1
| Inleiding
3
1.1 1.2 1.3
| Algemeen | Aanleiding herziening | Afbakening onderhoudsplan
3 3 3
2
| Functies Zuid-Veluwse beken
5
2.1 2.2 2.3 2.4
| | | |
5 6 7 8
3
| Algemene richtlijnen beheer en onderhoud
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
| | | | | |
4
| Monitoring
13
5
| Kosten
15
5.1 5.2
| Groot onderhoud | Periodiek onderhoud
15 15
6
| Uitwerking onderhoud per traject
17
6.1 6.2 6.3
| Renkumse beken | Heelsumse beken | Oosterbeekse beken
17 35 47
HEN/SED-wateren KRW/inrichtingsbeelden Cultuurhistorische functie Recreatieve functie
Algemeen Gedragscode Flora en Faunawet Vormen en uitvoerders van het onderhoud Onderhoudsinstructies Onderhoudstijdstip Verwijdering invasieve exoten
9 9 9 10 10 11 12
Bijlage A | Onderhoudskaarten
1
1
| Inleiding
1.1 | Algemeen Het zuidoosten van het waterschapsgebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van twee stuwwallen met daartussen en aan de flanken smeltwatervlaktes met beken, sprengen en bronnen. Deze sprengenbeken zijn in vroeger tijden gegraven om de watermolens van water te voorzien en als parkbeek. Nu hebben ze vooral een afvoer-, natuur-, en recreatiefunctie. Een deel van de beken ligt aan de oostkant van het gebied op de zuidflank van de stuwwal van Arnhem. De stelsels van de Renkumse- en Heelsumse beken liggen ingebed in erosiedalen in de grote smeltwatervlakte van Wolfheze (sandr) op het raakvlak met de stuwwallen. Het stroomgebied van alle beken en sprengen ligt grotendeels in de gemeente Renkum. De bovenloop van de Molenbeek bij Renkum ligt binnen de gemeente Ede. Tot 31 december 1996 was het waterkwantiteitsbeheer van deze beken de verantwoording van de gemeente Renkum. Per 1 januari 1997 is het beheer van de beken overgedragen aan het waterschap. Dit onderhoudsplan beschrijft het periodiek onderhoud voor de Zuid-Veluwse beken aan de hand van de drie beeksystemen; Renkumse beken, Heelsumse beken en Oosterbeekse beken. De volgende partijen hebben hun inbreng gehad bij het opstellen van dit plan en voeren delen van het onderhoud uit: 1. Gemeente Renkum, 2. Stichting tot Behoud Veluwse Sprengen en Beken, 3. Stichting Het Geldersch Landschap, 4. Staatsbosbeheer, 5. Natuurmonumenten, 6. Oranje Nassau Oord, 7. IVN Zuid-west Veluwezoom, 8. Landgoed Quadenoord, 9. Afdelingen Planvorming, Realisatie en Beheer Watersystemen binnen het waterschap.
1.2 | Aanleiding herziening Na de overdracht aan het waterschap is er een beheer- en onderhoudsplan(BOP) opgesteld met daarin herstel- en beheersmaatregelen. Binnen het herstelproject zijn er diverse maatregelen uitgevoerd om de beken zo goed mogelijk ecologisch en cultuurhistorisch te herstellen. In 2008 is dit project vrijwel afgerond, alleen dient het baggeren van de vijvers van de Oosterbeekse beken nog te worden uitgevoerd. Ten tijde van het opstellen van dit plan is het nog niet duidelijk wanneer dit plaats zal vinden. Door deze wijzigingen was het opgestelde onderhoudsplan uit 2002 achterhaald. Tevens is in 2002 de Flora en Faunawet van kracht geworden, die het waterschap vraagt zijn beheer en onderhoud aan te passen, aan de in het gebied voorkomende planten- en diersoorten (algemene zorgplicht) en de aanwezige soorten (tabel 1, 2 en 3-soorten) die specifiek door deze wet beschermd worden. Om dit goed te kunnen doen, is in 2007 door het waterschap en ministerie van LNV een Gedragscode voor dit waterschapsgebied vastgesteld. Het herstelproject en de Flora en Faunawet vormen gezamenlijk de aanleiding tot het herzien van het onderhoudsplan uit 2002.
1.3 | Afbakening onderhoudsplan In het onderhoudsplan wordt ingegaan op het uit te voeren onderhoud door het waterschap, maar ook de werkzaamheden die door andere partijen worden uitgevoerd. Het waterschap heeft de belangrijkste taak in het beheren en onderhouden van de beken en dit is als volgt afgebakend: 1. Beek en beekwallen en/of aanliggende grond tussen de nieuwe rasters, 2. Aangebrachte beschoeiing, 3. Een deel van de kunstwerken zoals duikers en bruggen en een deel van de op de beekwallen staande beplanting voor zover zij van invloed zijn op de ecologische of cultuurhistorische waarde van de beken, het een en ander in overleg/samenwerking met de eigenaren. Per beektraject wordt aangegeven welke taken er door het waterschap en de betrokken partijen worden uitgevoerd.
2
3
2
| Functies Zuid-Veluwse beken
2.1 | HEN/SED-wateren De HEN/SED-functietoekenning (Provinciaal Waterhuishoudingplan Gelderland), zoals weergegeven in het onderhoudsplan opgesteld in 2002, is nog steeds van toepassing op de Zuid-Veluwse beken en geïntegreerd in de nieuwe beleidslijnen van het waterschap. Deze functietoekenning is bedoeld om de ecologische waarde van deze beken te waarborgen. Er wordt onderscheid in HEN-wateren en SED-wateren. HEN-wateren zijn wateren met het hoogste ecologische niveau en SED-wateren zijn wateren met een Specifieke Ecologische doelstelling. HEN-wateren benaderen het meest de natuurlijke situatie en/of hebben nu een hoge ecologische waarde. Deze waarden dienen beschermd te worden en negatieve beïnvloeding moet worden tegengegaan. De cultuur historische waarden van deze beken kunnen hiermee strijdig zijn, wat per beek moet worden afgewogen. Deze afweging is bij de deeluitwerking per beekstelsel terug te vinden. Alle beken hebben de functie HEN-water toegekend gekregen met uitzondering van de Zuiderbeek, Slijpbeek en Molenbeek. De Zuiderbeek en Slijpbeek hebben de functietoekenning SED-water gekregen. Dit houdt in dat deze beken enige menselijk beïnvloeding kennen en redelijke ecologische waarden hebben. De Molenbeek heeft geen HEN- of SED-doelstelling, omdat deze niet watervoerend is. Ecologische profielen en streefbeelden Zuid-Veluwse beken
4
Beek
Ecologisch streefbeeld
Ecologisch profiel
Doelsoorten oever
Doelsoorten water
Halveradsbeek
halfnatuurlijke bovenloop
kwelbeek met stroomminnende soorten
Beek op de Hoge Oorsprong
oorsprong halfnatuurlijke bovenlopen
stuwwalbeek
goudveil en grote weerschijnvlinder
bermpje, vederkruid, sterrekroos en alpenwatersalamander
Dunobeek
natuurlijke bovenlopen
idem
idem
idem
Beek op de Hemelse berg
halfnatuurlijke bovenlopen
idem
idem
idem
Heelsumse Beek, benedenloop
natuurlijke bovenlopen
idem
idem
idem
Heelsumse Beek, bovenloop
zwak zure bronnen en bovenloopjes
idem
idem
idem
Slijpbeek
halfnatuurlijke bovenlopen
idem
idem
idem
Seelbeek
snelstromende bovenlopen
idem
idem
idem
Oliemolenbeek
halfnatuurlijke bovenlopen
idem
idem
idem
Zuiderbeek
halfnatuurlijke bovenlopen
bosbies, dotterbloem, adder- waterviolier, sterrekroos, wortel, knikkend nagelkruid kleine watereppe, beeken beekjuffer prik en vlokreeft
5
2.2 | KRW/inrichtingsbeelden
2.3 | Cultuurhistorische functie
Door de EU is de Kader Richtlijn Water vastgesteld, die de waterschappen verplicht maatregelen te nemen om de ecologische waterkwaliteit van de stroomgebieden te verbeteren. Binnen het stroomgebied Zuid-Veluwse beken is de Heelsumse beek aangewezen als representatief waterlichaam voor rapportering naar de EU. Voor deze beek en de andere beken binnen de Zuid-Veluwse beken zijn doelen opgesteld waaraan deze beken moeten voldoen en waarop zal worden getoetst en gemonitord. Naast de KRW-doelen zijn er ook aanvullende doelen beschreven voor deze beken, die samen met de KRW-doelen zijn verwerkt in een Inrichtingsbeeld. Hierin wordt per beeksysteem aangegeven wat het eindbeeld in 2015 is, met een doorkijk naar 2027, dit eindbeeld wordt hieronder kort samengevat.
Renkumse beken De Renkumse beken hebben een cultuurhistorische functie met als hoofddoel de ligging en zichtbaarheid van de beken te waarborgen. De droge en watervoerende beeklopen blijven herkenbaar aanwezig in het landschap. Daarnaast wordt er binnen diverse projecten (plan Beukelaan, Renkumse poort) onderzocht of cultuurhistorische elementen als de grachtengordel rondom kasteel Grunsvoort bij de Halveradsbeek kan worden hersteld.
Renkumse beken De ecologische waarden van de Oliemolenbeek en het potentieel van de Halveradsbeek zijn goed. Belangrijk is dat de watervoerendheid van de beken vergroot wordt. De Halveradsbeek, Molenbeek en Oliemolenbeek kunnen door een ecologisch beheer en onderhoud en kleinschalige inrichtingsmaatregelen uitgroeien tot een waardevol beekdal. De vegetatie is soortenrijk en gevarieerd met zeldzame soorten, kenmerkend voor natte moerasachtige gebieden. De beek heeft variatie in substraat en structuren. De stroming zal voor heterogeniteit zorgen langs de oever. De gevarieerde vegetatie biedt voldoende leefruimte voor libellensoorten. Heelsumse beken De Heelsumse beek heeft helder stromend zuurstofrijk water. Er zijn geen stuwen aanwezig, wel cascades of drempels. Plaatselijk is vegetatie aanwezig, bij voorkeur met een bedekkingsgraad van minder dan 40%. Er komen uiteenlopende substraattypen voor, zoals kaal zand, grind, stenen en slib. In de beek vindt kleinschalig onderhoud plaats. De oevers worden regelmatig onderhouden, waarbij gestreefd wordt naar verschaling van de oevervegetatie. De benedenloop ziet er natuurlijk uit en meandert. De beek heeft een goede visstand en stromingsminnende macrofauna. De vegetatie van de oevers is vergroot door ecologisch onderhoud. Om dit beeld te bereiken, moeten er maatregelen genomen worden op het traject in de uiterwaarden en nabij het bedrijf Kabeljauw. Dit zal in de planperiode tot 2015 worden uitgewerkt en uitgevoerd.
Heelsumse beken De Heelsumse beken hebben een cultuurhistorische functie, die bestaat uit het duidelijk herkenbaar houden van sprengkop, sprengloop en beekwal herkenbaar te maken en houden in het landschap met name in de droge lopen van de beek. De Wolfhezerbeek is gelegen in een archeologisch waardevol gebied, waar tussen knooppunt 5168 tot 5260 de vroegere rondeel met grachten zichtbaar gemaakt zou kunnen worden, zodat deze weer duidelijk herkenbaar in het landschap aanwezig zijn. Oosterbeekse beken De Oosterbeekse beken hebben een grote cultuurhistorische waarde. Ze zijn grotendeels gerealiseerd binnen van landgoederen, waardoor ze met het oog op belevingswaarde zijn gerealiseerd. In 2007/2008 zijn er tal van cultuurhistorische elementen en beektrajecten hersteld om deze bijzondere waarden te behouden.
Oosterbeekse beken Afhankelijk van het ecologisch potentieel kunnen de ecologische waarden toenemen door een combinatie van het aanpassen van het beheer en het in enkele gevallen verminderen van de mestinvloed, verontreiniging uit riolering, vermindering van de afvoer van schoon kwelwater via riolering en aanpassen van de inrichting. In de niet beboste trajecten zal de vegetatie rijker worden aan soorten en structuur. Hierbij moet het ecologisch potentieel afgewogen worden aan de hoge cultuurhistorische waarden.
Herstelde molengoot bij landgoed Quadenoord
6
7
3
2.4 | Recreatieve functie Renkumse beken De Renkumse beken hebben vooral een recreatieve functie voor wandelaars. De beken kunnen op diverse locaties bereikt worden door middel van de openbare weg of aanwezige wandelpaden. In dit beekdal is het informatiecentrum De Beken van Staatsbosbeheer gelegen, waar recreatieve en educatieve activiteiten plaatsvinden. Verdere recreatieve ontsluiting is niet gewenst, omdat anders de druk op het gebied te groot wordt. Heelsumse beken De Papiermolenbeek, onderdeel van de Heelsumse beken, wordt ontsloten door diverse wandelpaden. Tijdens de herstelwerkzaamheden zijn de wandelpaden aangepast om de beekwallen te ontlasten van te grote recreatiedruk. Waar de beekloop wordt gekruist, worden maatregelen genomen om erosie te voorkomen. De Heelsumse beken worden door de betrokken grondeigenaren als voldoende recreatief ontsloten geacht. Verdere recreatieve ontsluiting van de beken is daarom niet wenselijk. Oosterbeekse beken De Oosterbeekse beken worden druk bezocht door wandelaars. Door de al hoge recreatiedruk worden de beken door de betrokken grondeigenaren als voldoende recreatief ontsloten beschouwd.
| Algemene richtlijnen beheer en onderhoud
3.1 | Algemeen In de deeluitwerkingen van de beken zijn de doelstellingen van de diverse beektrajecten aangegeven. Om deze doelstellingen te kunnen halen en te handhaven is veelal 1 of 2 keer per jaar onderhoud noodzakelijk. Het onderhoud zal aangepast worden, indien door monitoring wordt aangetoond dat de doelstellingen niet worden gehaald en dit te wijten is aan het uitgevoerde onderhoud. Het klein onderhoud van de beken en sprengen is een arbeidsintensieve klus. Niet al het onderhoud kan door eigen personeel van het waterschap worden uitgevoerd. Het onderhoud van de beken en sprengen kan door diverse instanties worden uitgevoerd. Het waterschap moet echter toezien op het naleven van het onderhoud en op het halen van de doelstellingen. Veel van het onderhoud is handmatig werk en wordt uitbesteed. Ook het machinale onderhoud wordt gedeeltelijk uitbesteed. Vanuit gegaan wordt dat naast het periodieke onderhoud ook groot onderhoud noodzakelijk kan zijn. Bij de uitvoering van onderhoud dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van niet ontplofte munitie uit de 2e wereldoorlog. In het algemeen zal het onderhoud, waar mogelijk, gericht zijn op: • Het stromend, dan wel waterhoudend, houden van de beektrajecten, • Het migreerbaar houden van de Renkumse en Heelsumse beekdalen, • Het verkrijgen van specifiek bij de sprengen, beken c.q. beekdalen behorende flora en fauna waar onder o.a. kwel-afhankelijke vegetaties, • Het verkrijgen van variatie in beschaduwing en lichttoetreding, • Het verkrijgen op de beekwallen van een heischrale vegetatie als heide en bosbes gecombineerd met een karakteristieke opgaande beplanting, • Karakteristieke beekbegeleidende beplanting in de vorm van inheemse kruiden, struiken en bomen, • Het voorkomen van (grootschalige) erosie van de beekwallen, • Het onderhoud van cultuurhistorische elementen, • Het in bovenlopen vasthouden van water. De maatregelen die hierbij horen zijn: • Het verwijderen van blokkades in de waterafvoer als het teveel aan vegetatie, takken, blad en uitgespoeld zand, • Het zoveel mogelijk afvoeren van maaisel waar het terrein het toelaat, • Het periodiek verwijderen van blad en opslag op de beekwallen en beekranden, • Het onderhouden van de karakteristieke opgaande beplanting op de beekwallen, • Het zoveel als mogelijk tegengaan van betreding van beek en beekwallen, • Het geleiden van recreanten vanaf de beek en beekwallen, • Inventarisatie en herstel van cultuurhistorische elementen.
3.2 | Gedragscode Flora en Faunawet Door het waterschap en het ministerie van LNV is in 2007 een Gedragscode voor de Flora en Faunawet voor het beheersgebied van het waterschap vastgesteld, zodat gebruik wordt gemaakt van het Vrijstellingsbesluit voor de Flora en Faunawet. Deze code is een uitwerking van de algemene Gedragscode, opgesteld door de Unie van Waterschappen. De eigen Gedragscode is opgesteld om algemene gedragscode te combineren met de gebiedsspecifieke plant- en diersoorten binnen dit waterschapgebied. Hiervoor is er een literatuurstudie gedaan naar de aanwezige soorten en zijn er verspreidingskaarten gemaakt. Er is altijd een algemene zorgplicht voor alle dier- en plantensoorten van kracht. In hoofdlijnen houdt deze zorgplicht in dat er altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige soorten bij het uitvoeren van onderhoud danwel inrichting. Het onderhoudsplan is conform de Gedragscode uitgewerkt. Indien het niet mogelijk blijkt om conform de Gedragscode te werken, is aangegeven hoe daarmee wordt omgegaan om toch zo goed mogelijk aan de code te blijven voldoen. Voor meer informatie over de inhoud en toepassing van de Gedragscode, wordt verwezen naar de Gedragscode Flora- en Faunawet Waterschap Vallei & Eem.
Combinatie van recreatie en cultuurhistorie in de Oorsprongbeek
8
9
3.3 | Vormen en uitvoerders van het onderhoud Groot onderhoud Het periodieke onderhoud is niet altijd voldoende om de doelstellingen te kunnen waarborgen. Regelmatig moet er groot onderhoud uitgevoerd worden door het waterschap. Deze werkzaamheden bestaan uit het gefaseerd opsnoeien van beplanting, herstel beschoeiing en baggeren van vijvers, opnieuw belemen van de opgeleide beken, herstel van rasters, plaggen van taluds etc. Het groot onderhoud wordt in eigen beheer uitgevoerd of in opdracht van het waterschap. De doelstellingen worden door het in één hand te houden het best gewaarborgd. Doordat het herstelproject vrijwel is uitgevoerd en het baggerwerk waarschijnlijk tijdens de looptijd van dit plan zal worden uitgevoerd, zal er alleen groot onderhoud in de vorm van beplantingsonderhoud in dit plan terugkomen. Bij de herziening van dit plan zal worden bekeken welke vormen van groot onderhoud er tijdens de volgende looptijd van 5 jaar nodig zijn. Periodiek onderhoud Het periodiek onderhoud dient te worden uitgevoerd in eigen beheer of in opdracht en onder toezicht van het waterschap. Hierbij wordt samengewerkt met terreinbeheerders en vrijwilligers. In principe wordt al het onderhoudswerk in de boven- en middenlopen van de beken handmatig uitgevoerd. Op enkele plaatsen is machinaal onderhoud in de boven- en middenlopen toelaatbaar. De benedenlopen worden in principe machinaal onderhouden. Het waterschap besteedt het werk aan als uit te voeren werk. Het dagelijkse toezicht in de trajecten ligt bij het waterschap. De eindverantwoording ligt voor alle trajecten bij het waterschap. Onderhoud op regiebasis Het machinaal onderhoud wordt merendeel op regiebasis uitgevoerd door een aannemer. Hiervoor wordt er een bestek opgesteld, gebaseerd op dit onderhoudsplan. Uitvoering door eigen personeel Op diverse plaatsen wordt door het eigen personeel divers klein onderhoud uitgevoerd aan de sprengkoppen, beeklopen, kunstwerken en onderhoud aan aanwezige beplanting. In de beschrijvingen van de beektrajecten is terug te vinden welke activiteiten het waterschap uitvoert. Vrijwilligers Het IVN Zuidwest-Veluwezoom voert in opdracht/overleg met het waterschap handmatig onderhoud uit in enkele sprengen en beeklopen van de Renkumse beken en Heelsumse beken. Vooralsnog kunnen we er vanuit gaan dat deze samenwerking tijdens de looptijd van dit onderhoudsplan in stand blijft. Deze trajecten zijn als roze lijnen terug te vinden op de onderhoudskaarten. Terreinbeherende instanties Het Staatsbosbeheer (SBB), Natuurmonumenten (NM), Het Geldersche Landschap (GL) en gemeente Renkum (GEM) beheren een groot deel van de percelen waarbinnen de beken en sprengen zijn gelegen. Medewerkers van de terreinbeherende instanties zijn regelmatig in het terrein aanwezig. In het verleden hebben zij grote delen van de beken op hun terreinen in stand gehouden. In overleg en samenwerking met deze instanties wordt het onderhoud van de sprengkoppen en beeklopen uitgevoerd en worden er afspraken gemaakt over het afvoeren van het maaisel en de bereikbaarheid van de beken.
3.4 | Onderhoudsinstructies In de beken is het noodzakelijk dat het reguliere onderhoud kleinschalig en gefaseerd wordt uitgevoerd om de ecologische waarden in stand te houden. Om dit goed te kunnen uitvoeren zijn hieronder werkinstructies aangegeven. Verwijderen van de vegetatie, blad en takken Verwijderen van de vegetatie alleen indien het water voor meer dan 50% is dichtgegroeid. • Vegetatie boven de bodem afmaaien, • Een gedeelte van de vegetatie, met een minimum van 10% bij geheel dichtgegroeide watergangen en een maximum van 100% in schaars begroeide trajecten, laten staan. Dit kunnen plekken langs beide oevers zijn, of overal een bepaalde oeverstrook.
10
Verwijderen van een deel van de blad en takken dient regelmatig te gebeuren, met een minimale frequentie van: • Eenmaal per 5-10 jaar voor de droogstaande sprengen en beken, • Eenmaal per 3 jaar voor de waterhoudende niet stromende sprengen en beken, • Tweemaal per jaar voor de stromende sprengen, bronnen en beken. Dikke pakken blad van meer dan 10 cm dikte, over grote lengte zijn ongewenst voor een goede natuurkwaliteit. Plaatselijk bieden kleine pakketten een voedingsbron en schuilplaats voor waardevolle waterorganismen als vlokreeften en kokerjuffers. In de ideale beek van het hoogste niveau komen verspreid naast elkaar voor een kale zandbodem, pakketten met blad en takken (b.v. binnenbochten) en indien er onbeschaduwde delen zijn, plaatselijk vegetatie. Lokaal kan ook de aanwezigheid van grotere stukken hout als positief gewaardeerd worden. Vrijkomend maaisel en specie worden ruim uit de insteek verwijderd. De aanliggende eigenaren blijven ontvangstplichtig. In de praktijk wordt gebruik gemaakt van de regeling voor transport van maaisel naar een andere redelijke locatie en in overleg met de betrokken partijen afgesproken. Maaisel kan in sommige gevallen worden aangewend als broedhoop voor de ringslang, mits de hoop minimaal 5 meter van de insteek is verwijderd en niet groter wordt dan 10m3. Deze zijn nog niet gerealiseerd. Indien machinaal onderhoud wordt uitgevoerd,wordt de druk van de banden per cm2 zo laag mogelijk gehouden. Er mag geen insporing plaatsvinden. Onderhoudswerkzaamheden worden zoveel mogelijk uitgevoerd van benedenstrooms naar bovenstrooms. Afvoer, stroming en breedte Voor beken is het onderhoud gericht op behoud van stroming en creëren van standplaatsen voor kwelafhankelijke vegetaties. Daar veel trajecten van de Zuid-Veluwse beken in verdroogd gebied liggen, dient de afvoer zo klein mogelijk te zijn. Bij het onderhoud dient er rekening mee gehouden te worden dat de beek zo smal en ondiep mogelijk blijft. Variatie in stroomsnelheid is gewenst. Het is derhalve goed en zelfs gewenst dat er wat diepere (b.v. stroom kommen) en ondiepere (b.v. binnenbochten) gedeelten in de beek aanwezig zijn. Getracht wordt het onderhoud zodanig uit te voeren dat variatie in stroomsnelheid bevorderd wordt. Oevervorm De oevervorm van een waardevolle beek dient natuurlijk te zijn. Dit is voor de trajecten die hoog in het landschap liggen een plat v-model. Voor dieper liggende trajecten kunnen afwisselend steile oevers, vooral in buitenbochten, en kleine drassige oeverstroken voorkomen. Variatie is positief in dieper uitgegraven sprengenbeken komen gewoonlijk alleen steile oevers voor. Overhangende oevers, indien deze al voorkomen, dienen in stand te blijven. Het laten staan van een strook vegetatie of het laten liggen van blad langs een van de oevers is dus ook om deze reden positief.
3.5 | Onderhoudstijdstip In verband met uitvoering van de Flora en Faunawet dient met het onderhoudstijdstip hier zeker rekening mee gehouden te worden. Het is echter ook de terreingesteldheid, die van invloed is op het tijdstip van onderhoud. Maanden
jan
Vegetatie/flora
frequentie/jr
Hoog productief Ruigte
2 1 – 1/3
Laag productief (< 4-6 ton/ha)
1
Voorjaarsbloei
2
Zomerbloei
2
Riet Waterplanten met grote drijvende bladeren
1/4 - 1 1/2 - 1
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
ו
• •
× ×
×
•
•
×
• •
× •
•
•
ו
•
•×
•
•
•×
× ×
×
•
•
×
dec
•
Optimale (•) en acceptabele (×) onderhoudsperioden voor waterlopen afhankelijk van gewenste natuurwaarden.
11
Maanden Fauna Amfibieën Insecten Libellen Vlinders Moerasvogels Vissen
jan frequentie/jr 1 1 1 1 1 – niet
Kleine zoogdieren
1 – niet
Vogels
1 – niet
feb
×
×
× ×
×
•
•
mrt
×
apr
dec
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
× ×•
• ×
×
•
× •
•
•
×
× × ×
× × ×
× × ×
•
•
•
×
× × ×
×
×
×
×
×
×
ו
•
•
Optimale (•) en acceptabele (×) onderhoudsperioden voor waterlopen afhankelijk van gewenste natuurwaarden.
3.6 | Verwijdering invasieve exoten Door het waterschap worden de waterlopen en oevers regelmatig gecontroleerd op de aanwezigheid van invasieve soorten. Invasieve soorten kunnen tot problemen leiden in de wateraan- en afvoer en/of zorgen voor vernietiging van de aanwezige ecologische waarden. Deze soorten worden indien mogelijk handmatig verwijderd en de locaties worden regelmatig gecontroleerd op hergroei. In de watergangen van de Zuid-Veluwse beken zijn nog geen invasieve exoten geconstateerd. Langs de oevers van de beken is op een aantal plekken Japans duizendknoop aanwezig. Deze plant verdringt de inheemse oeverplanten, waardoor verwijdering gewenst is. Door zijn sterke groeikracht is er nog geen mechanische methode afdoende gebleken om deze plant kostenefficiënt te verwijderen of af te remmen. Om die reden is er voor gekozen om deze plant chemisch te bestrijden, conform de daarvoor geldende regelgeving. Mogelijk worden er in de toekomst nieuwe invasieve soorten in de beken en oevers geconstateerd. Bij bestrijding zal gekozen worden voor mechanische of handmatige verwijdering en als deze methoden niet afdoende blijken, zal als laatste optie voor chemische bestrijding gekozen worden. Ten tijde van het opstellen van dit onderhoudsplan is het waterschap intern aan het onderzoeken op welke wijze zij invulling kan geven aan het certificaat Zilver voor de Barometer Duurzaam Terreinbeheer. Binnen de Unie van Waterschappen is al aangegeven dat de waterschappen deze certificering gaan voorbereiden. Intern worden bepaalde probleemsituaties en -soorten nader onderzocht om de alternatieven met bijbehorende kosten- en batenanalyse op een rij te zetten. De verwachting is dat het bestuur van het waterschap tijdens de looptijd van dit plan zal instemmen met deze certificering. Afhankelijk van het genomen besluit zal deze keuze worden verwerkt in het onderhoudsplan.
De Beekforel komt voor in de Renkumse beken, uitgezet door Willem III
4
| Monitoring
In de beekstelsels wordt regelmatig gemonitord door het waterschap of door vrijwilligersgroepen zoals het IVN en KNNV. De situatie voor (macro)fauna is vastgelegd door de inventarisaties van het Waterschap. IVN en KNNV hebben een groot deel van de Renkumse beken voor en na uitvoering van de herstelmaatregelen onderzocht. Deze gegevens zijn bekend bij het waterschap. In overleg met de diverse natuurgroepen in dit gebied zal ook getracht worden de overige beken in detail te monitoren. In 2007 is in de Zuid-Veluwse beken onderzoek uitgevoerd naar de libellen, amfibieën, vegetatie in het kader van het ‘waterparel-onderzoek’. Door het waterschap zijn de beken opgenomen in het eigen monitoringsprogramma. De Renkumse beken worden op meerdere locaties vrij frequent (vanwege HEN-functie) bemonsterd op macrofauna en vegetatie. Visstandsonderzoek wordt vooralsnog niet uitgevoerd. In 2010 en 2013 wordt de macrofauna-onderzoek uitgevoerd. De Heelsumse beken zijn onderdeel geworden van het Toestand- en Trendmonitoringsprogramma voor de KRW (Kader Richtlijn Water), wat inhoudt dat eens per 6 jaar alle kwaliteitselementen (macrofauna, vissen, vegetatie, diatomeeën) gemeten worden op een aantal locaties om een goed beeld te krijgen van het gehele waterlichaam. Tevens wordt de hydromorfologie in beeld gebracht. Halverwege deze 6 jaar vindt er nog Operationele Monitoring plaats, waarbij de macrofauna en vegetatie bemonsterd worden. De toestand- en trendmonitoring vindt plaats in 2009, de operationele monitoring in 2012. Van de Oosterbeekse beken worden de Dunobeek, Seelbeek, Hoge Oorsprong en Beek op de Hemelse berg vanwege hun hoge ecologische doelstelling (HEN) vrij frequent (eens in de drie jaar) bemonsterd op macrofauna (en watervegetatie voorzover dat aanwezig is) in 2010 en 2013. De Slijpbeek en Zuiderbeek worden wat minder frequent bemonsterd (vanwege hun lagere ecologische doelstelling SED): macrofauna en vegetatie in 2011. Naast het eigen monitoringsprogramma zal de samenwerking met IVN en KNNV worden voortgezet om een optimaal beeld te krijgen van de beekstelsels. Mogelijk worden er ook andere partijen betrokken. Deze voortzetting zal in 2009 verder worden uitgewerkt. De kosten voor de monitoring worden gedragen door de afdeling Planvorming van het waterschap.
Op de voorgrond Japans Duizendknoop in het Renkums beekdal
12
13
5
| Kosten
5.1 | Groot onderhoud Tijdens het opstellen van dit onderhoudsplan worden de herstelwerkzaamheden aan de Oosterbeekse beken afgerond. Tijdens deze werkzaamheden is ook het groot onderhoud uitgevoerd. De verwachting is dat tijdens de looptijd van dit onderhoudsplan er alleen periodiek onderhoud wordt uitgevoerd. Door de kleinschaligheid en gewenste fasering t.b.v. van de ecologie van de beken kan het groot onderhoud ook geïntegreerd worden in het periodieke onderhoud. Alleen de vijvers van de Oosterbeekse beken zijn nog niet gebaggerd. Wanneer dit wordt uitgevoerd, zal dat als een apart project plaatsvinden. Na uitvoering van dit werk, wordt er vanuit gegaan dat de komende 8-10 jaar niet gebaggerd hoeft te worden, tenzij door afdeling Beheer van het waterschap aangeeft dat inpeilen en baggeren eerder wenselijk is.
5.2 | Periodiek onderhoud Na de herstelwerkzaamheden zijn de Renkumse en Heelsumse beken overgegaan in het periodieke beheer. De Oosterbeekse beken worden dit jaar afgerond en gaan dan over in het periodieke onderhoud. Kosten aannemers* Uitmaaien watergang, vol. profiel en > 2m talud Verwijderen opslag, vol.profiel, >2m talud en sprengkop Verwijderen blad en takken, vol. profiel, >2m profiel en sprengkop Grote en kleine kraan (56 uur) Maaien watergangen Slijpbeek Totaal (excl. BTW)
€ € € € € €
3.606,06 3.933,86 4.616,34 2.886,80 2.000,00 17.043,06
€
750,00
* op basis van bestekken en uren op regiebasis in het jaar 2007 Kosten IVN Jaarlijkse bijdrage WVE 2010-2014
Deze bijdrage is een tegemoetkoming in de onkosten voor het uitvoeren van handwerk in het Renkums en Heelsums beekdal, waarbij door 12 vrijwilligers op 14 zaterdagochtenden, gemiddeld 3 uur per ochtend werkzaamheden worden verricht. Deze bijdrage wordt gebruikt voor: • de aanschaf van (vooral) lieslaarzen, mestvorken, sloothaken, spaden, batsen, zagen etc, • benzinekosten, nieuwsbrieven en andere onkosten, • als slot van het werkseizoen een excursie naar een andere beek, watermolen of iets vergelijkbaars. Eigen uren waterschap Persoon + trekker Handwerk Controle (over drie maanden) Totaal
14
130 uur 30 uur 160 uur 300 uur
15
6
| Uitwerking onderhoud per traject
6.1 | Renkumse beken
16
17
Molenbeek, traject 8000 - 8010 Ecologische doelstelling De beek is een gedeelte van het jaar waterhoudend. Blad, takken, slib en vegetatie is altijd wel voor 10% in de beek aanwezig. Op de oevers komen karakteristieke heide-, bosbes, en mosvegetaties en varens voor. De aanwezige opgaande beplanting wordt gehandhaafd zodat over het gehele traject maximaal 50% beschaduwing van de beek voortkomt. De beek houdt een stagnant karakter. Onderhoud vindt plaats in de periode najaar/winter. Periodiek onderhoud en uitvoerende partij WVE - eenmaal per 5 tot 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting IVN - jaarlijks de beek vrijmaken van vegetatie IVN - deels verwijderen van blad en takken Eigenaar Staatsbosbeheer
Molenbeek en 1e Quadenoordsespreng, traject 8010 - 8080 en traject 8049 - 8050 Ecologische doelstellingen Vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig echter wel in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Deze watergang staat regelmatig droog. Plaatselijk, bij wat ophoping door wortels of takken mogen stagnante situaties optreden. De aanwezige beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat de beek over het gehele traject voor ca. 75 % beschaduwd wordt. Geen negatieve beïnvloeding van de waterkwaliteit door menselijke activiteiten. Stromend karakter met stagnante situaties waarborgen. Periodiek onderhoud Molenbeek WVE - eenmaal per 5 tot 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting WVE - jaarlijks in de winter de beek vrijmaken van vegetatie en opslag WVE - deels verwijderen van blad en takken 1e Quadenoordsespreng IVN - 1x per jaar opschonen in de winter als de watergang droog staat Eigenaar Molenbeek: Staatsbosbeheer 1e Quadenoordsespreng: Landgoed Quadenoord
18
19
Molenbeek, traject 8070 - 8280 Ecologische doelstellingen Geen, alleen een cultuurhistorische doelstelling. Ligt momenteel droog, maar het tracé naar de Quadenoordse molen is hersteld. Indien watervoerendheid kan worden gewaarborgd, dan nieuwe doelstelling formuleren. Periodiek onderhoud WVE - indien watervoerend in aug/sept, beken grotendeels vrijmaken van vegetatie, bij droogstand handwerk uitvoeren in januari WVE - verwijderen van blad en takken WVE - stromend karakter met stagnante situaties waarborgen, waar mogelijk Eigenaar Staatsbosbeheer en landgoed Quadenoord
Paradijsbeek, traject 8080 - 8280 Ecologische doelstellingen Sprengkop en sprengloop: Zijn het hele jaar watervoerend. Blad, takken, slib en vegetatie is altijd wel voor 10% in de spreng en sprengkop aanwezig. De afstroming van vrijkomend kwelwater is te allen tijde gewaarborgd. Wallen van de sprengkop en sprengloop zijn op termijn voor 10%-60% met karakteristieke opgaande beplanting begroeid. Op de wallen is een ondergroei van bosbesverbond aanwezig. Beekloop: Vegetatie en slibafzetting is te allen tijde aanwezig, echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Op de oevers komen kwelgebonden vegetaties voor. De aanwezige beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject ca. 65 tot 0% beschaduwing van de beek voorkomt, aflopend vanaf de bron tot het einde van het traject. Aanliggend grasland: Plas-dras situatie met poelen van Staatsbosbeheer aanwezig. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks, aug/sept, de beek en taluds voor ¾ vrijmaken van vegetatie, vegetatie waar mogelijk afvoeren, traject 8080 - 8250 wordt machinaal gedaan WVE - grotendeels verwijderen van bladeren en takken WVE - stromend karakter waarborgen WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting WVE - traject 8200 - 8237 jaarlijks controleren op opslag en deze goed bijhouden WVE - traject 8200 - 8220 traject met veenmos, deze deels verwijderen als stroming beperkt wordt IVN - sprengen 8225 en 8235 1x per jaar handmatig schoonmaken Eigenaar Staatsbosbeheer en landgoed Quadenoord
Oliemolenbeek, traject 8290 - 8320 Ecologische doelstellingen Sprengkop en sprengloop: Zijn het hele jaar watervoerend. Blad, takken, slib en vegetatie is altijd wel voor 10% in de spreng en sprengkop aanwezig. De afstroming van vrijkomend kwelwater is ten allen tijde gewaarborgd. Geen stagnant water. Wallen van de sprengkop en sprengloop zijn op termijn voor 10% met karakteristieke opgaande beplanting begroeid. Beekloop: Vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Op de oevers komen kwelgebonden vegetaties voor. De aanwezige beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject ca. 65 tot 0% beschaduwing van de beek voorkomt, aflopend vanaf de bron tot het einde van het traject. Aanliggend grasland: Plas-dras situatie welke dienst doet als retentie en amfibiebiotoop. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks schonen van de beek en taluds voor ¾ vrijmaken van vegetatie, vegetatie waar mogelijk afvoeren in overleg met landgoed Quadenoord WVE - grotendeels verwijderen van takken en bladeren en stromend karakter waarborgen WVE - eenmaal per 5-8 jaar afzetten van een deel van de beplanting IVN - jaarlijks schonen van sprengkoppen Eigenaar landgoed Quadenoord 20
21
Molenbeek, traject 8280 - 8620 Ecologische doelstellingen Vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Op de oevers in het onbeschaduwde deel komen vegetaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De aanwezige beplanting in het overige deel van de beek wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject variatie is tussen beschaduwde en onbeschaduwde beekdelen. Ter plaatse van de beeldentuin is een poel gegraven, die via een verlaging in het maaiveld in verbinding staat met de beek. De poel groeit relatief snel dicht, waardoor jaarlijks onderhoud nodig is. Het grasland binnen de omheining rond de poel wordt door het waterschap gemaaid. In overleg met de eigenaar is besloten een deel van dit grasland, nabij de bomen, te laten verruigen om meer variatie in het terrein te krijgen. Jaarlijks zal worden bekeken of daar onderhoud nodig is. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks, aug/sept de beek en taluds, vrijmaken van vegetatie, vegetatie afvoeren WVE - stromend karakter waarborgen WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting WVE - indien noodzakelijk zand en slib verwijderen uit de retenties WVE - jaarlijks oktober schonen van de poel Koker WVE - jaarlijks maaien van omliggend grasland bij poel met uitzondering met het te verruigen stuk IVN - traject 8290 - 8300 grotendeels verwijderen van blad en takken, handmatig onderhoud tot november, verwijderen vlotgras Eigenaar Landgoed Quadenoord en Staatsbosbeheer
Oliemolenbeek, traject 8270 - 8400 Ecologische doelstellingen Sprengkop en sprengloop: Zijn het hele jaar watervoerend. Blad, takken, slib en vegetatie is altijd wel voor 10% in de spreng en sprengkop aanwezig. De afstroming van vrijkomend kwelwater is ten allen tijde gewaarborgd. Geen stagnant water. Wallen van de sprengkop en sprengloop zijn op termijn voor 10% met karakteristieke opgaande beplanting begroeid. Beekloop: Vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Op de oevers komen kwelgebonden vegetaties voor. De aanwezige beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject ca. 65 tot 0% beschaduwing van de beek voorkomt, aflopend vanaf de bron tot het einde van het traject. Aanliggend grasland: Plas-dras situatie welke dienst doet als retentie en amfibiebiotoop. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks schonen van de beek en taluds voor ¾ vrijmaken van vegetatie, vegetatie waar mogelijk afvoeren in overleg met Staatsbosbeheer en landgoed Quadenoord WVE - grotendeels verwijderen van takken en bladeren WVE - stromend karakter waarborgen WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting en verwijderen opslag op traject 8649 - 8650 van sprengkop tot halverwege IVN - jaarlijks schonen van sprengkoppen Eigenaar Landgoed Quadenoord en Staatsbosbeheer
22
23
Molenbeek, traject 8620 - 8650 Ecologische doelstellingen Vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Op de oevers in het onbeschaduwde deel komen vegetaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De aanwezige beplanting in het overige deel van de beek wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject variatie is tussen beschaduwde en onbeschaduwde beekdelen. Uitvoering door IVN - nalopen beek op hout en controleren beleming op traject knooppunt 8640 tot schelpenpad WVE - maaien traject 8640 - 8650 in augustus/september, daarbij vrijmaken van de beek en taluds van vegetatie, deze afvoeren WVE - afzetten van beplanting(elzen) eenmaal per 2 jaar in overleg met Staatsbosbeheer en jaarlijks opslag verwijderden Eigenaar Staatsbosbeheer
Halveradsbeek, traject 8430 - 8480 Ecologische doelstellingen Kwelzones: Zijn het hele jaar watervoerend. Slib en vegetatie is altijd wel voor 10% in de zone aanwezig. De afstroming van vrijkomend kwelwater is te allen tijde gewaarborgd. Geen stagnant water. Beekloop: Vegetatie en slibafzetting is te allen tijde aanwezig echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Zeer ondiepe beekloop. Op diverse locaties komen moerasachtige vegetaties voor. Oevers: Op de oevers in het onbeschaduwde deel komen vegetaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De aanwezige opgaande beplanting in het overige deel van de beek wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject variatie is tussen beschaduwde en onbeschaduwde beekdelen. Periodiek onderhoud WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting en opschonen kwelzones WVE - jaarlijks vrijmaken van beekloop en taluds in aug/sept. Hierbij vegetatie afvoeren IVN - op traject 8599 - 8620 verwijderen blad en takken Eigenaar Staatsbosbeheer
Oliemolenbeek, traject 8400 - 8480 Ecologische doelstellingen Beekloop; Vegetatie en slibafzetting is te allen tijde aanwezig echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Op de oevers komen vegetaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De aanwezige opgaande beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject variatie is tussen beschaduwde en onbeschaduwde beek trajecten. De oostelijke oever is deels begroeid. De beleming van de opgeleide beek wordt in stand gehouden om watervoerendheid te waarborgen. Periodiek onderhoud WVE - eenmaal 5 - 8 jaar afzetten van deel van de beplanting WVE - jaarlijks vanaf brug tot 8740 in aug/sept voor ¾ schoonmaken van de beek en taluds, vegetatie waar mogelijk afvoeren WVE - waarborgen stromend karakter WVE - 8730 - 8740 in juni beekloop maaien, aug/sept taluds maaien, vegetatie afvoeren WVE - vispassage bij 8730 in het voorjaar controleren, indien nodig schonen WVE/IVN - in nov grotendeels verwijderen van blad en takken in 8400 tot aan de brug, verwijderen vlotgras in dit traject Eigenaar Staatsbosbeheer 24
25
Molenbeek, traject 8650 - 8680 Ecologische doelstellingen Open migreerbaar beekdeel met een gevarieerde oeverbegroeiing. Halfbeschaduwd beektraject. Periodiek onderhoud WVE - verwijderen Japans Duizendknoop WVE - jaarlijks de beek en taluds vrijhouden van vegetatie en afvoeren WVE - grotendeels blad en takken verwijderen WVE - stromend karakter waarborgen Eigenaar Gemeente Renkum
Halveradsbeek, traject 8480 - 8510 Ecologische doelstellingen Open migreerbaar beektraject met een afwisseling van beschaduwde en onbeschaduwde beekdelen. Waar mogelijk zijn plasdrassituaties aanwezig. Periodiek onderhoud WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting, tussen 8480 en 8500 niet meer dan 10% bomen WVE - jaarlijks in aug/sept schonen van de beek en taluds van vegetatie, vegetatie afvoeren WVE - verwijderen blad en takken en Japanse duizendknoop WVE - stromend water waarborgen Eigenaar 8480 - 8490: Bureau Beheer Landbouwgronden 8590 - 8510: Stichting De Open Ankh in Soesterberg, in beheer Orange Nassau Oord 8500 - 8510: Stichting De Open Ankh in Soesterberg, in beheer Orange Nassau Oord en onbekende eigenaar, waarschijnlijk gemeente Renkum Opmerking Ter hoogte van knooppunt 8490 ligt het voormalige industriegebied Beukelaan. In het kader van het project Renkumse Poort (herten naar de Rijn) zal dit terrein verdwijnen en plaatsmaken voor natuur en recreatie. Door DLG is in 2004 een conceptinrichtingsplan opgesteld, maar op dit moment is het nog niet duidelijk op welke wijze en wanneer dit plan wordt uitgevoerd.
26
27
Molenbeek, traject 8680 - 8710 Ecologische doelstellingen Open migreerbaar beekdeel met een gevarieerde oeverbegroeiing. Halfbeschaduwd beektraject. Periodiek onderhoud WVE - verwijderen Japans Duizendknoop WVE - jaarlijks de beek en taluds vrijhouden van vegetatie en afvoeren WVE - grotendeels blad en takken verwijderen WVE - stromend karakter waarborgen Eigenaar Stichting De Open Ankh in Soesterberg, in beheer Orange Nassau Oord
Beek in het broek, traject 8540 - 8560 Ecologische doelstellingen Onbeschaduwd traject met slootkarakter. Stroming is nagenoeg niet aanwezig. Door te sturen in de watervegetatie wordt variatie gecreëerd. Enige vorm van stroomgeulen en slib/zandafzetting wordt binnen het natte profiel nagestreefd. Op de oevers komen vegetaties voor van relatief rijke omstandigheden. Ruigtesoorten van het moerasspireaverbond hebben de overhand. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks, aug/sept, voor ¾ vrijmaken van beek en taluds, daarbij maaisel verwijderen Eigenaar Stichting De Open Ankh in Soesterberg, in beheer Orange Nassau Oord
Kortenburgsebeek, traject 8510 - 8560 Ecologische doelstellingen Halfbeschaduwd en onbeschaduwd beektraject. Door te sturen in de watervegetatie wordt variatie gecreëerd in stroming. Stroomgeulen en slib-zand afzetting wordt binnen het natte profiel geaccepteerd zolang de waterafvoer niet in gevaar komt. Op de oevers in het onbeschaduwde deel komen vegetaties voor van relatief voedselrijke omstandigheden. Ruigtesoorten van het moerasspireaverbond hebben de overhand. De aanwezige opgaande beplanting in het eerste deel van de beek wordt gehandhaafd. Vanaf 8530 blijft de beek grotendeels onbeschaduwd. Periodiek onderhoud WVE - eenmaal in de 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting WVE - jaarlijks, aug/sept, beek en taluds voor ¾ vrijmaken van vegetatie en vegetatie afvoeren WVE - waar nodig takken en blad verwijderen WVE - stromend karakter waarborgen ONO - jaarlijks controleren oeverzwaluwwand nabij knp 8860 en eventueel kleine herstelwerkzaamheden uitvoeren, in overleg met WVE groot onderhoud uitvoeren Eigenaar Stichting De Open Ankh in Soesterberg, in beheer Orange Nassau Oord Opmerking Ter plaatse van knooppunt 8680 ligt de lokale ijsbaan van gemeente Renkum
28
29
Molenbeek, traject 8710 - 8750 Ecologische doelstellingen Open migreerbaar, stromend beektraject. Wijzigingen in inrichting en beheer hangen af van de plannen van Rijkswaterstaat voor deze uiterwaarden. Hierdoor is besloten het onderhoud niet te wijzigen. Wanneer deze inrichting wijzigt, zal het onderhoudsplan worden aangepast. Bij het maaien wordt getracht het aanwezige riet te sparen zodat er een rietzone ontstaat ten behoeve van rietvogels. Op het perceel naast de beek zijn grondwatermeetpunten aanwezig. Deze worden in het veld aangegeven met palen. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks de beek en taluds vrijmaken van vegetatie, waarbij in overleg met SBB wordt het maaisel, indien mogelijk, afgevoerd, hierbij het aanwezige riet zoveel mogelijk sparen WVE - stromend karakter waarborgen WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting Eigenaar Rijkswaterstaat, in beheer bij Staatsbosbeheer
Kortenburgsestrang, traject 8560 - 8790 Ecologische doelstellingen Open onbeschaduwd migreerbaar beektraject. Door te sturen in de watervegetatie wordt variatie gecreëerd in stroming. Stroomgeulen en slib-klei-zand afzetting wordt binnen het natte profiel geaccepteerd zolang de waterafvoer niet in gevaar komt. Op de oevers in het onbeschaduwde deel komen vegetaties voor van relatief voedselrijke omstandigheden. Ruigtesoorten van het moerasspireaverbond hebben de overhand. In afwachting van de herinrichting door Rijkwaterstaat is besloten het huidige onderhoud niet te wijzigen. Na herinrichting zal deze opnieuw worden bepaald. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks, aug/sept, beekloop en taluds geheel vrijmaken van vegetatie, bredere delen voor 3/4 vrijmaken, indien mogelijk in overleg met SBB maaisel afvoeren Eigenaar Rijkswaterstaat, in beheer bij Staatsbosbeheer
30
31
Sloot Renkum, traject 7000 - 7160 Ecologische doelstellingen Overstortsloot met lage ecologische waarden. Het overstortwater wordt zoveel als mogelijk rechtstreeks afgevoerd naar de Rijn. De sloot is dusdanig dat deze geen negatieve belasting geeft op de aanliggende natuurgebieden. Periodiek onderhoud WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting tussen knooppunt 7100 - 7140 WVE - jaarlijks, aug/sept, schoonmaken van de sloot van vegetatie Eigenaar Staatsbosbeheer
32
33
6.2 | Heelsumse beken
34
35
Papiermolenbeek, traject 5000 - 5500 Ecologische doelstellingen De sprengkoppen en -lopen staan vrijwel jaarrond droog. De sprengen en beeklopen hebben een cultuurhistorische doelstelling; het in stand houden van het aanwezige sprengen en beekwallen. De beekwallen zijn voor ongeveer 50% met karakteristieke opgaande bomen begroeid. Op de wallen is een ondergroei aanwezig van het bosbesverbond. Rond het terrein van hotel Bilderberg is de beek watervoerend en loopt deze door een aantal vijvers voordat de beekloop onder de weg doorgaat. Deze vijvers bieden een gevarieerd beeld door de brede oeverzones. Na de Wolfhezerweg is er altijd wel blad, takken, slib en vegetatie voor 10% aanwezig in de spreng en sprengkoppen. De afstroming van vrijkomend kwelwater is ten allen tijde gewaarborgd. De diverse trajecten zijn deels stromend, deels stagnant en/of deels droog. In de stromende trajecten mogen plaatselijk stagnante situaties optreden. De wallen van de sprengkop en sprengloop zijn voor maximaal 25 met karakteristieke opgaande bomen begroeid en is er een ondergroei aanwezig van het bosbesverbond. Periodiek onderhoud WVE - 1x per 5 - 10 jaar verwijderen van de bovenlaag van het bladpakket op traject 5000 - 5070 NM - in overleg verwijderen van opslag en hout voor het uitvoeren van het onderhoud door WVE NM - onderhouden van de aanwezige houtopstanden IVN - de (watervoerende) zijtakken voor ¾ handmatig vrijmaken van vegetatie, blad en takken in de winter WVE - watervoerende beekloop voor ¾ schonen op traject 5070 - 5500, grotendeels verwijderen blad en takken WVE - nazien de aanwezige duikers in het doorstroomprofiel WVE - vijvers in traject 5080 - 5110 1x per 5 jaar gefaseerd opschonen en beschermen tegen teveel inloop door gebruikers omliggend terrein Eigenaar 5000 - 5070 en 5120 - 5500: Natuurmonumenten 5080 - 5120: Bilderberg Foresterie BV 5110 - 5120: Provincie Gelderland (Wolfhezerweg)
Traject IVN
36
37
Wolfhezerbeek, traject 5300 - 5450 Ecologische doelstellingen De beekloop is duidelijk herkenbaar aanwezig in het landschap en is over grote delen waterhoudend. Over het gehele traject is de beek gelegen tussen twee duidelijk herkenbare beekwallen. Het aanwezige stagnante water in beeklopen wordt gewaarborgd. Op de oevers komen karakteristieke mosvegetaties, varens en begroeiing van het bosbesverbond voor. De aanwezige opgaande beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject maximaal 50% beschaduwing van de beek voorkomt. Blad, takken, slib en vegetatie is altijd wel voor 10% aanwezig in de spreng en sprengkoppen. De afstroming van vrijkomend kwelwater is ten allen tijde gewaarborgd. De diverse trajecten zijn deels stromend, deels stagnant en/of droogstaand. Plaatselijk, door enig blad, takken of wortels mogen stagnante situaties optreden. De aanwezige inlandse opgaande beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject maximaal 50% beschaduwing van de beek voorkomt. Het aanwezige water bezinkt, voorlopig, grotendeels weer in de bodem tussen knooppunt 5180 en 5210. Periodiek onderhoud WVE - om de 5 - 10 jaar opschonen van het gehele traject, inclusief de beekwallen WVE - deels verwijderen van blad en takken, ingelopen en ingespoelde grond WVE - nazien de aanwezige duikers in het doorstroomprofiel NM - verwijderen opslag Eigenaar Natuurmonumenten
Wolfhezerbeek, traject 5500 - 5520 Ecologische doelstellingen De beekloop is duidelijk herkenbaar aanwezig in het landschap en is gelegen tussen twee duidelijk herkenbare beekwallen. Op de oevers komen karakteristieke mosvegetaties, varens en begroeiing van het bosbesverbond voor. De aanwezige opgaande beplanting wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject maximaal 50% beschaduwing van de beek voorkomt. Blad, takken, slib en vegetatie is altijd wel voor 10% aanwezig in de spreng en sprengkoppen. De diverse trajecten zijn deels stromend, deels stagnant en/of droogstaand. Plaatselijk, door enig blad, takken of wortels mogen stagnante situaties optreden. Over het gehele traject komt maximaal 50% beschaduwing voor. Periodiek onderhoud WVE - om de 5 - 10 jaar opschonen van het gehele traject, inclusief de beekwallen WVE - deels verwijderen van blad en takken, ingelopen en ingespoelde grond WVE - nazien de aanwezige duikers in het doorstroomprofiel NM - verwijderen opslag Eigenaar Natuurmonumenten
Heelsumse Beek, traject 5850 - 6000 Ecologische doelstellingen Dit is de enige nog in Nederland gelegen heidebeek met spreng met daarin aanwezig de zeldzame Waterpinksterbloem. De sprengkop en spreng zijn het gehele jaar watervoerend. Blad, takken, slib en vegetatie zijn altijd voor 10% in de spreng en sprengkop aanwezig. De afstroming van kwelwater blijft gewaarborgd. De wallen zijn grotendeels begroeid met een heidevegetatie. Op de wallen komen diverse zanderige open plekken voor met enige struikbegroeiing ten behoeve van reptielen en amfibieën. In het beektraject is het onderhoud aangepast aan de aanwezig zijnde Waterpinksterbloem. In de beekloop is vegetatie en slibafzetting aanwezig, waarbij het stromende karakter gewaarborgd blijft. Stagnante situaties zijn plaatselijk toegestaan. Op de oevers komen karakteristieke heidevegetatie met enige struikontwikkeling voor. Spontane opslag van bomen en struiken wordt verwijderd. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks vrijmaken van de beek en taluds van vegetatie, vegetatie daarbij afvoeren, hierbij open zanderige plekken in stand houden WVE - grotendeels verwijderen van takken en bladeren, ingespoelde en ingelopen grond, met name de gronddammetjes ontstaan door de aanwezige runderen WVE - 1x per 4 jaar opschonen van aanwezige poel met de maaiboot Eigenaar Natuurmonumenten 38
39
Heelsumse Beek, traject 6000 - 6080 Ecologische doelstellingen Half open, opgeleid beektraject. Altijd watervoerend en stromend. Beekbegeleidende beplanting blijft lintvormig aanwezig, maar niet meer dan 50% van het beektraject is beschaduwd. Aandachtspunt op dit traject is het dichtgroeien van de watergang met veenmos, waardoor het veenmos een stuwende werking kan hebben. Vanuit de afdeling Planvorming is de wens aangegeven, afkomstig uit het project Waterparels van de Provincie, om dit traject opnieuw in te richten om het stromende en meanderende karakter te stimuleren. Dit is in ontwikkeling bij afdeling Planvorming van WVE. Periodiek onderhoud WVE - beekloop tweejaarlijks deel bodem en 1 talud vrijmaken van vegetatie, waar mogelijk afvoeren WVE - grotendeels verwijderen van blad en takken, ingelopen en ingespoelde grond WVE - 1x per 5 - 8 jaar deel van de beplanting afzetten Eigenaar Particulieren
Heelsumse Beek, traject 6160 - 6190 Ecologische doelstellingen Open migreerbaar beektraject met natuurlijk profiel. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks beek en taluds voor ¾ deel vrijmaken van vegetatie, waar mogelijk afvoeren WVE - grotendeels verwijderen van takken en blad, ingespoelde en ingelopen grond WVE - verwijderen aanwezige exoten Eigenaar Papierfabriek Schut BV te Heelsum
Wolfhezerbeek, traject 6030 - 6050 Ecologische doelstellingen Een aan de bovenloop gekoppeld beektraject waarin de opgeleide delen zijn hersteld. Waar mogelijk bestaan de aanliggende oevers uit plas-draszones, danwel kwelzones. Het traject is in de zomer en het najaar stagnant. Er vindt geen verdroging plaats en een kroosdek moet worden voorkomen. Periodiek onderhoud WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar afzetten van een deel van de beplanting WVE - jaarlijks de beek en taluds voor ¾ vrijmaken van vegetatie, waar mogelijk afvoeren WVE - grotendeels verwijderen van blad en takken en ingelopen en ingespoelde grond WVE - stagnante en stromende situaties, waar aanwezig, waarborgen Eigenaren Particulieren, Papierfabriek Schut te Heelsum en Gemeente Renkum
Middenbeek, traject 6060 - 6130 Ecologische doelstellingen Beekloop Vegetatie en slibafzetting is te allen tijde aanwezig, echter het plaatselijk stromende karakter wordt gewaarborgd. In de zomer en het najaar zullen in het beektraject en in kommen langs het beektraject stagnante situaties optreden. Oevers In de oevers komen situaties voor van onbemeste, vochtige, plas-drasachtige omstandigheden. Over het gehele traject is variatie tussen beschaduwde en onbeschaduwde beekdelen. Periodiek onderhoud WVE - beek en taluds vrijmaken van vegetatie, waar mogelijk vegetatie afvoeren WVE - grotendeels verwijderen van blad en takken, ingelopen en nagespoelde grond Eigenaar Particulier en Papierfabriek Schut BV te Heelsum
40
41
Heelsumse Beek, traject 6130 - 6150 Ecologische doelstellingen Halfbeschaduwd, open migreerbaar beektraject, inclusief gevarieerde natuurvriendelijke oevers. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks beek en taluds voor ¾ deel vrijmaken van vegetatie, waar mogelijk afvoeren WVE - grotendeels verwijderen van takken en blad, ingespoelde en ingelopen grond Eigenaar Rijkswaterstaat (A50) Gemeente Renkum (rondom wegen) Provincie Gelderland (Bennekomseweg)
Heelsumse Beek, traject 6190 - 6210 Ecologische doelstellingen Beekloop: vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig, echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in de kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Er vinden geen lozingen plaats, landbouwkundig en hobbymatig gebruik geven geen belasting van beek en oevers. Oevers: over het gehele traject komen situaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De aanwezige beplanting in het overige deel van de beek wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject variatie is tussen beschaduwde en onbeschaduwde delen. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks beek en taluds voor ¾ deel vrijmaken van vegetatie, waar mogelijk afvoeren WVE - grotendeels verwijderen van takken en blad WVE - stromend karakter waarborgen Eigenaar Diverse particuliere grondeigenaren
Heelsumse Beek, traject 6150 - 6240 Ecologische doelstellingen Beekloop: vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig, echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in de kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Er vinden geen lozingen plaats, landbouwkundig en hobbymatig gebruik geven geen belasting van beek en oevers. Oevers: over het gehele traject komen situaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De aanwezige beplanting in het overige deel van de beek wordt dusdanig gehandhaafd dat over het gehele traject variatie is tussen beschaduwde en onbeschaduwde delen. Periodiek onderhoud WVE - in sept/okt in de even jaren ‘slordig’ schonen van de beek en taluds aan de noordzijde, de oneven jaren de zuidzijde, waar mogelijk het maaisel afvoeren, dit in overleg met Staatsbosbeheer* WVE - grotendeels verwijderen van takken en blad WVE - stromend karakter waarborgen IVN - knotten van de aanwezige knotbomen, elzen door waterschap Eigenaar Staatsbosbeheer: vrijwel gehele noordzijde beek Diverse particuliere grondeigenaren *B ij de volgende herziening zal dit ‘om en om’ schonen worden geëvalueerd en mogelijk aangepast naar 1x per 3 jaar schonen.
42
43
Heelsumse Beek, traject 6240 - 6270 Ecologische doelstellingen Beekloop: vegetatie en slibafzetting is ten allen tijde aanwezig, echter in dusdanige hoeveelheden dat het stromende karakter gewaarborgd is. Plaatselijk, in de kommen langs het beektraject, mogen stagnante situaties optreden. Er is voldoende ruimte om met de vegetatie te sturen naar grote begroeide, stilstaande en stromende situaties. Het beektraject is migreerbaar. Oevers: Vegetaties van onbemeste vochtige omstandigheden komen voor. De sporadisch aanwezige beplanting wordt als zodanig gehandhaafd. Bij verdere verhouting wordt tot 10% weggehaald. Periodiek onderhoud WVE - 1x per 2 jaar schonen van oevers en natte profiel, waar mogelijk het maaisel afvoeren WVE - eenmaal per 5 - 8 jaar verwijderen van spontane opslag tot 10% WVE - indien nodig zand en slib verwijderen WVE - stromend karakter waarborgen Eigenaar Staatsbosbeheer Opmerking De huidige vispassage bij de Rijn voldoet niet aan de eisen en er is voorgesteld een nieuwe passage te maken in westelijke richting, waardoor het beekwater langer benut wordt in de uiterwaarden. Volgend jaar wordt dit project voorbereid en mogelijk zelfs uitgevoerd.
Heelsumse Beek in de uiterwaarden
44
45
6.3 | Oosterbeekse beken
46
47
Dunobeek, Leigraaf en Beek langs Fonteinallee In het kader van het herstelproject zou deze beek najaar 2008 worden gebaggerd. Door perikelen rond het project zijn de werkzaamheden stopgezet. Ten tijde van het opstellen van dit plan, zijn de vervolgstappen nog onduidelijk.
Dunobeek, traject 4060 - 4080 Ecologische doelstellingen Beschaduwd en stromend beektraject met een groot verval en enkele vijvers waarin enig substraat aanwezig is. Periodiek onderhoud WVE - vijvers 1x per 5 - 8 jaar opschonen WVE - jaarlijks na bladval waar nodig enig handwerk WVE - deels blad en takken in beekloop verwijderen Eigenaar St. Geldersch Landschap
Leigraaf en Beek langs Fonteinallee, traject 4400 - 4180 Ecologische doelstellingen Slootmilieu met plas-drassituaties waar voldoende ruimte aanwezig is om vegetatie deels te sparen. In de watergang zijn veel amfibieën aanwezig. Waterloop wordt nooit geheel uitgemaaid. Het beekwater van de Duno voedt de grachten van Kasteel Doorwerth. Oevers: Er komen vegetaties voor van onbemeste vochtige omstandigheden. De al aanwezige beplanting wordt gehandhaafd. Periodiek onderhoud WVE - jaarlijks schonen van de waterloop en noordelijk talud. 1/3 van de vegetatie in de sloot sparen WVE - maaisel afvoeren, afvoer traject Geldersch Landschap kan naar afgesproken locatie bij Italiaanseweg WVE - aanwezige duikers worden gecontroleerd Eigenaar Diverse particulieren van knooppunt 4460 tot 4360 Staatsbosbeheer van knooppunt 4360 tot 4320 St. Geldersch Landschap van 4320 tot 4180
Traject 4180 - 4000 Ecologische doelstellingen Door kwel gevoede vijvers. Vegetatie en aquatische levensgemeenschappen zijn kenmerkend voor stagnant schoon water. Bovenstrooms gelegen traject is door deels open leiding gekoppeld aan het benedenstroomse deel zodanig dat deze gescheiden is gelegen van de weg. Periodiek onderhoud WVE - vijvers 1x per 5 - 8 jaar opschonen, afhankelijk van uitvoering achterstallig baggeren WVE - takken en blad in de beekloop verwijderen Eigenaar St. Geldersch Landschap van knooppunt 4000 tot 4160 (Italiaanseweg) Staatsbosbeheer van knooppunt 4160 tot 4180 Opmerking voor traject 4180 en 4320 is een leggerwijziging voorgesteld, zodat de primaire watergang niet meer langs de weg loopt, maar parallel langs kasteel Doorwerth. De betrokken partijen hebben geen bezwaar, maar dit moet nog formeel/juridisch geregeld worden in de Legger Renkum. LET OP explosiegevaar door niet ontplofte munitie in de watergangen en/of omgeving 48
49
Seelbeek, traject 3000 - 3280 Ecologische doelstellingen In het brongebied is de bijbehorende vegetatie aanwezig. De beek is zwaar beschaduwd en stromend. Uitloop in uiterwaard is voorzien van plasdraszones, waar voldoende ruimte aanwezig is om vegetatie te sparen. De beek dient zichtbaar te blijven in het bosperceel en duidelijk te worden geaccentueerd. Periodiek onderhoud WVE - indien nodig baggerbepaling en baggeren vijvers WVE - opsnoeien en eventueel afzetten van de beplanting langs de beek WVE - blad en takken in de beekloop verwijderen WVE - najaar maaien benedenloop GL - uitvoeren handwerk bovenloop Eigenaar St. Geldersch Landschap van knooppunt 3000 tot ong. 3080 (Oude Oosterbeekseweg) Gemeente Renkum van knooppunt ong. 3080 tot 3280 LET OP explosiegevaar door niet ontplofte munitie
50
51
Beek op de Hoge Oorsprong In het kader van het herstelproject zou deze beek najaar 2008 worden gebaggerd. Door perikelen rond het project zijn de werkzaamheden stopgezet. Ten tijde van het opstellen van dit plan, zijn de vervolgstappen nog onduidelijk.
Traject 2100 - 2600 Ecologische doelstellingen Half beschaduwd, deels stromend beektraject met goed onderhouden sprengkoppen, vijvers met lande de oevers moerasachtige vegetatie over meer dan ¼ deel van de oeverlengte en voor 50% - 75% beschaduwd. Het water is voor ¼ deel begroeid op ondiepere oeverstroken. Vijvers hebben een redelijke sliblaag, niet dikker dan 25 cm, waar mogelijk een zandbodem en een goed ontwikkelde aquatische levensgemeenschap. Over diverse lange trajecten is een natuurlijk verloop van de beek aanwezig. Beek heeft hoge cultuurhistorische waarden en diverse cultuurhistorische werken zijn hersteld, zoals bijvoorbeeld de stuwen en het grothuisje. Periodiek onderhoud WVE - opsnoeien en eventueel afzetten van de beplanting langs de sprengkop WVE - opschonen sprengkop WVE - verwijderen van blad en takken in beek WVE - controle kunstwerken; stuwen, grothuisje WVE - deels maaien en afvoeren van de kwelzones na bladval WVE - handmatig vrijhouden van vegetatie van het gehele beektraject, voor- en najaar machinaal maaien van de vegetatie van de benedenloop GL - afzetten van knotbomen om de 5 jaar Eigenaar Gemeente Renkum Beheer St. Het Geldersch Landschap
Traject 2600 - 2820 Ecologische doelstellingen Vijvers met langs de oevers moerasachtige vegetatie over meer dan ¼ deel van de oeverlengte en voor ca. 50% beschaduwd. Het water is voor ¼ deel begroeid. Vijvers hebben een redelijke sliblaag en een goed ontwikkelde aquatische levensgemeenschap. De vijvers zijn gekoppeld en met een waterval verbonden met de benedenloop. Benedenstrooms van de vijvers is de beek stromend. Vanaf knooppunt 2748 zijn kwelzones geaccentueerd. Tussen knooppunt 2749 en 2750 is ene goed ontwikkelde overgangszone aanwezig. Vanaf knooppunt 2740 tot aan de uitloop van de Rijn is de beek migreerbaar. Er is een variatie aan biotopen aanwezig. De uitloop in de uiterwaard is voorzien van plasdraszones waar voldoende ruimte aanwezig is om vegetatie te sparen. De knotbomen, staande langs het traject in de uiterwaarden, worden als zodanig onderhouden. Periodiek onderhoud WVE - opsnoeien en eventueel afzetten van de beplanting langs de beekloop WVE - handmatig vrijhouden van het gehele beektraject van vegetatie WVE - verwijderen van takken en blad WVE - nazien van doorstroomprofiel van aanwezige duikers WVE - beekloop en vijvers beschermen tegen teveel inloop Eigenaar Gemeente Renkum van knooppunt 2600 tot 2760 Particulier en BBL van knooppunt 2760 tot 2820 Beheer St. Het Geldersch Landschap LET OP explosiegevaar door niet ontplofte munitie
52
53
Beek op de Hemelse berg en Gielenbeek In het kader van het herstelproject zou deze beek najaar 2008 worden gebaggerd. Door perikelen rond het project zijn de werkzaamheden stopgezet. Ten tijde van het opstellen van dit plan, zijn de vervolgstappen nog onduidelijk.
Beek op de Hemelse berg, traject 1700 - 1780 Ecologische doelstellingen (Half) beschaduwd, deel stromend beektraject. De beek is goed zichtbaar, dus weinig ondergroei. Vijver met langs de oevers moerasachtige vegetatie met aan een zijde een natuurvriendelijke oever. Vijver is voor 60% begroeid met waterplanten. In de praktijk groeit er niet zoveel in de eendjesvijver, waardoor dit percentage niet gehaald wordt. De eendjesvijver en omgeving wordt recreatief intensief gebruikt. De beek en vijver worden gevoed door een bovenstrooms goed zichtbare sprengkop, deze zichtbaar houden. Periodiek onderhoud WVE - opschonen van de sprengkop WVE - controleren beschoeiing en kunstwerken WVE - eerste 1,5 meter vanaf het water van de natuurvriendelijke oever, gemeente overige deel WVE - waterplantenbegroeiing in vijver toestaan tot circa 60% van het oppervlakte, indien nodig varend onderhouden, gelijktijdig met onderhoud natuurvriendelijke oever WVE - indien nodig verwijderen blad en takken WVE - in overleg met gemeente indien nodig onderhoud aan het eilandje in de eendjesvijver Gem - ongewenste opslag verwijderen langs rand van de vijver en jaarlijks 1/5 deel van de beplanting terugsnoeien ten behoeve van beleving vijver en sprengkop Gem - controle en herstel recreatieve voorzieningen Eigenaar Gemeente Renkum
Gielenbeek, traject 1800 - 2840 Ecologische doelstellingen Half beschaduwde, deel stromende beek. De inliggende vijvers hebben moerasachtige oevers met afwisselend beplanting. Sprengkop is duidelijk zichtbaar in terrein aanwezig. De beek zelf is voor ongeveer 25% begroeid. Periodiek onderhoud WVE - handmatig vrijhouden van het gehele beektraject van vegetatie WVE - controleren kunstwerken en vuilroosters WVE - indien nodig verwijderen blad en takken WVE - deels maaien en afvoeren van de kwelzones WVE - nazien van de aanwezige duikers en vuilroosters WVE - onderhoud van kwelzone/drassig terrein in overleg met gemeente verwijderen opslag, zichtbaar houden WVE - openhouden goot naar Slijpbeek in uiterwaard GEM - thv 1880 verschraling vegetatie in stand houden danwel voortzetten GEM - controle en herstel recreatieve voorzieningen Opmerking 1 Bij de sprengkop stonden twee borden, een over de beken en een over de veiligheid. Het bord voor de veiligheid is in de sprengkop beland en recent verwijderd. In overleg met de afdeling communicatie van WVE wordt in het najaar 2008 gekeken hoe deze informatie kan worden gecombineerd tot een bord. Opmerking 2 Kwelzone/drassig terrein in procedure brengen om op te nemen in de Legger. Eigenaar Gemeente Renkum LET OP explosiegevaar door niet ontplofte munitie
54
55
Zuiderbeek In het kader van het herstelproject zou deze beek najaar 2008 worden gebaggerd. Door perikelen rond het project zijn de werkzaamheden stopgezet. Ten tijde van het opstellen van dit plan, zijn de vervolgstappen nog onduidelijk.
Traject 1500 - 1680 Ecologische doelstellingen Halfbeschaduwd, deel stromend beektraject, vijvers met langs de oevers met moerasachtige vegetatie over meer dan 75% van de beekloop. De beek zelf is voor zo’n 25% begroeid. Periodiek onderhoud WVE - opsnoeien en eventueel afzetten van beplanting langs de beek in de winterperiode WVE - controleren kunstwerken in beekloop WVE - handmatig vrijhouden van de beekloop, niet volledig profiel schonen WVE - juli pluksgewijs maaien van lisdodde in vijver bij Benedendorpsweg, najaar 2/3 schonen WVE - verwijderen Reuzenberenklauw en Japans Duizendknoop, in overleg met de gemeente WVE - 2x per jaar vrij maaien goot in uiterwaard GEM - opsnoeien en eventueel afzetten van beplanting langs de beek in de winterperiode Eigenaar Gemeente Renkum Beheerder Gemeente Renkum
Opmerking 1 Gemeente Renkum heet een project in voorbereiding bij de Benedendorpseweg, waarbij een aantal civiele werken bij de weg worden uitgevoerd. De naastgelegen vijver wordt ook betrokken bij dit plan. Hierover zal overleg plaatsvinden met het waterschap. Opmerking 2 Binnen het waterschap worden plannen voorbereid om de goot in de uiterwaard te verwijderen en een natuurvriendelijke inrichting te realiseren. LET OP explosiegevaar door niet ontplofte munitie
Zuiderbeek
56
57
Slijpbeek, traject 1090 - 2800 Ecologische doelstellingen Het beektraject is migreerbaar en voorzien van plasdraszones. Het stromende karakter blijft gewaarborgd. Plaatselijk mogen stagnante situaties optreden. Oevers natuurvriendelijke ingericht en enige beplanting is aanwezig. Periodiek onderhoud WVE - aanwezige beplanting opsnoeien en/of afzetten WVE - controleren kunstwerken WVE - najaar maaien beekprofiel, indien mogelijk afvoeren om verruiging van de oevers te voorkomen Eigenaar Fortis Verzekeringen NV Beheerder De gronden worden mogelijk in de looptijd van dit plan overgedragen aan St. Het Geldersch Landschap Opmerking Rijkswaterstaat heeft plannen voor herinrichting Rosandepolder (uiterwaarden) in het kader van Ruimte voor de Rivier.
58
59
Notities en opmerkingen
60
61
Bijlage A
62
| Onderhoudskaarten
63
Uitgave van Waterschap Vallei & Eem, Fokkerstraat 16, 3830 AJ Leusden Telefoon 033 - 43 46 000 E-mail
[email protected] Internet www.wve.nl Tekst Carina Otte, Afdeling Realisatie Watersystemen Foto’s en kaarten www.geocities.com, medewerkers waterschap Vormgeving en druk Afdeling Algemene Zaken, team Communicatie December 2009 Waterschappen zijn overheidsorganisaties die zorgen voor veilige dijken, optimale waterstanden en schoon water in sloten, plassen en kanalen. Waterschap Vallei & Eem doet dit in het gebied tussen de Utrechtse Heuvelrug, de randmeren, de Veluwe en de Nederrijn.`