Epidemiologische mededelingen
Het influenzaseizoen 2001/’02 en de vaccinsamenstelling voor het seizoen 2002/’03 g.f.rimmelzwaan, j.c.de jong, a.i.m.bartelds, b.wilbrink, r.a.m.fouchier en a.d.m.e.osterhaus influenzasurveillance in nederland In Nederland wordt de influenzasurveillance uitgevoerd door het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) te Utrecht en het Nationaal Influenza Centrum (NIC), dat een samenwerkingsverband is van het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) te Bilthoven. Bij de continue morbiditeitsregistratie van het NIVEL registreren de circa 45 huisartspeilstations onder andere wekelijks het aantal patiënten met een influenza-achtig ziektebeeld (IAZ). Het NIVEL berekent hieruit een incidentie die de klinische influenza-activiteit weerspiegelt. Daarnaast verzenden genoemde peilstations neus-/keelwatten van patiënten met een acute respiratoire aandoening naar het NIC. De hieruit geïsoleerde influenzavirussen en de stammen uit andere virologische laboratoria worden daar verder geanalyseerd en vergeleken met buitenlandse influenzavirusstammen, waaronder die welke in de vaccins zijn gebruikt. De geïntegreerde epidemiologische en virologische informatie wordt gedurende het seizoen regelmatig doorgegeven aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), aan het European Influenza Surveillance Scheme (EISS) en via de Nieuwsbrief Influenza-surveillance aan andere geïnteresseerden. In februari wordt een samenvattend rapport uitgebracht aan de WHO, die mede op grond van deze gegevens een advies opstelt voor de vaccinsamenstelling voor het volgende influenzaseizoen. de influenza-epidemie van 2001/’02 Evenals in het vorige seizoen 2000/’01 was de influenzaepidemie van 2001/’02 van een geringe omvang (figuur 1). De eerste voorbode van influenza-activiteit was de isolatie in week 44 van 2001 van een influenza-A(H3N2)-virus bij een 64-jarige man die na een verblijf in Turkije werd opgenomen op de intensive-careafdeling van het Vrije Universiteit Medisch Centrum wegens een Erasmus Medisch Centrum, afd. Virologie, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam. Dr.G.F.Rimmelzwaan, dr.J.C.de Jong, dr.R.A.M.Fouchier en prof.dr. A.D.M.E.Osterhaus, virologen. Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg, Utrecht. A.I.M.Bartelds, huisarts en coördinator peilstations. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Laboratorium voor Infectieziektendiagnostiek en Screening, Bilthoven. Dr.B.Wilbrink, viroloog. Correspondentieadres: dr.G.F.Rimmelzwaan (
[email protected]. eur.nl).
1846
Ned Tijdschr Geneeskd 2002 28 september;146(39)
samenvatting Evenals in het seizoen 2000/’01 had de influenza-epidemie van 2001/’02 een geringe omvang. De epidemie begon in week 2 van 2002, toen het netwerk van peilstationhuisartsen van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) een toename van de klinische influenza-activiteit registreerde, vooral door influenza-A-virussen van het H3N2subtype, alle nauw verwant aan de vaccinreferentiestam, A/Moscow/10/99. De influenza-A/H1- en -B-virussen die in het seizoen 2001/’02 werden geïsoleerd, bleken verrassende variaties te hebben. De influenza-B-virussen waren afkomstig van twee verschillende lijnen van influenza-B-virussen. Virussen van de B/Yamagata/16/88-lijn hebben de laatste 12 jaar gecirculeerd; de vaccinreferentiestam B/Sichuan/379/99 behoort tot deze lijn. De B/Victoria/2/87-lijn is na afwezigheid van 10 jaar weer in Europa opgedoken en droeg voor 50% bij aan de influenza-B-virussen die in Nederland werden geïsoleerd. Het vaccin zal dus tegen influenza B slechts gedeeltelijk hebben beschermd. Het enige influenza-A/H1-virusisolaat bleek tot een nieuw subtype te behoren: H1N2. Het H1-hemagglutinine hiervan kwam nauw overeen met dat van de vaccinreferentiestam A/New Caledonia/20/99. Het N2-neuraminidase was afkomstig van recente humane influenza-A/H3N2-virussen. Het vaccin zal dus ook tegen dit nieuwe subtype H1N2 goede bescherming hebben geboden. Mede op basis van deze gegevens heeft de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen dat de vaccins voor influenzaseizoen 2002/’03 de volgende of vergelijkbare stammen dienen te bevatten: A/Moscow/10/99 (H3N2), A/New Caledonia/20/99 (H1N1) en B/Hong Kong/330/01. Laatstgenoemd virus behoort tot de B/Victoria/2/87-lijn.
respiratoire insufficiëntie bij chronisch obstructieve longziekte. In die periode was er overigens nog geen verheffing van de klinische influenza-activiteit (figuur 2). Pas vanaf week 2 van 2002 werd een toename waargenomen van de incidentie van patiënten met een IAZ, die een piekwaarde bereikte tussen week 7 en 10. De IAZfrequentie bedroeg in die weken tussen de 11,8 en 12,7 per 10.000 inwoners. De toename in klinische influenza-activiteit onder huisartspatiënten ging gepaard met een toename van het aantal influenzavirussen dat werd geïsoleerd (figuur 2). Van de in totaal 367 virusisolaten die in het seizoen 2001/’02 bij het NIC werden aangemeld, bleken er 319 (86,9%) van het A-type. Daarvan werden er 278 getypeerd als een H3N2-virus, 40 waren ontypeerbaar omdat het virus niet te kweken was en 1 bleek van het H1N2subtype (waarover verderop meer). 48 van de aangemelde virusisolaten waren van het B-type. Deze werden vooral tussen week 9 en week 15 geïsoleerd en behoor-
35
25 20 15 10
2001/’02
5
2000/’01
0 40
42
44
46
48
50
52
2
4
6
8 10 12 weeknummer
figuur 1. Klinische influenza-activiteit in Nederland in de seizoenen 1999/2000, 2000/’01 en 2001/’02, weergegeven als het aantal patiënten met een influenza-achtig ziektebeeld (IAZ) per 10.000 inwoners per week zoals geregistreerd door de peilstationhuisartsen van Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) voor de continue morbiditeitsregistratie.
den tot 2 verschillende lijnen van influenza-B-virussen (waarover verderop meer). Van de 367 isolaten waren 24 afkomstig van patiënten die één van de NIVEL-peilstationhuisartsen consulteerden en 343 van ziekenhuispatiënten. karakterisering van de geïsoleerde influenzavirussen en de beschermende werking van het vaccin Influenza-A/H1-virussen. In week 10 van 2002 werd het enige virus geïsoleerd met een hemagglutinine van het H1-subtype, stam A/Nederland/352/02 (zie figuur 2). Zoals in tabel 1 is te zien kwamen in de hemagglutinatieremmingstest (HAR) de antigene eigenschapppen van 45
40
40
aantal isolaten
35
30
30 25 20 20 15 10
10
aantal IAZ’s per 10 000 inwoners
aantal IAZ’s per 10 000 inwoners
1999/2000
30
dit virus nauw overeen met de vaccinstam A/New Caledonia/22/99 (IVR-116): antilichamen opgewekt tegen de vaccinstam reageerden even goed met de veldstam A/Nederland/352/02 als met de vaccinstam zelf. Het neuraminidase van de stam A/Nederland/352/02 was wel bijzonder. Tot nu toe droegen humane influenzavirussen met een H1-subtype een neuraminidase-eiwit van het N1-subtype. Dit soort virussen heeft gecirculeerd in de periode 1918-1957 en vervolgens weer vanaf 1977. Ook tijdens het vorige influenzaseizoen was er wat influenza-activiteit veroorzaakt door virussen van dit subtype.1 Na rapportage over het vóórkomen van influenzavirussen van het H1N2-subtype in een aantal andere landen, waaronder Egypte, Israël, Canada, Frankrijk en Groot-Brittannië, werd besloten om ook de nucleotidevolgorde van het neuraminidasegen van A/Nederland/352/02 te bepalen. Uit deze analyse bleek dat het neuraminidase van dit virus inderdaad nauw verwant is aan dat van humane virussen van het H3N2-subtype. Het lijkt erop dat H1N1- en H3N2-virussen genetisch materiaal hebben uitgewisseld (reassortering) na een dubbelinfectie van één individu. Op basis van deze informatie kan men er overigens van uitgaan dat het vaccin optimale protectie heeft geboden tegen het nieuwe H1N2-subtype. Het trivalente influenzavaccin bevat immers zowel de juiste H1-component (als onderdeel van het H1N1-vaccinvirus) als de juiste N2-component (als onderdeel van het H3N2-vaccinvirus). Influenza-A(H3N2)-virussen. De influenzavirussen van het A/H3N2-subtype lieten in het seizoen 2001/’02 weinig verrassingen zien. Alle geïsoleerde virussen van dit subtype bleken nauw verwant aan de vaccinstam en de vaccinreferentiestam voor dit subtype, respectievelijk A/Panama/2007/99 (RESVIR-17) en A/Moscow/10/99. Zoals tabel 1 laat zien, vertoonden antisera opgewekt tegen deze stammen een goede reactiviteit met de epidemische stammen van dit seizoen, A/Nederland/001/02 en A/Nederland/120/02.
5 0
0 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 weeknummer
figuur 2. Het totale aantal virusisolaten en hun (sub)type dat per week bij het Nationaal Influenza Centrum (NIC) werd aangemeld in het seizoen 2001/’02 (balken af te lezen op de linker verticale as): B-stam ( ); A/H3-stam ( ); A/H1-stam ( ); ongetypeerde A-stam ( ). De curve geeft het verloop van het aantal influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) per 10.000 inwoners per week weer (af te lezen op de rechter verticale as). De gegevens werden verzameld door de peilstationhuisartsen van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) voor de continue morbiditeitsregistratie. Ned Tijdschr Geneeskd 2002 28 september;146(39)
1847
1. Karakterisering van Nederlandse influenzavirusisolaten uit het seizoen 2001/’02 en beschermende werking van het toegepaste vaccin. Aangegeven zijn de titerwaarden gevonden in een kruishemagglutinatieremmingstest (HAR*) van een aantal referentie-influenzavirusstammen, inclusief de vaccinstammen, en een aantal representatieve Nederlandse influenzavirusisolaten
TABEL
stam
HAR-titer in serum van fretten geïnfecteerd met
A/H1-virus
rJoh/ 96
rBei/ 95
rNC/ 99
N300/ 00
N306/ 00
N352/ 02
r-A/Johannesburg/82/96¶ r-A/Beijing/262/95† r-A/New Caledonia/20/99‡ A/Nederland/300/00 (1999/’00) A/Nederland/306/00 (2000/’01) A/Nederland/352/02 (2001/’02)
1 280 160 40 80 40 20
< 10 1 280 40 40 < 10 40
40 640 1 280 1 280 640 1 280
40 640 1 280 2 560 1 280 640
< 10 80 160 320 320 160
40 640 640 640 640 640
A/H3N2-virus
rSyd/ 97
rPan/ 99
Mos/ 99
N301/ 99
N118/ 01
N001/ 02
r-A/Sydney/5/97§ r-Panama/2007/99|| A/Moscow/10/99q A/Nederland/301/99 (1999/’00) A/Nederland/118/01 (2000/’01) A/Nederland/001/02 (2001/’02) A/Nederland/120/02 (2001/’02)
1 280 1 280 640 640 1 280 160 1 280
1 280 2 560 320 1 280 2 560 320 1 280
640 1 280 1 280 1 280 1 280 640 1 280
640 2 560 640 1 280 1 280 640 1 280
1 280 2 560 1 280 1 280 1 280 320 1 280
320 2 560 320 1 280 1 280 640 1 280
B-virus
Sich/ 99
Shan/ 97
HK493/ 01
HK330/ 01
N290/ 00
N083/ 01
N151/ 01
N080/ 02
B/Sichuan/379/99** B/Shangdong/7/97†† B/Hong Kong/493/01‡‡ B/Hong Kong/330/01§§ B/Nederland/290/00 (1999/’00) B/Nederland/083/01 (2000/’01) B/Nederland/151/01 (2001/’02) B/Nederland/080/02 (2001/’02)
2 560 < 10 < 10 40 1 280 640 < 10 640
10 640 640 40 < 10 < 10 320 < 10
40 160 320 320 20 80 160 < 10
20 80 80 160 20 < 10 160 < 10
80 < 10 40 40 640 640 20 640
80 < 10 20 20 1 280 640 < 10 320
40 160 160 80 40 20 160 20
40 < 10 10 < 10 640 160 < 10 640
*De HAR-titer is de omgekeerde waarde van de hoogste verdunning van het frettenantiserum in de betreffende kolom die de hemagglutinatie van kalkoenenerytrocyten door een standaarddosis van het influenzavirus in de betreffende rij nog juist volledig remt. Binnen één kolom zijn HAR-titerverschillen van tenminste een factor 4 van betekenis. De homologe HAR-titers zijn cursief weergegeven. *Influenzavirusstam NIB-39, een reassortant van A/Johannesburg/92/96, was de vaccinstam voor het seizoen 1997/’98. ¶Influenzavirusstam X-127, een reassortant van A/Beijing/262/95, was de vaccinstam voor de seizoenen 1998/’99 en 1999/2000. ‡Influenzavirusstam IVR-116, een reassortant van A/New Caledonia/20/99, was de vaccinstam voor de seizoenen 2000/’01 en 2001/’02. §Influenzavirusstam IVR-108, een reassortant van A/Sydney/5/97, was de vaccinstam voor de seizoenen 1998/’99 en 1999/2000. ||Influenzavirusstam RESVIR-17, een reassortant van A/Panama/2007/99, was de vaccinstam voor de seizoenen 2000/’01 en 2001/’02. qA/Moscow/10/99 was de WHO-vaccinreferentiestam in de seizoenen 2000/’01 en 2001/’02. **B/Sichuan/379/99 was de WHO-vaccinreferentiestam in het seizoen 2001/’02. ††B/Shangdong/7/97 was de vaccinstam voor Azië in het seizoen 1998/’99. ‡‡B/Hong Kong/493/01 is een recente epidemische stam uit de B/Victoria/2/87-lijn afkomstig uit Azië met nauwe overeenkomsten met B/Hong Kong/330/01, de vaccinstam voor het seizoen 2002/’03. §§B/Hong Kong/330/01 is de WHO-vaccinreferentiestam voor het seizoen 2002/’03.
De titerverschillen tussen deze 2 stammen zijn het resultaat van verschillen in aviditeit: alle titers tegen A/Nederland/001/02, inclusief die van het antiserum tegen A/Nederland/001/02 zelf, waren lager dan tegen stam A/Nederland/120/02. Verreweg de meeste influenza-A/H3N2-virussen vertoonden een reactiepatroon dat vergelijkbaar is met dat van A/Nederland/120/02. Gezien de goede overeenkomsten met de vaccinstam kan geconcludeerd worden dat het vaccin optimale bescherming zal hebben geboden tegen de epidemische stammen van dit subtype. Influenza-B-virussen. Ook met de influenza-B-virussen die dit seizoen in Nederland werden aangetroffen was er iets bijzonders aan de hand. Er bestaan sinds lange tijd 2 lijnen van influenza-B-virussen. De eerste, ver1848
Ned Tijdschr Geneeskd 2002 28 september;146(39)
tegenwoordigd door de influenzavirussen B/Yamagata/16/88 en B/Beijing/184/93 (de vaccinreferentiestam van 1995-2001), wordt de laatste jaren wereldwijd aangetroffen. De andere lijn, vertegenwoordigd door de stam B/Victoria/2/87, heeft wereldwijd gecirculeerd tot 1991. In het influenzaseizoen 1991/’92 werd dit type virus nog aangetroffen in Azië en Amerika, maar niet meer in Europa. Daarna werd deze lijn van virussen nergens meer waargenomen. Echter, in 1996 verscheen de B/Victoria/2/87-lijn weer in Azië, hetgeen de WHO er in 1999 toe bracht om voor deze regio een alternatieve vaccinsamenstelling te adviseren met de B/Victoria/2/87-achtige vaccinstam B/Shangdong/7/97. Tot 2001/’02 werd deze lijn niet in Europa gesignaleerd. Als een van de eersten in Europa
vaccinsamenstelling voor het seizoen 2002/’03 Op 6 februari werd de jaarlijkse vergadering van de WHO over de vaccinsamenstelling voor het influenzaseizoen 2002/’03 gehouden. De bevindingen van de referentielaboratoria van het wereldwijde WHO-netwerk kwamen grotendeels overeen met de onze. De meeste influenza-A-(H3N2)-virussen bleken nauw verwant aan de vaccinreferentiestam A/Moscow/10/99. Een deel van de isolaten week hiervan af, maar voor deze virussen kon geen representatieve variant worden aangewezen. Derhalve werd de samenstelling van het vaccin voor dit subtype niet veranderd. Hetzelfde geldt voor de influenza-A-virussen van het H1N1-subtype. Ook deze bleken nauw verwant aan de vaccinreferentiestam A/New Caledonia/29/99. Evenals in ons laboratorium bleek het hemagglutinine van de recent geïsoleerde virussen van het nieuwe H1N2-subtype goed overeen te komen met dat van de H1N1-vaccinstam en het neuraminidase met dat van de H3N2-vaccinstam. De verschijning van het nieuwe H1N2-subtype vormde daarom geen reden het vaccin te wijzigen. Het vaccin zal tegen alle genoemde type-A-virussen een goede bescherming hebben geboden. Ook voor influenza-B-virussen geldt dat veel van de
B/Victoria/2/87-lijn
B/Lee/40 B/Victoria/2/87 B/NL/2781/90 B/Shangdong/7/97 B/NL/304/02 B/NL/198/02 B/NL/353/02 B/NL/151/01 B/Yamagata/16/88 B/NL/801/90 B/NL/800/90 B/Panama/45/90 B/NL/13/94 B/NL/31/95 B/NL/32/94
0,01
B/Beijing/184/93 B/NL/080/02 B/NL/384/95 B/NL/2/95 B/NL/1/97 B/NL/83/01 B/NL/426/98 B/Guangdong/120/00 B/NL/290/00
B/Yamagata/16/88-lijn
waren wij dit influenzaseizoen in staat om een stam (B/Nederland/151/01) van de B/Victoria/2/87-lijn te identificeren naast virussen van de B/Yamagata/16/88-lijn. Zoals uit tabel 1 blijkt reageert de stam B/Nederland/151/01 goed met antisera tegen de B/Victoria/2/87achtige stammen B/Shangdong/7/97 en B/Hong Kong/493/01 (met respectievelijk een titer van 320 en 160) en slecht met antilichamen opgewekt tegen de vaccinreferentiestam B/Sichuan/379/99 (met een titer van 40). Tegen de virussen van de B/Victoria/2/87-lijn (die in 2001/’02 in Nederland ongeveer even vaak werden geisoleerd als die van de Yamagata/16/88-lijn) zal het vaccin dan ook geen optimale bescherming hebben geboden. Overigens zal het vaccin wel goede protectie hebben geboden tegen de virussen van de B/Yamagata/16/88lijn, zoals blijkt uit de reactiviteit van het antiserum tegen de vaccinreferentiestam B/Sichuan/379/99 met B/Nederland/080/02 (met een titer van 640). Mede op basis van onze bevindingen heeft de WHO in februari besloten om voor het volgende influenzaseizoen de influenza-B-component van het vaccin te veranderen. De vaccinreferentiestam B/Sichuan/379/99 zal plaatsmaken voor een vaccinstam uit de B/Victoria-lijn (de samenstelling wordt hierna besproken). Fylogenetische analyse van de B-stammen. Van een aantal influenza-B-virussen werd door ons de nucleotidevolgorde bepaald van de HA1-subunit van het HAgen. Fylogenetische analyse van de sequenties bevestigde de serologische analyse van de virusstammen en laat zien dat de influenzavirussen B/Nederland/151/01 en B/Nederland/080/02 inderdaad tot respectievelijk de B/Victoria/2/87- en de B/Yamagata/16/88-lijn behoren (figuur 3).
figuur 3. Fylogenetische boom van influenzavirussen gebaseerd op de nucleotidesequenties gecodeerd door het HA1-gen van historische en actuele influenza-B-virusstammen. De stammen uit het seizoen 2001/’02 zijn cursief weergegeven. De totale lengte van de horizontale lijnen tussen twee stammen is een indicatie voor het aantal aminozuurverschillen en geeft de genetische relatie tussen de stammen weer. De referentielijn linksonder representeert een verschil van 1% van alle 344 aminozuren van het HA1-gen, dus van 3,44 aminozuren. De boom is gemaakt met de computerprogramma’s DNAml (http:// evolution.genetics.washington.edu/phylip/doc/dnaml.html) en Treeview (http://taxonomy.zoology.gla.ac.uk/rod/treeview. html) na het laten aansluiten (‘alignment’) van de sequenties met ClustalW (www.ebi.ac.uk/clustalw/).
isolaten verwant waren aan de vaccinreferentiestam voor dit type, B/Sichuan/379/99. Daarnaast werden echter in een aantal landen (waaronder, zoals besproken, Nederland) in aanzienlijke mate virussen geïsoleerd die afwijken van de huidige vaccinstam en overeenkomen met de referentiestam A/Hong Kong/330/01. Derhalve werd besloten om de influenza-B-component van het vaccin voor het seizoen 2002/’03 aan te passen.2 Het vol2. Advies van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de samenstelling van het influenzavaccin voor het noordelijk halfrond in het seizoen 2002/’032
TABEL
virus(sub)type
te gebruiken stammen; moeten lijken op
A(H3N2) A(H1N1) B
A/Moscow/10/99* A/New Caledonia/20/99† B/Hong Kong/330/2001‡
*Meestal wordt gebruikt RESVIR-17, dit is een reassortant van A/Panama/2007/99. †Meestal wordt gebruikt IVR-116, dit is een reassortant van A/New Caledonia/20/99. ‡Meestal wordt gebruikt B/Shangdong/7/97.
Ned Tijdschr Geneeskd 2002 28 september;146(39)
1849
ledige advies betreffende de vaccinsamenstelling voor het seizoen 2002/’03 is in tabel 2 weergegeven. De gedetailleerde influenzasurveillance is niet mogelijk zonder de medewerking van inzenders van patiëntenmateriaal en influenzavirusisolaten naar het NIC. Gedurende het seizoen 2001/’02 gold dat voor: Ziekenhuis Eemland, locatie De Lichtenberg, Amersfoort (dr.H.Schreuder); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Amsterdam (dr.J.Spaargaren); Slotervaartziekenhuis Amsterdam, Afdeling Bacteriologie, Amsterdam (dr.W.Pauw); AZVU, Laboratorium voor Klinische Microbiologie, Amsterdam (dr.A.M.Simoons-Smit); Diagnostisch Centrum SSDZ, Afdeling Medische Microbiologie, Delft (dr.R.W.Vreede); Streeklaboratorium voor Pathologie en Microbiologie, Enschede (dr.M.G.R.Hendrix); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Groningen (dr.F.P.Schröder, dr.R.J.Schirm en dr.R.Benne); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Leeuwarden (mw.dr.A.M.W.van Elsacker-Niele en dr.D.Veenendaal); LUMC, Centraal Klinisch Virologisch Laboratorium, Leiden (dr.A.C.M.Kroes en dr. E.de Klerk); AZN, Laboratorium voor Medische Microbiologie, Nijmegen (prof.dr.J.Galama); Zuiderziekenhuis, Regionaal Medisch-Microbiologisch Laboratorium (dr.J.Buitenwerf); AZR, Afdeling Virologie, Rotterdam (dr.G.J.J.van Doornum); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Terneuzen (dr.B.Hendrickx); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Tilburg (dr.M.F.Peeters); AZU, Afdeling MDCV, Utrecht (dr.A.M.van Loon en dr.A.Franke); Diakonessenhuis, Afdeling Medische Microbiologie, Utrecht (dr. R.J.Diepersloot en dr.J.A.Kaan); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Veldhoven (dr.B.H.Postma); Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid, Venlo (mw.dr.T.Trienekens); en verder alle peilstationhuisartsen van het NIVEL die aan de virologische surveillance hebben deelgenomen. Mw.dr.ir.M.-L.A.Heijnen (RIVM) en mw.M.Heshusius (NIVEL) verschaften informatie; R.van Beek (Erasmus MC), J.Pronk en C.Baas (RIVM) gaven technische ondersteuning.
abstract The 2001/2002 influenza season and the vaccine composition for the 2002/2003 season. – The epidemic in the influenza season 2001/2002 was of moderate activity just like in 2000/2001. The influenza epidemic started in week 2 of 2002 when the clinical influenza activity reported by the general practitioner network of the Netherlands Institute of Primary Health Care (NIVEL) increased. This was caused by influenza A viruses of the H3N2 subtype in particular. All influenza A viruses of this subtype were closely related to the vaccine strain for this subtype, A/Moscow/10/99. Influenza B viruses and influenza A/H1 viruses isolated this season had surprising features. The influenza B viruses originated from two lineages. Viruses of the B/Yamagata/16/88 lineage have been circulating for more than twelve years. The vaccine reference strain B/Sichuan/379/99 belongs to this lineage. The B/Victoria/2/87 lineage reappeared again after an absence in Europe of more than ten years and accounted for 50% of the influenza B viruses that were isolated in the Netherlands. Therefore the vaccine will have provided only partial protection against influenza B. The only influenza A/H1 virus that was isolated appeared to be of a new subtype H1N2. The H1 hemagglutinin of this virus was closely related to that of the vaccine strain A/New Caledonia/20/99. The N2 neuraminidase originated from recent human influenza A/H3N2 viruses. Therefore the vaccine probably provided good protection against the new H1N2 subtype. Based in part on these data, the World Health Organization has advised that the vaccines for the season 2002/2003 should contain the following or comparable influenza-virus strains: A/Moscow/10/99 (H3N2), A/New Caledonia/20/99 (H1N1) and B/Hong Kong/330/01, the latter being an influenza B virus of the B/Victoria/2/87 lineage.
1
2
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Stichting Respiratoire Virologie, in het bijzonder Influenza (SRVI).
literatuur Jong JC de, Rimmelzwaan GF, Bartelds AI, Wilbrink B, Fouchier RA, Osterhaus AD. Het influenzaseizoen 2000/’01 en de vaccinsamenstelling voor het seizoen 2001/’02. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145:1945-50. Recommended composition of influenza virus vaccines for use in the 2002-2003 season. Wkly Epidemiol Rec 2002;77:62-6. Aanvaard op 5 augustus 2002
Bladvulling Wie maakt de juiste zuigfles? Spreker wenscht hier ook te wijzen op het groote belang van een voor een matig bedrag te verkrijgen zuigflesch met decimale indeeling. Het geven van onze voorschriften wordt daardoor vergemakkelijkt en vooral bij een zuivere verdeeling wordt het mengsel veel nauwkeuriger bereid. Dr. schuld heeft op de vergadering te Rotterdam van het vorige jaar deze interessante quaestie al aan de orde gesteld. Sedert heeft een glasleverancier voor den Spreker 500 zuigflesschen vervaardigd. Evenwel bleek de indeeling zoo onnauwkeurig dat de flesschen onbruikbaar waren, zooals Spreker door mededeeling van cijfers aantoont. Daar het blijkt dat de oplossing van het vraagstuk niet zoo eenvoudig is, stelt Spreker voor, dat een commissie benoemd worde, die zich namens de Vereeniging voor Paediatrie met een groot fabrikant in verbinding zal stellen en dien fabrikant,
1850
Ned Tijdschr Geneeskd 2002 28 september;146(39)
bij het afleveren van een welgeslaagd product, onzen steun zal toezeggen. (Verslagen van Vereenigingen. Ned Tijdschr Geneeskd 1902; 46I:766.) Schouwburgartsen Parijs. – De prefect van politie heeft aan de commissarissen van politie verzocht, de schouwburgdirecteuren te wijzen op hun verplichting om te zorgen, dat bij iedere voorstelling voortdurend een arts in het gebouw zij, die een kist met hulpmiddelen voor het verleenen van eerste hulp tot zijn beschikking moet hebben. (Berichten Buitenland. Ned Tijdschr Geneeskd 1902;46II:660.)