 2 een beperkte vertraging opgelopen, zonder gevolgen op de totaalplanning van deze deelprojecten. Voor de deelprojecten 2 en 4, of respectievelijk de Zeedijkrenovatie en de Overstromingsmaatregelen rond de haven, werd in 2010 een versnelling doorgevoerd door de toekenning van extra kredieten in april 2010.
- Op de stuurgroepvergadering van 31 agustus 2009 werd de uitvoeringsvariant ten behoeve van de bouwvergunningen gekozen.
- Eind 2007 waren de nodige procedurele voorwaarden vervuld om tot de kennisgeving van de project-MER "Kustverdediging en maritieme toegankelijkheid van Oostende", over te gaan. Voorafgaand, werd ikv de uit te werken en te beoordelen varianten, overleg met de afdeling Monumenten en Landschappen en de andere betrokken actoren, gepleegd. De richtlijnen voor de project-MER werden op 20 september 2008 bekomen en de afwerking en indiening van de ontwerpproject-MER werd in maart 2009 uitgevoerd. Het definitief project-MER werd in juli 2009 ingediend en goedgekeurd.
- Op de stuurgroepvergadering van 14 jan 2008 olv de secretaris-generaal werd beslist een ontheffing aan te vragen voor de verdere opbouw van de Oostdam. Als gevolg daarvan werd de indiening van de kennisgeving van 3 project-MER's (elk deelproject aan zeezijde) herleid tot 2 projectMER's, met name 1 project-MER tbv de overige en niet onthoffen onderdelen van het deelproject 5. Verbetering haventoegang Oostende en het deelproject 1. Zeewering Oostende-centrum – Beschermingsdam en 1 project-MER tbv deelproject 3. GKZB Oosteroever. De project-MER Zeewering-Haventoegang werd in eerste instantie ingediend met een vertraging in de planning van 3 maanden.
- De natuurcompenserende maatregelen moesten uiterlijk gelijktijdig aanvangen met de realisatie van project-merplichtige onderdelen. De uitvoering van de 1e fase (ecologische strandsuppletie) van de natuurcompenserende maatregelen werden in het najaar 2008 en het voorjaar 2009 uitgevoerd. De realisatie van 2e en 3e fase was respectievelijk in het najaar 2009 en het voorjaar 2010 voorzien, na het bekomen van de bouwvergunning met openbaar onderzoek. De bouwvergunning werd in het najaar van 2010 bekomen en de fase 2 wordt uitgevoerd in 2011 en fase 3 in 2012, om rekening te houden met de omgevingsrandvoorwaarden en de voor handen zijnde kredieten. Volgens de planning zullen de natuurcompenserende werken beëindigd zijn nog voor de werken waartoe gecompenseerd moet worden aanvangen.
- In juni 2007 werd de goedkeuring van de plan-MER bekomen en in dec 2007 de beslissing van de vlaamse regering mbt het voorkeursalternatief om de project-MER uit te werken, het uitspreken van de dwingende redenen van openbaar belang om het project ondanks de significant negatieve milieueffecten en mits compensatie daarvoor, toch uit te voeren en akte te nemen van de natuurcompenserende maatregelen en over te gaan tot de realisatie ervan;
7.3 Planning - Er wordt gerapporteerd vanaf november 1999;
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 195
V L A A M S P A R LEMENT
196
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
197
BIJLAGE C6: Projectfiche Tweede zeesluis Waaslandhaven
V L A A M S P A R LEMENT
198
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
april
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Naam Functie Naam Functie Naam Functie Naam Functie
2 15
31 december 2008
31 december 2009
maart maart
ir. Wim De Cock projectingenieur Steven Van Aken Stafmedewerker ir. Wim De Cock projectingenieur ir. Freddy Aerts afdelingshoofd
2010
2009
2008
1
2008
5 september 2008
juni
30
Datum gevalideerd rapport
31 december 2007
Projectsituatie
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
DOCUMENTGESCHIEDENIS
Afdeling Maritieme Toegang van het departement MOW
Rapporterende entiteit
neen ir. Wim De Cock
Projectverantwoordelijke
2de sluis Waaslandhaven
Naam project
2010
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt dit sjabloon gebruikt voor de rapportering.
2de sluis Waaslandhaven
Datum
Datum
Datum
Datum
Jaarrapport
Jaarrapport
Halfjaarrapport
Jaarrapport
Soort rapport
april april april
16 14 18
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -1/20
april
14
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 199
1.1 Probleemomschrijving
1.3 Alternatieven
Projectdoelstellingen
Expert Kris Debisschop 31 januari 2008
Datum document
V L A A M S P A R LEMENT Expert
Gert Van de Genachte 4 mei
2009
Datum document
goedgekeurd
Status
goedgekeurd
Status
Beleidsprioriteiten 2007-2008
1. Algemeen- 2/20
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Tweede sluis Waaslandhaven
Indien er een MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, vermeld dan hier de in het MER opgenomen alternatieven. Indien er geen MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, geef dan een beknopte omschrijving van de onderzochte alternatieven. Geef bij ieder alternatief de samenhang met de doelstellingen van het project, de geschatte uitvoeringsperiode, het globale budget (incl. BTW, indien deze verschuldigd is) en de specifieke gevolgen van de keuze van het alternatief voor het proces. Vermeld door een eerste inschatting (quick-scan) de belangrijkste risico's verbonden aan het alternatief. Indien men een bepaald alternatief niet verder in overweging neemt, wordt dit vermeld men dit in de laatste kolom, samen met de verantwoording.
Project-MER
MER
Indien er een milieueffectenrapport (MER - plan-MER of project-MER) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
MKBA
Indien er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
Strategische doelstellingen
Referentie strategische doelstellingen SD1: een duurzame en economische verantwoorde maritieme toegangkelijkheid van realisatie van een tweede maritieme toegang tot de achter de Kallosluis gelegen dokken in Vlaams Regeerakkoord 20042009 alle zeehavens, aangepast aan de evoluerende behoeften van de scheepvaart, is de de Waaslandhaven eerste prioriteit voor het Vlaamse havenbeleid Beleidsbrief Havens -
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze " SMART" (d.i. specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen.
1.2 Doelstellingen
In het licht van de evolutie van de trafieken op de Linkerscheldeoever, is een tweede maritieme toegang tot de Waaslandhaven noodzakelijk. Op dit ogenblik wordt immers vastgesteld dat er al een belangrijke vorm van congestie bestaat aan de Kallosluis, die momenteel de enige toegang vormt tot de dokken in de Waaslandhaven. Daarnaast is ook het gebrek aan bedrijfszekerheid van het functioneren van het totaal ingesloten havengebied met slechts één toegang een belangrijke factor om te besluiten tot een bijkomende sluis. Deze uitbreiding kadert in de strategische lange termijn visie, die werd opgesteld in opdracht van de Vlaamse Regering en resulteerde in het Strategisch Plan Linkeroever (SPLO), waar de verdere ontwikkeling van het haven- en het industriegebied op de Linkerscheldeoever beschreven wordt. De bouw van een tweede maritieme toegang tot de Waaslandhaven zal ervoor zorgen dat de voorwaarden daartoe gerealiseerd worden.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting van de gevolgen bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
200
4 jaar
2: aanleg 2e zeesluis met een ondiepe variant met bodempeil -12,58 TAW (diepte bestaande Kallosluis) 1.237.173.497
Quick - scan van de belangrijkste risico's
V L A A M S P A R LEMENT
Status
Hypothesen
Wordt niet verder in overweging genomen gezien de beslissing van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009.
Wordt niet verder in overweging genomen gezien de beslissing van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009.
Status en eventuele verantwoording
1. Algemeen- 3/20
201
Tweede sluis Waaslandhaven
Naam en concrete relatie
Specifieke gevolgen voor het proces
Randvoorwaarden
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
1.5 Concreet gerelateerde projecten
Motivatie
Dit alternatief schrijft zich in in het strategisch plan voor de Haven van Antwerpen en biedt, als laatste sluis voor de Waaslandhaven, de meeste opportuniteiten voor de verdere ontwikkelng van de Waaslandhaven gedurende de komende decennia.
Gekozen alternatief
1: aanleg 2e zeesluis met een diepe variant met bodempeil 17,80 TAW
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen, de randvoorwaarden en eventuele hypothesen verbonden aan dit alternatief.
1.4 Projectvoorstel
3: inbreidingsvariant. Dit alternatief schrijft zich in in de In dit geval wordt strategische doelstellingen en realiseert de geen sluis aangelegd, projectdoelstellingen. maar wordt een getijzone met rechtstreekse verbinding naar de Schelde gecreëerd.
Dit alternatief realiseert de projectdoelstellingen en schrijft zich in mindere mate in in de strategische doelstellingen als het alternatief van een diepe zeesluis (alternatief 1).
5 jaar
640.620.213
4,5 jaar
1: aanleg 2e zeesluis Dit basisontwerp schrijft zich in in de met een diepe variant strategische doelstellingen en realiseert de met bodempeil -17,80 projectdoelstellingen. TAW 567.507.150
Geschat globale budjet, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Samenhang met doelstellingen
Geschatte uitvoeringsperiode
Alternatieven
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V VL LA AA AMMS S P P A AR RL E EN TT LM EM EN 2009
juli
januari
januari
verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning voor de sluis en de toegangsgeul
verkrijgen van de milieuvergunning
start werken maart 2009
2009
2009 2009
2009
juni
2010
2011
2010
augustus 2011
maart
Herziene planning
2010
2010
2009
december 2010
mei
april
februari
juli
september 2009
mei juli
april
Vorige planning
zie contracteringsfase
- Aantrekken financiering (afspraken verdeling, externe financiering ) - Uittrekken tijd voor inschrijvers - Procedure voor de Raad van State tegen bestek
Reden herziening planning t.o.v. vorige planning
Point of no return en gevolgen bij het niet respecteren
1. Algemeen- 4/20
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Tweede sluis Waaslandhaven
Exploitatiefase
Realisatiefase
maart
2008 2008
april
advies Mina-Raad
beslissing Vlaamse Regering : tweede maritieme toegang tot de Waaslandhaven - keuze alternatief, milderende en natuurcompenserende maatregelen - dwingende redenen van groot openbaar belang
2009
2008
september 2005
Initiële planning
april
beslissing Vlaamse Regering : kennisname noodzaak tot ontsluiting Waaslandhaven via een tweede maritieme toegang + opdracht tot opmaak projectMER MER conform verklaard advies VHC
start voorstudie
Beslismomenten
Contracteringsfase Gunning van de bouw van de sluis
Vergunningsfase
Initiatiefase
Fase
Geef per deelfase van het project de belangrijkste beslismomenten (van de stuurgroep, de minister, de Vlaamse Regering, de administratie m.b.t. vergunningen e.a.) weer en duid aan wanneer deze beslismomenten voorzien zijn in de planning. Geef hiervoor de initiële planning (m.a.w. de planning opgenomen in de eerste rapportering over het project), de vorige planning (m.a.w. de planning zoals opgenomen in de vorige rapportering) en de herziene planning sinds de vorige rapportering indien de planning werd herzien. Licht toe waarom de planning werd herzien sinds de vorige rapportering (indien van toepassing), geef de 'points of no return' aan (bv aanbesteding) en wat de gevolgen zijn op de planning of de kosten (bv vergoeding aan de aannemer indien het contract niet gerespecteerd wordt) indien deze punten niet gerespecteerd worden / terug in vraag gesteld worden.
1.6 Besluitvormingsproces
202
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
Technisch
Organisatorisch
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
2
3
3
3
3
3
De vooropgestelde planning is niet realistisch
Het uitvoeren van nazicht door TOD van de door de aannemer gemaakte rekennota's kan onderhevig zijn aan capaciteitsproblemen bij TOD.
De door de aannemer gemaakte rekennota's worden laattijdig ingediend waardoor het nazicht van deze nota's door TOD vertraging oploopt. Mogelijk ontstaat een bijkomende vertraging doordat de controle niet meer ingepast kan worden in de planning van TOD.
Er zijn verschillende aannemers tegelijkertijd aan het werk op dezelfde werf
De complexe dimensionering van het gietstalen verbindingsstuk astorsiekoker kan leiden tot het afbreken van bouten tussen het verbindingsstuk en de astorsiekoker, alsook tot een snellere slijtage/breuk van het verbindingsstuk zelf, bvb. door vermoeiing.
2
Kans op voorkomen
Een onvoorziene verplaatsing van een (niet gekende) nutsleiding blijkt noodzakelijk
Door fouten van de aannemer moeten werken opnieuw uitgevoerd worden. Vaak is dit niet of niet tijdig mogelijk.
Omschrijving van het risico
4
2
2
2
3
3
4
Impact prijs
4
2
3
3
4
4
4
Impact tijd
1
0
1
1
2
1
1
Impact draagvlak
4
2
3
3
2
1
3
Impact kwaliteit
13
6
9
9
11
9
12
Totale impact
39
18
27
27
33
18
24
Risicogrootte Beheersmaatregel (BHM)
groot
1. Inventariseren aanwezigheid en beschikbaarheid van deskundigen 2. In samenspraak met adviseurs afweging maken welke acties uitgevoerd moeten worden om meer zekerheid te krijgen over verbindingsstuk 3. Uitkomst acties (testen, modellen,...) opnemen in bestek
middelmatig 1. screenen V&G-plan en opnemen veiligheidsmaatregelen in bestek+meetstaat
2. Opnemen van bijzondere boetes in het bestek m.b.t. het (laattijdig) indienen van rekennota's door de aannemer overschrijden timing
middelmatig 1. Duidelijke timing in het bestek opnemen m.b.t. het indienen van rekennota's (wanneer welke studie door de aannemer moet worden ingediend) + door aannemer bij aanbesteding mee te geven
middelmatig 1. Afstemmen van de timing voor het indienen van de rekennota's door de aannemer met planning TOD / andere overheidsdiensten 2. nagaan mogelijkheid tot externe ondersteuning ivm controle op overdimensionering
middelmatig 1. Aftoetsen planning aan grote, gelijkaardige projecten (Panama, Deurganckdok, Berendrecht) 2. Eisen m.b.t. planningsproces aannemer opnemen in het bestek + milestones timing 3. Laatste check planning vooraleer aanbesteding (meer zekerheid)
middelmatig 1. nagaan timing verlegging nutsleidingen in relatie tot aanleg waterremmend scherm 2. bepaling opvragen nutsleidingen door aannemer in bestek opnemen
middelmatig 1. In het bestek voldoende aandacht besteden aan volgende punten: a) toelaatbare afwijkingen (toleranties) opnemen b) duidelijke controleprocedures voorzien (vb. niet betonneren voor controle van de wapening) 2. Kwaliteitsplan voor toezicht met inbegrip van een acceptatieprocedure/plan
Grootte risico
1
1
1
1
1
2
1
Kans op voorkomen (rekening houdende met BHM)
3
2
2
2
3
3
3
Impact prijs
3
2
2
3
3
2
3
Impact tijd
1
0
1
1
2
1
1
Impact draagvlak
3
2
3
3
2
1
2
Impact kwaliteit
10
6
8
9
10
7
9
Impact (rekening houdende met BHM)
10
6
8
9
10
14
9
Risicogrootte
middelmatig
klein
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
Grootte residuair risico
2. Risicoanalyse -5/20
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
in uitvoering
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het residuaire risico wordt automatisch berekend. Vermeld in de kolom "status BHM" of de beheersmaatregel al dan niet reeds werd uitgevoerd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 203
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
3
3
3
3
Aanrijding / aanvaring leidt tot herstelkosten.
Meerwerken tijdens de uitvoering van het project
Het niet op diepte geraken van elementen die deel uitmaken van de diepfundering
Fouten in de coherentie van de verschillende studieonderdelen (beton, staalbouw, EMU)
Onvoldoende afstemming tussen aannemer beton, staalbouwer en EM-aannemer maakt dat bepaalde belangrijke dimensies dienen in uitvoering nog gewijzigd te worden
3
De aannemer interpreteert de onvoldoende duidelijke criteria in het bestek met betrekking tot de technische uitvoering verkeerd, waardoor er verkeerde werken / fouten gebeuren of discussies ontstaan.
2
2
3
3
4
3
3
3
3
3
1
0
2
0
1
3
3
2
3
2
9
8
10
9
10
27
24
30
27
30
middelmatig 1. In het bestek voldoende aandacht besteden aan volgende punten: a) opnemen welke ontwerpberekeningen door aannemer dienen opgesteld te worden b) expliciet opnemen dat de aannemer verantwoordelijk is voor het afstemmen van de verschillende onderdelen c) expliciet opnemen dat het risico voor de inpasbaarheid ligt bij de aannemer en bij eventuele partners in de aannemerscombinatie d) deelopdracht/deeltermijn voorzien voor opmaak studie en rekennota's (bvb tijd voor bouwput) ĺ strikte timing voor het indienen van rekennota’s e) systeem van kwaliteitsborging van de aannemer voorzien
middelmatig 1. Inventarisatie beschikbare grondonderzoek ĺ afweging of er aanvullend grondonderzoek nodig is 2. Voldoende grondmechanisch onderzoek op voorhand uitvoeren (met eventuele aandacht voor zwerfkeien) 3. Navraag bij geoloog of aanwezigheid zwerfkeien is gerelateerd aan Boomse Klei 4. Informatie van andere vergelijkbare projecten verzamelen en analyseren: Deurganckdok, kanaaldok B2 5. Overal gebruik maken van dezelfde zwaardere damplanken. 6. In het bestek (voldoende) aandacht besteden aan volgende punten: a) mogelijke aanwezigheid zwerfkeien vermelden b) alternatieven in bestek (voor beperkte hoeveelheid) c) keuze maken m.b.t. de verantwoordelijkheid voor de uitvoering: ofwel voldoende specificaties voorzien in het bestek ofwel de aannemer verantwoordelijk stellen voor het tot op diepte inbrengen van de damplanken
middelmatig 1. Screening volledigheid bestek/meetstaat op volgende vlakken: a) technisch vlak (o.a. meetstaat): externe of interne ingenieur b) administratief vlak c) juridisch vlak 2. De meetstaat voldoende opsplitsen en voldoende mankracht voorzien om de inschrijvingen te beoordelen
middelmatig 1. Toetsen bestek op maatregelen voorkoming aanvaringen 2. Verslagen nautische werkgroep screenen op veiligheidsmaatregelen
middelmatig 1. Technische screening bestek door externe of interne ingenieur 2. Administratieve screening bestek door havenbedrijf 3. Juridische screening bestek door havenbedrijf 4. Juridische screening bestek door externe juristen 5. Ervaringseisen opleggen aan aannemer
1
1
3
3
2
2
2
2
3
3
2
3
2
1
2
1
0
1
0
1
3
3
1
3
1
8
8
6
7
7
8
8
18
21
14
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
2. Risicoanalyse -6/20
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
204 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
• Complexiteit productie en productiecontrole gietstalen verbindingsstuk as-torsiekoker
Zeer lange levertermijnen en slechte kwaliteit stalen gietstukken
De bouwkuip blijft niet droog en er kan een grondwaterdaling buiten de kuip plaatsvinden
• Waterkerend cementbentonietscherm vormt geen volledig waterdichte kuip
• Ontwerpfout(en) • Constructiefout(en) • Duurzaamheidsgebrek(en)
2
2
2
3
De onderaannemer levert onvoldoende kwaliteit
De gebouwde constructie voldoet niet aan de vooropgestelde kwalitatieve eisen op technisch vlak
3
Essentiële wijzigingen van het uitvoeringsontwerp (door aannemer) tov het aanbestedingsontwerp (door bestuur) te wijten aan : • Onduidelijke besteksformuleringen • Finale ontwerpberekeningen door aannemer • Wijziging normen en voorschriften • Discussie ontwerpaannames en -berekeningen • Onvoldoende uitgewerkt ontwerp
2
4
4
2
4
4
3
3
3
2
1
0
1
0
1
3
4
4
3
2
10
11
12
8
9
20
22
24
24
27
middelmatig 1. in bestek opnemen dat dit onderdeel cruciaal is en dus prioritair te behandelen is in een deelstudie door de aannemer
middelmatig 1. In het bestek voldoende aandacht besteden aan volgende punten: a) in het bestek de aannemer verantwoordelijk stellen voor de waterdichte uitvoering zonder de nodige specificaties op te leggen b) opname monitoringsplan in het bestek met specifieke aandacht voor: * monitoring tijdens plaatsing waterkerend scherm * monitoring tijdens uitvoering werken c) opleggen hoe een gat in het waterkerend scherm dient te worden gedicht e) eis opleggen aan het grondwaterpeil buiten de bouwput f) retourbemaling voorzien
middelmatig 1. Toezicht en controle tijdens ontwerp en uitvoering 2. Na uittekenen ontwerp nazicht door projectmedewerkers Berendrechtsluis met aandacht voor specifieke verschillen (o.a. ondergrond)
middelmatig 1. In het bestek voldoende aandacht besteden aan volgende punten: a) opnemen van selectiecriteria ĺ voorafgaande erkenning (categorie/klasse) voor werken uitgevoerd door onderaannemer ĺ voorafgaande erkenning (categorie/klasse) voor partners in THV : elk voor zijn deel der werken b) opnemen verplichting om lijst met onderaannemers ter goedkeuring voor te leggen c) in het bestek opleggen dat de ingediende lijst met onderaannemers enkel na overleg kan worden gewijzigd
middelmatig 1. Bij de opmaak van bestek en meetstaat voldoende aandacht besteden aan volgende punten: a) deelopdracht/deeltermijn in bestek voorzien voor opmaak studie en rekennota's (bvb tijd voor bouwput) b) de meetstaat voldoende opsplitsen en voldoende mankracht voorzien om de inschrijvingen te beoordelen c) tussentijdse overlegmomenten tijdens ontwerp aannemer opnemen in het bestek ĺ signalering afwijkingen d) procedure m.b.t. het omgaan met afwijkingen opleggen in het bestek 2. Bij de opmaak van het bestek worden een aantal brutomaten vastgelegd
2
1
1
1
2
2
3
4
2
4
3
2
3
3
2
1
0
1
0
1
3
2
4
3
2
9
7
12
8
9
18
7
12
8
18
middelmatig
klein
middelmatig
middelmatig
middelmatig
2. Risicoanalyse -7/20
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 205
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
Ruimtelijk
3
4
2
2
Glijden muur, grondbreuk owv diepe glijvlakken, overbelasting bolders/fenders, aanvaring, …
Onvoorziene omstandigheden in de ondergrond. (slappe lagen, harde obstakels, munitie, archeologische resten, …)
2
2
Het studiebureau bij de uitvoering heeft onvoldoende specifieke kennis van bepaalde deelaspecten of heeft onvoldoende capaciteit
3
3
2
3
3
2
2
2
2
2
Corrosie metalen onderdelen, betonaantasting, bodemerosie, aan- en dichtslibbing
• Moeilijke kwantitatieve inschatting van de effecten van de zwelling van de Boomse Klei op de te bouwen constructie
Er kan een groter zweleffect dan verwacht optreden
• Coördinatie opslag materialen • Meerdere betontypes • Gewijzigde norm projectbeton
De grote volumes aan verschillende betontypes kunnen leiden tot onjuiste betonsamenstellingen
• Onzekerheid mbt plooifenomeen
Optreden van plooien ophangarm omwille van slankheid
• Orthotrope plaat als brugdek is onderhevig aan vermoeiingsverschijnselen • Opbouw van de rail
Het optreden van vermoeiing in de brugdekplaat is moeilijk te voorspellen en te becijferen
3
3
3
3
3
3
3
3
0
0
0
0
1
0
0
1
2
2
3
2
2
4
3
3
9
8
8
8
9
9
9
10
18
16
16
16
18
18
18
20
middelmatig 1. Inventarisatie beschikbare grondonderzoek ĺ afweging of er aanvullend grondonderzoek nodig is 2. Navraag bij geoloog of aanwezigheid zwerfkeien is gerelateerd aan Boomse Klei 3. Informatie van andere vergelijkbare projecten verzamelen en analyseren: Deurganckdok, kanaaldok B2 4. In het bestek (voldoende) aandacht besteden aan de mogelijke aanwezigheid zwerfkeien vermelden 5 De aannemer wijzen op de mogelijkheid op bijkomend onderzoek 6 Aantal lm cementbentonietsleuf in bestek opnemen 7 Posten gerelateerd aan archeologisch onderzoek voorzien in bestek
middelmatig 1. Nakijken ontwerpberekening
middelmatig 1. kwaliteitseisen in bestek opnemen met betrekking tot studie-ingenieurs EM; refs. van beweegbare bruggen door aannemer/studiebureau op te geven in bieding
middelmatig 1. besteksbepalingen verfsystemen en betondekking opnemen bij EM
middelmatig 1. extern advies + resultaten (monitoring, tegenzeeg vloerplaat, …) in bestek 2. resultaten zweltesten opvragen bij GEO + opnemen in bestek
middelmatig 1. aftoetsen met TOD of in bestek opgenomen betontypes conform de meest recente normering zijn
middelmatig 1. studie door aannemer over te doen
middelmatig 1. overleg met Infrabel omtrent interferentie sporen met onderbouw In bestek schrijven, specifieke aandacht geven aan berekening opbouw rails. Bepalingen sporen overmaken aan Infrabel. Oplossen onderlegplaten moet via goedgekeurd plan van Infrabel gebeuren in overeenstemming met richtlijnen Infrabel.
2
1
2
2
2
1
1
1
2
3
2
3
3
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
0
0
0
0
1
0
0
1
2
2
3
2
2
4
2
3
7
8
8
8
9
9
7
10
14
8
16
16
18
9
7
10
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
klein
middelmatig
2. Risicoanalyse -8/20
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
nog niet uitgevoerd
in uitvoering
206 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
3
Verwijlintresten worden aangerekend omwille van laattijdige betaling van vorderingsstaten.
V L A A M S P A R LEMENT 1
3
3
4
4
5
2
2
0
2
1
2
2
1
1
0
1
1
1
1
0
1
1
2
5
10
10
11
9
8
9
7
15
20
20
33
36
32
36
14
middelmatig 1. problematiek verwijlintresten meenemen in statuten dochter-nv en/of samenwerkingsovereenkomst(en)
middelmatig 1. gunningsverslag op te maken/goed te keuren door beoordelingscommissie
middelmatig 1. BTW-ruling door AMT-GHA na te gaan in relatie tot oprichting dochter-nv van NV Vlaamse Havens
middelmatig 1. Op geregelde tijdstippen ingediende raming actualiseren en aftoetsen aan andere grote vergelijkbare INFRA-projecten (vb Deurganckdok, Berendrechtsluis, Masterplan Antwerpen)
middelmatig 1. Mogelijkheden van boetebepalingen in bestek inventariseren 2. mogelijkheden tot indienstname voor oplevering in bestek opnemen
middelmatig 1. Op geregelde tijdstippen ingediende raming actualiseren, aftoetsen aan andere grote vergelijkbare INFRA-projecten (vb Deurganckdok, Berendrechtsluis, Masterplan Antwerpen) en rapporteren 2. Opmaak financieringsafspraken tussen AMT en GHA via dochter van NV Vlaamse Havens 3. Timing rond financiering dient opgesteld te worden
middelmatig 1. Second opinion op prijsherzieningsformules uit laten voeren door ATO 2. Prijsherzieningsformule opnemen in raming 3. Onderzoek naar mogelijkheden tot forfaitarisering van bepaalde grondstofprijzen en verzekering tegen onvoorziene prijsstijgingen
middelmatig 1, Plannen van historische geulen opzoeken, bekijken en meegeven in het bestek
4
3
3
5
4
3
1
4
3
2
2
3
3
2
2
2
1
3
3
4
4
5
2
2
0
2
1
2
2
1
1
0
1
1
1
1
0
1
1
2
5
10
10
11
9
8
8
7
Tweede sluis Waaslandhaven
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
Opmerkingen De studie m.b.t. het risicomanagement werd gestart op 11 februari 2008. De risico's werden geïnventariseerd (totaal ± 100) en ge-analyseerd. De implementatie van de beheersmaatregelen is gestart eind 2008 en liep in 2009 en 2010 verder. In de lopende opdracht van het studiebureau zitten 6 actualisaties inbegrepen. De eerste actualisatie vond plaats in 2010 en een laatste check gebeurde voor publicatie van het bestek (september 2010). Het is hierbij belangrijk te weten dat de inschatting van de risico's een weergave is van de situatie eind 2010. De onderhandelingen met betrekking tot de financiering zijn lopende en zullen in 2011 worden afgerond. De weergegeven risisco's beperken zich tot de risico's die nog aan de orde zijn. Zo werd in 2010 bv. de optie voor de aanleg van een bouwdok voor tunnelelementen voor de OWV op de toegangsgeul van de sluis verlaten. Hiermee werd ook het riscico t.g.v. gelijktijdige werken opgegeven, Het aspect "impact draagvlak" werd in het oorspronkelijk pilootproject risicomanagement niet meegenomen en is achteraf in de rapportering toegevoegd.
Algemeen Residuair risico
3
4
5
4
3
1
5
3
niet aanvaardbaar
2
De Raad van State vernietigt de gunningsbeslissing en kent schadevergoeding toe aan niet gegunde aannemer.
nihil
2
De vooropgestelde BTWconstructie laat de bouwheer niet toe de BTW af te trekken.
Bestuurlijk
3
Onderschatting van de raming
nihil
4
4
Er is onvoldoende budget beschikbaar voor de voorbereidende fase en/of de uitvoering van het project.
Vertraging van het project waardoor de sluis niet tijdig kan geëxploiteerd worden.
4
Overschrijding van het projectbudget door extreme stijging van bepaald grondstofprijzen, via het systeem van de herzieningsformules.
Maatschappelijk / i i f Communicatief
Financieel
2
Uitgraving ondergrond voor de bouw van de sluis kan verstoord worden door de aanwezigheid van aangeslibte geulen waardoor onstabiele taluds onstaan van de bouwput.
15
20
20
33
27
16
16
14
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
2. Risicoanalyse -9/20
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
uitgevoerd
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 207
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
Ruimtelijke studies
0,00 0,00
0,00 0,00
72.600,00
29.756,32
90.000,00
7.000,00
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
Geotechnisch onderzoek Plaatsen peilfilters Studie brugscharnieren (uitgespltist 2de sluis Waaslandhaven : uitvoeren van een constructieve toets op het besteksontwerp van het brugscharnier Basculebruggen: opstellen onafhankelijk 3D numeriek verificatiemodel van het hoofddraaipunt
Ontwerp 2e sluis waaslandhaven : second opinion gedrag klei + corrosiebescherming
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00 75.000,00
0,00
0,00
40.000,00
0,00
850.663,78
6.280,00
23.049,00
0,00
Archeologisch onderzoek parenthese 2
0,00
50.000,00
0,00
0,00
16.165,60
240.306,00
0,00
Archeologisch onderzoek parenthese 1
Technische studies (gebouwen)
Risicomanagement
Verkeerssimulatiestudie Veiligheidsstudie verbinding deurganckdok-waaslandhaven Selectie ontwerper sluisgebouwen i.s.m. Vlaamse Bouwmeester Ontwerp webstek 2e sluis waaslandhaven Coördinatie-ontwerp en verlenen van technische assistentie door een controlebureau Advieskosten
0,00
0,00
75.395,10
109.686,50
ANDERE STUDIES
149.226,00
MER
5.950,00
5.355,00
0,00
75.323
0
0
40.000,00
0,00
850.663,78
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bedrag Laatste Totaal aan ingeschreven raming Vastlegging in vastleggingen in de noodzakelijk 2010 van de vorige begroting budget in jaren van 2010 2011
MKBA
Studiekosten
Aard van de kosten
0
0
0
0
0
0
210.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Laatste raming noodzakelijk budget in 2012
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.950
5.355
0
75.323
6.280
23.049
250.000
50.000
850.664
240.306
7.000
90.000
29.756
72.600
16.166
75.395
109.687
149.226
Laatste Laatste raming raming Totaal laatste noodzakelijk noodzakelijk raming budget vanaf budget in 2014 2013
2010
2010
2010
2010
2009
2009
2010
2007
2010
2007
2007
2008
2009
2008
2008
2008
2007
2007
Jaar van de recentste raming
0
0
75.000
75.323
6.280
23.049
250.000
50.000
851.000,00
240.306
7.000
90.000
29.756
72.600
16.166
75.395
109.687
149.226
Totaal vorige raming
5.950
5.355
-75.000
0
0
0
0
0
-336
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Verschil met vorige raming
Het betreft hier de concretisatie van de bijkomende studies, die tijdens het risicomanagement werden aangeduid als beheersmaatregel. Deze studies werden vroeger globaal voorzien onder "Studies en metingen"
0
0
0
0
0
0
250.000
50.000
800.000
240.306
7.000
90.000
0
0
75.395
424.605
378.730
147.226
3. Financieel-10/20
5.950
5.355
0
75.323
6.280
23.049
0
0
50.664
0
0
0
29.756
72.600
16.166
0
-424.605
-269.044
2.000
Jaar initiële 2007 Reden van de recentste raming herziening van de Verschil met Totaal initiële raming initiële raming raming
Geef per kostentype de raming weer, op jaarbasis uitgesplitst. Indien er kosten opgenomen worden in de rij 'overige' wordt het type van deze kosten toegelicht in de kader 'opmerkingen' onder de tabel (bv kosten flankerende maatregelen). Het totaal aan vastleggingen van de voorbije jaren wordt in de kolom 'totaal aan vastleggingen vóór ...' ingevuld. Geef voor het huidige begrotingsjaar het bedrag ingeschreven in de huidige begroting en het reeds vastgelegde bedrag. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste raming werd gemaakt en, indien de raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming'. Voor projecten zonder alternatieve financiering wordt in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming' 'niet van toepassing' vermeld in de rijen 'beschikbaarheidsvergoeding' en 'vraagvergoeding'. Geef in de kolom ‘totaal vorige raming’ de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'totaal laatste raming', 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rijen 'totaal studiekosten', 'totaal realisatiekosten' en 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. Voor al de projecten, ook voor projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3. FINANCIEEL
208 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT 1.020.273 24.137.876
144.355.765 206.136.370
307.134.532
683.989.920
2010
2010
2009
2010
2009
2008
2008
2010
2009
651.094.500
640.620.213
640.620.213
0
0
0
10.474.287
0
8.500
8.345.000
0
0
32.895.420
0
0
0
0
37.076.045
36.709.675
30.730
335.640
0
-4.180.625
6.897
0
-4.128.846
0
5.355
0
625.000.000
Indexering aan uitvoering 2011-2015. De raming werd aangepast aan de laatste gegevens op moment van publicatie bestek (vastzetten staalprijs, meerekenen 10 jaarlijkse verzekering, correctie damplanken + wielschuiven). In 2011 zal een reductie gebeuren van de "onzekerheidsmarge" op basis van de reële inschrijvingsprijzen.
3.2 Soort aanbestedingsprocedure
Tweede sluis Waaslandhaven
Aanbestedingsprocedure werken
Open aanbesteding
Duid de wijze aan waarop de aanbestedingprocedure van de werken zal verlopen.
627.463.262
625.000.000
0
Kost natuurcompensatie geëxpleciteerd Kost natuurcompensatie geëxpleciteerd
0
2.463.262
0
0
0
Verzekering tienjarige aansprakelijkheid is voorzien in bouw sluis. Betreffende post slaat nu enkel op de controle in kader van deze verzekering.
0 0
Kosten gedragen door WLB
Opmerkingen Volgens de planning vangt de exploitatie van de sluis aan in 2016. Een eerste schatting van de onderhoudskosten werd uitgevoerd in het kader van de MKBA. Daar werden de onderhoudskosten geschat op 1% van de totale investeringskost.
9.341.394
677.696.258
0
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
1.205.104
307.134.532
677.329.888
30.730
335.640
0
6.293.662
6.897
8.500
4.216.154
0
5.355
Overige
206.136.370
307.134.532
0
0
0
0
0
0
0
0
144.137.265
206.136.370
0
0
0
0
0
0
0
0
19.921.722
144.137.265
0
0
218.500
8.500
0
0
0
Vraagvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
30.730
19.921.722
0
0
4.216.154
0
0
4.216.154
0
0
Beschikbaarheidsvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
30.730
335.640
0,00
30.730,00
0,00
989.543
6.897,00
0,00
0,00
0,00
5.355,00
0
0,00
30.730,00
0,00
0,00
0,00
335.639,73
9.310.664
0,00
0,00
869.465
0,00
0,00
8.345.000
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Exploitatie- en onderhoudskosten gedurende 30 jaar na afwerking project
Totaal realisatiekosten
Aanleg 2e sluis Waaslandhaven
Realisatiekosten Natuurcompensatie : inrichting meeuwenbroedgebied Natuurcompensatie : inrichting gebied voor rugstreeppad
Onteigeningskosten
Totaal studiekosten
Maquette 2e sluis Kostenstudie Deurganckdoksluis vergelijking tussen de Deurganckdoksluis en de Grote Zeesluis (kanaal Gent-Terneuzen)
Veiligheidscoördinatie uitvoering + controle i.v.m. de tienjarige aansprakelijkheidsverzekering
Basculebruggen 2e sluis Waaslandhaven : nazicht van de besteksbepalingen Studie slibvang 2e sluis
3. Financieel-11/20
56.526.658
0
0
0
0
52.696.258
52.329.888
30.730
335.640
0
3.830.400
6.897
8.500
4.216.154
0
5.355
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 209
Reden van de recentste herziening van de raming
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) Omschrijving van de vergoeding
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vraagvergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
Te betalen door derden
0
0
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
0
0
Andere
Verschil met vorige raming
0
Totaal vorige raming
0
Jaar van de recentste raming
Financieringskost SPV
Totaal laatste raming
Bouwkost SPV
Aard van kosten
Te betalen door
0
Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
3. Financieel-12/20
0
0
0
0
Verschil met initiële raming
Geef in de kolom 'totaal laatste raming' de laatst geraamde bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten worden vermeld. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar dat de laatste raming werd gemaakt en, indien deze gewijzigd is t.o.v. de raming opgemonen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Geef in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rij 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kosten voor de SPV
De hoogte van deze beschikbaarheidsvergoeding en subsidie zijn nog nader te bepalen.
De dochtervennootschap treedt op als bouwheer van de sluis en stelt de sluis ter beschikking van het Havenbedrijf die de sluis exploiteert. Het Havenbedrijf betaalt daarvoor een vergoeding aan de dochtervennootschap (beschikbaarheidsvergoeding). Het Vlaams Gewest geeft aan het havenbedrijf een subsidie voor het gebruik van de sluis gekoppeld aan een aantal voorwaarden met betrekking tot de operationaliteit van de sluis. De subsidie van het Vlaams Gewest aan het havenbedrijf zal naar omvang en fasering losstaan van de bouw van de sluis. De subsidie is gebonden aan voorwaarden van voldoende beschikbaarheid van de zeesluis, zodat de uitbetaling van de subsidie pas kan starten na de volledige realisatie van het sluisproject wanneer de zeesluis effectief in gebruik kan worden genomen (voorzien voor eind 2015).
Op 8 mei 2009 werd het “Decreet houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap (privaatrechterlijk overheidsbedrijf) nv Vlaamse havens en houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens” bekrachtigd door de Vlaamse Regering. Doel van het decreet was de realisatie van drie zeesluizen. Het decreet voorziet naast de oprichting van het verzelfstandigd agentschap nv Vlaamse Havens tevens de oprichting van een afzonderlijke dochtervennootschap per te realiseren sluis, dus ook voor de tweede sluis in de Waaslandhaven. De NV Vlaamse Havens zal een minderheid van de aandelen aanhouden in de nog op te richten dochtervennootschap. Het Gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen zal de meerderheid van de aandelen aanhouden. Op deze manier zal de schuld van deze dochters geconsolideerd worden met hun hoofdaandeelhouder en niet met de NV Vlaamse Havens.
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.3 Voor projecten met alternatieve financiering
210 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
KI in 2010
Laatste raming KI in 2011
Laatste raming KI in 2012
Laatste raming KI in 2013
Laatste raming KI vanaf 2014
0
Totaal laatste raming
Jaar van de recentste raming Totaal vorige raming
0
0
Jaar initiële raming Verschil met Reden van de recentste herziening van vorige Verschil met de raming Totaal initiële raming initiële raming raming
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
/
Omschrijf eventuele gemaakte afspraken met betrekking tot compensaties bij budgetoverschrijdingen.
3.6 Afspraken in verband met eventuele compensaties bij budgetoverschrijdingen
De aanleg van de sporen op de twee gemengde spoor-wegbruggen, en de sporen naar de bruggen toe, zijn ten laste van Infrabel.
Geef aan wat de prioriteitstelling binnen de begroting zal zijn en of dit project een invloed zal hebben op de begroting van andere beleidsdomeinen of op derden.
3.5 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
3. Financieel-13/20
Dit alles leidt tot de eindconclusie dat in geval van een ruimtelijke uitbreiding van het Antwerpse havengebied (d.w.z. beleidsscenario's B1 / B2 en B3), en rekening houdende met de niet gekwantificeerd ontwikkelingskansen in niet-containertrafieken in beleidsscenario B1 / B2, de diepe sluisvariant het meest voordelige alternatief is.
In beleidsscenario B3 ('Kieldrechtdok') is de keuze voor de diepe sluisvariant overduidelijk. De gederfde baten in containeroverslag bij een ondiepe sluivariant spelen hier volop.
In beleidsscenario B1 / B2 (Saeftingedok) tonen de berekeningen een iets voordeligere score voor de ondiepe sluisvariant dan voor de diepe sluisvariant. Gezien de opzet van de berekeningen hoort bij deze conclusie een kanttekening. Een ondiepe sluis vergt een kleinere investering, maar sluit een aantal toekomstige ontwikkelingskansen voorgoed uit, waardoor er baten mislopen worden. Gegeven de beschikbare informatie zijn in deze MKA enkel de gederfde baten in diepzeecontaineroverslag gekwantificeerd. Maar in beleidsscenario B1 / B2 is er in de Waaslandhaven geen containeroverslag achter de sluizen, zodat er geen gederfde baten in rekening gebracht worden en de ondiepe sluisvariant wegens zijn lagere kostprijs automatisch beter scoort. Ook in de niet-containertrafieken zijn er echter toekomstige ontwikkelingskansen die door een ondiepe sluis definitief uitgesloten worden, en die tot gederfde baten leiden. Voorbeelden zijn grootschalige droge bulkoverslag en het inspelen op schaalvergroting in producttankers (bijzonder relevant in het licht van de recente investeringen en investeringsplannen in de Waaslandhaven van VOPAK en Mitsui / TC / Rubis). Het vrijwaren van deze kansen zou, vanuit een reëel optieperspectief, de keuze moeten doen vallen op de diepe sluisvariant.
In beleidsscenario A (ruimtelijke consolidatie) is de diepe sluisvariant in de basisberekening het meest voordelige alternatief, gevolgd door inbreiding en de ondiepe sluis. Deze laatste is wel de goedkoopste oplossing, maar de kostenbesparing wordt meer dan gecompenseerd door de gederfde baten als gevolg van de diepgangbeperking. De Monte-Carloanalyse houdt ook rekening met de mogelijkheid dat containerrederijen niet in terminals achter de sluis willen aanlopen. Hierdoor verandert de rangschikking van de alternatieven: inbreiding scoort gemiddeld het beste, gevolgd door de diepe sluisvariant. De ondiepe sluisvariant blijft net als in de basisberekening de hekkensluiter.
Bij het bepalen van het meest voordelige projectalternatief (inbreidingsvariant versus diepe en ondiepe sluis) werd een onderscheid gemaakt tussen de verschillende beleidsscenario's voor de ontwikkeling van de Waaslandhaven. De baten van de 2e maritieme toegang variëren immers naargelang het beleidsscenario, en dit heeft een impact op de conclusies van de MKBA. Merk op dat de projectalternatieven enkel binnen een beleidsscenario met elkaar vergeleken mogen worden. Een vergelijking over de beleidscenario's heen kan methodologisch niet, want dan zouden ongelijke situaties met elkaar vergeleken worden.
In de basisberekening van de MKBA zijn de projectalternatieven met 2e maritieme toegang in alle beleidsscenario's voordeliger dan het nultanternatief zonder 2e maritieme toegang. Ongeacht de beslissingen die in het kader van de ruimtelijke afbakening van de haven van Antwerpen genomen worden, kan gesteld worden dat een 2e maritieme toegang van de Waaslandhaven, vanuit het gezichtspunt van een MKBA, aangewezen is. De conclusie is iets meer genuanceerd, maar wellicht ook realistischer, als de resultaten van de gevoeligheids- en de Monte-Carlosimulaties worden meegenomen. Naargelang het beleidsscenario is de kans op een positief kosten-batensaldo van een 2e maritieme toegang 89% tot 97% in het internationale perspectief en 76% tot 90% in het nationale persectief. De conclusie van de basisberekening blijft dus overeind: de aanleg van een 2e maritieme toegang is vrijwel zeker een voordelige beleidsbeslissing.
Vermits de MKBA voor de 2e maritieme toegang werd opgestart op het moment dat het plan-MER 'over het strategisch plan voor en de afbakening van de haven van Antwerpen in haar omgeving' in opmaak was en vermits de uitslag van de MKBA varieert met het uiteindelijk gekozen beleidsscenario van dit plan-MER, werd de MKBA uitgevoerd voor 3 onderscheiden beleidsscenario's. Enerzijds werd de aanleg van een 2e maritieme toegang bekeken in het geval het plan-MER kierst voor beleidsscenario A (ruimtelijke consolidatie), anderzijds werd de aanleg van de 2e maritieme toegang bekeken bij de uitbreidingsscenario's B1 / B2 (aanleg van een getijdendok, meer bepaald het Saeftinghedok) en scenario B3 (aanleg van een extra getijonafhankelijk dok achter de sluizen). In geval van ruimtelijke consolidatie (beleidsscenario A) werden volgende projectalternatieven bestudeerd: creatie van een getijzone in een deel van het Waaslandkanaal + Verrebroek- en Doeldok (deze variant wordt inbreidingsscenario genoemd), en vervolgens ook de aanleg van een diepe (bodem -17,80 TAW) respectievelijk een ondiepe (bodem -12,58 TAW) sluis tussen het Deurganckdok en het Waaslandkanaal. In de beleidssceanrio's B1 / B2 en B3 werd enkel nog de aanleg van een sluis (diep + ondiep) bekeken, omdat dit scenario de aanleg van
Indien er een MKBA in het kader van dit project werd uitgevoerd, geef hier de conclusies uit het rapport van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (maximaal 1 pagina).
3.4 Conclusies van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA)
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Totaal kapitaalinbren g (KI) vóór 2010
Geef de laatst geraamde kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste laatste raming werd gemaakt en, indien deze raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Vermeld in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totaal laatste raming', ''verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 211
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
Aanvangsdatum Einddatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
juli januari
april
2008 2009
2008
september 2005
Initiële planning
2010
september 2009 april 2010
april
september 2005
Vorige planning
maart
2010
Laatste herziening planning
4. Planning-14/20
Opschuiven van MER- en vergunningentraject, nav de opmaak van de plan-MER voor het strategisch plan van de haven van Antwerpen
De aanbestedingsdocumenten dienen te worden aangepast aan de laatste ontwikkelingen m.b.t. de wetgeving op de overheidsopdrachten en de technische normering
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
4. PLANNING
212 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
juli
maart juli 2013
2009 2013
augustus 2008 maart 2009
maart 2015
december 2010 maart 2015
mei 2010 november 2010
januari
januari 2036
2016
augustus 2011 december 2015
september 2010 juni 2011
V L A A M S P A R LEMENT
Westelijke ontsluiting complex Deurganckdock-West
Tweede sluis Waaslandhaven
Projectsituatie
Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
4. Planning-15/20
Indien er extra tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering, wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3 Afgesproken tussentijdse evaluaties
In het kader van minimalisatie van de hinder zal de aanleg van de definitieve wegenis naar de nieuwe sluis (2014-2015) gecombineerd worden met de aanleg van het complex Deurganckdok-West
Aanleg haveninterne wegontsluiting + spoorwegbrug
Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
Zie contracteringsfase
Zie contracteringsfase
Dit project kan worden uitgevoerd los van de sluis, maar is wel nodig om de (spoor)wegomleiding te realiseren tijdens de bouw van de sluis. Dit hoeft nu pas voltooid te zijn in 2012 ipv 2011.
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten
Einddatum exploitatiefase (cf. concessieovereenkomst)
Aanvangsdatum
5. Exploitatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
- Opschuiven van MER- en vergunningentraject - Voorafgaandelijke onderhandelingen met GHA met betrekking cofinanciering sluis noodzakelijk - Tijdens de aanbestedingsprocedure is de uitspraak Raad Van State tegen bestek (o.a. vastzetting staalprijzen) afgewacht.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 213
5.1 Financieel advies
1
januari
2008
Datum advies
ir. R. Thomas
Expert Onderwerp en conclusies Onafhankelijke raming projectkosten in de MKBA
januari
2011
Stibbe Advocatenassociatie
Raad van State G/A 198.434/XII/6431 Nota met opmerkingen (in het kader van de procedure tot schorsing bij uiterst dringend noodzakelijkheid) Raad van State G/A 198.559/XII/6447 Nota met opmerkingen (in het kader van de procedure tot schorsing bij uiterst dringend noodzakelijkheid)
Advies m.b.t. de gevolgde plan-MER-procedure 'over het strategisch plan voor en de afbakening van de haven van Antwerpen in haar omgeving' en de gevolgde procedure project-MER '2e maritieme toegang Waaslandhaven'.
Advies m.b.t. de gevolgde plan-MER-procedure 'over het strategisch plan voor en de afbakening van de haven van Antwerpen in haar omgeving'.
Advies m.b.t. de uitwerking van de juridisch-financiële structuur voor de bouw van de 2e zeesluis op Linkeroever.
Onderwerp en conclusies
V L A A M S P A R LEMENT
2 sluis Waaslandhaven : second opinion m.b.t. de invloed van het zwelgedrag van Boomse klei op de sluisbodem Kostenstudie Deurganckdoksluis - vergelijking tussen de Deurganck- doksluis en de Grote Zeesluis (kanaal GentTerneuzen) Basculebruggen: opstellen onafhankelijk 3D numeriek verificatiemodel van het hoofddraaipunt 2de sluis Waaslandhaven : uitvoeren van een constructieve toets op het besteksontwerp van het brugscharnier Basculebruggen 2e sluis Waaslandhaven : nazicht van de besteksbepalingen
e
Advies i.v.m zwelgedrag Boomse klei bij de aanleg van bouwputten 2e sluis Waaslandhaven : bepaling geotechnische belasting op de vloer van de deurloop en de deurkamer
Second opinion van de door AMS voorgestelde verfsystemen voor de 2e sluis Waaslandhaven : opstellen en rapportering van de verfspecificaties
Onderwerp en conclusies
5. Adviezen-16/20
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Tweede sluis Waaslandhaven
Gemeentewerken Rotterdam
SBE
15 september 2010
2010
Jan Maertens en partners
8
juni
4
5
2009
Jan Maertens en partners Jan Maertens en partners
Gemeentewerken Rotterdam Gemeentewerken Rotterdam
mei
18
4
2009 2009
Demaeco
12 augustus 2010 31 augustus 2010
april mei
23 8
2 3
2009
Expert
6 7
maart
30
Datum advies
1
Nr
Indien voor het project, of onderdelen er van, 'second opinions' werden gevraagd aan deskundigen onafhankelijk aan het project en de projectorganisatie, dan worden die in deze tabel vermeld. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies werd gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5.3 Overige adviezen extern aan het project (second opinion)
7
Stibbe Advocatenassociatie
16 december 2010
4
5
Stibbe Advocatenassociatie
2008
juni
25
Stibbe Advocatenassociatie
Stibbe Advocatenassociatie
3
2008
2006
februari
mei
Expert
27
30
Datum advies
2
1
Nr
Geef voor het project het onderwerp en de belangrijkste conclusies van het juridisch advies met betrekking tot de Wetgeving inzake overheidsopdrachten. Geef tevens de datum van het advies en de adviserende expert.
5.2 Juridisch advies met betrekking tot Wetgeving overheidsopdrachten
1 2
Nr
Voor ieder project dient men verplicht een advies te vragen met betrekking tot de financiële onderbouwing van het projectvoorstel. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies is gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5. ADVIEZEN
214
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
minister Hilde Crevits minister Hilde Crevits minister Hilde Crevits minister Hilde Crevits
Vraag om uitleg nr. 715 Vraag om uitleg nr.1892 Schriftelijke vraag nr.1115 Schriftelijke vraag nr.68
Vraag gericht aan
minister Hilde Crevits
Vraag om uitleg nr. 688
Vraagnummer
Annick De Ridder Annick De Ridder Peter Reekmans Annick De Ridder
Jos De Meyer
Vraagsteller januari 2010
Datum vraag
12 januari 2010 29 april 2010 14 september 2010 7 oktober 2010
8 Bouw bijkomende zeesluizen voor de Waaslandhaven en de havens van Gent en Zeebrugge Ontdubbeling zeesluizen Ontdubbeling van zeesluizen NV Vlaamse Havens - Werking Geplande zeesluizen - Baggerspecie
Onderwerp vraag
6. Vragen Vlaams Parlement-17/20
antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar
antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp van de vraag en de status van het antwoord.
6. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 215
De organisatie, administratie en afhandeling van de financiële transacties gebeurt volledig conform het boekhoudsysteem van Orafin. In boekhoudsysteem is er een strikte scheiding tussen de rollen van ingever, budgethouder en boekhouder, waardoor elke financiële transactie wordt onderworpen aan een interne controle. Daarnaast passeert elke vastlegging ook nog langs de controleur van de vastleggingen. Op de vorderingsstaten worden de klassieke controles uitgevoerd, via de hiërarchische weg: nazicht celhoofd, juridisch nazicht binnen de afdeling Maritieme Toegang, vervolgens tweede controle wordt door de (centrale) afdeling Begroting en Boekhouding. Bovendien zijn doorgedreven controles mogelijk via Delta-systeem, dankzij specifieke codering. De controlemaatregelen voor dit project zijn niet verschillend van die van gewone projecten. Het verschil tussen grote infrastructuurprojecten en andere werken is dat grote projecten worden geleid door ervaren projectleiders. De overeenstemming van beleidsrapportering en financiële informatie en de controle op het financiële luik in het algemeen werd tot vorig jaar gedaan door het opdrachtgevend bestuur. Bij de raming van de totale prijs werd uitgegaan van de start van het project in 2009. Omwille van het inflatieverschijnsel resulteert iedere vertraging in de start van het project in een prijsstijging van het project. Een jaarlijkse update van de raming, en bijhorende rapportering, is dus aangewezen. Het projectplan wordt aangepast aan de inzetbaarheid van het personeel en de timing van het project.
7.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing
7.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses De eerste kostenraming dateert van 2004 en werd opgemaakt door het Havenbedrijf in zijn startnota. Deze raming diende herzien te worden, enerzijds omwille van prijsactualisaties en anderzijds als gevolg van het niet mee tellen van de raming voor de baggerwerken als een projectkost. Deze herziening gebeurde op basis van een eerste ruwe schatting van de hoeveelheden en interne kengetallen van gelijkaardige aanbestedingen en deelprojecten en leverde de kostprijs van 625 miljoen euro (inclusief BTW) op. Een tweede benadering van de kostprijs werd gedaan in het kader van de MKBA. Hierbij werd de kostprijs geraamd via extrapolatie van de werkelijke kosten van de Berendrechtsluis. Bij het opstellen van de detailmeetstaat werd een bijhorende geactualiseerde detailraming opgemaakt. Eventuele wijzigingen in het budget werden voorgelegd aan de uitgebreide Stuurgroep onder leiding van de secretaris-generaal. De voorbereidingsfase voor de bouw van de sluis is afgerond in 2010. De vergunningen werden verkregen in maart 2010 en het bestek werd gepubliceerd in september 2010. Belangrijke wijzingen in het ontwerp en de zich niet voorgedaan. Wel werden er enkele stappen in het voorbereidingsproces afgewerkt waardoor de bijhorende risico’s wegvallen. Het voorbereidingsproces kenmerkt zich voornamelijk door het uitvoeren van de be vermindering van de residuaire risico’s. Dit proces is nu volop bezig. Voor alle geïdentificeerde projectrisico’s werden de gepaste beheersmaatregelen opgelijst en waar mogelijk geimplementeerd in het bestek. Een aantal beheersmaatregelen kunnen pas tijdens de uitvoering van de werk geïmplementeerd. De opvolging gebeurt door de projectleider aan de hand van de risico-inventarisatielijst met bijhorende beheersmaatregelen. Door de projectleider wordt ad hoc (bv. voorafgaand aan de stuurgroepvergade-ring) de stand van zaken van de uitvoering van de beheersmaatregelen bekeken. De systematische opvolging en sturing wordt opgedragen aan het studiebureau dat het risicomanagement implementeert: Deloitte + Grontmij. Een 2e actualisatie van het risicomanagement met bijhorende beheersmaatregelen zal gebeuren voorafgaand aan de start van de werken. Bij deze opvolging behoort ook de controle van de effectiviteit van de beheersmaatregelen. Voor het project werden twee Stuurgroepen opgericht. De projectleider wordt door de eerste Stuurgroep gecontroleerd. Het is eigen aan het voorbereidingsproces dat tijdens de opmaak van de detailraming er bepaalde posten bijkomen die in eerdere fase onder de noemer “onvoorzien" werden gecatalogeerd en geraamd. Tot hiertoe doorstaat de detailraming de uitgangspunten van de basisraming. De grootste fout tot hiertoe was het ontbreken van de bodembescherming in de basisraming. Dit euvel werd rechtgezet in de voorbereidingsfase. Verder werd in 2010 de kost voor de 10 jaarlijkse aansprakelijkheidsverzekering toegevoegd en is de raming vermeerderd met de meerkost verbonden aan het vastzetten (niet-herzienbaar maken van het aandeel geleiding van de wielschuiven en een aantal ontbrekende damplanken. Naar fouten in de raming leert ervaring met gelijkaardige projecten dat na de aanbesteding, dus tijdens de uitvoering, de fouten in de raming kunnen herleid worden tot onvolledigheid van de posten en een foute inschatting van de geraamde hoeveelheden.
7. INTERNE CONTROLE
216 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Met betrekking tot de 2e sluis Waaslandhaven wordt beleidsgevoelige informatie intern bewaard en ad hoc bezorgd aan de vragende partijen (kabinet). Externe communicatie met de burger gebeurt via de website “www.tweedesluiswaaslandhaven.be” Er wordt periodiek en op gestructureerde wijze gerapporteerd over de projectrisico's en de uitvoering van de beheersmaatregelen via actualisatie van de RIL-lijst, met bijhorende beheersmaatregelen. In de voorbereidingsfase wordt de voortgang gerapporteerd in de eerste Stuurgroep (frequentie om de 1,5 maand). N.a.v. parlementaire vragen vindt er ook ad hoc rapportering plaats. In het rapport t.a.v. het Vlaams Parlement dat wordt gevalideerd op 15.03.2010 wordt de stand van zaken dd. 31.01.2010 gerapporteerd. Echter, tijdens het jaar wordt door de secretaris-generaal bij de mondelinge toelichting aan het parlement de geactualiseerde informatie doorgegeven en verwerkt in zijn presentatie. Het behoort tot de taak van de afdeling Algemeen Beleid er voor te zorgen dat de rapportering van de verschillende projecten homogeen is naar vorm en inhoud. De timing van de rapportering wordt bewaakt door het afdelingshoofd.
7.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie
Voor het projectwerden twee Stuurgroepen opgericht: een eerste Stuurgroep bestaat uit het afdelingshoofd van de afdeling MT (voorzitter), het havenbedrijf, de afdeling Metaalstructuren, de afdeling Betonstructuren, de afdeling Haven- en Waterbeleid, juristen en communicatiespecialisten; een tweede Stuurgroep, met de secretaris-generaal als voorzitter, die naast de reeds vermelde deelnemers ook vertegenwoordigers telt uit het beleidsdomein LNE, de afdeling Scheepvaartbegeleiding (MDK) en de afdelingen Algemeen Beleid en Haven en Waterbeleid (Departement MOW). In deze tweede Stuurgroep wordt op een hoger niveau de voortgang van het project besproken. De eerste Stuurgroep staat dichter bij de operationele problemen, actiepunten en opvolging van het werk. De projectleider wordt door de eerste Stuurgroep gecontroleerd. Bij de voorbereiding van het project werd voor de voorbereidende studies werd beroep gedaan op interne studiediensten binnen MOW: de afdeling Elektriciteit en Mechanica Antwerpen, de afdeling Metaal-structuren, de afdeling Betonstructuren, de afdeling Geotechniek en het Waterbouwkundig Labo, dit in nauwe samenwerking met het Gemeentelijk Havenbedrijf, als exploitant van de sluizen. Daarnaast zorgden een aantal consultancybureaus voor: de MKBA: Rebel Group; de project MER: Arcadis; het risicomanagement: Deloitte + Grontmij. De overige disciplines waren in de projectorganisatie vertegenwoordigd via de werkgroepen: ontwerp, nautisch (o.a. met loodsen die ervaring hebben met rampen en trafiek), hydraulisch (Labo, havenbedrijf,…), juridisch procedureel, begeleidingsgroepen (voor MER-procedure, milieu- en bouwvergunningen). Naar aanbestedingsdocumenten toe wordt de projectorganisatie uitgebreid met experten vanuit havenbedrijf en aMT, inzake overheidsopdrachten enerzijds en technische aspecten bestek en uitvoering anderzijds. De projectorganisatie in de uitvoeringsfase zal projectingenieur, werfingenieur en toezichters tellen, in een klassiek hiërarchisch verband (districtshoofd/afdelingshoofd). De projectorganisatie kan nog wijzigen als beroep wordt gedaan op het havenbedrijf en technische diensten voor expertise. Het havenbedrijf geeft nu al advies als gebruiker binnen de 1,5-maandelijkse eerste Stuurgroep. Binnen de afdeling MT wordt het beschikbare personeel optimaal ingezet. In 2009 werd de projectorganisatie voor het project uitgebreid met een extra projectingenieur. De personeelsbehoefte noodzakelijk voor (de organisatie en controle op) de kwaliteitsvolle uitvoering van de werken werd in kaart gebracht. Hierbij wordt beroep gedaan op de interne personeelsleden binnen MOW (vooral AMT+ TOD). Waar dit ontoereikend is, worden de nodige stappen ondernomen om dit op te vangen (ondersteuning door GHA, externe ondersteuning i.o. NV Vlaamse Havens). De functies beschikken, bewaren, controleren, registreren en uitvoeren zijn aan verschillende medewerkers toegewezen. Registratie en opvolging van documenten gebeurt door het secretariaat. Op de betaling worden de klassieke controles uitgevoerd. Het procedurehandboek en de standaardprocedures worden gehanteerd. De controle op facturen voor de studies gebeurt door projectleiders + celhoofd + cel Boekhouding. De tweede controle wordt uitgevoerd door de centrale afdeling Begroting en Boekhouding. De huidige personeelsbezetting laat niet toe om iedere taak dubbel te doen. In de mate van het mogelijke worden interne en externe controles ingeschakeld in het voorbereidingsproces. Zo werd het volledige bestek reeds intern nagekeken en werd voor de administratieve bepalingen een bijkomende externe controle door een jurist ingeschakeld. Naar de meetstaat toe zorgde de taakverdeling tussen het tekenbureau en de personen belast met de opmaak van de meetstaten voor een controlemechanisme op de volledigheid van plans en toebehoren. De verantwoordelijkheden worden binnen de afdeling MT vastgelegd volgens het “Besluit van het afdelingshoofd van de afdeling Maritieme Toegang van het departement van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken houdende interne regeling tot toekenning van functionele bevoegdheden aan ambtenaren van de afdeling Maritieme Toegang”. Met betrekking tot de verantwoordelijkheden bij de uitvoering van een project wordt een beroep gedaan op het procedurehandboek en de procedure “werfopvolging”. Een geformaliseerd document m.b.t. de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de externe betrokken partijen in het project ontbreekt nog. Er wordt gewerkt aan een samenwerkingsovereenkomst met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen om de verantwoordelijkheden af te bakenen. De notulen van de meetings (verslagen stuurgroepen, werkgroepen, …) liggen ter inzage op de afdeling MT.
7.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 217
V L A A M S P A R LEMENT
V L A A M S P A R LEMENT
Tweede sluis Waaslandhaven
8. Conclusies-20/20
8.3 Planning De planning werd gewijzigd t.g.v. het opschuiven van MER- en vergunningentraject, nav vertraging bij de opmaak van het plan-MER voor het strategisch plan van de haven van Antwerpen. Ondertussen zijn de vergunningen voor de bouw en exploitatie van de diepe sluisvariant (-17.80 m TAW) verkregen Voor de (co)financiering van de diepe sluis zijn de nodige afspraken met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen gemaakt. De overeenkomsten hieromtrent zijn voorbereid, maar dienen nog te worden gefinaliseerd.
8.2 Financieel Het project bevindt zich in de aanbestedingsfase. De gemaakte studiekosten voor het project zijn gerapporteerd. In 2008 werd de totale projectkost geraamd voor de 3 projectvarianten. De bouw van een diepe sluis tussen het Waaslandkanaal en het Deurganckdok werd door de administratie geraamd op 625 mio Euro (incl BTW), de aanleg van een ondiepe sluis werd geraamd op 567 mio Euro (incl BTW), de inbreidingsvariant (omvorming van een deel van het Waaslandkanaal + Verrebroek en Doeldok tot getijdenzone) kwam uit op 1237 mio euro (incl. BTW). De normale werkingskredieten op de DAB VIF MG7370B volstaan niet om de uitvoeringskosten van dit project te dragen. In overleg met het GHA worden de nodige samenwerkingsmodaltiteiten uitgewerkt om hiervoor een oplossing te bieden. Ondertussen werd de diepe sluisvariant verder uitgewerkt. Rekening houdend met latere startdatum en de daarmee gepaard gaande indexering naar uitvoering 2011 is de raming nu 684 mio Euro (incl. BTW). Na de aanbesteding zal de meegenomen onzekerheid op het ramingsbedrag (deel onvoorzien + deel herziening tijdens uitvoering) worden gereduceerd.
8.1 Risicoanalyse De studie met betrekking tot de risicoanalyse werd opgestart op 11/02/08, De risico's (totaal ± 100) werden geïnventariseerd en geanalyseerd. De implementatie van de beheersmaatregelen is gestart eind 2008 en liep verder in 2009 en 2010. Er werden een aantal second opions gevraagd en de beheersmaatregelen werden in het bestek geïntegreerd. Conform §2.6 van de bindende afspraken in het kader van het systeem van risicobeheer voor infrastructuurprojecten voor het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken moet het algemeen residuair risico worden gecatalogeerd als "niet aanvaarbaar" . De gesprekken met betrekking tot de financiering van het project werden in 2009 opgestart. De principes voor de kostprijsverdeling tussen Vlaamse Gewest en het havenbedrijf Antwerpen zijn intussen vastgelegd. De nodige samenwerkingsovereenkomsten zijn voorbereid. In 2011 wordt er een actualisatie van de risico's voorzien voor de start van de werken. Hierbij wordt verwacht dat bij de afronding van de onderhandelingen met betrekking tot de financiering van het project, het risico met betrekking tot de financiering van het project in belangrijke mate zal afnemen. Het residuair risico zal dan als "aanvaardbaar" worden gecatalogeerd.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
8. CONCLUSIES
218 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
219
BIJLAGE C7: Projectfiche Strategisch Haveninfrastructuurproject Zeebrugge (SHIP)
V L A A M S P A R LEMENT
220
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
DOCUMENTGESCHIEDENIS
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s) Steven Van Aken stafmedewerker ir. Luc Van Damme
projectleider Ontwikkeling Kusthavens ir. Freddy Aerts afdelingshoofd
Naam Functie Naam Functie Naam Functie
ir. Jan Goemaere projectingenieur
2010
2009
2008
Naam
april
februari
2008
Functie
27
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
maart
Datum gevalideerd rapport
14 augustus
31 december 2009
2007 4
juni
3
31 december 2008
30
31 december 2007
Projectsituatie
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
Afdeling Maritieme Toegang van het departement MOW
ir. Jan Goemaere
Projectverantwoordelijke
Rapporterende entiteit
Strategisch HaveninfrastructuurProject (SHIP) Zeebrugge neen
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
2010
Naam project
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt dit sjabloon gebruikt voor de rapportering.
Strategisch HaveninfrastructuurProject (SHIP) Zeebrugge
Datum
Datum
Datum
Datum
jaarrapport
jaarrapport
Halfjaarrapport
jaarrapport
Soort rapport
8
8
4
22
2011
2011
2011
2011
0. Document Identificatie -1/18
maart
maart
maart
februari
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 221
1.1 Probleemomschrijving
V L A A M S P A R LEMENT Aanwenden van terreinen in het noordelijk deel van de achterhaven
Realisatie sluisontdubbeling in Zeebrugge (SHIP)
Doorbraak 4. Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek
De economische poorten - de zeehavens en de luchthavens - versterken.
Uitbouw van de kusthaven in meerdere ruimtelijke kamers
Het verbeteren van de maritieme toegankelijkheid
Vlaanderen in actie om de toekomst te winnen
Kwalitatief hoogstaande en goed doordachte infrastructuur
5
Technum nv - Resource Analysis
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
31
Technum nv - Resource Analysis
actualisatie
Expert
oorspronkelijk
MKBA
februari
juli
2009
2007
Datum document
Indien er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
1.3 Alternatieven
Verbetering van de nautische toegankelijkheid
Projectdoelstellingen
Uitbouw van de kusthaven in meerdere ruimtelijke kamers
Strategische doelstellingen
goedgekeurd
goedgekeurd
Status
Beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken 2009-2014
Vlaanderen in Actie
Vlaamse regeerakkoord 2009
Strategisch plan voor de haven van Brugge-Zeebrugge eindrapport - 30/11/2004
Referentie strategische doelstellingen Strategisch plan voor de haven van Brugge-Zeebrugge eindrapport - 30/11/2004
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze " SMART" (d.i. specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen.
1.2 Doelstellingen
Het streefbeeld van het strategisch plan voorziet een opdeling van het ganse havengebied. Hierbij wordt gesproken over ruimtelijke kamers die naargelang hun ligging en kwaliteiten een andere functie krijgen. Om in de toekomst de meest kansrijke ontwikkelingen te garanderen is een ‘verruiming van de voorhaven’ noodzakelijk. Het aanbod van de ruimte in de voorhaven is immers zeer beperkt. Om dit te verwezenlijken wordt er gekozen voor de aanleg van een vernieuwd havengebied dat vlot nautisch toegankelijk is, hetzij via een op en toegangsgeul (het inrichtingsalternatief Tijzone ) hetzij via een sluis (het inrichtingsalternatief Snelle zeesluis ), hetzij via een beperkte tijzone en een sluis ter hoogte van de CarCoke site.. Dit project wordt het strategisch haveninfrastructuurproject (SHIP) genoemd en omvat het gebied in de noordwestelijke zone van de achterhaven ter hoogte van het bestaande maar verouderde Prins Filipsdok en Oud Ferrydok. Gelet op de verwachte ro-ro- en short-sea-shipping-trafieken wordt dit gebied als het ware een deel van de voorhaven.
Op 9 december 2004 werd het strategisch plan voor de haven van Brugge-Zeebrugge voorgesteld aan de minister. Het strategisch plan voor de zeehaven beschrijft de gewenste ontwikkeling van het zeehavengebied van Brugge en Zeebrugge op korte (5jaar), middellange (10 tot 15 jaar) en lange termijn (30 jaar). Het strategisch plan schetst in dertien kernbeslissingen de globale gewenste en toekomstige ontwikkeling van de zeehaven. De uitvoering van deze kernbeslissingen gebeurt in één of meerdere acties op korte, middellange of lange termijn.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting van de gevolgen bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
1. Algemeen- 2/18
222 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
20 1
IMDC - Resource Analysis - Tritel - Technum - Antes - Econnection
IMDC - Resource Analysis - Tritel - Technum - Antes - Econnection
project-MER
project-MER maart
april
april 2011
2010
2008
Datum document Status
kennisgeving in opmaak
na richtlijnenvergadering stopgezet
na richtlijnenvergadering stopgezet
V L A A M S P A R LEMENT Motivatie
De Vlaamse regering heeft de keuze voor het voorkeursalternatief 'beperkte open-getijzone' als resultaat van de MKBA bekrachtigd.
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Bouw van tunnel voor tram- en Na consultatie van AWV en De Lijn heeft de stuurgroep SHIP beslist de wegverkeer tunnel voor tram- en wegverkeer mee op te nemen in het dossier SHIP.
Sluis ter hoogte van de CarCokes-site
Gekozen alternatief
Het alternatief 'beperkte open-getijzone' dienst uitgewerkt te worden binnen de krijtlijnen van het afbakenings-GRUP voor de zeehaven van Zeebrugge en de bijbehorende plan-MER van het strategisch plan met de aanvullingen zoals beslist door de Vlaamse Regering op 22 september 2006 houdende goedkeuring van het principieel programma voor het afbakeningsGRUP voor de zeehaven Brugge-Zeebrugge. De randvoorwaarden voor tram- en wegtunnel zijn neergeschreven in het randvoorwaardenboek 'toegangswegen N34 en NX tussen N31 en Alfred Ronsestraat dd. 17 december 2010
Randvoorwaarden
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen, de randvoorwaarden en eventuele hypothesen verbonden aan dit alternatief.
1.4 Projectvoorstel
matige milieu-impact op de MER-procedure achterhaven
379.400.447 (raming MKBA)
Uitbouw van de kusthaven in meerdere 8 jaar ruimtelijke kamers
Sluis ter hoogte van de CarCokes-site
MER-procedure
kleine milieu-impact op de achterhaven
367.734.850 (raming MKBA)
Uitbouw van de kusthaven in meerdere 8 jaar ruimtelijke kamers
Specifieke gevolgen voor het proces
zeer grote milieu-impact op MER-procedure de achterhaven
Quick - scan van de belangrijkste risico's
Snelle sluis met bruggen
Geschat globale budjet, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €) 627.196.165 (raming MKBA)
Geschatte uitvoeringsperiode
Uitbouw van de kusthaven in meerdere 8 jaar ruimtelijke kamers
Samenhang met doelstellingen
Tijzone met Tunnel
Alternatieven
Hypothesen
alternatief werd op weerhouden door de Vlaamse Regering 3 maart 2009 (BVR 2009/17-058)
alternatief werd niet weerhouden
alternatief werd niet weerhouden
Status en eventuele verantwoording
Indien er een MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, vermeld dan hier de in het MER opgenomen alternatieven. Indien er geen MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, geef dan een beknopte omschrijving van de onderzochte alternatieven. Geef bij ieder alternatief de samenhang met de doelstellingen van het project, de geschatte uitvoeringsperiode, het globale budget (incl. BTW, indien deze verschuldigd is) en de specifieke gevolgen van de keuze van het alternatief voor het proces. Vermeld door een eerste inschatting (quick-scan) de belangrijkste risico's verbonden aan het alternatief. Indien men een bepaald alternatief niet verder in overweging neemt, wordt dit vermeld men dit in de laatste kolom, samen met de verantwoording.
15
Expert
IMDC - Resource Analysis - Tritel - Technum - Antes - Econnection
plan-MER
MER
Indien er een milieueffectenrapport (MER -plan-MER of project-MER) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
1. Algemeen- 3/18
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 223
1.5 Concreet gerelateerde projecten
in voorbereiding
in uitvoering
in voorbereiding
in uitvoering
in uitvoering
Status
V L A A M S P A R LEMENT
Opstart project-MER Maritieme Toegankelijkheid inclusief tunnel voor wegen tramverkeer
Opstart project-MER Maritieme Toegankelijkheid
2008
2007 2008
Keuze te onderzoeken l i b Keuze alternatief na MKBA
en haalbaarheidsstudie
Initiële planning
Beslismomenten
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Initiatiefase
Fase
2010
2009
Vorige planning
2011
Herziene planning
planMER procedure werd stopgezet. Vooraleer een keuze kon gemaakt worden, moest de Technische Haalbaarheidsstudie en de geactualiseerde MKBA afgewerkt te worden. projectMER procedure werd stopgezet. Na consultatie van AWV en De Lijn bleek het niet opportuun om enkel de maritieme toegankelijkheid te onderzoeken, maar ook de volledige verkeersontsluiting van de voorhaven mee in rekening te brengen.
Reden herziening planning t.o.v. vorige planning
Point of no return en gevolgen bij het niet respecteren
Geef per deelfase van het project de belangrijkste beslismomenten (van de stuurgroep, de minister, de Vlaamse Regering, de administratie m.b.t. vergunningen e.a.) weer en duid aan wanneer deze beslismomenten voorzien zijn in de planning. Geef hiervoor de initiële planning (m.a.w. de planning opgenomen in de eerste rapportering over het project), de vorige planning (m.a.w. de planning zoals opgenomen in de vorige rapportering) en de herziene planning sinds de vorige rapportering indien de planning werd herzien. Licht toe waarom de planning werd herzien sinds de vorige rapportering (indien van toepassing), geef de 'points of no return' aan (bv aanbesteding) en wat de gevolgen zijn op de planning of de kosten (bv vergoeding aan de aannemer indien het contract niet gerespecteerd wordt) indien deze punten niet gerespecteerd worden / terug in vraag gesteld worden.
1.6 Besluitvormingsproces
Neptunusplan De Lijn
Sanering CarCoke Zeebrugge (OVAM) (deze site wordt ingenomen door terminals grenzend aan het SHIP)
Opmaak van een streefbeeld voor de N31 voor het gedeelte tussen de aansluiting met de AX en de aansluiting met de Kustlaan (Zeebrugge) (initiatiefnemer AWV); Aanleg van de NX (AWV); Herinrichting van de Kustlaan doorheen Zeebrugge (N34) (AWV) (deze verkeersaders lopen door het projectgebied van het SHIP.
Natuurcompensaties Achterhaven Zeebrugge (initiatiefnemer VLM); (het project grenst aan de zuidelijke achterhaven van Zeebrugge. Voor de inname van de terreinen van de zuidelijke achterhaven is momenteel een MER in opmaak -waaruit waarschijnlijk de noodzaak aan natuurcompensaties zal blijken-, afstemming is noodzakelijk) Uitbreiding en optimalisatie van het vormingsstation van de zeehaven Brugge-Zeebrugge (Initiatiefnemer Infrabel) (het project grenst aan het verkeerscomplex welke meegenomen wordt in de plan-MER van het vormingsstation.
Naam en concrete relatie
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
1. Algemeen- 4/18
224 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Sluis Kaaimuren Spoor Tunnel Wegenis Contracteringsfase Sluis Kaaimuren Spoor Tunnel Wegenis Sluis Realisatiefase Kaaimuren Spoor Tunnel Wegenis Start der exploitatie Exploitatiefase
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Vergunningsfase juli februari februari augustus augustus januari augustus augustus februari februari juli januari januari januari januari mei 2013 2015 2017 2018 2018 2014 2015 2017 2019 2019 2014 2016 2018 2020 2018 2023 Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
1. Algemeen- 5/18
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 225
V L A A M S P A R LEMENT
Financieel
Ruimtelijk
Technisch
3 5
5
4
2
3
De omlegging van het wegverkeer is onvoldoende afgestemd met andere wegeninfrastructuurprojecten in het gebied
Geen duidelijkheid over de financiering van het project De totale kostprijs van het totaalproject wordt onderschat omdat bepaalde projecten nog niet in detail zijn geraamd of nog niet zijn ingerekend in de totale kostprijs.
4
2
3
5
3
3
De uitgegraven grond en / of het grondwater is verontreinigd.
3
3
4
4
3
3
3
3
3 2
3
3
3
3
Geen of onvoldoende afstemming van de visie m.b.t. de Project-MER met andere betrokken partijen Onduidelijkheid over de fasering van het project Onduidelijkheid over de projectgrenzen / definitie van het SHIP-project Ontbreken van overeenstemming met andere overheden Gebrek aan mankracht tijdens voorbereiding van project
4
3
4
5
Impact tijd
3
3 4
3
3
2
3
Onvoldoende afstemming tussen SHIP en andere projecten
2
3
Organisatorisch
Impact prijs
Kans op voorkomen
De Raad van State schorst of vernietigt het afbakenings GRUP In de project-MER wordt m.b.t. de ingrepen aan de landzijde, slechts 1 variant verder bestudeerd, die in het voortraject niet volledig werd uitgewerkt (zie stopzetting PlanMER) Problemen bij onteigeningen
Omschrijving van het risico
Juridisch / wettelijk
Risicocategorie
Impact draagvlak
2
2
2
3
3
2
3
2
3
3
2
2
2
Impact kwaliteit
10
9
8
10
8
8
8
8
9
11
8
8
9
Totale impact
40
45
24
50
24
24
24
24
27
33
24
24
27
Risicogrootte Beheersmaatregel (BHM)
In voorbereiding
groot
groot
In voorbereiding
In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
groot
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
Grootte risico
Impact Kans op Impact tijd prijs voorkomen (rekening (rekening (rekening houdende houdende houdende met BHM) met BHM) met BHM)
Impact draagvlak( rekening houdende met BHM)
Impact kwaliteit (rekening houdende met BHM) Impact (rekening houdende met BHM) Risicogrootte
Grootte residuair risico
Status BHM
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het residuaire risico wordt automatisch berekend. Vermeld in de kolom "status BHM" of de beheersmaatregel al dan niet reeds werd uitgevoerd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
226 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
1
4 4
3
4
3
3
4
4
2
2
3
3
3
3
3
7
7
10
9
8
10
10
28
28
30
36
40
40
40
In voorbereiding
In voorbereiding
In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
middelmatig In voorbereiding
groot
groot
groot
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
Aangezien in de doorlooptijd van de RIS-man cyclus nog geen beheersmaatregelen werden bepaald en uitgewerkt, kan nog geen algemeen residuair risico bepaald worden.
Opmerkingen
3
3
4
2
2
5
3
3
4
Belangengroepen / buurtbewoners / bedrijven in de haven voeren (juridische) acties tegen de geplande werken. De omlegging van het weg- en tramverkeer Grotere wachttijden dan bij ondertunneling Maatschappelijke contestatie van het project Verminderde mobiliteit over de (spoor)weg na beëindiging De Vlaamse Overheid vindt geen evenwicht tussen de beschikbare middelen en de verschillende havenprojecten en dient bijgevolg (politiekeconomisch) prioriteiten vast te leggen
4
3
4
Protest tegen een eventuele omlegging van het weg- en tramverkeer over de nieuwe sluis.
Algemeen Residuair risico
Bestuurlijk
Maatschappelijk / communicatief
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 227
V L A A M S P A R LEMENT
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
572.713.423
Totaal realisatiekosten
572.713.423
196.473.610
196.473.610 0
28.148.230
28.148.230
0
51.543.977
51.543.977
0
43.008.240
43.008.240
0
4.975.520
3.314.577
97.842.783
4.975.520
500.000
97.842.783
0
500.000
155.696.583
0
500.000
155.696.583
0
518.334
2.000.000
Raming totaalproject Nieuwe zeesluis Kaaimuren en oevers Spoor- en wegbrug Grondverzet Afbraak Visartsluis Tram- en wegtunnel
Realisatiekosten
406.000 600.000
696.243
Totaal studiekosten
Onteigeningskosten
500.000
48.945
48.944,50
500.000
303.196
303.195,75
250.000,00
648.042
166.194,09
381.847,52
156.000,00
193.842
500.000
Laatste raming Totaal laatste noodzakelijk raming budget vanaf 2014
120.554
500.000
Laatste raming noodzakelijk budget in 2013
193.842,06 100.000
Laatste raming noodzakelijk budget in 2012
120.553,51
Vastlegging in 2010
Laatste raming noodzakelijk budget in 2011
Begeleidende studies
Studiekosten Maatschappelijke Kosten-Baten analyse Risicomanagement Haalbaarheidsstudie - MER Actualisatie MKBA Procedurehandboek Begeleidende studies Grondonderzoek Begeleidende studies Opmaak basisgegevens
Aard van de kosten
Bedrag ingeschreven Totaal aan vastleggingen in de vóór 2010 begroting van 2010
2010
2010
2010
2010
2010
2010
2010
2010
2010
2010
2010
Jaar van de recentste raming
Jaar initiële raming
418.340.643
418.340.643
1.102.437
0
0
250.000,00
538.041,58
193.842,06
120.553,51
154.372.780
4.975.520
2.212.140
2.000.000
48.945
53.196
110.000
0
0
In 2010 werd op basis van de kostenraming in de Maatschappelijke Kosten-Baten analyse een volledige nieuw raming opgemaakt.
300.000.000
300.000.000
0
992.401
0
Onteigeningen waren voorzien, maar waren nog niet geraamd of in beeld gebracht.
0 Jaarlijks wordt een budget voorzien om begheleidende studies uit te voeren. Deze kunnen zowel technisch voorbereidend als procedureel zijn. De invulling is afhankelijk van de op dat moment gestelde problemen.
250.000
421.847,52
Aanbestedingsbedrag is gekend
Aanbestedingsbedrag is gekend
Heropstart projectMER
200.000
120.553,51
Reden van de recentste Totaal vorige Verschil met herziening van de raming vorige raming Totaal initiële raming raming
Geef per kostentype de raming weer, op jaarbasis uitgesplitst. Indien er kosten opgenomen worden in de rij 'overige' wordt het type van deze kosten toegelicht in de kader 'opmerkingen' onder de tabel (bv. kosten flankerende maatregelen). Het totaal aan vastleggingen van de voorbije jaren wordt in de kolom 'totaal aan vastleggingen vóór ...' ingevuld. Geef voor het huidige begrotingsjaar het bedrag ingeschreven in de huidige begroting en het reeds vastgelegde bedrag. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste raming werd gemaakt en, indien de raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming'. Voor projecten zonder alternatieve financiering wordt in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming' 'niet van toepassing' vermeld in de rijen 'beschikbaarheidsvergoeding' en 'vraagvergoeding'. Geef in de kolom ‘totaal vorige raming’ de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'totaal laatste raming', 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rijen 'totaal studiekosten', 'totaal realisatiekosten' en 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. Voor al de projecten, ook voor projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3. FINANCIEEL
3. Financieel-8/18
272.713.423
155.696.583
-300.000.000
4.975.520
2.322.176
2.000.000
48.945
53.196
226.194
-6.158
0
Verschil met initiële raming
2008
228 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
600.000 500.000 500.000 578.188.943
581.003.520 419.443.080 161.560.440
0
0
0
0
300.992.401
280.011.119
0
0
0
0
Open aanbesteding
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
0
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€) 0
0
Andere
0
0
Verschil met vorige raming
0
Totaal vorige raming
Bouwkost SPV
Totaal laatste raming
Financieringskost SPV
Aard van kosten
Jaar van de recentste raming
Reden van de recentste herziening van de raming
0
Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
3. Financieel-9/18
0
0
0
0
Verschil met initiële raming
Geef in de kolom 'totaal laatste raming' de laatst geraamde bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten worden vermeld. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar dat de laatste raming werd gemaakt en, indien deze gewijzigd is t.o.v. de raming opgemonen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Geef in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rij 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kosten voor de SPV
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
3.3 Voor projecten met alternatieve financiering
Aanbestedingsprocedure werken
Duid de wijze aan waarop de aanbestedingprocedure van de werken zal verlopen.
3.2 Soort aanbestedingsprocedure
Opmerkingen De raming welke in deze lijst gehanteerd wordt is de raming van het project 'Beperkte Tijzone', welke gemaakt werd in de Maatschappelijke Kosten-Batenanalyse - Actualisatie 11/12/2008. Op basis van deze MKBA werd het voorkeursalternatief bepaald. De onderhoudskosten van de verschillende projectalternatieven werden niet in detail ingeschat. Daarom werd een vast percentage van de bouwkost als onderhoudskost gehanteerd. Conform eerder uitgevoerd KBA's voor haveninvesteringen in Vlaanderen wordt 1% van de bouwkosten als jaarlijjkse onderhoudskost aangenomen. Onderhoudskosten beginnen te lopen vanaf 2015. De beschikbaarheids- en vraagvergoeding werden nog niet bepaald voor het Strategisch HavenInfrastructuurproject.
518.334
0
Overige
406.000
0
Vraagvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
696.243
0
Beschikbaarheidsvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
0
Exploitatie- en onderhoudskosten gedurende 30 jaar na afwerking project
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 229
Te betalen door derden
Omschrijving van de vergoeding Te betalen door
Kapitaalinbreng
KI in 2010
Laatste raming KI in 2011 Laatste raming KI in 2012
Laatste raming KI in 2013
Laatste raming KI vanaf 2014 0
Totaal laatste raming
Jaar van de recentste raming 0
Jaar initiële raming Totaal vorige Verschil met Reden van de recentste herziening van de raming raming vorige raming Totaal initiële raming
0
Verschil met initiële raming
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
3. Financieel-10/18
Conclusie op basis van de gekwantificeerde effecten Zowel vanuit een internationaal als vanuit een nationaal standpunt blijkt het project maatschappelijk wenselijk: de interne rendementsvoet (IRV) overschrijdt quasi voor alle projectalternatieven de risicovrije discontovoet van 4%, zowel vanuit nationaal als vanuit internationaal perspectief. Enkel het projectalternatief tijzone scoort licht negatief vanuit nationaal standpunt. De voornaamste bijdrage tot dit resultaat komt in het internationaal standpunt van de transportbaten en van de vermeden netwerkkosten en externe kosten van het achterlandvervoer. In het nationale standpunt dragen ook de havenontvangsten en de werkgelegenheidsbaten bij tot een positieve netto contante waarde. De transportbaten zijn beperkter aangezien naar verwachting slechts een deel van de baten effectief bij nationale actoren terechtkomt. De werkgelegenheidsbaten maken een belangrijk deel uit van de baten vanuit het nationaal standpunt. Het gros hiervan vloeit terug naar de overheden in de vorm van belastingsontvangsten en uitgespaarde werkloosheidsvergoedingen. Vanuit het nationaal standpunt zijn de negatieve netwerkeffecten (congestie) en de externe kosten van het achterlandvervoer aanzienlijk. Vergelijken we de projectalternatieven onderling dan blijkt dat zowel vanuit internationaal als vanuit nationaal standpunt het projectalternatief beperkte open getijzone de hoogste netto contante waarde heeft en dus de voorkeur verdient, gevolgd door het het alternatief snelle sluis en het alternatief tijzone. De resultaten van de Monte Carlo analyse tonen aan dat de KBA-analyse vanuit internationaal standpunt zeer robust is. De kans dat het project vanuit deze optiek een negatieve NAW genereert is in alle alternatieven kleiner dan 30 %. Het alternatief Snelle sluis, blijkt hier het minst risicovol. Vanuit nationaal standpunt lijkt het project in zijn verschillende alternatieven aanzienlijk risicovoller. Belangrijke risico’s vanuit nationale optiek vormen de inschatting van de werkgelegenheidsbaten, de gehanteerde inschatting van de helling van de vraagfunctie voor roro-vracht en de aannames aangaande autonome groei voor de roro-trafiek. Met name de werkgelegenheidseffecten zijn een cruciaal aspect voor de rentabiliteit. Het succes van alle projectalternatieven is natuurlijk afhankelijk van de realisatie van de verwachte roro-trafiekgroei. De resultaten van het alternatief snelle sluis zijn meer dan de resultaten van de andere alternatieven afhankelijk van de juiste inschatting van de gevoeligheid van de vraag naar roro-diensten voor vertragingen in aanlooptijden door bijvoorbeeld falen van de sluis. Dit maakt het project vanuit deze optiek risicovol. Dit aspect is evenwel niet meegenomen in de kwantitatieve analyse (zie Kwalitatieve beschouwingen). Vanuit nationaal standpunt is ook de juiste inschatting van de netwerkeffecten (congestie) van belang. Op basis van de kengetallen wordt dit momenteel als een sterk negatief effect van het project gewaardeerd. Indien dit effect in de praktijk minder ernstig zou zijn heeft dit een positieve impact op de rentabiliteit van het project vanuit nationaal perspectief.
Indien er een MKBA in het kader van dit project werd uitgevoerd, geef hier de conclusies uit het rapport van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (maximaal 1 pagina).
3.4 Conclusies van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA)
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Totaal kapitaalinbren g (KI) vóór 2010
Geef de laatst geraamde kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste laatste raming werd gemaakt en, indien deze raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Vermeld in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totaal laatste raming', ''verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vraagvergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
230 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Nog geen afspraken hieromtrent gemaakt.
Omschrijf eventuele gemaakte afspraken met betrekking tot compensaties bij budgetoverschrijdingen.
3.6 Afspraken in verband met eventuele compensaties bij budgetoverschrijdingen
Begroting heeft impact op begroting aWV, De Lijn, Infrabel, MBZ.
Geef aan wat de prioriteitstelling binnen de begroting zal zijn en of dit project een invloed zal hebben op de begroting van andere beleidsdomeinen of op derden.
3.5 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
Voor het projectalternatief Snelle sluis: • De snelle sluis zorgt ook voor een positieve impact op de aanlooptijden van andere trafieken naar de Oostelijke achterhaven (stukgoed, andere roro dan ferryverkeer, bulk).
3. Financieel-11/18
Voor het projectalternatief Beperkte open Tijzone: • In het shortsea roro verkeer staat Zeebrugge in concurrentie met havens als Oostende, Vlissingen, Dunkerque, Calais, alle havens waar het roroverkeer wordt behandeld in een tijzone omdat deze sector het passeren van een sluis als zeer hinderlijk en minder betrouwbaar ondervindt. Dit gepercipieerde verschil in kwaliteit en de betrouwbaarheid van de toegankelijkheid van de terminals werd niet meegenomen bij de batenbepaling. De tijzone scoort op dit aspect beter dan de snelle sluis. • Er doen zich in het segment van de roro-sector duidelijk piekmomenten voor die vnl. geïnspireerd zijn op de aanvangsuren van de havenarbeid. De vaarschema's van de schepen worden hierop afgestemd. Een tijzone kan deze piekmomenten veel beter opvangen dan een sluis. • De tijzone kan schepen met Panamax dimensies tijafhankelijk accommoderen. In projectalternatief Snelle sluis is dit niet het geval. Bij een eventuele schaalvergroting in de roro-vaart speelt dit in het nadeel van de Snelle sluis. • Het alternatief beperkte open getijzone heeft op het vlak van diepgang in de westelijke achterhaven een voordeel ten opzichte van de open tijzone. • De sluis achter de beperkte tijzone zorgt ook voor een positieve impact op de aanlooptijden van andere trafieken naar de Oostelijke achterhaven (stukgoed, andere roro dan ferryverkeer, bulk). • De impact van de beperkte tijzone voor binnenvaarttrafieken is positief. • Wanneer de beperkte tijzone volledig benut wordt zal dit naar verwachting leiden tot aanzienlijke interferentie met het scheepvaartverkeer van en naar de nieuwe sluis. Een optimaal ontwerp en sluisplanning lijken noodzakelijk om ervoor te zorgen dat ook in deze omstandigheden de sluis benut kan worden.
Voor het projectalternatief Tijzone: • In het shortsea roro verkeer staat Zeebrugge in concurrentie met havens als Oostende, Vlissingen, Dunkerque, Calais, alle havens waar het roroverkeer wordt behandeld in een tijzone omdat deze sector het passeren van een sluis als zeer hinderlijk en minder betrouwbaar ondervindt. Dit gepercipieerde verschil in kwaliteit en de betrouwbaarheid van de toegankelijkheid van de terminals werd niet meegenomen bij de batenbepaling. De tijzone scoort op dit aspect beter dan de snelle sluis. • Er doen zich in het segment van de roro-sector duidelijk piekmomenten voor die vnl. geïnspireerd zijn op de aanvangsuren van de havenarbeid. De vaarschema's van de schepen worden hierop afgestemd. Een tijzone kan deze piekmomenten veel beter opvangen dan een sluis. • De tijzone kan schepen met Panamax dimensies tijafhankelijk accommoderen. In projectalternatief Snelle sluis is dit niet het geval. Bij een eventuele verdere schaalvergroting in de roro-vaart speelt dit in het nadeel van de Snelle sluis. • De sluis achter de tijzone zorgt ook voor een positieve impact op de aanlooptijden van andere trafieken naar de Oostelijke achterhaven (stukgoed, andere roro dan ferryverkeer, bulk). • De impact van de tijzone voor binnenvaarttrafieken is positief voor sommige trafieken en negatief voor andere. • Wanneer de tijzone volledig benut wordt zal dit naar verwachting leiden tot aanzienlijke interferentie met het scheepvaartverkeer van en naar de nieuwe sluis. Een optimaal ontwerp en sluisplanning lijken noodzakelijk om ervoor te zorgen dat ook in deze omstandigheden de sluis benut kan worden.
Conclusie op basis van de kwalitatieve effecten Verschillende kwalitatieve effecten die zich kunnen voordoen in de verschillende projectalternatieven konden niet gekwantificeerd worden. Zij kunnen evenwel van belang geacht worden in de besluitvorming. Wij sommen hieronder de voornaamste kwalitatieve beschouwingen op.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 231
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Einddatum
Aanvangsdatum
4. Realisatiefase
Einddatum
Aanvangsdatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Einddatum
Aanvangsdatum
2. Vergunningsfase
Einddatum
Aanvangsdatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
2009
2009
2006
2010
2011
december 2022
januari
december 2010
juni
december 2019
juli
juni
januari
Initiële planning
2011
2011
juni
2011
december 2019
januari
januari
december 2010
Vorige planning
2019
2014
2019
2014
2012
mei
2023
november 2014
juli
januari
februari
januari
februari
Laatste herziening planning
4. Planning-12/18
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Start realisatiefase
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Duur van de contracteringsfase is afhankelijk van de verschillende projectonderdelen. Het zal niet een grote aanbesteding worden maar vele kleintjes. De werken zullen starten vooraleer de contracteringsfase is beëindigd.
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Heropstart projectMER, inclusief tram- en wegtunnel
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
4. PLANNING
232 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
januari 2016 mei 2023
Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
Projectsituatie
Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
4. Planning-13/18
Indien er extra tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering, wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3 Afgesproken tussentijdse evaluaties
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 233
5.1 Financieel advies
31 5
juli februari
2007 2009
Datum advies
Expert Onderwerp en conclusies
Tecnum nv - Resource-analysis Maatschappelijke kostenbatenanalyse van het strategisch haveninfrastructuurproject Zeebrugge Tecnum nv - IMDC - Resource-analysis Actualisatie Maatschappelijke kostenbatenanalyse van het strategisch haveninfrastructuurproject Zeebrugge
Datum advies
Expert
Onderwerp en conclusies
V L A A M S P A R LEMENT
Datum advies
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
1 2
Nr
Expert
Onderwerp en conclusies
5. Adviezen-14/18
Indien voor het project, of onderdelen er van, 'second opinions' werden gevraagd aan deskundigen onafhankelijk aan het project en de projectorganisatie, dan worden die in deze tabel vermeld. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies werd gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5.3 Overige adviezen extern aan het project (second opinion)
1 2
Nr
Geef voor het project het onderwerp en de belangrijkste conclusies van het juridisch advies met betrekking tot de Wetgeving inzake overheidsopdrachten. Geef tevens de datum van het advies en de adviserende expert.
5.2 Juridisch advies met betrekking tot Wetgeving overheidsopdrachten
1 2
Nr
Voor ieder project dient men verplicht een advies te vragen met betrekking tot de financiële onderbouwing van het projectvoorstel. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies is gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5. ADVIEZEN
234 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Vraag gericht aan
Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits Hilde Crevits
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
PV611 PV68 PV1170 PV747 PV736 PV68
Vraagnummer Mercedes Van Volcem Annick De Ridder Mercedes Van Volcem Mercedes Van Volcem Jan Verfaillie Annick De Ridder
Vraagsteller 31 januari 2011 7 oktober 2010 20 september 2010 2010 27 mei 21 mei 2010 7 oktober 2010
Datum vraag Strategisch Haveninfrastructuurproject - Stand Geplande zeesluizen - Baggerspecie Vlaamse zeehavens - Investeringen Nieuwe zeesluis Zeebrugge - Stand van zaken Nieuwe zeesluis Zeebrugge - Stand van zaken Geplande zeesluizen - Baggerspecie
Onderwerp vraag
6. Vragen Vlaams Parlement-15/18
antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp van de vraag en de status van het antwoord.
6. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 235
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
7. Interne controle-16/18
7.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing Voor de financiering en budgetopmaak van het project werd uitgegaan van gelijkaardige dossiers. Ervaring met zulke studies was onvoldoende aanwezig. Ervaring was er initieel niet. Om die ervaring op te doen is er een vergelijkende studie gemaakt tussen de kostenramingen SHIP-Deurganckdok-Sluis Gent-Terneuzen. Er is nog geen duidelijkheid over de financiering van het totaalproject. Daarnaast kan gesteld worden dat de totale kostprijs van het totaalproject wordt onderschat omdat bepaalde projecten nog niet in detail zijn geraamd of nog niet zijn ingerekend in de totale kostprijs. Momenteel maken enkel de voorbereidende studies voorwerp uit van een financiering. Overeenstemming van de beleidsrapportering met de financiële informatie wordt nagegaan door een aftoetsing met de beleidsbrief. Voor 2010 werd 518.334 euro vastgelegd en voor 2011 werd 600.000 euro voorzien voor het uitvoeren van begeleidende studies. De beleidsaftoetsing gebeurt niet multidisciplinair, maar berust bij één dienst. Op het project werden tijdig de verrekeningen opgesteld: verrekening stopzetten van het plan-MER, verrekening stopzetten project-MER en gewijzigde inzichten. De planMER werd stopgezet door een beslissing van het kabinet. Dat was niet voorzien in de oorspronkelijke opdracht. SHIP werd eerst en vooral toegespitst op het maritieme deel. Vanuit oogpunt tram- en wegverkeer werd de optie gekozen om bovengronds over de nieuwe sluis rond te rijden. Op de eerste stuurgroep werd dan beslist om een tram- en wegtunnel mee te nemen in het SHIP-project. Dat was evenmin voorzien in de oorspronkelijke opdracht. Ook werden tijdig de aanbestedingen gehouden voor het grondonderzoek en de opmaak van de basisgegevens. Het budget van 500.000 euro voorzien op begroting 2011 blijkt nog steeds realistisch. Wijzigingen aan het project zullen pas worden doorgevoerd na het doorlopen van de projectMER-procedure en uitvoeren van de voorontwerpstudies. De voorontwerpstudies kunnen pas ten volle starten als de projectMER doorlopen is. Het grootste projectrisico betreft een eventuele schrapping van de reservatiezone voor waterinfrastructuur in het GRUP. Op de betaling van de studies (risicoanalyses – projectMER – haalbaarheidsstudies) worden de klassieke controles uitgevoerd (geen ad hoc aanpak): controle van de vorderingsstaten, interne controle door de cel Boekhouding van de afdeling Maritieme Toegang. De tweede controle wordt uitgevoerd door de centrale afdeling Begroting en Boekhouding. Omdat het een prijs in globo betreft en de uitvoering per fase in percent wordt uitgedrukt is de controle vrij eenvoudig. De controlemaatregelen voor het SHIP-project zijn niet verschillend met die van gewone projecten.
7.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses De technische haalbaarheidsstudie van de tijzone werd door het studiebureau Technum uitgevoerd, de kosten-baten-analyse door Resource Analysis. De kostenraming werd in 2010 geüpdatet. Dit werd uitgevoerd door afdeling Maritieme Toegang en MBZ. De update bestond erin de hoeveelheden aan te passen aan de nieuwe lay-out van de beperkte tijzone. De eenheidsprijzen, zoals opgemaakt door Resource Analysis werden behouden. De controle op de kostenraming gebeurt op hoofdlijnen door afdeling Maritieme Toegang en MBZ. Het screenen van alle mogelijke risico’s wordt uitgevoerd in het kader van het risicomanagement van het SHIP-project. Deze opdracht werd toegewezen aan de THV Deloitte-Sertius-Grontmij. De Risman-methodiek wordt toegepast. Begin maart 2011 werden volgende stappen uitgevoerd: vaststellen van de doelen en de uitgangspunten, het identificeren van de risico’s, analyseren en beoordelen van de risico’s en het beheersen van de belangrijkste risico’s. In 2011 zullen de beheersmaatregelen gekozen, uitgevoerd en geëvalueerd worden.
7. INTERNE CONTROLE
236 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
7. Interne controle-17/18
7.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie Een a-periodiek overleg tussen de afdeling Maritieme Toegang en MBZ moet zorgen voor een goede communicatie en een optimale aftoetsing over de timing. Interne communicatie om de juiste informatie aan de juiste persoon op het juiste tijdstip te verstrekken gebeurt met de afdeling Beleid voor wat de MER-opvolging betreft. De contacten met de afdeling Haven- en Waterbeleid hebben betrekking op de algemene opvolging en zijn eerder sporadisch. HWB verzorgt het stuurgroepsecretariaat. In kader van de stuurgroepen wordt met HWB gecommuniceerd. Technische terugkoppeling is er niet met HWB. Externe communicatie over havengerelateerde onderwerpen wordt via MBZ verzorgd. In de toekomst zal het noodzakelijk worden om gericht te communiceren over het totaalproject De rapportering over de projectrisico’s vindt sinds 2010 op een systematische wijze plaats. In eerste instantie is die rapportering gericht aan aMT en MBZ door de experten risicomanagement. Verder aan het Vlaams parlement via de ingevulde sjablonen risicorapporteringen. Algemene bedenking: Er dient duidelijkheid te komen over de globale financiering van het project, een volwaardig projectteam dient opgericht te worden, een gestructureerde communicatie naar de buitenwereld dient opgezet te worden. De ontwerpstudies dienen opgestart te worden.
7.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie De projectorganisatie bestaat uit 6 bouwkundige ingenieurs (3 van MBZ, 3 van aMT) en één economist. Onder de externen worden verschillende experts opgelijst voor de domeinen risicomanagement, milieu-effecten rapportage, bodemdeskundige, ingenieurs geotechniek, landmeters, experts verkeerskunde (weg, heavy rail en light rail) en waterbouw. Een aanpassing van de projectorganisatie blijkt nog nodig te zijn: in een eerste fase voor performante overlegstructuur naar infrabel, AWV, De Lijn om de procedures en ontwerpen op elkaar af te stemmen om zo te komen tot ontwerp om bouwvergunningen in te dienen; in een tweede fase meer richting opvolging van infrastructuurwerken als de werken aanbesteed zullen zijn. De oprichting van de nv Vlaamse Havens / Zeebrugge wordt als opportuniteit aangegrepen om een multidisciplinair projectteam op te richten. Er is geen interne controle op de gegevens van de projectleider. Gedocumenteerde interne controle is er niet, wel is er ad-hoc interne controle op afgeleverde documenten. Een stuurgroep onder leiding van de secretaris-generaal werd in 2010 opgericht. Alle relevante actoren werden op de stuurgroep uitgenodigd. Zijnde aMT, MBZ afdeling Beleid, De Lijn, AWV, cel MER, Infrabel, stad Brugge, OVAM. Algemeen is het zo dat de afdeling Maritieme Toegang de leiding heeft over het project. De afdeling Maritieme Toegang heeft de leiding over het project. De risico’s omtrent de organisatiestructuur werden De notulen van de meetings gebeurt accuraat en op een gestructureerde wijze.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 237
V L A A M S P A R LEMENT
SHIP_ rapportage2010_20110311_jgm
8. Conclusies-18/18
8.3 Planning De Vlaamse Regering besliste op 3 april 2009 om over te gaan tot een projectMer voor het alternatief 'beperkte open-getijzone'. Het kennisgevingsdossier werd ingediend op 30 april 2010. Er was een opebaar onderzoek van 10 mei 2010 tot 10 juni 2010, gevolgd door een richtlijnenvergadering op 25 juni 2010. De goedkeuring door de dienst MER wordt verwacht tegen de zomer van 2012. Eens de project MER doorlopen, kunnen vergunning worden aangevraagd. Ondertussen wordt verder gewerkt aan diverse technische studies. Door het heropstarten van de project-MER, omwille van het tunnelproject is er een vertraging tov de timing vermeld in de mededeling aan de Vlaamse Regering van 2 juli 2010. Maar de globale planning van het SHIP-project is nog steeds conform deze timing. Dit betekent dat ten vroegste eind 2014 kan begonnen worden met de gefaseerde start van de werken op voorwaarde dat de nodige financiering wordt gevonden en de bevoegde administratie voldoende wordt versterkt.
8.2 Financieel Een maatschappelijke kosten-baten analyse werd afgerond op 31 juli 2007. De initiële raming van de studiekosten (992.401,21 euro) werd aangepast na heropstart van de project MER. Er werden ook begeleidende studies aan toegevoegd geraamd op 2 mio euro. Er is een raming gemaakt van de onteigeningskosten. In 2010 werd op basis van de kostenraming in de Maatschappelijke Kosten-Baten analyse een volledige nieuwe raming opgemaakt. De realisatiekosten van het SHIP-project wordt geraamd op 572 mio euro (incl BTW). Daarnaast kan gesteld worden dat de totale kostprijs van het totaalproject onnauwkeurig (grote standaardafwijking) is omdat bepaalde projecten nog niet in detail zijn geraamd. Deze realisatiekosten worden verdeeld tussen het Vlaams Gewest en het havenbedrijf (MBZ) op basis van het havendecreet. De jaarlijkse onderhoudskosten worden geraamd op 1% van de bouwkosten. Deze onderhoudskosten van de verschillende projectalternatievcen werden niet in detail ingeschat. Daarom wordt een vast percentage van de investeringskosten als onderhoudskost gehanteerd. De 1% gecumuleerd over de levensduur van het project betekent dat na ca. 50 jaar het onderhoud evenveel gekost heeft als de initiële investering.
8.1 Risicoanalyse Het screenen van alle mogelijke risico’s wordt uitgevoerd in het kader van het risicomanagement van het SHIP-project. Deze opdracht werd aanbesteed op 30 januari 2009 en toegewezen aan de THV Deloitte-Sertius-Grontmij. De Risman-methodiek wordt toegepast. Begin maart 2011 werden volgende stappen uitgevoerd: vaststellen van de doelen en de uitgangspunten, het identificeren van de risico’s, analyseren en beoordelen van de risico’s en het beheersen van de belangrijkste risico’s. Het grootste projectrisico betreft geen duidelijkheid over de financiering van het project, ontbrekende communicatiestructuur naar de verschillende belangengroepen. In 2011 zullen de beheersmaatregelen gekozen, uitgevoerd en geëvalueerd worden.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
8. CONCLUSIES
238 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
239
BIJLAGE C8: Projectfiche Noord-Zuidverbinding Limburg
V L A A M S P A R LEMENT
240
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
ja ir. Maarten Blomme
Innovatieve procedure voorzien (PPS, …)?
Projectverantwoordelijke
DOCUMENTGESCHIEDENIS
V L A A M S P A R LEMENT
Validatie door het management
Documentverantwoordelijke
Auteur onderdeel 'interne controle'
Auteur(s)
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID
31 december 2009
Projectsituatie
ir. Maarten Blomme projectleider ir. Koen Surdiacourt wnd. Afdelingshoofd ir. Gijs Moors Afdelingshoofd ir. Tom Roelants administrateur-generaal
Naam Functie Naam Functie Naam Functie
2010
Naam
mei
Functie
6
Datum gevalideerd rapport
Geef alle voorgaande rapporten (zowel jaarrapporten, halfjaarrapporten als tussentijdse rapporten) in chronologische volgorde. Geef bij de projectsitutatie de datum van de in het rapport opgenomen projectinformatie. Geef de datum van de validatie van het rapport door het management en duid het soort rapport aan in de keuzelijst.
Agentschap Wegen en Verkeer
Noord-zuidverbinding Limburg
Naam project
Rapporterende entiteit
2010
Jaar waarop de rapportering betrekking heeft
DOCUMENTINFORMATIE
Zolang de werken niet aangevat zijn, bevindt het project zich in de voorbereidingsfase en wordt dit sjabloon gebruikt voor de rapportering.
Noord-zuidverbinding Limburg
Datum
Datum
Datum
Datum
jaarrapport
Soort rapport
8
7
7
24
april
april
april
maart
2011
2011
2011
2011
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 241
1.1 Probleemomschrijving
Tom Scheltjens, Dries Goffin
Expert 13 juni 2008
Datum document
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
oktober
2010
24
Jeroen Mentens
project-MER
Datum document 22 september 2008
Expert Jeroen Mentens
plan-MER
MER
Status
Status richtlijnen in opmaak
goedgekeurd
Indien er een milieueffectenrapport (MER -plan-MER of project-MER) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
MKBA
1. Algemeen- 2/19
Referentie strategische doelstellingen Nota aan de leden van de Vlaamse Regering: "Tracébesluit binnen het project “missing link: Noord Zuid verbinding Limburg”
goedgekeurd
Het verbeteren van de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid op de N715 t.h.v. de woonkernen Houthalen en Helchteren
Projectdoelstellingen
Indien er een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) beschikbaar is, refereert men naar dit document. Geef de naam van de expert, de datum van het document en de status van dit document.
1.3 Alternatieven
Het vermelde wegvak N715 tussen Hechtel en de E314 is opgenomen in het programma ‘missing links’ van de Vlaamse regering. .
Strategische doelstellingen
Geef de strategische doelstellingen van het project en concretiseer deze " SMART" (d.i. specifiek, meetbaar, afgesproken, realistisch en tijdsgebonden) onder de projectdoelstellingen. Refereer naar het document waar de strategische doelstellingen in zijn opgenomen.
1.2 Doelstellingen
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (Richtinggevend Gedeelte) selecteert de N74 als een Primaire Weg I. Zijn ruimtelijke inrichting naar de gewestelijke verbindingsfunctie is op datum van vandaag al gerealiseerd op het gedeelte tussen de grens met Nederland en de aansluiting op de N715 aan de rotonde bij Hechtel. Het verdere tracé van de N74 is op het gewestplan ingetekend ten westen van het centrum van Houthalen en Helchteren tot aan de aansluiting met de E314, maar werd tot nu toe nooit uitgevoerd. Hierdoor loopt al het verkeer over de N715, een secundaire verkeersas door de centra van deze twee gemeentes, met alle problemen voor de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid als gevolg. Circa 40.000 voertuigen per dag langs 7 zwarte punten op een relatief kort traject zijn maar enkele cijfers die deze problematiek illustreren. Aanpassingen aan enkele gevaarlijke punten in 2006 en bijkomende maatregelen op de N715 in 2009 hebben tijdelijk de doorstroming en verkeersveiligheid op de N715 verbeterd, maar dit is gelet op de stijgende verkeersintensiteit geen duurzame langetermijnoplossing voor de huidige problematiek.
Geef een analyse en een evaluatie van de ernst van het probleem en een inschatting van de gevolgen bij verdere continuïteit van het beleid (m.a.w. als het project niet uitgevoerd wordt).
1. ALGEMEEN
242 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
oplossing voor de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid door bovengrondse en ondergrondse herinrichting
doortochttracé 5-9 jaar
2 jaar
Geschatte uitvoeringsperiode
363 miljoen euro
363 miljoen euro
Geschat globale budjet, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
substantiële hinder tijdens aanleg ondertunneling voor het doorgaand verkeer en lokale handel
flankerende natuurmaatregelen vereist
Quick - scan van de belangrijkste risico's
Motivatie
V L A A M S P A R LEMENT
bouwtechnisch moeilijk te begroten risico's in DBFMstructuur; zwak maatschappelijk draagvlak
Uitvoering van het flankerend programma zoals beschreven in de plan MER (oa. actieve natuuropbouw op en rond de KMO-zone en N715, de milderende maatregelen inzake geluid, de financiële compensaties voor en begeleiding van getroffenen, mogelijke trajecten voor de herlocalisering van getroffen bedrijven, ...). Herinrichting van de N715 dient deel uit te maken van de op te starten project MER. De project MER dient verder rekening te houden met de conclusies uit de MER inzake het tracé van de sneltramlijn HasseltNeerpelt-Overpelt-Lommel. Het omleidingstracé dient optimaal landschappelijk ingepast.
Randvoorwaarden
NZL rapport 2010 gevalideerd
Status in voorbereiding in voorbereiding
Herinrichting doortocht N715 Houthalen-Helchteren Sneltramlijn Hasselt-Neerpelt-Overpelt-Lommel
Hypothesen
niet weerhouden ( 81 -195 mio euro positieve effecten)
Naam en concrete relatie
Indien dit infrastructuurproject gerelateerd is aan andere projecten, geef dan de naam van deze projecten, de relatie met deze projecten en de status van deze gerelateerde projecten.
1.5 Concreet gerelateerde projecten
Westelijk omleidingstracé rond Voor het betreffende wegdeel werden twee mogelijke oplossingen Houthalen-Helchteren uitgewerkt: een doortochttracé dat de bestaande wegzate volgt, maar ter hoogte van de dorpskernen van Houthalen en Helchteren in een tunnel verloopt, of een nieuw omleidingstracé dat rond de kernen loopt. Beide tracés werden in een plan-MER bestudeerd en geoptimaliseerd. Daarnaast werden de kosten en baten ervan onderzocht in een maatschappelijke kosten-batenanalyse en werden de tunnelveiligheidsaspecten onderzocht in een ADR-transport-studie. Op basis van deze studies en actorenoverleg besliste de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken na samenspraak met de Vlaamse Regering op 03 oktober 2008 voor de uitvoering van de aanpassingen onder de vorm van het omleidingstracé.
Gekozen alternatief
Status en eventuele verantwoording
1. Algemeen- 3/19
juridische bezwaren vertragen weerhouden, mede op basis van de MKBA ( perpetueel 310 - 413 het procedureverloop mio euro positieve effecten)
Specifieke gevolgen voor het proces
Geef een kernachtige beschrijving van het gekozen alternatief, de motivatie om dit alternatief te kiezen, de randvoorwaarden en eventuele hypothesen verbonden aan dit alternatief.
1.4 Projectvoorstel
oplossing voor de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid door weghalen doorgaand verkeer uit de dorspkernen, aangevuld met herinrichting doortocht na aanleg van het omleidingstracé
Samenhang met doelstellingen
omleidingstracé
Alternatieven
Indien er een MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, vermeld dan hier de in het MER opgenomen alternatieven. Indien er geen MER (plan-MER of project-MER) beschikbaar is, geef dan een beknopte omschrijving van de onderzochte alternatieven. Geef bij ieder alternatief de samenhang met de doelstellingen van het project, de geschatte uitvoeringsperiode, het globale budget (incl. BTW, indien deze verschuldigd is) en de specifieke gevolgen van de keuze van het alternatief voor het proces. Vermeld door een eerste inschatting (quick-scan) de belangrijkste risico's verbonden aan het alternatief. Indien men een bepaald alternatief niet verder in overweging neemt, wordt dit vermeld men dit in de laatste kolom, samen met de verantwoording.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 243
1.6 Besluitvormingsproces
goedkeuring project MER
definitieve vaststelling GRUP
Beslismomenten
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
Exploitatiefase
Realisatiefase
2015
2013
start werken
2010
2011
2011
2010
maart
januari
januari
Initiële planning
onteigeningsprocedure
Contracteringsfase start selectieprocedure DBFM
Vergunningsfase
Initiatiefase
Fase
2015
2013
Vorige planning
2011
2011
2011
2016
2014
september 2011
februari
mei
februari
Herziene planning
input vereist voor start 2de offertefase DBFM onderhandeling
Point of no return en gevolgen bij het niet respecteren
geen duidelijkheid vanuit minister omtrent krediet en ondersteuning tijdens onteigening
geen duidelijkheid vanuit minister omtrent krediet en ondersteuning tijdens onteigening
behandelingstermijnen PMV Vlaamse Regering / afronding DBFM bestek afronding onteigening vereist voor start der werken.
organisatie richtlijnvergadering input vereist voor start 2de door dienstMER op 22/3/2011 offertefase DBFM onderhandeling
Reden herziening planning t.o.v. vorige planning
Geef per deelfase van het project de belangrijkste beslismomenten (van de stuurgroep, de minister, de Vlaamse Regering, de administratie m.b.t. vergunningen e.a.) weer en duid aan wanneer deze beslismomenten voorzien zijn in de planning. Geef hiervoor de initiële planning (m.a.w. de planning opgenomen in de eerste rapportering over het project), de vorige planning (m.a.w. de planning zoals opgenomen in de vorige rapportering) en de herziene planning sinds de vorige rapportering indien de planning werd herzien. Licht toe waarom de planning werd herzien sinds de vorige rapportering (indien van toepassing), geef de 'points of no return' aan (bv aanbesteding) en wat de gevolgen zijn op de planning of de kosten (bv vergoeding aan de aannemer indien het contract niet gerespecteerd wordt) indien deze punten niet gerespecteerd worden / terug in vraag gesteld worden.
1. Algemeen- 4/19
244 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
3
Het GRUP of de bouwvergunning worden door de Raad van State geschorst op basis van informatie die Wegen en Verkeer in het kader van de communicatieinitiatieven verstrekte aan de actiecomités.
NZL rapport 2010 gevalideerd
3
De Raad van State vernietigt het GRUP omwille van een gebrekkige motivering vóór het doortochttracé.
3
4
De bevoegde instanties (cel MER en Afdeling Ruimtelijke Planning) motiveren onvoldoende waarom de bezwaren en adviezen, die geformuleerd werden in het kader van het openbaar onderzoek van de project-MER en van het GRUP, niet nagevolgd worden.
Juridisch / wettelijk
Kans op voorkomen
De procedure voor de RvS moet meermaals doorlopen worden
Omschrijving van het risico
Risicocategorie
4
4
2
3
Impact prijs
2
2
4
5
Impact tijd
0
0
0
1
Impact draagvlak
2
1
0
0
Impact kwaliteit
8
7
6
9
Totale impact
24
21
24
27
Risicogrootte Beheersmaatregel (BHM)
middelmatig - De projectleider van Wegen en Verkeer Limburg waakt erover dat de informatie die verstrekt wordt geen aanleiding kan geven tot nieuwe juridische procedures of niet kan interfereren met bestaande procedures. - In het communicatieplan wordt beschreven dat het vrijgeven van informatie door Wegen en Verkeer steeds vooraf geëvalueerd moet worden door een juridische expert. - Wegen en Verkeer geeft de actiecomités steeds een samenvatting van een ontwerpbeslissing, nooit de ontwerpbeslissing zelf. Daarnaast wordt er steeds duidelijk aangegeven dat het een werkdocument betreft.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg waakt over de uitvoering van het communicatieplan, zodat er met betrokken partijen voldoende wordt gecommuniceerd over de voordelen van het omleidingst.o.v. het doortochttracé.
middelmatig De projectleider van WV Limburg doet beroep op juridische begelieiding bij het doorlopen van De verschillende stappen in De procedure. De taak van deze juridische experten bestaat erin om De documenten te screenen op procedurefouten. bij een eerste procedure onderzoekt WV in samenwerking met De juridische expert ook De onderbouwintg van De weerlegging van overige bezwaren.
middelmatig - De dienst MER en de Afdeling Ruimtelijke Planning leggen hun weerlegging van de bezwaren voor aan een onafhankelijke juridische partij. - De dienst MER en de Afdeling Ruimtelijke Planning nemen contact op met elkaar om de onderbouwing hun motivaties te toetsen en op elkaar af te stemmen. De projectleider van Wegen en Verkeer Limburg volgt op of deze afstemming gebeurt.
Grootte risico
4
3
2
2
2
2
2
2
2
4
2
3
Kans op Impact Impact tijd voorkomen prijs (rekening (rekening (rekening houdende houdende houdende met BHM) met BHM) met BHM)
0
2
0
1
Impact draagvlak( rekening houdende met BHM)
2
0
0
0
Impact kwaliteit (rekening houdende met BHM)
8
9
4
6
Impact (rekening houdende met BHM)
16
18
8
12
Risicogrootte
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
Status BHM
2. Risicoanalyse -5/19
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
Grootte residuair risico
Geef een omschrijving van de belangrijkste geïnventariseerde risico's. Geef per risico de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het risico wordt automatisch berekend. Omschrijf de gekozen beheersmaatregelen en de kans op voorkomen, de impact op prijs, tijd,draagvlak en kwaliteit. De grootte van het residuaire risico wordt automatisch berekend. Vermeld in de kolom "status BHM" of de beheersmaatregel al dan niet reeds werd uitgevoerd of in uitvoering is.
2. RISICOANALYSE
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 245
V L A A M S P A R LEMENT
5
5
4
De onteigeningsprocedure loopt vertraging op
De onderhandelingen over het DBFM-contract lopen vertraging op.
4
De vereisten van het project ligggen nog niet vast op het ogenblik dat men het bestek in de markt brengt.
Onervarenheid van de administratie met functioneel omschrijven van outputspecificaties uit het bestek. De outputspecificaties uit het bestek en uit het DBFMcontract worden te weinig functioneel omschreven.
NZL rapport 2010 gevalideerd
Organisatorisch
2
1
2
5
4
4
4
2
0
2
1
1
0
0
0
3
6
7
7
11
24
35
35
44
- De projectleider van Wegen en Verkeer betrekt tijdig juridische, technische en financiële adviseurs met ervaring inzake DBFM. - De projectleider van Wegen en Verkeer organiseert een opleiding inzake DBFM voor het projectteam. - Wegen en Verkeer Limburg maakt gebruik van de standaard DBFM-bestekken en -contracten (PMV). - De projectleider van Wegen en Verkeer Limburg neemt contact op met Afdelingen Wegen en Verkeer uit ander provincies, waar men ervaring heeft met gelijkaardige projecten (vb. Kempische Noord-Zuid).
middelmatig - De projectleider van Wegen en Verkeer betrekt tijdig juridische, technische en financiële adviseurs met ervaring inzake DBFM. - De projectleider van Wegen en Verkeer organiseert een opleiding inzake DBFM voor het projectteam. - Wegen en Verkeer Limburg maakt gebruik van de standaard DBFM-bestekken en -contracten (PMV). - De projectleider van Wegen en Verkeer Limburg neemt contact op met Afdelingen Wegen en Verkeer uit ander provincies, waar men ervaring heeft met gelijkaardige projecten (vb. Kempische Noord-Zuid).
middelmatig - WV Limburg stelt een verantwoordelijke aan om de onteigeningsprocedure intensief op te volgen. - De opdrachtgever waakt erover dat het op het ogenblik van de BAFO gekend is wanneer de onteigeningen rond zullen zijn. - WV Limburg gaat zo snel mogelijk over tot de juridische afhandeling van disputen over de onteigening van nietgevoelige percelen.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat het bestek pas op de markt gebracht wordt als alle onduidelijkheden zijn uitgeklaard. - Tijdens de offertefase worden aanpassingen tijdig kenbaar gemaakt aan de aannemer via een terechtwijzend bericht.
groot
2
3
2
1
2
1
1
2
3
3
3
2
0
2
1
1
0
0
0
3
5
6
5
8
10
18
10
8
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
uitgevoerd
2. Risicoanalyse -6/19
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
246 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
3
3
3
Tussen de verschillende tunnelmoten of brugpijlers ontstaan differentiële zettingen waardoor lekkage en scheuren in het wegdek optreden.
5
5
3
De (gekende) bodemverontreiniging blijkt veel groter te zijn dan aangenomen.
NZL rapport 2010 gevalideerd
Technisch
Het DBFM-contract wordt onvoldoende opgevolgd tijdens de voorbereidingsfase, de bouwfase en/of de onderhoudsfase.
3
3
0
0
0
0
3
0
2
9
6
7
27
30
21
middelmatig -Het studiebureau vraagt een second opinion aan een technisch expert m.b.t. het mijnverzakkingsgebied (reeds uitgevoerd). - De projectleider van Wegen en Verkeer Limburg zorgt ervoor dat dit risico bij opdrachtnemer gelegd wordt en dat er in het bestek eisen worden opgelegd t.a.v. de constructie zodat er steeds een herstelmogelijkheid is t.a.v. de differentiële zettingen.
middelmatig - Als blijkt dat de te slopen wegenis vervuild is, maar de ruimtelijke verspreiding van de vervuiling is niet gekend, moet een afperkend onderzoek worden gevoerd, d.i. een bijkomend bodemonderzoek (stalen) om de zone van de verontreiniging af te perken. - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat In het bestek en/of tijdens de onderhandelingen duidelijk vermeld wordt welke partij dit risico draagt en op welke wijze het desgevallend vergoed wordt.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg stelt iemand aan om een contractbeheersplan op te maken. - WV Limburg neemt contact op met PMV om het samenwerking op het vlak van opvolging te bespreken en te organiseren. - De projectleider van WV Limburg organiseert een opleiding over de nieuwe verantwoordelijkheden en de nieuwe manier van werken van Wegen en Verkeer. - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat er in het contract voldoende boetepunten met zware financiële implicaties verbonden worden aan het bewust verkeerd rapporteren over de beschikbaarheid van wegen door de aannemer. 2
2
2
4
3
1
2
3
0
0
0
0
2
0
2
6
5
6
12
15
6
in uitvoering
in uitvoering
nog niet uitgevoerd
2. Risicoanalyse -7/19
middelmatig
middelmatig
klein
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 247
V L A A M S P A R LEMENT
4
4
4
Schade aan omleidingswegen als gevolg van het werfverkeer en de verhoogde verkeersintensiteit op de omleidingswegen.
Belangrijke nutsleidingen, die door de opdrachtgever verplaatst moeten worden, geraken niet tijdig verplaatst. (air liquide)
Het project raakt niet gefinancierd.
NZL rapport 2010 gevalideerd
Financieel
Ruimtelijk
2
5
Interferentie met uitbater van spoorinfrastructuur (Infrabel).
Bij sloop van bestaande gebouwen komen milieubelastende materialen vrij die afgevoerd moeten worden.
5
0
2
5
3
4
5
2
5
2
0
0
2
0
0
3
0
2
0
0
12
5
8
10
5
48
20
32
20
25
groot
- De inschrijvers moeten zich voor de financiering richten op internationale financieringsconsortia. - PMV vraag medefinanciering aan van de Europese Investeringsbank (gebeurd). - De projectleider van Wegen en Verkeer zorgt ervoor dat In het bestek wordt opgenomen dat enkel de preferred bidder financiering moet zoeken (dus niet de andere inschrijvers).
middelmatig - De projectleider van WV Limburg sluit tijdig protocollen af met de nutsmaatschappijen (Air Liquide, Elia, VMW, Infrax, Aquafin, Provinciale Technische Diensten). - De opmaak van de protocollen wordt intensief opgevolgd door Wegen en Verkeer.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat in het bestek en/of tijdens de onderhandelingen duidelijk wordt gedefinieerd bij wie het risico op schade aan omleidingwegen ligt. - Het studiebureau en de opdrachtgever nemen de draagkracht van mogelijke omleidingwegen in rekening bij het uitwerken van 'minder hinder' maatregelen.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg sluit tijdig een protocol af met Infrabel. - De opmaak van het protocol wordt intensief opgevolgd door Wegen en Verkeer.
middelmatig - Het studiebureau werkt een sloopinventaris uit (wat is er te slopen, welke delen zitten erin vervat, ...). - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat in bestek wordt opgenomen dat zo snel mogelijk een verkennend onderzoek moet worden uitgevoerd naar de milieuhygiënische kwaliteit van de te slopen gebouwen. - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat in het bestek of tijdens de onderhandelingen duidelijkheid gecreëerd wordt over de partij bij wie dit risico wordt gelegd. - Het studiebureau rondt het onteigeningsplan af, zodat men zicht heeft op de te onteigenen gronden.
4
1
3
2
2
2
1
3
4
1
1
2
0
2
0
0
0
1
0
0
8
5
3
4
16
15
3
12
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
in uitvoering
2. Risicoanalyse -8/19
middelmatig
middelmatig
klein
middelmatig
248 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
3
1
3
5
Het draagvlak van het project kan ondermijnd worden door de protestacties van actiegroepen.
In het kader van het openbaar onderzoek in het kader van de bouwvergunning, worden er heel wat bezwaren geuit tegen de aanleg van de nieuwe weg.
NZL rapport 2010 gevalideerd
Maatschappelijk / communicatief
3
3
Op basis van wat uit het openbaar onderzoek naar voren is gekomen stelt de gemeente bijkomende voorwaarden voor de stedenbouwkundige vergunning, waardoor het ontwerp moet aangepast worden.
5
4
Kredieten voor onteigening worden niet tijdig vastgelegd. De onteigeningsprocedure loopt vertraging op.
2
4
1
3
2
3
2
1
0
0
0
1
5
10
6
10
25
30
18
40
De projectleider van Wegen en Verkeer Limburg zorgt ervoor dat de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting tijdig op de hoogte gesteld wordt van het feit dat er bijkomende kredieten voor onteigeningen moeten worden voorzien.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat er een doorgedreven communicatie wordt gevoerd naar bewoners toe m.b.t. beheersmaatregelen rond geluid. - De projectleider zorgt ervoor dat de eisen van bewoners op het vlak van geluid zo veel mogelijk worden opgenomen in de outputspecificaties van het bestek.
zorgt ervoor dat er een communicatieplan wordt opgemaakt en volgt de uitvoering van dit plan op. - WV Limburg organiseert in samenwerking met een communicatiebureau een adviesgroep, waarin over het project gecommuniceerd wordt aan alle betrokken partijen (gemeenten, studiebureau, AWV, bewoners van Lillo & De Standaard, Milieukoepel, landbouw, …) vertegenwoordigd zijn. - WV Limburg organiseert in samenwerking met een communicatiebureau een klankbordgroep waarin via bilateraal overleg getracht wordt om oplossingen te vinden voor de bezwaren van betrokken partijen. - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat de website tijdig geactualiseerd wordt. - De projectleider van WV Limburg waakt erover dat de verplichting tot communicatie opgenomen wordt in het bestek.
middelmatig - De projectleider van WV Limburg
middelmatig De projectleider van WV Limburg waakt erover dat de bijkomende voorwaarden, die voortvloeien uit het openbaar onderzoek, overgenomen worden in het bestek.
groot
3
3
2
4
1
2
3
1
2
2
1
3
1
1
0
1
0
0
0
0
4
5
4
5
12
15
8
20
in uitvoering
in uitvoering
nog niet uitgevoerd
in uitvoering
2. Risicoanalyse -9/19
middelmatig
middelmatig
middelmatig
middelmatig
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 249
De voorlopige vaststelling van het GRUP wordt herroepen omdat het GRUP-contour wijzigt.
aanvaardbaar
5
1 4 0
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
Geef aan wie verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende onderdelen van het beheer en het onderhoud van het afgewerkte project.
Verantwoordelijkheden inzake beheer en onderhoud
Opmerkingen
Algemeen Residuair risico
Bestuurlijk
0 5 25 middelmatig - Het studiebureau en de opdrachtgever zoeken naar een technische oplossing binnen de contouren van het GRUP. - Indien varianten worden toegelaten in de offerte kan men ook de het bestek wordt toegelaten om met varianten te werken en de opdrachtnemer laten zoeken naar een oplossingen binnen de contouren van het GRUP.
0 0 0 0
1 1 0 klein
2. Risicoanalyse -10/19
in uitvoering
250 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
3.1 Financiële onderbouwing van het projectvoorstel en budgettaire inpassing
V L A A M S P A R LEMENT
0 0
0 0
NZL rapport 2010 gevalideerd
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
6.553.050
0 824.296 0
0
0
0
0
grootte nog te bepalen
0
70.470
0
7.394.588
7.394.588
6.640.762
753.826
0
0
0
0
0
niet van toepassing
3. Financieel-11/19
7.394.588
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
29.170
4.802
17.242
68.254
1.507.652
126.946
8.242
5.561.810
Verschil met initiële raming
2009
0
Overige
0
bijkomende vastlegging ifv verlenging contract tot 2012
Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
0
0
753.826
0
0
0
0
0
753.826
0
0
0
Reden van de recentste herziening van de raming
0
Vraagvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
0
6.640.762
70.470
29.170,00
4.802,00
17.242,00
68.254,00
753.826,00
126.945,94
8.241,84
5.561.810,00
Totaal vorige raming
Verschil met vorige raming
0
Jaar van de recentste raming
0
0
7.394.588
0
0
17.242
Beschikbaarheidsvergoeding te betalen door het Vlaams Gewest
0
824.296
0
0
6.553.050
70.470
29.170 70.470,00
29.170,00
Exploitatie- en onderhoudskosten gedurende 30 jaar na afwerking project
Totaal realisatiekosten
Realisatiekosten
Onteigeningskosten
Totaal studiekosten
boscompensaties Landschappelijke inpassing NZL
4.802
17.242
68.254
1.507.652
126.946
4.802,00
68.254,00
753.826,00
bereikbaarheidsadviseur
17.242
Totaal laatste raming
8.242
126.945,94
persberichten
Laatste Laatste raming raming noodzakelijk noodzakelijk budget vanaf budget in 2014 2013
8.241,84
communicatie en overlegstructuur
persberichten
Laatste raming noodzakelijk budget in 2012
5.561.810
753.826,00
Laatste raming noodzakelijk budget in 2011
5.561.810,00
N74/N715: toep. Risicomanagement
diverse maatregelen, geluidswerende maatregelen, dieptesonderingen,… microsimulaties verkeersafwikkeling NZverbinding N715
Studiekosten
Aard van de kosten
Bedrag ingeschreven Totaal aan Vastlegging in de vastleggingen in 2010 vóór 2010 begroting van 2010
Geef per kostentype de raming weer, op jaarbasis uitgesplitst. Indien er kosten opgenomen worden in de rij 'overige' wordt het type van deze kosten toegelicht in de kader 'opmerkingen' onder de tabel (bv. kosten flankerende maatregelen). Het totaal aan vastleggingen van de voorbije jaren wordt in de kolom 'totaal aan vastleggingen vóór ...' ingevuld. Geef voor het huidige begrotingsjaar het bedrag ingeschreven in de huidige begroting en het reeds vastgelegde bedrag. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste raming werd gemaakt en, indien de raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming'. Voor projecten zonder alternatieve financiering wordt in de kolom 'reden van de recentste herziening van de raming' 'niet van toepassing' vermeld in de rijen 'beschikbaarheidsvergoeding' en 'vraagvergoeding'. Geef in de kolom ‘totaal vorige raming’ de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'totaal laatste raming', 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rijen 'totaal studiekosten', 'totaal realisatiekosten' en 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. Voor al de projecten, ook voor projecten met medefinanciering, subsidies of alternatieve financiering, wordt in deze tabel enkel het aandeel van het Vlaams Gewest opgenomen. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd).
3. FINANCIEEL
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 251
DBFM-contract
Opmerkingen
0
exploitatie- en onderhoduskosten gedurende 30 jaar na afwerking van het project
Te betalen door derden
Vraagvergoeding
Beschikbaarheidsvergoeding
Bedrag vergoeding, incl. BTW (indien verschuldigd) ( €)
Omschrijving van de vergoeding
Geef in de respectievelijke kolommen van deze tabel het bedrag van de beschikbaarheids- en vraagvergoeding die door derden betaald moet worden (inclusief BTW, indien deze verschuldigd is), een beschrijving waarvoor dit bedrag staat en de derde die dit bedrag zal moeten betalen.
NZL rapport 2010 gevalideerd
V L A A M S P A R LEMENT
250.000.000
250.000.000
Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
Te betalen door
2007
3. Financieel-12/19
320.520.596
186.369.213
0
134.151.383
Verschil met initiële raming
De kosten opgegeven in deze tabel betreffen enerzijds de bouwkosten en anderzijds de exploitatie- en onderhoudskosten gedurende 30 jaar na voltooiing (hier weergegeven onder de term 'andere'). Daarnaast zijn er ook nog andere kosten zoals bijvoorbeeld saneringskosten.
570.520.596
570.520.596
TOTAAL, incl. BTW (indien verschuldigd) (€)
186.369.213
0
2009
186.369.213
nog te bepalen
voortschrijdend inzicht en bijkomende eisen (bv voorkomend uit MER-onderzoek)
0
Andere
384.151.383
Reden van de recentste herziening van de raming
Verschil met vorige raming
0
2009
384.151.383
Totaal vorige raming
Financieringskost SPV
Bouwkost SPV
Aard van kosten
Jaar van de recentste raming
Totaal laatste raming
Geef in de kolom 'totaal laatste raming' de laatst geraamde bouw- en financieringskost van de SPV. In de rij 'andere' kunnen bv de studiekosten worden vermeld. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar dat de laatste raming werd gemaakt en, indien deze gewijzigd is t.o.v. de raming opgemonen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Geef in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt. De kolommen 'verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' en de rij 'totaal' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Kosten voor de SPV
Het project zal gefinancierd worden via een alternatieve financiering onder de vorm van een DBFM-contract.
Beschrijf in dit kader de financieringsmethodiek, inclusief de eventuele financiering van de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de nominale en de procentuele participaties van de verschillende financiers (indien van toepassing).
3.3 Voor projecten met alternatieve financiering Omschrijving van de financieringsmethodiek voor projecten met alternatieve financiering
Aanbestedingsprocedure werken
Duid de wijze aan waarop de aanbestedingprocedure van de werken zal verlopen.
3.2 Soort aanbestedingsprocedure
Opmerkingen Via-Invest staat in voor de betaling van de studieopdrachten voor de NZ-verbinding te Houthalen-Helchteren. Er is 5.121.942 euro voor de projectstudies ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen – Helchteren voorzien. Van deze 5,1 miljoen euro is reeds 4.113.789,87 euro ( incl. BTW ) betaald door Via-Invest. Bijkomende elementen die niet voorzien waren en derhalve niet zijn opgenomen in de basisovereenkomst met Via-Invest vallen ten laste van het AWV, bijv. de studie rond de landschappelijke inpassing NZL. Andere kosten zoals risicomanagement, communicatie,... worden tevens door het AWV gedragen. In bovenstaande tabel zijn de kosten weergegeven ten laste van AWV vanaf 2006, wat overeenkomt met de start van de communicatie rond het project in zijn huidige vorm. Verder worden ook de onteigeningsplans op dit ogenblik uitgewerkt waarna de raming kan worden opgemaakt. Gezien de grootte van het onteigeningspakket wordt met het federale Aankoopcomité gezocht naar een taakverdeling tussen het comité, via-Invest en AWV.
252 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Kapitaalinbreng door het Vlaams Gewest in de SPV voor dit project
KI in 2010
Laatste raming KI in 2011 Laatste raming KI in 2012 Laatste raming KI in 2013 Laatste raming KI vanaf 2014 0
Verschil met vorige raming Reden van de recentste herziening van de raming Totaal initiële raming
Jaar initiële raming
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
Omschrijf eventuele gemaakte afspraken met betrekking tot compensaties bij budgetoverschrijdingen.
3.6 Afspraken in verband met eventuele compensaties bij budgetoverschrijdingen
Geef aan wat de prioriteitstelling binnen de begroting zal zijn en of dit project een invloed zal hebben op de begroting van andere beleidsdomeinen of op derden.
3.5 Impact op de prioriteitsstelling binnen de begroting, invloed op de begroting van andere beleidsdomeinen en invloed op derden.
3. Financieel-13/19
Door de grote verwachte impact tijdens de aanleg van het doortochtalternatief op zowel de weggebruikers als op de omwonenden en de handelszaken geeft de MKBA een negatief resultaat voor het doortochttracé wanneer in een pessimistisch scenario en over een periode van slechts 30 jaar gekeken wordt. Ook in een optimistisch scenario is dit alternatief over een periode van 30 jaar bekeken negatief. Dit uit zich ook in een IRR van 2,8%, lager dus dan de gehanteerde discontovoet van 4%. Het omleidingtracé scoort, met name door de kortere aanlegperiode – en dus snellere ingebruikname, en de aanzienlijk beperktere hinder tijdens de aanlegperiode aanzienlijk beter in de MKBA. Zelfs in een pessimistisch scenario over een relatief korte periode van 30 jaar genereert het alternatief een positieve welvaartseconomische impact van zo’n 66 miljoen euro en een intern rendement van 5,8%. In een optimistisch scenario (op 30 jaar) loopt de NAW op tot 158 miljoen euro en het intern rendement tot 8,7%, wat redelijk hoog is voor dit type infrastructuurprojecten.
Op basis van de gemonetariseerde effecten in voorliggende MKBA kan gesteld worden dat beide projectalternatieven een positieve bijdrage aan de maatschappelijke welvaart kunnen leveren. Over een oneindige (perpetuele) periode bekeken kunnen van beide alternatieven (positieve) effecten verwacht worden in de grootte-orde van -24 miljoen euro tot 110 miljoen euro in het doortochtalternatief, en van 281 tot 381 miljoen euro in het omleidingsalternatief.
De termijn waarover de kosten-baten worden beschouwd, loopt vanaf de datum van de start van de werken tot het einde van de levensduur van het project. De berekening geschiedt over een periode van 40 jaar. Daarnaast wordt ook de restwaarde van de infrastructuur berekend door gebruik te maken van een perpetuïteit. Baten en kosten worden in rekening gebracht vanuit Vlaams perspectief. Een uitzondering hierop vormt de deelstudie, waarin de lokale economische impact op de handel in Houthalen en Helchteren wordt ingeschat tijdens de aanlegperiode van de Noord-Zuidverbinding. In deze studie wordt het perspectief vernauwd tot de gemeente Houthalen en Helchteren.
De kostprijs voor beide alternatieven omvat de aanlegkost voor de infrastructuur, de milderende maatregelen, de verwachte onteigeningen en de onderhoudskost over de levensduur van het projekt. Qua baten wordt onderzocht wat de effecten zijn voor elk tracé op de ruimere economie (attractiviteit, reistijdwinsten, …), de lokale handelstructuren, de hinder tijdens de aanleg en de gemonetariseerde effecten op de verkeersveiligheid, waardevermindering van percelen en handelspanden, en diverse milieuaspecten.
0
Verschil met initiële raming
Teneinde een definitieve beslissing voor het project te ondersteunen, is naast de in uitvoer zijnde MER studie en veiligheidsstudie ook een maatschappelijke kostenbatenanalyse(MKBA)opgemaakt. Hiertoe werden de conclusies van het PlanMER opgenomen als uitgangspunt.
0
Totaal laatste Jaar van de Totaal vorige raming raming recentste raming
Indien er een MKBA in het kader van dit project werd uitgevoerd, geef hier de conclusies uit het rapport van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (maximaal 1 pagina).
3.4 Conclusies van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA)
Opmerkingen
Aandeel Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV (in %)
Kapitaalinbreng
Totaal kapitaalinbren g (KI) vóór 2010
Geef de laatst geraamde kapitaalinbreng weer, op jaarbasis uitgesplitst. De som van de reeds betaalde kapitaalinbreng in de voorgaande jaren wordt opgenomen in de kolom 'totaal kapitaalinbreng vóór ...'. Geef in de kolom 'jaar van de recentste raming' het jaar aan dat de laatste laatste raming werd gemaakt en, indien deze raming gewijzigd is t.o.v. de raming opgenomen in de vorige rapportering, de reden van deze wijziging. Vermeld in de kolom 'totaal vorige raming' de raming opgenomen in de vorige rapportering en in de kolom 'totaal initiële raming' de raming opgenomen in de eerste rapportering over het project. Geef tevens het jaar waarin deze initiële raming werd opgemaakt en het procentueel aandeel van het Vlaams Gewest in het kapitaal van de SPV voor dit project. De kolommen 'totaal laatste raming', ''verschil met vorige raming' en 'verschil met initiële raming' worden automatisch ingevuld op basis van de andere gegevens in de tabel. De bedragen in deze tabel zijn geformuleerd in €, inclusief BTW (indien verschuldigd). SPV = speciaal project vennootschap
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 253
V L A A M S P A R LEMENT 2007 2010
NZL rapport 2010 gevalideerd
Aanvangsdatum Einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)
5. Exploitatiefase
2014
2011 2013
2011
december 2046
augustus 2045
december 2016
januari
februari januari
mei
Laatste herziening planning
december 2016
Vorige planning
augustus 2015
augustus 2015
Einddatum
2010 2011
augustus 2011
maart juli
november 2007 januari 2011
juni juni
Initiële planning
Aanvangsdatum
4. Realisatiefase
Aanvangsdatum Einddatum
3. Contracteringsfase (aanbesteding)
Aanvangsdatum Einddatum
2. Vergunningsfase
Aanvangsdatum Einddatum
1. Initiatiefase (algemene voorbereiding en studie van het project)
Fasen
4. Planning-14/19
indicatief, afhankelijk van voortgang onteigening en onderhandelingsprocedure
termijnen behandeling DBFM bestek
Reden laatste herziening planning
Geef per deelfase van het project de vermoedelijke aanvangs- en einddatum aan. De planning opgenomen in de eerste rapportering over het project wordt opgenomen in de kolom 'initiële planning'. De planning opgenomen in de vorige rapportering wordt opgenomen in de kolom 'vorige planning'. Geef in de kolom 'laatste herziening planning' de nieuwe planning weer, indien de planning wijzigde sinds de vorige rapportering over het project, en in de kolom 'reden laatste herziening planning' de reden waarom de vorige planning werd herzien. Voor projecten met alternatieve financiering wordt ook de lijn 'einddatum exploitatiefase (cf. overeenkomst m.b.t. alternatieve financiering)' ingevuld. Indien het een project betreft zonder alternatieve financiering wordt op deze lijn in de laatste kolom 'niet van toepassing' ingevuld.
4.1 Algemene planning en mijlpalen
4. PLANNING
254 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
4.2 Impact van de vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten Beschrijving van de impact ten gevolge van de vertraging
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
Projectsituatie
Datum gevalideerd rapport
Rapport bestemd voor
4. Planning-15/19
Indien er extra tussentijdse evaluaties (bijvoorbeeld kwartaalrapportages) zijn gevraagd door de Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, door het Vlaams Parlement of de Vlaamse Regering, wordt in de tabel de datum opgenomen van de in het rapport gegeven projectsituatie, de datum van het gevalideerde rapport en voor wie de rapportering bestemd is.
4.3 Afgesproken tussentijdse evaluaties
Naam infrastructuurproject
Indien de vertraging van de uitvoering van de werken van dit infrastructuurproject een impact heeft op andere concreet gerelateerde projecten, omschrijf dan per project de impact.
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 255
5.1 Financieel advies
Datum advies
Expert Onderwerp en conclusies
Datum advies
Expert
Onderwerp en conclusies
V L A A M S P A R LEMENT
Datum advies
NZL rapport 2010 gevalideerd
1 2
Nr
Expert
Onderwerp en conclusies
5. Adviezen-16/19
Indien voor het project, of onderdelen er van, 'second opinions' werden gevraagd aan deskundigen onafhankelijk aan het project en de projectorganisatie, dan worden die in deze tabel vermeld. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies werd gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5.3 Overige adviezen extern aan het project (second opinion)
1 2
Nr
Geef voor het project het onderwerp en de belangrijkste conclusies van het juridisch advies met betrekking tot de Wetgeving inzake overheidsopdrachten. Geef tevens de datum van het advies en de adviserende expert.
5.2 Juridisch advies met betrekking tot Wetgeving overheidsopdrachten
1 2
Nr
Voor ieder project dient men verplicht een advies te vragen met betrekking tot de financiële onderbouwing van het projectvoorstel. Geef de datum van het advies, de adviserende expert, het onderwerp waarover advies is gevraagd en de belangrijkste conclusies van het advies.
5. ADVIEZEN
256 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
Vraag gericht aan
Hilde Crevits
NZL rapport 2010 gevalideerd
266
Vraagnummer C. Janssens
Vraagsteller 21 november 2010
Datum vraag Legerkazerne Helchteren
Onderwerp vraag
6. Vragen Vlaams Parlement-17/19
antwoord beschikbaar
Status antwoord
Indien er gedurende het jaar waarover gerapporteerd wordt specifieke vragen m.b.t. het project zijn gesteld door de leden van het Vlaams Parlement, geef dan hieronder deze informatie weer. Ook vragen gesteld in het jaar daarvoor, die pas beantwoord werden in het jaar waarover gerapporteerd wordt, worden vermeld in de tabel. Voor vragen die in de voorgaande jaren werden beantwoord, wordt verwezen naar voorgaande rapportages. Geef per vraag het nummer van de vraag, aan wie de vraag gericht werd, de naam van de vraagsteller, de datum van de vraag, het onderwerp van de vraag en de status van het antwoord.
6. VRAGEN VAN DE LEDEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
257
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
7.4 Bevindingen met betrekking tot de volledigheid, actualiteit, begrijpbaarheid en accuraatheid van de informatie Op basis van al de huidige beschikbare informatie is dit rapport volledig en actueel .
7. Interne controle-18/19
7.3 Bevindingen met betrekking tot de toereikendheid van de projectorganisatie Teneinde een optimale en succesvolle projectopvolging te realiseren is deze in het kader van een integrale studieopdracht in handen van een studiebureau gegeven, zoals dit ook voor andere grootschalige PPS-projecten gebeurt. Ze heeft als doel aan de opdrachtgever alle nodige documenten ter beschikking te stellen om tot een DBFM-contract te komen.
7.2 Bevindingen met betrekking tot het realiteitsgehalte van de financiering en de budgettaire inpassing Wat betreft de budgettaire inpassing kan er verwezen worden naar de beslissing van de Vlaamse Regering genomen in 2007 waarin gesteld wordt dat de Vlaamse regering akkoord gaat om het project NZL via alternatieve financiering te realiseren. Oorspronkelijk was 250M€ voorzien op basis van een zeer ruwe projectomschrijving. Tengevolge van voortschrijdend inzicht en bijkomende opgelegde eisen (bijv voorkomend uit het MER-onderzoek) overschrijdt de actuele raming echter de oorspronkelijk voorziene som. Bijgevolg zullen, bij realisatie van alle Via-Invest projecten, de financiële repercussies de toegelaten kredieten van 66 miljoen euro voorzien in de meerjarenbegroting van wegeninfrastructuur overschrijden. Ook de financiering van de onteigeningskosten is nog niet uitgeklaard: zowel de timing ervan, als het bedrag vormen beide nog een onzekere factor.
7.1 Bevindingen met betrekking tot de toegepaste calculatiemethoden en risicoanalyses Rekening houdend met de stand van het dossier is naar best vermogen een raming opgemaakt voor de investeringskost en risico's o.b.v. beschikbare gegevens en d.m.v. oordeelkundige inschattingen gestoeld op praktijkervaring. Voor de investeringskost is bij de inschatting van de bouwfase in detail rekening gehouden met deelaspecten van de wegeniswerken, de kunstwerken, de milieumilderende maatregelen, de minderhindermaatregelen en andere kostaspecten. Betreffende de risico’s zijn zowel de juridisch/wettelijke, de organisatorische, de technische, de ruimtelijke, de financiële, de maatschappelijke/communicatieve en de bestuurlijke risico’s in kaart gebracht en beoordeeld. Naar mate het dossier verder vordert zullen deze nauwgezet opgevolgd worden en waar mogelijk beheersmaatregelen genomen worden. Deze beheersmaatregelen zijn momenteel volop in uitvoering. Vele van de geïdentificeerde risico’s zijn opvolgbaar maar echter niet steeds stuurbaar vanuit het AWV: intense opvolging en een doorgedreven communicatieplan kan helpen, maar biedt niet altijd garanties indien derden betrokken zijn (bijv. in het kader van bezwaarmogelijkheden in bouwaanvraagprocedure).
7. INTERNE CONTROLE
258 Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
NZL rapport 2010 gevalideerd
8.3 Planning Aanbestedingsprocedure DBFM is opgestart, 1ste offertefase (indiening offertes) op 19/8/2011 Kennisgevingsprocedure Project-MER afgerond – richtlijnvergadering 22/3/2011 GRUP N74 Noordzuidverbinding principïeel goedgekeurd op 21/1/2011
8. Conclusies-19/19
8.2 Financieel In de loop van het onderhandelingsproces DBFM zal een financier moeten worden aangeduid, alsook de assets tav Via Invest bestemd voor de NZL vastgelegd. Verder moet een bijkomend bedrag vereist voor de onteigeningen gereserveerd worden.
8.1 Risicoanalyse Risico's situeren zich op juridisch vlak gelet op de bezwaarmogelijkheden vervat in GRUP en bouwaanvraagprocedure.
Beschrijf hier de stand van zaken voor ieder van de onderstaande rubrieken. Neem hier enkel de belangrijkste algemene conclusies op.
8. CONCLUSIES
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1 259
260
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
261
BIJLAGE D: Presentatie van de sprekers
V L A A M S P A R LEMENT
262
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
263
RAPPORTERING GROTE INFRASTRUCTUURPROJECTEN
ir. Fernand Desmyter 9 juni 2011 Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
1
Inhoud 1. Decreet 2. Systeem van risicobeheer 3. Opbouw rapportering 4. Nieuw t.o.v. vorige rapporteringen 5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011
2
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
264
1. Decreet • Inhoud decreet van 8 november 2002 houdende controle op de grote infrastructuurprojecten: • Implementatie van een systeem van risicobeheer voor grote infrastructuurprojecten • Jaarlijks, vóór 30 april, een rapport t.a.v. het Vlaams Parlement over de resultaten van de risicomonitoring. • De eerste rapportering gebeurde in 2008 en werd besproken in de vergadering van de Subcommissie voor Financiën en Begroting op 22 januari 2009. • De derde rapportering (over 2009) werd op 3 februari 2011 besproken in de vergadering van de Commissie Mobiliteit en Openbare Werken 3
1. Decreet • Op 30 november 2007 besliste de Vlaamse Regering om over volgende projecten te rapporteren: • Derde Scheldeverruiming’ en Zwinproject; • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan; • N60: ring rond Ronse; • OW-plan Oostende: kustbeveiliging en haventoegang; • Kanaalzone Gent-Terneuzen (KGT); • Waaslandhaven: tweede zeesluis; • Strategisch Haveninfrastructuurproject Zeebrugge (SHIP). • Op 26 februari 2010 werd door de Beleidsraad van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, het project ‘N-Z verbinding Limburg’ toegevoegd aan deze lijst. 4
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
265
2. Systeem van risicobeheer • Omschrijving van de term ‘risicobeheersysteem’: • omvat afspraken m.b.t. de manier waarop risicobeheer wordt toegepast.
5
2. Systeem van risicobeheer •
Per groot infrastructuurproject wordt een rapport opgesteld met volgende luiken 1. •
Algemeen probleemomschrijving, doelstellingen, projectvoorstel, gerelateerde projecten
2.
Risicoanalyse
3.
Financieel overzicht
4.
Planning
• •
algemene planning en mijlpalen impact van vertragingen op andere concreet gerelateerde infrastructuurprojecten 6
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
266
2. Systeem van risicobeheer 5.
Adviezen (enkel voor projecten in voorbereiding)
•
financiële, juridische en/of second opinion
5.
Vragen van leden van het Vlaamse Parlement
6.
Interne controle
7.
Conclusies
•
algemene conclusies over risicoanalyse, financiën en planning
7
2. Systeem van risicobeheer • Risicoanalyse Ri sicocategori e Juridi sch / wettel ij k
Or gani satori sch
Omschri jvi ng van het r isi co Onvoorziene verplaatsing ongekende nutsleiding De vooropgestelde planning is onrealistisch
Kans op voorkomen
Impact pr ij s
Impact tij d
Impact draagvlak
Impact kwal iteit
Totale i mpact
Risicogrootte
Grootte r isi co
2
3
4
1
1
9
18
middelmatig
3
3
4
2
2
11
33
middelmatig
Technisch Rui mteli jk Financieel M aatschappelij k / communica Bestuurl ij k
8
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
267
2. Systeem van risicobeheer • Risicoanalyse R i sico cat eg o r i e
J uridis ch / we t t e lijk
Orga nis a t o ris c h
B eheer smaat r e g el
Kans o p vo o r ko men
I mp act pr ij s ( B HM )
I mp act t ij d ( B HM )
Imp act d r a ag vl ak ( B HM )
I mp act kwal i t ei t ( B HM )
T o t al e i mpact ( B HM )
R i si cog r oo t t e
Gr oo t t e r e si d ua ir r i si c o
St at us B HM
P ro efsleu ven
2
3
4
1
1
9
18
middelmatig in uitvoering
P lanning o pleggen
3
3
4
2
2
11
33
middelmatig uitgevo erd
T e chnisc h R uimt elij k F inanc ie el M a at s c h a ppelijk / B e s t uurli jk
9
2. Systeem van risicobeheer • Risicoanalyse (vervolg) • Inschatting van de risico’s • Beheersmaatregelen • zijn nog niet uitgevoerd, in uitvoering of uitgevoerd
• Residuair risico • is klein, middelmatig of groot
• Algemeen residuair risico • is aanvaardbaar of niet aanvaardbaar
10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
268
3. Nieuw t.o.v. vorige rapporteringen • Bij de huidige rapportering werd voor de eerste maal de bindende afspraken toegepast, die werden goedgekeurd door de Beleidraad van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van 25 februari 2010.
• Belangrijkste wijzigingen: • bepaling schalen van de kans en van de impact op prijs, tijd, draagvlak en kwaliteit (zie tabel 1); • schaal totaal gevolg = schaal impact op prijs + schaal impact op tijd + schaal impact op draagvlak + schaal impact op kwaliteit • bepaling van de grootte van het (residuair) risico grootte (residuair) risico = kans * (impact prijs + impact tijd + impact draagvlak + impact kwaliteit).
11
3. Nieuw t.o.v. vorige rapporteringen • Tabel 1 Schaal
Kans
Impact geld
Impact tijd
Impact kwaliteit
Impact draagvlak
0
<1%
Geen kosten
Geen effect op tijdspad
Geen gevolgen voor kwaliteit
Geen gevolgen op draagvlak
1
1-5%
< 0,2% van totale kost
< 2% van totale tijd
Geringe impact op kwaliteit
Geringe impact op draagvlak
2
5-10%
0,2 %– 0,4% van totale kost
2% - 4% van totale tijd
Redelijke impact op kwaliteit
Redelijke impact op draagvlak
3
10-25%
0,4 % - 2% van totale kost
4% - 11% van totale tijd
Aanzienlijk: niet volledig te herstellen
Aanzienlijk: niet volledig te herstellen
4
25-50%
2% - 5% van totale kost
11% - 23% van totale tijd
Groot: blijvende ernstige afwijking
Groot: blijvende ernstige afwijking
5
>50%
> 5% van totale kost
>23% van totale tijd
Catastrofaal: stopzetting project
Catastrofaal: stopzetting project
12
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
269
3. Nieuw t.o.v. vorige rapporteringen
• Belangrijkste wijzigingen (vervolg): • Een (residuair) risico is klein, middelmatig of groot wanneer:
Grootte (residuair) risico = x
Omschrijving (residuair) risico
x<8
klein
8 ≤ x < 36
middelmatig
36 ≤ x
Groot
13
3. Nieuw t.o.v. vorige rapporteringen
• Belangrijkste wijzigingen: (vervolg) • grootte risico ⍺ : beheersmaatregelen te nemen; • algemeen residuair risico is onaanvaardbaar wanneer een residuair risico ⍵ . • In de goedgekeurde bindende afspraken:
• ⍺ = ⍵ = 18 • De bindende afspraken = levend document, dat op basis van de opgedane ervaringen kan worden bijgestuurd.
14
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
270
4. Opbouw rapportering • Rapportering in 2011: geeft projectinformatie d.d. 31 december 2010: • Rapport op hoofdlijnen: • per project een samenvatting van de belangrijkste informatie • Bijlagen: • detailinformatie over de projecten in aparte rapporten per project
• Huidige powerpoint presentatie bevat: • de inhoud rapportering 2011 (met projectinformatie d.d. 31 december 2010) • de evoluties in 2010-2011
15
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Derde Scheldeverruiming: • •
Inhoud rapportering: • Grensoverschrijdend project • Project is beëindigd in december 2010 • Einde werken in Vlaanderen: eind 2009 Werken in Nederland: van februari 2010 tot december 2010 (problemen rond het Tracébesluit) • Geraamde kostprijs (in 2005): 101 miljoen euro voor Vlaanderen Werkelijke kostprijs: 106 miljoen euro voor Vlaanderen • Actualisatie van de risicoanalyse in 2010: bij actualisatie van de risicoanalyse begin 2011 waren er geen risico’s meer aangezien het project was afgerond. • Projectorganisatie: • Studiefase: gedeelde projectleiding tussen Vlaanderen en Nederland • Uitvoeringsfase: gecontroleerd door Vlaanderen 16
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
271
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Derde Scheldeverruiming (vervolg): • Inhoud rapportering: • Het project is verbonden met volgende natuurprojecten op de Schelde: • Natuurcompensatie tussen Fort Filip en Noordkasteel • vormt een projectonderdeel van het Globaal Geactualiseerd Sigmaplan • realisatie van de natuurcompensatie (waterkeringswerken) is lopende.
• Hedwige-Prosperpolder • vormt ook een projectonderdeel van het Globaal Geactualiseerd Sigmaplan
• 300 ha natuur in het middengebied van de Westerschelde • Zwin •
Evoluties in 2011: • Uitvoering in Nederland: conform planning vorige risicorapportering zijn werken gestart februari 2010 en beëindigd eind december 2010. • Daar het infrastructuurproject gerealiseerd is, zal er vanaf volgend jaar niet meer worden over gerapporteerd.
17
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Zwin: •
Inhoud rapportering: • Grensoverschrijdend project • Project in vergunningsfase (opmaak Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan) • Werken: eind 2012/begin 2013 – medio 2015 (noodzaak tot opmaak Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan) • Geraamde globale kostprijs: 25 miljoen euro (voor Vlaanderen en Nederland samen) • Definitieve keuze alternatief: uitbreiding Zwin in de WillemLeopoldpolder met 120 ha, zonder westelijke geulverlegging en zonder ingrepen voor spuiwerking (beslissing Vlaamse Regering van 13 maart 2009). 18
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
272
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Zwin (vervolg): • De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) staat in voor de minnelijke grondverwerving in het kader van de grondenbank Zwindijk. • Projectorganisatie: • Studiefase: gedeelde projectleiding tussen Vlaanderen en Nederland • Uitvoeringsfase: Vlaamse overheid coördineert i.s.m. Nederland.
•
Evoluties in 2010: • Beslissing dienst MER tot ontheffing van de verplichtingen inzake milieueffectrapportage van 1 april 2010. • Door VLM werd 42 ha landbouwgrond (deels in het projectgebied, deels daarbuiten) verworven. • Onderzoek naar milderende maatregelen tegen verzilting van omringende landbouwgronden werd verder gezet. • Opmaak GRUP “Zwin en Zwinbosjes” werd voorbereid.
19
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Zwin (vervolg):
•
Evoluties in 2011:
• Verdere grondverwerving door VLM • Keuze en technische uitwerking van te implementeren milderende maatregel tegen verzilting van omringende landbouwgronden • Goedkeuring GRUP “Zwin en Zwinbosjes” • Finalisatie uitvoeringsbestek uitgebreide Zwinvlakte en zeewerende dijk 20
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
273
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan: •
Inhoud rapportering: • Grensoverschrijdend project • (m.n. het projectonderdeel Hedwige-Prosperpolder)
• • • •
Overeenkomstig ontwikkelingsschets 2010 Combinatie van veiligheids- en natuurdoelstellingen (Gefaseerde) Uitvoering van het geactualiseerd Sigmaplan loopt tot 2030 Aantal deelprojecten in 2010 reeds in uitvoering, aantal onderdelen nog in vergunningsfase • Einde werken 1ste uitvoeringsfase : 2020 • Geraamde kostprijs: 895 miljoen euro tot 2030. • Verschil met vorige raming : 2,6 miljoen euro • te wijten aan prijsherzieningen en meer- en minwerken in 2010
21
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan (vervolg) : •
Inhoud rapportering: • Actualisatie risicoanalyse in 2010: • Bij deze actualisatie werden de eerder gedefinieerde beheersmaatregelen geëvalueerd. De gekozen beheersmaatregelen zijn allen in uitvoering of uitgevoerd. Waar nodig werden bijkomende beheersmaatregelen uitgewerkt. • In 2010 werden specifiek voor de uitvoeringsfase risico's en beheersmaatregelen geïnventariseerd. • Het algemeen residuair risico is aanvaardbaar. De risico's voor het Geactualiseerd Sigmaplan worden, na het toepassen van de beheersmaatregelen, klein tot middelmatig ingeschat. • De belangrijkste residuaire risico's – naast het financieel risico – zijn: het opstarten van een juridische procedure, het niet tijdig verplaatsen van nutsleidingen, een onvoldoende werking van de grondenbank, het niet tijdig uitvoeren van grondverwervingen en de uitholling het flankerend beleid. • De periodieke actualisering van de risicoanalyse wordt verder gezet in 2011.
22
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
274
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan (vervolg) : •
Inhoud rapportering: • Werken Hedwige-Prosperpolder in Vlaanderen: gestart in 2008 • Het Vlaams deel van het projectonderdeel werd losgekoppeld van het Nederlandse deel t.g.v. vertragingen in de voorbereidingsfase in Nederland. • Nederland : het standpunt nieuwe Nederlandse regering maakt realisatie/timing gedeelte op Nederlands grondgebied onzeker, alternatieven zullen worden gescreend in onafhankelijke alternatievenstudie.
• Werken gestart in 2009 : • cluster ‘Kalkense Meersen’ (1ste deelfase: gebied Wijmeers II) • een aantal waterkeringswerken (zoals de waterkering tussen Fort Filip en Noordkasteel)
• Werken gestart in 2010 : • ontpolderings- en dijkwerken t.h.v. Lillo • een aantal waterkeringswerken (zoals dijkwerken t.h.v. Polderstad Hoboken, dijkwerken t.h.v. Overschelde en Schellebelle-Aard)
23
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan (vervolg): • Inhoud rapportering: • De Vlaamse Regering legde op 26 maart 2010 het GRUP van onderstaande clusters definitief vast: • cluster ‘Vlassenbroek – Grote Wal – Kleine Wal – Zwijn’ • cluster ‘Durme en haar Vallei’ • cluster ‘Kalkense Meersen’
• De project-MER van: • cluster ‘Vlassenbroek – Grote Wal – Kleine Wal – Zwijn’: goedgekeurd op 10 mei 2010 • cluster ‘Durme en haar Vallei’: goedgekeurd op 18 februari en 31 maart 2010 • cluster ‘Kalkense Meersen’: goedgekeurd op 11 juni 2010.
• Bouwvergunning van : • de cluster ‘Durme en haar Vallei’ werd bekomen in het vierde kwartaal 2010 (Klein Broek: 8 november 2010, Groot Broek: 18 november 2010, De Bunt: 20 december 2010) • de cluster ‘Kalkense Meersen’ werd aangevraagd medio 2010. • de cluster ‘Vlassenbroek - Grote Wal – Kleine Wal – Zwijn’ werd aangevraagd in het najaar van 2010.
• Cluster ‘Bovendijle’: studiefase werd opgestart tijdens het eerste kwartaal 2010 • Cluster ‘Grote Nete’: verdere studie en opmaak inrichtingsplan in 2010-2015 start werken voorzien in 2015 • Cluster ‘Kleine Nete’ en cluster ‘Bastenakkers’ : studiefase werd opgestart tijdens laatste kwartaal 2010 24
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
275
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan (vervolg):
•
Evoluties in 2011: • Hedwige-Prosperpolder : • Vlaams grondgebied : • • •
Aantal beroepsprocedures opgestart door de voormalige eigenaar van de gronden; Deze procedures hebben vooralsnog geen impact op de uitvoering(splanning) van de werken in het Vlaamse gedeelte; Verwacht einde werken Vlaams grondgebied : 2012-2013;
• Nederlands grondgebied : • • •
ontpoldering in Nederland van Hedwigepolder is opnieuw onzeker; de nieuwe Nederlandse Regering laat (opnieuw) onderzoeken of er geen betere alternatieven zijn; standpuntbepaling van de Nederlandse Regering wordt verwacht in 2011.
• Voortzetting uitvoering van werken: • cluster ‘Kalkense Meersen’ (1ste deelfase: gebied Wijmeers II) • ontpolderings- en dijkwerken t.h.v. Lillo • een aantal waterkeringswerken (zoals de waterkering tussen Fort Filip en Noordkasteel, dijkwerken t.h.v. Polderstad Hoboken, dijkwerken t.h.v. Overschelde en Schellebelle-Aard)
25
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Globaal Geactualiseerd Sigmaplan (vervolg): •
Evoluties in 2011: • De Vlaamse Regering legde op 21 januari 2011 het GRUP van onderstaande clusters definitief vast: • cluster ‘Dijlemonding’’ • Bouwvergunning van : • de cluster ‘Kalkense Meersen’ werd bekomen in het eerste kwartaal 2011: (Wijmeers I: 16 februari 2011, Paardeweide: 16 februari 2011, Bergenmeersen: 07 februari 2011) • de deelcluster ‘Vlassenbroek’ werd bekomen op 4 april 2011 • de deelcluster ‘Grote Wal – Kleine Wal – Zwijn’ werd aangevraagd op 18 augustus 2010 maar nog niet bekomen. • de cluster ‘Dijlemonding’ werd aangevraagd op 18 april 2011. • Aanbesteding van eerste deelprojecten van : • cluster ‘Vlassenbroek – Grote Wal – Kleine Wal – Zwijn’ • cluster ‘Durme en haar Vallei’ • cluster ‘Dijlemonding’ • Verdere studie en opmaak inrichtingsplan van projecten met start werken voorzien in 2015 : • Cluster ‘Bovendijle’, Cluster ‘Grote Nete’, Cluster ‘Kleine Nete’, Cluster ‘Bastenakkers’, Cluster ‘Bornem-Temse’
26
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
276
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • OW-plan: zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende • Inhoud rapportering: • Deelplannen 1. Zeewering Oostende-centrum: augustus 2010 – eind 2013 (in studiefase) • uitbouw en renovatie Zeeheldenplein met integratie van golfdempende constructie i.k.v. overstromingsrisico’s (augustus 2010 tot juni 2011) • Zandsuppletie – Groeistrand (september 2012 - eind 2013) 2. Renovatie Albert I promenade en bouw ondergrondse garages: maart 2009 – eind 2011 In samenwerking met de stad Oostende, onder meer voor de bouw van de ondergrondse garages onder de zeedijk. 3. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende (GKZB), Oosteroever: 2012 en 2013 (in studiefase) Zandsuppletie, recreatieve inrichting Oostelijke havendam en strand t.b.v. watersport, integratie zwakke zone i.k.v. overstromingsrisico’s 4. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven: dec. 2010 – 2013 (in studiefase) Maatregelen langs een tracé dat rondom de aan getij onderhevige havenwateren loopt. 5. Verbeterde haventoegang Oostende: mei 2007 – midden 2012 • Afbraak oosterstaketsel en bestaande oostelijke lage havendam • Aanleg nieuwe vaargeul • Bouw en architecturale afwerking oost- en westdam • Verplaatsen radartoren t.b.v. Schelderadarketen • Verbreden vaargeul ter hoogte van Halve Maandijk
27
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • OW-plan: zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende
(vervolg): •
Inhoud rapportering: • Natuurcompensatie: februari 2008 – najaar 2012 De natuurcompensatie wordt voorzien t.h.v. het strand op de oosteroever van de IJzermonding te Nieuwpoort. De compenserende maatregelen bestaan uit: • een ecologische strandsuppletie (februari 2008 – januari 2010) • het plaatsen van een houten palenrij (maart 2011 – september 2011) • de afbraak van de bestaande duinvoetversteviging en oude zeedijk (najaar 2012) Einde werken: 2013 (omwille van veiligheids- en exploitatie-eisen); oorspronkelijk 2015 • Risicoanalyse: • risicoanalyse wordt opgemaakt voor de realisatie van de project-MER plichtige werken (bestek in november 2010 aanbesteed) • de risico’s werden door het projectteam geactualiseerd
28
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
277
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • OW-plan: zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende
(vervolg): •
Inhoud rapportering: • Actualisatie van de gedetecteerde risico’s op de delen zeewering: • Het uitblijven van vergunningen (aktenames op hoger niveau, termijnen binnen MER-procedures en stedenbouwkundige vergunningen) wordt als groot risico beschouwd. Als beheersmaatregel werd nog meer overleg met betrokken instanties voorzien. • Mogelijke schorsingsverzoeken bij de Raad van State m.b.t. de te bekomen vergunningen: het maatschappelijk draagvlak is belangrijk om geen vertraging op te lopen bij het openbaar onderzoek rond de stedenbouwkundige vergunningen . Als beheersmaatregel is een goede communicatie van belang. • Het ontbreken van de financiële middelen om de werken binnen een maatschappelijk aanvaardbare termijn af te ronden was een gemiddeld risico. Volgende beheersmaatregelen werden genomen: De bevoegde minister heeft extra budgetten voorzien in 2010 en 2011. • Geraamde kostprijs geactualiseerd: 155 miljoen euro • De raming daalde met 8 miljoen euro t.o.v. oorspronkelijke raming (lagere raming havendammen en natuurcompensatie, schrappen passerelle westdam ) 29
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • OW-plan: zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende (vervolg): • Inhoud rapportering: •
Deelplan 1. Zeewering Oostende-centrum: Uitbouw en renovatie Zeeheldenplein: • Vertraging architecturale uitwerking Zeeheldenplein door het studiebureau. Deze vertraging heeft echter geen implicatie op de uitvoeringstermijn van het deelplan. Zandsuppletie – Groeistrand: • Het MER werd opgemaakt en ingediend met voorlegging aan de BMM. Er diende gewacht te worden op het MB betreffende de afbakening van sectoren in exploratiezone 4 voor de exploratie en exploitatie van niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat, welke door de federale regering van lopende zaken op 24 december 2010 werd genomen. Het besluit is in werking getreden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad op 14 januari 2011. Hiermee kan de concessieaanvraag en de MEB door de FOD Economie en de BMM worden behandeld.
• Deelplan 2. Renovatie Albert I promenade en bouw ondergrondse garages: • Versnelde uitvoering door versnelde vastlegging van het vereiste budget voor de totale opdracht i.p.v. gefaseerde uitvoering. • Deelplan 3. Geïntegreerd Kustzonebeheer Oostende (GKZB), Oosteroever: • Verderzetting haalbaarheidsstudie, vanaf heden integratie met veiligheidsmaatregelen Geïntegreerd kustveiligheidsplan t.h.v. Oosteroever Oostende en afstemming met afwerking van de Oostelijke havendam
30
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
278
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • OW-plan: zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende (vervolg): • Inhoud rapportering • Deelplan 4. Veiligheidsmaatregelen tegen overstroming via de haven: • Gebeurt in gefaseerde uitvoering. Versnelde uitvoering fase 1 op beschikbare extra kredieten. Vertraging voor de initiatiefase van de rest van de opdracht tot 2012 t.g.v. fasering van de studies en afstemming met het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan. Er is op heden geen implicatie op de uitvoeringstermijn van het deelplan.
• Deelplan 5. Verbeterde haventoegang Oostende: - Nieuwe vaargeul: werd in februari 2010 in gebruik genomen - Aanleg havendammen: • Oostelijke dam: verdere bouw Oostelijke dam tot kruinpeil TAW +6.00m werd afgewerkt • Westelijke dam: werken voor de bouw van de westelijke dam tot kruinpeil TAW +6.00m is in uitvoering. Vermoedelijke einddatum april 2012.
31
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • OW-plan: zeewering en maritieme toegankelijkheid van Oostende (vervolg): • Inhoud rapportering • Natuurcompensatie: • Melding van de natuurcompensatie aan de EU door ANB in februari 2010, na goedkeuring van de project-MER • De planning werd gewijzigd. Met de nieuwe planning wordt het einde van de uitvoeringsfase van de natuurcompenserende werken in het najaar van 2012 voorzien, ongeveer 1 jaar later dan de vorige planning. Deze wijzigingen hebben geen implicaties op de planning van de deelprojecten te Oostende, gezien de uitvoeringsfasen van de werken waartoe dient worden gecompenseerd, pas vanaf 2012 worden gepland en de natuurcompenserende werken uiterlijk gelijktijdig met deze werken moeten aanvatten. • In oktober 2010 werd de bouwvergunning verkregen voor het plaatsen van de houten palenrij en de afbraak van de bestaande duinvoetversteviging en oude zeedijk . De uitvoeringsfase voor het plaatsen van de houten palenrij is gepland in 2011.
32
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
279
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2010 • Kanaalzone Gent-Terneuzen: •
•
Duiding: • Grensoverschrijdend project • Project in verkennende studiefase. Verdere fases zijn nog niet voorzien. • De verkennende studiefase werd in 2009 afgerond, conform de planning en binnen het budget. • Geraamde kostprijs verkennende studiefase: 2,4 miljoen euro studiekosten voor Vlaanderen • Projectorganisatie: Vlaams-Nederlandse projectorganisatie: KGT2008 • Vervolgtraject: bestuurlijke afstemmingsfase tussen Vlaanderen en Nederland, die resulteert in een Vlaams-Nederlandse afgestemde besluitvorming over het vervolgtraject
•
Evoluties in 2010: • Daar in 2010 geen beslissing werd genomen over het vervolgtraject, wordt er in 2011over dit project niet gerapporteerd. • Indien deze beslissing in 2011 wordt genomen, zal vanaf 2012 opnieuw worden gerapporteerd.
33
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • 2de zeesluis Waaslandhaven: Inhoud rapportering: •
Keuze alternatief: diepe sluis op het einde van het Deurganckdok
•
Positief advies uitgebracht door Vlaamse Havencommissie en MiNa-Raad
•
Bouw- en milieuvergunning afgeleverd in februari en maart 2010
•
Studiefase sluis afgerond - ontwerp gebouwen opgestart
•
Decreet van 8 mei 2009 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap NV Vlaams Havens en houdende wijziging van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens: laat toe om de NV Vlaamse Havens op te richten, met een aparte dochtervennootschap voor de 2de zeesluis Waaslandhaven.
•
Publicatie van bestek voor bouw van de sluis op 3 september 2010 (openbare aanbesteding) → indienen offertes tegen 2 februari 2011 (positieve uitslag procedure RVS tegen bestek vastzetting staalprijzen werd hierbij afgewacht)
•
Planning werken: 2011 – 2015
34
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
280
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • 2de zeesluis Waaslandhaven (vervolg): Inhoud rapportering : • De raming bedraagt 684 miljoen euro (incl. BTW) en werd aangepast aan de laatste gegevens op moment van publicatie bestek (vastzetten staalprijs, meerekenen 10 jaarlijkse verzekering, correctie damplanken + wielschuiven). • In 2011 zal een reductie gebeuren van de "onzekerheidsmarge" op basis van de reële inschrijvingsprijzen. • De residuaire risico’s zijn middelmatig tot klein. Belangrijkste specifieke residuaire risico’s (situatie 2010) worden hieronder weergegeven voor de volledigheid: Categorie
Omschrijving
Beheersmaatregel / situatie 2010
Financieel
Aanvraag positieve BTW-ruling is lopende
Verduidelijking gevraagd via parlementaire vraag
Financieel
Meerwerken en kosten herziening
Beheersmaatregel = > staalprijs werd reeds vastgelegd, reserve 21 % werd meegenomen in de raming
Financieel
Uitlopen timing
Technisch
Risico op aanrijding/aanvaring tijdens exploitatie
Dubbele deuren per sluishoofd 35
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • 2de zeesluis Waaslandhaven (vervolg): Evoluties in 2011: • Openbare aanbesteding voor deel bouw sluis : 6 offertes ingediend op 2 februari 2011 => laagste inschrijving valt ruim binnen raming. • (Veiligheidscoördinatie-uitvoering + controle in kader van 10-jarige aansprakelijkheidsverzekering : aanbesteed op 06 juni 2011) • NV Vlaamse Havens opgericht op 25 februari 2011 • Er is consensus tussen Vlaams Gewest en het Gemeentelijke Havenbedrijf Antwerpen over de ontwerp concessie – subsidie – en opstalovereenkomst. Ondertekening wordt voorzien voor begin augustus 2011. • ESR advies: ruling werd ingediend begin oktober. Voorlopig advies positief. • BTW ruling: prefiling reeds plaatsgevonden. Definitief advies wordt verwacht eind juni 2011. • Externe financiering: laatste fase van de onderhandelingsprocedure met private banken en met Europese Investeringsbank is lopende. De financial close wordt voorzien voor midden juli 2011. • Gunning van de opdracht voor de bouw van de tweede sluis in de Waaslandhaven dient te gebeuren door de NV Deurganckdoksluis. • De oprichting van de NV Deurganckdoksluis is in voorbereiding (draft statuten en aandeelhoudersovereenkomst). De oprichting is voorzien voor begin juli 2011, voorafgaand aan de financial close. • Gunning van de werken is voorzien voor eind juli 2011. • Planning start bouw sluis : september 2011
36
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
281
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • Strategisch Haveninfrastructuurproject Zeebrugge (SHIP): Inhoud rapportering: • Project in studiefase • Werken: 2014- 2023 • Grootste risico in beeld gebracht door externe consultant (Deloitte-Sertius-Grontmij): • Financiering van het project • Ontbrekende communicatiestructuur naar de verschillende belangengroepen • Keuze alternatief: een ‘beperkte open-getijzone’ met een sluis ter hoogte van de CarCokes-site • beslissing Vlaamse Regering van 3 april 2009 • Geraamde kostprijs, geactualiseerd na keuze van het alternatief: 572 miljoen euro • Risicoanalyse: RIS-man methode wordt toegepast. Momenteel worden de beheersmaatregelen binnen de 1e cyclus bepaald.
Evoluties in 2010 - 2011: • • • •
Start van de werken: 2014 Risicoanalyse: identificatie, analyse en beoordeling van de risico’s Project-MER (incl. tram- en wegtunnel): opmaken kennisgevingdossier. Integratie tunnelproject De Lijn-AWV binnen SHIP
37
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • N60: ring rond Ronse: •
Inhoud rapportering: • Project in studiefase • Werken: oktober 2013 – juni 2017 (vertragingen bij opmaak plan-MER) • Geraamde kostprijs: 81 miljoen euro, afhankelijk van het gekozen alternatief. • Project met alternatieve financiering • Bijkomend gedetecteerd knelpunt met mogelijks effect op de timing: eventueel nieuw op te stellen RUP afhankelijk van de resultaten van het plan-MER.
•
Evoluties in 2010-2011: • Risicoanalyse: eerste inventarisatie uitgevoerd
• Plan-MER verder afgewerkt (ontwerptekstbespreking 14 april 2011) • Werken: oktober 2013 – juni 2017 (bijkomende vertragingen bij opmaak plan-MER)
38
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
282
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011 • NZ-verbinding Limburg •
•
Inhoud rapportering: • Project in studiefase • Werken: 2014 – 2016 • Initieel geraamde kostprijs:
• Studiekosten: 6,6 miljoen euro + 5,1 miljoen euro ten laste van Via • Bouwkosten: 250 miljoen euro • Geactualiseerde raming bouwkosten: 384 miljoen euro • Belangrijkste residuaire risico’s: • timing en financiering van de onteigening • juridisch t.a.v. procedures GRUP • Projectteam VIA INVEST = AWV + PMV
39
5. Inhoud rapportering en evoluties in 2011
• NZ-verbinding Limburg •
Evoluties in 2010/2011: • 5 februari 2010: voorlopige vaststelling GRUP • 21 januari 2011: principiële vaststelling GRUP • mei 2011: landbouwgevoeligheidsanalyse i.s.m. VLM • 15 maart - 13 mei 2010: publieke kennisgeving project-MER • Richtlijnvergadering project-MER: 22 maart 2011, richtlijnen zijn in opmaak • november 2010: budgetraming onteigeningen 59 miljoen euro • voorjaar 2011: kredietraming en onteigeningsbesluit in opmaak • 17 december 2010: Vlaamse Regering keurt de onderhandelingen met 5 consortia goed. de 1ste offertefase is opgestart o.l.v. Via Invest en duurt tot eind 2011 • externe financiering: onderhandeling met EIB zijn lopende 40
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
283
BIJLAGE E: Bindende afspraken
V L A A M S P A R LEMENT
284
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
285 BINDENDE AFSPRAKEN in het kader van het
SYSTEEM VAN RISICOBEHEER VOOR INFRASTRUCTUURPRJECTEN VOOR HET BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN AFSPRAAK 1: Het systeem van risicobeheer Onder de term ‘systeem van risicobeheer’, zoals vermeld in artikel 3 van het decreet van 8 november 2002 houdende controle op grote infrastructuurprojecten, wordt, voor het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, het volgende verstaan: Een systeem van risicobeheer omvat de afspraken m.b.t. de manier waarop risicobeheer toegepast wordt bij infrastructuurprojecten. Deze afspraken, die bindend of richtinggevend zijn, kunnen betrekking hebben op de verschillende onderdelen van het risicobeheer, op de organisatie, op de gehanteerde begrippen, e.a.. Een deel van deze afspraken kan vertaald worden in een proces dat het toepassen van risicobeheer op infrastructuurprojecten beschrijft en tevens mijlpalen en procesindicatoren vastlegt. Het doorlopen van dit proces en het nakomen van de gemaakte afspraken garanderen dat het risicobeheer bij de verschillende infrastructuurprojecten uniform wordt toegepast. Hierdoor vergroot de vergelijkbaarheid en verhoogt de kwaliteit van de gegenereerde output. De bindende afspraken worden hier verder opgesomd. De richtinggevende afspraken worden opgenomen in richtlijnen. AFSPRAAK 2: De bindende afspraken m.b.t. de inhoudelijk aspecten van het risicobeheer §2.1: Aspecten waarop het risicomanagement zich toespitst Het risicobeheer wordt minimaal toegespitst op volgende aspecten: prijs, tijd, draagvlak en kwaliteit. §2.2: Actualisatie risicoanalyse De risicoanalyse wordt minimaal jaarlijks geactualiseerd. §2.3: Identificatie risico’s 1° In de risicotabel worden de risico’s ondergebracht in volgende categorieën: - juridisch / wettelijk; - organisatorisch; - technisch; - ruimtelijk; - financieel;
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 1 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
286 -
maatschappelijk / communicatief; bestuurlijk
2° Vanaf het begin van het risicobeheerproces worden al de risicocategorieën behandeld. D.w.z. dat bv voor projecten die zich in studiefase bevinden ook de technische risico’s worden opgesomd. 3° Vanaf het begin van het risicobeheerproces worden de risico’s van al de fasen van het project mee opgesomd. D.w.z. dat bv voor projecten die zich in studiefase bevinden ook de risico’s worden opgesomd die betrekking hebben op de uitvoeringsof exploitatiefase1. §2.4: Inschatting van de risico’s 1° Voor het benoemen van de grootte van de lans en van de grootte van het gevolg van een risico wordt gewerkt met schalen. 2° De schaal2 van de kans en van het gevolg op prijs, tijd, draagvlak en kwaliteit van een risico wordt bepaald volgens tabel 1 in bijlage. 3° De schaal van het totale gevolg3 van een risico bestaat uit de som van de schalen van het gevolg op prijs, tijd, draagvlak en kwaliteit van het risico: schaal totaal gevolg = schaal gevolg op prijs + schaal gevolg op tijd + schaal gevolg op draagvlak + schaal gevolg op kwaliteit 4° De grootte van het risico4 wordt bekomen door de schaal van de kans te vermenigvuldigen met de schaal van het totale gevolg: grootte risico = schaal kans * schaal totaal gevolg §2.5: Beheersmaatregelen 1° Voor de risico’s met een grootte vanaf 18 worden beheersmaatregelen in beeld gebracht. 2° Na de keuze van welke beheersmaatregelen uitgevoerd worden, wordt een actieprogramma opgemaakt en goedgekeurd. Dit actieprogramma bevat minimaal per beheersmaatregel wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de beheersmaatregel en wanneer de beheersmaatregel uitgevoerd wordt in de tijd. 3° Het ‘residuair risico’ is het risico dat overblijft indien er rekening wordt gehouden met de effecten van de, voor dit risico, besliste beheersmaatregelen5. Deze beheersmaatregelen kunnen al dan niet reeds uitgevoerd of in uitvoering zijn.
1
De risico’s van een latere fase van een project worden logischerwijze dikwijls minder groot ingeschat. Deze inschatting zal, t.g.v. het cyclisch proces van risicobeheer, veranderen naarmate het project vordert. 2 De waarde van deze schaal ligt tussen 0 en 5. 3 De waarde van deze schaal ligt tussen 0 en 20. 4 De grootte van het risico ligt tussen 0 en 100. 5 Indien de beheersmaatregelen goed gekozen zijn, is de grootte van het ‘residuair risico’ steeds lager dan de grootte van het ‘risico’ zelf. MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 2 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
287
§2.6: Rapportering aan het Vlaams Parlement voor grote infrastructuurprojecten: 1° Voor het aangeven van de grootte van de (residuaire) risico’s en van de schaal van de kans en van het totale gevolg van de risico’s worden in de rapportering aan het Vlaams Parlement de termen ‘klein’, ‘middelmatig’ en ‘groot’ gebruikt, in overeenstemming met de tabellen 2, 3 en 4 in bijlage. 2° Het ‘algemeen residuair risico’ is een maat voor het totale residuaire risico (of het totale risico, indien de beheersmaatregelen nog niet gekozen werden) van het project en omvat al de residuaire risico’s (of risico’s) die betrekking hebben op het project. 3° Het algemeen residuair risico wordt omschreven als ‘niet aanvaardbaar’ inden er residuaire risico’s (of risico’s, indien de beheersmaatregelen nog niet gekozen werden) zijn met een grootte groter of gelijk aan 18. Indien de grootte van al de residuaire risico’s (of risico’s, indien de beheersmaatregelen nog niet gekozen werden) kleiner is dan 18, dan wordt het algemeen residuair risico omschreven als ‘aanvaardbaar’. 4° Bij projecten met een aanvaardbaar residuair risico brengen de residuaire risico’s (of risico’s, indien de beheersmaatregelen nog niet gekozen werden) de doelstellingen van het project niet meer in het gedrang en wordt, op voorstel van de Beleidsraad van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, door de Vlaamse minister, bevoegd voor de openbare werken, aan het Vlaams Parlement voorgesteld om de jaarlijkse rapportering over het project te stoppen, in overeenstemming met artikel 5 §3 van het decreet van 8 november 2002 houdende controle op grote infrastructuurprojecten6. AFSPRAAK 3: De bindende afspraken m.b.t. de organisatorische aspecten van het risicobeheer §3.1: Projectorganisatie en risicobeheer Het risicobeheer wordt ingebed in de projectorganisatie7. De uitwerking van de structuur, het vastleggen van de verantwoordelijkheden en regelmatige rapportering zijn hierbij belangrijk. §3.2: Richtlijnen Er worden richtlijnen8, zoals vermeld in afspraak 1, opgemaakt waarin o.a. ervaringen, best practices en voorbeelden worden opgenomen.
6
Artikel 5 §3 van het decreet van 8 november 2002: ‘Bij elk voortgangsrapport geeft de Vlaamse Regering ook een inschatting van het residuaire risico. Indien het Vlaams Parlement er mee akkoord gaat dat dit residuair risico de doelstellingen van het groot infrastructuurproject niet meer in het gedrang brengt, stopt de periodieke rapportering voor het project.’ 7 Regeerakkoord 2009-2014, pg. 19: ‘Voor grote projecten wijzen we een projectgroep en een projectleider aan, met een duidelijk opdracht en een duidelijk mandaat om de doorgang van het project tot een goed einde te brengen. De projectgroep zal bestaan uit ambtenaren van de diverse betrokken entiteiten en staat onder leiding van de projectleider, die de Vlaamse Regering heeft aangewezen.’ 8 Deze richtlijnen bevorderen de uniformiteit van werken, wat wenselijk is t.g.v. de lange looptijd van infrastructuurprojecten en de discontinuïteit in de processen, waardoor personeelswissels, … niet uit te sluiten zijn.
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 3 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
288
§ 3.3: Forum Op periodieke basis wordt een forum ‘risicobeheer’ voor projectleiders georganiseerd voor de uitwisseling van ervaring m.b.t. het risicobeheer bij de verschillende infrastructuurprojecten. §3.4: Start van het risicobeheer 1° Het risicobeheer dient zo vroeg mogelijk in het totstandkomingsproces van het project aangevat te worden. 2° Aan het begin van het risicobeheerproces wordt een betrokkenheidsmatrix opgemaakt. Deze matrix geeft een duidelijk beeld van de betrokkenen bij het project en hun belang m.b.t. het project9. 3° Aan het begin van het risicobeheerproces wordt voor al de betrokkenen bij het risicobeheer een toelichting gegeven m.b.t. risicobeheer en het project zelf waarvoor het risicobeheer wordt opgestart. §3.5 Monitoring realisatie beheersmaatregelen Per project wordt een monitoringssysteem uitgewerkt om de realisatie van de beheersmaatregelen op te volgen. Dit gebeurt o.a. op basis van een monitoringstabel, waarin o.a. de status van de maatregelen wordt vermeld. Deze tabel wordt periodiek geactualiseerd. Over de resultaten van de monitoring wordt periodiek gerapporteerd binnen de risicomanagementstructuur en in de projectgroep (zie voetnoot 7). §3.6 Aanvaarding van de risico’s Binnen het juiste orgaan van de risicobeheerstructuur wordt een voorstel m.b.t. de beslissing over de aanvaarding van het geheel van de residuaire risico’s voorbereid. Dit voorstel wordt ter bevestiging voorgelegd aan de projectgroep (zie voetnoot 7). De effectieve beslissing m.b.t. de aanvaarding van het geheel van de residuaire risico’s gebeurt door de hiervoor bevoegde persoon of door het hiervoor bevoegde orgaan op basis van de vastgelegde delegatiebevoegdheid. AFSPRAAK 4: Toepassing systeem van risicobeheer De afspraken in dit document, m.n. de bindende afspraken in het kader van het systeem van risicobeheer voor infrastructuurprojecten voor het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, worden vanaf heden binnen het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken toegepast in het kader van het risicobeheer van grote infrastructuurprojecten, waarvan sprake in het decreet van 8 november 2002 houdende controle op grote infrastructuurprojecten. De niet bindende afspraken in het kader van het systeem van risicobeheer voor infrastructuurprojecten voor het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken 9
De betrokkenheidsmatrix geeft een overzicht van wie belang heeft bij het project, wie invloed heeft, wie mee werkt aan specifieke fasen van het project, e.a. MOW-afdeling Algemeen Beleid
V L A A M S P A R LEMENT
pagina 4 van 10
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
289
worden uitgewerkt in richtlijnen voor het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken.
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 5 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
290
BIJLAGE BIJ DE BINDENDE AFSPRAKEN in het kader van het SYSTEEM VAN RISICOBEHEER VOOR INFRASTRUCTUURPRJECTEN VOOR HET BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN TABEL 1: BEPALING VAN DE SCHAAL VAN DE KANS EN VAN HET GEVOLG VAN RISICO’S
Gevolg kwaliteit Geen gevolgen voor kwaliteit
Gevolg draagvlak Geen gevolgen voor draagvlak
< 2% van de totale tijd2
Geringe impact op kwaliteit eenvoudig te herstellen
Geringe impact op draagvlak – eenvoudig te herstellen
0,2 %– 0,4% van de totale kost
2% - 4% van de totale tijd
0,4 % - 2% van de totale kost
4% - 11% van de totale tijd
2% - 5% van totale kost
11% - 23% van de totale tijd
> 5% van totale kost
>23% van de totale tijd
Redelijke Redelijke impact op impact op kwaliteit - te draagvlak - te herstellen herstellen Aanzienlijke Aanzienlijke impact op impact op kwaliteit - niet draagvalk - niet volledig te volledig te herstellen herstellen Grote impact Grote impact op kwaliteit op draagvlak blijvende blijvende ernstige ernstige afwijking afwijking Catastrofe Catastrofe impact op impact op kwaliteit – draagvlak – noodzaak tot noodzaak tot stopzetten stopzetten project – niet project – niet meer mogelijk meer mogelijk om omgeving om omgeving te herstellen in te herstellen in oorspronkelijke oorspronkelijke staat staat
Schaal
Kans
Gevolg geld
Gevolg tijd
0
<1% (kan niet optreden) 1-5% (zeer onwaarschijnlijk komt nooit of zelden voor) 5-10% (onwaarschijnlijk)
Geen kosten
Geen effect op tijdspad
< 0,2% van de totale kost1
1
2
3
4
5
10-25% (niet onwaarschijnlijk kans bestaat, niet groot) 25-50% (waarschijnlijk – er bestaat een reële kans) >50% (zeer waarschijnlijk grote kans)
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 6 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
291
1.: De totale kost betreft de kosten vanaf het begin tot het einde van het project. Deze totale kost omvat dus zowel de kosten van de studiefase als van de vergunnings-, aanbestedings-, onteigenings- en uitvoeringsfase. Voor projecten met alternatieve financiering kan deze totale kost ook de kosten bevatten van de exploitatiefase onder de vorm van vraag- en beheervergoedingen. 2.: De totale tijd betreft de tijd nodig voor de realisatie van het project. D.w.z. dat de studietijd, de tijd nodig voor het verkrijgen van de vergunningen en de tijd nodig voor de aanbesteding niet in de totale tijd vervat zitten. De tijd nodig voor de onteigeningen en voor de werken maken wel deel uit van de totale tijd. Opmerking: de schaal van het totale gevolg wordt bekomen door de schaal van de gevolgen m.b.t. de prijs, de tijd, het draagvlak en de kwaliteit op te tellen.
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 7 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
292
BIJLAGE BIJ DE BINDENDE AFSPRAKEN in het kader van het SYSTEEM VAN RISICOBEHEER VOOR INFRASTRUCTUURPRJECTEN VOOR HET BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN TABEL 2: OMSCHRIJVING VAN DE GROOTTE VAN HET (RESIDUAIR) RISICO IN DE RAPPORTERING AAN DE VLAAMSE REGERING Grootte (residuair) risico = x
Omschrijving (residuair) risico
x<8
klein
8 x < 36
middelmatig
36 x
groot
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 8 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
293
BIJLAGE BIJ DE BINDENDE AFSPRAKEN in het kader van het SYSTEEM VAN RISICOBEHEER VOOR INFRASTRUCTUURPRJECTEN VOOR HET BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN TABEL 3: OMSCHRIJVING VAN DE SCHAAL VAN DE KANS IN DE RAPPORTERING AAN DE VLAAMSE REGERING Schaal ‘kans’ 0 1 2 3 4 5
Omschrijving ‘kans’ klein middelmatig groot
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 9 van 10
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1210 (2010-2011) – Nr. 1
294
BIJLAGE BIJ DE BINDENDE AFSPRAKEN in het kader van het SYSTEEM VAN RISICOBEHEER VOOR INFRASTRUCTUURPRJECTEN VOOR HET BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN TABEL 4: OMSCHRIJVING VAN DE SCHAAL VAN HET TOTALE GEVOLG IN DE RAPPORTERING AAN DE VLAAMSE REGERING
Schaal ‘totale gevolg’ 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Omschrijving ‘totale gevolg’
klein
middelmatig
groot
MOW-afdeling Algemeen Beleid
pagina 10 van 10
V L A A M S P A R LEMENT