Woord vooraf
Deze vertaling van Jozua heeft een relatief lange geschiedenis achter de rug maar uiteindelijk ‘is het er toch van gekomen’. Als men van relativeren houdt: we weten ons daarin verbonden met de tekst van de Bijbel zelf, in het bijzonder het boek Jozua, dat de lezer hier in handen heeft. De tekstgeschiedenis van Jozua is reuze-interessant: Hebreeuwse en Griekse tekst vertonen grote verschillen. Het is verleidelijk om in de interessante discussies daarover ook als vertaler je zegje te doen.Wij hebben ervoor gekozen om ons aan de Hebreeuwse tekst te houden en – goed Amsterdams – de Endgestalt van de tekst prioriteit te geven. We hebben geprobeerd om de litteraire patronen in Jozua op te sporen en aan de lezer over te brengen. Met het oog daarop wilden we een idiolecte vertaling maken. Met idiolect bedoelen wij hier dat de vertaler oog heeft voor het eigene, het idion van de tekst in de brontaal en voor dat idion in de doeltaal een nieuwe vorm schept. Voor alle duidelijkheid: idiolect is dus wat anders dan concordant. In onze opvatting van concordantie wordt een bepaald Hebreeuws woord zo veel mogelijk door een vast Nederlands woord overgezet. De semantische velden van de Hebreeuwse en Nederlandse woorden overlappen elkaar niet helemaal. Of soms zelfs helemaal niet. Concordantie hebben we vooral daar betracht waar dat functioneel is. En dat blijkt vaak het geval te zijn.
5
Wij hebben de vertaling op een beperkt aantal plaatsen voorzien van enig commentaar. Dat is vooral taalkundig van aard. Voor theologische toelichting verwijzen we graag naar Cahier 24 van ACEBT over Jozua (Skandalon 2009, 202 pp.) en naar de commentaar op Jozua in de serie ‘Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel’ die in het kielzog van deze vertaling uitkomt. Waarmee we niet gezegd hebben dat er bij de vertaling geen aandacht is geweest voor de theologische lijnen: die worden juist in deze wijze van vertalen herkenbaar gemaakt. De exegeet en de lezer mogen de volgende stappen zetten. Het boek Jozua is rijk aan geografische namen.We hebben vanwege de herkenbaarheid in de weergave ervan ons aangesloten bij de schrijfwijze die Het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting in hun uitgaven hanteren. Het Tetragram, de vierletterige Godsnaam, hebben we consequent weergegeven als JHWH. Daarmee zijn we trouw aan de Hebreeuwse geschreven tekst en geven we de lezer alle vrijheid zijn/haar keuze in aanspreekvorm te maken. Net als andere uitgaven van vertalingen die onder auspiciën van de Societas Hebraica Amstelodamensis zijn gemaakt, is de tekst, in navolging van Martin Buber, kolometrisch afgedrukt.
13-0186 JON Jozua.indd 5
21-10-13 10:24
Om budgettaire reden zagen we ditmaal tot onze spijt ervan af om de Hebreeuwse tekst parallel op te nemen, zoals we dat bij de voorgaande uitgaven wel konden doen. Daarbij zijn wij dankbaar voor de financiële bijdrage van het Nederlands Bijbelgenootschap, waardoor deze uitgave mede mogelijk gemaakt werd en ook kijken we terug op een prettige samenwerking met de uitgever. 6
We begonnen met de lange weg die is afgelegd eer het tot afronding van deze vertaling kwam.Vertalers kwamen en gingen. Een van hen, Arie Lambo, overleed in de betreffende periode. Marieke den Braber, die in 2010 aan de Vrije Universiteit op een studie over Jozua promoveerde, voegde zich bij het vertaalteam, toen de basisvertaling al voltooid was. Zij was bereid de tekst grondig door te nemen op inconsequenties die onvermijdelijk op zo’n lang traject in de tekst sluipen. Zo tekenen voor deze vertaling: Evert van den Berg, Karel Deurloo, Mirjam Elbers, Arie Lambo (1931-2011), Piet van Midden, Willien van Wieringen en Marieke den Braber die de vertaling controleerde.
13-0186 JON Jozua.indd 6
21-10-13 10:24
Hoofdstuk 1 1 Het geschiedde na de dood van Mozes, de dienstknecht van JHWH, dat JHWH tegen Jozua, de zoon van Nun, de assistent van Mozes, zei: 2 Mozes mijn dienstknecht is dood. Nu dan, sta op, trek over de Jordaan hier jij en heel dit volk naar het land dat ik aan hen, aan de kinderen van Israël geef. 3 Iedere plaats die jullie voetzool zal betreden die geef ik jullie zoals ik gesproken heb tot Mozes. 4 Van de woestijn af en de Libanon ginds tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat heel het land van de Hethieten tot aan de grote zee waar de zon ondergaat zal jullie gebied zijn. 5 Niemand zal je kunnen weerstaan alle dagen van je leven. Zoals ik met Mozes geweest ben zal ik met jou zijn. Ik zal je niet begeven en je niet verlaten. 6 Wees sterk en standvastig jij zult dit volk het land immers doen beërven dat ik hun vaderen gezworen heb hun te zullen geven. 7 Alleen, wees sterk en zeer standvastig zodat je zorgvuldig kunt handelen naar heel het onderricht dat Mozes mijn dienstknecht je heeft geboden. Wijk daarvan niet af niet naar rechts en niet naar links om te kunnen slagen overal waar je gaat. 8 Het boek van dit onderricht mag niet verdwijnen uit je mond maar reciteer1 het dag en nacht om zorgvuldig te kunnen handelen naar al wat daarin geschreven is want dán zal het je lukken op je weg dán zul je slagen. 9 Heb ik je niet geboden: wees sterk en standvastig
7
1 Het hoorbaar prevelen van de tekst; zie ook Ps. 1: 2.
13-0186 JON Jozua.indd 7
21-10-13 10:24
8
laat je niet overrompelen, laat je niet verschrikken want JHWH je god is met je overal waar je gaat. 10 Toen gebood Jozua de opzichters van het volk: 11 Trek midden door de legerplaats en gebied het volk: ‘Bereid proviand want binnen drie dagen zul je de Jordaan hier overtrekken om het land in bezit te gaan nemen dat JHWH jullie god je geeft om het in bezit te nemen.’ 12 Tegen de Rubenieten en de Gadieten en de halve stam van Manasse zei Jozua evenwel: 13 Gedenk het woord dat Mozes de dienstknecht van JHWH jullie heeft geboden: JHWH jullie god schenkt jullie rust en heeft jullie dit land gegeven. 14 Jullie vrouwen, je kroost en je vee mogen blijven in het land dat Mozes jullie gegeven heeft aan deze kant van de Jordaan maar jullie zullen klaar voor de strijd overtrekken aan de spits van jullie broeders allen krachtige helden jullie zullen hen helpen 15 totdat JHWH rust schenkt aan je broeders net als aan jullie en totdat ook zij het land in bezit hebben genomen dat JHWH jullie God aan hen geeft. Dan kun je terugkeren naar het land jullie bezit om het blijvend te bezitten. Mozes, de dienstknecht van JHWH, heeft het aan jullie gegeven aan de overkant van de Jordaan waar de zon opgaat. 16 Zij antwoordden Jozua: Alles wat je ons geboden hebt, zullen we doen en overal waar je ons heen stuurt, daar gaan we heen. 17 Zoals wij in alles naar Mozes gehoord hebben zo zullen we horen naar jou. Alleen, moge JHWH je god met je zijn zoals hij met Mozes is geweest. 18 Ieder die in opstand komt tegen jouw gezag en niet hoort naar je woorden
13-0186 JON Jozua.indd 8
21-10-13 10:24
in alles wat je hem gebiedt die zal ter dood gebracht worden. Alleen, wees sterk en standvastig!
Hoofdstuk 2 1 Jozua, de zoon van Nun, zond vanuit Sittim in het geheim twee mannen uit als verkenners en zei: Ga, bezie het land en wel Jericho. Zij gingen en kwamen in het huis van een vrouw, een hoer – haar naam was Rachab – daar legden zij zich neer. 2 Toen werd de koning van Jericho gerapporteerd: Vannacht zijn hier mannen gekomen van de kinderen van Israël om het land te verspieden. 3 De koning van Jericho zond [boden] naar Rachab om te zeggen: Naar buiten met die mannen die bij je zijn gekomen die in je huis zijn gekomen want om het hele land te verkennen zijn ze gekomen! 4 Maar de vrouw nam [snel] die twee mannen en liet ze onderduiken ze zei: Zeker, die mannen zijn bij mij gekomen maar ik weet niet waarvandaan. 5 Toen de poort op sluiten stond – het werd donker – zijn die mannen naar buiten gegaan. Ik weet niet waar die mannen heen zijn gegaan achtervolg ze, vlug nu kun je ze nog inhalen! 6 Maar zij had hen naar boven, naar het dak gebracht en hen verstopt onder de vlasstengels die ze in rijen op het dak had liggen. 7 De mannen achtervolgden hen de weg op naar de Jordaan tot aan de oversteekplaatsen en de poort, die had men gesloten zodra degenen die hen achtervolgden naar buiten waren gegaan. 8 Maar naar hen [de twee mannen] voordat zij ze zich zouden neerleggen naar hen ging zij toe boven op het dak.
13-0186 JON Jozua.indd 9
9
21-10-13 10:24
10
9 Ze zei tegen de mannen: Ik weet JHWH heeft jullie het land gegeven paniek voor jullie heeft ons overvallen alle inwoners van het land beven voor jullie. 10 Want wij hebben gehoord hoe JHWH de wateren van de Schelfzee voor jullie uit deed opdrogen toen jullie uittrokken uit Egypte en wat jullie hebben gedaan met de twee koningen van de Amorieten aan de overkant van de Jordaan met Sichon en Og, die jullie getroffen hebben met de banvloek. 11 Toen wij dat hoorden versmolt ons hart en bleef bij niemand enige geestkracht overeind vanwege jullie. Werkelijk, JHWH jullie god hij is god in de hemel boven en op aarde beneden. 12 Welnu, zweer mij toch bij JHWH – nu ik jullie solidariteit bewezen heb – dat ook jullie solidariteit zullen bewijzen aan mijn vaderhuis. Geef mij een teken van trouw. 13 Laat mijn vader, mijn moeder, mijn broers, mijn zusters in leven en al wat hun toebehoort: Red onze levens van de dood! 14 De mannen zeiden tegen haar: Wijzelf staan voor jullie in, ten dode toe Als jullie van dit woord van ons maar geen melding maken! Wanneer dan JHWH ons het land geeft dan zullen wij aan jou solidariteit en trouw bewijzen. 15 Zij liet hen aan een touw afdalen door het venster want haar huis lag op de rand van de muur. Op de muur woonde ze. 16 Ze zei tegen hen: Naar het gebergte moeten jullie gaan anders zouden de achtervolgers jullie kunnen treffen. Verberg je daar drie dagen tot de achtervolgers zijn teruggekeerd daarna kunnen jullie je eigen weg gaan. 17 De mannen zeiden tegen haar Zó zullen wij vrij zijn van deze eed aan jou die je ons hebt laten zweren: 18 Op het moment dat wij in het land komen
13-0186 JON Jozua.indd 10
21-10-13 10:24
dan moet je dit koord van scharlakenrode draad2 gebonden hebben aan het venster waarlangs jij ons hebt laten afdalen. Je vader, je moeder, je broers, heel je vaderhuis die moet je bijeenbrengen bij jou in huis. 19 Dan gaat het zo: ieder die uit de deur van jouw huis naar buiten komt diens bloed zal op zijn eigen hoofd zijn en wij gaan vrijuit. Maar ieder die bij jou in huis zal zijn diens bloed zal op óns hoofd zijn als iemand de hand aan hem slaat. 20 Maar als jij melding maakt van dit woord van ons dan zullen wij vrij zijn van de eed aan jou die je ons hebt laten zweren. 21 Ze zei: Volgens jullie woorden, zo gebeurt het. Ze liet hen gaan en zij gingen weg. Ze bond het scharlakenrode koord aan het venster. 22 Zij gingen weg en kwamen in het gebergte en bleven daar drie dagen tot de achtervolgers waren teruggekeerd. De achtervolgers zochten de hele weg af: ze vonden niets. 23 Toen keerden de twee mannen terug ze daalden af uit het gebergte staken over en kwamen bij Jozua de zoon van Nun. Ze vertelden hem al hun bevindingen. 24 Ze zeiden tegen Jozua: Werkelijk, JHWH heeft het hele land in onze hand gegeven: alle bewoners van het land, ze beven voor ons!
11
Hoofdstuk 3 1 Jozua stond ’s morgens vroeg op. Zij braken op van Sittim3 en kwamen bij de Jordaan hij en alle kinderen van Israël en zij overnachtten daar voor ze zouden overtrekken. 2 Het geschiedde na verloop van drie dagen dat de opzichters midden door de legerplaats trokken.
2 Vgl. Gen. 38:28; Hgl.4:3. 3 Vgl. Num. 25:1; Joz. 2:1;3:1.
13-0186 JON Jozua.indd 11
21-10-13 10:24
12
3 Zij geboden het volk: Zodra jullie de ark van het verbond van JHWH je god zien en de priesterlevieten die haar dragen dan moeten jullie van je plaats opbreken en achter haar aan gaan 4 – alleen, laat er tussen jullie en haar een afstand zijn van tweeduizend el afgepast. Kom er niet dichter bij – om de weg te weten waarop je moet gaan want over die weg zijn jullie gisteren noch eergisteren getrokken. 5 En Jozua zei tegen het volk: Heilig je want morgen zal JHWH in jullie midden wonderen doen. 6 Jozua zei tegen de priesters: Til de ark van het verbond op en trek over voor het volk uit Ze tilden de ark van het verbond op en gingen voor het volk uit. 7 JHWH zei tegen Jozua: Vandaag zal ik beginnen je groot te maken in de ogen van heel Israël opdat ze weten dat ik met jou zal zijn zoals ik met Mozes ben geweest. 8 En jij, gebied de priesters die de ark van het verbond dragen: ‘Zodra jullie aan de rand van het water van de Jordaan komen blijf dan aan de Jordaan staan.’ 9 Jozua zei tegen de kinderen van Israël: Kom naderbij en hoor de woorden van JHWH jullie god. 10 Jozua zei: Hierdoor zul je weten dat de levende god in je midden is en dat hij de Kanaänieten, de Hethieten, de Chiwwieten, de Perizzieten, de Girgasieten, de Amorieten en de Jebusieten hun bezit hun zeker zal ontnemen. 11 Zie, de ark van het verbond van de heer van de hele aarde trekt voor jullie uit over de Jordaan. 12 En nu, jullie, neem twaalf mannen uit de stammen van Israël uit iedere stam één. 13 Het zal geschieden
13-0186 JON Jozua.indd 12
21-10-13 10:24
zodra de voetzolen van de priesters die de ark dragen van JHWH, de heer van de hele aarde, rust houden in het water van de Jordaan dan zal het water van de Jordaan worden afgesneden het water dat van de bovenloop neerstroomt, zal blijven staan als één dam.4 14 Het geschiedde toen het volk opbrak uit zijn tenten om de Jordaan over te trekken – de priesters, de dragers van de ark van het verbond voor het volk uit – 15 en zodra die dragers van de ark bij de Jordaan kwamen en de voeten van de priesters die de ark droegen ondergedompeld waren, aan de rand van het water – de Jordaan staat over al zijn oevergebieden heen alle dagen van de oogst vol – 16 dat [toen] het water bleef staan dat neerstroomt van de kant van de bovenloop het stond als één dam zeer ver [tot] bij Adam de stad die terzijde van Saretan ligt en aan wat neerstroomt naar de zee van de vlakte, de Zoutzee, kwam een eind het was afgesneden. Zo trok het volk over tegenover Jericho. 17 De priesters, die de ark van het verbond van JHWH droegen, bleven staan stevig op de bodem midden in de Jordaan en heel Israël trok over die bodem tot de hele natie5 het overtrekken van de Jordaan tot een goed einde had gebracht.
13
Hoofdstuk 4 1 Het geschiedde zodra de hele natie het overtrekken van de Jordaan tot een goed einde had gebracht dat JHWH tot Jozua zei: 2 Nemen jullie uit het volk twaalf mannen één man per stam 3 en gebied hun:
4 Vgl. Ex. 15:8. 5 Hebreeuws: goj.
13-0186 JON Jozua.indd 13
21-10-13 10:24
14
‘Jullie moeten hiervandaan midden uit de Jordaan van de plaats waar de voeten van de priesters vast staan optillen: twaalf stenen. Neem die met je mee naar de overkant en leg ze neer in de overnachtingsplaats waar jullie vannacht zullen overnachten.’ 4: 4 Toen riep Jozua die twaalf man die hij onder de kinderen van Israël had vastgesteld één man per stam. 5 Jozua zei tot hen: Trek over voor de ark van JHWH jullie god uit naar het midden van de Jordaan. Elk moet daar één steen op zijn schouder heffen naar het getal van de stammen van de kinderen van Israël 6 met het oogmerk dat dit een teken wordt in jullie midden. Wanneer jullie kinderen later vragen: ‘Wat betekenen deze stenen voor jullie?’ 7 dan moeten jullie hun zeggen: ‘Dat het water van de Jordaan werd afgesneden voor de ark van het verbond van JHWH uit. Toen die de Jordaan overtrok werd het water van de Jordaan afgesneden.’ Deze stenen zijn tot gedachtenis voor de kinderen van Israël voor altijd. 8 Zo deden de kinderen van Israël naar wat Jozua geboden had: ze tilden twaalf stenen uit het midden van de Jordaan – zoals JHWH tot Jozua gesproken had – naar het getal van de twaalf stammen van de kinderen van Israël en namen die met zich mee naar de overkant naar overnachtingsplaats en legden ze daar neer. 9 Twaalf stenen had Jozua opgericht in het midden van de Jordaan op de plaats waar gestaan hadden de voeten van de priesters die de ark van het verbond droegen. Ze zijn daar tot op de dag van vandaag. 10 De priesters die de ark van het verbond droegen stonden stil in het midden van de Jordaan totdat alles een goed einde had gevonden wat JHWH aan Jozua geboden had tot het volk te spreken naar al wat Mozes Jozua had geboden. Haastig trok het volk over. 11 Het geschiedde toen het hele volk het overtrekken tot een goed einde had gebracht
13-0186 JON Jozua.indd 14
21-10-13 10:24