Project Monitoring Wintervogels Zuid - Holland nieuwsbrief 2013/14 nr.5 Beste Tellers,
Nijmegen, 10-02-2014,
Hierbij een verslag van de ronduit indrukwekkende midwintertelling van afgelopen januari. Indrukwekkend niet zozeer vanwege arctische weersomstandigheden (integendeel!), maar wel vanwege de prima teldekking. Er zijn een aantal extra tellingen verricht, onder meer inde Vijfheerenlanden, Rotterdam en rond het toch goed getelde Nieuwkoop. Dank daarvoor! Helaas is er nog geen oplossing gevonden voor het wegvallen van de belangrijke Westplaat-telling (belangstellenden welkom!) en zijn van enkele vast getelde regio’s (bijv. Berkheide) nog geen resultaten binnen, maar dat komt vast goed. Al met al is er sprake van een indrukwekkende inspanning, waarvan hieronder bondig verslag wordt gedaan. Inmiddels zijn we alweer een maandje kwakkelweer verder en ziet het ernaar uit dat we het deze winter toch echt zonder serieuze koude-inval moeten stellen. Wat voor effect zou dat hebben op onze wintervogels? Hoe staat het met de ganzen, zijn er nog Wilde en Kleine Zwanen over, komen er al meer IJsvogels naar ons toe en gaan we op weg naar alweer een nieuw recordaantal Grote Zilverreigers? Op die vragen hopen we inde februaritelling van komend weekend een antwoord te vinden. U telt toch weer mee? Veel plezier en succes gewenst bij de februaritelling! Met vriendelijke groet, Jan-Willem Vergeer
Volgsoorten 2013/2014 Toendrarietgans
12.000
Slobeend
8.000
6.000
25.000
600
8.000
20.000
500
6.000
4.000
400
15.000
300
4.000 2.000
10.000
200
2.000
5.000
100 j
a
s
o
n
d
j
f
m a m
j
0
Stormmeeuw
30.000
700
10.000
0
Watersnip
800
j
a
s
o
n
d
j
f
m
a m
j
0
j
a
s
o
n
d
j
f
m
a
m
j
0
j
a
s
o
n
d
j
f
m a m
j
Schaarse en opvallende soorten januari 2014 De enige Roodkeelduikers werden gemeld langs de kust bij Noordwijk en bij Stellendam zat een Parelduiker. Dodaarzen werden in opvallend veel wateren gezien, maar veelal in kleine aantallen. Dat heeft ongetwijfeld van doen met het uitblijven van vorst. Kuifduikers lijken schaarser dan in de voorgaande winters. De enige 2 gemelde ex zaten op het Oostvoornse Meer. Ook Geoorde Futen leken relatief schaars: 53 ex nabij de Krammerse Slikken en slechts 1 op het Haringvliet. Aalscholvers werden veel gezien langs de rivieren en plaatselijk langs de kust (o.a. 150 ex Delflandse Hoofden), terwijl de enige Kuifaalscholver bij het Calandkanaal (Europoort) werd opgemerkt. Roerdompen werden alleen opgemerkt in de Zuidpolder van Delfgauw en de Wilgenplas Rotterdam (elk 1). Van de Kleine Zilver werd slechts een drietal ex gemeld van Goeree en de Grevelingen. Wat een verschil met de circa 770 gemelde Grote Zilvers! Dankzij extra midwinter-telwerk toont de kaart nog duidelijker dan in andere maanden de goede bezetting in de graslanden van het Groene Hart. Daarnaast neemt het aantal meldingen in de Delta duidelijk toe. Blauwe Reigers waren met een voorlopig totaal van 1175 ex nog wel talrijker. Het verschil zit hem vooral in stedelijk gebied en (nog een beetje) in de Delta binnendijks. Als de
huidige ontwikkeling nog even doorzet, zijn de rollen binnen twee jaar omgedraaid. We zijn zeer benieuwd of dat ook echt gaat gebeuren! Er werd een recordaantal van 75 Ooievaars geteld, vooral dankzij de goede midwinter-dekking. Dit maakt wel duidelijk dat er nog heel wat Hollandse Ooievaars niet genegen zijn om hun trekinstinct te volgen. De kaart toont de voorkeur voor graslandpolders en de regio’s Den Haag en Rotterdam. Zwarte Ibissen werden gemeld van de Starrevaart/Damhouderspolder (3), Grote Drooggemaakte Polder (3) en Polder Nieuwkoopmidden (2). Op de Kwade Hoek zaten 2 Lepelaars. Voor Flamingo’s moesten we naar de bekende locatie bij Battenoord in de Grevelingen: 29 Chilenen, 13 Europese en een Caribische.
Grote Zilverreiger, januari 2014
Blauwe Reiger, januari 2014
Er werden slechts 14 Zwarte Zwanen gezien. De soort lijkt momenteel eerder af dan toe te nemen. Van de 589 Kleine Zwanen (een gezien het zachte weer nog meevallend aantal) zat het leeuwendeel weer in de graslandpolders van het Groene Hart, waarbij het ontbreken in Midden-Delfland opvalt. De 49 getelde Wilde Zwanen waren verspreid over de provincie te vinden, o.m. met een groep van 27 op Flakkee.
Ooievaar, januari 2014
Kleine Zwaan, januari 2014
Een groot deel van de 3196 Toendrarietganzen was te vinden op Flakkee, met daarnaast concentraties in Polder ’s Lands Bekade Gorzen (Hoekse Waard, 105) en polder Zevenhoven-Midden (928). Kleine Rietganzen waren op een vijftal locaties te vinden, vooral in Midden-Delfland (347) en de Meijegraslanden
bij Nieuwkoop (60). Met een voorlopig totaal van 72.000 ex was de Kolgans beduidend talrijker, met een verspreidingsaccent op de grote graslandpolders. Grauwe Ganzen waren met circa 55.000 ex verre van schaars en kenden bovendien een bredere verspreiding. Van de Indische Gans werden 39 ex doorgegeven. Grote Canadese Ganzen komen nog niet in de buurt van de positie talrijkste gans in de provincie, maar een totaal iets boven de 7000 ex is indrukwekkend. Ondanks een zekere toename op de eilanden ligt het accent op het westelijk deel van het vasteland. Brandganzen waren een totaal van rond de 100.000 de talrijkste ganzensoort tijdens de midwintertelling. De kaart toont nog altijd een duidelijk accent op de Delta, maar laat tevens zien dat de soort –ook in zo’n milde winter- in delen van het vasteland verre van schaars is. Vrijwel alle Rotganzen waren nabij de Grevelingen te vinden; een enkeling was verkast naar het Haringvliet. De enige Roodhalsgans bevond zich in de Blokkenpolder Gouderak.
Kolgans, januari 2014
Brandgans, januari 2014
Casarca’s werden gezien bij de Krammerse Slikken en de Slingerkade Krimpenerwaard (elk 1 ex). Bergeenden werden opvallend veel gezien, met o.m. 828 ex op de Ventjagersplaten, 92 ex in de Sophiapolder en 131 ex in de APL-polder bij Strijen. Smienten waren wederom met afstand de talrijkste getelde watervogels van de provincie, met als uitschieters de 38.000 ex in de Broekvelden (Reeuwijkse Plassen) en 21.900 ex in de Groene Jonker. Met deze 2 erbij lag het gemiddeld aantal in de 226 telgebieden met Smienten op 700 ex, zonder de twee toppers komt dat gemiddelde op 436 ex. De kaart van de Krakeend toont de forse spreiding van de soort over de provincie, met een accent op de grote veenplassen, het Haringvliet en andere rivieren. Het totaal komt boven de 10.000 ex uit. Wintertalingen werden gezien in 120 telgebieden, waarvan er 36 meer dan 100 ex herbergden. Bijzonder geschikt waren ditmaal Slikken Stad aan 't Haringvliet - Den Bommel (2500), Tiengemeten Weelde (1400) en Noord: Sophiapolder (1300). Op 21 locaties werden Pijlstaarten gemeld, met een piek van 38 ex op de Ventjagersplaat-Noord. Hier doet het gemis aan de Westplaat-telling zich gevoelen! Twee Bahamapijlstaarten werden gemeld in de Veerpolder. Het milde hield heel wat Slobeenden binnen de provinciegrenzen: de soort werd gemeld in 63 gebieden, met zeer forse aantallen in Tiengemeten, Weelde (4306!), de Groene Jonker (928) en het Volgerland (130). En dan te bedenken dat bij sommige midwintertelling de 100 ex in heel Zuid-Holland maar net gehaald wordt… Krooneenden werden gezien in Meijendel (16) en bij Oud Alblas (2). Tafeleenden nemen al een tijdje af, maar werden toch nog in 66 telgebieden opgemerkt, met concentraties in de Dintelhaven (541) en de nieuwe plas in de Eendragtspolder Zevenhuizen (411). Kuifeenden waren in meer dan 200 telgebieden te vinden, waarbij het in 161 gebieden om minder dan 25 ex ging. Daar staan 32 gebieden met meer dan 100 ex tegenover, met een forse piek van enkele duizenden ex. op het Hollands Diep. Op de Nieuwe Maas nabij de Beneluxtunnel zwom een Witoogeend. Er werden slechts enkele Eiders en geen Zee-eenden gemeld. Dat indiceert dat deze soorten langs de Noordzeekust van het vasteland niet bepaald talrijk zijn. De Buffelkopeend van de Gaatkensplas zat wel op zijn plaats. Aantallen van meer dan 100 Brilduikers werden alleen gemeld van het Krammer-Volkerak en Hollands Diep, op tientallen locaties elders waren kleinere aantallen te vinden. In 18 telgebieden waren kleine aantallen Nonnetjes te vinden, o.a. 4 Tiengemeten-Weelde en Kagerplassen-Kever. Middelste Zaagbekken waren buiten Grevelingen en
Haringvliet met een lantaarntje te zoeken en Grote Zaagbekken waren vooral te vinden rond de Biesbosch, de Hellegatsplaten, plaatselijk op het Haringvliet en in Meijendel. Daarbuiten werden op meer dan 20 locaties 1-3 ex gemeld.
Krakeend, januari 2014
Slobeend, januari 2014
Bij het Lepelaarsgat (Biesbosch) vlogen 2 Zeearenden rond en Bruine Kiekendieven waren vooral te vinden op Tiengemeten (4) en Goeree (6). Voor Blauwe Kieken is het een slap seizoen, getuige het totaal van 9 ex. De enige Ruigpootbuizerd dook op in de Oranjebuitenpolder oost. Enkele Smellekens scheerden rond in de Oranjebuitenpolder oost, de Groote Polder bij Zoetermeer, de Hoekse Waard en op Flakkee. Er werden minstens 35 Slechtvalken gemeld, vooral in de Delta, maar ook in de grote polders op het vasteland.
Waterhoen, januari 2014
Meerkoet, januari 2014
Veel vogelaars letten tijdens hun watervogelronde op Patrijzen. Desondanks werden er slechts 5(!) gezien, alle op Flakkee. De 20 Waterrallen zaten o.m. bij het Oostvoornse Meer (6) en in Meijendel (6). Het zachte weer zorgde voor op landelijke schaal voor opvallende aantallen Waterhoentjes, een soort die al jaren gestaag afneemt. Op de kaart zijn de verschillen in verspreiding met de Meerkoet goed zichtbaar. Ook in open polderland zonder grote wateren en in stedelijk gebied zijn meer Meerkoeten dan hoentjes te vinden en dat is wel eens anders geweest.
Scholeksters waren langs de kust en in gering aantal landinwaarts te vinden. Enkele Kluten zaten op de Slikken van Flakkee (3), de Kwade Hoek (3) en in Midden-Delfland (1) en bij het Oostvoornse Meer zaten 25 Bontbekplevieren. Het aantal Goudplevieren bleef onder de 600 steken, met 310 ex in de Grevelingen (Markenje & Battenoord), 90 in Polder Biert en 78 in de Zwanenburgerpolder. De Slikken van Flakkee waren tevens goed voor 295 Zilverplevieren. Er werden circa 20.000 Kieviten geteld. Dat is een som die bij een zachte winter past. De kaart toont de spreiding over grote delen van de provincie. Tevens is te zien dat het vaak om flinke tot zeer forse groepen ging, met als piek Polder De Nesse (3500), Polder Hoek-west (3030) en Slikken Stad aan 't Haringvliet - Den Bommel (2500). Opvallend is ook het ontbreken van de soort in Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.
Kievit, januari 2014
Wulp, januari 2014
De enige Kanoet werd gemeld aan de Duindamseslag (Noordzeekust), terwijl alle 529 gemelde Drieteenstrandlopers op het strand rondrenden. Aardig wat Paarse Strandlopers zaten bij Hoek van Holland (25) en Haven Scheveningen (20). Met de Kemphaan daarentegen was het bedroevend gesteld: alleen in de Sophiapolder en in het Oudeland van Strijen werd een enkel ex gezien. Bokjes waren te vinden in Meijendel (1), Bergse Achterplas (2) en Polder Wijngaarden/Sliedrecht (2). Er werden 106 Watersnippen gemeld, waarbij de aantallen in De Huibert (Vijfheerenlanden, 12), Polder Wijngaarden/Sliedrecht (11) en Akkerdijkse Plassen (8) eruit sprongen. Bij Aarlanderveen zaten 2 (IJslandse?) Grutto’s, en een groep van 382 Rosse Grutto’s vertoefde op de Slikken van Flakkee. De verspreiding van de Wulp vertoont parallellen met de Kievit, maar de aantallen zijn wat geringer. De Groene Jonker springt er met 870 ex uit. Het totaal aantal Tureluurs lag maar net boven de 100 en van de Zwarte Ruiter werd enkel een ex bij het Valkenburgse Meer gemeld. Van de 8 Witgatten zaten er liefst 6 in Meijendel en de enige Oeverloper hing rond langs de Nieuwe Waterweg. Naast forse aantallen Kok- en Stormmeeuwen werden o.m. 28 Kleine Mantelmeeuwen, 3 Pontische- en 2 Geelpootmeeuwen gezien. Een Kleine Burgemeester zat aan de monding van de Oude Rijn. Drieteenmeeuwen werden gezien langs het strand bij ter Heijde (10) en Haven Scheveningen (2). De 10 gemelde IJsvogels zaten alle in het westelijk deel van de provincie, o.a. Boterpolder (2), Zestienhovensepark Rotterdam (1) en Breede Water & Quackjeswater (elk 1). Het zachte weer was er ongetwijfeld debet aan dat er liefst 25 Witte Kwikstaarten werden gemeld, waaronder 5 in de Sophiapolder 13(!) in de Groeneveldse Polder (slaapplaats?). Nabij de Biesbosch werden 3 Roodborsttapuiten gemeld en bij de Dam van Engeland (Biesbosch) werd een Cetti’s Zanger gehoord. Zwartkoppen werden alleen gemeld in Meijendel (2) en Solleveld (1). Wellicht zijn de vogels die hier proberen te overwinteren door de pittige omstandigheden inde afgelopen winters gereduceerd. Ook de 11 gemelde Tjiftjaffen (dat zijn er in zachte winters ook wel meer geweest) wijzen daarop. Baardmannen werden alleen opgemerkt bij het Oostvoornse Meer (2) en de Boezem van de Overwaard (2). In 15 gebieden werden in totaal 189 Roeken gemeld, met o.m. 41 ex tussen Giessenburg en Goudriaan.
Teldata: De maandelijkse tellingen in de periode februari - april 2014 zijn gepland op de volgende data: 15 februari 2014 15 maart 2014 12 april 2014
Slaapplaatstellingen seizoen 2013/2014: Grote Zilverreiger, Aalscholver: Scholekster, Kemphaan, Grutto:
22 februari 15 maart, 5 april
Zie voor alle teldata ook de Sovon-website: http://www.sovon.nl/nl/content/agenda-teldata Contactpersoon SOVON
[email protected] [email protected]
(coördinatie wintervogeltellingen Zuid-Holland): 024 - 74 10 437 (coördinatie slaapplaatsen Zuid-Holland): 024- 74 10 410
Telformulieren s.v.p. versturen naar: Sovon Vogelonderzoek Nederland, Antwoordnummer 98189, 6500 VA Nijmegen