soja
doorgelicht De schaduwzijde van een wonderboon Nederlandse Sojacoalitie
Soja doorgelicht De schaduwzijde van een wonderboon
Nederlandse Sojacoalitie
Dankwoord Deze publicatie is tot stand gekomen door samenwerking van de leden van de Nederlandse Sojacoalitie en werd mogelijk gemaakt door ondersteuning van de Subsidieregeling Maatschappelijke Organisaties en Milieu van het ministerie van VROM. De Nederlandse Sojacoalitie bedankt de makers van de foto’s en Google Earth voor het ter beschikking stellen van beeldmateriaal en Stichting Natuur en Milieu, Profundo, NEVEDI, ASEED, de Nederlandse Akkerbouwers Vakbond, Jacques Seegers en alle anderen die hebben bijgedragen aan dit document.
Colofon Teksten: Nederlandse Sojacoalitie, AIDEnvironment Vormgeving: Ruparo (Ivo Sikkema) Druk: PrimaveraQuint, Amsterdam © AIDEnvironment en de leden van de Nederlandse Sojacoalitie februari 2006 ISBN-10: 90-77648-07-0 ISBN-13: 978-90-77648-07-0 Gedrukt op FSC-gecertficeerd papier.
Soja doorgelicht
Inhoudsopgave Voorwoord
7
1. Soja en de sojaketen Wat is soja? Waarvoor wordt soja gebruikt? De herkomst van soja De opkomst van soja als exportgewas Soja en internationale handelsakkoorden De marktspelers en het productieproces
10 10 11 12 13 16 16
2. De negatieve gevolgen van de sojateelt Inleiding Milieuproblemen Erosie en bodemdegradatie Sociale problemen Genetische manipulatie, de dominantie van agri-multinationals en pesticidengebruik
20 20 21 23 25
3. De rol van Nederland Inleiding De consument Nederlandse bedrijven in de sojaketen De Nederlandse bio-industrie
32 32 32 34 34
29
4. Verduurzaming van de sojaketen: een perspectief voor producerende landen 38 Inleiding 38 Stoppen van de expansie van soja 38 Betere landbouwtechnieken 41 Agro-ecologische landbouw 43 5. Verduurzaming van de sojaketen: een perspectief voor Nederland en Europa 46 Inleiding 46 Rol van burgers en consumenten 46 Rol van het bedrijfsleven 48 Rol van de overheid 51 6. Conclusie 56 Bronnen 58
Soja doorgelicht
Voorwoord De meeste mensen denken bij soja aan de Aziatische keuken of aan soja als vleesvervanger. Minder bekend is dat soja gebruikt wordt voor de productie van zestig tot zeventig procent van alle producten die in de supermarkt liggen – van sauzen en snacks tot vlees en zuivel. Soja is na rijst, tarwe en maïs het meest geteelde gewas ter wereld en de productie groeit snel. Dat de productie van soja in Zuid-Amerika leidt tot grootschalige ontbossing en allerlei problemen voor de lokale bevolking is vrijwel onbekend. Om gezamenlijk oplossingen te zoeken voor deze problemen is de Nederlandse Sojacoalitie opgericht. Soja is niet het enige ‘probleemgewas’ in een globaliserende wereld. In Zuid-Amerika en elders in de wereld worden vergelijkbare problemen aangetroffen bij de productie van suiker, papierpulp, katoen, palmolie en andere grondstoffen, die worden geproduceerd om de groeiende honger naar voedsel, veevoer, vezels en energie te stillen. In de sojasector speelt Nederland een centrale rol als een na grootste importeur en centraal distributiepunt voor West-Europa en heeft daardoor een speciale verantwoordelijkheid. De Nederlandse Sojacoalitie wil met deze publicatie laten zien waarom de sojaproductie, -handel en -verwerking moet veranderen. De negatieve gevolgen in de productielanden in Zuid-Amerika zijn te groot om te negeren. Bovendien zijn er mogelijkheden om de schadelijke gevolgen te verminderen. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat alle betrokken partijen – van sojaveld tot supermarkt – hun verantwoordelijkheid nemen. Omdat de sojaproblematiek wereldwijd speelt, werkt de Sojacoalitie samen met organisaties in Zuid-Amerika, Europa, de Verenigde Staten, India en China. Er zijn contacten met grote en kleine sojaproducenten, bevolkingsgroepen die verdreven zijn door de oprukkende sojateelt, met organisaties die internationale landbouwhervormingen nastreven en met organisaties die zich richten op de discussie rond gentech-soja. De Sojacoalitie roept consumenten, bedrijven en politiek op om bij te dragen aan het terugdringen van de negatieve gevolgen van productie, transport, verwerking en consumptie van soja. Enerzijds door aan te dringen op verantwoorde productie en het verduurzamen van de sojaketen. Anderzijds door een discussie te starten over de rol van de bio-industrie en de effecten van onze vleesconsumptie. De Nederlandse Sojacoalitie
Soja doorgelicht
1 Soja en de sojaketen
1. Soja en de sojaketen
Hoe ziet soja eruit, waar groeit het en hoe wordt het verbouwd? Hoe komt het in Nederland terecht en waarvoor wordt het gebruikt? Dit hoofdstuk beantwoordt deze vragen en gaat verder in op de Nederlandse vleesconsumptie en de verschillende schakels in de sojaketen: ‘van zaadje naar karbonaadje’.
Wat is soja?
miljoen
Soja is een eenjarig gewas dat een eetbare boon oplevert met een hoog gehalte aan eiwitten en olie. Moderne variëteiten zijn ongeveer een meter hoog en hebben een groeiseizoen van 90 tot 120 dagen. De opbrengst ligt tussen de anderhalve en drie ton per hectare. De prijs van sojabonen schommelt rond de 200 dollar per ton. Soja wordt, anno 2006, zowel op kleine schaal (gezinslandbouw) als op grote schaal (gemechaniseerde bedrijven) geteeld. De geoogste sojabonen worden centraal opgeslagen in grote silo’s. Hier worden de verschillende sojavariëteiten, afkomstig van verschillende boeren, door elkaar 1.1 gemengd. Deze menging maakt soja 70 14% tot een bulkproduct waarbij de identi40% teit van ras en teler al vroeg60in de keten 3% 50 verloren gaan. Eiwitten 40 Koolhydraten Van alle gewassen levert soja de 18% 30 Vetten meeste eiwitten per hectare: ongeVezels 20 veer 1.000 kilo. Soja is afkomstig uit Vocht Noordoost-China en werd10 oorspron25% kelijk alleen in gematigde0 klimaten 1980 Figuur 1.1 Samenstelling sojaboon. geteeld. Door veredeling gedijt soja nu ook in subtropische en tropische 1.3
5
3%
10 18%
rm
4
1991
1.1
Soja en de sojaketen
14% 40%
3%
3%
14% 40%
Eiwitten
Eiwitten
Koolhydraten
18%
Koolhydraten
Vetten
18%
Vetten
Vezels
Vezels
Vocht
Vocht
25% 25%
1.1 70
1.3
14% 3%
40%
3%
60
3%
18%
50 miljoen
Figuur 1.2 De sojaplant (Glycine max), Eiwitten sojapeulen en sojabonen. 18% Koolhydraten
18%
Vetten
40 30
gebieden. De sojaplant bindt stikstof Vezels uit de lucht door een Sojaschroot symbiotische relatie 20 met de Rhizobium-bacterie, waardoor Vocht voor soja relatief weinig stikstofbemesting Sojaschroot Sojaolie 10 Sojaolie nodig is. Sojahullen 25% 0
Sojahullen
79%
79%
Waarvoor wordt soja gebruikt? Wereldwijd
Wereldwijd 1.3
Wereldwijd 14%
Nederland
3% 3%
Nederland
5 4 overschrijding norm
Door het hoge eiwitgehalte en een gunstige aminozuursamenstelling is soja een 14% 3% 20% 14% goede eiwitbron voor menselijke voeding, bijvoorbeeld als vleesvervanger. Vooral 20% 18% in de Aziatische keuken gebruikt men veel soja, denk aan tofu, tempeh en sojasaus. Sojaolie is wereldwijd de meest geconsumeerde plantaardige olie. Maar het overgrote deel van de wereldwijde sojaproductie wordt gebruikt voor veevoer. De consumptie van soja is de afgelopen decennia wereldwijd sterk gegroeid, van Sojaschroot zo’n 100 miljoen ton in 1990 naar meer dan 200 miljoen ton in 2005. De groei wordt Sojaolie 66% veroorzaakt door de toenemende mondiale vleesconsumptie en het groeiend aan66% Sojahullen deel van soja in veevoer in met 79% name Europa en Azië.
3 2 1 0
3% 3%
20%
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
93% 93%
66%
20% 10%
Voeding
Veevoer
Figuur 1.3 Gebruik Nederland 3%van 3% soja wereldwijd en in
Industrie Veevoer Voeding Nederland. Bron: ISTA Mielke.
0%
Industrie
11 250 250
25%
0 1980
S oja doorge l icht 1.3
5
3%
overschrijding norm
Sojaschroot en geroosterde sojabonen 18% zijn door het hoge eiwitgehalte uitstekend4 geschikt als veevoedercomponent voor 3 kippen, varkens, kalveren en melkvee. Toen na de uitbraak van de gekkekoeien-2 Sojaschroot ziekte in de jaren negentig beendermeel Sojaolie verboden werd als veevoedercomponent,1 Sojahullen nam de vraag naar soja sterk toe. 79% 0 Ook bevolkingsgroei en toenemende Figuur 1.4 Producten sojacrush. welvaart jagen de sojaconsumptie op. Wereldwijd De wereldbevolking verdubbelde tussen 14% 1950 en 2000, terwijl de vleesproductie 20% 100% vervijfvoudigde. Naar schatting zullen er in 2050 negen miljard mensen zijn en 90% zal de huidige vleesproductie van 233 miljard kilo per jaar nogmaals verdubbelen. 80% 70% De trend om meer vlees te eten is goed te zien bij een opkomende economische 60% macht als China. In zes jaar tijd steeg de Chinese vleesconsumptie met meer dan50% 85 procent. Gevolg: nog geen tien jaar geleden was China soja-exporteur, nu is zij 40% de 30% 66% grootste soja-importeur. 20% Het grootste deel van de soja-import in Europa wordt verwerkt tot veevoer. 10% De 0% import bestaat voor ongeveer de ene helft uit sojabonen en voor de andere helft uit sojaschroot (ook wel sojameel of pellets genoemd). Het overgrote deel van de bonen Nederland 3% 3% wordt geperst (hiervoor wordt de Engelse term crushing gebruikt). De crushing levert 79 procent sojaschroot, 18 procent ruwe sojaolie en 3 procent vezels (hullen) op. Raffinage van de ruwe olie levert sojaolie en lecithine, een veelgebruikte emulgator. Een klein deel van de Europese soja-import is bestemd voor menselijk consumptie, vooral de olie. Op wereldschaal is sojaolie goed voor een kwart van de totale consumptie. In Europa wordt sojaolie vooral gebruikt als grondstof voor margarine, 93% snacks, koekjes en sauzen. Lecithine is een emulgator die gebruikt wordt in chocolade, sauzen, margarine en snacks. Veevoer Industrie De herkomst van soja
miljoen ton
Voeding
Hoewel soja oorspronkelijk uit Azië afkomstig is, ontwikkelden de Verenigde Staten zich na de Tweede Wereldoorlog al snel tot de grootste sojaproducent. Vanaf de jaren zestig groeide ook in Zuid-Amerika de sojaproductie. De laatste tien jaar zelfs explosief, in reactie op de groeiende vraag naar vlees en eieren in Europa en Oost-Azië. 250 Brazilië en Argentinië zijn inmiddels serieuze concurrenten 1.6 van marktleider Verenigde 200 Staten. De verwachte productie van soja in het seizoen 2005-2006 is 223 miljoen ton. Nadat de sojabonen geoogst zijn, wordt 83Overig procent van de mondiale oogst geperst 150 Argentinië ofwel gecrusht, waarbij met mechanische en chemische middelen de sojabonen worBrazilië den gescheiden in sojaolie en sojaschroot. Sojaschroot is het hoofdproduct, zowel 100 VS China qua volume (79 procent) als qua economische waarde (70 procent). Crushing gebeurt 50 voor een groot deel in de productielanden zelf. In Rotterdam en Amsterdam staan 0
12
1976
1981
1986
1991
1996
2001
2006
1985
1990
areaal
overig
gro
Voeding
Veevoer
Industrie
Soja en de sojaketen
1.6
miljoen ton
ook twee grote crush-fabrieken met een 250 gezamenlijke capaciteit van 2,7 miljoen 200 ton per jaar. Overig 150 Argentinië Het overgrote deel van de Zuid-AmeriBrazilië 100 VS kaanse sojaproductie wordt geëxporteerd, China met name naar Europa en China. Van 50 oktober 2003 tot september 2004 expor0 1976 1981 1986 1991 1996 2001 2006 teerde Argentinië 94 procent van haar totale sojaproductie, waarvan 78 procent in de vorm van sojaschoot en olie. Brazilië Figuur 1.5 Wereldwijde sojaproductie. exporteerde in diezelfde periode 76 proBron: FAO en ISTA Mielke. cent van de totale sojaproductie, waarvan 46 procent als schroot. Binnen Europa is Nederland de grootste importeur met 11 miljoen ton, waarvan 3,7 miljoen ton in Nederland werd verwerkt. 40 35
miljoen hectares
30 25
20 15
10
5
19 51 19 61 19 66 19 71 19 76 19 81 19 86 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04
0
De opkomst van soja als exportgewas De sojateelt in de twee belangrijkste sojaproducerende landen van Zuid-Amerika, Argentinië en Brazilië, begon in de jaren zestig. In Argentinië werd soja op kleine schaal geteeld in de Noordelijke provincies. In Brazilië vooral in de zuidelijke deelstaten Rio Grande do Sul, Santa Catarina en Paraná. Dat gebeurde destijds in een rotatiesysteem met andere gewassen. Begin jaren zeventig nam de vraag naar oliehoudende en eiwitrijke gewassen snel toe. Dit werd veroorzaakt door de tegenvallende oogsten van pinda’s in de Sahellanden, de teruglopende soja-oogsten in de Verenigde Staten en een verhoogde vraag
Figuur 1.6 Soja wordt gebruikt voor de productie van een groot aantal producten, van vlees tot verf, van margarine tot wasmiddel, en van slasaus tot koek. © Milieudefensie & AIDEnvironment
13
Bolivia Paraguay Argentinië Brazilië
S oja doorge l icht
Figuur 1.7 Sojateelt in Argentinië, Paraguay, Bolivia en Brazilië in 2003. © AIDEnvironment
naar soja in de Sovjet-Unie. In 1973 steeg de sojaprijs hierdoor binnen een half jaar met 150 procent. Dit had als gevolg dat Braziliaanse en Argentijnse overheden hun boeren stimuleerden soja te verbouwen. Het ruimtegebruik in Argentinië en Brazilië steeg van 6,8 miljoen hectare in 1976, naar 36,7 miljoen hectare in 2005, tienmaal het oppervlak van Nederland. Ook Paraguay en Bolivia zagen soja als een economische kans. De vraag hield aan en binnen vijftien jaar werd soja voor deze vier landen het belangrijkste agrarische exportproduct. De toenemende sojaproductie en -export vroegen om een goede infrastructuur om de sojabonen te kunnen vervoeren naar goed uitgeruste havens, fabrieken om ze te verwerken, opslagplaatsen en enorme schepen om de soja te vervoeren naar Europa en Azië. 14
Soja en de sojaketen
Naast investeringen in infrastructuur kregen boeren gemakkelijker krediet om machines, zaden, kunstmest en bestrijdingsmiddelen te financieren. De gemechaniseerde sojateelt ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste sectoren van de Zuid-Amerikaanse landbouw. Grote agrarische bedrijven, handel en de schatkist profiteerden van de toegenomen vraag vanuit het buitenland. Door investeringen in veredeling stegen de opbrengsten per hectare en kon de subtropische sojaboon zich aanpassen aan het tropische klimaat en bodemgesteldheid waardoor het soja-areaal zich uitbreidde naar de tropische gebieden van Bolivia en Brazilië. Voor kleine boerenbedrijven in Zuid-Brazilië pakte de introductie van de gemechaniseerde soja-monocultuur minder goed uit. Na een korte economische boom ontstond overproductie en daalde de prijs. Hierdoor konden de boeren de leningen ten behoeve van de sojateelt niet meer terugbetalen. De boeren hadden zich uitsluitend op de sojateelt gericht en hadden onvoldoende kapitaal om een periode met lage prijzen te overleven. Velen moesten hun land verkopen. Ze trokken naar de stad of naar Financiering van kolonisatiegebieden aan de rand van het Amazonewoud en in Paraguay om, vaak soja-infrastructuur onder erbarmelijke omstandigheden, een nieuw bestaan op te bouwen. Wegen, havens en sojacrushers wor Een nieuwe omwenteling in de grootden gefinancierd door banken, over schalige productie van soja kwam met heden en bedrijven in de sojaketen. de introductie van genetisch gemanipuEen van de grootste infrastructuur leerde soja (gentech-soja) in Argentinië initiatieven is IIRSA (Initiative for the in 1996. In dat jaar introduceerde mulIntegration of Regional Infrastructure tinational Monsanto de zogenaamde in South America), ondersteund door RoundUp Ready-soja, die resistent is Latijns-Amerikaanse overheden, de tegen het Monsanto-onkruidbestrijdings Inter American Development Bank en middel RoundUp (glyphosaat). Doordat nationale ontwikkelingsbanken in de deze gentech-soja resistent is tegen regio. Een van de projecten van IIRSA het bestrijdingsmiddel dat verder alle is de Paraguay-Paraná waterweg waar onkruiden doodt, hoeft de boer niet of langs alleen al meer dan 400 miljoen minder vaak te wieden. Inmiddels is vrijdollar wordt geïnvesteerd in havens. wel de gehele sojaproductie van ArgentiDaarnaast investeert Cargill, een van de nië genetisch gemanipuleerd. vier grote sojacrushers in de Argentijnse Aan het eind van de vorige eeuw brak in provincie Santa Fé 200 miljoen dollar heel Zuid-Amerika een economische crisis in de bouw van een sojaverwerkende uit. Mede onder druk van het Internatiofabriek inclusief een eigen haven. naal Monetair Fonds (IMF) en de WereldDit wordt de grootste haven langs bank is in de Zuid-Amerikaanse landen deze waterweg. Deze infrastructurele gekozen voor een agrarisch exportmodel werken zullen alleen rendabel zijn als dat ervoor moet zorgen dat de aanzienArgentinië haar graan- en sojaproductie lijke buitenlandse schuld wordt afgelost. opvoert tot 100 miljoen ton per jaar. Soja speelt hierin een belangrijke rol.
15
S oja doorge l icht
Soja en internationale handelsakkoorden De vraag naar soja in Europa wordt gestimuleerd door een aantal handelsakkoorden die onder druk van de Verenigde Staten tot stand kwamen en die de toegang van Amerikaanse soja op de Europese markt moesten garanderen. Het eerste akkoord was het zogenoemde Europese gebonden nultarief op oliezaden waaronder ook soja valt. Dit akkoord houdt in dat er voor soja, in tegenstelling tot andere agrarische producten als suiker, geen invoerheffing hoeft te worden betaald. Door dit nultarief werd soja een goedkoop alternatief voor dure, in Europa geproduceerde granen. Het tweede akkoord, het Blair House Agreement, betreft de beperking van de Europese zelfvoorziening in oliezaden. Hierin beloofde de toenmalige EG dat de gesubsidieerde Europese oliezadenproductie zou worden beperkt tot een areaal van vijf miljoen hectare. Bovendien werd een maximum van vijftien miljoen ton gesteld aan het totale productievolume van oliezaden – veel minder dan Europa verbruikt. De beide handelsafspraken hebben een grote invloed gehad op de productie van oliezaden in Europa. De afspraken hebben de prijs van soja gedrukt, en de mogelijkheid om soja te vervangen beperkt. Daar waar Europa zelfvoorzienend bleef in granen, suiker en melk, werd zij voor plantaardige vetten en eiwitten steeds afhankelijker van importen. Deze importen komen echter in toenemende mate uit ZuidAmerika, en niet uit de Verenigde Staten.
De marktspelers en het productieproces Soja is een klassieke commodity. Dat wil zeggen dat het wordt verhandeld als bulkproduct en dat er één wereldmarkt voor soja is waarbij de prijsvorming uitsluitend op basis van meetbare producteigenschappen (bijvoorbeeld het eiwitgehalte) plaatsvindt. De prijs wordt bepaald op de graanbeurs van Chicago, de Chicago Board of Trade (CBOT). Er is ook maar een beperkt aantal ‘kwaliteiten’ verhandelbaar. Dit om voldoende volume te garanderen. Dat betekent dat duurzaamheidsaspecten en veel kwaliteitsaspecten geen onderscheidende kenmerken zijn, net als bij andere bulkgrondstoffen of commodities. De sojaproductie, -handel en -verwerking vormt een keten met vele schakels. Er zijn veel spelers betrokken, maar in sommige schakels is sprake van sterke concentratie. Daar controleert een klein aantal bedrijven een groot deel van de ‘sojastroom’. De marktketen van soja heeft een zandloperstructuur, zowel voor voedsel- en industriële producten, als voor vlees- en zuivelproducten. Er is een brede top van veel agrarische sojaproducenten, een smal middenstuk van een paar multinationale handelsmaatschappijen, een paar dominante supermarktketens en verwerkers in de levensmiddelen- en cosmetica-industrie, en dan weer een brede basis van miljoenen consumenten. In de veeteeltketen vinden we middenin de zandloper de kippen- en varkensfokkers. Zij worden beleverd door een klein aantal veevoederproducenten en leveren aan een beperkt aantal zuivelcoöperaties en slachterijen. Geconcludeerd kan worden dat de handelsmaatschappijen, verwerkers en supermarkten veel ‘ketenmacht’ hebben. Als zij hun beleid 16
Soja en de sojaketen
veranderen zal de rest van de keten moeten volgen. Hieronder volgt een korte beschrijving van de belangrijkste spelers in de sojaketen. Producenten Tachtig procent van de wereldproductie van soja komt uit slechts drie landen: de VerFiguur 1.8 De sojaketenzandloper laat zien hoeveel spe enigde Staten, Brazilers er actief zijn in de verschillende delen van de soja lië en Argentinië. Het keten voor de food & non-food en de veeteelt-ketens. grootste deel van de © AIDEnvironment, vormgeving Daan van Beek. Zuid-Amerikaanse productie komt van grote agrarische ondernemingen. De gemiddelde omvang van een sojabedrijf in Argentinië of Centraal-Brazilië is 1.000 hectare. Maar er zijn ook ondernemingen met een omvang tot 50.000 hectare, eenderde van de provincie Utrecht. In Brazilië, Bolivia, India en China wordt soja ook op kleine familiebedrijven van 2 tot 50 hectare geproduceerd, vaak in combinatie met andere gewassen. Internationale handel Multinationale ondernemingen spelen een belangrijke rol in de sojahandel. De Amerikaanse handelsbedrijven Archer Daniels Midland (ADM), Bunge en Cargill en het Franse Dreyfuss controleren een groot deel van de productie- en verwerkingsketen in de exporterende én in de importerende landen. Ze staan ook wel bekend als ‘de ABCD’, naar de initialen van de bedrijven, of ‘de grote vier’ in de sojaketen. Deze bedrijven behoren tot de grootste ter wereld. Cargill heeft een omzet van 71 miljard dollar. Ze voorzien de producenten van voorschotten in de vorm van krediet, zaden, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Deze koppelverkoop maakt dat de controle van deze bedrijven op de sojaketen groot is. Een klein aantal multinationale bedrijven bepaalt daarmee wat er gezaaid wordt, door wie het geproduceerd wordt, waar het geproduceerd wordt en hoe. Vraag en aanbod zijn niet langer gescheiden en de invloed van derden (politiek en consument) op de keten is daarmee gereduceerd. De voedings- en veevoederindustrie De veevoederindustrie verwerkt sojaschroot tot veevoer voor de Europese veestapel. Nutreco, Cehave en Provimi zijn grote Nederlandse spelers op deze markt. Zij leveren aan boeren die hun producten (vlees, melk, eieren) via slachterijen als Vion en
17
S oja doorge l icht
Figuur 1.9 De lange weg van sojaveld naar consument. © Solidaridad
Plukon en zuivelconcerns als Friesland Foods en Campina afzetten. Sojaolie wordt door de voedingsindustrie en diverse andere industrieën verwerkt in allerlei producten zoals margarine, mayonaise, snacks, wasmiddelen, cosmetica en verf. Ook in de voedingsmiddelen- en cosmetica-industrie is er een klein aantal dominante spelers, zoals Unilever, Procter and Gamble, Kraft en Nestlé. Supermarkten De meeste levensmiddelen komen via de supermarkt bij de consument terecht. Ook supermarktketens opereren steeds vaker internationaal en versterken hun machtspositie in de keten. De twee grootste supermarktconcerns van Nederland, Ahold en Laurus, domineren de markt. Consumenten Uiteindelijk komt de soja op ons bord terecht, bijvoorbeeld in de vorm van een lekker karbonaadje, de saus over de sla of een bonbon bij de koffie. Bij de productie van zestig tot zeventig procent van de producten in de supermarkt wordt soja gebruikt. De financiële sector Ook banken spelen een belangrijke rol bij de productie van soja. De grootschalige gemechaniseerde teelt vereist investeringen in land, machines, zaad, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Banken leveren kredieten aan producenten en handelsbedrijven. Onderpand voor de lening is de exportwaarde van de soja. In Nederland zijn onder andere de Rabobank, Fortis Bank, ABN AMRO en ING Bank financiers van sojabedrijven. Ook ontwikkelingsbanken verstrekken dit soort leningen. Doordat de rente op de internationale kapitaalmarkt lager is dan de hoge binnenlandse rente in landen als Brazilië en Argentinië, is het gunstiger om in het buitenland te lenen voor export. De soja wordt immers in Europa verkocht en in dollars afgerekend. 18
2 De negatieve gevolgen van de sojateelt
2. De negatieve gevolgen van de sojateelt
Inleiding De grootschalige productie van soja en de uitbreiding daarvan in Zuid-Amerika heeft grote economische en maatschappelijke gevolgen. Soja draagt bij aan de Zuid-Amerikaanse handelsoverschotten en aan de mondiale aanvoer van plantaardige olie en eiwit voor voeding en veevoer. Soja veroorzaakt echter ook ernstige sociale en ecologische problemen. In dit hoofdstuk worden de verschillende negatieve effecten van sojateelt toegelicht.
Land
Oppervlakte (miljoen ha)
Oppervlakte bos, 2000
Ontbossing 1990-2000
Totaal
miljoen ha / jaar % per jaar
%
Argentinië
274
35
13
0,28
0,8
Bolivia
108
53
49
0,16
0,3
Brazilië
846
544
64
2,31
0,4
Paraguay Zuid-Amerika Wereld
40
23
59
1,23
0,5
1.755
886
51
3,71
0,4
13.064
3.869
30
9,39
0,2
Tabel 2.1 Ontbossing in Zuid-Amerika. Bron: FAO, Global Forest Resources Assessment, 2005.
20
0 1976
1981
1986
1991
1996
2001
2006
negatieve gevo l gen van de sojateel t
2.1
40 35
miljoen hectares
30
Bolivia
25
Paraguay
20
Argentinië
15
Brazilië
10 5 19 51 19 61 19 66 19 71 19 76 19 81 19 86 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04
0
Figuur 2.1 De uitbreiding van het areaal dat in gebruik is voor sojateelt in ZuidAmerika (1951 – 2004). © AIDEnvironment
Milieuproblemen Ontbossing en verlies van biodiversiteit Ontbossing is een van de belangrijkste oorzaken van verlies van biodiversiteit. De ontbossing in Zuid-Amerika is tweemaal zo hoog als het wereldgemiddelde, en de sojaproducerende landen laten nog hogere percentages zien. In Argentinië, Bolivia, Brazilië en Paraguay verdwijnt jaarlijks zo’n 3,7 miljoen hectare aan bossen – het oppervlak van heel Nederland. Het soja-areaal in Zuid-Amerika breidde zich uit van achttien miljoen hectare in 1996 naar 38 miljoen ha in 2004. Sinds 2000 groeit het oppervlak voor de sojateelt in Argentinië, Brazilië en Paraguay jaarlijks met meer dan tien procent. Deze groei gaat vooral ten koste van waardevolle bossen en savannes. Soms is de schade indirect. Daar waar sojateelt zich uitbreidt in bestaande akkerbouw- of veeteeltgebieden veroorzaakt dit een verschuiving van de landbouw naar de aangrenzende bossen.
Figuur 2.2 De uitbreiding van het sojaareaal in Zuid-Amerika in de periode 1995 – 2003. De pijlen geven de verwachte richting van de uitbreidingen aan. © AIDEnvironment
21
S oja doorge l icht
De Cerrado (figuur 2.3) is een bossa vanne met een zeer grote biodiversiteit. Dit ecosysteem is de habitat van de helft van de vogelsoorten en van veertig procent van de zoogdier-, reptielen- en vissoorten van Brazilië. In de Cerrado komen meer dan tienduizend, veelal unieke, plantensoorten voor. Minder dan twee procent van de Cerrado heeft een beschermde status en volgens schat tingen is nog slechts twintig procent in natuurlijke staat. Het Braziliaanse Amazonebekken beslaat zo’n vijf miljoen vierkante kilometer. Volgens schattingen van wetenschappers leven er vijf miljoen planten en dieren in het Amazone regenwoud (figuur 2.4). Veel daarvan zijn nog nooit beschreven. Meer dan de helft van het totale opper vlakte regenwoud op aarde bevindt zich in het Amazonebekken. Daarnaast is de plantendiversiteit van het Amazonewoud de grootste ter wereld. De Atlantische bossen van Zuid-Ame rika behoren tot de meest soortenrijke tropische regenwouden ter wereld. Veel plant- en diersoorten komen alleen daar voor. Het grootste aaneengesloten stuk Atlantisch bos bevindt zich in de Argen tijnse provincie Missiones. In Brazilië en Paraguay is het overgebleven bos in grote mate versnipperd. De Chaco (figuur 2.5) bestaat uit droge en vochtige savannes. Dit ecosysteem beslaat zeventig miljoen hectare van Cen traal- en Noord-Argentinië en grote delen van Bolivia en Paraguay. Net als de Cer rado wordt ook de Chaco op dit moment nauwelijks bescherd, en ernstig bedreigd door de oprukkende landbouw. 22
negatieve gevo l gen van de sojateel t
Figuur 2.6 Een veel gebruikte methode voor ontbossing is het verslepen van een tientallen meters lange stalen ketting tussen twee bulldozers. © Ulrike Bickel
De meest bedreigde gebieden zijn de cerrado (bossavanne) in Centraal-Brazilië, de rand van het Braziliaanse Amazonebos, de Atlantische regenwouden van NoordArgentinië en Paraguay en de chaco (savanne) in Argentinië, Bolivia en Paraguay. Deze gebieden hebben een grote biologische diversiteit en vervullen een belangrijke rol in de waterkringloop en regulering van het klimaat. Slechts een klein deel van deze gebieden is officieel beschermd. Ook de ongestructureerde manier van uitbreiding van de sojateelt bedreigt de biodiversiteit in Zuid-Amerika, omdat de resterende natuurgebieden hierdoor versnipperd raken. Bovendien schenden de sojaboeren op grote schaal de regels voor het instandhouden van bosreservaten en rivierlopen binnen hun eigen grondgebied. Wanneer de sojateelt op deze manier blijft groeien zal tot 2020 naar verwachting nog ruim twintig miljoen hectare bos en savanne verloren gaan in Zuid-Amerika.
Erosie en bodemdegradatie Natuurlijke ecosystemen, zoals bos en savanne, houden water vast in vegetatie en bodem. Zonder begroeiing raakt het evenwicht verstoord en krijgt erosie vat
Figuur 2.7 Bosbranden ten behoeve van de aanleg van een sojaplantage in Brazilië. © Brent Millikan
23
S oja doorge l icht
Figuur 2.8 Erosie langs een sojaveld in gedegradeerde cerrado, Brazilië. © AIDEnvironment
op de bodem. De bodem verliest dan snel z’n vruchtbaarheid. Door de ontbossing en de daaropvolgende aanplant van soja verdampt vier keer zoveel water als met de oorspronkelijke begroeiing. Bovendien warmt niet-begroeide grond sneller op en droogt eerder uit. Dit leidt lokaal tot een lagere luchtvochtigheid en hogere temperaturen, en uiteindelijk leidt dit tot een verlaging van het grondwaterpeil en het opdrogen van waterbronnen. Dat maakt dan weer irrigatie noodzakelijk. Hierdoor daalt de grondwaterstand verder. De effecten worden verergerd doordat geen gebruik gemaakt wordt van milieu sparende landbewerkingstechnieken, zoals niet ploegen (zero-tillage) of contourploegen. Voor elke kilo soja gaat zes tot tien kilo bodem verloren. Rivieren en stuwmeren slibben dicht door de modder die door het water wordt meegevoerd. Dat heeft een negatief effect op het waterleven, waterkrachtcentrales en de bevaarbaarheid van rivieren. Met het regenwater vloeien ook bestrijdingsmiddelen de rivieren in. Dit bedreigt het waterleven en de gezondheid van mensen en dieren stroomafwaarts. De effecten van de grootschalige ontbossing kunnen niet alleen lokaal, maar ook regionaal merkbaar worden. Verwoestijning is een serieuze bedreiging voor deze gebieden, die sowieso al een lang droog seizoen kennen. De grootschalige ontbossing, erosie en vervuiling zorgen ervoor dat eenmaal gedegradeerd land nauwelijks nog herstelt. 24
negatieve gevo l gen van de sojateel t
Sociale problemen
Geweld in Paraguay
Landconflicten en In Paraguay werd in juni 2005 een mensenrechtenschendingen boerengemeenschap in Vaqueria, De zoektocht naar nieuwe landbouwdepartement Caaguazú met geweld grond voor de sojateelt leidt regelmatig van hun land verdreven door de poli tot gewelddadige conflicten met lokale tie. Hierbij vielen twee doden en wer gemeenschappen of inheemse volkeren, den 140 mensen gearresteerd. Meer waarbij soms zelfs doden vallen. Grote dan vijftig huizen werden gesloopt en boeren en bedrijven proberen op vele de meeste mensen verloren al hun manieren land in bezit te krijgen, bijvoorbezittingen. beeld door illegaal bos te kappen en het land in gebruik te nemen, waarbij eigendomspapieren vervalst worden, de zogenaamde ‘grilagem’. Overheidsinstanties hebben nauwelijks middelen om het landgebruik te controleren. Sojaproducenten kunnen daarom ook natuur- en indianenreservaten binnendringen. Voor pachters of gemeenschappen met of zonder formele eigendoms papieren is het vaak onmogelijk voor hun rechten op te komen als een speculant of grootgrondbezitter het land in gebruik wil nemen voor sojateelt. In heel Brazilië steeg het aantal landconflicten tussen 1997 en 2002 met twaalf
Figuur 2.9 Landconflicten gaan in veel gevallen gepaard met bedreigingen en geweld, zoals hier in Brazilië. © CPT
25
S oja doorge l icht
Grilagem ‘Grilagem’ is een Braziliaanse term die wordt gebruikt voor de praktijk van het vervalsen van eigendomspapieren. Vervalste contracten worden samen met één of meer levende krekels (grilos) in een schoenendoos bewaard. Na verloop van enige tijd gaan de documenten er daardoor als oude en authentieke documenten uitzien.
procent. In Mato Grosso, waar de sojateelt het sterkst uitbreidde, nam in diezelfde periode het aantal conflicten toe met 139 procent. Het aantal gewelddadige incidenten steeg nog sterker, van 39 gevallen in 1997 naar 149 in 2003.
Slavernij Bij de ontginning van nieuwe sojavelden zijn de arbeidsomstandigheden slecht. Arbeiders krijgen slecht betaald, hun huisvesting is zeer schamel en medische voorzieningen zijn er niet. Ook komt moderne slavernij voor. Arbeiders worden gedwongen te werken om ‘voorschotten’ in de vorm van transport, voedsel, kleding, drank en sigaretten terug te betalen. Weglopers worden zwaar gestraft of zelfs doodgeschoten. Het aantal geregistreerde gevallen van slavernij nam in Brazilië van 1997 tot 2003 toe van 19 naar 238, waarbij 872 respectievelijk 8.385 mensen werden bevrijd. Honderd aangiften van slavernij op sojabedrijven worden momenteel onderzocht door het Braziliaanse Ministerie van Arbeid. Werkgelegenheid Door de vergaande mechanisering van de landbouw en de Groene Revolutie bewerken wereldwijd steeds minder boeren steeds meer land. Zo liep in Brazilië de plattelandsbevolking tussen 1970 en 1996 terug van 41 miljoen naar 33 miljoen
70 60
miljoen
50 40
rurale bevolking
30
landbouwareaal in ha
20 10 0 1980
1991
1996
Figuur 2.10 Afname van de plattelandsbevolking en toename van het landbouwareaal Bron: IPEA en IBGE in Brazilië 1980-1996. 5
3.4
4 g norm
26
N-Rijn 3
N-Maas
negatieve gevo l gen van de sojateel t
mensen, terwijl de totale bevolking bijna Valse beloften over werk verdubbelde. In de gemechaniseerde sojateelt is Dit landbouwmodel legt een sterke nadruk op een hoge productie van een gemiddeld één werknemer nodig voor beperkt aantal gewassen in monocul200 hectare. Toen de multinational tuur, met een afnemende culturele en Bunge een sojafabriek bouwde in de (agro-) biologische diversiteit tot gevolg. Braziliaanse plaats Uruçuí beloofde Soja is hiervan een schoolvoorbeeld. Een het bedrijf 500 directe en 10.000 modern sojabedrijf beslaat 1.000 tot indirecte banen. In werkelijkheid 10.000 hectare, met uitschieters naar werden dat er maar zeventig, vooral 50.000 hectare. Hoe groter het oppertechnici en ingenieurs die werden vlak, hoe minder kosten per hectare. ingevlogen uit andere delen van het Dat komt ondermeer omdat er weinig land. De lokale bevolking vond alleen arbeidskrachten nodig zijn. De bewerking tijdelijk en ongeschoold werk in de met combines en sproeivliegtuigen levert ontginningsfase. maar één tot twee banen per 400 hectare. Dit in tegenstelling tot kleinschalige landbouw waar diezelfde 400 hectare in Noord-Brazilië genoeg werk oplevert voor tachtig mensen. Daarnaast vervangt soja de producten waarvoor juist veel arbeidskrachten nodig zijn zoals katoen en suikerriet. Omdat de soja vooral als ruwe grondstof wordt geëxporteerd, genereert de sector weinig werkgelegenheid in de verwerkende
Figuur 2.11 Door verregaande mechanisatie is de werkgelegenheid in de grootschalige sojateelt erg klein. © www.koeller.com
27
S oja doorge l icht
industrie, en door belastingvrijstellingen voor exportgewassen (in Brazilië) hebben ook lokale overheden weinig baat bij soja. Netto verdwijnen er dus arbeidsplaatsen in de gebieden waar sojateelt oprukt. De boeren en landarbeiders die hun werk verliezen trekken meestal naar de grote steden, het platteland loopt leeg. Voor de laaggeschoolde migranten is in de uitdijende steden echter nauwelijks werk. Door de werkloosheid en armoede nemen criminaliteit en prostitutie toe. De explosieve groei van de sojaproductie heeft niet geleid tot afname van de armoede. In Argentinië is in de periode 1970-2002 het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft gestegen van vijf naar 51 procent. Voedselzekerheid en honger Soja wordt niet alleen verbouwd in nieuw ontgonnen gebieden, maar ook op plaatsen waar eerst voedsel voor de lokale markt werd verbouwd. Steeds meer kleine boeren verhuren of verkopen, al dan niet gedwongen, hun grond aan sojaproducenten. Hierdoor komt de lokale voedselvoorziening in gevaar. In Argentinië nam het soja-
Solidariteitssoja als voedselhulp Als reactie op de economische crisis in Argentinië werd begin 2002 soja gepresen teerd als dé oplossing voor het hongerprobleem. De Argentijnse (soja) boerenvereni ging AAPRESID, waarvan met name grootschalige producenten lid zijn, lanceerde een campagne genaamd ‘solidariteits soja’. Van elke ton soja voor de export werd één kilo gedoneerd om de honge rige bevolking, met name kinderen, te voeden. Er werd niet bij vermeld dat het ging om genetisch gemanipuleerde soja. In Europa werd deze soja gebruikt voor veevoer. Wel werd geadviseerd om geen soja te geven aan kinderen onder de vijf jaar. Een lastige opgave, omdat juist die Figuur 2.12 Argentijnse kinderen die in groep grote behoefte had aan voedsel. het kader van ‘voedselhulp’ gentechHet bereiden van soja voor menselijke soja eten die eigenlijk voor Europees consumptie is niet gemakkelijk. Soja vee is bestemd. © ICARO producciónes moet lang geweekt, gekookt of gebakken worden. Dat was de Argentijnen onbe kend waardoor de soja vaak niet goed bereid op het bord belandde. Bovendien is soja als enige voedselbron onvoldoende uitgebalanceerd. Het kan alleen in combinatie met andere voedselproducten bijdra gen aan het oplossen van het hongerprobleem.
28
negatieve gevo l gen van de sojateel t
De lange arm van Monsanto Het Amerikaanse bedrijf Monsanto heeft soja ontwikkeld met een extra gen waar door de plant bestand is tegen het Monsanto-bestrijdingsmiddel RoundUp (glyphosaat). Hiermee kan alle onkruid op een akker doodgespoten worden, terwijl de soja gewoon doorgroeit. Sinds de introductie van gentech-soja in Argentinië is de verkoop van RoundUp spectaculair gestegen van 0,8 miljoen kilo in 1997 naar 45,9 miljoen kilo in 2004. De gentech-sojazaden zijn gepatenteerd en om zich te verzekeren van de inkomsten uit het patentrecht voert het bedrijf verbeten juridische gevechten tegen boeren. Hiervoor heeft Monsanto 75 fulltime advocaten beschikbaar. Zelfs boeren die geen Monsanto-gewassen telen worden aangepakt. Zo werd een boer veroordeeld omdat er op zijn akkers gentech-koolzaad van Monsanto werd aangetroffen. Dit was daar echter door Figuur 2.13 Gentech-soja (RoundUp kruisbestuiving vanuit naburige akkers terechtgekomen. Ready soja) in Rio Grande do Sul, Brazilië. © Greenpeace/Baléia
areaal tussen 1995 en 2004 met 141 procent toe, terwijl het areaal maïs, rijst, haver en bonen afnam met respectievelijk 16, 19, 27 en 52 procent. Terwijl men elders in de wereld steeds meer varkensvlees eet, is het percentage ondervoede Argentijnse kinderen in het afgelopen decennium gestegen van elf naar zeventien.
Genetische manipulatie, de dominantie van agri-multinationals en pesticidengebruik Genetisch gemanipuleerde soja (gentech-soja) is de afgelopen tien jaar ongekend snel opgerukt in Zuid-Amerika. Het gaat om een gentech-variant die resistent is tegen het onkruidbestrijdingsmiddel RoundUp. Genetische manipulatie is een techniek die nog in de kinderschoenen staat. De effecten op gezondheid en biodiversiteit op lange termijn zijn grotendeels onbekend. Het is daarom van belang het voorzorgsprincipe te hanteren, dat wil zeggen dat het pas geïntroduceerd zou mogen worden als vaststaat dat er geen risico’s aan zijn verbonden. Consumenten en voedingsmiddelenfabrikanten kiezen daarom voor gentechvrij voedsel. Maar door het ontbreken van een waterdicht systeem om gentech-soja gescheiden te houden van conventionele soja komt de keuzevrijheid van consument én boer in gevaar.
29
S oja doorge l icht
Figuur 2.14 Vervuiling door onzorgvuldig gebruik van pesticiden. © Ulrike Bickel
Opvallend is dat gentech-soja geen hogere opbrengsten kent dan conventionele soja. Het voordeel zit vooral in het teeltgemak doordat de gentech-soja resistent is tegen onkruidbestrijdingsmiddelen. Hierdoor is het gebruik van deze middelen sterk toegenomen. Bovendien worden boeren steeds afhankelijker door de koppelverkoop van gentech-zaden en bestrijdingsmiddelen. Verder blijkt dat onkruid langzaam resistent wordt tegen RoundUp. Dat dwingt boeren nu ook andere bestrijdingsmiddelen te gebruiken, waardoor de voorspelde milieuvoordelen verdwijnen. Gentech teelt gaat hand in hand met grootschalige monocultuur, die leidt tot uitputting en degradatie van de bodem. In Argentinië is bijna alle soja genetisch gemanipuleerd. Het aandeel van gentech-soja in de mondiale oogst van 2005/2006 wordt geschat op 55 procent, vooral in Argentinië en de Verenigde Staten. Voor Brazilië, waar gentech-soja tot voor kort verboden was en betrouwbare statistieken ontbreken, lopen de schattingen van het aandeel uiteen van acht tot 44 procent. In zowel de conventionele als de gentech-sojateelt worden grote hoeveelheden onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikt. Daarnaast worden insecticiden en fungiciden gebruikt. Al deze bestrijdingsmiddelen vervuilen lucht en water, wat bij mensen tot acute en chronische gezondheidsproblemen kan leiden. Door het sproeien met vliegtuigen komt het bestrijdingsmiddel ook terecht op naburige bossen en velden van kleine boeren waarop voedselgewassen worden geteeld. Daarnaast verontreinigt het rivieren en kreken. Bijna wekelijks zijn er meldingen van vergiftiging in sojagebieden in Argentinië, Brazilië en Paraguay. De Braziliaanse boerenvakbond FETAG-Piauí meldde in 2005 alleen al in de deelstaat Piauí 65 gevallen van vergiftiging, waarvan vijftien met dodelijke afloop. 30
3
De rol van nederland
3. De rol van Nederland
VanZijl 13x13 DUB 300 IC opl: 125
Inleiding Nederland is met de havens van Rotterdam en Amsterdam en haar sterk ontwikkelde bio-industrie het centrum van de Europese soja-import. Van alle soja die de EU in 2004 importeerde kwam bijna eenderde via Nederland binnen. De in Nederland verwerkte soja is in de vorm van margarine, veevoer, vlees en eieren grotendeels voor Soja in cijfers: Nederlandse de export bestemd. Dit hoofdstuk gaat in op de positie en de rol van Nederland import en consumptie in de internationale sojahandel en -conNederland importeerde in 2004 ruim sumptie. Achtereenvolgens worden de rol van de consument, het bedrijfsleven elf miljoen ton soja: vier miljoen en de overheid belicht. ton sojabonen en zeven miljoen ton sojaschroot, bijna eenderde van de totale Europese soja-import. Van de elf miljoen ton soja werd ruim zeven miljoen ton doorgevoerd naar andere landen. De rest (3,7 miljoen ton) werd in Nederland verwerkt, het overgrote deel door de veevoederindustrie. Het ruimtebeslag van de Nederlandse sojaconsumptie is bijna anderhalf mil joen hectare, veertig procent van het oppervlak van Nederland.
32
De consument De gemiddelde vleesconsumptie van de Nederlander is hoog, en indirect dus ook zijn sojaconsumptie. Met de stijging van de welvaart, stijgt ook de consumptie van dierlijke producten. Zo is de Nederlander sinds 1960 bijna twee keer zoveel vlees gaan eten. Er is gemiddeld zes kilo veevoer nodig om één kilo vlees te produceren.
D e ro l van Nederl and
zeetransport
overslag
importeur
Crusher of oliemolen
export
veevoerproducent food industrie veeteelt non-food industrie slachterijen
slagers
doe het zelf en drogisterijen
supermarkten
consument Legenda
Type Sojabonen Sojaschroot Sojaolie Veevoeder Overige producten
Volume > 4 miljoen ton per jaar 1-4 miljoen ton per jaar 0,2 - 1 miljoen ton per jaar < 200.000 ton per jaar (alleen voor gekleurde pijlen)
Figuur 3.1 De bestemming van de Nederlandse soja-import. De gestippelde pijlen betreffen schattingen.
33
S oja doorge l icht
Nederlandse bedrijven in de sojaketen De grootste in Nederland gevestigde importeurs van soja zijn Cefetra, Cargill, Archer Daniels Midland (ADM), Bunge en Glencore. ADM en Cargill crushen ook sojabonen. Belangrijke verwerkers van sojaproducten zijn veevoederproducenten als Nutreco (o.a. Hendrix UTD), Cehave, Schouten en Provimi en levensmiddelenfabrikanten als Unilever, Procter & Gamble, Mars en Remia. Unilever en Procter & Gamble verwerken ook soja in cosmetica en wasmiddelen. De Nederlandse veevoederproducenten produceren jaarlijks zo’n elf miljoen ton mengvoeder waarvan naar schatting de helft geëxporteerd wordt. De andere helft komt terecht bij de Nederlandse veeteeltsector, vooral bij de intensieve varkens- en pluimveehouderij. De bio-industrie levert vervolgens vlees en eieren aan slachterijen en eierpakkers. Met name de varkensvleesketen is sterk geconcentreerd. Vion is de grootste varkensslachter van Europa en slacht tachtig procent van de Nederlandse varkens. Ook de vleeskippensector is sterk geconcentreerd. De vijf grootste slachterijen, Astenhof, Esbro, Plukon, Storteboom en Van den Bor, hebben een gezamenlijk marktaandeel van ongeveer vijftig procent.
De Nederlandse bio-industrie De meeste landbouwdieren worden gehouden in de bio-industrie. Bij deze industriële vorm van veehouderij wordt door schaalvergroting, intensivering, mechanisering en selectief fokken zo efficiënt mogelijk een uniform product geproduceerd. Het gaat
Nederlandse vleesconsumptie en het wereldvoedselprobleem Iedere Nederlander consumeert gemiddeld 86 kilo vlees, 138 eieren en 312 liter melk per jaar. Hiermee staat Nederland op de zevende plaats van de wereldranglijst van consumptie van vlees, eieren en zuivel. Om aan deze vleesconsumptie te voldoen, worden jaarlijks meer dan 250 miljoen dieren geslacht, ongeveer vijftien dieren per persoon. De Nederlandse vlees- en zuivelconsumptie eist veel ruimte op. Om de totale jaarlijkse Nederlandse consumptie op tafel te krijgen, is een oppervlakte nodig van drie miljoen hectare, 91 procent van het oppervlak van Nederland. Laten we de grootschalige vleesconsumptie eens afzetten tegen de oneerlijke voed selverdeling in de wereld, 852 miljoen mensen lijden chronische honger en elke vijf seconden sterft iemand aan de gevolgen van ondervoeding. Tegelijkertijd is de helft van de wereldwijde graanproductie en zeventig procent van de sojaproductie bestemd voor vee.
34
D e ro l van Nederl and
Figuur 3.2 Nederland produceert vooral veel varkens- en pluimveevlees, grotendeels bestemd voor de export.
met name om vleeskuikens, kooileghennen, vleesvarkens, mestkalveren en –stieren. Ook in de melkveehouderij gaat men verder met de industrialisering. De boeren in deze sector zitten klem tussen de veevoederindustrie enerzijds en de slachterijen en supermarktketens anderzijds. De marges zijn minimaal en schaalvergroting is vaak de enige oplossing om financieel rond te komen. De Nederlandse bio-industrie ligt in toenemende mate onder vuur. De aanhoudende problemen met dierenwelzijn, steeds terugkerende dierziekten, de mestproblematiek, de zwakke financiële positie van veeboeren en de toenemende concurrentie uit Azië en Zuid-Amerika hebben ertoe geleid dat de sector en beleidsmakers zich realiseren dat verandering noodzakelijk is. De overheid stuurt aan op een verdere schaalvergroting van de bio-industrie en stimuleert de komst van ‘agro-industriële productieparken’, in de volksmond bekend als de ‘varkens- en koeienflats’. Maar deze verdergaande schaalvergroting van de intensieve veehouderij lost de problemen niet op. De sector wentelt jaarlijks naar schatting twee miljard euro aan milieukosten af op de maatschappij. Een deel van de problematiek is terug te voeren op de beschikbaarheid van goedkope import-soja. Zoals gezegd is de goedkope soja een belangrijke impuls geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandse en Europese bio-industrie. Voederkosten Figuur 3.3 Vleeskuiken: naar 2,5 kilo bedragen gemiddeld veertig à vijftig procent van de totale kosten voor runder-, slachtgewicht in zes weken. varkens- en pluimveehouders. Een zesde
35
10 0
S oja 1980 doorge l icht 1991
1996
van 3.4
5
overschrijding norm
4 N-Rijn 3
N-Maas P-Rijn
2
P-Maas norm
1 0 1985
1990
1995
2000
2005
Figuur 3.4 De concentratie stikstof en fosfaat in het Nederlandse oppervlaktewater vertoont 100% een dalende trend. De norm wordt echter in 90% 80% vrijwel alle gevallen nog niet gehaald. 70%
Bron: 60% RIVM
het veevoer in Nederland bestaat inmiddels uit soja. De grootschalige import van soja heeft ook ernstige gevolgen voor natuur en milieu in Nederland. Een van de belangrijkste problemen is de vervuiling van het milieu met meststoffen. Terwijl in Zuid-Amerika de onttrokken voedingsstoffen moeten worden aangevuld met grote hoeveelheden kunstmest, kampt Nederland met een ernstig mest overschot.
50% 40% 30% 20% 10% 0%
areaal
overig
bruto waarde productie grootgrondbezit
aantal bedrijven
gezinslandbouw
Het mestoverschot De Nederlandse veestapel produceert jaarlijks 75 miljoen ton mest, meer dan onze gewassen kunnen opnemen. De overtollige ammoniak, nitraten en fosfaten veroorzaken verzuring en vermesting van bodem, lucht en (grond)water. Veel Nederlandse natuurge bieden hebben hieronder te lijden. Bomen en planten worden vatbaarder voor ziekten, verdroging en andere schadelijke invloeden. De grote hoeveelheden vrijgekomen mest stoffen zorgen voor kroos- en algengroei die het oppervlaktewater verstikken. Het gevolg is een afname van de waterkwaliteit en een vermindering van de biodiversiteit. Mede door de verzuring, vermesting en verdroging is tussen 1950 en 1995 de helft van de Nederlandse plantensoorten verdwenen of worden ze bedreigd. Inmiddels zijn maatre gelen getroffen om de milieubelasting terug te dringen, maar die hebben nog niet geleid tot het halen van de Europese waterkwaliteitnormen (zie Figuur 3.4). Nederland staat dan ook onder druk om de veestapel verder in te krimpen om de stikstofbelasting verder te verminderen. “We importeren voer, we exporteren varkens en we houden de rommel hier. Dat systeem is vastgelopen.” Cees Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedsel kwaliteit, 2003.
2.1
36
4 een perspectief voor producerende landen
4. Verduurzaming van de sojaketen: een perspectief voor producerende landen
Inleiding Uit de twee voorgaande hoofdstukken blijkt dat de teelt en expansie van soja negatieve effecten hebben op mens en milieu, en dat sommige daarvan onomkeerbaar zijn. Duurzaamheid is gedefinieerd als het voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder die van toekomstige generaties in gevaar te brengen. De huidige situatie is dus niet duurzaam. Tegelijkertijd is er vraag naar soja, en geen enkel gewas brengt zoveel eiwit op per hectare. Alternatieve eiwitbronnen hebben dus een nog groter ruimtebeslag, al hoeft dit niet noodzakelijkerwijs te leiden tot meer (milieu)schade. Uiteindelijk moeten we toe naar een afname van de vraag en een duurzamer gebruik van al onze natuurlijke hulpbronnen wereldwijd. Maar zolang de consumptie en vraag blijven groeien is de realiteit dat er in de toekomst nog meer soja geproduceerd zal worden. De vraag is vervolgens hoe en waar. Dit hoofdstuk gaat in op concrete en praktische mogelijkheden en maatregelen in productielanden. In het volgende hoofdstuk worden oplossingen voor Nederland aangereikt.
Stoppen van de expansie van soja Een groot deel van de problemen in de sojaketen wordt veroorzaakt door de snelle en ongecontroleerde expansie van de teelt. Er is een urgente noodzaak om op korte termijn een halt toe te roepen aan de verdere uitbreiding van het soja-areaal in bosgebieden. Dit kan door op vier manieren maatregelen te nemen: • aanwijzen van beschermde gebieden waar geen landbouwactiviteiten mogen plaatsvinden; • daadwerkelijke afbakening en bescherming van de aangewezen (natuur)reser 38
Verduurzaming van de sojaketen: producerende landen
vaten, te beginnen met gebieden die essentiële ecologische of culturele functies hebben; • ontwikkelen van duurzaam beheer van bossen en andere natuurlijke hulpbronnen in natuurgebieden buiten de reservaten en het bieden van economische alternatieven aan de lokale bevolking; • uitbreiding van de sojateelt alleen in reeds ontboste gebieden, bijvoorbeeld door voorwaarden te stellen aan landbouwkredieten of door fiscale instrumenten te gebruiken. Zowel bedrijven als overheden hebben hierin een verantwoordelijkheid. De overheden door ruimtelijke planning en handhaving, en bedrijven door geen soja te kopen uit gebieden waar het bos kort geleden gekapt is. Maatschappelijke organisaties bieden nu al ondersteuning aan inheemse volkeren en lokale overheden en gemeenschappen bij de planning van landgebruik. Concentratie van de sojateelt in bestaande landbouwgebieden vermindert ook de noodzaak voor verdere ontginning en gaat versnippering tegen. In Argentinië en Brazilië wordt 300 miljoen hectare land extensief gebruikt voor veeteelt waarvan een deel braak ligt. Hiervan zouden enkele tientallen miljoenen hectare voor soja of andere gewassen gebruikt kunnen worden.
Figuur 4.2 Extensieve veeteelt in Brazilië. © Jan Maarten Dros
39
S oja doorge l icht
Participatieve planning en beheer rondom het Xingú-park Het Xingú-park, een natuurreservaat zo groot als België in het noorden van Mato Grosso, is het laatste aaneengesloten ongerepte bosgebied in deze Braziliaanse deel staat. In het park leven 4.700 mensen, verdeeld over veertien inheemse gemeenschap pen. Het park wordt omsloten door grootschalige veeteelt- en sojabedrijven en kolonisa tiegebieden voor (voorheen) landloze boeren. Rondom het park is tussen 2000 en 2003 1,3 miljoen hectare bos verdwenen – eenderde van het oppervlak van Nederland. In de gehele deelstaat wordt gemiddeld een miljoen hectare per jaar ontbost. De inheemse volkeren in het park zijn verenigd in de Associação Terra Indígena do Xingú (ATIX) die het park beheert. ATIX bewaakt strategische locaties langs wegen en rivieren om indringers (grootgrondbezitters, maar ook landloze kleine boeren) bui ten de grenzen te houden. Deze aan pak is succesvol, maar de bossen bui ten het park zijn vogelvrij en worden in rap tempo omgezet in landbouwgrond. De Xingú-rivier, de levensader van het park, wordt gevoed door talloze klei nere rivieren en beken die ontspringen in de veeteelt- en landbouwgebieden. Boskap langs rivieroevers, erosie en gebruik van landbouwchemicaliën Figuur 4.1 Een inwoner van het Xingú-park veroorzaken verdroging en vervuiling wijst aan tot waar de sojateelt is opgerukt. van de Xingú-rivier en bedreigen de © Rosely Sanchez, Instituto Socioambiental leefstijl van de Xingú-volkeren. Zij zijn van de rivier afhankelijk voor voedsel, drinkwater en huishoudwater. Maar ook de akkerbouwers en veeboeren rondom het park lijden onder de verdroging. Met steun van het Instituto Socioambiental (ISA), een Braziliaanse organisatie voor duur zame ontwikkeling, probeert ATIX het proces van milieudegradatie en verpaupering te keren. Ook gemeenten, sojatelers, veeboeren, kleine boeren, vakbonden en maatschap pelijke organisaties worden hierbij betrokken. Het is een langzaam proces, want de belangen zijn vaak tegengesteld. Op een regionale conferentie die eind 2004 plaatsvond zijn overheid, boeren en inheemse groepen overeengekomen dat herstel van bossen langs rivieren prioriteit heeft. Inmiddels zijn een trainingsprogramma voor bosherstel en een aantal proefprojecten van start gegaan.
40
Verduurzaming van de sojaketen: producerende landen
Betere landbouwtechnieken Er zijn verschillende manieren om te voorkomen dat de kwaliteit van landbouwgrond achteruit gaat en er door landbouwgif vervuiling plaatsvindt. Door niet te ploegen (zero tillage) kunnen bodemuitputting en erosie worden voorkomen of teruggedrongen. Het beschermt de bodem tegen uitdroging en houdt het humusgehalte op peil. Daardoor blijven bodemvruchtbaarheid en weerstand tegen erosie in stand. Niet ploegen heeft echter ook nadelen. In de achtergebleven gewasresten kunnen ziektekiemen, onkruid en schadelijke insecten zich makkelijker handhaven. Dit kan worden voorkomen door gewasrotatie (wisselbouw) toe te passen. In Argentinië wordt zero tillage vooral gebruikt in combinatie met grootschalige teelt van gentech-soja. Hierbij wegen de voordelen van zero tillage niet op tegen de nadelen van gentech-teelt. Ook de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming of biologische bestrijding kan de effecten van landbouwchemicaliën op arbeiders en milieu beperken. Bovendien leveren deze maatregelen voor boeren direct besparingen op, omdat de biologische middelen goedkoper zijn dan chemische. Dit compenseert de meerkos-
Biologische bestrijding in Bolivia In Bolivia wordt in toenemende mate met behulp van biologische bestrijdingsmid delen soja geteeld. Momenteel gaat het om 40.000 van de 600.000 hectare. De toegepaste bestrijdingsmiddelen zijn goedkoper, minder schadelijk voor het milieu en zijn ontwikkeld in Bolivia zelf, waardoor producenten minder afhankelijk zijn van geïmporteerde chemicaliën die in dollars betaald moeten worden. De overgang van conventionele naar biologische bestrijding wordt begeleid door het onafhankelijke Boliviaanse instituut Probioma, dat ook voorlichting geeft over milieuwetgeving, bos beheer en -herstel en duurzame productiemethoden. Figuur 4.3 Het laboratorium van Probioma (links); soja geteeld met biologische bestrijdingsmiddelen (rechts). © Probioma
41
S oja doorge l icht
Figuur 4.4 Sojavelden in een mozaïek met Araucaria-dennen en weiden voor melkvee. Santa Catarina, Brazilië. © Jan Maarten Dros
ten die gemaakt worden met handmatig of mechanisch wieden. In Brazilië ontwikkelt de Associação de Plantio Direto no Cerrado (Associatie voor Direct Planten in de Cerrado) biologische bestrijdingsmethoden voor haar 5.000 leden die gezamenlijk zeven miljoen hectare bewerken, tweemaal het oppervlak van Nederland. Gewasrotatie en het combineren van landbouw en veeteelt binnen één bedrijf verduurzamen het productieproces op verschillende manieren. Enerzijds zorgt rotatie ervoor dat de bodem vruchtbaar blijft en ziektes en plagen onder controle blijven. Anderzijds biedt de diversiteit van gewassen en producten bescherming tegen prijsschommelingen op de (internationale) markt. Door het roteren van soja en veeteelt in één systeem komt de door de soja aan de grond gebonden stikstof beschikbaar voor het vee. Daardoor kan er meer vee per hectare grazen dan in een systeem zonder soja. Zulke systemen vergen wel meer technische kennis en het overbruggen van culturele barrières, want veeboeren hebben andere tradities dan akkerbouwers. Om erosie en vervuiling te voorkomen is het van belang de natuurlijke begroeiing op de hellingen langs waterlopen te beschermen en zo nodig te herstellen. Op grote boerderijen is het verder van belang voldoende ecologische verbindingszones in stand te houden. Stroken bos, al dan niet langs waterlopen, maken migratie van dieren mogelijk, helpen bij het vasthouden van water, voorkomen erosie en vormen een schuilplaats voor predatoren van schadelijke dieren. 42
Verduurzaming van de sojaketen: producerende landen
Agro-ecologische landbouw Ondanks de hoge en toenemende verstedelijking leven er nog steeds miljoenen boerengezinnen op het Zuid-Amerikaanse platteland. Langzamerhand dringt bij de Zuid-Amerikaanse overheden het besef door dat een levensvatbare plattelandsgemeenschap belangrijk is. In Brazilië is in de afgelopen jaren een miljoen hectare toegewezen aan landloze boeren en is een ministerie van Landbouwontwikkeling gecreëerd. De gezinslandbouw is nog steeds de belangrijkste leverancier van voedsel voor de lokale en regionale markten, omdat de grootschalige landbouw zich concentreert op de teelt van export- en veevoedergewassen. Zo is de gezinslandbouw in Brazilië verantwoordelijk voor circa tweederde van de productie van voedselgewassen voor de interne markt. De Braziliaanse gezinslandbouw produceerde volgens de laatste census uit 1996, 85 procent van de Braziliaanse productie van cassave, tweederde van
De familie Prediger uit Brazilië heeft een gemengd bedrijf van tien hectare, waar zij fruit (druiven en bananen) en soja ver bouwen. Daarnaast hebben zij melkvee en oogsten ze palmhart, honing en inheemse vruchten uit het bosreservaat op hun per ceel. In het verleden werden vrijwel uitslui tend soja en maïs verbouwd, maar sinds 1997 produceert het bedrijf steeds meer fruit, inmiddels volledig biologisch. Ook de sojaproductie, die eenderde van het ter rein beslaat, is biologisch. Het fruit wordt via de lokale markt in de deelstaat Paraná verkocht, de biologische soja is voor de export en levert een hogere prijs op dan conventionele soja. De productiekosten voor biologische soja zijn lager omdat er geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt. De familie Prediger is lid van de ‘boerenbond’ van Capanema, die een regionale biologische markt heeft opgezet. Door machines en arbeidskracht te delen (het zoge naamde mutirão-systeem) kunnen de kleine percelen toch efficiënt benut worden, en door de diversiteit van producten en markten worden risico’s gespreid. Bovendien hoeft de familie Prediger nauwelijks voedsel te kopen, omdat zij voor vlees, groenten, maïs en melk meer dan zelfvoorzienend is.
43
© Jan Maarten Dros
Soja in de gezinslandbouw
5
3.4
S oja doorge l icht overschrijding norm
4
2.1
N-Rijn 3
N-Maas
de bonen, 58 procent van het varkensvlees, de P-Rijnhelft van de maïs, tarwe en melk en 2 P-Maas eenderde van de rijst. De bruto-opbrengst per hectare was in de gezinslandbouw 38 norm procent hoger dan die in de grootschalige landbouw. Ook bood de gezinslandbouw 1 in 1996 veel meer werkgelegenheid dan de grootschalige landbouw: 12,5 tegenover 0 1,5 banen per 100 hectare. De gemechaniseerde sojateelt is binnen de grootschalige 1985 1990 1995 2000 2005 landbouw een van de meest arbeidsextensieve, met maar één baan per 200 tot 400 ha. Het overschakelen op een monocultuur van soja is voor kleinere producenten riskant. Ze kunnen qua volume niet concurreren 100% met grote producenten en hebben onvol90% doende financiële reserves om jaren met 80% 70% tegenvallende oogsten of lage prijzen te 60% overleven. 50% 40% De moderne gezinslandbouw kent 30% een mix van voedselgewassen voor eigen 20% 10% en lokale consumptie, melkveehouderij, 0% areaal bruto waarde aantal bedrijven cash crops als soja of koffie en verwerking productie van eigen producten op het bedrijf. Van overig grootgrondbezit gezinslandbouw de 900.000 gezinsboeren in de zuidelijke deelstaten Rio Grande do Sul, Santa Figuur 4.6 De verhouding Catarina en Paraná verbouwen er ongetussen gezinslandbouw en grote veer 230.000 soja. De diversiteit van prolandbouwbedrijven in Brazilië in ducten biedt voedselzekerheid aan klei1995/1996. Bron: IBGE nere producenten en de lokale markten. De boeren profiteren mee als prijzen van commodities tijdelijk hoog zijn, zoals voor soja in 2003, maar zijn er niet van afhankelijk. Door risicospreiding en de relatieve onafhankelijkheid van krediet worden deze systemen beschouwd als de ecologisch en economisch meest duurzame vorm van sojateelt. Boerenorganisaties zoals Fetraf-Sul, de federatie van gezinsboeren in Zuid-Brazilië, zetten zich in voor de verdere ontwikkeling van duurzame landbouwsystemen onder de noemer Agro-ecologia. In deze systemen worden zo min mogelijk externe inputs als kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruikt en wordt de beschikbare arbeidskracht binnen het gezin en de gemeenschap zo goed mogelijk benut. Een deel van de gezinslandbouwbedrijven is overgegaan op biologische landbouw waar vaak hogere prijzen betaald worden. Steeds meer kleine boerenbedrijven produceren biologische soja, en enkele coöperaties hebben zich hierin gespecialiseerd. Biologische soja levert een dertig procent hogere prijs op, terwijl de productiekosten – na de overgangsperiode – lager zijn dan in de conventionele of gentech-sojateelt. Ook voor gecertificeerde gentech-vrije soja wordt een meerprijs betaald en fair-trade soja, geproduceerd op kleinschalige bedrijven met een betere prijs voor de producent, is in opkomst. Toegang tot krediet en tot binnen- en buitenlandse afzetmarkten zijn de belangrijkste randvoorwaarden voor groei in de gezinslandbouw. 44
5
een perspectief voor nederland en europa
5. Verduurzaming van de sojaketen: een perspectief voor Nederland en Europa
Inleiding Verantwoorde productie van soja is alleen haalbaar als er vraag is naar verantwoord geproduceerde soja, en dus verantwoord geproduceerd vlees. Nederland en Europa zijn als grote soja-importeurs en -verwerkers medeverantwoordelijk voor de misstanden in sojaketen. Voor de Europese veeteelt betekent verduurzaming in eerste instantie een omschakeling naar gebruik van duurzame import-soja uit Zuid-Amerika en een omschakeling van import-soja naar regionaal geproduceerde veevoedergrondstoffen, waardoor ecologische en economische kringlopen gesloten worden. Tegelijkertijd zal het Europese consumptiepatroon moeten veranderen in de richting van een lagere en bewustere consumptie van vlees en andere dierlijke eiwitbronnen. Om de huidige negatieve effecten van de sojateelt te verminderen, stoppen of zelfs terugdraaien, is het van belang dat de mondiale sojasector in samenwerking met maatschappelijke organisaties een duurzaamheidstandaard ontwikkelen. In dit hoofdstuk wordt geschetst welke rol consumenten, bedrijven en overheden kunnen spelen.
Rol van burgers en consumenten De consument speelt een sleutelrol. Door bewust te consumeren worden bedrijven en producenten gestimuleerd verantwoord te produceren. Ook kunnen consumenten, al dan niet via maatschappelijke organisaties, druk uitoefenen op bedrijven en overheden om de problemen in de sojaketen aan te pakken. 46
Verduurzaming van de sojaketen: nederl and en europa
Eisen aan veevoer voor varkens en kippen
Keurmerken en scharrelvlees Biologisch-Dynamisch (Demeter)
Biologisch (EKO)
Scharrelvlees
% Biologische grondstoffen
100%
85%
geen eisen
Herkomst veevoer
50% afkomstig van eigen bedrijf
geen eisen
geen eisen
Gentech-soja toegestaan
nee
nee
ja
Tabel 5.1 Eisen aan veevoer voor verschillende keurmerken en voor scharrelvlees. Bronnen: www.skal.nl; www.demeter-bd.nl; www.scharrelvlees.net
Kopen van duurzame producten Consumenten kunnen letten op keurmerken voor producten die soja bevatten of, in het geval van vlees, waarbij soja als grondstof is gebruikt. Deze keurmerken garanderen dat het product aan bepaalde duurzaamheidseisen voldoet. Op dit moment zijn dat alleen EKO (biologisch) en Demeter (biologisch-dynamisch). In tabel 5.1 staat voor beide keurmerken en voor scharrelvlees aangegeven welk deel van het veevoer van biologische oorsprong moet zijn en of er eisen worden gesteld aan de herkomst ervan. Scharrelvlees biedt geen garanties ten aanzien van de duurzaamheid van de soja in het gebruikte veevoer. Voor biologisch-dynamisch vlees (Demeter) geldt dit wel omdat de gebruikte soja biologisch is geteeld. Vlees met het EKO-keurmerk kan zijn geproduceerd met maximaal 15 procent niet-biologische (maar wel volledig gentechvrije) soja. Beide keurmerken bieden verder voordelen op het gebied van dierenwelzijn en milieu. Vermindering van de vleesconsumptie Consumenten kunnen ervoor kiezen om minder of geen vlees te eten. Met name een lagere consumptie van varkens- en kippenvlees draagt bij aan het verminderen van de vraag naar soja. Het is overigens niet nodig dat iedereen vegetariër wordt, minder vaak vlees eten scheelt ook al veel. Ondanks het feit dat veel vleesvervangers ook soja bevatten, zal de vraag naar soja toch sterk dalen als mensen vaker vleesvervangers eten. Dit komt omdat voor het maken van vleesvervangers veel minder soja nodig is dan voor de productie van vlees. Het ministerie van VROM stelt dat: • vlees het meest milieubelastende onderdeel is in het voedselpakket van de Nederlandse consument; • vleesvervangers duurzamer zijn dan vlees. Dit is ook het geval wanneer het vlees product biologisch geproduceerd is. 47
S oja doorge l icht
Maatschappelijke druk Consumenten kunnen ook als burger hun stem laten horen. Bedrijven en overheid komen pas in beweging als er maatschappelijke en politieke druk op hen wordt uitgeoefend. Dit kan worden bereikt door samen met milieu- en ontwikkelingsorganisaties acties te voeren en hun activiteiten te ondersteunen, door bedrijven aan te schrijven en de aandacht te vragen van politici, de media, maar ook van de aandeelhouders van bedrijven. En natuurlijk helpt het ook om vrienden, familie en collega’s te informeren en bewust te maken van de problemen en de noodzaak van verantwoorde productie en consumptie. Zolang er geen alternatieve producten zijn, kunnen burger en consument daar om vragen. Tenslotte is de klant koning, ook waar het gaat om de vraag naar eerlijke producten.
Rol van het bedrijfsleven Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) zou voor ieder bedrijf in de sojaketen het uitgangspunt moeten zijn. Bedrijven mogen de maatschappij niet laten opdraaien voor de schade die het gevolg is van de productie en verwerking van soja. De sector moet deze schade voorkomen en de kosten die daarmee gepaard gaan doorberekenen in de prijs van hun product. Zo ontstaat een eerlijke prijs voor eerlijk voedsel. Deze maatschappelijke verantwoordelijkheid van producenten, verwerkers, handelaren, banken en supermarkten geldt zowel voor de productie, handel en verwerking van sojaproducten, als ten aanzien van transparantie in deze processen. Hanteren van inkoopcriteria voor duurzame soja Bedrijven die verantwoord ondernemen moeten voorwaarden stellen aan de soja die ze inkopen, om zo de negatieve gevolgen van de sojaproductie terug te dringen. Ook banken en aandeelhouders kunnen duurzaamheidseisen stellen aan de bedrijven waar zij kredieten aan verlenen. Supermarkten en levensmiddelenfabrikanten kunnen door middel van hun inkoopbeleid producenten en leveranciers stimuleren om verantwoorde soja te leveren. Daardoor zal de vraag naar niet-duurzaam geproduceerde soja afnemen. Een breed samenwerkingsverband van Braziliaanse organisaties heeft voorwaarden opgesteld voor sojaproductie met minder schadelijke effecten voor mens en natuur: ‘Social Responsibility Criteria for Companies that Purchase Soy and Soy Products’. De voorwaarden zijn: • de soja is geproduceerd met inachtneming van de lokale wetgeving op het gebied van landbezit, arbeidsrechten, het milieu en de vrijheid om zich te organiseren; • de sojaproductie en het transport hebben niet geleid tot aantasting van ecologisch waardevolle gebieden, zoals tropische regenwouden, savannes of moerasgebieden; • de sojaproductie voldoet aan de internationale en nationale regelgeving en akkoorden over gebruik en beheer van water en bodem; • de soja is geproduceerd op percelen niet groter dan 200 hectare, met het oog op 48
Verduurzaming van de sojaketen: nederl and en europa
de bescherming van biodiversiteit en om erosie tegen te gaan; • de soja mag niet afkomstig zijn van grond die recentelijk is ontbost; • een deel van de soja wordt afgenomen van kleinschalige producenten; • de soja is niet genetisch gemanipu leerd. In navolging van deze criteria zijn later andere voorstellen voor criteria gedaan, zoals de zogenoemde ‘Basel Criteria voor Verantwoorde Sojaproductie’, opgesteld op initiatief van de Zwitserse supermarktkeFig 5.1 De Braziliaanse ten COOP samen met het Wereld Natuur minimumcriteria voor soja. Fonds. Deze criteria stellen goed beheer © CEBRAC van landbouwgrond, bosbehoud, goede arbeidsvoorwaarden en gentech-vrije sojaproductie centraal. Bestaande certificeringsystemen binnen de private sector kunnen aanknopingspunten bieden om duurzaamheidscriteria op te nemen, waarbij er op moet worden toegezien dat dit geen marktbarrières opwerpt voor de gezinslandbouw en andere kleinschalige producenten.
Het aanbod van verantwoorde soja De Braziliaanse sojaproducent IMCOPA heeft aangegeven vanaf mei 2006 jaarlijks 2,5 miljoen ton soja te kunnen leveren die voldoet aan de zogenaamde ‘Basel Crite ria’, die onder andere garanderen dat voor deze soja geen bos is gekapt en arbeids rechten worden gerespecteerd. Genetic ID, een Amerikaanse certificeerder, heeft een haalbaarheidsstudie uitgevoerd en concludeerde dat de prijs van deze ‘Basel’ soja slechts twee tot vijf procent hoger is dan conventionele gentech-vrije soja. Levensmiddelenproducenten stellen steeds meer eisen aan leveranciers om
consumenten te garanderen dat produc ten gentech-vrij zijn. IMCOPA realiseert zich dat transparantie en kennis over de herkomst en productiewijze van deze soja cruciaal is om marktaandeel te behouden. De boerenbond Fetraf-Sul in Zuid-Brazilië organiseert kleinschalige producenten van duurzame soja om gezamenlijk toegang te krijgen tot de Europese markt. Door bun deling van productie en gezamenlijke mar keting kunnen de producenten een hogere prijs krijgen voor hun duurzaam geprodu ceerde soja, die ze nu nog zonder premie aan de lokale tussenhandel verkopen.
49
S oja doorge l icht
Transparantie en traceerbaarheid Nederlandse en Europese ondernemingen die soja importeren of verwerken hebben vaak zelf geen directe betrokkenheid bij de productie van soja. Dit maakt hen echter niet machteloos. Ze kunnen wel degelijk eisen stellen aan de manier waarop soja geproduceerd wordt. Ook hier is de klant koning. Om te kunnen controleren en garanderen dat soja aan de gestelde eisen voldoet, is informatie over de herkomst van producten vereist. De consument heeft hier vaak geen idee van. Wanneer bedrijven en hun leveranciers openheid van zaken geven over de herkomst van ingrediënten, kunnen consumenten een weloverwogen keuze maken. Transparantie is ook belangrijk voor investeringen in de sector door banken en beleggers. Wanneer de herkomst van grondstoffen die een bedrijf verwerkt bekend is, kunnen milieu- en reputatierisico’s van zulke investeringen beter worden ingeschat. Het waarborgen van transparantie in de productieketen is echter niet altijd even gemakkelijk. Ten eerste is soja een bulkproduct, het wordt in grote hoeveelheden geproduceerd, opgeslagen en verhandeld, en er is nauwelijks onderscheid tussen de soja van de ene en de andere producent. De soja wordt in grote silo’s verzameld en van daaruit verscheept. De tweede uitdaging voor transparantie is dat soja in zeer veel verschillende producten verwerkt zit en daardoor vrijwel onzichtbaar blijft voor de consument. Dit zijn echter geen onoverkoombare obstakels. Initiatieven uit andere sectoren, zoals de koffiesector, bewijzen dat de herkomst van producten wel degelijk gewaarborgd kan worden. Zo kan via de streepjescode van een pak Perlakoffie met het Utz-Kapehkeurmerk de plantage van herkomst worden achterhaald. In het kader van de etiketteringsregels voor gentech-ingrediënten en allergenen loopt de labeling van soja al voor op andere ingrediënten. Vooruitlopend op regulering van de overheid kunnen bedrijven zelf het initiatief nemen hun productieketen transparant te maken. Dialoog tussen bedrijven, overheden en maatschappelijk organisaties Het is van belang dat naast wetgeving ook duidelijke afspraken of convenanten komen tussen de verschillende spelers uit het bedrijfsleven. Probleem is echter dat een bedrijf meestal niet alléén het voortouw kan of wil nemen, omdat het zich met invoering van duurzaamheidseisen misschien uit de markt prijst. Toch zijn er steeds meer bedrijven die het belang inzien van duurzaamheid voor de sector als geheel, vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid of door druk van consument of overheid. Daarom neemt een groeiend aantal bedrijven vrijwillig deel aan dialoog- en onderhandelingsrondes waarvoor zoveel mogelijk partijen in de keten worden uitgenodigd. Deze overlegrondes, ook wel multistakeholder-overleg genoemd, hebben tot doel om te komen tot bindende afspraken over betere en duurzame productie en handel. Naast de bedrijven nemen ook overheden, maatschappelijke organisaties (NGO’s) en onderzoeksinstituten deel aan deze processen. Vaak worden ze door maatschappelijke organisaties geïnitieerd, maar als het goed gaat, later vooral door bedrijven getrokken, want zij zijn immers de verantwoordelijken voor de productieketen. Om effectief te zijn is van belang dat de eerder genoemde eisen aan duurzaam50
Verduurzaming van de sojaketen: nederl and en europa
heid internationaal worden geaccepteerd en gedragen. COOP en het Wereld Natuur Fonds (WWF), die de Basel Criteria opstelden, nemen bijvoorbeeld ook deel aan de internationale Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja (Round Table on Responsible Soy), opgezet door WWF in 2005. Dit proces kan een belangrijke aanzet zijn voor bedrijven wereldwijd om zich te committeren aan verantwoorde sojaproductie. Bedrijven als Unilever en de ABN AMRO Bank in Brazilië zijn actief in de coördinatie van dit proces. Zonder breed gedragen internationale afspraken is het met zoveel producenten en inkopers wereldwijd onbegonnen werk om de problemen aan te pakken en de expansie van de soja een halt toe te roepen. Als er eenmaal een standaard is ontwikkeld, moeten er mechanismen komen om naleving ervan te controleren en op te kunnen treden tegen overtreders. Er is ook kritiek op dit proces van de Ronde Tafel. Het zijn vaak langdurige en trage processen. Sommige bedrijven verschuilen zich erachter (“we praten toch mee”) en laten het na om tegelijkertijd zelf al stappen te ondernemen. Meer fundamentele kritiek komt er van enkele boerenbewegingen in Argentinië, Brazilië en Paraguay. Zij stellen dat afspraken met of tussen bedrijven nooit zullen leiden tot het oplossen van problemen als grootschaligheid van de teelt en de ongelijkheid tussen grote en kleine producenten. Afspraken werken volgens hen eerder contraproductief omdat ze deze vorm van teelt legitimeren. Vanuit het perspectief van de kleine of landloze boeren is dat ook begrijpelijk. Voor hen is verdeling van het land en van rijkdom immers een eerste prioriteit en zij profiteren niet of nauwelijks van de opbrengsten van de export-soja. Naast de internationale Ronde Tafel worden er in verschillende Europese en ZuidAmerikaanse landen dialogen gevoerd tussen maatschappelijke organisaties, bedrijven, overheden en onderzoeksinstituten. In Nederland werken de organisaties van de Sojacoalitie samen om bedrijven in de sojaketen te stimuleren concrete oplossingen te ontwikkelen.
Rol van de overheid Het beleid van de Nederlandse overheid is erop gericht om zowel in binnen- als buitenland tot duurzame productie en consumptie te komen en het milieu te beschermen. De overheid legt daarbij nadrukkelijk ook een verantwoordelijkheid bij consumenten en bedrijven. Waar de verantwoordelijkheid niet genomen wordt, is wetgeving door de overheid noodzakelijk. Uitgangspunt is dat de sociale- en milieukosten in de hele keten worden doorberekend in een eerlijke prijs. De rol van de overheid in het verduurzamen van de sojaketen zou zich bijvoorbeeld kunnen richten op de volgende vijf punten: • Opstellen van minimumcriteria voor import-soja; • Stimuleren van duurzame veehouderij; • Garanderen van keuzevrijheid van consument en boer door voorlichting en regelgeving ten aanzien van transparantie; • Ondersteunen van het uitroepen van beschermde gebieden; • Stimuleren van internationale afspraken over de bovenstaande punten. 51
S oja doorge l icht
Om effectief te zijn dienen deze maatregelen op Europees niveau te worden ingevoerd. Naast het stimuleren van duurzame ketens in Nederland ligt er dan ook een belangrijke taak voor de Nederlandse overheid om zich binnen de Europese Unie (EU) en Wereldhandelsorganisatie (WTO) hard te maken voor duurzame grondstoffenhandel. Minimumcriteria voor import-soja Om maatschappelijk ongewenste activiteiten, zoals moderne slavernij, kap van bossen en het verdrijven van lokale gemeenschappen uit te bannen kan Nederland (al dan niet in EU-verband) minimumeisen stellen aan de import van soja. Hiermee worden achterblijvers in de sector, die vaak verantwoordelijk zijn voor de ernstigste misstanden, gedwongen hun gedrag te verbeteren, op straffe van verminderde markttoegang. Dit principe van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ is extra belangrijk omdat in de praktijk slechts enkele Nederlandse bedrijven in staat zijn een meerprijs voor duurzame soja door te berekenen aan de klant. Stimuleren van duurzame veehouderij Gezien de snel stijgende vraag naar soja door landen als China en Thailand is de vermindering van de Nederlandse en Europese sojaconsumptie cruciaal om de snelle uitbreiding van sojateelt ten koste van tropisch regenwoud te stoppen. De overheid kan hier een rol in spelen door stevig in te zetten op een omschakeling van bioindustrie naar een duurzame veehouderij. Het verminderen van de omvang van de Nederlandse veestapel en meer gebruik van regionaal geteeld veevoer zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. De teelt van alternatieve eiwitgewassen wordt in diverse Europese regio’s al financieel ondersteund. Voorlichting van de consument en de boer ten aanzien van transparantie De overheid moet meer aandacht besteden aan regelgeving voor consumentenvoorlichting. Hoewel soja direct of indirect in zestig tot zeventig procent van de artikelen in de supermarkt wordt verwerkt, is het zo goed als onzichtbaar voor de consument. Doordat de regels voor etikettering soepel en vrijwillig zijn (‘plantaardige olie’ in plaats van ‘sojaolie’) kan de consument geen weloverwogen keus maken. Alleen voor genetisch gemodificeerde ingrediënten in voedsel geldt een duidelijke etiketteringplicht. Door menging tijdens transport en opslag is het overgrote deel van de Nederlandse soja-import echter niet traceerbaar. Partijen gentech-soja mengen zich met gentech-vrije soja en komen als gentech-veevoer op de markt. Om consumenten keuzevrijheid te bieden om gentech-vrij voedsel te consumeren, is etikettering van het gebruik van gentech-grondstoffen in dierlijke eindproducten van soja, met name vlees en zuivel, gewenst. Naast etikettering zijn richtlijnen voor ketentransparantie van belang. Alleen als de grondstoffenstroom terug te traceren is naar de productielocatie is toetsing aan duurzaamheidscriteria mogelijk. 52
Verduurzaming van de sojaketen: nederl and en europa
Figuur 5.2 Direct gebruik van gentech-soja moet op het etiket vermeld worden, maar voor vlees en zuivel afkomstig van dieren die gentech-soja hebben gegeten geldt dit niet. © AIDEnvironment
Ondersteunen van het uitroepen van beschermde gebieden In 2006 moeten alle aan de VN Conventie voor Biologische Diversiteit (CBD) deelnemende landen een nationaal plan van aanpak hebben gemaakt over beschermde gebieden. De Nederlandse overheid kan de soja-productielanden in Zuid-Amerika financieel en technisch ondersteunen met het maken, uitvoeren en monitoren van deze plannen. Internationale afspraken De meeste wet- en regelgeving ten aanzien van de sojahandel en –import is internatio naal. In de huidige onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO), maar ook in het toekomstige akkoord tussen de EU en de Mercosur (de landen in het zuidelijke deel van Latijns-Amerika) worden nieuwe regels voor de handel in onder andere soja vastgesteld. Hoewel er momenteel weinig exportsubsidies worden verstrekt aan producten uit de bio-industrie, wordt de sector door de tariefvrije import van soja wel indirect gesubsidieerd. Daarnaast worden de kippendelen waarvoor geen markt bestaat in de EU gedumpt in West-Afrika, hetgeen de markt daar ondermijnt. Hervorming van handelsregels is dus noodzakelijk, en de Nederlandse overheid kan daarin een leidende rol spelen. Zo kunnen aan de tariefvrijstelling van soja productiecriteria gekoppeld worden in het kader van de voortgaande onderhandelingen binnen de eerder genoemde WTO of tussen de EU en Mercosur, waarvan alle belangrijke soja-exporterende landen in Zuid-Amerika lid zijn. De middelen die vrijkomen door tarifering van niet-duurzame 53
S oja doorge l icht
soja kunnen dan vervolgens worden ingezet voor de verduurzaming van de productie en bescherming van bedreigde gebieden in de productielanden. Van de Nederlandse vleesproductie wordt tweederde geëxporteerd, met name naar andere Europese landen. Nederland zal zich daarom ook binnen de EU moeten inzetten voor een vermindering van de vleesconsumptie.
54
6 conclusie
6. Conclusie
Soja is een grondstof die niet meer weg te denken is. Door het hoge gehalte aan eiwitten en olie is het een veel gebruikt ingrediënt in onze levensmiddelen. De meeste soja wordt echter gebruikt als grondstof voor veevoeder. Aangezien de wereldbevolking groeit en steeds meer vlees eet blijft de vraag naar soja stijgen. Het grootste deel van de soja wordt geproduceerd in Zuid-Amerika. Het soja-areaal is daar sinds de jaren zeventig sterk uitgebreid. De sterk toegenomen sojaproductie in Zuid-Amerika vormt een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van waardevolle tropische bossen en de inheemse bevolking. De uitbreiding van de sojateelt gaat gepaard met landconflicten, ontbossing, verlies aan biodiversiteit, vervuiling, schendingen van mensenrechten en veroorzaakt werkloosheid en een toenemende concentratie van land en macht bij grote agri-bedrijven. Het gebruik van genetisch gemanipuleerde soja verergert een aantal van deze problemen. Tachtig procent van de Zuid-Amerikaanse sojaproductie wordt geëxporteerd, onder andere naar Nederland. Nederland is na China de grootste soja importeur ter wereld en speelt een centrale rol in de verwerking van soja in Europa. In Nederland wordt de soja gebruikt voor veevoer, met name in de bio-industrie. Tweederde van het vlees dat hier geproduceerd wordt is bedoeld voor de export. Nederland blijft zelf zitten met een mestoverschot dat vervuiling van het grond- en oppervlaktewater veroorzaakt, terwijl in Zuid-Amerika de bodem verarmt en moet worden aangevuld met kunstmest. De huidige situatie is niet duurzaam. Een aantal urgente problemen moeten op korte termijn worden aangepakt, terwijl de onderliggende oorzaken vragen om fundamentele veranderingen op het gebied van productie, handel en consumptie. 56
conc l usie
De machtsverdeling binnen de voedingssector is de afgelopen jaren in snel tempo veranderd. Vooral de grote spelers in het midden van de voedselketen bepalen wat en hoe er geproduceerd en geconsumeerd wordt. Ook supermarktketens opereren steeds vaker internationaal en versterken hun machtspositie in de keten. Deze bedrijven organiseren de productie van voedsel volgens economische principes zoals optimalisatie, schaalvergroting en reductie van productiekosten. Sociale en ecologische duurzaamheid komen hierbij niet of nauwelijks aan bod. Private en publieke financiële instellingen spelen ook een belangrijke rol. Aan de ene kant omdat ze investeringskapitaal beschikbaar stellen voor de sojateelt, aan de andere kant door export van soja aan te moedigen om schulden te saneren. Er zijn op korte termijn maatregelen nodig om de negatieve gevolgen van de grootschalige sojaproductie tegen te gaan. Consumenten kunnen kiezen voor verantwoord geproduceerd vlees, of hun vleesconsumptie verminderen. Door het stellen van minimumeisen en het ontwikkelen van een duurzaamheidstandaard kunnen inkopers en financiers bijdragen aan oplossingen voor de problemen in productielanden. In deze landen zijn alternatieve, duurzame productiemethoden voorhanden, die door een toenemende vraag naar duurzame soja verder gestimuleerd zullen worden. In Nederland en de rest van Europa zal de veeteelt een omslag moeten maken van kwantiteit naar kwaliteit en het verminderen van de vleesconsumptie en veevoederimporten. Waar bedrijven of consumenten hun verantwoordelijkheid niet kunnen of willen nemen moet de overheid zich, ook op internationaal niveau, hard maken voor verduurzaming van de internationale grondstoffenketens. Enerzijds door bedrijven te dwingen hun verantwoordelijkheid op zich te nemen en zich niet in te laten met schadelijke praktijken. Anderzijds door de consument betrouwbare productinformatie te garanderen.
57
Bronnen Publicaties Backwell, B., Stefanoni, P. “El Negocio del hambre en la Argentina.” Le Monde Diplomatique-El Dipló, februari 2003. Benbrook C.M., Rust, Resistance, Run Down Soils and Rising Costs, Problems facing soybean producers in Argentina, Technical Paper No 8, January 2005. Bertonati, Claudio en Corueca, J., Situación Ambiental Argentina 2000, Fundación Vida Silvestre Argentina, Buenos Aires, 2000, pp 154-155. Bijman, J., B. Pronk & R. de Graaf, Wie voedt Nederland? Consumenten en aanbieders van voedingsmiddelen 2003, Landbouw Economisch Instituut, Den Haag, 2003. Budasoff, E., Los dueños del Río, La hidrovía Paraguay Paraná: el negocio de los recursos en América Latina. Taller Ecologista, Coalición Ríos Vivos. Abril, 2005. Camarano, A.A. and R. Abramovay, “Exodo rural, Envelhecimento e masculinizaçâo no Brazil, Panorama dos Ultimos 50 anos, texto para discussão No 621, IPEA, Rio de Janeiro, 1999. Carvalho, R., The Amazon Towards the “Soybean Cycle”, Friends of the Earth Amazônia, São Paulo, 1999. Cassel, A. and R. Patel, Agricultural Trade Liberalisation and Brazil’s Rural Poor, Consolidating Inequality, Foodfirst, Institute for food and development policy, Policy Brief No.8, August 2003. CEBRAC, Forum Brasileiro, Grupo de Trabalho Amazonico & Fetraf SUL/CUT, Social Responsibility Criteria for Companies that Purchase Soy and Soy Products, Farming with fewer environmental and social impacts, Outcome of a discussion among Brazilian environmental and social movements, February,May 2004. Centre for World Food Studies (SOW-VU), China’s rapidly growing meat demand: a domestic or an international challenge? SOW-VU Brief no.3, Amsterdam, December 2005. CLM, Marktperspectieven voor Maatschappelijk Verantwoord Geproduceerde Soja, 2002. Cooperativa Plural, Relatório de Pesquisa, Estudo de viabilidade comercial de soja orgânica análise e recomendações, São Paulo/Chapecó, Mei 2005.
58
Soja doorgelicht
Conflitos no Campo 2002, 2003, 2004, Commissão Pastoral da Terra, Goiania, 2003, 2004, 2005. Crespo, M.A., Problemática De La Soya En Bolivia Y Sus Perspectivas, Probioma, Santa Cruz, september 2005. Dros, J.M. & J.W. van Gelder, Van Oerwoud tot Kippenbout, Effecten van sojateelt voor veevoer op mens en natuur in het Amazonegebied – een ketenstudie, in opdracht van Milieudefensie en Cordaid, November 2005. Dros, J.M., Managing the Soy Boom, Two scenarios of soy production expansion in South America, WWF Forest Conversion Initiative, Zurich, 2004. Elmore, R.W. et al, Glyphosate-resistant soybean cultivar response to Glyphosate, Agronomy Journal 93, 2001. FAO, State of the Food Insecurity in the World, monitoring progress towards the World Food Summit and Millennium Development Goals, Rome, 2004. Fearnside, Soybean cultivation as a threat to the environment in Brazil. Environmental Conservation, 28 (1), 2001. Gelder, J.W. van, GMO-sporen in dierlijke productieketens, Profundo, Castricum, Februari 2004. Gold, M, The Global Benefits of Eating Less Meat , A report by Compassion in World Farming Trust CIWF, 2004. Grupo de Trabalho de Florestas, Fórum Brasileiro de Organizaçãos Não Governamentais e Movimentos Sociais para o Meio Ambiente e o Desenvolvimento, Relacão entre cultivo de soja e desmatamento, compreendendo a dinâmica, 2005. Hin, C.J.A., De marktperspectieven voor maatschappelijk verantwoord geproduceerde soja, CLM Onderzoek en Advies BV, Utrecht, oktober 2002. International Food Policy Research Institute (IFPRI), 2020 Global Food Outlook: Trends, Alternatives, and Choices, A 2020 Vision for Food, Agriculture, and the Environment Initiative, 2001. ISTA Mielke GmbH, Oil World Annual, 2005. IUCN, Analysis of Market Chain and Social Impacts of Brazilian Soy Production, The Sustainability of Market Chains for Dutch Imported Products, Linkages between Dutch imports, biodiversity and poverty alleviation, Amsterdam, in preparation. James, C.l., A Global status of commercialized Biotech/GM crops: 2005, ISAAA Brief 34. Joensen, L. & S. Semino, Argentina: A Case study on the Impact of Genetically Engineered Soya, Grupo de Reflexion Rural, Argentina, Maart 2005.
59
S oja doorge l icht
Koeppe, M.T., Environment, Urbanization and the Rise of Mechanized Agriculture in Southeastern Rondonia, Brazil, Dissertation Paper, Department of Geography, Universit y of Kansas, December 2005. Krunkelsven, L. van, Kruisende Schepen in de nacht, Wervel, 2004. Mattana, H. and J. Landers, eds. The Environment and Zero Tillage, Associação de Plantio Direto no Cerrado, Brasília, 2002. Ministerie LNV, Rapport Debat Toekomst Intensieve Veehouderij, 2004. ProForest, The Basel Criteria for Responsible Soy Production, Prepared for Coop Switzerland in cooperation with WWF Switzerland, 25 August 2004. Research voor Beleid/Q-point “Voer tot nadenken”, Veiligheidsrisico’s diervoederketens, Onderzoek in opdracht van de Tweede Kamers, Leiden, 5 september 2005. Richert, W. & M. Haase, License to Operate?, Een analyse van mogelijkheden voor nieuw overheidsbeleid ten behoeve van de verduurzaming van de sectoren, soja en palmolie, AIDEnvironment, Amsterdam, 2005. RIVM, Spoorzoeken naar de invloed van Nederlanders op de mondiale biodiversiteit, Model voor een ecologische voetafdruk, Bilthoven, 2004. Royal Society of Canada, Elements of precaution: recommendations for the Regulation of Food Biotechnology in Canada, januari 2001. Sociaal Economische Raad Advies nr. 03/02: Duurzaamheid vraagt om openheid, op weg naar een duurzame consumptie, Den Haag, 21 maart 2003. United States Department of Agriculture, Foreign Agricultural Service, Oil Seeds, World Market and Trade, Januari 2006. United States Department of Agriculture, Agriculture in Brazil and Argentina: Developments and Prospects for major field crops; USDA Agriculture and Trade report WRS-01-3, Washington DC, 2001. Vereniging Milieudefensie, Soja Sonee, Soja produktie op grote schaal, de gevolgen voor arme boeren in Brazilië en voor ons, Amsterdam, 1982. Vorley, B., Food Inc., Corporate Concentration from Farmer to Consumer, The UK Food Group, 2003. WCED, Our Common Future (the Brundtland Report), World Commission on Environment and Development, United Nations, New York, 1987. Wervel, Sojadossier, Soja voor mens en dier, Werkgroep voor een Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw vzw, Brussel, December 2003. Wielen, P. van der, De onbetaalde rekening van de Nederlandse veeteelt, Een verkenning naar de maatschappelijke kosten van de veeteeltsector, CE, Delft, Maart 2005.
60
Soja doorgelicht
Websites AIDEnvironment (Achtergronddocumenten soja) Both Ends CEBRAC (Braziliaanse Sojacoalitie) Centraal Bureau voor Statistiek Commissão Pastoral da Terra (mensenrechten Brazilë) Compassion in World Farming Trust (Dierenwelzijn Europa) FAO: VN Voesel- en Landbouworganisatie Landbouwstatistieken Informatie over ontbossing IBGE (Braziliaanse topgrafische en statistische dienst) International Food Policy Research Institute (Voedselbeleid) Instituto de Pesquisa Econômica Aplicada Instituto Brasileiro de Geografía e Estatística Initiative for the Integration of Regional Infrastructure in South America Milieu en Natuurplanbureau Milieudefensie Milieuloket (Milieuinformatie voor consumenten) Nederlandse Sojacoalitie Non-GMO Soy Summit Brussel 2005 (Gentech vrije soja) Noticias (Nieuws en achtergronden Latijns-Amerika) Roundtable on Responsible Soy Secretaria de Agricultura, Ganaderia, Pesca y Alimentos (Landbouwstatistieken Argentinië) The Hunger Project UNDP: VN Ontwikkelingsorganisatie United States Department of Agriculture, Foreign Agricultural Service (Internationale landbouwstatistieken)
www.aidenvironment.org/soy www.bothends.org www.cebrac.org.br www.statline.cbs.nl www.cpt.org.br www.ciwf.org www.fao.org www.faostat.fao.org www.fao.org/forestry www.sidra.ibge.gov.br www.ifpri.org www.ipea.gov.br www.ibge.gov.br www.iirsa.org www.mnp.nl www.milieudefensie.nl www.milieuloket.nl www.commodityplatform.org www.avantel. de/soysummit2005/ www.noticias.nl www.sustainablesoy.org www.sagpya.mecon.gov.ar www.thp.org www.undp.org www.fas.usda.gov
61
S oja doorge l icht
Voor meer informatie Secretariaat Nederlandse Sojacoalitie Both ENDS tel.: +31 (0)20-6230823 e-mail:
[email protected] www.commodityplatform.org
62
Soja doorgelicht Soja is gezond. Soja is voor vegetariërs. Soja, waar koop je dat eigenlijk? Het antwoord is: overal. Soja is een wonderboon, met hoogwaardige eiwitten en vetten, makkelijk te produceren en te verwerken in voedsel, veevoer, cosmetica en wasmiddelen. Het is het onzichtbare ingrediënt in zestig tot zeventig procent van alle producten die in de supermarkt liggen. Een kwart van alle plantaardige olie in de wereld is sojaolie. De Europese en Aziatische varkens- en kippenhouderijen zijn afhankelijk van soja, en omdat we steeds meer vlees eten is er steeds meer soja nodig. Die komt uit Zuid-Amerika waar ieder jaar miljoenen hectaren bos en savanne sneuvelen voor nog meer soja, waar inheemse volkeren en boerengemeenschappen letterlijk het veld voor moeten ruimen. In deze publicatie worden de misstanden in productie, handel en consumptie van soja doorgelicht, en wordt geschetst wat we in Nederland kunnen doen en laten om bij te dragen aan een oplossing. Soja op tafel zetten, bijvoorbeeld, in plaats van vlees. Eisen stellen aan de soja die ons land binnenkomt. En beter boeren met minder beesten. Soja, het moet en kan beter!
Soja doorgelicht is een initiatief van de Nederlandse Sojacoalitie ISBN-10: 90-77648-07-0 ISBN-13: 978-90-77648-07-0