12067.A januari 2013
Larservaart Lelystad
Beplantingsplan
landschapsontwerp & techniek
Inhoudsopgave
1.
INLEIDING
5
2. 2.1 2.2 2.3
VOORLIGGENDE PLANVORMING Ecologische Hoofdstructuur Larservaart en omgeving Overige planvorming
7 9 9
3.
UITGANGSPUNTEN
11
4 4.1 4.2
UITWERKING PLAN Inrichtingsplan 13 Beplanting 15
BIJLAGEN
Bijlage 1 Bijlage 2
Bostypen Plantsoenlijst
16 17
Maris Landschapsontwerp & techniek
Lelystad
Natuurpark Lelystad
RT VAA SER LAR
NATUURPARK LELYSTAD
Snelweg A6
02
N3
LARSERVAARTPLAS
plas Larservaartstrook
PLANGEBIED
Airport Lelystad
AIRPORT LELYSTAD
Larserbos
LARSERBOS
N 302 landschapsontwerp & techniek
1. Inleiding
Het Larservaartbos ligt langs de Larservaart, tussen Lelystad en het Harderbos. Het betreft een ruim 164 ha groot bosgebied dat onderdeel is van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het bos is tussen 1967 en 1975 aangelegd en is momenteel in beheer bij Het Flevo-landschap. Het gebied wordt grotendeels omgeven door grootschalig, open akkerbouw-gebied. Aan de westzijde wordt het begrensd door de drukke Larserweg (N302). Aan de noordkant sluit het gebied aan op het Natuurpark Lelystad en halverwege tussen Lelystad en het Harderbos ligt het Larserbos. Langs een groot deel van de Larservaart en de Larsertocht zijn natuurvriendelijke oevers aangelegd. Rond het jaar 2000 is ter hoogte van Airport Lelystad de Larservaartplas uitgegraven, die volgens de laatste plannen ook natuurlijk ingericht zal worden. Daarnaast worden onder de viaducten over de Larservaart/Larsertocht passeermogelijkheden gecreëerd voor soorten met een voorkeur voor natte en droge omstandigheden. Het plangebied dat in dit rapport beschreven wordt, is de noordoever van de Larservaart tussen het Larserbos en het Natuurpark. Deze strook vormt een onderdeel van het Larservaartbos en de EHS. Het vormt een belangrijke schakel voor dieren die zich over land verplaatsen tussen de twee natuurgebieden Natuurpark Lelystad en Larserbos. Provincie Flevoland en het Flevo-landschap hebben daarom het initiatief genomen om langs de noordkant van de vaart de ecologische kwaliteit en diversiteit van de oever en de aanliggende strook land te versterken.
Larservaart
In dit rapport wordt uiteengezet vanuit welke achtergrond het plan is ontstaan en welke uitgangspunten gehanteerd zijn. Het plan wordt uitgelegd door middel van een plankaart en een beplantingsvoorstel.
5
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
Kaarten uit het rapport ‘Wezenlijke kenmerken en waarden EHS gemeente Lelystad’ landschapsontwerp & techniek
6
2.VOORLIGGENDE PLANVORMING 2.1 Ecologische Hoofdstructuur De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is bedoeld om de achteruitgang van de natuur in Nederland een halt toe te roepen (Natuurbeleidsplan 1990). De EHS is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft boven andere belangen. Het netwerk van natuurgebieden moet voorkomen dat dieren en planten geïsoleerd raken en daardoor uitsterven. De EHS in Flevoland bestaat uit bestaande natuur, nieuwe natuur, landgoederen en ecologische verbindingen. Deze structuur is vastgelegd in het Omgevingsplan Flevoland (2006). Op de kaart op pag. 6 is de EHS binnen de gemeente Lelystad weergegeven. Het Larservaartbos, het Larserbos en Het Natuurpark van Flevo-landschap staan hierop duidelijk aangegeven. De kwaliteit van deze gebieden wordt aangegeven in het rapport ‘Wezenlijke kenmerken en waarden EHS gemeente Lelystad’ (hierna afgekort als ‘EHS gemeente Lelystad’, 2011). Het rapport dient als kader voor toekomstige ontwikkelingen in deze gebieden. In het volgende hoofdstuk ‘Uitgangspunten’ zijn randvoorwaarden en doelsoorten uit dit rapport opgenomen. In de EHS staat het Larservaartbos aangemerkt als Ecologische verbindingszone en Waardevol gebied. Door de aanwezigheid van zowel natte als droge componenten, vormt het Larservaartbos een geschikte verbinding voor een groot aantal diersoorten. Het gebied is van belang als essentiële ecologische verbinding tussen de natuurgebieden rond Lelystad (Natuurpark Lelystad, Gelderse Hout, Overijsselse Hout) en die langs de oostrand van de Flevopolders (Harderbos,Veluwemeer).
7
Ecologische Hoofdstructuur Nederland
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
Inrichtingsplan Larservaartplas en omgeving door MARIS Dit is een schetsontwerp van het eindbeeld, waarin de plas is volgestort met zand en dus niet meer aangegeven wordt. Inrichtingsplan natuurvriendelijke oevers Larservaart door Waterschap Zuiderzeeland
landschapsontwerp & techniek
8
2.2 Larservaart en omgeving De Larservaart en haar oevers vormt samen met het Larservaartbos een verbinding tussen het Larserbos en Natuurpark Lelystad voor zowel droge- als natte natuur. In het verleden zijn verschillende plannen opgesteld om de ecologische structuur van het gebied te verbeteren. In 1999 heeft landschapsarchitect Kees Hund in navolging op de ideëen van W. Baayense een plan opgesteld, dat deels doorgevoerd is in het plangebied. In dit plan werden o.a. natuurvriendelijke oevers voorgesteld en verschillende poelen. Een aantal punten uit dit ontwerp zijn later opgepakt en verder uitgewerkt in het Larservaartproject, waarvan de uitvoering in 2009 rond was. Voor de Larservaartplas ter hoogte van het vliegveld heeft bureau MARIS in 2010 een plan opgesteld waarin voorstellen voor ecologische ontwikkeling zijn gedaan.
2.3 Overige planvorming
Informatiebord Flevo-landschap
Airport Lelystad: Het vliegveld ligt ten westen van het plangebied en de landingsbanen zijn zo gesitueerd, dat de aanvliegroute van vliegtuigen de Larservaartstrook passeert. Eisen vanuit de Luchtvaartwet hebben tot de overeenkomst geleidt dat een brede strook onder de aanvliegroute zo ingericht zou worden, dat deze minder aantrekkelijk is als verblijfsgebied voor grote vogels. Dit heeft geleid tot een meer open inrichting met water, lage beplanting en enkele vakken struikvormers. Natuurcompensatie: In het Omgevingsplan Flevoland is vastgelegd welke stappen gevolgd dienen te worden, wanneer een deel van de EHS in de provincie plaats moet maken voor andere ontwikkelingen. Binnen de provincie dient gezocht te worden naar een mogelijkheid tot compensatie van het om te vormen stuk natuur, waarbij zoveel mogelijk gezocht wordt naar gelijkwaardigheid van kwaliteit. De uitbreiding van de ecologische verbindingszone Larservaartbos, zoals beschreven in het voorliggende rapport, kan fungeren als compensatiemogelijkheid voor huidige ontwikkelingen in de provincie. 9
Larservaartplas
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
Natuurbeheertypen Larservaartbos N04.02 Zoete plas Dit betreft de Larservaart en de Larsertocht, de Beverplas nabij Vliegveld Lelystad en een plas ter hoogte van het Larserbos. In de Beverplas en langs de Larservaart bevinden zich bewoonde beverburchten. Boven het water worden regelmatig foeragerende Watervleermuizen en Meervleermuizen waargenomen. Onder bijna alle bruggen over de Larservaart broeden Huiszwaluwen, net als onder veel bruggen van andere vaarten in Flevoland. N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland N12.02 Kruiden- en faunarijk grasland Dit beheertype betreft een gebied aan de noordoostzijde van de Larservaart ter hoogte van Vliegveld Lelystad en twee stroken aan weerszijden van de Larsertocht, ten zuiden van de Wildwallen. In combinatie met de aanwezige bosstroken en het omliggende agrarische gebied, vormt dit in potentie een geschikt leefgebied voor de Das. N14.03 Haagbeuken- en essenbos Tussen de Larserweg en de Larservaart/Larsertocht ligt een langgerekte strook bos, die op enkele plekken wordt onderbroken door open plekken. De variatie bos en open ruimte, en de goed ontwikkelde struiklaag bieden geschikt leefgebied voor een aantal bosvogelsoorten. Hier broeden struweelvogels als Matkop, Kneu en Spotvogel. In dit gebied zijn Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Laatvlieger en Rosse vleermuis waargenomen(Limpens et al. 2005). Deze soorten foerageren deels boven de Larservaart en deels langs de bosranden. N00.01 Nog om te vormen naar natuur Dit betreft twee gebieden, te weten een gebied ten noorden van de Meerkoetenweg en een gebied rond de Beverplas.
Kaart en tekst uit het rapport ‘EHS gemeente Lelystad’ landschapsontwerp & techniek
10
3. UITGANGSPUNTEN Belangrijkste uitgangspunt voor het plan is het versterken van de ecologische verbinding tussen het Larserbos en Natuurpark Lelystad. Uit het rapport ‘EHS gemeente Lelystad’: “..Met name aan de noordoostzijde van de Larservaart liggen er mogelijkheden om de verbinding te versterken. Deze zijde van de vaart ondervindt veel minder verstoring dan de westzijde die nabij de N302 is gelegen. Om deze verbinding te realiseren moet een aantal afwateringstochten gepasseerd kunnen worden, bijv. door de aanleg van dammen en aanpassingen bij de Zeebiesweg en Rietweg (faunatunnels). Soorten als Bever, Ringslang,Vroege glazenmaker, Glassnijder en potentieel Das, Otter en Rugstreeppad kunnen hiervan profiteren. “ Aanvullend wil het Flevo-landschap de variatie in open en dichte stroken langs de oever versterken, door middel van het aanplanten van vakken met besdragende heesters en boomvormers. Een open gedeelte in de beplanting is gewenst ter hoogte van de Larservaartplas. In het ontwerp van de plas en haar omgeving (zie paragraaf 2.2) is uitgegaan van een doorzicht vanaf de N302 over de plas naar het agrarische gebied aan de overzijde van de Larservaart. Langs de N302 is dit een van de weinige punten waar een lange zichtlijn over de polder ontstaat. Ter hoogte van Airport Lelystad is het gewenst geen besdragende soorten toe te passen, in verband met de aantrekkingskracht hiervan op vogels.
Das
Watervleermuis
Matkop
In het rapport ‘EHS gemeente Lelystad’ is een lijst met doelsoorten opgenomen: Broedvogels: Spotvogel, Kneu, Matkop, Buizerd, IJsvogel, Oeverzwaluw, Huiszwaluw, Boomklever Zoogdieren: Bever, Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis, Watervleermuis, Meervleermuis, Das (pot.), Otter (pot.), Wezel, Hermelijn, Bunzing Reptielen: Ringslang (pot.) Amfibieën: Rugstreeppad (pot.) Vissen: Kleine modderkruiper, Paling Libellen: Vroege glazenmaker, Glassnijder Planten: Rode ogentroost 11
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
Aanbrengen struikvormige beplanting, ca. 27.800 m2 Aanbrengen struikvormige beplanting met besdragers, ca. 12.100 m2
landschapsontwerp & techniek
12
4. uitwerking plan 4.1 Inrichtingsplan
De uitgangspunten die in het vorige hoofdstuk genoemd worden, zijn verwerkt in een inrichtingsplan. Dit heeft geresulteerd in het toevoegen van verschillende beplantingsvakken, die de ecologische waarde van de oever versterken. De ligging van de vakken is mede bepaald tijdens een terreinbezoek, met uitzondering van de beplanting bij de Larservaartstrook. Deze volgt uit het rapport van MARIS uit februari 2011. De beplanting bestaat uit twee groepen. Langs het overgrote deel van de oever worden vakken met besdragende soorten voorgesteld, ter versterking van de ecologische kwaliteit. Ter hoogte van het vliegveld worden soorten toegepast die minder aantrekkelijk voor vogels zijn, waardoor voorkomen wordt dat er onveilige situaties ontstaan voor het vliegverkeer. In beide typen beplanting worden geen boomvormers voorgesteld. De zichtlijn over de plas naar het achterland blijft gehandhaafd. 13
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
landschapsontwerp & techniek
14
4.2 Beplantingsplan De Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV) is de vegetatie die zich in een bepaald gebied zou ontwikkelen zonder menselijke invloeden en onder de huidige klimaatsomstandigheden. Bij de ontwikkeling zijn de huidige klimatologische, abiotische (bodem, lucht en waterhuishouding) en historische situatie van belang. Bij de soortenkeuze is rekening gehouden met de Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV). Bij het inrichten van de Larservaartstrook worden soorten toegepast die binnen de te verwachten bosgemeenschappen vallen zodat de potentiële natuur eerder tot ontwikkeling kan komen. Vanuit de abiotische factoren van Zuidelijk Flevoland zijn de hiernaast omschreven Bostypen relevant. Kijkend naar het gebied van de Larservaart kiezen we voor een combinatie van Bostype 3 en 4 (zie bijlage 1). Gezien het reeds aantal aanwezige bomen en de aantrekkelijkheid van lage aansluitende beplanting voor passerende fauna, zullen we enkel struikvormers in dit plan toepassen. In de bijlage 2 worden de struiksoorten en de verdeling genoemd horende bij deze bostypen. Verder hebben we rekening te houden met de aanvliegroute van Lelystad Airport. Daarmee maken we onderscheid in het toepassen van plantvakken met besdragende soorten en plantvakken die minder aantrekkelijk zijn voor vogels. Voor de plantafstand stellen wij voor 1.50 x 2.00 m te nemen. Per hectare worden dan circa 3.500 stuks toegepast. Voor afmeting van het plantsoen adviseren wij niet te groot plantmateriaal toe te passen. Kleiner plantmateriaal zal eerder ‘aanslaan’ dan groter plantsoen. Daarom adviseren we een lengtemaat van 80-100 cm. Belangrijker is de kwaliteit van het plantsoen. Wij adviseren 3-jarig plantsoen toe te passen die eenmaal verplant is. Deze kwaliteit wordt aangegeven met (2+1).
Bostype 1; Elsenrijk Essen-Iepenbos Dit bostype komt voor op kleigebieden met hoge grondwaterstanden. Bostype 2; Abelen-Iepenbos Komt voor op overgangen van zand- naar kleibodems, op rivierduinen en waar zwavelgronden te licht en doorlatend worden. Kleidek minder dan 70 cm Bostype 3; Droog Essen-Iepenbos Komt voor op kleigronden die niet onder directe invloed van het grondwater staan. De grens ligt bij voorjaarsgrondwaterpeil van maximaal 40 cm-mv. Grondwatertrap V-VII Bostype 4; Haagbeuken- en Essenbos Komt voor op basenrijke klei- en leemgronden en/of gronden waar periodiek aanrijking plaatsvindt door periodiek hoge grondwaterstanden buiten de invloed van overstroming van beek en rivier. Het komt voor op matig nat tot matig droge, vrij voedselrijke kleiige tot zandige bodems, waaronder overstromingsdelen van beken. Het bostype kan gevonden worden in het rivierengebied op oeverwallen en hoge uiterwaarden, lokaal op lemige zandgronden in het oosten, op kleibodems zoals in de Flevopolders maar ook in de kustgebieden, en lemige/kleiige kalkhellingen in Zuid-Limburg.
15
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
landschapsontwerp & techniek
16
BIJLAGEN
17
Maris Maris Landschapsontwerp Landschapsontwerp && techniek techniek
COLOFON Bronvermelding: - rapport ‘Natuurbeleidsplan’ (Ministerie van LNV, 1990) - rapport ‘Omgevingsplan Flevoland’ (Arcadis, 2006) - rapport ‘Wezenlijke kenmerken en waarden EHS gemeente Lelystad’ (Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, 2011) - rapport ‘Inrichting Plas Larservaartstrook Lelystad (MARIS, 2011) - website www.zuiderzeeland.nl
Project: Projectnummer: Datum uitgave: Versie: Opdrachtgever: Bureau: Auteur: Projectleider:
Beplantingsplan Larservaart Lelystad 12067.A januari 2013 02 Provincie Flevoland Postbus 55 8200 AB Lelystad MARIS vormgevers van stad & landschap Gildenveld 18 3892 DE Zeewolde T 036-5220971 F 036-5220972 E
[email protected] I www.bureau-maris.nl Ing. W. (Wide) van der Kooij Ing. H. (Hans) Damman