Introductie De Humobisten door Esther Gijsbertsen en Linda van Zijp
De HuMobisten kennen geen grenzen of categorieën. Ze willen bewijzen dat je ook in een band kunt spelen zonder muzikant te zijn, en dat je in een Centrum voor Beeldende kunst kunt exposeren zonder kunstenaar te zijn. Dat laatste hebben ze aan het begin van hun carrière letterlijk gedaan: ze hingen er een paar onbeschilderde canvassen op en deelden flyers uit met de tekst: everyone can Make An Exhibition at the CBK. Al hun werk gaat in op de actualiteit, stelt vragen over (wereld)politiek, de informatiesamenleving of globalisering. Met hun ongewone kijk op de wereld stellen ze vragen, zonder belerend te worden en laten ze ruimte voor interpretatie. In zeven jaar tijd produceerden Rufus Ketting en Gyz la Rivière samen een groot en rommelig oeuvre van fotografie, grafisch ontwerp, video’s, performances, installaties, een weblog op www.humobisten.nl en vrij werk. Tegelijk met de overzichtsexpositie in de Rotterdamse galerie Blaak 10, waar gele post-its fungeerden als bordjes bij de geselecteerde werken, is er een boek verschenen getiteld Een Dure Grap, met mooi beeldmateriaal en bijdragen van curatoren, kenners en zelfs cultuurfilosoof Siebe Thissen over het HuMobisme.
>01
Interview Iedereen heeft wel een voorkeur in het werk wat ze hebben gemaakt. Deze vraag hebben we aan de HuMobisten gevraagd. Wat is hun favoriete werk uit al hun werk en waarom is dit zo bijzonder. Rufus: Normaal gesproken weten we voor 80 procent meestal wel waar een werk overgaat als het net klaar is. De overige 20 procent vallen dan vaak ‘op hun plek’ in de periode na een publicatie/vernissage/opening/onthulling/bekendmaking, etc.. over sommige werken die we hebben gemaakt, krijg ik een aantal jaar nadat het af is pas een ‘helder moment’ en zie ik ineens waar het ‘helemaal over gaat’. Dat ligt dan meestal in het verlengde van ‘wat we er al over dachten’. Misschien komt dit wel omdat veel van ons werk over ‘de conditie van de mens en de wereld’ gaat en misschien wel vanwege een soort ‘voorspellingen’ die we lijken te doen, maar die in feite gewoon ‘doorgetrokken lijnen zijn van dingen die we opmerken of voor welke reden dan ook interessant vinden.’ in dit geval (‘pommes frieden’) is het werk nog maar net af. Nu moet u niet denken dat we maar wat gemaakt hebben en later pas een inhoud aan dat werk toeschrijven (niet dat dat niet zou mogen, maar zo is het nu eenmaal niet). Toen Gyz en ik aan dit werk begonnen, wilde ik per se iets maken over oorlog. Waarschijnlijk omdat er op dat moment, vooral in mijn hoofd misschien, overal oorlog was. Het rare van oorlog vind ik vooral dat ik er nog nooit een heb meegegmaakt en alles wat ik weet van oorlog van tv en films komt. Daarom kan ik het zelf ook beter/mooier maar ook afschuwelijker maken dan het in feite is. Het is een rare bokswedstrijd van realiteit tegen fictie, waarvan fictie en realiteit steeds van plek lijken te wisselen. We hebben er lang over gepraat. Ik zie op een moment x heel veel liefde in oorlog, het soort broederband, avontuur, alles-laten-gaan, je overgeven aan je oer-menselijkheid, etc. Ik word
>03
xxxxxxxxxxx
>04
>05
Interview overal wel eens verliefd op en oorlog was geen uitzondering. Gyz is dan heel goed in mij vertellen dat ik gewoon vluchtig dweep met iets (dit keer dan met oorlog) en niet van oorlog HOUD (wat ik op dat moment zelf denk), omdat ik oorlog juist vreselijk vind. Hij herkent de fascinatie/irritatie, maar wijst me vooral ook nog even op de irritatie. Toen zijn we er opgekomen dat we misschien liever iets maken dat over vrede gaat. We kiezen er dan vervolgens voor om een werk te maken dat in de ruimste zin des woords over de belachelijkste oorlog gaat en de belachelijkste vrede, of zoiets. Oorlogen zijn natuurlijk net zo geconstrueerd en hebben net zoveel met geld te maken als vredes. Wat dat betreft heeft ieder mens gewoon pech of mazzel wat betreft het land waarin hij of zij geboren is. Een soort Russisch Roulette met moeders. Over al dit soort dingen gaat ons werk ‘pommes frieden’, waarin we van oorlog (150 potten mayonaise en 150 potten pindasaus) vrede (het internationale peace-symbool) hebben gemaakt.
Nou, eigenlijk niet. We hebben het (nog) niet in het buitenland laten zien en de eerstvolgende plek waar het werk heen verhuist is Den Bosch. Wel horen we van veel mensen dat bij hun in de snackbar oorlog ‘pinda-mayo MET UITJES is’. Maar in Rotterdam, de stad die wij zo haten en liefhebben, is dat niet zo. Dus fok dat! Kunst moet je ook willen begrijpen, vind ik. Als je je best doet om iets stom te vinden, ben je fout bezig. Ikzelf wil altijd graag het toffe zoeken en onderzoeken in de dingen die me fascineren. Soms zeggen mensen tegen me ‘ik vind het tof dat op jullie website het bijna altijd gaat over dingen die jullie tof, leuk, mooi of goed vinden.’ Maar ik vind dat juist zo logisch. Anders ben je natuurlijk aan het zeiken over iets. Besteed geen aandacht aan de dingen die je niks doen, dat is zonde. Het heeft geen zin om dingen/meningen/werk/esthetiek van een ander te willen veranderen. Daarom wil ik als leraar ook liever begeleider zijn. Zien dat iemand iets maakt vanuit een
‘Kunst moet je ook willen begrijpen, vind ik. Als je je best doet om iets stom te vinden, ben je fout bezig.’ Rufus We hebben het dan ook nog heel lang over ‘zullen we de oorlog maken door ‘m uit de potten te halen (want het is pas oorlog als ze samen zijn)?’ of ‘zullen we het peace-symbool aan de muur hangen of opde grond neerzetten?’. Dat zijn uiteindelijk ook allemaal hele leuke dingen om over na te denken, maar het feitelijke werk is dan al ontstaan. Het gaat dan alleen nog maar om de ‘presentatie’ en wat deze op zijn beurt weer met de intrinsieke waarde van het werk te maken heeft. Als het werk dan ‘af’ is (het is ergens geëxposeerd) kom je op dingen als ‘in het buitenland kunnen ze dit ding nooit van hun leven begrijpen. Is dat jammer? Is dat erg? Doet dat terzake?’
passie. En dát begeleiden. Vragen als ‘vind u dit mooi?’ of ‘vind u dit goed?’ doen voor mij dus niet ter zake. Ik wil er samen met een leerling voor zorgen dat iets goed is. Het beste dat die leerling kan, zo goed mogelijk begeleiden. Ik wil u als leraar, maar ook met werk verbazen, in de war maken, laten zien dat niet alleen ik, maar wij allemaal op honderden manieren over alles kunnen nadenken. Dat we geen individuen zijn, maar allemaal dezelfde boerenlul/ supermensen zijn. Dat we nooit moeten denken dat we snappen hoe het zit, want ‘hoe het zit’ verandert natuurlijk elke seconde. Dat is denk ik het enige dat we met zekerheid van de geschiedenis hebben kunnen leren.
Interview Gyz: Hoewel Pommes Frieden dus over oorlog en vrede gaat of beide afzonderlijk (het is maar hoe je er naar wilt kijken),gaat 09.11.2001 daar ook over, maar dan op een wat misschien minder explicietere manier. 09.11.2001
>06 die pailletten Arabisch ogen. Of om in hollandse termen te blijven ‘het heeft arabische bling bling’. Los dat het werk destijds aan 9/11 refereerde, kijk ik er nu naar/tegen op
‘Kunst echter heeft ook nooit een antwoord, oplossing of een waarheidsbetoog. Het is de verbeelding, of beter gezegd een kunstwerk voegt een nieuwe dimensie aan “iets” toe.’ Gyz refereert natuurlijk naar de grootste wereldse gebeurtenis van na het Millenium (09/11). Ik laat verder achterwege hoe we op dat werk zijn gekomen en hoe het werk-proces destijds bij ons is gegaan (Wil je dat wel weten dan moet je deze link checken: http://www.gyzlariviere.nl/index.php?id=123,0,0,1,0,0). Maar ik probeer wat te vertellen over hoe ik dat werk nu ziet, dat lijkt mij treffender en (ook voor mijzelf) interessanter. Het werk is een soort klavertje vier, met linksboven mij als de duivel en aan mijn rechterzijde Rufus als een engel, daaronder gespiegeld gezamelijk in een soort Ying-Yang constructie waardoor Rufus de duivel is en ik de engel :) Maar met deze flauwe letterlijke omschrijving kom je er nog niet. Dit is echter wel de zakelijke opsomming van wat je ziet. Kort gezegd een grafische oplossing van al onze gezamelijke gedachten m.b.t. (September 11th) destijds. Zoveel mensen hebben in de media haar zegje gedaan m.b.t. deze historische (bijna bijbelse) gebeurtenis, maar naar de waarheid kun je alleen maar gissen. Wij kwamen hier dus ook niet uit met een hap-klaar antwoord. Kunst echter heeft ook nooit een antwoord, oplossing of een waarheids-betoog. Het is de verbeelding, of beter gezegd een kunstwerk voegt een nieuwe dimensie aan ‘iets’ toe. Het materiaal bestaat uit pailetten (of lovertjes). Daarnaast kan je zeggen dat
een hele andere manier. Het maakt mij echter helemaal niks meer uit dat het destijds daaraan doelde/refereerde. Het werk gaat (In my opinion) nu veel
meer over ons. Over de worsteling van een Duo-zijn. Of makkelijker gezegd de worsteling die elk huwelijk is of kan zijn. In een Duo zijn er altijd twee waarheden, twee kijkers of twee zwartkijkers. De kunst is om vrede te hebben. Om vrede te hebben met alle complexe zaken, of kleine zaken die ineens complex worden. Om vrede te hebben dat de ander ‘anders’ is. In principe de gehele wereldproblematiek in een notendop op micro-niveau. Waarom gebruiken wij altijd alles in twee-voud, omdat we een Duo zijn. In als ons werk, zit bijna een tweeluik (Pommes Frieden gebruikt twee verschillende potten). De Twin Towers telde twee indentieke torens. Naast dat twee een hoofdtelwoord is, bestaat volgens de filosofie van de dualiteit alles uit tweeën.
De HuMobisten
De HuMobisten