DOSSIER
TOT UW DIENST
foto W. Rentmeesters
Teksten: Leen De Dycker, Hilde Desmedt, Natalie Hulsen en Frank Van Swalm Foto's: Marc Bergmans, Ivo Lemaire en Wilfried Rentmeesters
DOSSIER
Het ministerie is klantvriendelijk. Maar het ministerie heeft ook interne klanten. Een legertje collega’s is druk in de weer om ons “op onze wenken” te bedienen. Zij zorgen ervoor dat wij elke dag in een net gebouw kunnen binnenstappen, dat onze post ter bestemming geraakt en dat we ’s middags onze beentjes onder tafel kunnen steken. Dingen die wij allemaal evident vinden,
maar waar heel wat organisatie en soms improvisatie aan te pas komt. Met dit dossier kijken we even achter de schermen. De logistieke ondersteuning, hebben we ontdekt, is een complexe wereld waar ook de departementen hun steentje in bijdragen. Kwestie van de dienstverlening zo dicht mogelijk bij de klant te houden…
GROOT HUISHOUDEN De ondersteunende diensten in dit ministerie vervullen een taak die je zou kunnen vergelijken met die van een huismoeder of -vader. Zij moeten immers zorgen voor een vlotte organisatie van een huishouden van 12.500 ambtenaren: hen onderdak geven, hen voorzien van eten en drinken, de juiste kleding en papier om op te schrijven,… Het is de afdeling Aankoopbeheer die in dat huishouden een belangrijke rol speelt.
De dagelijkse ondersteuning en bevoorrading gebeurt in de verschillende departementen in de eerste plaats door de AAD’s. Zij bevredigen onze dagelijkse behoefte aan stoelen, potloden, papier, … De afdeling Aankoopbeheer zorgt op haar beurt voor de ondersteuning van die AAD’s. Om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat elke ambtenaar een stoel heeft om op te zitten, schrijft de afdeling een aanbesteding uit voor een open meerjarig contract voor de aankoop van stoelen. Zodra het contract gesloten is, kunnen de AAD’s rechtstreeks het aantal stoelen bestellen dat zij nodig hebben. Hetzelfde gebeurt voor papier, kleding, horeca-uitrusting, een groot deel van het wagenpark van het ministerie, kopieermachines, … In totaal zijn er een 80tal producten die door heel het ministerie gebruikt worden en dus interdepartementaal aangekocht worden, de zogenaamde I-producten. Daarnaast zijn er ook producten die een bepaald departement nodig heeft, zoals tekentafels of veiligheidskleding, de zogenaamde D-producten. Daarvoor sluit het departement zelf de contracten, maar kan het wel gebruikmaken van modelcontracten van Aankoopbeheer.
22
Op die manier creëert Aankoopbeheer een aantal schaalvoordelen: financieel, maar vooral op het vlak van expertise en personeelsinzet. Dankzij hun expertise staat Aankoopbeheer garant voor kwaliteitsvolle producten. Ze zorgt ervoor dat leveranciers van stoelen onze ambtenaren ergonomisch zitcomfort leveren, zoals de collega’s van de afdeling Logistieke Dienstverlening zorgen voor koffie die beantwoordt aan een aantal ethische normen. Vandaar de Max Havelaarkoffie.
AANKOOPBEHEER... EN MEER En de afdeling Aankoopbeheer doet nog meer. Zo is ze ook verantwoordelijk voor de zogenaamde ‘estafette’. Wij kunnen immers niet enkel rekenen op de verdeling van briefwisseling via De Post. Elke dag rijden chauffeurs van de afdeling door heel Vlaanderen om interne post tussen de verschillende steden waar diensten van het ministerie gevestigd zijn te bezorgen. Eén chauffeur rijdt vanuit Brussel dagelijks naar Gent, Brugge en Oostende. Een collega gaat via Leuven en Hasselt naar Antwerpen. In Brussel rijdt een chauffeur tweemaal per dag langs de ministeriële kabinetten en doet een collega hetzelfde bij alle administraties. Tot slot herbergt de afdeling Aankoopbeheer ook nog drie klusjesmannen. Zij springen in waar de nood het hoogst is: bij het vervoer van materiaal of de installatie van een nieuwe kast.
TOT UW DIENST
MET 12.500 AAN TAFEL
DE WITTE TORNADO Blinkend sanitair, propere gangen, afgestoft meubilair. We staan er niet bij stil dat we elke morgen binnenstappen in een net gebouw. Neen, daar zorgen geen kaboutertjes voor, maar de witte brigade van de schoonmaakploeg: 230 man - of beter vrouw - sterk (de ploeg telt maar drie mannen).
Elke dag meer dan 12.500 monden voeden: ga er maar aanstaan. Dat is de uitdaging voor de afdeling Logistieke Ondersteuning, die naast de catering ook zorgt voor de schoonmaak in alle gebouwen van het ministerie. Zowel catering als schoonmaak werden ondergebracht in DAB’s (diensten met afzonderlijk beheer). Het voordeel van zo’n DAB is dat hij meer armslag heeft in het financieel en personeelsbeheer zodat er soepeler gewerkt kan worden, bijvoorbeeld voor de aanwerving van personeel. Momenteel baat de DAB Catering twee restaurants uit (het Boudewijngebouw en het Copernicusgebouw in Antwerpen) plus de cafetaria’s in het Markiesgebouw en in het Ferrarisgebouw. In januari komt daar ook nog het restaurant van het Consciencegebouw bij. Een keukenbrigade van honderddertig personeelsleden, het merendeel contractuelen, zorgt dat wij alle dagen onze beentjes onder tafel kunnen steken. Ook de collega’s van de buitendiensten waar geen restaurant of cafetaria is, blijven niet in de kou staan. Voor hen heeft de Vlaamse overheid een overeenkomst gesloten met het federale Ministerie van Financiën, dat restaurants uitbaat over het hele land. Vlaamse ambtenaren kunnen daar voor 3,10 euro (125 frank) een dagschotel krijgen (het verschil van 0,62 euro (25 frank) wordt door de Vlaamse Gemeenschap bijgepast). De DAB Catering organiseert op aanvraag ook ontbijtvergaderingen, broodjesmaaltijden en speciale maaltijden. Een extra belasting voor het personeel, vooral omdat de aanvragen meestal veel te laat gebeuren. In het servicepakket van de catering zitten uiteraard ook de belegde broodjes die elke dag vers worden aangevoerd. In de Boudewijn alleen al gaan er zo’n 150 per dag over de toonbank.
Net zoals bij de DAB Catering telt ook de DAB Schoonmaak bijna allemaal contractuelen. Vanaf zes uur ’s morgens gaan ze aan de slag. Niet vroeger, want dat wordt beschouwd als nachtwerk. De kantoorruimtes komen eerst aan de beurt en daarna het sanitair en de gangen. Elke dag de vuilnisbakjes leegmaken, de wc’s poetsen, de bureaus afstoffen, de gangen stofzuigen. Het gebeurt allemaal volgens een vast werkplan en elke schoonmaakster weet precies welk programma ze moet afwerken. In alle grote gebouwen is er een werfleidster die de schoonmaakoperatie in goede banen leidt. Per regio is er dan nog een sectorverantwoordelijke die geregeld alle gebouwen bezoekt en eventuele problemen oplost. In sommige kleinere gebouwen wordt de schoonmaak uitbesteed omdat de kostprijs anders veel te hoog zou liggen. De DAB Schoonmaak mag immers geen personeel aanwerven met een contract voor minder dan 19 uur. In 1999 haalde de DAB Schoonmaak het ISO-certificaat. Daarin wordt vastgelegd volgens welke processen er gewerkt moet worden. Steeds meer schakelt de schoonmaakploeg over op de microvezelmethode met zo weinig mogelijk waterverbruik en een minimum aan producten. Deze methode is ook ergonomisch en dus minder belastend voor het personeel: bukken en wringen is niet meer nodig. En uiteraard zijn alle gebruikte producten milieuvriendelijk.
GETUIGENIS Gerda Serneels (56), schoonmaakster in het Boudewijngebouw
“Ik doe dit werk al 33 jaar. Eerst bij het Ministerie van Openbare Werken en sinds 11 jaar bij de Vlaamse Gemeenschap. Ik sta elke dag op om half vijf op en begin om 6 uur te werken. Sinds we een DAB geworden zijn, moeten we meer doen op minder tijd. En het werk is veel preciezer geworden: om het sanitair schoon te maken hebben we bijvoorbeeld 15 minuten voor de damestoiletten en 20 minuten voor de herentoiletten, want bij de heren zijn er ook urinoirs die schoongemaakt moeten worden. En er is elke maand controle. Voor iets dat niet goed is gedaan, krijg je een streepje, zeg maar een slecht punt. Als je zes slechte punten hebt, krijg je een onvoldoende. Ik vind het wel erg dat ons werk zo weinig gerespecteerd wordt. Een ‘merci’ heb ik hier nog niet gehoord en een ‘goedendag’ kan er ook niet altijd af. Alsof ons werk niet meetelt. Ik heb het er ook moeilijk mee dat ik nooit eventjes, al is het maar een minuutje, kan gaan zitten. We mogen alleen gaan zitten tijdens de vaste pauzes: om tien voor acht en om kwart voor negen als we onze boterham opeten. Of we genoeg betaald worden? Ik vind van niet. In die 33 jaar is er niet veel bijgekomen. In januari gaan we wel van niveau E naar niveau D, maar hoeveel ons dat gaat opleveren weet ik niet.”
23
DOSSIER
WELKOM In elk gebouw komt u hen als eerste tegen: de dames van het onthaal. Van ’s morgens tot ’s avonds ‘bevrouwen’ zij de balie. Een enkele keer treft u ook een man aan achter de balie, meer bepaald in het Ferraris- en in het Taxandriagebouw. De hoofdtaak van de mensen aan het onthaal bestaat uit het ontvangen van bezoekers die een afspraak hebben met een ambtenaar, deelnemen aan een vergadering, een brief komen afgeven enz. Op het onthaal weten ze precies wat ze moeten doen om al die mensen zo efficiënt mogelijk wegwijs te maken in het gebouw. Soms kan de taak van een onthaalbediende ook nog uitgebreid
worden. Zo zijn de onthaalbedienden in het Taxandriagebouw ook verantwoordelijk voor de organisatie van de verzending. De mensen van het onthaal sorteren er de binnenkomende post en verzorgen de bodedienst. Andere mogelijke taken zijn het vastleggen van vergaderzalen of het bijhouden van de interne telefoongids
GETUIGENISSEN Ulrike Van Neste (22), werkt sinds februari 2001 aan het onthaal in het Markiesgebouw
“Ik werk eigenlijk op drie verschillende plaatsen: 33% aan de balie, 33% dienstverlening en 33% verzending. Soms weet ik pas de dag zelf waar ik moet gaan werken. Als er op de verzending bijvoorbeeld iemand ziek is, ga ik daar zitten. Ik vind dat wel een leuke afwisseling, ik zou bijvoorbeeld niet voltijds aan de balie willen werken. De voornaamste taak aan de balie is dat je altijd vriendelijk probeert te blijven, ook al is niet iedereen even vriendelijk tegen jou. Maar ik denk dat zoiets je ligt of niet. Zelfs als je denkt dat iets je taak niet is, moet je toch proberen om het jouw taak te maken. Zo kan het soms voorvallen dat er een leverancier met een grote bestelling aan de hoofdingang staat. Wij hebben namelijk geen loskade in ons gebouw zodat alle goederen via de hoofdingang en vervolgens via de goederenlift geleverd worden. Dan is het wel de bedoeling dat je zelf even vanachter de balie komt en die leverancier voorthelpt.”
ALTIJD IEMAND THUIS Wonen in het gebouw waar u werkt. Soms zou dat toch wel makkelijk zijn… Vier van de vijf huisbewaarders van de Vlaamse Gemeenschap vervullen een dagtaak als ambtenaar, meestal in hetzelfde gebouw, en nemen na de uren hun rol als huisbewaarder op. Enkel het Markiesgebouw blijft volledig onbemand achter na de werkuren en in de weekends. Maar ook in andere gebouwen van de Vlaamse overheid vind je conciërges. Denk maar aan Hotel Errera, de ambtswoning van de Vlaamse regering. Betekent een tweede baan als huisbewaarder dat je ook in het weekend en tijdens de vakanties altijd thuis moet zijn? Zeker niet, meestal worden op voorhand afspraken gemaakt over de uren of dagen waarop er zeker iemand aanwezig moet zijn. Voor de veiligheid na de werkuren staat de nachtwacht in. Meestal wordt die verzorgd door een externe firma, al telt het ministerie nog twee ambtenaren-nachtwakers: Theo De Broeck en Hans Joris (zie ook getuigenis). Zij verzorgen afwisselend per week de nachtelijke permanentie in het Boudewijngebouw.
24
GETUIGENIS Josée Verdoodt (48), huisbewaarster van Hotel Errera
“Ik ben in Hotel Errera begonnen als schoonmaakster, maar eigenlijk deed ik toen al veel werk naast het poetswerk. Op zeker ogenblik zocht het ministerie dan een nieuwe conciërge. Ik was direct kandidaat. In het begin werd ik niet zo enthousiast onthaald, want eigenlijk zocht het ministerie een man met ervaring in elektriciteit. Nu doe ik in feite twee banen: tussen 8 en 16 uur ben ik schoonmaakster in Errera en ervoor, erna en tussendoor ook huisbewaarster. Op die manier behoud ik een beetje zekerheid. Soms is het wel zwaar: er zijn bijna dagelijks vergaderingen die laat kunnen uitlopen. Elke 14 dagen vergadert de Vlaamse regering hier, soms tot middernacht. Naast de vergaderingen zijn er ook geleide bezoeken. Maar ik werk hier heel graag en ik vind het ook leuk om hier te wonen. Soms voel ik me wel een beetje verlaten. Dit is geen woonbuurt. Het is bijvoorbeeld niet gemakkelijk om hier een brood te kopen.”
TOT UW DIENST
DOEN MET GROEN… Kerstbomen. Elk jaar opnieuw brengen ze wat sfeer op de werkvloer. De afdeling Bos en Groen kweekt ze zelf en bezorgt ze aan haar vaste klanten binnen het ministerie. De decoratie van de kerstboom laten ze echter aan uw eigen creativiteit over.
Maar de afdeling Bos en Groen doet nog veel meer. Bij talrijke manifestaties van de Vlaamse Gemeenschap zorgt ze voor de groene noot: de Sportdag, de Gordel, congressen, openingen, recepties, tentoonstellingen, personeelsfeesten,… gemiddeld zo’n 100 manifestaties per jaar. De klanten kunnen kiezen uit diverse plantensoorten en uit een totaal van 150 planten die in de serres van Groenenberg (St.-Pieters-Leeuw) worden verzorgd. Een afgevaardigde van de afdeling Bos en Groen brengt ze ter plaatse, plaatst ze en haalt ze ook weer op. Wie groen wil in de kantoren of plantenbakken in de gang kan eveneens bij hen terecht. Een deskundige van Bos en Groen maakt een bestek op en vraagt de prijzen voor de aankoop van plantenbakken. Die aankoop gebeurt op het budget van de klant, maar het onderhoud van de plantenbakken is voor rekening van de afdeling
Logistiek van ieder departement. De afdeling Logistiek van LIN sluit daarvoor jaarlijks een contract met een gespecialiseerde firma die de bakken om de maand of om de drie maanden komt verzorgen. Enkel aan het water moet u af en toe zelf denken. Momenteel staan er zo’n 400 plantenbakken verspreid over alle gebouwen van het ministerie. Voor wie zelf een plantje in zijn bureau wil, hebben onze groene collega’s nog een paar aanraders: Spatifhyllum (witte bloem), talrijke Dracaenasoorten, Ficus (die heeft graag een vochtige lucht, dus liefst niet in gebouwen met airconditioning) en Beaucarnea.
DOORVERBONDEN
foto F. Leemans
Rinkelende telefoons, de hele dag door. De mensen van de telefooncentrale zijn het al wel gewoon. Dagelijks krijgen ze honderden telefoontjes te verwerken van mensen die op zoek zijn naar het nummer van een collega, of van iemand van buitenaf die een familielid probeert te bereiken in het ministerie…
Voor alle gebouwen in Brussel, behalve voor het Consciencegebouw, worden de telefoons beantwoord door de telefonisten van de centrale in het Boudewijngebouw. Van 8 uur ’s morgens tot 17 uur ’s avonds werken twee vrouwen en twee mannen in de centrale. Alle telefoontjes worden doorverbonden via de computer waarin de telefoonnummers van de verschillende gebouwen verzameld zijn. Als de centrale niet over het telefoonnummer beschikt, schakelen de telefonisten de beller door naar de Vlaamse Infolijn. In sommige gevallen, zoals in het Taxandriagebouw in Hasselt, doet het onthaal dienst als telefooncentrale. Het Copernicusgebouw beschikt dan weer over één vaste telefoniste.
25
DOSSIER
VAN DE UITBAK NAAR DE INBAK Nota’s, brieven, poststukken, mapjes voor de interne post. U legt ze iedere dag in uw uitbakje. Maar welke weg leggen ze af voor ze ter bestemming zijn?
De eerste stap is de bode die al de stukken met de legendarische kar ophaalt en ze naar de verzending brengt, waar alles op de sorteertafel terechtkomt. Daarna zijn er drie mogelijke circuits: 1. de interne post voor het gebouw zelf: wordt per afdeling in het juiste vakje gelegd, later door de bode opgehaald en aan de juiste persoon afgeleverd via dezelfde legendarische kar; 2. de interne post voor andere gebouwen (ook de buitendiensten):
wordt per gebouw in het juiste vakje gelegd. De estafette haalt de stukken tweemaal per dag op (’s morgens en in de vroege namiddag) en deponeert ze bij de verzendingsdienst van het gebouw die via de bodes voor de interne distributie zorgt; 3. de externe post voor geadresseerden buiten de administratie: wordt elke dag opgehaald door De Post’.
GETUIGENIS Alex Laermans (47), sinds februari 1996 gebouwverantwoordelijke van het Markiesgebouw
“Als gebouwverantwoordelijke moet ik voortdurend inspelen op alle technische problemen die mij gemeld worden. Ik probeer dan om zo snel mogelijk een oplossing te vinden. Om herstellingen aan apparaten te laten uitvoeren, neem ik bijvoorbeeld contact op met de externe onderhoudsploeg. Maar niet alleen technische problemen worden aan mij gemeld. Zo zat er onlangs in het atrium (middengedeelte van Markiesgebouw) een grote vogel die niet meer wegraakte. Het bleek een gekwetste houtsnip te zijn, een beschermde vogelsoort. Ik heb dan de vogelbescherming opgebeld om hem te komen redden. Als gebouwverantwoordelijke moet je ook kunnen anticiperen op gebeurtenissen en moet je niet altijd wachten tot het werk naar je toekomt. Met de geboorte van prinses Elisabeth bijvoorbeeld heb ik zelf het initiatief genomen om te zorgen dat de vlaggen uithingen aan het gebouw.”
26
TOT UW DIENST
U VRAAGT... ZIJ DRAAIEN De anciens zullen het zich nog herinneren. Ooit draaiden er in ons ministerie echte drukkerijen met persen en offsetmachines en alles erop en eraan. De Goedendag werd toen in eigen huis gedrukt. Maar die tijd is voorbij.
In 1997 besliste de Vlaamse regering de drukkerijen om te turnen tot reprocentra. Het klassieke drukken werd vervangen door kopiëren en printen. Het machinepark werd openbaar verkocht, de drukkers hebben zich noodgedwongen omgeschoold. Momenteel draaien er in het ministerie drie grote copy- of reprocentra: in het Boudewijngebouw, in het Consciencegebouw en in het Ferrarisgebouw, maar daar hebben ze het liever over een digitale drukkerij. Zij beschikken dan ook over andere machines en staan, naar eigen zeggen, technologisch verder. Hun sterkste punt is het uitvoeren van printopdrachten in kleur, maar ook uw affiches, kaftjes, brochures, folders in zwart-wit of in vierkleurendruk maken ze met plezier. Per maand rollen er zo’n 650.000 zwartprints en ongeveer 140.000 kleurenprints uit de machines waarvan 90% bestemd is voor het departement LIN zelf. De bestellingen gebeuren digitaal via het intranet. Ook naamkaartjes kunnen de klanten bestellen via het intranet: het volstaat de gegevens in te tikken en door te sturen. Een wel heel specifieke opdracht van deze digitale drukkerij zijn de planafdrukken: gemiddeld zo’n 6000 à 7000 per maand. Om dat allemaal in goede banen te leiden, beschikt de digitale drukkerij over een ploeg van 19 mensen, administratief personeel inbegrepen. Hoewel ze vooral voor het eigen departement werken, springen ze in piekmomenten hun collega’s bij. Het reprocentrum in het Boudewijngebouw biedt eveneens een breed dienstenpakket aan: naast print- en kopieerwerk (zowel in kleur als in zwart-wit) zorgt het team ook voor het bedrukken van enveloppen en naamkaartjes. In zwart-wit kan het reprocenctrum maximaal zo’n 120.000 kopieën per dag bezorgen, in kleur ongeveer 2000 kopieën per dag. Alles wordt uiteraard piekfijn afgewerkt: nieten, plooien, perforeren, snijden, plastificeren, kaften en inbinden: het kan allemaal. Alle opdrachten kunnen per e-mail doorgege-
ven worden met een speciaal aanvraagformulier. De klanten moeten hun bestelling wel zelf afhalen. Het copycentrum in het Consciencegebouw werkt enkel voor het departement Onderwijs. Van de 25 personeelsleden die de
drukkerij vroeger telde, zijn er nog 10 overgebleven. Toch heeft deze kleine ploeg het gepresteerd om 40 miljoen afdrukken te maken in 2000. Ook hier wordt zowel digitaal als analoog gewerkt en met een systeem van ‘printing on demand’.
<
GETUIGENIS Hans Joris (40), nachtwaker van het Boudewijngebouw
“Vroeger werkte ik in de drukkerij. In 1991 ben ik als nachtwaker begonnen en dat kwam toen goed uit om overdag bij de kinderen te zijn. In het begin was het wel moeilijk om me aan te passen aan het nieuwe ritme en ik miste ook de collega’s. Ik werk elke dag van 17 uur ’s avonds tot 8 uur ’s morgens. De eerste twee uurtjes van de shift zit ik meestal aan het onthaal. Daarna ga ik op elke verdieping kijken of alle deuren en ramen wel goed gesloten zijn en doe ik het licht uit. Een aantal mensen werkt hier wel altijd laat. En het is elke dag dezelfde man die als allerlaatste rond 23.10 uur vertrekt. Als iedereen de deur uit is, zet ik het alarm aan en ga ik weer aan het onthaal zitten. Veel is hier ’s nachts eigenlijk niet te beleven. Op straat staan wel altijd een aantal prostituees en kan je soms een vechtpartij zien. Af en toe glipt er ook wel eens iemand binnen die zich een beetje wil opwarmen. Na mijn werk slaap ik 4 tot 5 uurtjes, dat is genoeg voor mij. Tussen de middag zie ik mijn vrouw dan een uurtje wanneer zij komt eten.”
27
DOSSIER
KILOMETERVRETERS Er wordt binnen het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap nogal wat heen en weer gereden. Niet alleen brieven, pakketten en materiaal reizen door heel Vlaanderen. Ook de Vlaamse ambtenaar zelf is erg mobiel.
Voor Onderwijs en LIN is deze vorm van interne postbedeling zelfs vrij uitgebreid. Zij beschikken immers over een uitgebreid netwerk van externe diensten en klanten. Zo rijden de chauffeurs van Onderwijs geregeld langs bij een van de vele scholen in Vlaanderen (in totaal bijna 4000!). De LINchauffeurs verzorgen dan weer een eigen estafette voor de kleinere gebouwen waar LIN gehuisvest is. Een ritje heen en terug naar hun collega’s in Zeebrugge, Neerpelt of zelfs Vlissingen behoort tot de mogelijkheden.
U kon al lezen dat er via de estafette van de afdeling Aankoopbeheer (AZF) heel wat interne post tussen de verschillende gebouwen van het ministerie vervoerd wordt. Ook voor het transport van materiaal en pakketten kunnen de verschillende departementen een beroep doen op de afdeling Aankoopbeheer. Daarnaast beschikken de departementen ook over een eigen wagenpark en in de meeste gevallen over een aantal chauffeurs. Elke secretaris-generaal krijgt een eigen dienstwagen en heeft een persoonlijke chauffeur ter beschikking. Ook de directeurs-generaal
kunnen rekenen op een dienstwagen, maar dan wel zonder eigen chauffeur. Niet alleen SG’s en DG’s zijn mobiel. Alle Vlaamse ambtenaren kunnen om dienstredenen gebruikmaken van een dienstwagen: per departement zijn een aantal wagens beschikbaar voor de personeelsleden. In de meeste departementen kan je zelfs rekenen op een chauffeur. Zelf rijden kan natuurlijk ook. De chauffeurs in de departementen worden niet alleen ingezet voor personenvervoer, maar ook voor dringende briefwisseling. Of voor een spoedbestelling van vlaggen, drukwerk, bureaustoelen…
In de departementen worden de voertuigen in principe beheerd door de AAD’s. Een aantal administraties of afdelingen heeft echter permanent een wagen ter beschikking. De aankoop of leasing van de wagens gebeurt in principe door de afdeling Aankoopbeheer. De Vlaamse ambtenaar verplaatst zicht natuurlijk niet enkel met de wagen. Voor korte verplaatsingen wordt steeds vaker gebruikgemaakt van de dienstfietsen. Daarvoor kunt u in de meeste gebouwen terecht bij de gebouwverantwoordelijke. En uiteraard behoort ook een frisse wandeling tot de mogelijkheden.
VOOR MEER INFORMATIE OVER DE DIENSTEN DIE IN DIT DOSSIER AAN BOD KWAMEN:
Afdeling Aankoopbeheer Paul Vrijders tel.: 02-553 49 31 Afdeling Logistieke Dienstverlening (DAB catering/DAB schoonmaak/reprocentrum) Marleen Vanwingh tel.: 02-553 50 84 Afdeling Bos en Groen Dirk Demeyere tel.: 02-553 81 13
28
Gebouwverantwoordelijken Boudewijngebouw Jean-Marie Verhaevert tel.: 02-553 49 61 Markiesgebouw Alex Laermans tel.: 02-553 40 57 Ferrarisgebouw Pieter Renier tel.: 02-553 85 01
Consciencegebouw Jan Van Helvert: 02-553 66 56 Copernicusgebouw Ivo Huysmans tel.: 03-224 68 75 Taxandriagebouw Henri Apers tel.: 011-26 46 72