herfst break schotland
11 dagen op cursus in Zuid-Afrika
‘Moeder, ik word ranger!’
40 www.reizen.nl december 2006
www.reizen.nl december 2006
41
rangercursus zuid-afrika
Rangertip 87:
‘Wegrennen voor leeuwen? Niet doen. Blijf staan, schreeuw, zwaai met je handen in de lucht, dan maak je een kans. Houd daarnaast altijd je geweer schietklaar.’ Clive Walker: de beroemdste ranger van de Waterberg
‘Ik wist nog geen gnoe van een buffel te onderscheiden. Als ik het woord Game Reserve hoorde, dacht ik aan de Nintendo van mijn zoontjes. Hoogste tijd voor een ranger-cursus in Zuid-Afrika.’ Tekst: Harri Theirlynck Fotografie: Willem Laros en Harri Theirlynck
ZIMBABWE BOTSWANA Kololo Limpopo Game Reserve Pretoria
© CARTOGRAPHICS, H’kerk
NAMIBIË
Johannesburg
KAAPSTAD
ZUID-AFRIKA
42 www.reizen.nl december 2006
REIZEN / GEREED 04-Zaf-REI-0612-Zuid-Afrika OPMERKING:GEEN
Is
het spoor van deze olifant vers? Met welk type kogel stop ik een dol geworden buffel? De leeuw mag de koning heten, de ranger is de keizer van de savanne. Hij is spoorzoeker, leraar, jachtopziener, psycholoog, natuurbeheerder, kok en geoloog tegelijk. Wie zou er geen ranger willen zijn? (‘JIJ?! Ranger!?, zei mijn moeder.) In Wildpark Kololo, in noordelijk Zuid-Afrika, kun je binnen elf dagen tot ‘reserve’ ranger worden klaargestoomd. Kololo (Tswana voor ‘klipspringer’) is het wildpark van de Nederlanders Ton en Yvonne Jansen, die zich tot doel hebben gesteld zo veel mogelijk wild terug te brengen in hun gebied. Daar komt nogal wat bij kijken. Tegenslag komt voor: ‘Oef, een van onze giraffes is vannacht opgegeten door een luipaard.’ Kololo, provincie Limpopo, ligt in het gebied van de Waterberg, dat is uitgeroepen tot werelderfgoed en wel ‘het best bewaarde geheim van Zuid-Afrika’ wordt genoemd. Een kind kan de was doen. Je vliegt naar Johannesburg, dus van tijdverschil of jetlag heb je geen last. Drie uur met de auto en dan zit je met je benen omhoog in de lodge van Ton Jansen, met een biertje en een olifant
(met wat geluk) voor je neus. Malariapillen of mobiel vergeten? Geen probleem. Kololo ligt in malariavrij gebied en in het kamp is geen ontvangst. Een echte ranger draagt geen mobiel.
Dag 1: De Kennismaking
Altijd eng. Op het terras van de lodge ontmoet ik de mensen waarmee ik de komende elf dagen spoorzoek, jaag, wandel, schiet, zing, vecht en bewonder. Een Maastrichtse wetenschapper van 57 jaar die kan praten met een pijp in z’n mond, een student van 21, een geschikt ogend stelletje uit Valkenswaard, een 50-plus fotograaf uit Roosendaal (fotografen?! altijd eigenwijs!, schiet door me heen) en een Duitse dame met leren hoed in safari-outfit, strak uit de doos. Per open Landrover schommelen we naar onze slaaptenten, een paar kilometer verderop. Binnen een kwartier zien we impala, gnoe en jakhals.
Dag 2: ‘Ja, wij gaan ranger worden!’
Het programma schrijft voor: 06.00 uur op, wandelen. Ik weet niet of u Zuid-Afrika in juli bij nacht kent. Dan is het koud en stikdonker. Ik kruip als een mol naar de petroleumlamp, sleep me rillend onder de buitendouche, trek hemd aan, shirt, trui en tenslotte ski-jack. Bij
het kampvuur wacht Richard Oosthuizen, zeg maar onze hoofdranger, met een ketel kokend water voor de koffie. De rijp staat op de velden. Ik zie m’n adem. ‘Het is best wel koud’, zeg ik. Richard: ‘Koud? Ha, moet je in Transvaal komen, daar is het ’s nachts 20 graden onder nul.’ In korte broek leidt Richard ons donker Afrika in. Hij schijnt met de zaklantaarn op wat uitwerpselen: ‘Hyenadrollen. Twee uur oud.’ Richard Oosthuizen komt uit Natal, bij de Drakensbergen. Opgegroeid op een farm tussen de Zoeloes; hij praat Engels in het tempo van een jagende cheeta. De woorden dansen om mijn koude oren en de helft ontgaat me. Richard: ‘Er zijn 725 soorten vogels en 2000 planten op de Waterberg. We gaan ze allemaal leren kennen.’ Rond half acht ontvouwt zich het wonder. De zon komt op, het riet van de velden wordt van goud, met de temperatuur stijgt ons humeur, we rukken de kleding laag na laag van ons lijf, en tegen half negen staan we te dansen van enthousiasme in de warme Afrikaanse zon. Ja, wij gaan ranger worden! In de lapa, de afgeschutte ruimte rond het kampvuur, vallen we als uitgehongerde roofdieren aan op de eieren Ω www.reizen.nl december 2006
43
Foto: Corbis
rangercursus zuid-afrika
44 www.reizen.nl december 2006
www.reizen.nl december 2006
45
rangercursus zuid-afrika
Rangertip 13:
‘De salami van het wrattenzwijn is werkelijk uitstekend, heel goed vlees.’
Rangertip 113:
‘Boze rinoceros? Klim in een boom! (Voor gevorderde rangers: sla ‘m keihard met een emmer op z’n hoofd.)
met spek. We krijgen een forse collegemap met het programma. Een hut met rieten dak is onze leszaal. Binnen snort de beamer – op generatorstroom – en doceert Richard. Richard start met ‘birding for dummies’. ‘Let op zes punten. Kijk hoe groot de vogel is, let op type snavel, z’n klauwen, kleurpatronen, en vooral waar het beestje zit en wat-ie doet.’ Ik noteer: ‘Als de vogel in het water drijft, moet dat je aan het denken zetten.’ Op het scherm komen de gevederde vrienden van hier langs. De African Hoopoe (hop), de secretarisvogel, de Grey Lourie, met z’n grijze kuif, de Tocus leucomelas (neushoornvogel), de ‘smakelijke parelhoender’ en het ijsvogeltje, maar een ander dan wij kennen: de Woodland Kingfisher, de bosveldvisvanger. Hebben we die vanochtend niet gezien? Richard: ‘No way, die komt hier alleen in de zomer.’
Dag 3: ‘Beetje de bink uithangen in uniform’
Vreemde ervaring. We zitten midden in de savanne in een kouwe tent naar een powerpointpresentatie te kijken. Buiten dampt en danst de Afrikaanse aarde, in de verte klinkt geblaat, geloei en leeuwengebrul.
46 www.reizen.nl december 2006
Mijn ordinaire drijfveren voor het beroep van ranger – beetje vuurtje stoken, elke dag vakantie, de bink uithangen in uniform, voet op geschoten leeuw en snel de darling van Amerikaanse 40-plus toeristen – verdampen als sneeuw in de Afrikaanse zon. Het is hard werken. Richard Watley, het geologiekanon van de Waterberg, staat in ons rieten vergaderzaaltje klaar met laptop, kaarten, stapels boeken en stenen, en begint stoïcijns bij de vijf grondslagen van de geologische wetenschap: leeftijd, concept van tektonische platen, typen rots, processen en bodemstructuur. Watley, eigenaar van een naburige lodge en begenadigd docent, laat ons alle hoeken van de tent zien. De leeftijd van de Waterberg (1,9 miljard jaar), de sedimentaire opbouw, de rode rivierbedden (‘free oxygen in the atmosphere’) en de zure, weinig voedzame grond hier… alles komt aan bod. We mogen ons soms vijf minuten als reptielen bij het kampvuur opwarmen, maar daarna gaat weer de geologische zweep erover. ’s Middags na de lunch (gnoe) blijkt hoe slim Richard Watley zijn college heeft opgebouwd. Het collegedictaat zien we ‘live’ op de grasvelden van Kololo: de rode rotsen bij de rivier, de achter elkaar geplaatste sedimenten ‘in zuid-west oriëntatie’ en de textuur van het sour field
waarop we staan. Tussendoor ‘leest’ Richard de uitwerpselen die we onderweg tegenkomen met het gemak waarmee Mozart een partituur las. ‘Wait! Can you smell urine? Hier kwam net een hyena langs.’ ‘Kijk, een zebrahoef, afdruk van een halve dag geleden.’ ‘Drolletjes. Een jakhals, gisteren, in noordwestelijke richting.’ ‘Hier, de sporen van een konijn, twee weken geleden, met een wortel in z’n bek’, zegt de fotograaf tegen de wetenschapper. Want de groep wordt een groep en maakt volop grapjes. En dan spreekt Richard Watley, staande op een heuvel middenin Kololo de magische zin: ‘De geologie bepaalt de flora en fauna.’ Alles grijpt in elkaar.
Dag 4: ‘Nooit reed ik op een mountainbike tussen de wildebeesten’ Ik heb met Landrovers over de Tanzaniaanse savanne gereden. Ik ben in Kenia lopend op wildjacht geweest. Maar nooit eerder reed ik op de mountainbike tussen zebra’s, gnoes, giraffen, kudu’s en wildebeesten.
Ω www.reizen.nl december 2006
47
rangercursus zuid-afrika
Rangertip 44:
‘Zet de waterketel niet op de vlammen maar boven de gloeiende kooltjes, de ketel wordt anders pikzwart.’
Rangertip 201:
‘Hout voor het vuur? Gebruik hout van de eucalyptus. Die groeit snel en zuipt 600 liter kostbaar water per dag.’
De 3000 hectare van Kololo kent geen Big Five (die zitten verderop achter het hek van Welgelegen), zodat je niet van je fiets wordt gesleurd. De kunst is: rustig erheen fietsen, met de fiets aan de hand verder lopen, tot het moment dat de kudde ‘blouwildebeesten’ en ‘rooibokken’ bevriest, hun gegnuif en gegrom als een pingpongballetje door de kudde gaat en ze massaal een stapje terug doen, een magische ervaring. .
Dag 5: ‘Mijn stokpaardje: betrek de gemeenschap erbij’
De beroemdste ranger van de Waterberg is Clive Walker. Lang geleden begonnen als trophee hunter: ‘Ik dacht dat het mijn status als man vergrootte.’ Na een paar jaar zag Walker het licht, ging natuurexpedities in zuidelijk Afrika leiden en werd uiteindelijk een icoon in de strijd om behoud van de Waterbergse natuur. In de tuin van het Rhino Museum staat een stijlvolle, oude man met Hemingwaybaard naar de vetplanten te turen, alsof hij door onze afspraak wordt overvallen. Walker (70) was vroeger ongetwijfeld een stoere ranger, getuige de foto’s aan de wand van het oude schooltje. Lopend door zijn Rhino Museum sombert hij over de menselijke natuur: ‘Zuid-Afrika heeft een traditie van
48 www.reizen.nl december 2006
uitroeiing. De rhino was bijna uitgestorven in Zuid-Afrika, er waren er nog maar zo’n honderd over.’ Walker vertoont beelden van de Rhino War (1980 tot 1993), die vooral in Kenia en Tanzania heerste: stropers tegen de overheid, stropers tegen elkaar. Gruwelijke dia’s van tot in de kop afgezaagde hoorns. Walker: ‘100 dollar per kilo inkoop van de hoorn, uiteindelijk bracht die in China 5800 tot 10.000 per kilo op.’ Alles werd geprobeerd. Rangers zaagden zelf de hoorn af, tot enkele centimeters boven de kop. Het haalde niets uit. De stropers haalden de rest eraf en een deel van de kop. Walker: ‘Those terrible Chinese people, die denken dat neushoornpoeder de koorts kan verlagen.’ Want Clive Walker wil graag afrekenen met de mythe dat neushoornpoeder vooral verhandeld wordt als afrodisiacum. Uiteindelijk werd mede dankzij Walker het aantal neushoorns in Zuid-Afrika weer opgekrikt tot elfduizend. Het stokpaardje van Clive Walker: ‘Betrek de community erbij. Zodra de Afrikaanse mensen zien dat natuurbehoud werk en geld oplevert, vergroot dat de betrokkenheid.’ Achter het museum staat in een kraal een jonge rhino. Vrouw Koneta Walker gaat met haar kleine neushoorn
om alsof het een schoothondje is. Het dier is drieënhalf jaar geleden gevonden bij de moeder, verwond door de vader. Achter het hek lief en aaibaar als een Pekineesje. Buiten de omheining van een verpletterende gevaarlijkheid, zoals Koneta bijna mocht ondervinden.
Dag 6:‘Wat kost zo’n olifant nou?’
Gisterenmiddag, tijdens een minisafari op Born Wild, zagen we een staaltje leeuwenmoed van Jan Lemmens, ranger aldaar. We stuitten op drie neushoorns: vrouwtje, kalf en een kolossaal mannetje. Wij schoven angstig naar achteren in de open auto, Jan sprong met een emmer voer naar buiten. De jaloerse bull stormde op hem af, waarop Jan de neushoorn hard met de emmer op zijn kop sloeg: ‘Rustig jij!’ Ik vroeg na afloop benauwd aan onze Richard Oosthuizen: ‘Moeten wij dat nou ook leren op de cursus?’ Richard: ‘He’s fucking mad.’ Jan Lemmens toonde zich een vrolijke ranger met zin voor luim en scherts: ‘Weten jullie rangers hoe die boom daar in de verte heet?’ Geen idee. ‘Dat is een far tree. En die hier dichtbij is een near tree.’ Dezelfde Jan Lemmens – voor de groep al snel ‘Ome Jan’
– geeft ons vandaag schietles. ‘It’s rifleday!’ We gaan eerst kogels kopen bij In Africa Arms & Ammo in stadje Vaalwater, een winkel vol met souvenirs, opzette beesten en geweren. Het personeel draagt legerkleding. Onze munitie kost een euro per kogel: kaliber 0.223,50 grain, 3250 feet/second, geschikt voor impala’s, ongeschikt voor buffels. Buiten stuit ik op twee Amerikaanse trofeeschutters. ‘Wat kost dat nou?’ vraag ik. ‘30.000 dollar voor het doden van één olifant, ‘just for the kick’. De schietles is op de schietbaan achter Vaalwater. ‘WHYYYY… are we hunting?’ vraagt Jan Lemmens ons. Wij keurige wetenschappers, journalisten, verpleegkundigen en makelaars hebben geen idee. We zitten nog in het stadium ‘Schieten? Zielig!’ Antwoord Jan Lemmens: ‘Voor verdediging, voedsel en sport.’ ‘En wildbeheer natuurlijk’, zegt hij er snel achteraan. Les 1: ‘Shoot like a gentleman, dood in één keer!’ De snelheden en kracht van verschillende kalibers worden behandeld. Met onderdrukt gegrom van plezier haalt ome Jan herinneringen op, terwijl hij met de aanwijsstok op een buffelfoto de beste delen aanwijst. Ω www.reizen.nl december 2006
49
Navigatieregel plaatsen RANGERCURSUS ZUID-AFRIKA
Rangertip 38:
‘Wegrennen voor een boze olifant? Het dier weegt 6000 kilo en loopt 40 km per uur. Je bent kansloos. Ren een helling op, dat kunnen ze niet goed.’ ‘This is really a bad guy. If you miss this chap, báááád problem. Go for the heart shot!’, zegt Jan triomfantelijk. We zitten in een aflevering van Jiskefet. Dan mogen wij schieten met het telescoopgeweer. Doel op 50 m, ieder vijf kogels 0.233. Vinger aan de trekker. Hartslag stabiliseren. Adem in en uit. Vuur! We worden bloedfanatiek. De beste schutter, een simpele journalist uit Oegstgeest, schiet vijf keer in de roos en zou wel de rest van z’n leven aan wildbeheer willen doen.
Dag 7-11: ‘Ik ga anders lopen’
Stukje bij beetje word ik ranger. Sta op. Controleer mijn schoenen op schorpioenen. Smijt ’s ochtends eieren in
een pan ter grootte van een wagenwiel. Herken vogels, kudu’s en grassoorten alsof ik door zwarten ben gezoogd. Betrap me er ook op anders te lopen: de zelfbewuste ranger-gang. De komende dagen wachten ons nog de colleges zoogdieren en slangen, en de cursus First Aid (wat te doen bij een slangenbeet?). En natuurlijk de Big Five in park Welgevonden, aan de andere kant van het hek. Daar zien we de lang verbeide leeuwen en olifanten, terwijl de waarschuwing van Clive Walker door mijn hoofd gonst: ‘Aanvallende olifant? Ren een heuvel op. Dat kunnen ze niet goed met hun 6000 kilo.’ De elf dagen vliegen om. Thuis boven mijn bureau hangt nu het diploma ‘Kololo Game Reserve Ranger’. ∑
Kololo Praktisch Rangercursus De Rangercursus op het Kololo Game Reserve duurt 11 dagen. Voertaal: Engels. Data in 2007: 17-28 februari; 28 april-9 mei 2007; 30 juni-11 juli 2007 (meer data volgen). Kosten: € 895 p.p. Inbegrepen: cursus met materiaal, accommodatie, maaltijden, excursies, vervoer Johannesburg-Kololo. Niet inbegrepen: drankjes en vliegticket.Verblijf in redelijk luxe safaritenten (2 pers.). Prima bed met matras, dekbed en dekens (nodig in de Zuid-Afrikaanse winter). Kastjes voor je spullen, warme douche, echt toilet en wastafel. Dagelijks wordt de tent
50 www.reizen.nl december 2006
schoongemaakt. Er is acculicht maar neem wel je zaklantaarn mee. Informatie: www.kololo.nl of bel Pim Jansen, tel. 0182-546527, mail
[email protected]
Malariavrij De Waterberg biosfeer, waar Kololo ligt, is al meer dan 100 jaar malariavrij. Vraag uiteraard advies aan uw huisarts of GGD.
Niet vergeten Onder meer: verloopstekker (voor opladen fototoestel en mobiele telefoon: er is bij de Kololo-lodge een plekje van 2 m2 met ontvangst), hoedje (Afrikaanse zon brandt!), veel lagen kleding (met lange mouwen), afritsbroek,
Bij 2 m2 Graag een klein 2 achter de m
kleine verrekijker.
Fotosafari Fotograaf Willem Laros verzorgt in 2007 twee keer een fotosafariworkshop in het Kololo Gamereserve. Data: 22-30 mei en 1-9 okt. Kosten: € 1600 (volpension, incl. vliegticket). Zie www. willemlaros.com
Mening van de auteur Ik maakte de eerste rangercursus op Kololo mee, dus er waren enige logische kinderziektes. Belangrijkste gold: sommige dagen volgepropt met theorie. Dat is inmiddels bijgesteld. Algemeen: afwisselend programma, vooral door enkele uitstekende
experts. Accommodatie dik in orde. Ik vond de cursus een mooie combinatie van leren, vakantie, Afrikabeleving en groepsdynamiek. De aard van de cursus selecteert de deelnemers: meestal betrokken, rustige Nederlanders met warm hart voor de natuur.
www.reizen
nl
Op www.reizen.nl staan meer cursusfoto’s en filmpjes met mini-interviews met Clive Walker en geoloog Richard Watley. U ziet ook een overzicht van de lapa (ruimte rond kampvuur) en het tentenkamp, en een stukje neushoornvoeren met Koneta Walker.