Waar is de Ark van het Verbond? door Daniel Gwertzman En de tempel Gods, die in den hemel is, ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel, en er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen en aardbevingen en zware hagel. Openbaring 11:19
De Ark was een kist van acaciahout, die van binnen en van buiten bedekt was met goud, volgens de instructies die Mozes van God ontving op de berg Sinaï (Exodus 25:10-22). Hij werd gedragen door priesters en het deksel was gemaakt van zuiver goud met aan de uiteinden twee cherubs (gevleugelde figuren). Twee stenen tafels, het “Getuigenis” genoemd, het bewijs van Gods Verbond met het volk, werden in de Ark bewaard. Dit symboliseerde de Goddelijke Tegenwoordigheid in Israël.
De vraag in de kop boven dit artikel is mij de laatste jaren vele malen gesteld. Onlangs nog stelde een heer uit Nieuw-Zeeland deze vraag. Zelf heb ik deze vraag ooit aan een bekende rabbijn in Jeruzalem gesteld. Hij antwoordde dat de ark op zijn plaats stond, niet ver van “… en [David] trok op en toog met al het volk dat de plaats waar wij stonden. Hij zou het me aanwijzen. bij hem was, uit Baäle-Juda, Hij wees naar een zeer oud boek op een boekenplank en om van daar de ark Gods mee zei me het hem aan te reiken. te voeren, waarover de naam Toen ik het hem gaf, zei hij dat is uitgeroepen: de naam van ik het moest openen bij de den Here der heerscharen, die eerste pagina. Het was een oud op de cherubs troont.” gebedenboek en op de eerste (2 Samuël 6:2) pagina stond een afdruk van een houtsnede van de KlaagBoven de cherubs was de muur met een rij bomen troon van God en op de troon erboven. Hij vertelde me dat was de verschijning van de de Ark zich onder deze bomen glorie van de Heer. Daarom bevond, die hier afgebeeld werd de Ark beschouwd als Het deksel was gemaakt van zuiver goud waren. Ik ontdekte dat de Zijn voetenbank. met aan de uiteinden twee cherubs. meeste oude gebedenboeken deze afbeelding op de titelpagina hebben. “Verhoogt den Here, onzen God, buigt u neder voor de voetbank zijner voeten; Heilig is Hij.” (Psalm 99:5) Waarom is de Ark zo bijzonder? Als hij bepaalde krachten bezit, welke zijn dat dan? Wat kunnen zijn Het was in het nabije oosten een oud gebruik om omzwervingen ons leren? Wat heeft sommige moderne documenten en overeenkomsten tussen koninkrijken deskundigen ertoe geleid om te beweren dat de herontaan de ‘voeten’ van een godheid te plaatsen, die de dekking van de Ark zal leiden tot de Derde Wereldoorbewaker van de verdragen en documenten was en die log? verantwoordelijk was voor hun uitvoering. (zie 1 Samuël 10:25) De Ark wordt onder verschillende namen in de Bijbel genoemd: de Ark des Heren, de Voetenbank van Terwijl de stammen van Israël hun tenten hadden de Heer, de Ark der getuigenis en de Ark van het opgeslagen rondom de tabernakel om die te bescherVerbond. Het was het heiligste rituele voorwerp van de men, werd in werkelijkheid Israël door de Ark Joden. In de Hebreeuwse Bijbel staan 195 verwijzingen beschermd. Men geloofde dat de Ark Gods hulp naar de Ark, waarvan er 112 verband houden met een garandeerde (zie 1 Samuël 4:3). Daarom vergezelde de vorm van de goddelijke naam en in het Nieuwe Ark het Joodse volk tijdens hun reis door de Sinaï Testament wordt hij twee keer genoemd. woestijn naar het land Israël en tijdens de hele verovering van het land. Als hij in de oorlogen niet uit het kamp meetrok, werd verondersteld dat de Heer niet
4
september/oktober 2010
Waar is de Ark van het Verbond? met hen was (zie Numeri 14:42-45). Er waren liederen over de Ark, die gezongen werden als de Ark naar het slagveld werd gedragen.
beeld werd teruggeplaatst en de volgende ochtend lag het weer voorover voor de ark, maar nu was het beeld gebroken.
“Wanneer nu de ark opbrak, zeide Mozes: Sta op, Here, opdat uw vijanden verstrooid worden en uw haters van uw aangezicht wegvluchten. En wanneer zij bleef rusten, zeide hij: Keer weder, Here, tot de tienduizenden der duizenden Israëls.” (Numeri 10:35-36)
De mensen van Asdod werden geplaagd door muizen en aambeien. Toen de Ark achtereenvolgens naar Gath en Ekron werd gestuurd, leden deze steden onder dezelfde plagen. Na zeven maanden op Filistijns grondgebied, zonden ze de Ark op advies van hun priesters en waarzeggers terug naar de Israëlieten, met 5 gouden aambeien en 5 gouden muizen. De Ark werd op een nieuwe wagen gezet, die getrokken werd door twee zogende koeien die nog nooit een juk hadden gedragen. Zij brachten de kar naar Beth-Semes (1 Samuël 6:1-18).
De familie van Kohath – de Kehathieten – uit de stam Levi was verantwoordelijk voor het dragen van de Ark en de rest van de heilige voorwerpen. Maar ze mochten niet één van deze heilige voorwerpen zien of aanraken, op straffe des doods. Ze mochten alleen kijken als de voorwerpen door Aäron en zijn zonen waren bedekt (Numeri 4:2-20). Voor zover wij weten, was de Ark zowel bij de doortocht door de Jordaan als tijdens de oorlogen in een blauw kleed gehuld. De Ark maakte de overtocht door de Jordaan mogelijk, die onmiddellijk droog viel toen de voeten van de priesters die hem droegen het water raakten. De rivierbedding bleef droog totdat de priesters met de Ark de rivier verlieten, nadat het gehele volk was overgestoken. Toen de Ark het land Israël binnenging, werd hij vanaf dat moment niet meer gedragen door Levieten in het algemeen, maar uitsluitend nog door de Kohaniem, de priesters.
Zo werd de macht van de Ark van de God van Israël getoond aan de Filistijnen. Na zijn terugkeer, brachten de inwoners van Beth-Semes offers en brandoffers. Maar uit nieuwsgierigheid tuurden ze in de Ark en meer dan 50.000 van hen werden door de Heer gedood. De Ark was geen voorwerp dat aan het publiek werd getoond. Maar de Ark openen en erin kijken, was een nog grovere overtreding, vooral omdat het om mensen ging die geen toegang tot de Ark hadden. Het was een zware zonde om een heilig voorwerp op zo’n profane manier te behandelen.
In de Bijbel lees je vaak dat men beangst was omdat ze de Tijdens de plechtigheden die aanblik van God niet zouden voorafgingen aan de inname van overleven. De Ark vertegenwoorJericho, werd de Ark zeven dagen Voor zover wij weten, was de Ark zowel bij de lang rond de stad gedragen. Toen doortocht door de Jordaan als tijdens de oorlogen digde Gods aanwezigheid onder in een blauw kleed gehuld. de Joden. God sprak tot Mozes Jozua de Wet voorlas aan het van tussen de Cherubs. Denk volk, tussen de Berg Gerizim en ook aan de oude gewoonte om de ogen eerbiedig neer de Berg Ebal, stonden ze ter weerszijden van de Ark. te slaan als een koning voorbij reed. Jozua plaatste de Ark in Silo. Het is interessant om op te merken dat bij de verhuizingen van de Ark in het Van Beth-Semes werd de Ark naar Kirjath-Jearim land Israël, voordat hij uiteindelijk naar Jeruzalem gebracht, waar hij twintig jaar in het huis van Abinadab werd overgebracht, alle locaties: Gilgal, Bethel en Silo verbleef, onder de hoede van zijn zoon Eleazer. Beide in het stamgebied van Efraïm lagen. Dit kan voor Saul, mannen schijnen – aan hun naam te oordelen – Israëls eerste koning, die van de stam Benjamin was, de afstammelingen van Aäron te zijn. reden zijn geweest om na te laten de Ark te raadplegen (1 Kronieken 13:3). David wilde aan het begin van zijn regering de Ark van Kirjath-Jearim naar Zion overbrengen1. Uzza, één Tijdens de oorlog tegen de Filistijnen, veroverden zij de Ark. Om te tonen dat hun god Dagon sterker was van de voerlieden van de wagen waarop de Ark werd dan de God van Israël, brachten ze de Ark in de tempel vervoerd, stak zijn hand uit om de Ark tegen te houden van Dagon. De volgende ochtend vonden ze het beeld van Dagon voorover voor de Ark liggen. Het afgods1 2 Samuël 6 september/oktober 2010
5
Waar is de Ark van het Verbond? toen de runderen uitgleden. Hij werd door de Here neergeslagen en stierf bij de Ark, omdat hij deze had aangeraakt. David werd bevreesd voor de Here; hij nam de Ark niet mee naar Jeruzalem, maar liet hem onderbrengen in het huis van de Gattiet Obed-Edom, waar hij drie maanden bleef. Obed-Edom kwam uit de Levitische stad Gat-Rimmon. Toen David vernam dat de Heer Obed-Edom had gezegend vanwege de Ark in zijn huis, besloot hij de Ark naar Jeruzalem te brengen. Hij danste voor de Ark en bracht brandoffers toen de priesters hem droegen. Later bouwde zijn zoon Salomo de Tempel en hij plaatste de Ark in het Heilige der Heiligen. Hoewel de draagstokken op hun plaats bleven, was de reis van de Ark beëindigd en vond deze zijn rust. Volgens de rabbijnse traditie kan het belang van de plaats van de Ark als volgt begrepen worden: “Het Land Israël is het centrum van de wereld, Jeruzalem ligt in het centrum van het Land Israël, de Tempel staat in het centrum van Jeruzalem, het Heilige der Heiligen is in het centrum van de Tempel, de Ark is in het centrum van het Heilige der Heiligen en vóór de Ark lag een steen die de steen van het fundament van de wereld werd genoemd.” (Tanchuma Kedoshim 10)
om de Ark des Verbonds over te brengen naar Ethiopië en dat deze sindsdien in de Koptische Kerk Onze Lieve Vrouwe Maria van Zion in Aksum verblijft. Het is misschien makkelijker om de legende over de Ark die in Ethiopië zou zijn af te handelen, want daarmee handelen we ook met koning Manasse af. De voormalige journalist Graham Hancock maakte deze plaats van de Ark populair in een boek dat hij in 1992 uitgaf onder de naam “The Sign and the Seal: The Quest for the Lost Ark of the Covenant2.” In dit werk combineert hij het verslag van Menelik die de Ark naar Aksum bracht met een theorie uit 1963 van een gerespecteerd bijbelgeleerde van de Hebreeuwse Universiteit, professor Menahem Haran, die suggereerde dat koning Manasse van Juda vroeg in de zevende eeuw B.C. de Ark kan hebben verwijderd, toen hij een beeld van Asjera en heidense altaren in de Tempel zette (2 Koningen 21:4-7). Volgens Hancock namen Menelik en zijn gevolg de Ark niet mee uit Jeruzalem, maar werd de Ark tijdens de regering van koning Manasse uit de Tempel verwijderd en daarna meegevoerd naar Egypte, waar hij via het eiland Elefantine ten slotte in Aksum belandde.
Het probleem met de theorie over koning Manasse is, dat de d Ark nooit in de bijbelgedeelten wordt Als genoemd. Nadat koning Manasse door de Ergens tussen 970 B.C. en 586 B.C. is de gen Assyriërs naar Babylon was gevoerd en Ark verdwenen. De laatste verwijzing naar ar A de Ark ten vervolgens terugkeerde naar Jeruzalem, de Ark is tijdens de regering van Koning tijde van Salomo toonde hij berouw en verwijderde hij de Josia, waaruit afgeleid kan worden dat uit de Tempel is hij klaarblijkelijk 360 jaar in de Tempel verwijderd, hoe kunnen vreemde goden en het afgodsbeeld en alle altaren en gooide ze de stad uit (2 heeft gestaan. Toen de Ark eenmaal het sommige bronnen dan Kronieken 33:15). Ook hier is geen Heilige der Heiligen was binnengedrabevestigen dat hij enkele toespeling op de Ark. Als gen, was de toegang strikt beperkt. De lang na Salomo nog Manasse de Ark verwijderd had en Hogepriesters konden het Heilige der in de Tempel vervolgens berouw kreeg, dan zou hij Heiligen slechts één keer per jaar binnen-v hem natuurlijk hebben teruggeplaatst. gaan, op Jom Kippoer, de Grote Verzoen-he stond? Hiervan dag. Hierv wordt geen enkele melding gemaakt. Dit is een argument dat berust op stilzwijgen, waarmee niets bewezen wordt. Er zijn de volgende theorieën over wat er daarna mee gebeurde... De traditie dat Menelik de Ark naar Ethiopië gebracht zou hebben, is gebaseerd op een verslag in het • dat hij werd weggevoerd toen Farao Sisak Israël in Ethiopische Kebra Nagast (Boek van de Glorie der de 10e eeuw B.C. binnenviel Koningen) dat uit de 14e eeuw A.D. stamt, maar • dat hij tijdens de regering van koning Manasse werd verwijderd vanwege zijn afgodendienst en de versommige geleerden beweren dat het al in de 6e eeuw bouwing van de Tempel A.D. is geschreven. Er zijn verscheidene problemen • dat hij werd weggevoerd naar Babylon of vernietigd met deze aanspraak. Om te beginnen: als de Ark in de toen Nebukadnezar Jeruzalem veroverde tijd van Salomo uit de Tempel is verwijderd, hoe • dat Jeremia de Ark verwijderde en verborg voor de kunnen sommige bronnen dan bevestigen dat hij lang Babyloniërs na de tijd van Salomo nog in de Tempel stond? Koning Hizkia ging 230 jaar na Salomo naar de Tempel en Misschien is de meest fascinerende theorie dat Menelik 1, de Ethiopische vorst, die de zoon was van 2 Nederlandse uitgave: “Het teken, het zegel en de wachkoning Salomo en de koningin van Scheba, erin slaagde ters” uitgegeven door Kosmos Uitgevers
6
september/oktober 2010
Waar is de Ark van het Verbond? legde een brief voor de Ark (2 Koningen 19:14). Koning Josia, die 320 jaar na Salomo de troon besteeg, zei tegen de Levieten die de kinderen Israëls onderwezen en die de Here toegewijd waren, dat ze de Ark in de Tempel moesten zetten en dat zij die niet meer op hun schouders hoefden rond te dragen (2 Kronieken 35:3). Wat staat er dan in de kerk van Aksum, wat alleen de opperpriester van de kerk mag zien? Toen het boek van Hancock werd uitgegeven, verscheen er een artikel in de Los Angeles Times dat deze vraag beantwoordde. De gepensioneerde professor Edward Ullendorff van de Universiteit van Londen werd geciteerd. Hij is gespecialiseerd in de bestudering van Ethiopië en hij had het in 1941 gezien. Het was een lege houten kist volgens een constructie uit de midden of late middeleeuwen. Misschien herinneren sommige lezers Steven Spielbergs film ‘Raiders of the Lost Ark’? Ik wil er niet op ingaan of de Ark wel of niet is opgeslagen in een overheidsopslagplaats van de VS. Volgens deze film ontdekt Indiana Jones de Ark in Egypte, waar Farao Sisak hem had afgenomen van Rehabeam, de zoon van Salomo, samen met de andere tempelschatten.
die Nebukadnezar meegenomen had uit Jeruzalem en die hij in de tempels van zijn eigen goden had geplaatst, te voorschijn halen en hij liet ze inventariseren voordat ze teruggegeven werden aan Sesbazzar, de prins van Juda. Nergens in deze lange inventarislijst zien we de vermelding van de Ark (Ezra 1:7-11). Dus hoe komen we aan het idee dat Nebukadnezar de Ark heeft buitgemaakt? Dit komt uit de Apocriefen, dat zijn boeken die niet altijd in de Bijbel zijn opgenomen. In het boek 2 Esdras 10:20-22 staat een lange beschrijving van de jammerklacht uit Jeruzalem, die luidt: “De Ark van ons Verbond is geroofd.” Om juist te zijn, is de Tempel tussen 970 B.C. en 586 B.C. ten minste 8 keer geplunderd. De Ark wordt alleen in een paar buiten-Bijbelse bronnen genoemd, waarvan het belangrijkste de Ethiopische legende over Menelik is, die we al besproken hebben en in drie rabbijnse verslagen, die na de verdwijning zijn geschreven. En wat zegt de profeet Jeremia, die erbij was toen de Babyloniërs Jeruzalem verwoestten? Redde hij de Ark? Nee, de profeet Jeremia schreef wel over de Ark in de tijd van Josia, maar wat hij schreef ging over vertrouwen in de Ark van het Verbond. De aanwezigheid van de Ark in de Tempel gaf de mensen een vals gevoel van veiligheid wegens de aanwezigheid van de Heer in hun midden.
“Het geschiedde echter in het vijfde jaar van koning Rehabeam, dat Sisak, de koning van Egypte, p , optrok tegen Jeruzalem. Hij nam de schatten ten Nergens van het huis des Heren en van het huis des es in de lange konings, ja alles nam hij. Ook nam hij al inventarislijst van de gouden schilden die Salomo gemaakt heilige voorwerpen had.” (1 Koningen 14:25-26) Dit is een sluitend bewijs, of niet? Als de Ark werd weggevoerd en voor altijd verdwenen is, hoe kan hij dan nog steeds aanwezig zijn geweest ten tijde van Hizkiaa en Josia? Voeg daarbij dat er geen gewag gemaakt wordt van de Ark bij de opsomming ming van de schatten die Sisak naar Egypte voerde. d
die Kores de Grote teruggaf aan Sesbazzar, zien we een vermelding van de Ark.
Dus toch de Babyloniërs? In 598, 597 en 587-586 B.C. veroverden zij Jeruzalem en voerden niet nader genoemd vaatwerk uit het Huis de Heren mee. Maar het verslag in 2 Kronieken maakt geen melding van de Ark, evenmin als de Ark voorkomt in de beschrijving van 2 Koningen 25. Daar komt nog bij, dat toen Kores de Grote de Joden uit de Babylonische gevangenschap bevrijdde en toestand dat ze naar het Land Israël terugkeerden, de Ark niet vermeld wordt onder de voorwerpen die de ballingen terugbrachten naar Jeruzalem. In werkelijkheid liet Kores de voorwerpen van het Huis de Heren
“Als gij u dan vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land in die dagen, luidt het woord des Heren, dan zal men niet meer spreken over de ark van het verbond des Heren; zij zal niemand in den zin komen, men zal aan haar niet meer denken en haar niet zoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden.” (Jeremia 3:16)
Wat W Jeremia zegt, is dat in de toekomst de hele h l wereld God met de zuiverste bedoeling zal dienen. De mensheid zal dan begrijpen dat de Schepper niet beperkt is in tijd of ruimte. Ze zullen de Ark niet meer nodig hebben om zich de God van Israël te herinneren. Deze denkbeelden gaan heel diep, maar op welke manier redt Jeremia de Ark? De bron hiervoor komt weer uit een apocrief werk, 2 Makkabeeën 2:4-8, waarin Jeremia de ark redt en naar de berg Nebo brengt, waar hij verborgen wordt totdat God Zijn volk verzamelt en hun Zijn genade toont. Dan zal de Heer deze dingen weer openbaren en de Glorie van de Heer zal gezien worden en ook de wolk van zijn heerlijkheid.
september/oktober 2010
▶ 7
Waar is de Ark van het Verbond?
... het was een oud gebedenboek en op de eerste pagina stond afdruk van een houtsnede van de Klaagmuur met een rij bomen erboven. Hij vertelde me dat de Ark zich onder deze bomen bevond, die hier afgebeeld waren.
In de rabbijnse traditie werden met de Ark ook de volgende voorwerpen verborgen: het kruikje manna, het kruikje heilige zalfolie, de staf van Aäron en het kistje waarin de Filistijnen een geschenk aan de God van Israël hadden gestopt (Yoma52b). Dit waren allemaal voorwerpen die als getuigenis voor de Ark waren geplaatst, zoals beschreven in de boeken Exodus, Leviticus en Numeri. Een andere bron meldt dat Josia de Ark verbergt “op zijn plaats”. (Yoma 53b-54a) Dus waar is de Ark? Salomo, die de Tempel bouwde, vroeg God om wijsheid boven alles. Heeft hij de gevaren en dreigingen waaraan de Ark en de heilige voorwerpen na zijn tijd bloot zouden staan niet voorzien? De profeet Ezechiël maakt in zijn beschrijving van de Derde Tempel in de hoofdstukken 40-48 geen melding van de Ark. Waarom niet? De belangrijkste reden is, dat het niet nodig is om een nieuwe Ark te bouwen als de oude nog steeds bestaat. Het is zeker dat Salomo de toekomstige dreiging wel heeft voorzien, maar de Ark niet heeft verborgen. Maimonides, de grote middeleeuwse Joodse denker, was vertrouwd met alle joodse bronnen over de Ark. Dit had hij te zeggen over dit onderwerp in zijn monumentale werk, de Mishneh Torah, in het deel dat gewijd is aan de wetten van de Tempel. “Toen Salomo de Tempel bouwde, was hij zich ervan bewust dat deze uiteindelijk vernietigd zou worden. Daarom bouwde hij een kamer waarin de Ark onder het tempelcomplex in diepe doolhofachtige gewelven verborgen kon worden.” 8
“Koning Josia beval dat de Ark werd begraven in de kamer die door Salomo was gebouwd, zoals gezegd in 2 Kronieken 35:3 ‘Ook zeide hij tot de Levieten, die aan geheel Israël onderwijs gaven en den Here heilig waren: Zet de heilige Ark in den kamer dien Salomo, de zoon van David, de koning van Israël, gebouwd heeft. Gij behoeft die niet meer op den schouder te dragen. Dient thans den Here, uw God…’ Toen hij werd begraven, werden de staf van Aäron, het kruikje manna en de zalfolie mede begraven. Al deze heilige voorwerpen keerden niet terug in de tweede Tempel.” (Yad Hilkhot Beit Ha-Behirah, 4:1) Waarom hebben we de Ark nog niet gevonden? Omdat de tijd nog niet rijp is. De tijd van de Messias is nog niet aangebroken. Die zal aangekondigd worden door grote gebeurtenissen in de Hemel. Er zal een grote en ware verandering in de wereld komen. Te dien dage krijgen we allemaal als bruidsgeschenk de “Kennis van God”. Dit houdt in de erkenning dat God Rechtvaardig, Liefdevol en Getrouw is en dat Hij hierin behagen schept. Zijn belofte van trouw is eeuwigdurend. “Te dien tijde zal men Jeruzalem noemen den troon des Heren, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen om den naam des Heren te Jeruzalem, en zij zullen niet meer wandelen naar de verstoktheid van hun boos hart.” (Jeremia 3:17) ■
september/oktober 2010