RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 28 mei 2002 (30.05) (OR. fr) 9185/02
SOC 267
INLEIDENDE NOTA van: de Groep Sociale vraagstukken aan: COREPER/Raad Werkgelegenheid en sociaal beleid nr. vorig doc.: 8810/02 SOC 238 nr. Comv.: COM(2002) 118 def. Betreft: Ontwerp-resolutie van de Raad over een nieuwe communautaire strategie inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk 2002-2006 - aanneming 1. Op 3 april 2002 heeft het voorzitterschap aan de Groep Sociale vraagstukken een ontwerpresolutie van de Raad inzake de gezondheid en veiligheid op het werk 2002-2006 voorgelegd. 2. Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft de ontwerp-resolutie op 24 mei 2002 voor de eerste keer besproken. Het heeft sommige kwesties echter niet kunnen oplossen en daarom de Groep Sociale vraagstukken opgedragen die tijdens haar vergadering op 28 mei 2002 verder te bespreken. 3. Tijdens die vergadering heeft de groep een akkoord over de tekst van de resolutie bereikt. De Oostenrijkse delegatie handhaaft een voorbehoud voor taalkundige bestudering.
9185/02
gra/SR/md DG G II
1
NL
4.
Het Comité van permanente vertegenwoordigers zou daarom de Raad kunnen verzoeken: -
bijgaande tekst van de resolutie aan te nemen;
-
te besluiten tot bekendmaking van de resolutie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
_______________
9185/02
gra/SR/md DG G II
2
NL
BIJLAGE Ontwerp-resolutie van de Raad over een nieuwe communautaire strategie inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk 2002-2006
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien de mededeling van de Commissie van 11 maart 2002 met als titel "Zich aanpassen aan de veranderingen in werk en samenleving: een nieuwe communautaire gezondheids- en veiligheidsstrategie 2002-2006", die deel uitmaakt van een van de doelstellingen van de Europese Sociale Agenda; Overwegende dat op basis van artikel 137 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap een aanzienlijke hoeveelheid communautaire wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk is ontwikkeld; Overwegende dat gezondheid en veiligheid onmiskenbaar essentiële bestanddelen zijn van de kwaliteit van het werk, tot de belangrijkste gebieden behoren waarop het sociale beleid van de Unie betrekking heeft en een belangrijke economische dimensie hebben ; Overwegende dat de toepassing van de wetgeving nog niet de verhoopte resultaten heeft opgeleverd en het aantal arbeidsongevallen in absolute cijfers hoog blijft; dat in sommige lidstaten en in sommige sectoren een stijging te zien is van het aantal arbeidsongevallen, de ongevalcijfers van de kandidaat-lidstaten aanzienlijk hoger liggen dan het gemiddelde in de Gemeenschap en het derhalve belangrijk is dat de nieuwe strategie deze situatie verhelpt; Overwegende dat het Europese sociale model is gebaseerd op goede economische prestaties, op een hoog niveau van sociale bescherming en onderwijs, alsmede op de sociale dialoog; dat dit onder andere de verbetering van de kwalitatieve aspecten van het werk inhoudt, met name wat de gezondheid en de veiligheid op het werk betreft.
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
3
NL
Overwegende dat de Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002 de Raad heeft verzocht om prioritair de Commissiemededeling inzake een communautaire strategie voor gezondheid en veiligheid te bestuderen, NEEMT DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN: I 1.
De Raad neemt er nota van dat de Commissie van mening is dat om te komen tot een voortdurende verbetering van het welzijn op het werk, de betrokken actoren een reeks doelstellingen moeten nastreven, waaronder: -
vermindering van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten. Hiervoor is nodig dat kwantitatieve doelstellingen worden bepaald; daartoe moeten eerst de lopende werkzaamheden inzake de harmonisatie van de statistieken betreffende arbeidsongevallen en beroepsziekten worden geïntensiveerd;
-
versterking van de preventie van beroepsziekten, in het bijzonder die ziekten waardoor nog steeds een hoog aantal Europese werknemers wordt getroffen, zoals ziekten die worden veroorzaakt door het gebruik van gevaarlijke stoffen zoals asbest, gehoorverlies en spier- en skeletaandoeningen;
-
aandacht voor de sociale risico's, zoals stress en intimidatie op het werk, en de risico's die samenhangen met alcohol-, drugs- of geneesmiddelenverslaving;
-
aandacht voor de veranderde samenstelling van de beroepsbevolking ingevolge de feminisering van de arbeidsmarkt, de vergrijzing van de beroepsbevolking, de demografische ontwikkelingen, de bijzondere situatie van gehandicapte werknemers en de etnische en culturele diversiteit in de bedrijven, alsmede voor de invloed daarvan op de beoordeling en de voorkoming van risico's van ongevallen en ziekten. Daartoe dient de
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
4
NL
preventie meer rekening te houden met het leeftijdsaspect en zich speciaal te richten op jongeren en het stijgende aantal oudere werknemers; -
aandacht voor de veranderingen in de arbeidsvormen, de arbeidsorganisatie en de werktijden;
-
rekening houden met de omvang van een onderneming, vooral op zodanige wijze dat het midden- en kleinbedrijf, microbedrijven en zelfstandigen beter toegang krijgen tot acties gericht op opleiding, voorlichting, bewustmaking en risicopreventie;
-
zorgen voor de selectie, verspreiding en toepassing van goede praktijken die leiden tot arbeidsomstandigheden die gunstig zijn voor de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
2.
Voorts neemt de Raad er nota van dat om een preventiecultuur te ontwikkelen en om gedragsverandering te bewerkstelligen, alle betrokkenen een betere kennis van de risico's moet worden bijgebracht door middel van educatie, bewustmaking en anticipatie op nieuwe risico's. Daartoe zijn nodig: a)
het aanleren van een preventiecultuur vanaf de allereerste scholing en een voortdurende bij- en nascholing die aangepast is aan de dagelijkse werkpraktijk;
b)
de betrokken actoren bewust maken van de noodzaak van reïntegratie van gehandicapten op de arbeidsmarkt;
c)
identificatie en analyse van de risico's op basis van het systematisch verzamelen van wetenschappelijke gegevens en adviezen. Voorts zouden de onderzoekscentra hun respectieve programma's moeten coördineren, deze richten op de oplossing van problemen en voorbereidingen treffen voor de overdracht van de onderzoeksresultaten aan de bedrijven;
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
5
NL
d)
verbetering van het inzicht in menselijke en gedragsfactoren , zodat de kennis van de risico's en van de preventie beter kan worden omgezet in praktische acties;
d bis) verdere bewustmaking van de betrokken actoren door het verspreiden van informatie en door de analyse van de modellen betreffende het belang van goede werkomstandigheden voor de productiviteit, de kwaliteit van het werk en de prestaties; e)
bevordering van de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten over goede praktijken;
e bis) de integratie van veiligheid en gezondheid op het werk in het bedrijfsbeheer en in andere activiteiten, zodat het welzijn op het werk systematisch wordt aangepakt. Het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk moet bij de vergaring en verspreiding van informatie over goede praktijken, bij bewustmaking en bij anticipatie een leidende rol spelen. In verband daarmee neemt de Raad er ook nota van dat de Commissie in de tweede helft van 2002 met een mededeling inzake de evaluatie van het Agentschap zal komen. 3.
De Raad is het met de Commissie eens dat de daadwerkelijke toepassing van het Gemeenschapsrecht een noodzakelijke voorwaarde is voor de verbetering van de kwaliteit van het arbeidsmilieu. Daarvoor zijn in het bijzonder een doeltreffende en in alle lidstaten gelijkwaardige controle en bewaking van de toepassing van de wetgeving onontbeerlijk. Het Comité van hoge arbeidsinspecteurs moet een essentiële rol spelen in de bevordering van de uitwisseling van informatie en ervaringen en in de organisatie van samenwerking en wederzijdse bijstand. Met name dienen de vaststelling van gemeenschappelijke inspectiedoelen en gemeenschappelijke beginselen van arbeidsinspectie, alsmede de ontwikkeling van methoden voor de doorlichting van de nationale inspectiestelsels in het licht van deze beginselen te worden gestimuleerd.
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
6
NL
Tevens dienen niet-bindende instrumenten (technische gidsen, lijsten van goede praktijken, enz.) te worden ontworpen, die de toepassing van de wetgeving in de ondernemingen kunnen vereenvoudigen. De Raad neemt er nota van dat de Commissie voornemens is: -
wetgevingsvoorstellen in te dienen met het oog op codificatie van de communautaire richtlijnen en rationalisatie van de verslagen over de praktische toepassing daarvan;
-
in overleg met het Raadgevend Comité en de sociale partners gidsen voor de toepassing van de richtlijnen op te stellen, waarbij rekening zal worden gehouden met de verscheidenheid van de bedrijfstakken en van de ondernemingen.
4.
De Raad deelt de mening van de Commissie dat de sociale dialoog een essentieel element is voor een innoverende benadering, zowel om de bestaande wetgeving efficiënt toe te passen, als om de risico's en specifieke problemen van de verschillende bedrijfstakken en beroepen aan te pakken, en benadrukt het belang van de sociale verantwoordelijkheid van de ondernemingen.
5.
De Raad neemt nota van de noodzaak ook op andere communautaire beleidsterreinen meer rekening te houden met gezondheid en veiligheid op het werk. In dit verband is het nodig om: -
in de Europese werkgelegenheidsstrategie meer rekening te houden met de gezondheid en de veiligheid op het werk, waarbij moet worden gelet op de Conclusies van de Europese Raad van Barcelona over de vereenvoudiging van werkgelegenheidsrichtsnoeren, zonder de doeltreffendheid daarvan te verminderen;
-
de aansluiting met de communautaire voorschriften betreffende de vervaardiging en het op de markt brengen van arbeidsmiddelen en chemische producten te verbeteren;
-
door samenwerking het verband tussen de nieuwe communautaire gezondheids- en veiligheidsstrategie en de volksgezondheidsstrategie te versterken;
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
7
NL
-
een aanpak te ontwikkelen die is gecoördineerd met andere beleidsonderdelen die een op preventieve maatregelen gebaseerde bescherming beogen, met name met het onderzoeks-, onderwijs- en vervoersbeleid, het milieubeleid, het beleid inzake civiele bescherming en het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid;
-
te garanderen dat bij de uitvoering van contracten die voortvloeien uit overheidsopdrachten de geldende regelgeving inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk volledig wordt nageleefd.
6.
De Raad erkent dat de uitbreiding een van de grote uitdagingen is waarvoor de Europese Unie zich geplaatst ziet en waarvoor maatregelen vereist zijn die de overname en de daadwerkelijke toepassing van het communautaire acquis op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk door de kandidaat-lidstaten waarborgen, evenals de aanpassing van de communautaire structuren voor raadgeving en voor de vergaring, analyse en verspreiding van informatie, zoals daar zijn het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats, het Agentschap van Bilbao en de Stichting van Dublin. Daartoe moet er een efficiënte overdracht van ervaring en kennis plaatsvinden, met name door: -
de versterking van de programma's voor technische bijstand via partnerschapsformules en jumelages;
-
de ontwikkeling van mechanismen voor de uitwisseling van ervaring en voor de toegang tot de kennis en de resultaten die het communautair onderzoek oplevert, zulks door opneming van de kandidaat-lidstaten in de betrokken instellingen en instanties;
-
de intensivering van de sociale dialoog op alle niveaus, met name in de ondernemingen;
-
het betrekken van de kandidaat-lidstaten bij de communautaire werkzaamheden inzake de harmonisatie van de statistieken.
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
8
NL
7.
De Raad neemt er nota van dat de internationale samenwerking moet worden geïntensiveerd, en dat de Commissie actief zal blijven samenwerken met de organisaties van de Verenigde Naties, in het bijzonder met de Internationale Arbeidsorganisatie, vooral op de volgende gebieden: -
wereldwijde uitbanning van de schrijnendste vormen van kinderarbeid;
-
wereldwijde steun voor de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk;
-
de effecten van alcohol-, drugs- of geneesmiddelenverslaving op de gezondheid en de veiligheid op het werk.
De Raad erkent dat de samenwerking met derde landen, met name de MiddellandseZeelanden en de ASEAN-, NAFTA- en Mercosur-landen, alsmede de samenwerking en de uitwisseling van ervaringen in het kader van het Transatlantische Pact met de Verenigde Staten, van wezenlijk belang zijn om ervoor te zorgen dat minimale gezondheids- en veiligheidsnormen in acht worden genomen.
II De Raad: 1.
is ingenomen met de mededeling van de Commissie over haar nieuwe communautaire strategie inzake gezondheid en veiligheid 2002-2006;
2.
is van mening dat die mededeling een nuttig kader biedt om op communautair niveau op doeltreffende wijze uitvoering te blijven geven aan artikel 137;
3.
deelt de mening van de Commissie dat het communautair beleid inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk de voortdurende verbetering van het welzijn op het werk in fysiek, mentaal en sociaal opzicht ten doel moet hebben;
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
9
NL
4.
benadrukt dat: -
rekening moet worden gehouden met de veranderingen in het arbeidsbestel en dat de gezondheid en de veiligheid op het werk moeten worden verbeterd middels het creëren van een gezond en veilig arbeidsmilieu als een van de belangrijkste componenten van de kwaliteit van het werk;
-
de preventiecultuur moet worden geconsolideerd, door combinatie van diverse beleidsinstrumenten en door samenwerking tussen al diegenen die bemoeienis hebben met gezondheid en veiligheid, en andere actoren die invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van het werk en de arbeidsomstandigheden, alsmede door bij de strategische besluiten van bedrijven rekening te houden met de gezondheid en de veiligheid op het werk;
-
moet worden aangetoond dat een doeltreffend beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk mede bepalend is voor het concurrentievermogen en dat, omgekeerd, het ontbreken van een beleidsmatig optreden extra kosten oplevert;
-
een eventueel communautair instrument gebaseerd moet zijn op adequate technische kennis, zowel van de risico's als van de preventiestrategieën;
-
om deze doelstellingen te bereiken, alle actoren, de overheden en de sociale partners bij de ontwikkeling van de strategie moeten worden betrokken en daaraan moeten meewerken.
5.
verzoekt de lidstaten -
om een preventiebeleid op te zetten en uit te voeren dat gecoördineerd en samenhangend is en aangepast aan de nationale situaties, met meetbare doelstellingen voor het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten, in het bijzonder in de sectoren waar de ongevallencijfers boven het gemiddelde liggen;
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
10
NL
-
te zorgen voor een betere toepassing van de vigerende wetgeving, in het bijzonder door meer doeltreffende controle en waakzaamheid ten aanzien van de toepassing, door de ondernemingen, en dan met name de kleine en middelgrote, op adequate wijze adviezen en voorlichting te verstrekken, door het verbeteren van de opleiding op het stuk van de preventie van beroepsrisico's en door aanneming van specifieke maatregelen voor het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziekten in de sectoren met een hoog risico;
-
te bevorderen dat er een echte preventiecultuur ontstaat door de grondbeginselen van preventie op het werk te integreren in de educatieve programma's en in de activiteiten op het gebied van voortdurende bij- en nascholing, alsook middels bewustmakingscampagnes en campagnes ter bevordering van de veiligheid en de gezondheid op het werk.
6.
verzoekt de Commissie en de lidstaten om de thans lopende besprekingen over de harmonisatie van de arbeidsongevallen- en beroepsziektestatistieken te intensiveren teneinde te beschikken over vergelijkbare gegevens waarmee een objectieve evaluatie kan worden gemaakt van de invloed en van de doeltreffendheid van de maatregelen die in het kader van de nieuwe communautaire strategie worden genomen.
7.
verzoekt de Commissie -
op het scorebord voor de sociale agenda de maatregelen ter uitvoering van de strategie op te nemen, samen met, met name, een tijdschema voor de uitvoering daarvan;
-
om hem, in het kader van haar initiatiefrecht, ieder voorstel voor te leggen dat nodig is voor het verwezenlijken van de in de nieuwe strategie genoemde doelstellingen, en in het bijzonder die voorstellen welke nodig zijn om het bestaande wetgevingskader te consolideren, te vereenvoudigen en te rationaliseren, en aan de vooruitgang van de techniek aan te passen teneinde een betere toepassing van de vigerende wetgeving mogelijk te maken;
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
11
NL
-
de samenwerking tussen de lidstaten en de sociale partners op Europees niveau te stimuleren, met het oog op de komende uitbreiding van de Europese Unie, middels de aanpassing en rationalisatie van de bestaande raadgevende instanties en het Agentschap van Bilbao. In deze zin is de Raad ingenomen met het voornemen van de Commissie om hem voorstellen te doen voor het doen samengaan van de twee raadgevende instanties in één Raadgevend Comité voor de gezondheid en de veiligheid op het werk, en voor het verbeteren van de werking en de taken van het Agentschap van Bilbao op basis van het desbetreffende evaluatieverslag en het advies van het Raadgevend Comité, van welke taken ook de uitwisseling van goede praktijken en ervaringen tussen de lidstaten deel moet uitmaken;
-
in het jaarlijkse syntheseverslag voor de voorjaarszitting van de Europese Raad de belangrijkste onderdelen van de uitvoering van de strategie te verwerken.
8.
verzoekt de sociale partners -
een actieve rol te vervullen bij de omzetting van de grondbeginselen van deze nieuwe strategie op Europees, nationaal, regionaal en ondernemingsniveau;
-
op de werkplek een correcte toepassing van de beginselen van de preventie van arbeidsrisico's te stimuleren en algemeen ingang te doen vinden, met name door middel van de sectorale sociale dialoog op alle niveaus;
-
ervoor te zorgen dat de leden van hun respectieve organisaties toegang hebben tot deskundige bijstand en adequate scholing over gezondheid en veiligheid;
-
samen te werken met de nationale autoriteiten bij de uitstippeling en toepassing van het nationale beleid van de lidstaten op de in artikel 137 bedoelde gebieden.
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
12
NL
-
op ondernemingsniveau samen te werken bij de inrichting van het arbeidsmilieu, teneinde de gezondheid en de veiligheid van de werknemers te beschermen, en bij de toepassing van de desbetreffende regelingen tot bescherming van de werknemers.
________________
9185/02 BIJLAGE
gra/SR/md DG G II
13
NL