Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Minder schuld is minder boete in nieuwe fraudewet Datum: 28-01-2016 De hoogte van de boete voor mensen met een uitkering wordt door UWV, SVB en gemeenten voortaan afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate waarin deze verwijtbaar is en de omstandigheden van betrokkene. Dit betekent dat bij minder schuld ook een lagere boete wordt opgelegd. Dit staat in een wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat vandaag naar de Tweede Kamer is gestuurd. Hiermee wordt de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Fraudewet) aangepast. Met het wetsvoorstel wordt nu wettelijk vastgelegd dat de maximale boete is gekoppeld aan het al dan niet opzettelijk overtreden van de ‘inlichtingenplicht’. Dit is de plicht van uitkeringsontvangers om op tijd alle wijzigingen door te geven die van invloed kunnen zijn op de hoogte en duur van de uitkering. Hiermee kan voor overtredingen die niet opzettelijk zijn begaan, een lagere boete worden opgelegd dan bij een overtreding waarbij wel opzet aan de orde is. De Centrale raad van Beroep heeft hierover op 24 november 2014 uitspraak gedaan. Sindsdien wordt door gemeenten, UWV en SVB al zo gewerkt. Verder wordt met het wetsvoorstel de mogelijkheid uitgebreid om een waarschuwing in plaats van een boete te geven. De berekening van de hoogte van de boete, de criteria en de situaties waarin een waarschuwing aan de orde kan zijn, zitten in het boetebesluit socialezekerheidswetten. Dit boetebesluit wordt aangepast als het bovenstaande wetsvoorstel door de Tweede Kamer en Eerste Kamer is aangenomen. Met de aanpassingen van de Fraudewet blijven de uitgangspunten van de wet overeind, namelijk dat fraude niet mag lonen en teveel betaalde uitkeringen altijd worden terugbetaald. Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten om fraudeurs aan te pakken, zodat de sociale voorzieningen bij degenen terecht komen die dit het hardst nodig hebben. Bron:
Rijksoverheid
Sectorplan biedt baankansen voor 800 werkzoekenden in grensstreek Datum: 24-01-2016 | 06:48 800 Mensen in de grensstreek met België en Duitsland zullen vanaf februari worden begeleid naar werk over de grens. Dat staat in het sectorplan ‘Grenzeloos Werken’ dat werkgeversen werknemersorganisaties hebben opgesteld met de provincies in de grensstreek, België en Duitsland.
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt vandaag bekend dat hij voor dit plan zo’n 4,9 miljoen euro beschikbaar stelt. De FNV heeft de subsidie aangevraagd. De betrokken partijen investeren zelf de andere helft. In de regio’s net over de grens is er nog veel vraag naar werknemers, terwijl er aan de Nedelandse kant van de grens juist veel werkzoekenden zijn. Dat komt doordat er bedrijven failliet zijn gegaan of gekrompen zijn. Er zullen 120 mensen van werk in Nederland naar werk over de grens worden bemiddeld en 520 mensen uit de WW aan een baan worden geholpen. Ook worden er 160 mensen vanuit de bijstand of als ZZP'er aan het werk geholpen over de grens. De Nederlanders kunnen niet zo maar aan het werk in het buitenland. Ook als diegene al ervaring heeft in het beroep zal diegene geschoold moeten worden. Niet alleen om de taal goed te leren spreken, maar ook om te leren welke regels er op de werkvloer gelden. Zo zijn bijvoorbeeld de veiligheidseisen in het buitenland anders dan in Nederland. De meeste kansen zijn er in een technisch beroep of in de landbouw, logistiek, horeca, zorgberoepen en onderwijs. Zo is er werk in de elektrotechniek, bijvoorbeeld in de richting windenergie. Ook is er werk in de productie en assemblage van auto’s. De provincies Groningen, Drenthe en Limburg zullen met dit sectorplan elk 200 bemiddelings- en scholingstrajecten inzetten voor het begeleiden van werkzoekenden naar een baan in Duitsland in de komende twee jaar. Noord-Brabant en Zeeland zullen in twee jaar samen 200 scholingstrajecten aanbieden voor banen in België. Naast de grensprovincies en de werknemers- en werkgeversorganisaties zijn ook UWV en de VNG partners in het sectorplan. Deelnemers die worden om- of bijgeschoold bij een Duitse of Belgische werkgever kunnen gebruik maken van een Brug-WW tijdens hun scholing als zij een baangarantie krijgen voor een jaar. Bij de uitvoering van het sectorplan zal gebruik worden gemaakt van goede ervaringen met arbeidsbemiddeling over de grens. Zo hebben sociale diensten in Zuid-Limburg al goede resultaten geboekt met het begeleiden van bijstandsgerechtigden naar werk over de grens. Bron:
Rijksoverheid
UWV verwacht verder herstel arbeidsmarkt in 2016 Datum: 04-01-2016 UWV verwacht voor dit jaar, door de economische groei, een verdere verbetering van de arbeidsmarkt. Na een toename van de werkgelegenheid in 2015 met 56.000 banen rekent UWV voor 2016 op een groei van 102.000 banen van werknemers. Worden banen van zelfstandigen meegerekend, bedraagt de verwachte werkgelegenheidsgroei zelfs 129.000 banen. Het aantal vacatures neemt het komend jaar verder toe, met 49.000 tot 859.000 en
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
ligt daarmee een derde hoger dan tijdens het dieptepunt in 2013. UWV rekent verder op een lichte afname van het aantal WW-uitkeringen in 2016. Dit staat in de vrijdag uitgebrachte arbeidsmarktprognose van UWV. Uitzendbranche aanjager groei UWV gaat op basis van de meest recente macro-economische cijfers van het CPB uit van een toename van het aantal werknemersbanen met 102.000 (+1,3%) en banen van zelfstandigen met 27.000 (+1,3%) in 2016. Net als in 2015 stuwt de uitzendsector de groei. Het aantal banen neemt er dit jaar toe met 59.000 (+8,7%). De bouw veert op in 2016 met een groei van 7.000 werknemersbanen (+2,5%). Na jaren van sterke krimp is er ook licht herstel in de sector zorg en welzijn, met een plus van 6.000 banen (+0,5%). Met name de kinderopvang profiteert. In de verpleging en verzorging neemt het aantal banen naar verwachting verder af. Ondanks de aantrekkende economie blijft de groei van het aantal banen in de detailhandel met 11.000 (+1,3%) achter bij vorig jaar. De prognose voor deze sector is onzeker, omdat nog onduidelijk is hoeveel banen verloren zullen gaan als gevolg van recente grote faillissementen. Er zijn ook enkele sectoren die niet profiteren van de toegenomen economische activiteit: dit geldt met name voor de financiële dienstverlening waar de krimp zowel absoluut (-5.000) als relatief (-2,3%) groot is. De herstructurering van deze sector is nog niet ten einde. Meer vacatures en minder WW-uitkeringen In 2016 neemt het aantal ontstane vacatures verder toe, zij het in een wat lager tempo dan in 2015. UWV gaat uit van 859.000 vacatures in 2016, een stijging met 49.000 (+6%). De meeste vacatures zijn te vinden in de detailhandel, zorg en welzijn en de horeca. In de detailhandel en de horeca is de mobiliteit groot vanwege veel kortdurende arbeidscontracten. In de sector zorg en welzijn ontstaan, ondanks het afremmen van de uitgaven, toch veel vacatures. Het openbaar bestuur en de financiële dienstverlening zijn de enige sectoren die te maken krijgen met een daling van het aantal vacatures in 2016. Door de verbeterde conjunctuur verwacht UWV dat in 2016 minder mensen een beroep hoeven te doen op een WW-uitkering. UWV gaat uit van een afname met 16.000 (-4%) tot 430.000 WW-uitkeringen aan het eind van 2016. Bron: REGELINGEN
UWV EN
MAATREGELEN
SOCIAAL
BELEID
2016
Datum: 10-02-2016
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Hieronder de belangrijkste regelingen en maatregelen op sociaal gebied in 2016. Het gaat om de regelingen die door gemeenten, uitvoeringsinstanties en zorgverzekeraars uitgevoerd worden. Participatiewet en bijstand 1. Per 1 januari 2016 geldt een taaleis voor aanvragers van een bijstandsuitkering: de persoon moet de Nederlandse taal voldoende beheersen. Voor mensen die voor 1 januari 2016 al in de bijstand zaten gaat de verplichting op 1 juli 2016 in. De belangrijkste andere arbeidsverplichtingen voor bijstandsgerechtigden zijn: a. verplicht in laten schrijven bij uitzendbureaus (als een uitzendbureau je niet wil inschrijven dan oordeelt de gemeente dat dat niet verwijtbaar is) b. er geldt een verhuisplicht als je een baan elders in het land kunt krijgen. Het moet wel gaan om een situatie waarin geen banen beschikbaar zijn in de eigen regio, als het een arbeidscontract is voor minimaal een jaar en als het minimumloon verdiend kan worden. c. er geldt een maximale reistijd voor woon-werkverkeer van 3 uur per dag. 2.
Uitkeringsgerechtigden
met
een minimumuitkering
hebben te maken met
de
kostendelersnorm. Het gaat om personen die met meerdere volwassen personen in 1 huis wonen waardoor de kosten voor levensonderhoud met elkaar gedeeld kunnen worden. Afhankelijk van het aantal personen die in het huis wonen wordt de uitkering lager: 2 personen naar 50%, 3 personen naar 43,3%, 4 personen naar 40% en 5 personen naar 38% van het minimum. De maatregel geldt niet voor: inwonende kinderen van 18 tot 21 jaar, studenten, leerlingen BBL,
bewoners in woon-zorggroepen (met hoofdverblijf in eigen
woning) en onderhuurders of kostgangers met een contract. Voor alle andere huisgenoten ook inwonende ouders en mantelzorgers!- geldt de regeling wel. Voor personen die een IOAW of IOAZ uitkering hebben geldt dat 50% van de uitkering gekort wordt, ongeacht het aantal medebewoners. Deze korting wordt stapsgewijs toegepast tussen 1 juli 2015 en 1 januari 2019. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om af te wijken van de wetsmaatregelen. De kostendelersnorm geldt ook voor de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen en de uitkering van de Algemene Nabestaanden Wet. De AOW wordt ontzien, toepassing van de norm is uitgesteld tot januari 2018 en zal misschien helemaal geschrapt worden. 3. Voor personen met een bijstandsuitkering, IOAW of IOAZ geldt de ‘tegenprestatie naar vermogen’: de gemeenten mogen hen verplicht laten werken met behoud van uitkering. De gemeente moet wel uitgaan van de persoonlijke wensen en kwaliteiten van de persoon. Het werk wordt verricht in een beperkte periode en het mag niet om werkzaamheden gaan die anders betaald zouden worden. Mantelzorgtaken worden als tegenprestatie beschouwd. De tegenprestatie hoeft niet te leiden tot verhoging van de kansen op betaald werk en mag niet een re-integratietraject doorkruisen. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om eigen regels te maken en is niet verplicht om een tegenprestatie te vragen. De gemeente is wel verplicht om
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
de regels voor de tegenprestatie in een verordening vast te leggen en daarin aan te geven wie wel en wie niet een tegenprestatie moeten leveren. Alleenstaande ouders met volledige zorg voor kinderen tot 5 jaar zijn vrijgesteld van de tegenprestatie. 4. Voor alleenstaande ouders met een bijstandsuitkering of IOAW/IOAZ-uitkering geldt de alleenstaanden-norm van 70% van het minimum. Ze ontvangen een extra bijdrage in het kind gebonden budget van de Belastingdienst, maximaal € 3.050,- per jaar. Het kind gebonden budget is gekoppeld aan de kinderbijslag en vervangt ook de alleenstaande ouderkorting. Alleenstaande ouders met een toeslagpartner ontvangen geen extra kindgebonden budget. De verlaging naar de alleenstaanden-norm gaat voor hen in per 1 januari 2016. 5. Vanaf 1 januari 2016 wordt voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die in de bijstand komen het pensioenvermogen tot € 250.000,- vrijgelaten. Het pensioenvermogen boven dat bedrag telt wel mee als vermogen. 6. Personen met een minimuminkomen hebben mogelijk recht op de individuele inkomenstoeslag . De gemeente bepaalt of iemand wel of niet in aanmerking komt voor deze toeslag op grond van drie voorwaarden: 1. Een langdurig laag inkomen 2. Rekening houdend met de ‘krachten en bekwaamheden’ van de persoon en 3. Voldoende inspanningen leveren om aan het werk te komen. 7. De mogelijkheden voor bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten, ouders met schoolgaande kinderen en AOW’ers zijn sterk beperkt. Voor de collectieve zorgverzekering kan nog wel bijzondere bijstand verstrekt worden, waarbij de bovengrens van 110% van het minimum geschrapt is. De gemeenten moeten meer persoonlijk maatwerk bieden en vooral steun geven aan de mensen die het ’t meest nodig hebben, zoals gezinnen met kleine kinderen en alleenstaande AOW-ers. De bijzondere bijstand kan alleen verstrekt worden voor gemaakte of te maken kosten. Andere maatregelen Werk en Inkomen 1. Er gelden nog 4 kinderregelingen:: de kinderbijslag, het kind gebonden budget, de inkomens-afhankelijke
combinatiekorting
en
de
toeslag
voor
kinderopvang.
De
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten voor kinderen jonger dan 18 jaar (WTOS) is opgenomen in het kind gebonden budget. 2. Vorig jaar is de Participatiewet ingevoerd. In deze wet zijn de Wet Werk en Bijstand en delen van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wajong samengevoegd. Twee derde van de banen in de WSW gaat de komende jaren verdwijnen, er blijven daar uiteindelijk nog maximaal 30.000 arbeidsplaatsen over. Er komen geen nieuwe arbeidsplaatsen in de WSW: de instroom wordt gestopt. Ook personen met een WSWindicatie die op de wachtlijst stonden worden niet toegelaten. Door de gemeente wordt
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
vastgesteld of mensen met een arbeidsbeperking in aanmerking komen voor een baan bij een ‘gewone’ werkgever of voor beschut werk (aangepast werk dat door de gemeente betaalt wordt). Tot 2026 moeten er 125.000 extra banen komen voor arbeidsgehandicapten. Als het aantal banen niet gehaald wordt dan voert het kabinet een
regeling in die
werkgevers verplicht om werknemers met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Voor werknemers met een verminderd arbeidsvermogen verstrekt de gemeente aan de werkgever een loonsubsidie voor het verschil tussen de vastgestelde loonwaarde en het minimum. Personen die voor 1 januari 2015 al een Wajong-uitkering hadden worden vanaf 1 april 2015 – per leeftijdsgroep - herkeurd door het UWV, in 2016 lopen deze herkeuringen door. Als uit het medisch dossier blijkt dat de persoon niet in staat is om betaald werk te verrichten dan wordt deze niet opgeroepen voor een herkeuring. Herkeurde Wajongers met een arbeidsvermogen gaan niet over naar de bijstand maar blijven recht hebben op een Wajong uitkering. Vanaf 1 januari 2018 wordt de uitkering wel verlaagd van 75 naar 70% van het minimumloon. Wajongers zonder arbeidsvermogen blijven een uitkering van 75% houden. In Friesland (een van de 35 arbeidsmarktregio’s) is het Regionale Werkbedrijf de schakel tussen werkgevers en werkzoekenden. De 24 Friese gemeenten werken daarin samen met het UWV, de drie WSW-bedrijven, werkgevers- en werknemersorganisaties. 3. Wie door de hogere AOW-leeftijd tijdelijk niet genoeg inkomen heeft, kan een overbruggingsuitkering krijgen. De regeling geldt vanaf 1 januari 2016 ook voor mensen die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 een bepaalde arbeidsongeschiktheids- of pensioenuitkering hebben gehad. 4. In 2016 kunnen personen vanaf een leeftijd van 62 jaar in aanmerking komen voor de werkbonus. In 2015 was dit vanaf 61 jaar. De bonus kan aangevraagd worden bij de Belastingdienst en geldt als sprake is van een arbeidsinkomen tussen € 17.327,- en € 33.694,-. De bonus is – afhankelijk van het arbeidsinkomen – maximaal € 1.119,-. 5. AOW’ers die werken krijgen met ingang van 1 januari 2016 bij ziekte nog maar 13 weken lang hun loon doorbetaald (dat was 2 jaar). 6. In 2016 wordt 100 miljoen gereserveerd voor de aanpak van schulden en armoede. De gemeenten moeten de bedragen besteden. Belangrijkste doel is het tegengaan van armoede onder gezinnen met kinderen. Arbeidsmarkt De wet Werk en Zekerheid
regelt de verbetering van de positie van flexwerkers, het
versoepelen van het ontslagrecht en de verkorting van de WW-duur. Flexwerk: oneigenlijk gebruik van flexcontracten wordt tegengegaan. Werknemers kunnen na maximaal 4 tijdelijke contracten of na twee jaar dienstverband aanspraak maken op een
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
vaste aanstelling. De wet moet ‘draaideurconstructies’ tegengaan. Een maand voor afloop van een tijdelijk arbeidscontract moet de werkgever dat aan de werknemer aanzeggen. Versoepeling ontslagrecht: gericht op het soepeler wisselen van baan. Voor alle werknemers gelden
dezelfde
ontslagroutes:
*
bij
bedrijfseconomische
redenen
en
langdurige
arbeidsongeschiktheid naar het UWV * bij andere oorzaken naar de kantonrechter. Werknemers die ontslagen worden na een dienstverband van meer dan 2 jaar hebben recht op een wettelijke vergoeding: de transitievergoeding. De vergoeding – die maximaal € 76.000,- bruto kan bedragen - wordt ingezet voor het vergroten van kansen op een nieuwe baan, zoals voor scholing of outplacement. Als de werknemer het bedrag vrij wil besteden dan moet er belasting over betaald worden. De vergoeding wordt gebaseerd op het maandloon en het aantal dienstjaren. Voor werknemers die na hun 50e werkloos worden gelden hogere bedragen. De werkgever heeft een scholingsplicht: de werknemer heeft recht op beroepsgerichte scholing die betaald wordt door het bedrijf. Verkorting duur WW: de WW wordt op termijn gesplitst in een publieke uitkering (betaald door de overheid) en in een CAO-uitkering (betaald door werkgevers en werknemers). De WW wordt vanaf 1 januari 2016 geleidelijk – per kwartaal een maand kortere duur teruggebracht naar 24 maanden in 2019. Dat is dan de publieke uitkering. In CAO’s kunnen aanvullingen afgesproken worden, zodat de WW bijvoorbeeld nog verlengd kan worden met een jaar CAO-uitkering.
Passende arbeid: na een half jaar WW wordt al het werk als passend gezien. Dat betekent dat het niveau of salaris van een baan geen belemmering mag zijn om die baan te accepteren of daarop te solliciteren. De maatregel geldt niet voor mensen die al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering hadden. Inkomensverrekening WW:
werklozen met een WW-uitkering moeten elke maand het
formulier ‘Inkomstenopgave’ opsturen naar het UWV, ook als er geen inkomsten zijn geweest (dan moet ingevuld worden ‘geen inkomsten’). De uitkering wordt per kalendermaand betaald en pas overgemaakt na ontvangst van het formulier. Van elke bruto verdiende euro mag de WW-er 30% zelf houden. Hierdoor loont het altijd om vanuit de WW aan het werk te gaan. De inkomensverrekening geldt niet voor personen die al voor 1 juli 2015 een WW-uitkering hadden. Zorg en nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 1. Het basispakket van de zorgverzekering is per 1 januari 2016 uitgebreid. Het verplicht eigen risico stijgt met € 10,- naar € 385,-. 2. De zorgtoeslag is per 1 januari 2016 verhoogd: de maximale zorgtoeslag voor partners met € 114,- naar € 1.905,- en voor alleenstaanden met € 58,- naar € 992,-.
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
3. De nieuwe WMO verplicht gemeenten om meer zorgtaken en welzijnstaken uit te voeren. De burger heeft geen recht meer op een voorziening, de gemeente beoordeelt de situatie van de persoon en bepaalt dan welke voorziening nodig is: de maatwerkvoorziening. Medewerkers van de gemeente of van de sociale wijk/gebiedsteams voeren de (‘keukentafel’) gesprekken bij de burger thuis. In deze gesprekken – waar een mantelzorger en cliëntondersteuner (zoals van MEE of van een FSU-Steunpunt) bij aanwezig mogen zijn! wordt bekeken in hoeverre de persoon hulp kan krijgen van kinderen, vrienden of buren of via een algemene voorziening (zoals een boodschappendienst). Als dit niet mogelijk is dan wordt vastgesteld welke persoonlijke voorziening nodig is. Je hebt recht op een afschrift van de rapportage door de medewerker. Na de vraag om zorg-steun duurt het maximaal 6 weken om het gesprek te voeren en de aanvraag in te dienen. De gemeente beslist dan binnen 2 weken. De gemeente kan hulp door kinderen, vrienden of buren niet afdwingen en heeft een wettelijke plicht om steun te geven. Er is sprake van een resultaatsverplichting door de gemeente: deze mag zelf bepalen op welke wijze en met welke voorzieningen persoonlijke steun wordt gegeven. 4. Gemeenten en zorgverzekeraars zijn samen verantwoordelijk voor de zorg aan ouderen en gehandicapten die niet in een instelling wonen. Het beleid is er op gericht dat deze personen langer thuis kunnen wonen: de zorg komt naar de mensen toe. Er wordt een scheiding aangebracht tussen zorg en wonen. Gevolg is dat mensen meer thuiszorg nodig hebben. Maar tegelijkertijd verliezen veel werknemers voor de huishoudelijke hulp bij de Thuiszorginstellingen hun baan. De huishoudelijke hulp moet meer gegeven worden door gezinsleden, familie en vrijwilligers. Gemeenten worden in 2016 8% gekort op hun budget voor huishoudelijke hulp aan ouderen. Ter verzachting van deze korting komt er in 2016 nog extra geld van het Rijk voor eenvoudige huishoudelijke hulp via de Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT). Dat betekent dat er minder werknemers bij de thuiszorg ontslagen hoeven te worden en hulp kunnen blijven geven. Gemeenten houden nog 60% van het vroegere budget over voor het toepassen van maatwerkvoorzieningen. Het verzorgingstehuis in de huidige vorm zal op de langere termijn verdwijnen. 5. De extramurale verpleging en persoonlijke verzorging (zorg buiten een instelling, thuis bij de persoon) valt onder de Zorgverzekeringswet. De wijkverpleging heeft een belangrijke rol bij het mogelijk maken dat mensen langer thuis blijven wonen. In de Wet Langdurige Zorg is alleen nog de zware en langdurige zorg ondergebracht. De lage eigen bijdrage is in 2016 minimaal € 159,80 en maximaal € 838,60 per maand, de hoge eigen bijdrage maximaal € 2.301,40 per maand. De zorgverzekeraars worden vanaf 2017 ook verantwoordelijk voor de langdurige GGZ-zorg (met behandeling).
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
6. De cliënt kan blijven kiezen of de thuishulp in natura of via een Persoons Gebonden Budget (PGB) gegeven wordt. Voorwaarden voor het verkrijgen van een PGB zijn: * het budget goed kunnen beheren * veilige en goede steun inkopen. Het PGB-bedrag wordt niet meer op de bankrekening van de cliënt gestort maar wordt beheerd door de Sociale Verzekerings Bank. PGB-houders worden intensiever gecontroleerd via huisbezoek: van 5% van de PGB-houders naar 20%.
7.Gemeenten hebben een compensatieplicht: ze moeten cliënten in staat stellen om hun huishouding te kunnen doen, zich te kunnen verplaatsen, hun dagelijkse levensverrichtingen te kunnen doen en de regie te kunnen voeren. Gemeenten moeten investeren in voorzieningen voor mantelzorgers, ter voorkoming van overbelasting. Dan gaat het om geld voor bijvoorbeeld tijdelijke vervanging (respijthulp) of voor logeerfaciliteiten bij cliënten thuis. 8. De gemeenten verstrekken een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten als ‘maatwerkvoorziening’ in de WMO of via de bijzondere bijstand (vaak opgenomen in de gemeentelijke collectieve zorgverzekering). De gemeente bepaald of de tegemoetkoming nodig is. De Tegemoetkoming ouders gehandicapte kinderen (TOG) is opgenomen in de kinderbijslag (2x kinderbijslag voor thuiswonend gehandicapt kind). Bron: Armoede:
FSU
/
Nieuwe
Fries
Samenwerkingsverband
kindregelingen
voordeligst
voor
Uitkeringsgerechtigden laagste
inkomens
Datum: 05-02-2016 Gezinnen onderaan de inkomensladder zijn het meest gebaat bij de nieuwe kindregelingen, die vanaf 2015 van kracht zijn. Vergeleken met het oude stelsel uit 2009 ontvangen zij gemiddeld bijna 1 000 euro per jaar meer. De hoogste tien procent inkomens gaat er 200 euro op achteruit. De eventuele invloed van andere wetswijzigingen op de inkomens van deze groepen is niet onderzocht. Dat meldt CBS. Kinderbijslag grootste kindregeling In 2013 ontving een gezin met minderjarige kinderen gemiddeld 4 400 euro aan toeslagen en belastingkortingen in het kader van kindregelingen. Per kind was dat 2 400 euro. Ruim een derde hiervan was kinderbijslag. Van gezinnen onderaan de inkomensladder was in 2013 bijna 30 procent van het besteedbaar inkomen afkomstig uit kindregelingen. Voor de hoogste inkomensgroep was dit nog geen 5 procent. Van tien naar vier kindregelingen vooral voordelig voor laagste inkomensgroep
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Per 1 januari 2015 is de Wet hervorming kindregelingen (WHK) in werking getreden en is het aantal kindregelingen teruggebracht naar vier: kinderbijslag, kindgebonden budget, combinatiekorting en kinderopvangtoeslag. De laagste inkomensgroep ontvangt hierdoor in 2015 bijna 1 000 euro meer uit de kindregelingen. De allerhoogste inkomens krijgen met een achteruitgang van zo’n 200 euro te maken. Dit is geschat op basis van de gezinnen aan het eind van 2013, bijna 1,9 miljoen in totaal. Uitgangspunt daarbij was dat de gezinssamenstelling niet verandert en hun inkomensbronnen gelijk blijven. Boven doorsnee inkomen niet of nauwelijks profijt van nieuwe regeling De toeslagen en voordelen uit de nieuwe kindregelingen zouden in 2015 voor de laagste inkomensgroep bijna 35 procent van het besteedbaar inkomen bedragen. In de tweede tot en met vijfde decielgroep gaan gezinnen er met de nieuwe kindregelingen eveneens op vooruit. Vanaf de zesde inkomensdecielgroep profiteren gezinnen niet of nauwelijks van de nieuwe regeling. Eenoudergezinnen krijgen gemiddeld het meest via kindregelingen Eenoudergezinnen zouden volgens de nieuwe regeling ruim 400 euro meer krijgen dan in 2013, tweeoudergezinnen bijna 50 euro minder. In 2013 ontvingen eenoudergezinnen met gemiddeld 6 200 euro aan toeslagen en voordelen via kindregelingen al beduidend meer dan tweeoudergezinnen (4 020 euro). Dit kwam vooral door een hoger kindgebonden budget voor eenoudergezinnen. Verder stuwde de alleenstaande-ouderkorting en de aanvulling op het
sociaal
minimum
het
gemiddelde
bij
eenoudergezinnen
flink
op.
Van
de
combinatiekorting profiteerden met name gezinnen met twee werkende ouders. Armoederisico slinkt met ruim een derde dankzij kindregelingen Een van de beleidsdoelstellingen van de kindregelingen is het voorkomen van armoede bij kinderen. In 2013 leefden 211 duizend gezinnen met minderjarige kinderen onder de lageinkomensgrens. Dat kwam neer op 11 procent van alle gezinnen. Zonder de kindregelingen zouden 337 duizend gezinnen (bijna 18 procent) een laag inkomen hebben gehad. Vooral bij eenoudergezinnen is het verschil groot: met de kindregelingen valt 32 procent onder de lage-inkomensgrens, zonder de kindregelingen zou dat 56 procent zijn. Bij tweeoudergezinnen zou het armoederisico oplopen van 7 naar 11 procent. Bron:
CBS
WMO: Mensen mijden dure eigen bijdrage WMO Datum: 10-02-2016 Een op de vier hulpbehoevenden maakt minder gebruik van de zorg of ziet daar zelfs helemaal van af, omdat ze de eigen bijdrage te duur vinden. ,,Mensen vertellen ons dat ze
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
hierdoor in isolement raken en misschien zelfs in een instelling opgenomen moeten worden'', zegt directeur Illya Soffer van belangengroep Ieder(in) in het blad Binnenlands Bestuur. De organisatie en het tijdschrift hebben samen onderzoek gedaan en publiceren woensdag de uitkomsten. Gemeenten zijn sinds vorig jaar verantwoordelijk voor maatschappelijke ondersteuning. Dat kan bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of dagbesteding zijn. Wie daar een beroep op doet, moet zelf ook een deel betalen, maar de hoogte van die eigen bijdrage kan per gemeente verschillen. Meer dan de helft weet niet wat ze aan eigen bijdrage moeten betalen Volgens het onderzoek weet meer dan de helft van de zorggebruikers niet wat ze dit jaar aan eigen bijdrage moeten betalen. Eerder klaagden de Nationale ombudsman en de belangenvereniging Per Saldo al over het gebrek aan informatie.Het onderzoek is uitgevoerd onder 66 gemeenten, van groot tot klein, en ruim 600 mensen uit de achterban van Ieder(in). Ministerie Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt in een reactie dat zorg ,,voor iedereen toegankelijk en betaalbaar'' moet zijn. Daarom loopt er al een onderzoek naar de mensen die ondersteuning krijgen, om te kijken wat er moet gebeuren. Het departement roept gemeenten op om te kijken of mensen genoeg informatie krijgen. ,,Mensen hebben het recht te weten of en zo ja hoeveel eigen bijdrage er van hen verwacht wordt.'' Bron:
ANP
Duizend Wajongers aan de slag bij AH Datum:
09-02-2016
ZAANDAM - Albert Heijn heeft steeds meer Wajongers in dienst. De marktleider bereikte maandag zelfs een mijlpaal met de duizendste medewerker en wil dit aantal verdubbelen voor het einde van 2016. Staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma feliciteerde medewerker Sanne Jans, als duizendste Wajonger met haar contract. Klijnsma: "Fantastisch om te zien dat duizend Wajongers een baan hebben gekregen bij Albert Heijn. Dat geeft hen een perspectief. Ik zie gelukkig steeds meer bedrijven die deze jongeren een kans geven." Directeur UWV Werkbedrijf Tof Thissen en AH directeur winkels & logistiek Cees van Vliet kondigden aan alles in het werk te stellen om eind 2016 zelfs te verdubbelen tot tweeduizend Wajongers aan de slag te hebben bij Albert Heijn. Participatieteam
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Om een versnelling te realiseren heeft Albert Heijn een speciaal participatieteam in het leven geroepen. Dit gemotiveerde team met medewerkers uit de hele organisatie, ging in november 2015 aan de slag. Het team bestaat uit regiocoördinatoren en jobcoaches. Zij coachen de buddy’s in de winkel die medewerkers begeleiden met een arbeidshandicap. In lijn met de landelijke banenafspraak, richt het team zich op arbeidsgehandicapte medewerkers die onder de participatiewet vallen. Ambitie
In 2014 sprak Albert Heijn de ambitie uit om een grote Wajong-werkgever te worden met als doel tweeduizend Wajongers in 2016. Van Vliet: "Het is een forse ambitie waar we samen met UWV flink de schouders onder moeten zetten. Albert Heijn is met ruim 900 winkels en in totaal zo'n 100.000 medewerkers een grote werkgever in Nederland. Dat is een verantwoordelijkheid die we serieus nemen. We willen een werkgever zijn voor iedereen. Ook voor mensen met een arbeidsbeperking. We bieden hen een perspectief, een leeromgeving en het gevoel erbij te horen." Aanpassing
Albert Heijn werkt nauw samen met UWV. Thissen: "UWV werkt intensief samen met werkgevers om jonggehandicapten duurzaam een plek te bieden op de reguliere arbeidsmarkt. Albert Heijn vervult daarin wat ons betreft een voorbeeldfunctie. Veel Wajongers kunnen slechts gedeeltelijk werken en hebben begeleiding en aanpassingen nodig op de werkplek. Dit vergt extra inspanningen en die levert Albert Heijn al jaren met succes. We zijn heel blij met de ambitie die er nu ligt en gaan ons vol inzetten om deze te helpen realiseren." Bron: levensmiddelenkrant.nl Kabinet mag verdrag met Marokko opzeggen Datum: 17-02-2016 Op dinsdag 16 februari heeft de Eerste Kamer toestemming aan het kabinet gegeven om het sociaal zekerheidsverdrag met Marokko op te zeggen. Op dit moment geldt het verdrag nog. Als het verdrag wordt opgezegd, zal dit waarschijnlijk per 1 januari 2017 gebeuren. Wat betekent het opzeggen van het verdrag voor uw AOW? Woont u in Marokko en ontvangt u nu of voor 1 januari 2017 een AOW-pensioen? Dan verandert uw AOW-pensioen niet vanaf 1 januari 2017 ook al wordt het verdrag opgezegd. Woont u in Marokko en gaat u een AOW-pensioen ontvangen op of na 1 januari 2017? Of krijgt u al AOW-pensioen en verhuist u naar Marokko op of na 1 januari 2017? Dan krijgt u het AOW-pensioen voor een gehuwde. Ook als u alleen woont.
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Wat betekent het opzeggen van het verdrag voor uw kinderbijslag of kindgebonden budget? Ontvangt u nu of voor 1 januari 2017 kinderbijslag of kindgebonden budget voor een kind dat in Marokko woont? Dan verandert uw kinderbijslag of kindgebonden budget niet vanaf 1 januari 2017 ook al wordt het verdrag opgezegd. Voor een kind dat in Marokko woont, kunt u op of na 1 januari 2017 geen nieuw recht op kinderbijslag en kindgebonden budget krijgen. Verhuist uw kind naar Marokko op of na 1 januari 2017 en krijgt u al kinderbijslag en eventueel kindgebonden budget? Dan krijgt u geen kinderbijslag en kindgebonden budget meer voor dat kind. Wat betekent het opzeggen van het verdrag voor uw nabestaandenuitkering Anw? Ontvangt u nu of voor 1 januari 2017 een nabestaandenuitkering Anw in Marokko? Dan verandert uw nabestaandenuitkering Anw niet vanaf 1 januari 2017. Woont u in Marokko en wordt u nabestaande op of na 1 januari 2017? Dan kan krijgt u geen nabestaandenuitkering Anw. Verhuist u naar Marokko op of na 1 januari 2017 terwijl u al een nabestaandenuitkering Anw ontvangt? Dan krijgt u geen nabestaandenuitkering Anw meer. Bron: SVB
WMO:
Schema
Vaststellen
hoogte
pgb
voor
hulp
bij
het
huishouden
Datum: 18-02-2016 De auteurs van Grip op Wmo hebben een handig schema ontwikkeld om de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) vast te kunnen stellen voor hulp bij het huishouden. Dit schema geeft grafisch de hoofdregel en het uitgangspunt weer. Verder wordt weergegeven dat de hoogte van het pgb voor hulp bij het huishouden afhankelijk is van de wens van cliënt door wie het pgb wordt uitgevoerd: door een instelling, door een professional niet werkzaam bij
instelling,
Stichting de Pijler
of
door
iemand
uit
het
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
sociaal
netwerk.
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Bron: "Wordt
Schulinck ons
vangnet
een
afvoerputje?"
Datum: 25-02-2016 Bijstand (Participatiewet) is van oudsher het laatste vangnet voor mensen die niet meer zelfstandig in hun bestaan kunnen voorzien. Via ‘algemene bijstand’ voor alle gebruikelijke kosten als boodschappen en huur en via bijzondere bijstand voor noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. We zien nu een reeks effectieve bezuinigingen buiten de bijstand, waar de groep minima echt onder lijdt. Deze bezuinigingen worden vrij gemakkelijk op de bijstand afgewenteld. Maar hoe moeten gemeenten dat opvangen? En is het wel acceptabel dat we stellen dat een bezuiniging geslaagd is en we vervolgens met
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
opgeheven vinger naar de gemeente wijzen omdat ze tekorten hebben op het bijstandsbudget? Van je collega’s moet je het maar hebben! Hogere eigen bijdrage voor de Wmo, hulp bij het huishouden wordt als algemeen gebruikelijk gezien en mensen die de hulp niet kunnen betalen kunnen altijd bijzondere bijstand aanvragen. Ook binnen de gemeente kan de ene afdeling vrij gemakkelijk bezuinigingen behalen ten koste van de ander. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar het moet wel helder zijn voor de gemeenteraad dat er meer bijstand is verstrekt omdat een andere afdeling heeft bezuinigd. Het grote voordeel van de decentralisaties is dat de budgetten zijn ontschot, dus hier kan een keuze gemaakt worden. Maar dat moet dan wel gebeuren! Schoon water en een huis Maar
ook
buiten
de
gemeente
worden
bezuinigingen
gerealiseerd
waar
de
bijstandsbudgetten onder lijden. Zo heeft het Hoogheemraadschap Delfland besloten om de kwijtschelding van de zuiveringsheffing voor minima af te schaffen. Een mooie bezuiniging voor het Hoogheemraadschap, maar de gemeente(n) krijgen meer mensen aan hun loket die hun rekeningen niet kunnen betalen. En dus komt deze bezuiniging in ieder geval gedeeltelijk ten laste van de gemeente. Ook de woningmarkt maakt het gemeenten niet makkelijk. Er is een groot gebrek aan betaalbare huurwoningen, zodat mensen noodgedwongen te lang in een te dure woning moeten blijven. U raad al waar die rekening terecht komt! Studerende kinderen? De gemeente betaalt (niet…)! Voor studerende kinderen verandert ook het één en ander, door versobering van de WTOS (wet tegemoetkoming onderwijs en schoolkosten). Voor 16- en 17-jarigen is hierin voorzien door een ophoging in het kindgebonden budget. Een mooie bezuiniging daar, maar gemeenten geven aan dat ze een toename zien aan vragen om bijzondere bijstand voor schoolkosten of reiskosten van en naar school. Ouders moeten namelijk in augustus / september het schoolgeld betalen, terwijl het kindgebonden budget maandelijks uitkeert. Tja, hoe doe je dat van een minimuminkomen? Veel ouders kloppen dan maar bij de gemeente aan voor hulp. Maar ook voor ouders van meerderjarige studerende kinderen wordt het er niet eenvoudiger op. Door de hervorming van de kindregelingen is de Belastingdienst verantwoordelijk voor de kosten van minderjarige kinderen. Heel gunstig, want het blijkt voor veel (alleenstaande) ouders inderdaad een inkomensverbetering. Maar….. er zit wel een addertje onder het gras. Voorheen was de gemeente verantwoordelijk voor deze groep. Zodra het jongste kind de leeftijd van 18 jaar bereikte viel de alleenstaande ouder terug van de norm alleenstaande
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
ouder naar alleenstaande. Om deze overgang wat te verzachten kende veel gemeenten een garantietoeslag tot de kinderen de leeftijd van 21 jaar hadden bereikt. Nu de Belastingdienst verantwoordelijk is voor de kosten van kinderen stopt de tegemoetkoming abrupt als ze 18 jaar worden. Het ligt niet voor de hand dat gemeenten ineens wel gaan betalen als die kinderen meerderjarig worden. Is dit nu eigenlijk erg? Nee, het is niet erg dat er bezuinigingen worden gerealiseerd waardoor deze mensen naar de gemeente moeten. Want dat betekent dat de gemeente deze groep goed in beeld krijgt, heeft en houdt. Alleen zo kan op maat ondersteuning worden aangeboden. En dat is juist de bedoeling! Maar gemeenten moeten daar wel de ruimte voor krijgen, zowel financieel als juridisch. Want anders wordt ons vangnet het afvoerputje. En dat kan toch niet de bedoeling zijn! Bron:
Sociaalweb
/
mr.
E.
Meester
WMO: Rechter verlaagt eigen bijdrage Wmo-voorziening Datum: 27-02-2016 De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant heeft de eigen bijdrage van een inwoner van Boxmeer verlaagd. In plaats van ruim 500 euro per vier weken, betaalt de inwoner nu 61 euro per vier weken. De eigen bijdrage stond in geen verhouding tot het ene uurtje begeleiding die de man kreeg, oordeelde de rechter. Zo’n twintig zorgbehoevende inwoners van Boxmeer hebben het afgelopen jaar afgezien van Wmo-ondersteuning vanwege de te verwachte – hoge – eigen bijdrage. De zogeheten trajectfinanciering die de gemeente (net zoals tien andere gemeenten in de regio Oss) heeft ingekocht voor inwoners die voor individuele begeleiding zijn geïndiceerd, is de
belangrijkste boosdoener.
Sinds
de invoering
van
de Wet
maatschappelijke
ondersteuning (Wmo 2015) werkt Boxmeer (14.259 inwoners) bij begeleiding en dagbesteding met een gemiddeld cliëntbedrag (tarief per maand) dat aan de aanbieder wordt betaald. De cliënt moet een eigen bijdrage betalen over de prijs waarvoor dat traject bij een zorgaanbieder is ingekocht, en niet over het aantal uren zorg dat wordt afgenomen. Einde overgangsrecht Niet alleen zuur, maar ook heel duur voor de inwoner van Boxmeer die na meerdere herseninfarcten een niet aangeboren hersenletsel heeft en maar één uur begeleiding per
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
week wil. Toen de begeleiding nog onder de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) viel, betaalde deze inwoner hiervoor een eigen bijdrage van 37 euro per vier weken. Sinds 1 januari steeg die naar 61 euro per vier weken, door de afschaffing van de Wtcg-toeslag (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten). Op het moment dat het Awbzovergangsrecht voor de inwoner verviel en de zorgbehoevende op het Wmo-beleid van de gemeente was aangewezen, met bijbehorende tarieven, steeg de eigen bijdrage naar 505,85 euro per vier weken. Zorg onbetaalbaar De
inwoner
tekende
bezwaar
aan
bij
de
gemeente,
maar
trok
ook
bij
de
voorzieningenrechter aan de bel. De eigen bijdrage was zo hoog, dat deze onbetaalbaar werd voor de inwoner die daardoor zou moeten afzien van de zorg. Zorg die wel nodig is. In de optiek van de voorzieningenrechter moeten gemeenten borgen dat een cliënt niet om financiële redenen afziet van ondersteuning. De gemeente erkende tijdens de zitting dat de gemaakte beleidskeuzes ongewenste effecten heeft voor een kleine groep mensen en stelde druk doende te zijn met de aanpassing van het beleid. Omdat het voor de rechter, ten tijde van de zitting medio oktober, onduidelijk was wanneer dat nieuwe beleid van kracht zou worden en hoe dat eruit zou gaan zien, stelde hij de eigen bijdrage op 61 euro per vier weken. Aanpassing beleid Aan dat nieuwe beleid wordt nog steeds gewerkt, zo blijkt uit antwoorden van de gemeente Boxmeer. In afstemming met de andere gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost is Boxmeer ‘bezig de effecten van een onevenredig hoge eigen bijdrage bij een beperkt aantal cliënten te voorkomen’, zo laat een woordvoerder desgevraagd weten. Daarvoor zijn verschillende
oplossingen
mogelijk.
Lokaal
wordt
ingezet
op
een
individuele
maatwerkoplossing. ‘De gemeente Boxmeer heeft samen met de vier andere gemeenten in het Land van Cuijk in de regio aangedrongen op een structurele (beleidsmatige) oplossing om de negatief ervaren effecten van een onevenredig hoge eigen bijdrage bij een beperkte cliëntengroep te voorkomen.’ Tot het zo ver is, ‘kijken we in overleg met de betreffende cliënt naar de beste (maatwerk)oplossing in zijn/haar situatie’, aldus de woordvoerder. Keukentafelgesprek Boxmeer geeft bij nieuwe aanvragen voor Wmo-ondersteuning een inschatting van de eigen bijdrage die voor de zorg moet worden betaald. Veel gemeenten doen dat niet, zo bleek eerder uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Ieder(in). ‘Dit heeft er in het afgelopen jaar toe geleid dat in een twintigtal individuele situaties afgezien is van een vorm van ondersteuning vanwege de hoogte van de te verwachten eigen bijdrage’, aldus de
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
woordvoerder. Er is overigens nog geen besluit genomen op het bezwaar van de inwoner, voor wie de eigen bijdrage op last van rechter is verlaagd. Bron:
www.binnenlandsbestuur.nl
Gemeenten mogen vooruitlopen op verbeteringen in Participatiewet en Wet banenafspraak Datum: 23-02-2016 Naar aanleiding van signalen van werkgevers en gemeenten wil staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het makkelijker maken om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Gemeenten en het UWV mogen alvast vooruit lopen op verbeteringen in de Participatiewet en de Wet banenafspraak, nog voordat deze wijzigingen in werking zijn getreden. Zo kunnen leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs zonder beoordeling door UWV in het doelgroepregister worden opgenomen. Hierdoor weten werkgevers meteen dat ze meetellen voor de banenafspraak als ze hen in dienst nemen. Verder kunnen werkgevers naar verwachting binnen enkele maanden ook loonkostensubsidie aanvragen voor jongeren die ze nu al in dienst hebben, maar die vanwege hun beperkingen niet het minimumloon kunnen verdienen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bereidt wetswijziging voor om dit mogelijk te maken. Nog voordat die wet in werking treedt mogen de uitvoerders hier al op vooruit lopen, schrijft Klijnsma in een brief die ze vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Gemeenten kunnen de wijzigingen voor de loonkostensubsidie uitvoeren vanaf de indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Dit zal naar verwachting rond de zomer van dit jaar gebeuren. Volgens de bewindsvrouw kan er op de wetgeving vooruit worden gelopen, omdat alle partijen die er mee te maken hebben, het belang van deze verbeteringen inzien. Zo wordt met het besluit om leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs niet eerst te laten beoordelen voor de banenafspraak veel tijd en energie bespaard. “Zo kunnen zij veel sneller aan de slag. Dat is niet alleen prettig voor henzelf, maar natuurlijk ook voor de werkgever”, stelt de staatssecretaris in de Kamerbrief. De Participatiewet is vorig jaar in werking getreden. Het belangrijkste doel is om de arbeidsmarkt veel toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. Klijnsma: “Ik
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
volg de uitvoering op de voet. Als er aanleiding voor is blijf ik inzetten op verdere verbeteringen”. Het aantal aanvragen voor een plek in het doelgroepregister is het laatste half jaar fors toegenomen. Vorig jaar zijn ruim 7200 aanvragen ingediend. Van 59 procent van de afgehandelde aanvragen concludeerde het UWV dat de aanvrager inderdaad tot de doelgroep van de banenafspraak behoort.
Hierdoor kunnen zij aan de slag met
loonkostensubsidie van de gemeente en zo nodig andere ondersteuning. Bron:
Rijksoverheid
Herindeling WAJONG: Dagbesteding en Wajong Datum: 26-02-2016 Tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2018 worden alle mensen met een Wajong uitkering opnieuw gekeurd (herindeling). Het UWV voert deze herkeuring van de Wajong uit. Mensen die vóór 2015 een AWBZ-indicatie dagbesteding hadden, krijgen bij de herindeling automatisch de beoordeling ‘geen arbeidsvermogen’ en behouden de Wajong (75% wettelijk minimumloon). Probleem is dat het UWV niet altijd weet of iemand voor 1 januari 2015 een AWBZ-indicatie dagbesteding had. Zelf opletten! Had u in 2008 of erna een AWBZ-indicatie dagbesteding (dagdelen groep) en heeft u een Wajong-uitkering, ga dan bij het UWV na of het UWV weet dat u die AWBZ indicatie dagbesteding had en of dat is opgenomen in uw UWV-dossier. Is dat niet het geval, dan is het dus verstandig een kopie van uw indicatie AWBZ dagbesteding/dagdelen groep alsnog naar het UWV te sturen. Voorlopige beoordeling Iedereen die voor de Wajong heringedeeld wordt, ontvangt eerst een vooraankondigingsbrief van het UWV. Daarin staat de voorlopige beoordeling van het UWV of u wel of niet kunt werken (uw arbeidsvermogen). Als het UWV beoordeelt dat u (deels) kunt werken, dan wordt uw Wajong-uitkering op 1 januari 2018 verlaagd naar 70% van het wettelijk minimumloon. Bij de vooraankondigingsbrief van het UWV zit een formulier waarop u kunt u aangeven of u het wel of niet eens bent met de voorlopige beoordeling van het UWV. Bespreken Had u een AWBZ indicatie dagbesteding en staat in de vooraankondigingsbrief dat u (deels) kunt werken, neem dan contact op met het UWV. Bespreek met het UWV dat de beoordeling niet klopt vanwege uw indicatie dagbesteding, en wijs hierbij op de brief die staatssecretaris Klijnsma hierover heeft verstuurd (brief kunt u onderaan dit bericht downloaden). Het UWV moet de beoordeling dan aanpassen naar ‘geen arbeidsvermogen’.
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Indicatiebesluit bewaren Heeft u nog geen vooraankondigingsbrief van het UWV gehad, bewaar dan uw AWBZ indicatie dagbesteding. Al heringedeeld De herindeling is al ruim een jaar bezig. Heeft u al een beoordeling ‘arbeidsvermogen’ gekregen omdat het UWV niet wist dat u een AWBZ indicatie dagbesteding had, en is de bezwaartermijn van dat besluit inmiddels verstreken, probeer dan alsnog met het UWV te bespreken dat u verkeerd bent heringedeeld (wijs op de brief van staatssecretaris Klijnsma). U kunt hierover ook een melding doen bij het Nationale Zorg Nummer van Ieder(in). Deze meldingen zijn belangrijke signalen voor de lobby en voor de politiek. Definitief besluit Na de vooraankondiging krijgt u uiteindelijk een definitief besluit van het UWV. Tegen dit besluit kunt u bezwaar aantekenen. Het is belangrijk dat u dit binnen zes weken doet nadat u het besluit heeft ontvangen. Laat u de bezwaartermijn verstrijken dan is het besluit definitief. Heeft u meer tijd nodig om bezwaar aan te tekenen, dan kunt u binnen de termijn alvast voorlopig bezwaar aantekenen met vermelding dat de onderbouwing later volgt. Onderaan dit bericht vindt u een voorbeeld van een voorlopige bezwaarschrift. Bron:
Landelijke
Cliëntenraad
"Recht op maatwerkvoorziening moet in Participatiewet komen" Datum:
01-03-2015
Nog te veel mensen worden niet bemiddeld naar werk. Ze hebben geen enkel recht op ondersteuning, maar moeten wel aan allerlei voorwaarden voldoen. De LCR pleit voor een recht op maatwerkvoorziening voor iedereen in de Participatiewet. Zo wordt begeleiding afgestemd op het vermogen dat mensen hebben om zelf aan de slag te komen. Het is een van de onderwerpen die de LCR inbrengt voor het Algemeen Overleg over de Participatiewet. Cliëntenparticipatie In een aantal gemeenten zijn na de komst van de Participatiewet nog altijd geen cliëntenraden actief of zijn ze vervangen door burgerraden. De LCR vindt dat het noodzakelijk is om cliënten het beleid vooraf te laten toetsen en achteraf te evalueren. En cliëntenraden
moeten
ondersteuning
krijgen
bij
het
organiseren
van
regionale
cliëntenparticipatie. Langdurig bijstand
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
De LCR maakt zich zorgen over mensen die langdurig in de bijstand zitten. Zij zijn door gemeenten in de steek gelaten. Ook zij moeten geholpen worden bij het vinden en behouden van werk. Bureaucratie Van alle kanten wordt geklaagd over de uitvoering van de banenafspraak. Hoewel er sprake kan zijn van bureaucratie vindt de LCR allereerst dat gemeenten aan de slag moeten met de doelgroep. Ze zouden daarbij evidence based moeten werken en kijken hoe snel resultaat behaald kan worden. Op die manier is het nakomen van de banenafspraak minder intensief voor zowel de uitvoerder als de werkzoekende dan wordt gedacht. Na één jaar Al met al meent de LCR dat er nog veel te verbeteren valt na 1 jaar Participatiewet. Een van de pijnpunten ligt wat de LCR betreft bij ‘draaideurcontracten’ en bij de doelgroep die niet in aanmerking komt voor de Wajong 2015 omdat de duurzaamheid van hun volledige arbeidsongeschiktheid nog niet vast staat. De hele doelgroep moet in beeld komen én blijven. Daarom stelt de LCR voor deze groep tijdelijk toe te laten tot de Wajong 2015 en hun regelmatig te herbeoordelen. Bron:
Stichting de Pijler
Landelijke
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
Cliëntenraad
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
DE
OPFRISSER:
Toeslagenwet en de veranderingen per 1 juli 2016 Een toeslag is een aanvulling op uw inkomsten. Ontvangt u een uitkering van UWV, een Ziektewet-uitkering van uw ex-werkgever of bent u langer dan een jaar ziek en betaalt uw werkgever u een lager loon? Als uw totale (gezins)inkomsten onder het sociaal minimum komen, kunt u mogelijk een toeslag krijgen. Dit hangt ook af van uw leefsituatie: getrouwd of daarmee gelijkgesteld, of alleenstaand. Let op: vanaf 1 juli 2016 komt er een derde leefsituatie bij die voor u kan gelden, namelijk de alleenstaand-woningdeler. Lees hierover alvast meer bij Wat is mijn leefsituatie? Hier vindt u ook een stappenplan waarmee u uw leefsituatie kunt vaststellen. Wanneer kan ik een toeslag van UWV krijgen? Om recht te hebben op een toeslag moet 1 van de onderstaande situaties voor u gelden: U heeft een uitkering van UWV. U bent langer dan een jaar ziek en uw werkgever betaalt u een lager loon dan het sociaal minimum dat voor u geldt. Uw (ex)werkgever is eigenrisicodrager en u krijgt een Ziektewet-uitkering van deze werkgever. Daarnaast moet u ook aan een aantal voorwaarden voldoen: U bent 18 jaar of ouder. Uw (gezamenlijke) inkomsten zijn lager dan het sociaal minimum dat voor u geldt. Welk sociaal minimum voor u geldt en welke inkomsten meetellen, hangt af van uw leefsituatie. De (gezamenlijke) inkomsten zijn bijvoorbeeld inkomsten uit betaald werk, een uitkering, pensioen of studiefinanciering. Gezamenlijke inkomsten heeft u met uw partner of daarmee gelijkgestelde persoon.
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Wat is mijn leefsituatie? Uw leefsituatie hangt af van of u met iemand samenwoont, en met wie. Tot 1 juli 2016 zijn er 2 verschillende leefsituaties mogelijk: U bent getrouwd of daarmee gelijkgesteld; U bent alleenstaand. Vanaf 1 juli 2016 komt er een derde leefsituatie bij, namelijk de alleenstaandwoningdeler. Uw leefsituatie bepaalt hoe hoog het sociaal minimum is dat in uw situatie geldt. Het sociaal minimum gebruiken wij om te bepalen of u recht heeft op een toeslag. Wilt u weten welke leefsituatie voor u geldt? Bekijk dan het Stappenplan: mijn leefsituatie vaststellen.
Deze
is
te
vinden
op
-->
http://www.uwv.nl/particulieren/overige-
onderwerpen/toeslag-van-uwv/
Wat is het sociaal minimum? Het sociaal minimum wordt door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgesteld. Het sociaal minimum is het bedrag dat u minimaal nodig heeft om van te leven. De hoogte van het sociaal minimum is niet voor iedereen hetzelfde. Het hangt bijvoorbeeld af van uw leeftijd en leefsituatie. Hoe hoog het sociaal minimum voor u is, leest u bij Sociaal minimum. Het sociaal minimum gebruiken wij om te bepalen of u recht heeft op een toeslag. Wij vergelijken namelijk uw inkomsten met het sociaal minimum. Is uw leefsituatie getrouwd of daarmee gelijkgesteld? Dan tellen wij de inkomsten van de persoon met wie u bent getrouwd (of daarmee gelijkgesteld) mee met uw inkomsten. Wilt u weten welke leefsituatie voor u van toepassing is? Kijk dan hierboven bij Wat is mijn leefsituatie? Onder inkomsten verstaan we alle inkomsten uit werk of overige inkomsten zoals (pre)pensioen, studiefinanciering of een uitkering van UWV, bijvoorbeeld een WW-uitkering. Uw eigen vermogen, zoals spaargeld, telt niet mee. Tot 1 januari 2015 gold er een sociaal minimum voor alleenstaande ouders. Sinds 1 januari 2015 is dat sociaal minimum afgeschaft. Hoe hoog is mijn toeslag? Een toeslag vult uw (gezamenlijke) inkomsten aan tot het sociaal minimum dat voor u geldt. Hoe hoog het sociaal minimum voor u is, hangt af van uw leefsituatie en uw leeftijd: Is uw leefsituatie alleenstaand? Dan vult een toeslag uw inkomsten aan tot ongeveer 70% van het minimumloon dat bij uw leeftijd hoort. Dit is het voor u geldende sociaal minimum;
Stichting de Pijler
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl
Spreekuur Nieuwsbulletin 16/03
Is uw leefsituatie getrouwd of beschouwen wij u gelijkgesteld met getrouwd? Dan vult een toeslag uw inkomsten aan tot ongeveer 100% van het minimumloon. Dit is het voor u geldende sociaal minimum. Vanaf 1 juli 2016 komt er een leefsituatie bij, namelijk de alleenstaand-woningdeler. Is uw leefsituatie vanaf 1 juli 2016 alleenstaand-woningdeler? Dan vult een toeslag uw inkomsten aan tot ongeveer 65% van het minimumloon. Dit is dan het voor u geldende sociaal minimum. Het percentage voor de alleenstaand-woningdeler wordt in stappen afgebouwd: Per 1 januari 2017 ongeveer 60% van het wettelijk minimumloon. Per 1 januari 2018 ongeveer 55% van het wettelijk minimumloon. Per 1 januari 2019 ongeveer 50% van het wettelijk minimumloon. Hoe vraag ik een toeslag van UWV aan? Vraag de toeslag altijd aan binnen de eerste 6 weken nadat u recht heeft op de uitkering of binnen 6 weken nadat uw leefsituatie of inkomsten zijn veranderd. Is uw aanvraag later bij ons binnen? Dan krijgt u mogelijk een lagere toeslag. Hoe u de toeslag aanvraagt, hangt af van de uitkering die u heeft of van uw situatie. Inkomsten van uw partner of een daarmee gelijkgestelde persoon doorgeven Is uw leefsituatie getrouwd of daarmee gelijkgesteld? Als u een toeslag aanvraagt, geeft u naast uw eigen inkomsten ook de inkomsten van uw partner of een daarmee gelijkgestelde persoon aan ons door. Deze kunnen namelijk invloed hebben op de hoogte of duur van de toeslag die u ontvangt. Uw partner of een daarmee gelijkgestelde persoon moet daarom ook de aanvraag voor de toeslag ondertekenen. Wijzigen de inkomsten van uw partner of een daarmee gelijkgestelde persoon? Geef een wijziging in deze inkomsten binnen 1 week nadat het bekend had kunnen zijn, door aan UWV. Enkele voorbeelden van inkomsten die u door moet geven zijn: inkomsten uit (pre)pensioen; inkomsten uit uitkeringen; inkomsten uit (zelfstandig) werk. Bron:
Stichting de Pijler
UWV
Mercator 1 | postbus 5185 | 6130 PD Sittard
www.stichtingdepijler.nl