dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
HOOFDSTUK 15 - SCHILDER- EN BEHANGWERKEN
T 15-1
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-2
15.04 SCHILDERWERKEN OP PLEISTERWERK EN GIPSKARTONPLATEN 15.04.20
Binnenschilderwerken op pleisterwerk en gipskartonplaten
Algemeen 1. Voordat met de in het advies aangegeven behandelingen mag worden begonnen, dient het oppervlak schoon en stofvrij te worden gemaakt; dit geldt eveneens voor het opbrengen van elke laag. 2. Indien in het advies spraak is van verf-, lak-, kit- of vloerafwerkingproducten worden daaronder begrepen alle producten die moeten worden verwerkt om de in het advies genoemde werkzaamheden op deskundige wijze tot uitvoering te brengen. 3. De in het advies genoemde systemen zijn gebaseerd op de situatie ten tijde van de waarneming. Bij uitvoering van de werkzaamheden in een later stadium, bij gewijzigde omstandigheden dan is aangegeven, is herbeoordeling noodzakelijk. 4. De door de verffabrikant gegeven voorschriften moeten worden opgevolgd. 5. De uitvoerder verklaart bij aanvaarding van de opdracht kennis te hebben van de laatst uitgegeven productbladen respectievelijk de verwerkingsvoorschriften en voorwaarden van de voorgeschreven producten en kan zich hiermee verenigen en zal ter zake van de uitvoering hiermede rekening houden. 6. De omschreven werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel. 7. Onvolkomenheden van het te behandelen bouwmateriaal dienen te worden hersteld in de structuur van de ondergrond. 8. Bij het bijwerken van bestaand werk dient rekening te worden gehouden met het kleurverloop van de bestaande laag als gevolg van veroudering, milieu. 9. Bij het uitvoeren van de geadviseerde werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de weersgesteldheid, zodat de kwaliteit van het werk daaronder niet te lijden krijgt. 10. Tot de ondergrondconditie dient, naast de juiste reinigingsgraad, ook het vochtpercentage gerekend te worden: voor hout max. 14% in de buitenlaag en maximum 18% in de kern van het hout. Voor steenachtige ondergronden droog. Het vochtgehalte moet gemeten worden met de Protimeter, waarbij de indicatie groen moet zijn. Temperatuur van de ondergrond dient tenminste 3°C boven het dauwpunt te zijn; bij vloerafwerking tenminste 5°C, indien op de kenmerkenbladen niet anders is aangegeven. 11. Daar waar twijfel ontstaat omtrent de juiste keuze van de beschreven verfmaterialen, moet het advies van de architect of het opdrachtgevend bestuur ingewonnen worden. 12. Bij de minste twijfel inzake de juiste keuze van de omschreven materiaaltoepassing, heeft de architect of het bestuur der werken het recht proeven te laten uitvoeren in een erkend laboratorium voor al de verfsoorten en dit op kosten van de schilder/aannemer. Dit geeft de schilder/aannemer geenszins het recht het werk stil te leggen. 13. Indien zich tijdens de uitvoering van het werk situaties voordoen waarin het bestek niet voorziet, dient overleg plaats te vinden tussen directie, architect, schilder en verffabriek. Omschrijving : Het betreft binnenschilderwerken op kalk-gipsbepleistering, gipsblokken en gipskartonplaten. Materiaal : De gebruikte materialen zijn onderling en met de staat van de ondergrond verenigbaar. Alle verfproducten worden in originele en gesloten bussen aangevoerd, voorzien van de nodige etiketten waarop de naam van de fabrikant en van het product duidelijk voorkomen. De kleuren van de deklaag zullen door de ontwerper bepaald worden aan de hand van NCS- en/of RALkleurkaarten, met inbegrip van de donkere kleuren. Na de kleurenkeuze zal de aannemer op zijn kosten de nodige stalen aanbrengen. Uitvoering : De bepalingen van de T.V. 159 zijn van toepassing. De materialen worden verwerkt volgens de richtlijnen van de fabrikant (o.a. de verwerking, de laagdikte, het rendement en de droogtijden) en in een stofvrije omgeving.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-3
De schilderwerken mogen slechts uitgevoerd worden in lokalen waar de temperatuur minstens 5 C en de relatieve vochtigheid maximaal 80 % bedraagt. De temperatuur mag lager zijn en/of de relatieve vochtigheid hoger wanneer dit uitdrukkelijk door de fabrikant van de verven wordt toegelaten. Na onderzoek van de ondergrond volgens § 7.1.3.1 van T.V. 159 worden de voorbereidende werken uitgevoerd. De aannemer beschermt met de meest doeltreffende middelen alle andere constructie-elementen. Alle aflijningen zijn perfect rechtlijnig. Na het beëindigen van de schilderwerken wordt de verf opgeruimd, afplakkingen verwijderd, alles opgekuist en ontdaan van alle vlekken en spatten. In de eenheidsprijs zijn de nodige stellingen en ladders inbegrepen.
15.04.21
Verf voor binnen op basis van kunstharsen in dispersie op pleisterwerk, baksteen en gipskartonplaten
Omschrijving: Het betreft schilderwerken binnen op pleisterwerk van muren en plafonds: matte muur- en plafondverf gecertificeerd met het Europees milieulabel ecolabel – EN 13300 klasse 2 Materiaal : - gepigmenteerde muur- en plafondprimer voor binnen op basis van acrylaat en alkydharsen, gecertificeerd met het Europees milieulabel EcoLabel. - hoogdekkende waterverdunbare, oplosmiddelvrije matte muur- en plafondverf voor binnen op basis van acrylaatdispersie, gecertificeerd met het Europees milieulabel EcoLabel. Glansgraad van de deklaag: mat : hoogstens 15 % / *** (glans Gardner 60 volgens ISO-norm 2813). Kleur : te bepalen tijdens de uitvoering van de werken Uitvoering :Het verfsysteem en de uitvoering beantwoorden aan de bepalingen van steekkaart 8 en 9 van de TV 159 en omvat het uitvoeren van de voorbereidende werken zijnde: -
In geval van pleisterwerk, gipsplaten en plaasterwanden
-
het ontkorrelen en afstoffen,
-
het verwijderen van schimmelvlekken en biologische vervuilingen, uitbloeiing en poedervorming,
-
het verwijderen of isoleren van vettige en gekleurde producten,
de correctie van de basische reactie, indien Ph groter dan 9 door het aanbrengen van een isolatielaag, die eventueel als grondlaag kan dienen, -
het stoppen van gaten met poedervulmiddel,
-
het behandelen van scheuren en barsten,
-
het schuren en ontstoffen,
-
het aanbrengen van een isolerende grondlaag.
-
In geval van gipskartonplaten
-
het ontkorrelen op de voegen en schroefkoppen,
-
het verwijderen of isoleren van vervuilingen van om het even welke aard,
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
-
het aanbrengen van een isolerende grondlaag,
-
het schuren en ontstoffen.
T 15-4
Hierna worden de constructies bijgewerkt met watervaste plamuur en voorzien van één tussen- en één deklaag tot het bekomen van de afwerkingsgraad II. Onder bijwerken met plamuur verstaat men het aanbrengen van plamuur op fouten en gebreken, gevolgd door schuren, afstoffen en het aanbrengen van een extra isolerende tussenlaag op de geplamuurde delen. HUIDIGE TOESTAND Combinatie van nieuwe ondergronden in pleister en gipskarton en bestaande mnerale ondergrond, plaatselijk beschadigde verffilm (lokaal slechte hechting van de coating en/of ondergrond, afbladdering, blaarvorming, mechanische schade), plaatselijk behangen of plafonds in onbehandelde baksteen. AANDACHTSPUNTEN Het totaal aantal afwerkingslagen is afhankelijk van de prestatie-eis, de bestaande kleur, de gekozen kleur en de aard van de ondergrond. Tijdens de verwerking van de onderstaand vermelde producten dient men de verwerkings- en ondergrondcondities zoals vermeld in de respectievelijke technische fiches te respecteren. Alvorens de schilderwerken aan te vangen dient de te behandelen ondergrond volledig hydraulisch afgebonden (pH 7, vast te stellen met behulp van pH indicatorpapier en gedemineraliseerd water) en voldoende winddroog te zijn. Bij dekkende verfsystemen dient de kleur van de voorafgaande lagen aangepast te zijn aan de kleur van de eindlaag. De medegedeelde droogtijden zijn van toepassing bij 23°C en 50% relatieve vochtigheid. VOORBEHANDELING De te behandelen oppervlakken dienen d.m.v. borstelen of anderszins zodanig gereinigd dat alle ongerechtigheden zoals vuil, vet, losse en aangetaste delen grondig zijn verwijderd. De aanwezige verflagen dienen gecontroleerd te worden op hechting. Loszittende, gebarsten of slecht hechtende delen verwijderen en het geheel bijwerken met de in het systeem voorziene primerlaag. De gave verflagen reinigen en ontvetten door middel van ammoniakaal water of een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel of anderszins zodanig dat alle ongerechtigheden zoals vuil, vet en dergelijke zijn verwijderd. Glanzende verflagen matteren of afbijten. Grondig naspoelen met zuiver leidingwater. Goed laten drogen alvorens verder af te werken. Oude lagen behang en weefselbehang dienen restloos verwijderd te worden. Scheuren, beschadigingen of andere onvolkomenheden in de ondergrond repareren met een poedervormig reparatiepleister. Indien nodig deze behandeling herhalen. De vermelde drogingstijden dienen gerespecteerd te worden. Het oppervlak egaliseren met een latex emulsieplamuur. In dunne lagen van maximaal 200 micrometer per laag aanbrengen.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-5
Minimum 2 uur laten drogen. Na goede droging licht schuren en het te behandelen oppervlak stofvrij maken.
VERFSYSTEEM - De ondergrond volledig schilderen met een gepigmenteerde muur- en plafondprimer voor binnen op basis van acrylaat en alkydharsen, gecertificeerd met het Europees milieulabel EcoLabel. - Minimum 24 uur laten drogen. - Afwerken met een hoogdekkende waterverdunbare, oplosmiddelvrije matte muur- en plafondverf voor binnen op basis van acrylaatdispersie, gecertificeerd met het Europees milieulabel EcoLabel. Toepassing : Alle binnenwanden (excl. wanden bekleed met laminaat, technische ruimtes) en plafonds (incl. onderzijde trappen). Meetwijze : meetcode :
Netto te schilderen oppervlakte.
15.04.21A
wanden FH m²
Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid :
m²
15.04.21B
plafonds FH m²
Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid :
m²
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-6
15.05 SCHILDERWERKEN OP HOUT EN HOUTACHTIGE PLATEN 15.05.20
Binnenschilderwerken op hout en houtachtige platen
Algemeen Algemene bepalingen cfr. art. 15.04.20. Materiaal : De gebruikte materialen zijn onderling en met de staat van de ondergrond verenigbaar. Alle verfproducten worden in originele en gesloten bussen aangevoerd, voorzien van de nodige etiketten waarop de naam van de fabrikant en van het product duidelijk voorkomen. De kleuren van de deklaag zullen door de ontwerper bepaald worden aan de hand van NCS- en/of RALkleurkaarten, met inbegrip van de donkere kleuren. Na de kleurenkeuze zal de aannemer op zijn kosten de nodige stalen aanbrengen. Uitvoering : De bepalingen van de T.V. 159 zijn van toepassing. De materialen worden verwerkt volgens de richtlijnen van de fabrikant (o.a. de verwerking, de laagdikte, het rendement en de droogtijden) en in een stofvrije omgeving. De schilderwerken mogen slechts uitgevoerd worden in lokalen waar de temperatuur minstens 5C en de relatieve vochtigheid maximaal 80 % bedragen. De temperatuur mag lager zijn en/of de relatieve vochtigheid hoger wanneer dit uitdrukkelijk door de fabrikant van de verven wordt toegelaten. Na onderzoek van de ondergrond volgens § 7.2 van T.V. 159 worden de voorbereidende werken uitgevoerd. De aannemer beschermt met de meest doeltreffende middelen alle andere constructie-elementen. Alle aflijningen zijn perfect rechtlijnig. Na het beëindigen van de schilderwerken wordt de verf opgeruimd, afplakkingen verwijderd, alles opgekuist en ontdaan van alle vlekken en spatten. In de eenheidsprijs zijn de nodige stellingen en ladders inbegrepen.
15.05.23
Verf voor binnen op basis van kunstharsen in dispersie op hout en houtachtige platen
Omschrijving: Schilderwerken binnen op loofhouten deuren: krasvaste lak met zachte zijdeglans. Materiaal : - luchtdrogende grondlak. Verbruik ca. 75 ml/m². - eindlaag kras- en slijtvaste zachte zijdeglanslak in de gewenste kleur, a rato van ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Glansgraad van de deklaag: Zijdeglans : 15 à 60 % / *** (glans Gardner 60° volgens ISO-norm 2813). Kleur : te bepalen tijdens de uitvoering van de werken Uitvoering : HUIDIGE TOESTAND Lakafwerking; plaatselijk beschadigde verffilm (lokaal slechte hechting, afbladdering, blaarvorming, mechanische schade) AANDACHTSPUNTEN
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-7
- Het totaal aantal afwerkingslagen is afhankelijk van de prestatie-eis, de bestaande kleur, de gekozen kleur en de aard van de ondergrond. - Tijdens de verwerking van de onderstaand vermelde producten dient men de verwerkings- en ondergrondcondities zoals vermeld in de respectievelijke technische fiches te respecteren. - Het houtvochtgehalte mag maximum 14% bedragen in de buitenlaag en maximum 18% in de kern van het hout. - Bij dekkende verfsystemen dient de kleur van de voorafgaande lagen aangepast te zijn aan de kleur van de eindlaag. - De medegedeelde droogtijden zijn van toepassing bij 23°C en 50% relatieve vochtigheid.
VOORBEHANDELING - Het te behandelen oppervlak nakijken op gebreken en volledig ontdoen van alle ongerechtigheden. - De aanwezige verflagen dienen gecontroleerd te worden op hechting. Loszittende, gebarsten of slecht hechtende delen verwijderen en het geheel bijwerken met de in het systeem voorziene primerlaag. - Gave verflagen reinigen en ontvetten door middel van ammoniakaal water of een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel gevolgd door naspoelen met zuiver leidingwater. Goed laten drogen alvorens verder af te werken. - De oude verflagen mat schuren en grondig ontstoffen. - Het volledige oppervlak zorgvuldig manueel of mechanisch schuren. Vervolgens het te behandelen oppervlak degelijk ontstoffen. - Scherpe kanten van houten elementen d.m.v. schuren afronden tot een minimum straal van 3mm. - Smalle naden tussen glas en sponning opzuiveren, kieren en open houtverbindingen tot max. 4 mm uitschrapen en opzuiveren. Vervolgens vullen met een kleurloze elastische voeg. De kit in de naden drukken met een met water bevochtigde voegspijker. Instructies van voegfabrikant opvolgen. - De gegronde gedeelten na goede doordroging uitplamuren met een synthetische mesplamuur. - Indien niet anders is aangegeven moet het te behandelen oppervlak geschuurd worden na plamuren en/of reparatie en voordat een nieuwe laag wordt aangebracht. Vervolgens het te behandelen oppervlak degelijk ontstoffen.
VERFSYSTEEM De vrijgekomen en kale delen van het hout in laagdikte bijwerken met een dekkende laag luchtdrogende grondlak. Verbruik ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Minimum 16 uur laten drogen. Vervolgens een dekkende tussenlaag luchtdrogende grondlak aanbrengen à rato van ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Minimum 16 uur laten drogen.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-8
Afwerken met een dekkende eindlaag kras- en slijtvaste zachte zijdeglanslak in de gewenste kleur, a rato van ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Toepassing : A) Herschilderen van bestaande binnendeuren: D00.01, D00.02, D00.10, D00.11. B) Herschilderen D00.06. Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meetcode :
Netto te schilderen aantal.
15.05.23A
Type 4: BESTAANDE DEUR FH st
15.05.23B
Deur D00.06 FH st
15.05.40
Binnenverniswerken op hout en houtachtige platen
Algemeen Algemene bepalingen cfr. art. 15.04.20. Materiaal : De gebruikte materialen zijn onderling en met de staat van de ondergrond verenigbaar. Alle vernisproducten worden in originele en gesloten bussen aangevoerd, voorzien van de nodige etiketten waarop de naam van de fabrikant en van het product duidelijk voorkomen. Uitvoering : De bepalingen van de T.V. 159 van het W.T.C.B. zijn van toepassing. De materialen worden verwerkt volgens de richtlijnen van de fabrikant (o.a. de verwerking, de laagdikte, het rendement en de droogtijden) en in een stofvrije omgeving. De verniswerken mogen slechts uitgevoerd worden in lokalen waar de temperatuur minstens 12C en de relatieve vochtigheid maximaal 70 % bedraagt. De temperatuur mag lager zijn en/of de relatieve vochtigheid hoger wanneer dit uitdrukkelijk door de fabrikant van de vernissen wordt toegelaten. Na onderzoek van de ondergrond volgens § 7.2 van T.V. 159 worden volgende voorbereidende werken uitgevoerd: - afschuren en afstoffen; - isoleren van harszakjes en knoesten bij harshout en volledig isoleren bij tropische houtsoorten; - afwassen van afzelia met ammoniakoplossing. De aannemer beschermt met de meest doeltreffende middelen alle andere constructie-elementen. Alle aflijningen zijn perfect rechtlijnig. Na het beëindigen van de verniswerken wordt de vernis opgeruimd, afplakkingen verwijderd, alles opgekuist en ontdaan van alle vlekken en spatten. In de eenheidsprijzen zijn de nodige stellingen en ladders inbegrepen.
15.05.41
Binnenvernis op basis van acrylharsen op hout en houtachtige platen
Omschrijving : Schilderwerken binnen op nieuwe eiken kaders en latten - fineer: watergedragen niet vergelende zijdeglansvernis – krasvast. Materiaal : - watergedragen zijdeglansvernis voor binnen op basis van polyurethaan-acrylaat-dispersie. Verbruik ca. 110 ml/m² voor een droge laagdikte van 25 micrometer.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-9
Afwerking : mat hoogstens 25 % / *** (glans Gardner 60° volgens ISO-norm 2813). Uitvoering : Het vernissysteem en de uitvoering beantwoorden aan de bepalingen van steekkaart 14 van de T.V. 159 en omvatten het uitvoeren van de voorbereidende werken, het aanbrengen van de grondlaag gevolgd door kitten in de kleur van het hout, schuren en afstoffen. Hierna worden de constructies afgewerkt tot afwerkinggraad II.
HUIDIGE TOESTAND Nieuwe ondergrond. AANDACHTSPUNTEN Het totaal aantal afwerkingslagen is afhankelijk van de prestatie-eis en de aard van de ondergrond. Tijdens de verwerking van de onderstaand vermelde producten dient men de verwerkings- en ondergrondcondities zoals vermeld in de respectievelijke technische fiches te respecteren. Het houtvochtgehalte mag maximum 14% bedragen in de buitenlaag en maximum 18% in de kern van het hout. Het watergedragen transparant systeem dient bij rol- en borsteltoepassing steeds verwerkt te worden met een aangepaste kunststofharen rol of borstel. Hierbij dient het vermelde verbruikt per m² nauwgezet gerespecteerd te worden teneinde de beschermende laagdikte te bereiken. De medegedeelde droogtijden zijn van toepassing bij 23°C en 50% relatieve vochtigheid. VOORBEHANDELING Het te behandelen hout controleren op gebreken en volledig ontdoen van vuil, vet, mortel- specieresten en andere ongerechtigheden. Het geheel grondig ontvetten met cellulloseverdunner. Goed laten drogen alvorens verder af te werken. Scherpe kanten van houten elementen d.m.v. schuren afronden tot een minimum straal van 3mm. Barsten, scheuren, spijker- en schroefgaten en andere kleine beschadigingen worden hersteld met kneedbaar hout in de kleur van het hout. Indien niet anders is aangegeven moet het te behandelen oppervlak geschuurd worden na plamuren en/of reparatie en voordat een nieuwe laag wordt aangebracht. Vervolgens het te behandelen oppervlak degelijk ontstoffen. VERFSYTEEM Het volledige houtwerk alzijdig behandelen met een laag watergedragen zijdeglansvernis voor binnen op basis van polyurethaan-acrylaat-dispersie. Verbruik ca. 110 ml/m² voor een droge laagdikte van 25 micrometer. Minimum 4 uur laten drogen. Het volledige houtwerk alzijdig behandelen met een tweede laag watergedragen zijdeglansvernis voor binnen op basis van polyurethaan-acrylaat dispersie. Verbruik ca. 110 ml/m² voor een droge laagdikte van 25 micrometer. Minimum 4 uur laten drogen.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-10
Vervolgens afwerken met een laag watergedragen zijdeglansvernis voor binnen op basis van polyurethaanacrylaatdispersie. Verbruik ca. 110 ml/m² voor een droge laagdikte van 25 micrometer. Toepassing : A) Type 1a: ENKELE DEUR, vol deurblad tot 0,93m: D99.08; D00.04; D00.09; D03.01; D03.02 D04.03; D04.04; D04.05; D04.06. B) Type 1b: ENKELE DEUR, vol deurblad tot 1,03m: D99.01; D99.07; D99.09; D99.10; D99.11; D99.13; D99.16; D99.18; D99.20 D00.05; D01.05; D02.03; D02.07; D02.08 C) Type 1c: DUBBELE DEUR, volle deurbladen tot 0,93m: D99.04; D99.21; D04.02; D04.07 D) Type 2: ENKELE DEUR, beglaasd deurblad: D99.02; D99.03; D99.05; D99.15; D99.17; D99.19 E) Type 5a: SAMENGESTELDE DEUR; vol deurblad, beglaasd zij- en bovenlicht: D99.06; 99.12; 99.14 D00.03; D00.08; D01.01; D01.02; D01.03; D01.04; D01.07; D01.08; D01.09; D01.10; D02.04 D04.01; D04.08 F) Type 5b: SAMENGESTELDE DEUR; glazen deurblad, beglaasd zij- en bovenlicht: D00.07 D01.06 G) Type 5c: SAMENGESTELDE DEUR; vol deurblad tot 0.93m, vol zij- en bovenpaneel MET GEACCENTUEERDE TUSSENSTIJL: D02.01; D02.02; D02.05; D02.06 H) Binnenramen vergaderzalen kelders I) Binnenramen restaurant en auditorium J) Luiken aan raam auditorium Alle binnenschrijnwerk, kaders, afdeklatten, glaslatten en trekkers in eik zijn inbegrepen in het artikel. Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid : meetcode :
st Netto uit te voeren aantal.
15.05.41A
Type 1a FH st
15.05.41B
Type 1b FH st
15.05.41C
Type 1c FH st
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
15.05.41D
Type 2 FH st
15.05.41E
Type 5a FH st
15.05.41F
Type 5bFH st
15.05.41G
Type 5cFH st
15.05.41H
Binnenramen vergaderzaal FH st
15.05.41I
Binnenramen grote zalen FH st
15.05.41J
Luiken FH st
15.05.42
Binnenvernis op basis van acrylharsen op houten trapleuning
T 15-11
Omschrijving: Schilderwerken binnen op loofhouten trapleuning: zijdeglansvernis – krasvast. Materiaal : - krasvaste zijdeglansvernis à rato van ca. 100 ml/m² voor een droge laagdikte van 30 micrometer. Afwerking : zijdeglans minstens 25 à 50 % / *** (glans Gardner 60° volgens ISO-norm 2813). Uitvoering : HUIDIGE TOESTAND Gevernist hout, plaatselijk beschadigd (slechte hechting, afschilfering, blaren, mechanische sleet) AANDACHTSPUNTEN Het totaal aantal afwerkingslagen is afhankelijk van de prestatie-eis en de aard van de ondergrond.Tijdens de verwerking van de onderstaand vermelde producten dient men de verwerkings- en ondergrondcondities zoals vermeld in de respectievelijke technische fiches te respecteren. Het houtvochtgehalte mag maximum 14% bedragen in de buitenlaag en maximum 18% in de kern van het hout. De medegedeelde droogtijden zijn van toepassing bij 23°C en 50% relatieve vochtigheid. VOORBEHANDELING Het te behandelen oppervlak nakijken op gebreken en volledig ontdoen van alle ongerechtigheden. De aanwezige verflagen dienen gecontroleerd te worden op hechting. Loszittende, gebarsten of slecht hechtende delen verwijderen en het geheel bijwerken met de in het systeem voorziene primerlaag. Gave verflagen reinigen en ontvetten door middel van ammoniakaal water of een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel gevolgd door naspoelen met zuiver leidingwater. Goed laten drogen alvorens verder af te werken. De oude verflagen mat schuren en grondig ontstoffen. Het volledige oppervlak zorgvuldig manueel of mechanisch schuren. Vervolgens het te behandelen oppervlak degelijk ontstoffen. Scherpe kanten van houten elementen d.m.v. schuren afronden tot een minimum straal van 3mm.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-12
Barsten, scheuren, spijker- en schroefgaten en andere kleine beschadigingen worden hersteld met kneedbaar hout in de kleur van het hout. Indien niet anders is aangegeven moet het te behandelen oppervlak geschuurd worden na plamuren en/of reparatie en voordat een nieuwe laag wordt aangebracht. Vervolgens het te behandelen oppervlak degelijk ontstoffen. VERFSYTEEM De vrijgekomen en kale delen vernissen met een onverdunde laag krasvaste zijdeglansvernis à rato van ca. 100 ml/m² voor een droge laagdikte van 30 micrometer. Minimum 16 uur laten drogen. Het volledige oppervlak vernissen met een onverdunde laag krasvaste zijdeglansvernis à rato van ca. 100 ml/m² voor een droge laagdikte van 30 micrometer. Minimum 16 uur laten drogen. Vervolgens afwerken met een onverdunde laag krasvaste zijdeglansvernis à rato van ca. 100 ml/m² voor een droge laagdikte van 30 micrometer. Toepassing : A) Vernissen bestaande houten trapleuning. De verniswerken aan de nieuwe houten leuningen zijn inbegrepen in het artikel van de leuning zelf. Meetwijze : meetcode :
Netto uit te voeren lengte.
15.05.42A
in eik FH m
Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid :
m
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-13
15.06 SCHILDERWERKEN OP METAAL 15.06.20
Binnenschilderwerken op blank staal en gietijzer
Algemeen Algemene bepalingen cfr. art. 15.04.20. Materiaal : De gebruikte materialen zijn onderling en met de staat van de ondergrond verenigbaar. Alle verfproducten worden in originele en gesloten bussen aangevoerd, voorzien van de nodige etiketten waarop de naam van de fabrikant en van het product duidelijk voorkomen. De kleuren van de deklaag zullen door de ontwerper bepaald worden aan de hand van NCS- en/of RALkleurkaarten, met inbegrip van de donkere kleuren. Na de kleurenkeuze, zal de aannemer op zijn kosten de nodige stalen aanbrengen. Uitvoering : De bepalingen van de T.V. 159 zijn van toepassing. De materialen worden verwerkt volgens de richtlijnen van de fabrikant (o.a. de verwerking, de laagdikte, het rendement en de droogtijden) en in een stofvrije omgeving. De schilderwerken mogen slechts uitgevoerd worden in lokalen waar de temperatuur minstens 5° C, en condensatievorming. Na onderzoek van de ondergrond volgens § 7.3 van de T.V. 159 worden de voorbereidende werken uitgevoerd. De aannemer beschermt met de meest doeltreffende middelen alle andere constructie-elementen. Alle aflijningen zijn perfect rechtlijnig. Na het beëindigen van de schilderwerken wordt de verf opgeruimd, afplakkingen verwijderd, alles opgekuist en ontdaan van alle vlekken en spatten. In de eenheidsprijzen zijn de nodige stellingen en ladders inbegrepen.
15.06.25
Verf voor binnen op basis van acrylharsen op blank staal en gietijzer
Omschrijving : Schilderwerken binnen op stalen trapleuning: krasvaste lak met zachte zijdeglans. Materiaal : - dekkende laag luchtdrogende grondlak. Verbruik ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. - dekkende eindlaag kras- en slijtvaste zachte zijdeglanslak in de gewenste kleur, a rato van ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Kleur: door architect te bepalen. Uitvoering : HUIDIGE TOESTAND Lak in goede staat of licht poederig (opfrislaag te geven, geen roest aanwezig) AANDACHTSPUNTEN Het totaal aantal afwerkingslagen is afhankelijk van de prestatie-eis, de bestaande kleur, de gekozen kleur en de aard van de ondergrond. Tijdens de verwerking van de onderstaand vermelde producten dient men de verwerkings- en ondergrondcondities zoals vermeld in de respectievelijke technische fiches te respecteren.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-14
Bij dekkende verfsystemen dient de kleur van de voorafgaande lagen aangepast te zijn aan de kleur van de eindlaag. De medegedeelde droogtijden zijn van toepassing bij 23°C en 50% relatieve vochtigheid. VOORBEHANDELING Het te behandelen metaal nakijken op gebreken en volledig ontdoen van vuil, vet en andere ongerechtigheden. Gave verflagen reinigen en ontvetten door middel van ammoniakaal water of een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel gevolgd door naspoelen met zuiver leidingwater. Goed laten drogen alvorens verder af te werken. De oude verflagen mat schuren en grondig ontstoffen. VERFSYSTEEM Het gehele oppervlak schilderen met een dekkende laag luchtdrogende grondlak. Verbruik ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Minimum 16 uur laten drogen. Afwerken met een dekkende eindlaag kras- en slijtvaste zachte zijdeglanslak in de gewenste kleur, a rato van ca. 75 ml/m² voor een droge laagdikte van 40 micrometer. Toepassing : Bestaande stalen of smeedijzeren trapleuning centrale hal. Meetwijze : meetcode :
netto te lakken oppervlak, de openingen tussen de spijlen wordt niet afgetrokken
15.06.25A
stalen trapleuningen FH m
Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid :
m
15.06.80
Schilderwerken op metaal met brandvertragende verf
Algemeen Algemene bepalingen cfr. art. 15.04.20. Omschrijving : Binnenschilderwerken op gietijzeren of stalen kolommen en balken: watergedragen brandvertragend verfsysteem – Rf1h. Materiaal: Het gehele oppervlak schilderen met een watergedragen high build primer/coating op basis van een acrylaatdispersie, gepigmenteerd met zinkfosfaat Aanbrengen van een watergedragen brandwerende coating, welke onder invloed van hitte een isolerende schuimlaag vormt Afwerken met een dekkende laag kras- en slijtvaste, zijdeglanzende watergedragen lakverf op basis van acrylaatpolyurethaan. Kleur te bepalen door architect.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-15
Uitvoering : HUIDIGE TOESTAND Reeds geschilderde ondergrond. VOORBEHANDELING Oude verflagen volledig verwijderen d.m.v.stralen, mechanisch schuren, schrapen of een aangepast verfafbijtmiddel. Het geheel grondig nawassen met cellulloseverdunner en goed laten uitdampen alvorens verder te werken. De te behandelen oppervlakken dienen door middel van borstelen of anderszins gereinigd zodat alle ongerechtigheden zoals stof, vuil en andere zijn verwijderd. Het volledige oppervlak ontroesten door middel van manuele of mechanische staaldraadborstels, slijpschijven e.a. tot een verzorgde ontroesting overeenkomstig minimum de reinheidsgraad ISO-St3 of stralen tot ISO-Sa2½ volgens SIS 055900. Binnen de 4-6 uur na het moment van voorbehandeling van de ondergrond dient op de voorziene voorbehandelingsgraad de primerlaag van het systeem aangebracht te worden. De medegedeelde droogtijden zijn van toepassing bij 23°C en 50% relatieve vochtigheid. Tijdens de verwerking van de onderstaand vermelde producten dient men de verwerkingscondities zoals vermeld in de respectievelijke technische fiches te respecteren. VERFSYSTEEM Om de geprofileerde gietijzeren kolommen een zo goed mogelijke afwerking te geven zonder afbreuk te doen aan hun decoratief aspect moet de brandwerende coating met airless systeem aangebracht worden. Het gehele oppervlak schilderen met een watergedragen high build primer/coating op basis van een acrylaatdispersie, gepigmenteerd met zinkfosfaat. Verbruik ca. 220ml/m² voor een droge laagdikte van 75 micrometer. Minimum 4 uur laten drogen. Aanbrengen van een watergedragen brandwerende coating, welke onder invloed van hitte een isolerende schuimlaag vormt. De droge laagdiktes staan in functie van: - de vereiste Rf-waarde ( 60 min.) - de berekende profielfactor of massiviteit van de profielen. - de aanwezige vuurzijden (1-2-3-4-zijden) De aannemer dient de wanddikte van de kolommen en balken na te gaan alvorens de werken uit te voeren, zodat hij de effectief nodige laagdikte van het verfsysteem correct kan bepalen. Minimum 4 uur laten drogen in functie van de aangebrachte laagdikte en applicatieomstandigheden Afwerken met een dekkende laag kras- en slijtvaste, zijdeglanzende watergedragen lakverf op basis van acrylaatpolyurethaan in de gewenste kleur. Verbruik ca. 100 ml/m² voor een droge laagdikte van 30 micrometer.
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
Toepassing : Kolommen in kantoren 01.04 en 01.08, onderzijde stalen balken in keldergewelven. Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid :
st/m
meetcode :
Aantal stuks/netto te lakken lengte.
15.06.80A
gietijzeren kolommen FH st
15.06.80B
balken FH m
T 15-16
dossier VETO – Hfst. 15 schilder- en behangwerken
T 15-17
REINIGEN VAN WAND- EN VLOERBEKLEDINGEN 15.64.20
Reinigen van tegelbevloeringen
Algemeen Materiaal : De gebruikte materialen en reinigingsmiddelen zijn aangepast aan de aard van vervuiling en zijn verenigbaar met het tegeloppervlak en het voegwerk. Uitvoering : Op het reinigen van de tegelbevloeringen zijn de bepalingen van hoofdstuk 8 van de TV 137 van toepassing. Het reinigen gebeurt door gespecialiseerd personeel. Vooraf worden de bevloeringen grondig geveegd en worden de individuele vlekken verwijderd. Toepassing : Alle behouden mozaïekvloeren. Meetwijze : meetcode :
Netto oppervlakte.
15.64.20A
behouden mozaïekvloeren FH m²
Aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid :
m²