DOT IN DE PERS contactinformatie: tel: +31 (0)6 12 18 33 32 www.dotbelevingstheater.nl
uitgave: april 2005
uit Muzikamen(t)s januari 2002 Beleven, een oergevoel! Patrick Meuldijk Zintuiglijke beleving, lichaamsgebonden ervaringen, bewust omgaan met het aanbieden van stimuli en het tempo waarin dat gebeurt, samen met klanken en muziek, vormen de basis van de belevingsvoorstellingen. De belevingsactiviteiten die we met de deelnemers doen, ontstaan vooraf uit het samenspel door de spelers. Deze inleiding samen met de belevingsactiviteiten maken het belevingstheater. In mijn werk als vakleerkracht muziek met kinderen die meervoudig gehandicapt zijn, visueel- en verstandelijk- met vaak ook een motorische handicap, heb ik gemerkt dat muziek een ingang is om de kinderen op alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Dat is inmiddels een gegeven in de zorg en het speciaal onderwijs. De kinderen kunnen op een ontspannen manier allerlei vaardigheden leren. Naast het plezier dat ze hebben als we samen zingen, in de maat klappen, op een buistrom muziek maken of luisteroefeningetjes doen, is het voor kinderen die zeer beperkt zijn in de communicatie en motoriek, geen optie om aan muzikale vaardigheden te werken. Dit zal leiden tot frustraties van het kind en de volwassene. Het kind zal zich afsluiten voor de muziekactiviteiten met het gevolg dat het initiatief tot contactname vermindert. Geen muzikale vaardigheden aanleren maar muziekbeleving zou het uitgangspunt voor deze doelgroep moeten zijn. Muziekbeleving staat dan in de muziekactiviteit of muziekles centraal: gekriebeld worden met een spinnetje van wol tijdens het luisteren naar een muziekfragment van André Popp, het voelen van de wind van een Spaanse waaier tijdens een liedje over Sinterklaas of de resonantie van een klankschaal laten voelen in een muziekactiviteit als kerstvoorbereiding. Om met deze zeer beperkte groep kinderen een musical uit te voeren en ze te laten figureren als waterplant of zeeannemoon, schiet zijn doel voorbij. Goed bedoeld wil men de kinderen vanuit onze beleving een indruk mee geven van het musicalgebeuren maar door de hectiek rondom de musical komt bij een groot deel van deze figuranten het spektakel over alsof er een emmer met stimuli over hen wordt uitgestort. In plaats van te genieten kruipen ze juist verder in hun eigen wereld. Ze worden niet aangesproken op hun belevingsniveau en interactief bezig zijn in dit chaotisch gebeuren, is dan ver te zoeken. Juist voor ernstig meervoudig gehandicapten is het van belang om de activiteiten te laten aansluiten op hun belevingswereld en daarin samen tot communicatie te komen. Vanuit deze ervaring ben ik gaan zoeken naar een vorm waarbij deze kinderen juist wel beleven en waarbij muziekbeleving een belangrijk onderdeel van de activiteit vormt. Geen massaal gebeuren zoals bij een musical maar het werken met groepjes van 6 tot 9 kinderen waarbij ze op een ontspannen manier kunnen deelnemen aan de belevingsactiviteiten die aansluiten op het belevingsniveau en lichaamsgebonden zijn. Op deze manier is “Oosterwind” ontstaan. Een belevingsproject waar de wind centraal staat en waarin grote waaiers, massage olie, wierook en muziek het decor vormen. De deelnemers, want dat zijn de kinderen op dat moment, liggen in een cirkel, ieder op een eigen mat. De belevingsactiviteiten spelen zich rond de matten af en zo worden de deelnemers een onderdeel van het decor. Het geluid van de wind is continu te horen en terwijl de muziek speelt, worden er een aantal belevingsactiviteiten gedaan. Na de begroeting met vingerbekkens en fluit, wordt de wind door het bewegen van de bamboewaaier gevoeld. Het horen van het klapperend spinakerdoek, het voelen van de wind en het ruiken van de wierook kunnen op een individuele manier en in een eigen tempo beleefd worden. Insmeren met amandelolie en het langzaam naar de voeten wegtrekken van een satijnen lap die over een deelnemer gelegd is, zijn belevingsactiviteiten die de bewustwording van het eigen lichaam stimuleren. De muziek voor “Oosterwind” heb ik speciaal hiervoor geschreven en gerangeerd. De pentatoniek en de klankkleur van trom(s), fluit, koto, xylofoon en strings geven er de specifieke Oosterse sfeer aan. Bij iedere belevingsactiviteit hoort een bepaald deel van het arrangement. Doordat er zes tot negen deelnemers zijn, wordt dit muziekmotiefje een aantal keer herhaald zodat iedere deelnemer bij dezelfde belevingsactiviteit aan bod kan komen en hetzelfde muziekfragment hoort. De herhaling van dezelfde muziekmotiefjes schept een bepaalde rust zodat de deelnemers de gelegenheid krijgen te wennen aan de muziek en aan de specifieke geluiden die bij de belevingsactiviteiten horen. Vijf verschillende belevingsactiviteiten betekent dus dat er vijf verschillende muziekmotiefjes zijn die in elkaar overgaan. Bij elkaar duurt het belevingsproject ongeveer 30 minuten.
pag. 2
DOT in de pers.
Dezelfde uitgangspunten van “Oosterwind” heb ik ook voor de belevingsprojecten “Natte Regen” en “Dag Zeezonnetje” gebruikt. “Natte Regen” is een belevingsproject over de herfst in het waaibomenbos. Een dik tapijt van 80 m² gedroogde bladeren en enorme takken die als bomen fungeren, brengen het bos op alle zintuiglijke manieren bij de deelnemers die met een grote rainmaker en nevelsproeier de regen van heel nabij beleven en natuurlijk worden de regendruppeltjes wegkruipend door een veren plumeau. De muziek is op dezelfde manier opgebouwd als bij “Oosterwind”. De melancholische sfeer van de herfst met een regen- en onweersbui zijn in het timbre van de muziekinstrumenten en het arrangement van de muziek tot uitdrukking gebracht. In “Dag Zeezonnetje” is het juist de zomer en het vrolijke strandgebeuren waar de deelnemers van kunnen genieten. Vijf m³ speelzand waar de blote voeten gekriebeld worden door het gezeefde zand, het liggen op handdoeken, het insmeren met zonnebrand, het luisteren naar de oceandrum en kroelen met het knuffelzonnetje zijn de ingrediënten voor de belevingsactiviteiten aangevuld met de tropische klanken van cabasa, marimba en steeldrums. Als “voice over” is de branding van de zee te horen. In tegenstelling tot de voorgaande belevingsprojecten is hierin een eenvoudige verhaallijn verwerkt. Het is dag en de zon schijnt op het strand. Iedereen geniet van het strandgebeuren. ’s Avonds gaat de zon slapen in het hemelbed en wordt het donker. Dan is het nacht en hoor je de branding van de zee. De volgende morgen wordt de zon weer wakker en klimt in de lucht en is er een nieuwe dag. Dit wordt gevisualiseerd door het gebruik van een halogeenspot met dimmer. Bij drie muziekmotiefje zing ik een kort vierregelig liedje wat bij de verhaallijn past. In deze belevingsprojecten miste ik het theater element. Pas door deze toevoeging kun je m.i. spreken van belevingstheater. In het laatste project “Dabberlappen” wordt de inleiding tot de belevingsactiviteit in theatrale vorm gebracht. Het ontstaan van de belevingsactiviteit aangevuld met de belevingsactiviteiten met de deelnemers heeft in nauwe samenwerking met Lien de Vries, een ervaren collega, die voor “Dabberlappen” de kostuums ontworpen heeft, vorm gekregen. Met een tegenspeler wordt de mogelijkheid gecreëerd om vanuit samenspel te komen tot de belevingsactiviteiten met de deelnemers. Dat geeft er het theatertintje aan! In de belevingstheatervoorstelling “Dabberlappen”, waar belevingsactiviteiten met lappen het uitgangspunt zijn, worden de deelnemers vanaf een eiland, “lapland”, door twee lappenpopspelers ondergedompeld in een lappenwereld. De toevoeging van cartoonachtige klanken, de stripachtige muziek en het gestileerde decor geven de voorstelling, voor de deelnemers maar ook voor begeleiders een bijzondere en wonderlijke uitstraling. Hebben mensen met ernstig meervoudige beperkingen recht om op hun eigen niveau theater te ervaren dat aansluit op hun belevingswereld? Beleef het mee!
DOT in de pers.
pag. 3
uit De Roosendaalse Bode augustus 2002 Horen, zien, voelen, ruiken en proeven met ‘Dabberlappen’ ROOSENDAAL – Door Jenneke Kunst DOT. BELEVINGSTHEATER VOOR MENSEN MET ERNSTIGE BEPERKINGEN De bewoners van zorginstelling Sensis, locatie Blauwe Kamer aan de Galderseweg 65 te Breda beleefden afgelopen zaterdag een bijzondere middag waarop ze konden zien, horen, voelen, ruiken en proeven. De bewoners met ernstig meervoudige beperkingen mochten namelijk deelnemen aan de interactieve voorstelling ‘Dabberlappen’ van ‘Belevingstheater DOT’, bestaande uit Patrick Meuldijk uit Roosendaal en de Bredase lien de Vries. “’Dabber’ is afgeleid van ‘dabberen’ in de zin van ‘ergens doorheen dabberen’. En ‘lappen’ slaat erop dat we in de theatervoorstelling samen met de deelnemers belevingsactiviteiten met lappen ondernemen”, vertelt Patrick. Belevingstheater DOT bestaat sinds januari 2002 en brengt theater voor mensen met ernstig meervoudige beperkingen, waarbij de deelnemers verkennen, ontdekken en hun eigen belevingswereld vergroten. ‘Dabberlappen’ is de eerste officiële voorstelling die Patrick en lien met hun belevingstheater uitvoeren. Hun samen- werking in DOT is ontstaan, doordat ze allebei op dezelfde school werken in het speciaal onderwijs, namelijk Sensis Onderwijs in Breda. lien heeft er een eigen klas, Patrick is er muziekdocent. Meervoudig beperkt “Een musical in het reguliere onderwijs is een vast gegeven. Met Kerstmis, Pasen of aan het einde van het schooljaar of zo wordt er een musical opgevoerd en dat is ook altijd leuk om te doen”, begint de muziekdocent. “Bij ons op school is dat echter een heel ander verhaal. De kinderen, die variëren in de leeftijd van drie tot twintig jaar, hebben namelijk meervoudige beperkingen. Ze hebben bijvoorbeeld een visuele beperking, een verstandelijke én een motorische beperking tegelijk. Ze zijn dus echt meervoudig beperkt! “, benadrukt hij en vervolgt: “Daar komt nog bij dat ze op verschil- lende niveaus zitten. Van de elf klassen bij ons op school zijn er namelijk maar drie met leerlingen op ‘zeer moeilijk lerend’ (zml) niveau. De overige klassen zitten op een nog lager niveau. Plezier aan beleven “Een musical is heel complex met verhalen en liedjes. Voor de kinderen op zml-niveau moeten we de teksten echter al heel veel aanpassen, door er bij- voorbeeld duidelijke, korte kernachtige zinnen van te maken. En dat is echt nodig, anders kunnen de kinderen er niet mee uit de voeten”, vertelt Patrick. “De kinderen die op een nog lager niveau zitten, krijgen geen tekst, want dat is gewoon niet haalbaar. Die worden in een musical ingezet als een zeeannemoon of waterplant, dus meer als decors. Op een gegeven moment zijn we ons gaan afvragen of de kinderen met dat hele lage niveau er ook zoveel plezier aan beleven ais de kinderen van het hogere zml-niveau “, zegt hij. Belevingsprojecten Lien: “Zo’n musical is gewoon te complex. We hebben het geprobeerd, maar het blijkt alleen haalbaar met de zml-leerlingen van de school en dat is een te kleine groep. En toen zijn eigenlijk de belevingsprojecten ontstaan, die meer vanuit het kind zijn bedacht en aansluiten op diens belevingswereld. Patrick is daar op school mee begonnen. Patrick: “De belevingsprojecten ben ik gestart met kleine groepjes van maximaal acht kinderen. In zo’n kleine setting worden ze als publiek tegelijk ook deelnemer, waarbij alle soorten (zintuiglijk) beleven aan bod komen, dus zowel het proeven, het ruiken, het zien, het horen en het voelen. De zintuigen worden dan geprikkeld. In zo’n belevingsproject komt een aantal belevingsactiviteiten aan bod, waarbij we de kinderen dingen laten beleven door ze bijvoorbeeld om beurten te laten kriebelen met een plumeau of waarbij ze mogen blazen met een blaaspijp. En tijdens die activiteiten is er ook muziek te horen. Heel belangrijk is het om de activiteiten dichtbij de kinderen te doen. Ze zijn immers meervoudig beperkt en dan wordt de beleving op afstand al moeilijk. Dus zijn alle activiteiten dicht bij de kinderen. “De belevingsprojecten sluiten vaak aan bij schoolprojecten. Zo werd bij het project ‘herfst’ de aula van de school omgetoverd tot een ‘bos’ met een tapijt van gedroogde bladeren - waarin de belevingsactiviteiten plaatsvonden. “Je kon de herfst gewoon ruiken”, lacht Patrick. Beleef ‘t op lapland De muziekdocent voert nu al vijf jaar belevingsprojecten uit en het laatste jaar is het Belevingstheater DOT met lien op de rails gekomen. “Bij de belevingsprojecten stonden de belevingsactiviteiten los op zich, er zat geen verhaallijn tussen. Door theater worden die activiteiten nu verweven tot belevingstheater”, vertelt lien en vervolgt: “Voordat we beginnen, gaan we eerst kennismaken met de
pag. 4
DOT in de pers.
kinderen en stellen we ons voor als lien en Patrick. Het is namelijk heel belangrijk dat we de namen van de deelnemers kennen in verband met de persoonlijke benadering. Wij spelen twee lappenpoppen, het meisje en het jongetje, en zijn als zodanig herkenbaar door lichte en zware tonen die we laten horen. De voorstelling die ruim een half uur duurt, speelt zich vervolgens af op en rondom een eiland van lappen (Lapland) waarop de deelnemers een plekje gaan zoeken. Die lappen zijn van rood fluweel en lekker zacht. Op het eiland vinden ook de belevingsactiviteiten plaats die we aan de deelnemers aanbieden. Wij bieden ze prikkels aan en reageren vervolgens op de acties van de deelnemers. Het is echt actiereactie. De activiteiten zijn heel gevarieerd en allemaal met lappen.” Patrick vult aan’ “Zo gaan we in ‘Dabberlappen’ met lappen scheuren (gehoor), samen een dutje doen onder de lappen of samen verstoppertje doen onder een doek. Ook hebben we een activiteit waarbij we steeds een deelnemer inwikkelen in een zijden doek en vervolgens er weer uit. Er zit wel een gedachte, achter, want zo werken we bij de deelnemers aan hun lichaamsbesef. In het belevingstheater worden alle zintuigen van de deelnemers dus aangesproken en geprikkeld. Elke belevingsactiviteit heeft bovendien zijn eigen muziekje.” Hij laat een paar deuntjes horen en de muziek klinkt vrolijk en rustig. Dolenthousiast Lien en Patrick hebben op school (Sensis Onderwijs in Breda) van tevoren try-outs gehouden van hun voorstelling ‘Dabberlappen’. “Dat was echt geweldig. De kinderen waren dolenthousiast” lacht Patrick. Het belevingstheater DOT speelt ook bij volwassenen, zoals afgelopen zaterdag voor de bewoners van zorginstelling Sensis, locatie Blauwe Kamer. “We richten ons dus met name op mensen met ernstig meervoudige beperkingen, jong en oud, want voor die mensen is er toch al zo weinig. Ik wil wel benadrukken dat wij altijd op locatie spelen, dat wil zeggen dat wij altijd naar de deelnemers toe komen. Dus we komen optreden op bijvoorbeeld speciale scholen en zorginstellingen”, vertelt lien. “We willen wel kwaliteit leveren en werken daarom steeds met een kleine groep deelnemers, waardoor het relatief duur is. Daarom zijn we nu aan het kijken voor subsidie bij de provincie Noord-Brabant. En het zou mooi zijn als we sponsors konden vinden om de kostprijs van ons belevingstheater te drukken”, besluit ze. Informatie/ boekingen Mensen die meer informatie willen over het Belevingstheater DOT of een voorstelling willen boeken, kunnen bellen naar Patrick Meuldijk, telefoonnummer 0165-527023 of 06-12183332. E-mailen kan ook naar:
[email protected]
DOT in de pers.
pag. 5
uit het NRC Handelsblad maart 2003 PROBEREN DE WIND TE VANGEN Jacqueline Kuipers De meervoudig gehandicapte kinderen gaan helemaal op in de voorgetoverde Arabische wereld. De een straalt, de ander wiegt mee op de maat van de oosterse muziek. Wie de acteurs van Belevingstheater DOT ziet spelen voor hun publiek van meervoudig gehandicapte kinderen wil zich direct laten omscholen. Want met zo weinig middelen anderen zoveel plezier kunnen geven moet een fantastisch gevoel zijn. “je maakt heel veel bij deze kinderen los”, beaamt speler Patrick Meuldijk. “Hoe beperkt sommige kinderen ook zijn, je kunt ze toch een prettig en ontspannen half uur geven.” Zoals Jessy (10), een klein, hoogblond jongetje, dat nauwelijks ziet, niet kan praten, maar wel kan gebaren. Hij zit op Sensis, een school voor ernstig meervoudig beperkte kinderen in Breda. Dol op licht is Jessy en dus ook dol op het kleine lampje dat Meuldijk op zijn voorhoofd gebonden heeft. Met een blik vol verwondering en een stralende lach op zijn gezicht bekijkt hij dat lampje van zo dichtbij gelijk. Hij streelt het met zijn handen, met zijn wangen, zijn lippen En Meuldijk laat hem. Geduldig. Glimlachend. Patrick Meuldijk is muziekdocent op Sensis. Zijn medespeler Lien de Vries werkt er als klassenassistent. De oorsprong van DOT ligt in de schoolmusical die ieder jaar werd opgevoerd, vertelt Meuldijk, terwijl hij na afloop van de voorstelling zijn boterhammen eet. “De ‘goede’ leerlingen zongen er liedjes en de ‘minder goede’ leerlingen hadden een bijrolletje. De ouders kwamen kijken, dus het was druk en hectisch en ik vroeg mij af of de kinderen, voor wie het allemaal bedoeld was, er wel zoveel plezier aan hadden. Want wat heb je eraan om in een musical over ‘de zee’ als mossel in het zand te liggen, wanneer je niet kunt lopen. Of als ‘waterplasje in je rolstoel te zitten. Toen zijn we voor en met de kinderen kleine, interactieve voorstellingen gaan maken, zonder publiek. Het beleven, het aan den lijve ervaren, staat daarin centraal. We spreken zoveel mogelijk zintuigen aan, horen, zien, ruiken, voelen, proeven als het kan. Muziek en klanken zijn daarbij heel belangrijk.” Het verhaal, de muziek, decors en kostuum, alles wordt door Meuldijk en De Vries gemaakt. En na jaren alleen voor eigen leerlingen gespeeld te hebben, hebben zij vorig jaar voor het eerst buiten de muren van de school gespeeld. Niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen met ernstige beperkingen. “Afhankelijk van het publiek passen we de voorstelling aan, brengen we er meer of minder verhaal in”, legt De Vries uit. Het tweetal is inmiddels ook gevraagd om workshops te geven over hun vorm van belevingstheater in het speciaal onderwijs. Vandaag is de try-out van de nieuwste voorstelling van DOT: Oosterwind. Het is in oosterse sfeer. Meuldijk en De Vries dragen rode pofbroeken met daarover een gouden tuniek, rode Marokkaanse slofjes en een tulband op hun hoofd. In de school van Sensis is een ware oosterse wereld gecreëerd. De aula is rondom afgezet met zwart landbouwplastic. Op de grond liggen rode matjes voor de kinderen. Meuldijk en De Vries zitten ieder op een groot fluwelen kussen, rond een tafeltje met twee rode vazen. Erachter staat een grote gong, met daarboven een rood met gouden kleed als een baldakijn. Als de zes leerlingen van de klas ‘Raddraaiers’ binnen zijn ge- bracht, lopend of in een rolstoel, een enkeling in bed, steekt De Vries wierook aan. “We vinden negen kinderen het maximum, omdat we iedereen individuele aan- dacht willen geven”, zegt ze. “Je wilt iedereen bereiken. Daarom zorgen we er altijd voor dat we de namen van de deelnemers kennen, ook als we buiten de deur spelen.” Patrick Meuldijk staat op, trekt zijn sloffen aan en heet alle kinderen persoonlijk welkom. “Jessy, wat leuk dat jij er ook bent. We gaan beginnen.” Heel zacht laat hij op zijn blokfluit het eerste wijsje horen, zingt samen met zijn collega een eenvoudig liedje en dan klinkt uit de twee geluidsboxen in de hoeken van de ruimte het aanzwellende geluid van de wind. “Hé Lien, ik hoor de wind. Maar ik voel hem niet.” “Nee, ik ook niet. Zullen we wind gaan maken?” En dat doen ze. Ze pakken twee grote waaiers - zelfgemaakt van bamboestokken en rode en gele parachutestof - en beginnen ermee te zwaaien. Intussen klinkt zachte, oosterse muziek uit de boxen. De kinderen genieten. Jessy, die eerst nog totaal in zichzelf gekeerd was en met zijn handen fladderend op zijn matje rondkroop, gaat liggen en probeert met zijn handen de wind te vangen. Hij straalt. Naast hem zit een blinde jongen in kleermakerszit heen en weer te wiegen. Een meisje laat haar haren wapperen, terwijl ze met haar duim in haar mond tegen de juf leunt. Dan komen er twee klankschalen tevoorschijn. Ook daarmee gaan Meuldijk en De Vries de kinderen langs. “Het steeds verplaatsen van het geluid houdt ze alert”, legt Meuldijk uit. Hij laat de kinderen de vibraties van de klankschaal voelen, over hun buik, hun rug, langs hun gezicht. Maar wie niet wil, hoeft niet. Respect voor de kinderen is steeds het uitgangspunt van DOT. Meuldijk: “Bij een voorstelling over herfst hadden wij een tapijt van bladeren in de aula gelegd, met daarop matjes, als een soort buffer voor de kinderen, zodat ze zelf konden beslissen of ze wel of niet op de bladeren wilden gaan zitten of liggen.” Bijzonder in de voorstelling ‘Oosterwind’ is het onderdeel waarin de rood met gouden doek die als baldakijn boven de gong hangt, uitgevouwen wordt. Op de maat van de muziek laten de spelers de meterslange dunne doek heel zacht over de kinderen heen glijden. Dan stoot Meuldijk een rode vaas van de tafel, zodat die op de grond rolt. “Wat doe je nou?” vraagt De Vries. Jessy schatert het uit. Uit de vaas rollen satijnen arm- en enkelbanden met kleine koperen belletjes. Die mogen de kinderen even aan, om zelf muziek te maken. En voor wie zijn benen niet kan bewegen, beweegt Meuldijk ze.
pag. 6
DOT in de pers.
Muziek en belevingsprojecten Patrick Meuldijk In mijn werk als vakleerkracht muziek met kinderen die ernstig meervoudige beperkingen hebben, heb ik gemerkt dat muziek een ingang is om de kinderen op alle ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Dit is inmiddels een gegeven in de zorg en het speciaal onderwijs. Om met deze doelgroep een musical uit te voeren en ze te laten figureren als waterplant of zeeannemoon, schiet zijn doel voorbij. Voor hen is weinig plezier te beleven aan de kakofonie van geluiden. In projecten voor deze doelgroep waarbij de kinderen juist wel beleven en waarbij muziekbeleving een belangrijk onderdeel van de activiteit vormt, sluit je aan op de mogelijkheden en de belevingswereld van deze doelgroep. Geen massaal gebeuren zoals bij een musical maar een ontspannen manier van gedoseerd beleven dat aansluit op hun belevingsniveau. Vierentwintig uur per dag zijn er geluiden om ons heen. Geluiden van het verkeer, de natuur, geroezemoes maar ook muziek op radio en televisie, tijdens het boodschappen doen, muziek bij films en concerten. Zelfs als je slaapt is het niet stil! Je afsluiten voor geluid en muziek is onmogelijk! Wij hebben de keuze om te selecteren, te vertellen welke muziek leuk of saai is, weg te lopen van kabaal of een raam te sluiten. Er zijn mensen met ernstig meervoudig beperkingen die niet zelf kunnen kiezen of aangeven dat een bepaald geluid of muziekstuk irritaties opwekt of juist nog honderd keer beluisterd moet worden. Dat muziek “iets” doen, is een gegeven! Muziek laat mensen lachen en huilen, brengt spanning, rust of ontspanning, laat mensen bewegen, dansen of masseert ze! Muziek heeft een enorme impact op mensen! Daarom is het voor mensen met ernstig meervoudige beperkingen erg belangrijk dat begeleiders zich bewust zijn van de mogelijkheden die muziek maar ook geluid heeft in een muziekles, muziekactiviteit of belevingsproject. In een muziekles of muziekactiviteit kunnen naast de muzikale vaardigheden ook sociale-, cognitieveen motorische vaardigheden op een plezierige en ontspannen manier geleerd worden. Het in de maat meeklappen, het samen zingen of muziek beluisteren zijn vaardigheden waarbij een bepaald niveau vereist is zowel op cognitief, sociaal en/of motorisch ontwikkelingsniveau. Om deze vaardigheden verder te ontwikkelen is de basis het plezier hebben in muziek. Zijn dit de vaardigheden in de muziekles of de muziekactiviteit bij kinderen met ernstig meervoudige beperkingen dan zal dat ongetwijfeld leiden tot frustraties van het kind en de begeleiders. Het kan al een hele opgave zijn om een bellenkrans vast te houden. Laat staan er mee schudden! Het kind verliest het plezier in muziek maken en zal zich afsluiten voor de muziekactiviteiten met het gevolg dat het initiatief tot contactname vermindert. Muziek is juist communicatie! Niet het aanleren van muzikale vaardigheden maar muziekbeleving zou voor deze doelgroep centraal moeten staan! Dit vraagt een andere manier van denken over de uitgangspunten van een traditionele muziekles of muziekactiviteit en over de definitie van muziek. Op het moment dat muziek vertaald wordt naar geluid maken, ontstaan er legio mogelijkheden waar iedereen mee aan de slag kan. Maak geluid op de spaken van de rolstoelwielen; met schuivende stoelen op de grond; krakend folie of scheurend papier. Laat het geluid of de geluiden als je met meerdere bent in een bepaald ritme horen en de compositie is klaar! Iedereen kan toch tot vier tellen! Voeg daar de namen van de kinderen aan toe en herhaal dat een aantal keren. Ze vinden het geweldig om hun naam te horen! Gebruik eens geen cd met de geijkte kinderliedjes maar instrumentale muziek van klassiek, pop tot new age of jazz. Proef de sfeer van het muziekstuk en voeg er een eenvoudige activiteit, een voorwerp of een handeling aan toe dat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. Gekriebeld worden met een spinnetje van wol tijdens het luisteren naar een muziekfragment van André Popp, het voelen van een veren plumeau op muziek van Bach binnen het herfstthema of de resonantie van een klankschaal laten voelen in een muziekactiviteit als kerstvoorbereiding zijn eenvoudig te verwezenlijken activiteiten die gericht zijn op muziekbeleving. Muziek maken wordt met jouw inlevingsvermogen muziekbeleving! Het is dan belangrijk om te weten hoe je hiervoor geschikte muziek kan kiezen. Het herkennen van muziekfacetten, de vorm - en het interpreteren van de sfeer van een muziekstuk spelen dan een grote rol. Deze vaardigheden zijn ook voor begeleiders die zeggen dat ze niet muzikaal zijn, te leren. De integratie van muziek in belevingsprojecten staat nu voor iedereen open! Belevingsprojecten is een hot - item binnen het werk met deze doelgroep. Op iedere groep is wel
DOT in de pers.
pag. 7
een thematafeltje te vinden waar allerlei attributen liggen en waar de kinderen kunnen beleven. Maar wat is een belevingsproject eigenlijk? Welke uitgangspunten zijn te gebruiken zodat de “deelnemers” inderdaad beleven en uit hun isolement komen in plaats van zich verder in hun eigen wereldje terug te trekken. Op welke manier kan muziek bijdragen aan deze belevingsprojecten: Muziek als sfeermaker, magisch fenomeen of als achtergrondbehang! Belangrijk is dat de keuze van de muziek bewust gedaan wordt en aansluit bij het thema van het belevingsproject. Voor kinderen met ernstig meervoudige beperkingen is beleven een essentieel onderdeel van het leerproces de wereld in hun directe omgeving te leren begrijpen. Een combinatie van zien, horen, ruiken, voelen en proeven zou de basis moeten zijn van ieder creatief gebeuren. Totaal beleving dus! De beleving moet lichaamsnabij zijn en aansluiten op de totaal beleving met elementen die de verschillende zintuigen prikkelen. Het bewust doseren van de aangeboden stimuli zodat het kind niet overgoten wordt met prikkels en de kans groot is dat het zich in zichzelf terug trekt, is een gegeven. Geef veiligheid, tijd en rust om ze echt te laten beleven. Geen massale schoolhappening maar een belevingswereld voor maximaal tien kinderen. Deze uitgangspunten zijn voor mij de basis voor het bedenken en uitvoeren van belevingsprojecten en het belevingstheater. Oosterwind, Natte Regen, Dag Zeezonnetje hebben alle drie een eigen karakter. De pentatoniek van Oosterwind geeft het belevingsproject waar de wind het uitgangspunt is een oosters sfeertje dat aangevuld wordt met wierook, klankschalen, Chinese gong en bamboewaaiers die de wind laten horen, ruiken, voelen en proeven! De kinderen liggen of zitten in een cirkel op rode matten waarachter de bamboewaaiers staan opgesteld. Er worden een aantal belevingsactiviteiten individueel met de kinderen gedaan dus lichaamsnabij. Ze sluiten aan bij hun belevingswereld: Masseren met amandelolie, het langzaam wegtrekken van een satijnen lap vanaf het hoofd, het voelen van de wind met de bamboewaaier of de persoonlijke begroeting met fluit, stemklank en vingerbekkens. De belevingsactiviteiten spelen zich rond de matten af en op deze manier worden de kinderen deelnemers en een onderdeel van het decor. In het belevingsproject Natte Regen is een dik tapijt van gedroogde bladeren waar tussen de matten ook in een cirkel liggen en enorme takken als bomen staan, het decor van de herfst. De matten geven de deelnemers de keuze om de bladeren te voelen of juist rustig te genieten van de geur van het bos. Geen teiltje waarin een handje vol bladeren te voelen is, maar het sensorpathisch kunnen beleven van bladeren of bij Dag Zeezonnetje, het strand dat uit vijf m³ speelzand bestond. Als basis voor de belevingsprojecten heb ik voor ieder project afzonderlijk muziek geschreven die gedurende heel de voorstelling op cd te horen is. De muziek bestaat uit verschillende muziekmotiefjes die ieder apart bij een belevingsactiviteit horen. Een muziekmotiefje wordt zes tot acht keer herhaald zodat iedere deelnemer in alle rust kan genieten van de bijpassende belevingsactiviteit. Dat geeft de deelnemers ook de gelegenheid om te wennen en te gaan luisteren naar de muziek. Door deze herhaling ontstaat er een bepaalde rust en zekerheid van wat er gaat komen. Door het gebruiken van bestaande of eigen muziek is het ook mogelijk om aanvullend “life” muziek te maken zonder dat de sfeer onderbroken wordt. Het spreekt voor zich dat de sfeer van de muziek aansluit bij het gekozen thema van het belevingsproject. In de bovenstaande belevingsprojecten miste ik het element theater. Pas door deze toevoeging kun je m.i. spreken van belevingstheater. In het laatste project Dabberlappen wordt de inleiding tot de belevingsactiviteit in theatrale vorm gebracht. Het ontstaan van de belevingsactiviteit aangevuld met de interactie van belevingsactiviteiten met de deelnemers en de twee spelers in de speciaal ontworpen kostuums, maakt het belevingsproject met lappen de theatervoorstelling Dabberlappen. In de belevingstheatervoorstelling “Dabberlappen”, waar belevingsactiviteiten met lappen het uitgangspunt zijn, worden de deelnemers vanaf een eiland, “lapland”, door twee lappenpopspelers ondergedompeld in een lappenwereld. De toevoeging van cartoonachtige klanken, de stripachtige muziek en het gestileerde decor geven de voorstelling, voor de deelnemers maar ook voor begeleiders een bijzondere en wonderlijke uitstraling. Het gebruiken van belevingsprojecten voor kinderen met ernstig meervoudige beperkingen is geen keuze maar “must”. Laat daar geen twijfel over bestaan! De keuze van belevingsprojecten of belevingstheater is een keuze die door begeleiders gemaakt zal moeten worden. Beleven, een oergevoel! Patrick Meuldijk
pag. 8
DOT in de pers.