dossier VETO – Hoofdstuk 11
HOOFDSTUK 11 - PLAFONDS
T11- 1
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 2
11.01 VERLAAGDE PLAFONDS 11.01.10
Verlaagde plafonds met lamellen op houten draagsysteem
Algemeen Omschrijving : De werken omvatten de levering en de plaatsing van verlaagde lamellenplafonds met inbegrip van de houten draagconstructie. Materiaal : Het hout van de draagconstructie van de verlaagde plafonds wordt vooraf behandeld volgens het A1procédé van STS 04.31.1. Het drenkingsattest wordt aan de leidende ambtenaar overhandigd. Uitvoering : De bevestiging en/of ophanging van de houten draagconstructie is zo opgevat dat het geheel weerstand biedt aan een puntlast van 500 N en een globale overlast van 700 N per m². De aannemer legt de plafondplans voor, rekening houdende met de uitvoering van de speciale technieken volgens de hem verstrekte gegevens.
11.01.11
Verlaagd plafond met houten lamellen op houten draagsysteem FH m²
Omschrijving : Deze plafondbekleding is een open houten lattenwerk bevestigd op houten of metalen regelwerk dat aan de onderzijde van betonnen balken of een betonplaat is bevestigd of afgehangen. Het plafond bestaat uit de volgende elementen: • • • • •
houten latten met open voegen als zichtbare afwerking; een doek als bescherming van de achterliggende absorptie en als zichtbare afwerking van de open voegen tussen de latten minerale wol boven op de latten gelegd; een houten of metalen regelwerk; alle noodzakelijke toebehoren om een volledig afgewerkte plafondbekleding te bekomen (passtukken, speciale bevestigingen, ...).
Het geheel dient te weerstaan aan het criterium ‘stabiliteit bij brand’, gedurende een 1/2 h volgens NBN 713.020, aan te tonen aan de hand van een proefverslag van een erkend laboratorium met betrekking op een analoge constructie. Materiaal : Ophangstructuur Algemeen: Secties te bepalen door aannemer Stabiliteit bij brand dient te voldoen aan Rf 1/2h. Type 1: geen, rechtstreeks op onderkant betonnen trap bevestigd. Type 2: enkelvoudig houten of metalen regelwerk, loodrecht bevestigd op onderkant betonplaat expo. Hoogte regelwerk: minstens 50mm As op as afstand laat toe om tussen de regels een plaat minerale wol met breedte 500mm of 600mm te passen. Type 3: dubbel houten of metalen regelwerk, loodrecht afgehangen van plafond auditorium. Hoogte regelwerk: minstens 50mm Het regelwerk wordt met nonius hangers of met een gelijkwaardige techniek op de gewenste
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 3
hoogte afgehangen. Alle hulpstukken om een volledig gestabiliseerde ophangstructuur (horizontaal en verticaal) te bekomen, zijn inbegrepen in het artikel. Houten latten Materiaal: Zomereiken (inlands), nr. 228 van NBN 199. Voor de wit geschilderde latten in het auditorium wordt grenenhout gebruikt. De echtheid van het hout wordt door de aannemer gestaafd door het voorleggen van een attest van herkomst en soort. Het hout voldoet aan STS 04 en is van schrijnwerkkwaliteit volgens STS 04.2. Het verwerkte hout is rechtdradig, maximaal 5 % helling gemeten ten opzichte van de kanten met uitzondering van de zones die door toegelaten fouten beïnvloed worden (toegelaten kwasten enz.). Het hout is vrij van hart, spint, losse kwasten, tussenschors, scheuren, onechte kernen met verrotting, dubbelspint, trekgroei, vellingsbreuken, wonden, wormsteken, wormgang, rot, vuur, merg- en wankanten. Gezonde kwasten met een diameter groter dan 20 mm zijn niet toegelaten. Kleine gaten veroorzaakt door nathoutboorders zijn toegelaten. De vochtigheid in de kern van het te verwerken hout is maximaal 12% en bovendien verenigbaar met de afwerking. Behandeling: De latten worden op voorhand kleurloos behandeld op dusdanige wijze dat een brandreactie klasse A1 wordt bereikt. Na het aanbrengen mag enkel de zichtzijde van de lat bijgeschilderd worden als correctie. Afmetingen: Randafwerking: Plaatsing: Tussenafstand: Gemiddelde doorlaat:
geschaafd en geschuurd tot de volgende secties: 40x40mm en 40x20 mm zuiver rechthoekig. willekeurig afwisselend verband, volgens detailplannen architect. 4 cm. 40%
Afwerkdoek Gekleurde afwerkdoek, met de volgende eigenschappen: • zie beschrijving stof onder artikel 13.12.12 Minerale wol platen • • • • •
Halfstijve minerale wol platen Dikte: 50 mm. Minstens langs 1 zijde bekleed met een akoestisch transparant glasvliesdoek, zwart. Volumemassa: 30 - 40 kg/m3 voor glaswol of 70 - 80 kg/m3 voor rotswol. Brandreactie klasse: A1 volgens NBN S 21 - 203. Toebehoren en randafwerking
Alle toebehoren om een volledig afgewerkte plafondbekleding te bekomen, zijn meegeleverd: • Randprofielen voor de randen van het plafond. • Alle bevestigingsmaterialen. Uitvoering : Volgens plannen architect: Type 1) Bekleding onderkant trap: - afwerkdoek rechtstreeks tegen trap te verlijmen. - houten latten tegen betonnen trap geschroefd.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 4
Deze dienen aan te sluiten op de houten latten van de borstwering (voorzien in art. 09.14.11). Type 2) Bekleding onderkant expo - enkelvoudig houten of stalen regelwerk rechtstreeks tegen betonplaat bevestigd - minerale wol tussen regelwerk geklemd, glasvlies naar de ruimte gericht. - afwerkdoek op regelwerk te nieten (voorlopige bevestiging) - houten latten op regelwerk geschroefd (definitieve bevestiging afwerkdoek), inclusief opkanten van de expo vloer. Type 3) Verlaagd plafond auditorium: - dubbel houten of stalen regelwerk, d.m.v. NONIUS hangers aan het plafond gehangen: ophanghoogte plafond: volgens plannen architect - minerale wol tussen regelwerk geklemd, glasvlies naar de ruimte gericht. - afwerkdoek op onderste regelwerk te nieten (voorlopige bevestiging) - houten latten op regelwerk geschroefd, vooraf wit geschilderd (definitieve bevestiging afwerkdoek), inclusief tegen de opkanten van het verlaagd plafond. Doorlopende lichtnissen in verlaagd plafond auditorium, zijn inbegrepen in dit artikel: C-vormige omkasting uit MDF Buitenafmeting (b x h): 45 x 30cm Onderaan doorlopende uitsparing, 15cm, gecentreerd. Binnenzijde volledige bekleedt met afwerkdoek. Zie detailplan architect. Bovendien zal de aannemer een akoestisch isolerend omkasting aanbrengen rond de kanalen van de ventilatie, vanaf de opening naar de zolder tot over aan het midden van de demper. Deze omkasting wordt uitgevoerd in een dubbele gipskartonbeplating, op een regelwerk in gegalvaniseerd staal, opgevuld met panelen in minerale wol van 50mm. Dit werk is inbegrepen in de prijs van het plafond. De opgenoemde materialen voldoen aan de beschrijving in artikel 11.01.44.
Algemeen: Plaatsing latten: Tussenafstand latten: Bevestiging: Afwerking: Bescherming:
willekeurig afwisselend verband, volgens detailplannen architect. 4 cm. geschroefd op de betonnen trap of op het metalen of houten regelwerk. De vijzen worden verzonken en afgedekt met een ingelijmde houten stop Type 3: wit geschilderd, kleurstaal ter goedkeuring voor te leggen. Andere types: transparant, niet vergelend. Al het hout wordt op alle vlakken beschermd volgens het C2-procédé van STS 04.33.2. De eerste laag wordt voor de plaatsing aangebracht, de tweede laag na de plaatsing. De tint is te kiezen door de architect. de Onmiddellijk na opdrogen van de 2 laag wordt het hout beschermd tegen elke bevuiling. Elke beschadiging is door en op kosten van de aannemer te herstellen.
Plaatsing afwerkdoek: - wordt als voorlopige bevestiging tegen de kepers geniet. - de houten latten wordt doorheen het theaterdoek op het regelwerk geschroefd. De volledige oppervlakte wordt hiermee afgedekt, uitgezonderd de ventilatieroosters, verlichting, en andere ingebouwde toestellen. De afwerkdoek dient zonder plooien aangebracht te worden. Uitvoering van eventuele uitsparingen of insnijdingen voor armaturen, roosters,… en andere technieken (beschrijving, zie art 11.01.70), en dit in alle onderdelen van het plafond, zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het verlaagd plafond.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 5
Toepassing : Type 1: Bekleding onderkant trap Type 2: Bekleding onderkant expo Type 3: Verlaagd plafond auditorium Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid: meetcode :
m² Nodige uitsparingen, uitsnijdingen of openingen inbegrepen. De retombé’s en opkanten zijn eveneens inbegrepen in dit artikel en worden meegeteld in de netto-oppervlakte:
11.01.11A
Type 1: Bekleding onderkant trap FH m²
11.01.11B
Type 2: Bekleding onderkant expo FH m²
11.01.11C
Type 3: Verlaagd plafond auditorium FH m²
11.01.40
Verlaagde plafonds met platen op metalen ophangsysteem
Algemeen Omschrijving : De werken omvatten de levering en de plaatsing van verlaagde plafonds met inbegrip van de metalen ophangconstructie. Uitvoering : De aannemer legt de plafondplannen voor, rekening houdende met de uitvoering van de speciale technieken volgens de hem verstrekte gegevens. Het plafond wordt met een regelbare ophanging vlak geplaatst, welke ook de oneffenheden mogen zijn van de bovenliggende constructie. Het aantal ophangingen en de tussenafstand van de dragers worden bepaald door de fabrikant.
11.01.43
Verlaagd plafond met geperforeerde gipskartonplaten op metaal ophangsysteem FH m²
Omschrijving : Plafonds uit niet demonteerbare gipskarton beplating met doorlopend regelmatige perforaties zonder onderbreking van de perforaties ter hoogte van de voegen tussen de platen, bevestigd op een klassieke ophangstructuur. Materiaal : Beplating Geperforeerde gipskarton beplating met de volgende kenmerken: • • • •
•
Dikte: 12,5 mm. Afmeting platen (L x B): 2000 x 1200 mm. 3 Volumemassa minimaal 700 kg/m . Regelmatig patroon van ronde, gestanste perforaties: • Perforatiepercentage minimaal 16%, maximaal 25%. • Afmeting perforatie: 12mm, rond • H.o.h. afstand perforaties: 25mm • Perforatiepatroon: regelmatig Langs de achterzijde van de beplating is een luchtopen wit gekleurd glasvlies gekleefd.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 6
• •
Kantvorm: gesneden langskanten, niet met karton bekleed. Luchtgeluidisolatie volgens EN ISO 354, EN ISO 11654: • Dn,c,w = 16 dB • Dn,c,w = 33 dB met glaswol
•
Alle vrije randen van de verlaagde plafonds worden voorzien van een opkant, hoogte 10cm Deze wordt bekomen door het gebruik van voorgevormde randplaten van dezelfde fabrikant.
•
De aannemer legt een proefverslag voor van de geluidabsorptiecoëfficiënt van de het plafond, gemeten in het laboratorium volgens NBN EN ISO 354. Proefverslagen van het product gemeten in afwijkende omstandigheden, bijvoorbeeld met een andere stof of andere spouwafmetingen, zullen apart beoordeeld worden door het studiebureau akoestiek. Minerale wol platen
• • • • •
Bovenop de geperforeerde gipskarton platen worden minerale wol platen gelegd. Dikte: 50 mm. Minstens langs 1 zijde bekleed met een akoestisch transparant glasvliesdoek, zwart. Volumemassa: 30 - 40 kg/m3 voor glaswol of 70 - 80 kg/m3 voor rotswol. Brandreactie klasse: A1 volgens NBN S 21 - 203. Ophangstructuur
Algemeen: Stabiliteit bij brand dient te voldoen aan Rf 1/2h. De ophangstructuur bestaat uit een raster van hoofddragers en secundaire draagprofielen, onderling verbonden, en van het plafond afgehangen met noniushangers. Alle elementen behoren tot 1 systeem van dezelfde fabrikant.. De profielen zijn C-profielen 60/27 mm wanddikte 0.6 mm vervaardigd uit gegalvaniseerd staal. De profielen worden in de lengterichting aan elkaar verbonden met aangepaste lengteverbinders. De primaire profielen en secundaire profielen worden onderling verbonden door ruiterclips. De tussenafstand van de primaire profielen en van de ophangpunten wordt bepaald volgens de voorschriften van de fabrikant. De tussenafstand van de secundaire plaatdragende profielen bedraagt 600 mm. Toebehoren en randafwerking Alle toebehoren om een volledig afgewerkt schilderklaar plafond te bekomen, zijn meegeleverd: • Randprofielen voor de randen van de plafondvelden. • Voegwapening en voegmaterialen voor het afwerken van de voegen tussen de beplatingen. • Alle bevestigingsmaterialen. Kenmerken van het globale systeem Het geheel van het plafond heeft een brandstabiliteit van minstens Rf 1/2u volgens NBN 713-020. Een attest van een erkend Belgisch laboratorium dient afgeleverd. Alle toebehoren die nodig zijn om volgens het attest de brandstabiliteit te garanderen, maken integraal deel uit van dit artikel. Dit omvat onder meer, maar niet uitsluitend, het juiste type ophangingen, het juiste aantal ophangingen, de bescherming van het regelwerk met minerale wol,… De afhanghoogte verschilt naargelang de toepassing, zoals aangeduid op de plannen. Uitvoering : De plafonds worden uitgevoerd als volledig naadloze vlakken met een doorlopend perforatiepatroon. De schikking van de platen wordt weergegeven in de voor te leggen plafondplannen. De schikking van de geperforeerde platen zorgt voor een zo groot mogelijke oppervlakte geperforeerde beplating. Uitsparingen voor plafondroosters, verlichting, , worden met de grootste zorg uitgevoerd. Het plafond wordt opgeleverd afwerkklasse F2a. Schilderen is enkel toegelaten met een kortharige rol, volgens de voorschriften van de fabrikant van de geperforeerde beplating.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 7
De randen van de perforaties en het achterliggende glasvlies mogen niet geschilderd worden, zodat de geluidabsorptie van het plafond behouden blijft. Uitvoering van eventuele uitsparingen of insnijdingen voor armaturen, roosters,… en andere technieken (beschrijving, zie art 11.01.70) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het verlaagd plafond
Toepassing : ste
Type 4: Eilandenplafonds: in kantoren gelijkvloers en 1 verdieping. Type 5: Randplafonds: in vergaderruimtes kelder, deel gang kelder, sanitaire cellen 99.18 en 99.19. Type 6: Volledig verlaagd plafond boven restaurant en deel expo. Het gedeelte van het plafond dat als plenum wordt gebruikt, zal uitgevoerd worden in niet geperforeerde platen. Volgens aanduidingen op de architectuurplannen. Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid : m² meetcode : Volledig afgewerkt plafond. Nodige uitsparingen, uitsnijdingen of openingen inbegrepen. De retombé’s en opkanten zijn eveneens inbegrepen in dit artikel en worden meegeteld in de nettooppervlakte. 11.01.43A
Type 4: Eilandplafond, geperforeerd FH m²
11.01.43B
Type 5: Randplafond, geperforeerd FH m²
11.01.43C
Type 6: Volledig plafond, geperforeerd FH m²
11.01.44
Verlaagd plafond gipskartonplaten op metalen ophangsysteem FH m²
Omschrijving Verlaagd plafond opgebouwd uit niet demonteerbare gipskarton platen bevestigd op een dubbele draagstructuur in verzinkt stalen profielen, opgehangen van een bovenliggende structuur. Materialen Gipskarton platen • • •
De platen zijn samengesteld uit gips waarvan de twee zijden bekleed zijn met sterk karton. Voldoen aan brandklasse A1 volgens NBN S21-203 De platen hebben afgeschuinde langse kanten. Indien kopse naden in het zichtvlak blijven zullen ook de kopse kanten van de platen in de fabriek zijn afgeschuind zoals de langse kanten.
In lokalen met hogere vochtigheidsgraad zijn de buitenste bekledingsplaten speciale gipskarton platen met hogere waterweerstand. Aan de gipskern van de platen zijn siliconen en minimaal 0,2 gewichts% glasvezels toegevoegd. De kern is omkleed met een karton met verminderde waterabsorptie. De wateropname na 2 uur onderdompeling (volgens DIN 18180) is kleiner dan 10 gewichts-%. •
Alle vrije randen van de verlaagde plafonds worden voorzien van een opkant, hoogte 10cm. Deze wordt bekomen door het gebruik van voorgevormde randplaten of boorden van dezelfde fabrikant.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
•
T11- 8
De dikte van de platen is bepaald in de meetstaat en in de architectuurplannen. Indien niet vermeld, bedraagt de dikte 15 mm en worden de platen steeds in een dubbele beplating aangebracht. Profielen en ophanging
Algemeen: Stabiliteit bij brand dient te voldoen aan Rf 1/2h. De ophangstructuur bestaat uit een raster van hoofddragers en secundaire draagprofielen, onderling verbonden, en van het plafond afgehangen met noniushangers. Alle elementen behoren tot 1 systeem van dezelfde fabrikant.. De profielen zijn C-profielen 60/27 mm wanddikte 0.6 mm vervaardigd uit gegalvaniseerd staal. De profielen worden in de lengterichting aan elkaar verbonden met aangepaste lengteverbinders. De primaire profielen en secundaire profielen worden onderling verbonden door ruiterclips. De tussenafstand van de primaire profielen en van de ophangpunten wordt bepaald volgens de voorschriften van de fabrikant. De tussenafstand van de secundaire plaatdragende profielen bedraagt 600 mm. Minerale wol opleg Halfstijve plaat in minerale wol, met de volgende kenmerken: • • •
Dikte minimaal volgens de hoogte van het plenum en de toepassing van het plafond: min. 50 mm. 3 3 Densiteit 25-30 kg/m , (glaswol) of 40-50 kg/m (rotswol). Het materiaal is maatvast, bestendig in de tijd, en mag geen voedingsbodem vormen voor ongedierte, bacteriën of schimmels. Het is onrotbaar en voldoet aan brandklasse A1 volgens NBN S21-203. Toebehoren en afwerkingsproducten
Alle toebehoren om een volledig afgewerkt schilderklaar plafond te bekomen, zijn meegeleverd: • Randprofielen voor de randen van de plafondvelden. • Voegwapening en voegmaterialen voor het afwerken van de voegen tussen de beplatingen. • Alle bevestigingsmaterialen. Uitvoering De ophangpunten worden gelijktijdig met de montage van het plafond aangebracht. Uitsparingen voor plafondroosters, verlichting, , worden met de grootste zorg uitgevoerd. Het plafond wordt opgeleverd afwerkklasse F2a. Uitvoering van eventuele uitsparingen of insnijdingen voor armaturen, roosters,… en andere technieken (beschrijving, zie art 11.01.70) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het verlaagd plafond Volgende plafonds worden niet aan een plafond afgehangen, maar steunen af op wanden: plafond keukenblok en plafond sanitaire cel zolder. De aannemer zal hiervoor een aangepaste draagstructuur in gegalvaniseerd staal gebruiken. Toepassing Type 7a: Verlaagd plafond, afgehangen, enkelvoudige plaat, 1x 12,5mm: sanitaire ruimtes 99.07 en 99.10 Type 7b: Verlaagd plafond, afgehangen, dubbele plaat 2 x 12,5mm: technische ruimtes 04.02; 04.03; 04.08; 04.09 Type 8: Verlaagd plafond, afgesteund op wanden: plafond keukenblok plafond sanitaire cellen zolder: 04.06; 04.07 Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze :
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 9
meeteenheid : m² meetcode : Volledig afgewerkt plafond. Nodige uitsparingen, uitsnijdingen of openingen inbegrepen. De retombé’s en opkanten zijn eveneens inbegrepen in dit artikel en worden meegeteld in de netto-oppervlakte. 11.01.44A
Type 7a: Verlaagd plafond, afgehangen, 1x 12.5mm FH m²
11.01.44B
Type 7b: Verlaagd plafond, afgehangen, 2x 12.5mm FH m²
11.01.44C
Type 8: Verlaagd plafond, steunend op wanden FH m²
11.01.70
Uitsparingen en uitsnijdingen in verlaagde plafonds
Algemeen Uitvoering : De uitvoering geschiedt in coördinatie met de firma's belast met de diverse technische uitrustingen. Na ontvangst van de nodige gegevens worden deze aangeduid op de voor te leggen plafondplans. De ophangstructuren van de verlaagde plafonds worden aangepast aan de in te bouwen elementen volgens de richtlijnen van de fabrikanten. Bevuilde elementen worden gereinigd en beschadigde vervangen.
11.01.71
Plaatselijke uitsparing in verlaagd plafond PM
Omschrijving : Het betreft het maken van een uitsparing in de plafonds voor het inbouwen van lichtarmaturen en roosters. Uitvoering : De randen van de uitsparing zijn gaaf. Afmetingen van de uitsparing: cfr plannen technieken Toepassing : Alle plaatselijke uitsparingen in de verlaagde plafonds uit 11.01.11, 11.01.43 en 11.01.44, volgens aanduidingen op plannen technieken en architectuurplannen. Aard van de overeenkomst : Pro Memorie (PM) Meetwijze : meeteenheid : PM meetcode : Inbegrepen in eenheidsprijs van het desbetreffende verlaagd plafond.
11.01.72
Doorlopende uitsparing in verlaagd plafond PM
Omschrijving : Het betreft het maken van een doorlopende uitsparing in het plafond voor het inbouwen van lichtarmaturen en roosters. Uitvoering : De randen van de uitsparing zijn gaaf. De ophangstructuur ter hoogte van de doorlopende uitsparing wordt verstevigd om het verlaagd plafond horizontaal te stabiliseren. Breedte van de uitsparing: cfr plannen technieken.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 10
Vorm en afmetingen: cfr plannen technieken Toepassing : Alle doorlopende uitsparingen in de verlaagde plafonds uit 11.01.11, 11.01.43 en 11.01.44, volgens aanduidingen op plannen technieken en architectuurplannen. Aard van de overeenkomst : Pro Memorie (PM) Meetwijze : meeteenheid : PM meetcode: Inbegrepen in eenheidsprijs van het desbetreffende verlaagd plafond.
11.01.73
Uitsnijding in verlaagd plafond PM
Omschrijving : Het betreft het maken van een individuele uitsnijding in het plafond voor het inbouwen van spotlichten / roosters / detectoren / sprinklers. Uitvoering : De uitsnijding volgt nauwkeurig de vorm van het in te bouwen element en wordt uitgevoerd met aangepaste middelen. De randen van de uitsnijding zijn gaaf. Vorm en afmetingen: cfr plannen technieken Toepassing : Alle uitsnijdingen in de verlaagde plafonds uit 11.01.11, 11.01.43 en 11.01.44, volgens aanduidingen op plannen technieken en architectuurplannen. Aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Meetwijze : meeteenheid : PM meetcode : Inbegrepen in eenheidsprijs van het desbetreffende verlaagd plafond.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 11
11.02 PLAFONDBEKLEDING 11.02.20
Plafondbekledingen met platen
Algemeen Uitvoering : Op de reeds bestaande draagstructuur wordt een nivelleringslatwerk aangebracht bestaande uit geschaafde houten latten, vooraf behandeld volgens een A1-procédé van STS 04.31.1. Het drenkingsattest wordt aan de leidende ambtenaar overhandigd. Dit latwerk wordt vlak uitgelijnd.
11.02.23
Plafondbekleding met gipskartonplaten FH m²
Omschrijving : Het betreft het bekleden van een hellend dak met gewone gipskartonplaten. Materiaal : De platen zijn samengesteld uit gips waarvan de twee zijden bekleed zijn met sterk karton en zijn van klasse A1 volgens NBN S21-203. Ze zijn van het type A volgens prE.N. 520. Dikte platen: 12,5mm Breedte platen: 1200 mm. De dikte van de platen is bepaald in de post. Uitvoering : De gipskartonplaten worden rechtstreeks op de kepers, voorzien in lot 5 onder artikel 05.03.41, bevestigd. Uitvoering volgens voorschriften in artikel 11.01.43. Uitvoering van eventuele uitsparingen of insnijdingen voor armaturen, roosters,… en andere technieken (beschrijving, zie art 11.01.70) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het plafond Toepassing : Plafondbekleding hellend dak: in centrale hal zolder (lokaal 04.04) Plafondbekleding van de dakkapellen van de achtergevel Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid : m² meetcode : Volledig afgewerkt plafond, inclusief volledige bekleding dakkapellen. Nodige uitsparingen, uitsnijdingen of openingen inbegrepen. De retombé’s zijn eveneens inbegrepen in dit artikel en worden meegeteld in de netto-oppervlakte.
11.02.24
Plafondbekleding met geperforeerde gipskartonplaten FH m²
Omschrijving : Het betreft het bekleden van een hellend dak met geperforeerde gipskartonplaten. Materiaal : Beplating: zie beschrijving artikel 11.01.43.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 12
Minerale wol platen: zie beschrijving artikel 11.01.43 Ophangstructuur: voorzien in hoofdstuk 5 onder artikel 05.03.41. Toebehoren en randafwerking: zie beschrijving artikel 11.01.43 Kenmerken van het globale systeem: zie beschrijving artikel 11.01.43 Uitvoering : De minerale wol platen worden tussen de kepers, voorzien als bevestiging van het dampscherm, aangebracht. De geperforeerde gipskartonplaten worden op deze kepers bevestigd. Uitvoering volgens voorschriften in artikel 11.01.43. Uitvoering van eventuele uitsparingen of insnijdingen voor armaturen, roosters,… en andere technieken (beschrijving, zie art 11.01.70) zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van het plafond Toepassing : Plafondbekleding hellend dak zolder: in lokalen 04.01 en 04.10, inclusief bekleding dakkapellen. Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid : m² meetcode : Volledig afgewerkt plafond, inclusief volledige bekleding dakkapellen. Nodige uitsparingen, uitsnijdingen of openingen inbegrepen. De retombé’s zijn eveneens inbegrepen in dit artikel en worden meegeteld in de netto-oppervlakte.
11.02.30
Uitsparingen en uitsnijdingen in plafondbekledingen
Algemeen Uitvoering : De uitvoering geschiedt in coördinatie met de firma's belast met de diverse technische uitrustingen. Na ontvangst van de nodige gegevens worden deze aangeduid op de voor te leggen plafondplans. De ophangstructuren van de verlaagde plafonds worden aangepast aan de in te bouwen elementen volgens de richtlijnen van de fabrikanten. Indien bij het maken van uitsparingen en uitsnijdingen de plafondbekleding bevuild wordt, wordt deze gereinigd.
11.02.31
Plaatselijke uitsparing in plafondbekleding PM
Omschrijving : Het betreft het maken van een uitsparing in de plafonds voor het inbouwen van lichtarmaturen en roosters. Uitvoering : De randen van de uitsparing zijn gaaf. Afmetingen van de uitsparing: cfr plannen technieken. Toepassing : Alle plafondbekledingen uit art 11.02.11, 11.02.23, 11.02.24.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 13
Aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Meetwijze : meeteenheid : PM meetcode : Inbegrepen in eenheidsprijs plafondbekleding.
11.02.32
Doorlopende uitsparing in plafondbekleding PM
Omschrijving : Het betreft het maken van een doorlopende uitsparing in het plafond voor het inbouwen van lichtarmaturen en roosters. Uitvoering : De randen van de uitsparing zijn gaaf. De ophangstructuur ter hoogte van de doorlopende uitsparing wordt verstevigd om het verlaagd plafond horizontaal te stabiliseren. Breedte van de uitsparing: cfr plannen technieken Toepassing : Alle plafondbekledingen uit art 11.02.11, 11.02.23, 11.02.24. Aard van de overeenkomst : Pro Memorie (PM) Meetwijze : meeteenheid : PM meetcode : Inbegrepen in eenheidsprijs van de desbetreffende plafondbekleding.
11.02.33
Uitsnijding in plafondbekleding PM
Omschrijving : Het betreft het maken van een individuele uitsnijding in het plafond voor het inbouwen van spotlichten / roosters / detectoren / sprinklers. Uitvoering : De uitsnijding volgt nauwkeurig de vorm van het in te bouwen element en wordt uitgevoerd met aangepaste middelen. De randen van de uitsnijding zijn gaaf. Vorm en afmetingen cfr plannen technieken. Toepassing : Alle plafondbekledingen uit art 11.02.11, 11.02.23, 11.02.24. Aard van de overeenkomst : Pro Memorie (PM) Meetwijze : meeteenheid : PM meetcode : Inbegrepen in eenheidsprijs van de desbetreffende plafondbekleding.
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 14
11.03 PLAFONDAFWERKINGEN MET PLEISTERMORTEL 11.03.10
Plafondafwerking met pleistermortel op ruwbouwelementen
Algemeen Materiaal : De gipsbepleistering wordt uitgevoerd met een op de bouwplaats bereide of een in een fabriek voorbereide mortel. Uitvoering : Het draagvlak moet schoon, stabiel en gelijkmatig zijn. De bepleistering wordt uitgevoerd overeenkomstig index 42.5 van net TB 104. Bepleisteren op metselwerk en/of beton mag pas gebeuren nadat de krimp ingevolge opdrogen, voltrokken is (minstens 1 maand). Alle buitenhoeken, zowel horizontaal als verticaal, worden verstevigd met beschermingshoeken over de volledige lengte en/of hoogte. Het type en de bevestigingswijze worden aan de leidende ambtenaar ter goedkeuring voorgelegd. Ter plaatse van bewegingsvoegen in het draagvlak, wordt een voeg in de bepleistering aangebracht. Scheuren en de overgangszone tussen twee verschillende materialen worden door een gewapende bepleistering overbrugd. Als wapening gebruikt men een 20 cm brede, te nagelen strook van metaalgaas, te kleven nylonnet of glasvezelwapening. Te diepe uithollingen (meer dan 20 mm) worden geëffend met een grondlaag. Mortel met hydraulische bindmiddelen mag niet bij temperaturen beneden de 5 C verwerkt worden. Bij warm en droog weer treft de aannemer de nodige maatregelen om scheurvorming te vermijden. Gladde betonvlakken worden voorbehandeld met een hechtingslaag bestaande uit een met zand vermengde kunstharsdispersie met hoge alkaliconsistentie a rato van 300 g/m².
11.03.11
Plafondafwerking met kalk-gipsmortel samenstelling op ruwbouwelementen
met
voorgeschreven
Materiaal : De bindmiddelen en de toeslagstoffen beantwoorden aan index 42.1 van TB 104. Het aanmaakwater is helder en vrij van organische stoffen. De pleistermortels worden samengesteld volgens index 42.2 van TB 104. De afwerklaag wordt aangemaakt zonder koehaar. Uitvoering : De bepleistering wordt uitgevoerd volgens index 42.4 van TB 104. Op beton bestaat de bepleistering uit drie lagen. De twee grondlagen zijn van de formule ES 1, de afwerklaag is van de formule EA 1. Op breedplaten in beton bestaat de bepleistering uit drie lagen. De twee grondlagen zijn van de formule ES 1 met inwerking tussen beide lagen van een wapening in glasvezeldoek met een gewicht van minstens 100 g/m² met een breedte van 20 cm over de voeg / over de volledige plafondoppervlakte. De afwerklaag is van de formule EA 3. Op holle blokken van gebakken aarde bestaat de bepleistering uit drie lagen. De twee grondlagen zijn van de formule EP 5 of ES 2, de afwerklaag is van de formule EA 3. Voor de afwerklaag volstaat een dikte van 2 mm. U-vormige afwerkingsprofielen worden voorzien bij onderbreking van het pleisterwerk in volgende gevallen: zettingsvoegen / uitzettingsvoegen / aansluiting tegen parement / aansluiting tegen de ramen
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 15
/ begrenzing van het pleisterwerk in de hoogte / ***. Het type en de bevestigingswijze worden aan de leidende ambtenaar ter goedkeuring voorgelegd. Toepassing : Herstelling van de bestaande plafondbepleistering ter plaatse van barsten, breekwerken en andere aanpassingswerken. De herstellingswerken worden overlopen en vastgelegd tijdens een rondgang met de projectleiding. De vastgelegde hoeveelheid wordt vervolgens verrekend. Aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Meetwijze : meeteenheid : m² meetcode : Netto uit te voeren oppervlakte, vastgesteld na een rondgang ter plaatse met de projectleiding 11.03.11A
herstelling bestaande plafondbepleistering
11.03.60
Stafwerken
VH m²
Algemeen Omschrijving : Uitvoering : Detailtekeningen ter goedkeuring voor te leggen vóór uitvoering aan de projectleiding.
11.03.61
Lijst uit stafwerk
Omschrijving : Herstelling van verwijderd en beschadigd lijstwerk: deze worden tijdens een rondgang met de projectleiding overlopen en vastgelegd. De vastgelegde hoeveelheid wordt vervolgens verrekend. Materiaal : Het stafwerk wordt uitgevoerd met een traditionele, droog voorgemengde minerale opvulmortel op basis van natuurlijk hydraulische kalk als bindmiddel en passende toeslagstoffen met een aangepaste korrelverdeling. De kalkmortel kenmerkt zich door: - een snelle en sterke hechting - een hoge plasticiteit - een laag gehalte aan oplosbare zouten - een uitstekende waterdampdoorlaatbaarheid. Deze natuurlijke hydraulische kalkmortel is zeer stabiel en is zorgvuldig bereid om problemen van microscheurtjes en een te snelle uitdroging te vermijden. De natuurlijke hydraulische kalk, aangewend als bindmiddel, is in overeenstemming met de Europese norm EN 459-1, NHL 5. De mortel is conform aan de Europese norm UNI EN 998-1. Technische gegevens: Korrelgrootte (EN 1015-1): Soortelijke massa (EN 1015-10): Druksterkte (EN 1015-11): Buigsterkte (EN 1015-12): pH-waarde: Elasticiteitsmodulus: Brandweerstandsklasse (EN 13501):
max. 1 mm ca. 1350 kg/m³ ca. 7 N/mm² ca. 3 N/mm² > 10.5 ca. 7000 MPa A1
dossier VETO – Hoofdstuk 11
T11- 16
Uitvoering : Verschillende types moulures aanwezig in de bestaande toestand: Elk type is te herstellen volgens het bestaand model. Detailtekeningen vóór uitvoering ter goedkeuring voor te leggen aan de projectleiding. Voorafgaand aan het aanbrengen van de mortel wordt de ondergrond gereinigd van losse deeltjes, stof en vetten en vervolgens licht bevochtigd. De ondergrond mag op het ogenblik van het aanbrengen van de mortel evenwel niet verzadigd zijn, daar dit de hechting en de kwaliteit van de aangebrachte mortel sterk vermindert. De mortel wordt manueel met een spatel of een troffel aangebracht tot een laagdikte van 5 tot 6 cm in één laag. Het mortelsysteem mag niet aangebracht worden bij temperaturen lager dan +5°C. Nooit op een bevroren ondergrond aanbrengen, evenmin bij dichte mist. Tijdens zonnige en droge periodes dienen de nodige maatregelen getroffen te worden om een te snelle uitdroging van de vers aangebrachte mortelpasta te vermijden. De mortel dient tegen vorst en sterke bezonning beschermd te worden gedurende 48 tot 72 uren na het aanbrengen. Toepassing : Herstelling van het bestaande lijstwerk ter plaatse van ontbrekend lijstwerk, beschadigingen, breekwerken of andere aanpassingswerken. De herstellingswerken worden overlopen en vastgelegd tijdens een rondgang met de projectleiding. De vastgelegde hoeveelheid wordt vervolgens verrekend. A) Herstel kleine molures (35x35cm): types 1, 2, 3, volgens roombook. B) Herstel grote molures (90x90 cm): type 5 volgens roombook. C) Herstel van de wandfriezen rond de ramen van het auditorium Aard van de overeenkomst : Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Meetwijze : meeteenheid : m meetcode : Netto uit te voeren lengte, vastgesteld na een rondgang ter plaatse met de projectleiding. 11.03.61A
herstel kleine moulures: 35 x 35 cm
11.03.61B
herstel grote moulures: 90 x 90 cm
11.03.61C
herstel wandfriezen
VH m
VH m VH m