Door: Fleur Venmans Groep 6 a
1
Inhoudsopgave: Voorwoord
Blz. 3
Inleiding
Blz. 4
Hoofdstuk 1: Wat is een orthodontist en wie werken er allemaal?
Blz. 5
Hoofdstuk 2: Geschiedenis van de beugel en uitvinders.
Blz. 6 & 7
Hoofdstuk 3: Wanneer moet je een beugel en welke soorten zijn er?
Blz. 8 t/m 11
Hoofdstuk 4: Eerste bezoek aan de orthodontist.
Blz. 12 t/m 15
Hoofdstuk 5: Een interview met iemand die een beugel heeft. (Jill)
Blz. 16 & 17
Hoofdstuk 6 Het schoonhouden van je beugel en tanden.
Blz. 18 t/m 20
Slotwoord
Blz. 21
Bronnenlijst
Blz. 22
Woordenlijst
Blz. 23
Beoordeling
Blz. 26
2
Voorwoord Dit onderwerp heb ik gekozen omdat ik onder twee melkkiezen geen blijvende kiezen heb. Misschien zou ik daar een beugel voor moeten, dus ik wil er meer over te weten komen.
3
Inleiding Ik wil jullie wat meer vertellen over de orthodontist, wat beugelen inhoud en welke soorten er zijn. Ook heb ik een interview gehouden met iemand die al ervaring heeft met een orthodontist en beugelen. Daarnaast vertel ik nog hoe je het beste je tanden kunt poetsen als je een beugel hebt. Ik hoop dat jullie er wat van leren. Veel leesplezier.
4
Hoofdstuk 1 Wat is een orthodontist en wie werken er allemaal? Wat is een orthodontist? Een orthodontist is iemand die na zijn opleiding voor de tandarts ook nog 4 jaar een andere opleiding heeft gestudeerd: orthodontie. Een orthodontist moet dus heel lang studeren. Ongeveer 9 jaar. Een orthodontist is een ‘bijzondere’ tandarts die geen gaatjes vult of tanden trekt. De orthodontist houdt zich bezig met de groei en de ontwikkeling van je tanden. Hij houdt zich ook bezig met de groei en de ontwikkeling van je kaak. Hij zorgt ook voor het evenwicht tussen je gebit, tong, wangen en lippen. Een orthodontist werkt veel met een tandarts samen. Een tandarts zegt vaak of je naar een orthodontist moet. Maar je mag voortaan ook naar de orthodontist als je zelf vindt dat je tanden niet mooi staan. En de orthodontist zegt of je een beugel moet.
Wie werken er allemaal De orthodontist:
die kijkt of jij een beugel moet. Hij maakt het behandelplan, ontwerpt de beugels en doet de controles.
De balieassistente:
die maakt alle afspraken en beantwoord de telefoon en mail.
De röntgenassistente:
die zorgt voor de röntgenfoto’s.
5
De mondhygiëniste:
die helpt de orthodontist bij de behandelingen aan de stoel en zorgt voor het zuiver maken van het gebit als dit nodig is.
Hoofdstuk 2 Geschiedenis van de beugel en uitvinders. Geschiedenis van de beugel Beugels bestaan al heel lang. Nu is het heel normaal dat mensen een beugel dragen. Maar vroeger stond je er echt mee voor gek. De naam orthodontist is afgeleid van het Griekse orthodontia. Orthodontia betekent rechte tanden. De romein Celsus, (die 400 voor Christus leefde) was de allereerste die een orthodontistische behandeling deed uit de geschiedenis. Hij legt in zijn boek “De Re Medicina” hoe je tanden met een vinger druk kon bewegen. Ook zijn er uit die tijd wat schedels met gouden ringentjes om hun tanden (zo’n een beetje wat nu slotjes zijn). Die beugel werd toen alleen gebruikt om plekken waar een tand weg was weer op te vullen. Dat werd gedaan door de draadjes die aan de tanden zaten. Uitvinders van de beugel De Fransman Pierre Fauchart legde in 1728 voor het eerst uit hoe een beugel nou in elkaar zat. Hij legde in het boek ”Le Chirurgien Dentiste” uit hoe een bandelette (een van de eerste beugels) in elkaar zat. De bandelette was namelijk een zilveren of gouden reepje dat met draadjes was vast gemaakt aan de tanden en kiezen. Deze beugel werd gebruikt om het gebit wat breder te maken. In 1841 begon de Engelsman Magill cement te gebruiken. Als je namelijk cement tussen de ringetjes deed bleven ze veel beter zitten (niet dat het zo leuk was voor de patiënt).
6
In de tweede helft van de 19e eeuw zijn het vooral de twee Amerikanen Kinsley en Farrar die nieuwe beugels hebben uitgevonden. Ze zijn uitvinder van de buitenbeugel en de activator
Pas nadat een boek van Amerikaanse orthodontist Edward H. Angle in 1887 was geschreven werd er een speciale opleiding voor orthodontisten opgericht in 1900. Eerst waren de beugels alleen maar van goud en zilver. Omdat de beugel toen van zulke dure spullen was gemaakt konden alleen de rijke mensen een beugel krijgen. Pas toen in 1925 roestvrij staal werd gebruikt kon iedereen een beugel krijgen. Hij heeft onder andere de slotjesbeugel uitgevonden. Die slotjes noemde hij bracket. In het begin werden er Europa alleen maar losse beugels gebruikt. En in Amerika alleen maar vaste. Maar in de loop van de twintigste eeuw begon Europa meer interesse te krijgen in de vaste beugel, en in Amerika kreeg meer interesse in de losse beugel. Nu gebruiken we even veel losse als vaste beugels, net als in Amerika. De eerste Nederlandse orthodontist hebben we in 1953, professor Zijlstra.
De eerste buitenboordbeugel
7
De eerste activator
Hoofdstuk 3 Wanneer moet je een beugel en welke soorten zijn er? Wanneer moet je een beugel? Er zijn meerdere redenen waarvoor je een beugel kunt krijgen. Ik zal er een paar noemen: Als tanden en kiezen scheef of gekanteld doorkomen, kan dichtbijten en kauwen soms problemen geven. Het gebit kan dan niet goed sluiten. Ook heb je kans om steeds je wangen open te bijten. Tanden die te ver naar voren staan kunnen makkelijker breken dan tanden die naar achteren staan. De tanden die naar voren staan kunnen er voor zorgen dat je lippen niet meer dicht kunt doen. Hierdoor kunnen ook ontstekingen ontstaan. Het kan zijn dat je gebit beter aan moet sluiten. Bij mij is het zo dat ik twee blijvende kiezen mis en misschien dat ze dan mijn hele gebit naar voren schuiven. Als iemand een erge overbeet, diepe beet of omgekeerde beet heeft.
Als iemand vindt dat hij/zij een lelijk gebit heeft. 8
Welke soorten beugels zijn er? Er zijn heel veel soorten beugels, maar de vijf bekendste zijn: DE ACTIVATOR: (om je kaken in een goede stand te brengen) Dit is geen vaste beugel. Je kunt hem zelf in en uit doen. Hij bestaat uit een gedeelte voor de bovenkaak en een gedeelte voor de onderkaak. De beugel zit vastgeklemd aan je bovenkaak. Hij is zo gemaakt dat je als je gaat praten of slikken de onderkaak naar voren moet bewegen. De activator zorgt ervoor dat je bovenkaak niet groeit en je onderkaak sneller gaat groeien. Hij is dus ook alleen geschikt als je nog aan het groeien bent. Als je uitgegroeid bent kun je de stand van je kaak alleen nog veranderen door een kaakoperatie. De activator wordt ook wel een blokbeugel genoemd. Elke losse beugel werkt het beste als je hem minstens 16 uur per dag in hebt. Je kunt in het begin last van spierpijn krijgen. Dat wil zeggen dat de activator goed werkt. Na 6 tot 9 maanden is de stand van de kaak vaak al zoveel beter dat je hem alleen ’s nachts nog maar in hoeft te doen.
9
DE PLAATBEUGEL: (om tanden of kiezen recht te zetten) Dit is ook een beugel die je zelf in en uit kunt doen. De plaatbeugel bestaat uit een plaat die tegen je gehemelte aan zit. Deze plaat zit met haakjes vast om je tanden of kiezen. Het kan ook met een draad die aan de voorkant van je tanden loopt. Met een plaatbeugel kun je alleen maar tanden of kiezen kantelen, niet verplaatsen.
DE BUITENBOORDBEUGEL: (ook om je kaken in de goede stand te brengen)
10
Ook dit is een beugel die je zelf in en uit kunt doen. Voordat je een buitenboordbeugel krijgt worden er eerst om je bovenste achterste kiezen twee separatie-elastiekjes gedaan.
Die zorgen er voor dat er na een tijdje genoeg ruimte is om twee ijzeren bandjes te kunnen plaatsen. Daar wordt dan de buitenboordbeugel aan vast gemaakt. Door het petje of nekband wordt dan kracht gezet op de bovenkaak. De bedoeling van de beugel is dat de groei van de bovenkaak geremd wordt en dat de onderkaak gewoon door kan groeien. Deze beugel kan ook alleen maar gebruikt worden als je nog in de groei bent. De werking van deze beugel is te vergelijken met een activator. DE VASTE BEUGEL: (om je tanden en kiezen in de goede richting te krijgen) De vaste beugel bestaat uit slotjes (brackets) die op elke tand apart worden geplakt. Daarna gaat er een ijzeren draad doorheen. Ook komen er kleine elastiekjes aan de slotjes te zitten. De elastiekjes zijn er in allerlei kleuren. Die trekken de beugel dan strak langs je gebit. Deze beugel kan alleen bij blijvende tanden en kiezen worden gebruikt. Met een vaste beugel kun je alle tanden en kiezen apart verplaatsen. Dit kan in iedere richting. Voor elke tand of kies is er een eigen maat bracket. Omdat deze beugel altijd in je mond zit kunnen je tanden ongeveer 1 millimeter per maand verplaatst worden.
11
Voordat de beugel geplaatst wordt, maakt de orthodontist eerst je tanden goed schoon. Dan maakt hij ze droog en met een vloeistof maakt hij je tanden ruw. Hierdoor plakken de slotjes beter op je tanden. DE RETENTIEBEUGEL: (zorgt ervoor dat alles op de goede plaats blijft) Deze beugel wordt altijd gebruikt als alle tanden en kiezen op de goede plek staan. Een retentiebeugel is een draadje dat aan de binnenkant of buitenkant van je tanden gezet wordt. Dit kan boven en beneden zijn. Vaak blijft dit 2 tot 5 jaar zitten. Soms ook voor altijd. Dit is ook een losse beugel. Het is nodig om deze beugel nog te gebruiken omdat je tanden en kiezen anders terug kunnen gaan staan in de oude stand en dan is alles voor niets geweest. Ze moeten dus nog vastgroeien in hun nieuwe stand.
Hoofdstuk 4 Eerste bezoek aan de
orthodontist.
Tijdens het eerste bezoek zal de orthodontist kijken of je een beugel nodig hebt. Hij zal dan eerst luisteren naar wat je wilt en dan in je mond kijken. Hij let dan vooral op de stand van je tanden, kiezen en kaken. Ook zal hij willen weten of je problemen hebt met bijten of kauwen. De orthodontist zal bepalen welke “afwijking” jij hebt en hoe dit eventueel behandeld kan worden. Ook kijkt hij of het verstandig is om het nu al te doen of dat het beter is om nog even te wachten. Bijvoorbeeld tot al je blijvende kiezen zijn doorgekomen.
12
Als de orthodontist een goede indruk heeft van de behandelingsmogelijkheden, zal er vaak een nieuwe afspraak worden gemaakt voor uitgebreid onderzoek. Soms (bij mij wel) doet hij dat meteen. De volgende dingen worden er dan gedaan: 1. Er worden 4 röntgenfoto’s gemaakt. Dit zijn de volgende: OPG (OrthoPantomoGram)
Dit is mijn eigen foto. Je kunt bij de pijltjes zien dat er geen blijvende kiezen onder zitten. De melkkiezen hebben ook veel kortere wortels. LS (Laterale Schedelfoto)
13
Deze foto is ook van mezelf.
Occlusale foto van de bovenkaak
Bitewings
14
2. Gezicht- en mondfoto’s: Van het gezicht
Van de binnenkant van je mond
3. Happen voor gipsmodellen: Dan wordt er eerst wat roze spul in een metalen gebitje gedaan. Dat wordt dan over je tanden geschoven en moet ongeveer 1 minuut blijven zitten om hard te worden. Dit is erg vies maar wel belangrijk. Alleen als je een goed gipsmodel hebt kan de beugel goed passen.
15
Happen bovenkaak Gipsmodel bovenkaak
Happen onderkaak Gipsmodel onderkaak
4. Het behandelplan: Van alle foto’s en het gipsmodel gaat de orthodontist nu het definitieve behandelplan maken. Hier moet je dan weer een tijdje op wachten omdat alles ook heel goed gemeten moet worden.
16
Hoofdstuk 5 Een interview met iemand die een beugel heeft. Interview met Jill van Oudheusden Vraag 1: Hoe is het om een beugel te hebben? Aan de ene kant is het wel fijn omdat je tanden mooier worden, maar aan de andere kant doet het soms wel zeer. Vraag 2: Hoe lang heb je deze beugel? Iets meer dan 4 maanden. Vraag 3: Hoeveel soorten beugels heb jij gehad en welke? Twee beugels, een buitenboordbeugel en nu heb ik een blokjesbeugel. Ik krijg ook nog een plaatje en als ik helemaal klaar ben krijg ik nog een draadje. Vraag 4: Kun je de beugel die je hebt uitdoen? Nee, die ik nu heb niet. De buitenboordbeugel die ik hiervoor had wel. Vraag 5: Is het lastig om je soms aan de eetregels te houden? Ja, want je mag geen dropjes, kauwgom, toffees en niet teveel prik drinken.
17
Vraag 6: Voelt het in het begin vreemd aan om een beugel in te hebben? Ja, want je bent eraan gewend dat je tanden bloot zijn en dan krijg je ineens iets in je mond wat je de hele dag in moet houden. Vraag 7: Ging jij toen je een beugel had met je tong over je tanden? En waarom? Ja, omdat je toch wilt weten hoe dat voelt. Vraag 8: Hoe vaak ga je naar de orthodontist? Meestal elke maand. Vraag 9: Hoe vaak moet jij je tanden poetsen? Ik doe het twee keer per dag, maar het is beter als je het drie keer per dag doet. Vraag 10: Heb jij last gehad van blaartjes toen je de beugel net had? Ja, toen ik de blokjesbeugel net had zaten er best wel grote blaren. Vraag 10: Is het pijnlijk als je de beugel moet laten bijstellen? Als de beugel wordt bijgesteld dan trekt het wel een beetje maar dat is na een paar dagen over.
18
Hoofdstuk 6 Het schoonhouden van je beugel en tanden. Een losse beugel kan je uit je mond halen om schoon te maken. Je kunt je tanden dan gewoon poetsen. Met een vaste beugel gaat dat niet. Je beugel wordt sneller vies en daarom zou je eigenlijk 3 of 4 keer per dag moeten poetsen met een zachte borstel. Als je dit niet doet kun je sneller gaatjes krijgen of je tandvlees ontstoken raken. De beste manier om je tanden te poetsen: Je begint met je tanden en kiezen van je bovenkaak. Zet de tandenborstel op de rand van je tandvlees.
Plaats de tandenborstel boven de draad en de slotjes, zo dat de borstel tussen de draad poetst.
19
Dan plaats je de tandenborstel onder de draad en de slotjes. Je kunt nu ook tussen de draden poetsen.
Poets nu de binnenkant van je boven-en onderkaak en zorg dat je het tandvlees ook mee poetst.
Nu moet je de kauwvlakken van je boven-en onderkaak poetsen.
20
Als laatste gebruik je ragers om de randen van de slotjes en onder de draad goed te poetsen.
Verder kun je het beste geen kleverige of harde dingen eten. Bijvoorbeeld toffees, pinda’s, stokbrood, hele appels (in stukjes gesneden mag wel). Bij kleverige dingen heb je kans dat je het niet meer goed tussen je beugel uit kunt krijgen en bij harde dingen heb je kans dat je dat de draad van je beugel kapot gaat. Dranken met veel suiker zoals cola kun je ook beter niet drinken. Beter is het om light-dranken te drinken. En het allerbeste is natuurlijk water!
21
Slotwoord. Ik vond het een heel interessant onderwerp. Nu weet ik wat beugelen inhoud en om welke redenen je een beugel moet. Dit onderwerp was voor mij extra speciaal omdat ik er zelf mee te maken krijg. Hopelijk weten jullie nu ook wat meer over de orthodontist en beugelen.
22
Bronnenlijst: http://www.orthodontist.nl http://www.linthorst-orthodontist.nl/home.php http://www.orthoweert.nl http://www.beugel.nl http://images.google.nl http://www.orthoweert.nl/site.html http://www.orthovanos.nl/welkom http://www.ortho.nl http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37175-geschiedenis-van-deorthodontie.html
Met dank aan: Jill voor het interview
23
Woordenlijst. Bitewings : Bracket: Laterale Schedelfoto: Occlusale: Roestvrij staal: Separatie elastiekjes: OrthoPantomoGram: Röntgenfoto: Ragers
Kiezenfoto’s Slotje van een slotjesbeugel. Het vierkantje wat op je tanden zit. Foto van de zijkant van je hoofd. Deel van een tand of kies aan de kant zit waarmee je kauwt. Staal dat niet kan roesten. Elastiekjes om je tanden te scheiden. Een röntgenfoto van je hele kaak, waarop alle tanden en kiezen te zien zijn. Een foto die gemaakt wordt met hulp van straling van de binnenkant van het lichaam. Borsteltjes
24
25
26