D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Opdracht 1
Deze opdracht doe je in een groepje van vier. Nodig: papier, lijm. 1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed. 2. Zoek nu een klasgenoot met een ander plaatje. 3. Zoek samen nog twee klasgenoten met een ander plaatje. Jullie zijn nu een groepje van vier, met ieder een ander plaatje. 4. De plaatjes zijn vier puzzelstukjes. Maak samen de puzzel. 5. Liggen alle stukjes goed? Plak ze dan op. 6. Wat zie je nu? ............................................................................ 7. Wat valt jullie op aan de manier waarop Overijssel geschreven is? ............................................................................
Opdracht 2
Deze opdracht doe je met je groepje van opdracht 1. Nodig: de puzzel die jullie bij opdracht 1 gemaakt hebben. 1. Zoek Olst en Wijhe op. Omcirkel de plaatsen met een groen potlood. 2. Zoek de IJssel op. Kleur de IJssel blauw. 3. Op de kaart zie je wat voor welk gebied belangrijk is. Deventer bijvoorbeeld, is bekend om de koek. Welke twee dieren zijn belangrijk voor Olst en Wijhe? Omcirkel ze met paars. 4. In de gemeente Olst-Wijhe vind je twee soorten grond. Klei en zand. Kijk op de kaart. Streep het foute antwoord door: De boeren op de kleigrond hielden vooral koeien / varkens. De boeren op de zandgrond hielden vooral koeien / varkens. 5. Om welke producten stond Olst – Wijhe nog meer bekend? Kijk op de kaart en streep de foute antwoorden door. stenen / klederdracht / fruit / koek / textielfabrieken / tarwe
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Opdracht 3 Landbouw was belangrijk in Olst-Wijhe. Daarom werd er in 1930 en in 1939 een grote landbouwtentoonstelling gehouden. De tentoonstelling werd Olanto genoemd. Dat betekende: Olst Landbouw Tentoonstelling. Om te zorgen dat er veel mensen naar Olanto kwamen, werd er veel reclame gemaakt. 1. Bekijk de reclameposter van de landbouwtentoonstelling. In welk jaar werd de tentoonstelling gehouden? ............................................................................ 2. Wat voor soort tentoonstelling was Olanto volgens de poster? Onderstreep dat op de poster. 3. Welke dieren kon je op de tentoonstelling bekijken? Kijk op de poster en foto 2. ............................................................................ ............................................................................ 4. Zijn de boeren op foto 2 zandboeren of kleiboeren? ............................................................................ 5. Wat voor soorten fruit horen volgens de poster bij Olst en omgeving? ............................................................................ 6. Welke soorten groenten horen volgens de poster bij Olst en omgeving? ............................................................................ 7. Bekijk foto 3. Wat zou een Kermesse geweest zijn, denk je? ............................................................................ 8. Bekijk foto 3. Wat werd er nog meer georganiseerd op de tentoonstelling? ............................................................................ 9. Stel, jij leeft in 1939. Met je klas heb je een bezoek gebracht aan Olanto. Als verrassing stuur je je ouders een kaart. Wat zou je er op zetten? Schrijf je tekst op de ansichtkaart.
historischcentrumoverijssel
E
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Fotoblad bij opdracht 3
foto 1
foto 2
foto 3
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Opdracht 4 Je gaat met de klas naar het Infocentrum. Daar leer je meer over het boerenleven op de kleien zandgronden.
Opdracht A – in het Infocentrum Deze opdracht doe je met z’n tweeën. Nodig: zand, klei, 2 glazen potjes, 2 koffiefilters, 2 trechters, water, horloge om de tijd bij te houden. In de gemeente Olst-Wijhe vind je zandgrond en kleigrond. Wat is het verschil tussen beide grondsoorten? Dat ga je in deze opdracht onderzoeken. Je doet het zo: 1. Zet de trechters op de potjes. Doe de koffiefilters in de trechters. 2. Schep in de ene koffiefilter zand. Schep in de andere koffiefilter klei. 3. Pak je horloge erbij. 4. Giet water op het zand en op de klei. 5. Kijk op je horloge hoe lang het duurt voordat het water door het zand / de klei is heen gezakt. Het duurt ………… minuten voordat het water door het zand is gezakt. Het duurt ………… minuten voordat het water door de klei is gezakt. 6. Lees de zinnen hier onder en streep de foute antwoorden door. Als er een regenbui valt, blijft het regenwater op de kleigrond lang / kort in de grond zitten. Dit is goed / slecht voor de gewassen op de akker. Als er een regenbui valt, blijft het regenwater op de zandgrond lang / kort in de grond zitten. Dit is goed / slecht voor de gewassen op de akker. De boer op de zandgrond / kleigrond moet zijn akkers daardoor vaker besproeien en bemesten dan de boer op de zandgrond / kleigrond. De gewassen van de boer op de zandgrond / kleigrond groeien veel beter. Deze boer heeft dus een veel grotere / kleinere opbrengst.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Opdracht B – in het Infocentrum Deze opdracht doe je met z’n tweeën. Je krijgt een foto van een voorwerp dat vroeger op de boerderij gebruikt werd. Dit voorwerp kun je in het Infocentrum vinden. Weet jij wat voor voorwerp het is? Misschien herken je het direct, misschien ook niet. Daarom ga je de voorwerpen eerst goed onderzoeken. Daarvoor gebruik je een kijkkaart. Vul de kijkkaart in. Als je klaar bent, haal je een nieuwe foto bij je juf of meester en ga je een volgend voorwerp onderzoeken. Kijk wat je in kunt vullen; de rest blijft open Vragen Hoe groot is het voorwerp ongeveer? (Pak hiervoor de centimeter)
Vul in of omcirkel het goede antwoord Antwoorden .......... cm
Van welke materialen is het gemaakt? Welke kleur of kleuren zie je? Zie je letters, tekens, of tekeningen?
Ja
Nee
Ja
Nee
Met de hand
Met machines
Zo ja, welke letters, tekens of tekeningen zie je? Is het voorwerp beschadigd? Zo ja, wat is er beschadigd? Hoe zal het komen dat juist dit beschadigd is? Is het met de hand gemaakt of met machines? Wat is het voorwerp volgens jou? Waarvoor werd het voorwerp gebruikt?
historischcentrumoverijssel
E
Wie zal het gebruikt hebben? Hoe vaak werd het gebruikt, denk je? Zou je het nu nog kunnen gebruiken? Waar zou het voorwerp gestaan kunnen hebben?
Elke dag
Paar keer in de week
1 keer in de week
1 keer in de maand
1 keer in de jaar
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Opdracht C – in het Infocentrum Jullie groep wordt in tweeën gedeeld. Ieder groepje krijgt een puzzel. Maak de puzzels. 1. Leg de puzzels naast elkaar. 2. Schrijf twee verschillen op tussen de boerderijen. ............................................................................ ............................................................................ 3. Schrijf twee overeenkomsten (wat is hetzelfde) op. ............................................................................ ............................................................................ 4. Hieronder zie je weer een stukje van de oude kaart van Overijssel. Zet een kruis op de plek waar boerderij 1 gestaan zou kunnen hebben. 5. Doe hetzelfde voor boerderij 2.
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL
D
E
S
T
R
E
E
K
C
E
N
T
R
A
A
L
gemeente
Olst-Wijhe
Op de boerderij Opdracht 5 Je juf of meester vertelt je of je deze opdracht met de hele klas doet of in een groepje. Je gaat het spel ‘Wie ben ik?’ spelen. Dat gaat zo: 1. Je krijgt een plakbriefje op je voorhoofd geplakt. Daarop staat een woord dat met het boerenleven te maken heeft. Bijvoorbeeld: een koe. 2. Jij probeert te raden wie je bent. Dat doe je door je klasgenoten vragen te stellen. Let op: je mag alleen vragen stellen die met JA of NEE beantwoord kunnen worden. 3. Bijvoorbeeld: • Ben ik een mens? • Nee • Ben ik een dier? • Ja • Heb ik vier poten? • Ja • Heb ik een krulstaart? • Nee • Ben ik gevlekt? • Ja • Ben ik een koe? • Ja
historischcentrumoverijssel
WWW.DESTREEKCENTRAAL.NL