Handleiding
1
Slim Koelen - Module
1.1
Wat is de koelmodule in het kort?
De koelmodule is een interactief instrument. Men voert een aantal gegevens in. Op basis van deze gegevens krijgt men een overzicht gepresenteerd van de koelconcepten die in die situatie toepasbaar zijn. Als men in dit overzicht een keuze maakt voor een bepaald koelconcept worden voor dat specifieke concept een aantal financieringsmogelijkheden (o.a. eigen beheer, lease, outsourcing) gepresenteerd.
1.2
Wat kun je met de koelmodule?
Met de koelmodule krijgt u een indruk hoe goed een bepaald koelconcept in uw situatie scoort. Er worden een aantal vragen gesteld over het gebouwtype, en over belangrijke maatregelen zoals zonwering. Op basis hiervan worden de in het programma aanwezige koelconcepten beoordeeld op een aantal criteria. Essentieel hierbij is de mogelijkheid om als gebruiker het belang aan te geven van de beoordelingscriteria. De beoordelingscriteria zijn onder andere de investerings- en energiekosten, het thermisch comfort en de effecten op het milieu. Als u bijvoorbeeld thermisch comfort in de vertrekken van doorslaggevend belang vindt, en de investeringskosten minder belangrijk, krijgt u een heel ander overzicht dan wanneer investeringskosten voor u van doorslaggevend belang zijn. Ook door hiermee te spelen krijgt u gevoel voor de samenhang tussen uw wensen en het bijpassende koelconcept. De resultaten zijn compact weergegeven en met één druk op de knop als geheel te printen, waardoor u het ook mee kunt nemen in een overleg.
1.3
Voor wie is de module bedoeld?
De koelmodule is ontstaan uit de wens van de facilitair managers en directievoerders renovatie in de zorg om een overzicht te krijgen in de mogelijkheden voor actieve koeling. Men wil daarbij niet alleen informatie over de toepasbaarheid, maar ook over de financieringsmogelijkheden.
1.4
Waarom is het belangrijk deze module te raadplegen?
De koelmodule ondersteunt u in het maken van goede keuzes in ambitieniveau en in oplossingsrichtingen. Het kan bijvoorbeeld heel goed zijn dat u graag een duurzame warmte-koude opslag met betonkernactivering wilt installeren, maar dat blijkt dat bij uw gebouwsituatie en uw prioriteitenstelling van belangen (belang investeringskosten, energiekosten, individuele regelbaarheid etc.) een koelmachine met vloerkoeling beter scoort.
1.5
Wat lost de koelmodule op?
In de koelmodule zitten schaalgrootte-afhankelijke kostenindicatoren voor opwekking, distributie en afgifte. Daarnaast bevat de module rekenresultaten voor thermisch comfort en energiegebruik van de verschillende koelconcepten in een aantal typen verpleeg- en verzorgingshuizen (nieuwbouw, zelfstandige wooneenheden, bestaande bouw). Met deze gegevens kunnen de verschillende koelconcepten objectief naast elkaar worden gezet. Ditzelfde geldt ook voor een aantal financieringsmogelijkheden die overzichtelijk en compact worden gepresenteerd. Hiermee voorkomt de koelmodule dat men door de bomen het bos niet meer ziet.
2
Algemene tips
De Slim Koelen – Module kan het beste worden doorlopen als “volledig scherm”:
2.1
Wat vult u in:
•
Alle gele velden
•
Er zijn drie typen invulvelden:
moeten worden ingevuld
1 2 3
1
Bij het eerste type kruist u een optie aan. Dit betekent altijd dat daarmee andere opties vervallen (deze worden wit).
2
Bij het tweede type kiest u of de keuze voor u wel of niet van toepassing is (ja/nee).
3
Bij het derde type moet u een getal invullen. Dit komt slechts bij één onderdeel voor!
2.2 •
Hoe vult u in:
Met de cursor
• Met de muis U klikt met uw muis op de betreffende gele cel, en krijgt een “drop-down” pijltje te zien. pijltje te klikken kunt u een kruisje kiezen of ja/nee
2.3
Uitleg bij een veld
Sommige velden hebben extra uitleg nodig. Dit kan op twee manieren 1
Een rood vlakje in de rechterbovenhoek van een cel
2
Een aanklikbare hyperlink
Door op dit
2.4
Foutieve invoer:
De Slim Koelen - Module draait in Excel. Daarom moet gewerkt worden binnen de mogelijkheden en beperkingen van Excel. U kunt op twee manieren een foutieve invoer herstellen: 1
Door middel van “ongedaan maken” van de foutieve invoer. Dit kan met
- of met het symbool in uw menubalk of via menu “bewerken”
2
Via het handmatig herstellen van de foute keuze. U moet hierbij dus eerst de oude keuze ongedaan maken:
Fout
•
Goed
U vergeet een veld in te vullen. Hiervoor is een beveiliging in gebouwd:
3
Handleiding per scherm
3.1
Scherm 1
Figuur 3.1
Scherm 1; Entree
Dit is de entree. Met behulp van de knoppen “Ga verder” en “Ga terug” kunt u door de schermen navigeren. Soms heten deze knoppen anders, zoals verderop zal blijken.
3.2
Scherm 2
In dit scherm krijgt u alvast een indruk wat de module u te bieden heeft.
Figuur 3.2
Scherm 2; Opbouw van de module
3.3
Scherm 3
figuur 3.3
Scherm 3
Vanwege de overzichtelijkheid is gekozen voor een gesplitste invoer. In scherm 3 vult u de gebouwtypes in en uw ambitie aan de hand van het belang van een aantal keuzefactoren. Zometeen in scherm 4 vult u data voor uw gebouwtypes in.
3.3.1 Ambitie Het belang van de keuze factoren bepaalt uw ambitie. Legt u de nadruk op investeringskosten of op jaarlijkse lasten? Of beide? En in hoeverre spelen zaken als individuele regelbaarheid en milieubelasting (broeikasgassen)? Er is vanuit gegaan dat het thermisch comfort altijd een doorslaggevende factor is: Koelconcepten die niet doen waarvoor ze zijn bedoeld (een goed thermisch comfort leveren) kunnen niet als beste uit de bus komen! De overige factoren die worden meegewogen kunt u een bepaald belang geven. Hiermee wordt uw ambitie bepaald.
Figuur 3.4
U kunt simpelweg uw ambitie vertalen in het belang van de aangegeven keuzefactoren
U kunt aangeven of een factor doorslaggevend is, belangrijk of minder belangrijk. Een doorslaggevende factor heeft hetzelfde belang als het thermisch comfort. De onderlinge verhouding tussen doorslaggevend, belangrijk, en minder belangrijk is 5:2:1 Nadat u de gevraagde gegevens heeft ingevoerd, worden alle mogelijke combinaties voor gebouwtype, opwekking, en afgifte, doorgerekend (tussen scherm 4 en 5 wordt dit gedaan). Hierbij worden voor elke variant de keuzefactoren beoordeeld en gewogen opgeteld gebaseerd op het door u aangegeven belang van elke keuzefactor.
3.3.2 Gebouwtypes Probeer altijd zoveel mogelijk van uw gebouwen waar u koeling toe wilt passen op één locatie, in de koelmodule in te passen. Door het schaalvoordeel kunnen andere opties dan u gedacht had beter scoren. In het onderstaande overzicht is een karakterisering gegeven van de vier gebouwtypes, om u een indruk te geven bij welk(e) gebouwtype(n) u uw gebouw het best in kunt delen tabel 3.1 Overzicht van de eigenschappen van de gebouwtypes Gebouwtype Kenmerk Nieuwbouw Eén groot gebouw Verpleeghui s/verzorging Bouwfysische eigenschappen stehuis conform huidig bouwbesluit
Nieuwbouw Zelfstandige wooneenhe den
Meerdere kleine gebouwen
Bestaande bouw Aanbrengen bij renovatie
Renovatie zodanig dat bewoners tijdelijk elders gehuisvest moeten
Bestaande bouw Inpassen zonder renovatie
Inpassing in huidige structuur
Bouwfysische eigenschappen conform huidig bouwbesluit
Jaren 90 schil
Jaren 90 schil
Koelconcepten Alle
Veel concepten, maar niet die concepten bedoeld voor grote opppervlakken, zoals -betonkernactivering (BKA), -koelplafond (KP)
Veel concepten, maar niet die concepten waarbij skelet moet aangepast, zoals betonkernactivering (BKA). Overigens zijn voor bestaande bouw ook inductieunits (IU) en koelplafonds (KP) buiten beschouwing gelaten.
Alleen concepten waarbij in gebouw geen hak-/breekwerk is vereist: Topkoeling, VRV, en evt mobiele koelunits
Als u meerdere gebouwen heeft die onder één gebouwtype vallen, mag u het vloeroppervlak optellen. Wanneer u een gebouw heeft dat gedeeltelijk uit nieuwbouw en gedeeltelijk uit oudbouw bestaat kunt u beide van toepassing zijnde gebouwtypes kiezen. In scherm 4 verdeelt u dan het vloeroppervlak van uw gebouw naar rato. Voor oudere gebouwen kunt u de KoelModule wel gebruiken, maar vooral het thermisch comfort in uw gebouw kan lager uitvallen dan de score.
3.4
figuur 3.5
Scherm 4
Scherm 4; invoer van gebouwgegevens. In dit voorbeeld zijn alle vier de gebouwtypes aanwezig
Data invoeren voor uw gebouwen spreekt eigenlijk voor zich. Nu u voor u zelf een indeling hebt gemaakt om uw gebouwen te categoriseren naar de vier gebruikte gebouwtypes kunt u gewoon het bijbehorende vloeroppervlak van elk gebouwtype invoeren. Vervolgens springen een aantal deelvragen open
3.4.1 Ventilatie Sommige afgiftesystemen voor koeling werken via de toevoerlucht van uw ventilatiesysteem. Deze afgiftesystemen zijn dus alleen mogelijk als u mechanische toevoer van ventilatielucht heeft. Als u in een gedeelte van uw gebouw toevoerventilatie heeft kunt u de module tweemaal doorlopen, waarbij u eerst voor het betreffende gebouwtype “ja” invult, en later “nee”. Het gebouw opdelen en apart invoeren kan ook. Uiteraard vormen beide een benadering, waarbij de eerste vaak iets beter is.
3.4.2 Zonwering Voor zonwering (Het gaat hierom zonwering op de zonbelaste gevels) wordt onderscheid gemaakt tussen • Buitenzonwering/zonwerende beglazing • Binnenzonwering • Geen zonwering Als u geen zonwerende beglazing heeft en u brengt geen zonwering aan op de zonbelaste gevels, bestaat er grote kans dat oververhitting optreedt!
3.4.3 Geplande installatie De laatste deelvraag heeft betrekking op uw geplande koelinstallatie. U kunt hier invullen: “nog niet bekend”. Wanneer u wel een geplande koelinstallatie invult, dan ziet u deze straks groen gearceerd terug bij de resultaten hoe goed uw geplande koelinstallatie scoort op de verschillende onderdelen. U ziet ook dat de verschillende systemen als hyperlink zijn weergegeven. Als u op een opwekkings- of afgiftesysteem klik krijgt u uitleg te zien over dit systeem.
3.4.4 Acties Met de button
wordt het rekengedeelte geactiveerd. Dit kan even duren.
3.5
Scherm 5
Figuur 3.6
Scherm 5; Overzicht keuzevarianten
Dit is het hart van de module.
3.5.1 Waarderingstabel U ziet een overzicht van de koelconcepten, gerangschikt op totaalscore, gebaseerd op uw situatie en ambitie. Van links naar rechts: • het gebouwtype, • vorm van opwekking, (groene arcering betekent uw eigen geplande installatie), • vorm van afgifte, (groene arcering betekent uw eigen gepland afgiftesysteem), • een aankruiskolom waarin u uw keuze kunt aangeven (voor uw keuze worden financieringsvormen doorgerekend, dit volgt in scherm 6), • een rood gekleurde kolom met de totaalwaardering van de variant (cijfer tussen 1-10), • kolommen met voor elke keuzefactor de score, • een kolom met indicatie van de terugverdientijd,
3.5.2 Acties Met de buttons Met de button ongeacht hun score.
en
kunt u door de resultaten heen “scrollen” kunt u de koelconcepten bovenaan zetten in het overzicht,
Met de button
gaat u terug naar invoergegevens. U kunt bijv. uw ambitie aanpassen.
Met de button
gaat u naar scherm 6. U moet wel eerst een keuze maken.
In de legenda onder de tabel vindt u hyperlinks die de afkortingen van de opwekkings- en afgiftesystemen uitleggen (zie Figuur 3.6 )
3.6
Scherm 6
Figuur 3.7
Scherm 6; Fnancieringsvormen
Financieren kan op talloze manieren. Het is soms niet raadzaam om alles in eigen hand te houden, maar soms ook wel. Maar hoe beoordeelt u dat? Dit scherm geeft daarvoor een aanzet. Het toont 5 vormen van financiering, die worden uitgelegd door er op te klikken, net als bij een linkt op internet, bijv. . In scherm 6 wordt voor elke financieringsvorm een drietal belangrijke criteria weergegeven (van boven naar beneden): 1 Verantwoordelijkheid (van wie is de installatie, wie doet de exploitatie) 2 Mate van risico’s (investeringsrisico, exploitatierisico, en organisatierisico) 3 Total cost of Ownership (ook wel bekend als levensduurkosten)
3.6.1 Verantwoordelijkheid Er zijn op hoofdlijnen twee belangrijke criteria voor verantwoordelijkheid te onderscheiden: 1 Economisch eigendom, van wie is de installatie? (meer uitleg vindt u in het veld zelf) 2 Exploitatie, wie is verantwoordelijk voor onderhoud en het functioneren van de installatie?
3.6.2 Mate van risico Hoewel het een globale aanduiding is, is toch geprobeerd een idee te geven hoeveel “sores” een installatie kan geven. Uiteraard moet u dit in de onderlinge verhouding tussen de verschillende financieringsvormen zien. Verantwoordelijkheid en mate van risico hangen sterk samen: Als u verantwoordelijk bent draagt u ook de risico’s (ook positief!) dat het anders is dan u verwacht/begroot had.
3.6.3 Total cost of ownership De financieringsvormen worden onderling vergeleken aan de hand van de hoogte van de total cost of ownership (levensduurkosten). Hierin zijn meegenomen rente en afschrijving, en de exploitatie over de levensduur. De total cost of ownership zijn geschaald. Het gaat om het onderling vergelijk. Als u op de termen klikt van de verschillende financieringsvormen krijgt u uitgebreide uitleg. Als in uw keuze een WKO voorkomt als opwekking moet ook rekening worden gehouden met de kosten voor warmte, omdat deze voor een WKO lager uitvallen. De kosten voor warmte zijn weergegeven voor de fractie van warmte die uit de bron kan worden onttrokken. Voor outsourcing wordt de warmtelevering bepaald op basis van NMDA (niet-meer-dan-anders) en moet dus de kosten voor warmte van een conventionele verwarmingsinstallatie in rekening worden gebracht. Noot: De weergegeven total cost of ownership zijn een indicatie. Ze kunnen in werkelijkheid anders uitvallen door andere “spelregels”, bijvoorbeeld geen NMDA bij outsourcing, maar tarieven gebaseerd op rendementseisen van de exploitant. Ook de rendementseisen kunnen van project tot project verschillen.
3.6.4 Acties Met de button kunt u terug naar het overzicht van de keuzevarianten. U kunt bijvoorbeeld een andere keuze maken Met de button kunt u met één druk op de knop de schermen 3-6 uitprinten naar een door u gekozen printer. De paginainstellingen zijn zodanig aangepast dat elk scherm op 1 A4 wordt geprint. Handig voor overleg!