Na- en Bijscholingscursus: Zinvinding als therapeutisch proces Drs. P.M.H.M.J. Kortekaas { SKGV = 15 punten, verplichte nascholing; daarnaast tevens punten facultatief workshops en studiedagen} Concrete informatie Adres: Burgemeester Tonckensstraat 72, Zuidwolde (Dr)1 Aantal deelnemers: minimaal vier cursisten2. Data cursus groepsbijeenkomsten: Maandag 19 januari: twee dagdelen (inclusief lunch) Maandag 2 februari Maandag 16 februari Maandag 2 maart Maandag 16 maart Maandag 30 maart Maandag 13 april: twee dagdelen (inclusief lunch) Op de één-dagdeel cursusdagen kunt u zelf een lunch meenemen. We pauzeren dan korter. Koffie, thee, melk etc. zijn altijd aanwezig. Voor de eerste bijeenkomst is het van belang dat u het boek van Van Knippenberg (zie literatuurlijst, nummer 1) heeft aangeschaft. Neemt u dat boek ook mee. Aanbevolen wordt om ook het boek van Leijsssen (zie literatuurlijst nummer 4) gelijk aan te schaffen. Mocht u al wat ‘voorwerk’ willen doen, begin dat met de eerste 65 pagina’s van Existentiële Zielzorg. Bij twee dagdelen op één datum zijn de ochtendbijeenkomsten van 10.00 uur tot 13.00 uur. De middagbijeenkomsten zijn van 14.00 uur tot 17.00 uur. Bij één dagdeel op één datum zijn we van 10.30 uur tot 13.00 uur en van 13.30 uur tot 15.30 uur. InFORMATIE OVER DE VOLGENDE CURSUSSEN: HET IS DE BEDOELING DAT ER IEDERE JANUARI EN SEPTEMBER EEN NIEUWE CURSUS START. Neem voor concrete informatie daarover contact met mij op. Ik hoop u te kunnen begroeten als cursist. Neemt u gerust contact op bij verdere vragen. Met vriendelijke groet, drs. Peter Kortekaas3
Context voor deze cursus: 1
Let op: Als je vanaf de A28 komt, geeft de TomTom De3weg te ver aan (er hangt een bord van De3weg aan het hek). Er is parkeergelegenheid op het terrein. 2 Mocht de cursus, om welke reden dan ook, (bijvoorbeeld onvoldoende cursisten) niet doorgaan dan worden álle betalingen teruggestort. 3 Over de Cursusleider. Drs. PMHMJ Kortekaas. Opleidingen: Pedagogische Academie (1976), Theologische Opleidingen Amsterdam (1982, 1986), Pastorale vorming (1998), Post-initiële Master Geestelijke Leiding (Tilburg 2007) Arbeidsverleden: Leraar godsdienst, catecheet, geestelijk verzorger defensie, Eigen praktijk Therapeutische Geestelijke Begeleiding, De3weg
1
In de postmoderne tijd nemen invloed en betekenis van zindragende structuren, zoals die van kerken en geïnstitutionaliseerde levensbeschouwingen, maar ook van politieke partijen en sociale verbanden, sterk in kracht af. Zingeving wordt meer en meer ervaren als een proces van zelf-zoeken en kiezen. Daar waar mensen vastlopen in hun leven zoeken zij dan in toenemende mate hulp, bij bijvoorbeeld vrijgevestigde geestelijk begeleiders. Deze vorm van hulpverlening richt zich op de existentie en het levensverhaal van de mensen. Deze cliënten verwachten van de gesprekken, naast empathie en copingvaardigheden, ook begeleiding naar hernieuwde zinbeleving. Door cliënten wordt herijking van hun zinbeleving ervaren als heelmakend en therapeutisch. Het vakgebied van de geestelijk begeleider – hulpverlening in zinvinding – verplaatst zich van de kerk naar het grensvlak van psychologie en de geïndividualiseerde levensvisie. Voor de geestelijk begeleider betekent deze verschuiving dat er behoefte bestaat aan op de existentie gebaseerde zorgmodellen voor zinvindingprocessen. Deze cursus ‘Zinvinding als therapeutisch proces’ wil daar een bijdrage aan leveren. Doelstelling van de cursus: De deelnemers krijgen theoretische kennis en praktische inzichten en vaardigheden aangereikt op het specifieke terrein van de herijking van zinvindingprocessen in de context van individuele hulp- en zorgverlening; met name op het gebied van diagnostiek, methodologie en het ontwikkelen van praktische werkvormen benodigd bij de cliëntgesprekken. Bronvermelding van de inhoud van de cursus (zie ook literatuurlijst) De inhoud van deze cursus kent twee bronnen: a. Op theoretisch niveau is het gehanteerde begrippenkader van een zielzorgmodel vooral ontleend aan ‘Existentiële zielzorg’ (van Knippenberg), maar ook ‘Leiding in je leven’ (Visser) en ‘De zin van het bestaan’ (Frankl) b. Op praktisch niveau - d.w.z. hoe het begrippenkader is vertaald in materiaal en werkvormen voor gesprekken met cliënten in een setting van therapeutische geestelijke begeleiding - is gebruikgemaakt van o.a. ‘Tijd voor de ziel’ (Leijssen) en de methodes en werkbladen die zijn ontwikkeld door en voor De3weg, voor zin, ziel en zorg – een praktijk voor therapeutische geestelijke begeleiding in Drenthe en Noord Holland. Deelnemers: Deze cursus is bedoeld voor therapeuten in de geestelijke gezondheidszorg, psychosociaal therapeuten, belangstellenden op HBO-plus en academisch niveau, pastores en geestelijk verzorgers - in het bijzonder zij die als vrijgevestigd, eerstelijns geestelijk begeleider werkzaam (willen) zijn. Werkvormen: Naast inleidingen door de cursusleiders zullen groepsgesprekken, thuisopdrachten en zelfstudie de belangrijkste werkvormen zijn. Begintermen, eindtermen en evaluatie - Bij aanmeldingen vindt er een intakegesprek plaats waarin opleiding, motivatie en verwachtingen van de student worden besproken.
2
-
-
-
Deelname aan alle studiedagen is verplicht. Tevens wordt verwacht dat de cursist, met name ook tussen de cursusdagen in, behoorlijk wat tijd vrij wil en kan maken voor zelfstudie en het uitwerken van opdrachten. In de laatste fase van de cursus dient de deelnemer twee werkvormen uit te werken en te presenteren voor de groep. Daarnaast vindt nog een eindgesprek plaats waarbij de cursist moet kunnen aantonen dat de opgedane theoretisch kennis van het therapeutische geestelijke zorgmodel vertaald kan worden in praktisch inzichten en vaardigheden. Het is vooralsnog de bedoeling dat de cursus wordt geaccrediteerd (SKB, SKGV) en dan gecertificeerd. De cursus omvat, inclusief het intakegesprek en eindgesprek, elf dagdelen.
Eerste bijeenkomst (2 dagdelen): Inhoud en doel en doel: Kennismaking / verwachtingen, aanreiken begrippenkader, zielzorgmodel. 1. Rond het eigen levensverhaal 2. Operationalisering van gehanteerde begrippen in deze cursus, zoals: - Van modern naar postmodern - Zinbeleving in de postmoderne context - Van zingeving naar en zinvinding - Van Geestelijke verzorging naar Geestelijke begeleiding - Hermeneutische competentie 3. Eerste verkenningen rond een zielzorgmodel (van Knippenberg) - De basisstructuur van het leven - Identiteitsontwikkeling en levensverhaal - Twee structuurlijnen als Tijd en Ruimte - Reiziger en Bewoner - Een perspectieflijn van begrenzing en eeuwigheid - Erfgenaam - Zincategorieën: richting, verband en grond (bron, kompas) - Processen van identiteitsontwikkeling in het levensverhaal 4. Thuisopdrachten: - Lezen: Existentiële zielzorg (van Knippenberg, pag. 1 – 66, Deel 1: Existentie). - Uitwerken: Beschrijf je eigen levensverhaallijn rond Reiziger-zijn en hoe ik Richting in mijn leven vorm geef / heb gegeven - Uitwerken: Beschrijf je eigen levensverhaallijn rond Bewoner-zijn en hoe ik Verbanden in mijn leven vorm geef / heb gegeven Tweede bijeenkomst (1 dagdeel) Inhoud en doel: kennis verwerven en integreren van alle aspecten van de Tijd en Ruimtelijn en toepassen op eigen levensverhaal 1. Opening door cursist 2. Instructie: nadere uitwerking van de aspecten van de Tijdlijn en Ruimtelijn 3. In groepjes van twee: waar mijn leven pijn deed / doet) 4. Bespreken van (een aantal aspecten van) het eigen levensverhaal (Thuisopdracht) 5. Instructie: autobiografische en contextuele competentie 6. Instructie: grenservaring en ambivalentie. 7. Thuisopdrachten: 3
-
Lezen Existentieel zielzorg (van Knippenberg, nogmaals deel 1, a.d.h.v. het uitgereikte begrippenkader). Dus pas de leesstof steeds toe op het begrippenkadermodel) Lezen Mystagogie (van den Berk, hoofdstuk 1, pag. 4-28: De ondergang van de ziel) Uitwerken: Beschrijf de transcendentielijn van je eigen levensverhaallijn. Wat beleef jij (wel eens) als jouw grond / bron / kompas? Beschrijf een door jou beleefde (religieus-spirituele) grenservaringen
Derde bijeenkomst (1 dagdeel) Inhoud en doel: kennis verwerven en integreren van alle aspecten van de Trancendentielijn en toepassingen op het eigen levensverhaal. 1. Opening door cursist 2. Instructie: nadere uitwerking van de aspecten van de Transcendentielijn 3. In groepjes van twee (beleefde religieus-spirituele grenservaring) 4. Bespreken van (een aantal aspecten van) het eigen levensverhaal (Thuisopdracht) 5. Instructie: Afhankelijkheidscompetentie 6. Instructie: Religieuze identiteit. Grenzen en ontgrenzing 7. Thuisopdrachten: - Lezen: Existentiële zielzorg (Knippenberg, pag. 69 – 80, Deel II Ziel) - Lezen: Mystagogie (van den Berk. hoofdstuk 3, pag. 49-63; Pleidooi voor mystagogie) - Lezen: Gärtner. (Het geestelijke in de postmoderne samenleving) - Uitwerken: Met welke vragen komen cliënten / pastoranten bij jou? - Introspectief: Schrijf voor jezelf eens gedachten op die je soms / vaak hinderen of blokkeren Vierde bijeenkomst (1 dagdeel) Inhoud en doel: inzicht en kennis verwerven rond begrippen als zielzorg en therapie en hun betekenis voor de huidige (niet) institutioneel gebonden geestelijke begeleiding. 1. Opening door cursist 2. Instructie: relatie tussen binnenwereld en buitenwereld (over de betekenis en kracht van cognitieveranderingen) 3. Instructie: Problematisering en actualisering van levens(zin)vragen 4. Vragen van cliënten (en van jezelf?) 5. Instructie: De ziel als grensvermogen. (Heraclitus: De grenzen van de ziel zult Ge niet vinden) 6. Instructie: Mystagogie en hermeneutische competentie 7. Thuisopdrachten: - Lezen: Existentiële Zielzorg (Knippenberg. pag. 113 – 129. Deel III, Zorg) - Uitwerken: Twee casusbeschrijvingen (De hulp- zorgvraag; diagnostisering als ‘probleem’ van richting, verband en / of bron) - Introspectief: Hoe ervaar ik richting, verband en bron in mijn leven? Schrijf dat op. Vijfde bijeenkomst (1dagdeel) Inhoud en doel: Praktische toepassing van diagnostisering van vastgelopen levensverhalen. 1. Opening door cursist 2. Instructie: Het belang van diagnostisering: Empathie, exploreren, analyseren en komen tot een begeleidingsplan en begeleidingsdoel. 3. Bespreken casusbeschrijvingen (thuisopdracht) 4. Instructie: Noodzaak van werkvormen 4
5. Instructie: te onderscheiden fases in geestelijke begeleiding (empathie, coping, zinvinding) 6. Instructie: Drie soorten relaties: een voorbeeld als werkvorm Een reis naar binnen (Baboesjka): een voorbeeld als werkvorm Bevestiging en zelfwaardering: een voorbeeld als werkvorm 7. Thuisopdrachten: - Lezen: Tijd voor de ziel (Mia Leijssen, pag. 7-37: Spiritueel georiënteerde psychotherapie en pag. 169 – 209: Elementen van een zielzorgprogramma) - Maak a.d.h.v. de casussen van vorige keer werkvormen die je als geestelijk begeleider (therapeutisch) kunt gebruiken Zesde bijeenkomst (1 dagdeel) Inhoud en doel: Presenteren door cursisten van zelfgemaakte werkvormen die een (therapeutische) bijdrage leveren aan zinvindingprocessen van de cliënt in de bedoelde categorieën: richting, verband, bron. 1. Opening door cursist 2. Instructie. Leiding in je leven. 3. Presentatie werkvormen 4. Instructie: Geestelijke Begeleiding als avant-garde in postmoderne context 5. Thuisopdrachten: - Lezen: Het dictaat van de Zelfververbetering (Prof. dr. F. de Lange) (7 pagina’s) - Invullen evaluatieformulier Zevende bijeenkomst (2 dagdelen) Inhoud en doel: Ruimte voor een extra onderwerp (aangedragen door cursisten). Bijvoorbeeld: opzetten eigen praktijk 1. Opening door cursist 2. Instructie: Van zelfbeschikking naar zelfwording 3. Instructie: Een voorbeeld van levensproblematisering en religieuze identiteitsvorming: Uruzgan 4. Opzetten eigen praktijk – tips and tools 5. Evaluatie van de cursus: - Heb ik mijn eigen leerdoel bereikt? - Heeft de cursus mij gebracht wat ik er van verwachtte? (Intake) - Hoe heb ik de groep ervaren? - Leer en verbeterpunten voor de cursusleider De cursus wordt afgerond d.m.v. een persoonlijk eindgesprek. Drs. P.M.H.M.J. Kortekaas, Zuidwolde, augustus 2014
[email protected] / tel: 06-15949969
Literatuurlijst Cursus: Zinvinding als therapeutisch proces 5
A. Verplichte literatuur 1. M.P.J. van Knippenberg. Existentiële Zielzorg. Meinema, Zoetermeer 2005 2. Idem: Een schematisch overzicht van het zielzorgmodel (krijgt u tijdens de cursus) 3. S. Gärtner. Het geestelijke in de postmoderne samenleving. In Praktische Theologie nr. 3, 2003, pag. 345-360 (krijgt u tijdens de cursus) 4. M. Leijssen. Tijd voor de ziel. Lannoo, Tielt, 2007 5. T. van den Berk. Mystagogie. Inwijding in het symbolisch bewustzijn. Meinema, Zoetermeer 1999. Hoofdstuk 1. De ondergang van de ziel. Hoofdstuk 3. Een pleidooi voor mystagogie. 6. F. de Lange. Het dictaat van de zelfverbetering. Trouw, Letter en Geest, 9 februari 2009 (krijgt u tijdens de cursus). B. Aanbevolen literatuur (wordt ten dele in de cursus benoemd, aangehaald) 7. A. Droogers. God 3.0 – voorbij godsdienst en atheïsme. Partheon, Almere 2014. 8. P. Verhaeghe. Het einde van de psychotherapie. De Bezige Bij, Amsterdam 2009. 9. J. Derksen. Bevrijd de psychologie uit de greep van de hersenmythe. Bakker, Amsterdam 2012. 10. Kluun. God is gek. Ten Have, Amsterdam 2009 11. A. Schreurs. Psychotherapie en Spiritualiteit in de praktijk. Van Gorcum, Assen 2012 12. C. Vissser. Leiding in je leven. Dabar-Luyten, Heeswijk 2002. 13. P.M.H.M.J. Kortekaas. Kerkdiensten in de woestijn van Uruzgan. Uit: Theologisch Debat: Om de verlichting heen, 5e jaargang, nr. 2, Kampen, 2008 14. E. Frankl. De zin van het bestaan. Donker, Rotterdam 1978 15. A. Baart. Een theorie van de presentie. Lemma BV, Den Haag 2006
6