DONADARIAnieuws THEMANIEUWSBRIEF VAN KENNISCENTRUM EMANCIPATIE ROTTERDAM JAARGANG 7, NUMMER 27, MAART 2012
HAAR TALENT, HAAR KRACHT HOOGOPGELEIDE EN LAGEROPGELEIDE VROUWEN: NETWERKEN VERSUS AANPAKKEN
Internationale vrouwendag in Rotterdam: de belangrijkste 8 maart-activiteiten op een rij
VROUWENORGANISATIES LANGS ETNISCHE LIJNEN: BELEMMERING OF BRUG?
Geld en intuïtie
Suzanne Bouma, onderzoeker bij Research voor Beleid en hoofdspreker op de stedelijke 8 maart viering:
'Rolmodellen maken het verschil'
Deze nieuwsbrief gaat over wat hoger- en lageropgeleiden van elkaar te leren hebben. Van mijn ouders heb ik alle praktische zaken van het leven geleerd. Handig met geld omgaan, waar zitten de koopjes en ‘wacht even tot de uitverkoop’. ‘Van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan’. Je tijd indelen tussen betaald werk, huishouden, vrijwilligerswerk, sporten en gezellig samen klaverjassen. De banden van je fiets plakken doe je in een kwartiertje en gaat sneller dan naar de fietsenmaker brengen. Autoriteiten kun je het beste wantrouwen en mag je tegenspreken. Kom op voor je rechten! Voor beiden hield het na de lagere school wel zo’n beetje op wat opleidingen betreft, maar er was geen enkele twijfel over hun opleidingswensen voor hun kinderen. Weliswaar hadden zij voor de zonen hogere ambities dan voor de dochters, dus ik heb later moeten leren hoe het is om in ‘andere’ milieus te verkeren, te onderhandelen met autoriteiten, mijn argumenten zorgvuldig te formuleren. Verder leerde ik van rolmodellen om doelgerichter te zijn en veel geduld te hebben in het proces om te komen tot dat wat je ambieert.
Natuurlijk speelt je opleidingsniveau een rol bij het vinden van een plek op de arbeidsmarkt waar je tevreden mee bent, maar die rol is ondergeschikt. Of je rolmodellen kent en gebruik maakt van je netwerk is belangrijker. Suzanne Bouma, sinds 2009 verbonden aan het onafhankelijke onderzoeksbureau Research voor Beleid, wist vanaf haar middelbare school wat ze wilde. Toch moesten haar ouders haar soms ‘pushen’ om de Havo af te maken. Vervolgens deed ze het eerste jaar van de HBO-opleiding wiskunde en informatica (‘gewoon omdat ik daar goed in was en ik een propedeuse moest behalen’) om daarna naar de Universiteit te kunnen. Ze studeerde Godsdienstwetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen, werkte daarna twee jaar op een cruiseschip en schreef zich vervolgens in voor de Masteropleiding Islam in de Moderne Wereld aan de Universiteit Utrecht. Haar afstudeeronderzoek deed ze in combinatie met een stage bij SPIOR. Het was niet alleen die ervaring die haar hielp om een baan te bemachtigen bij Research voor Beleid, maar ook de vele baantjes die ze tijdens en tussen haar opleidingen volgde. ‘En je zou kunnen zeggen dat ik een zogenaamde interne locus of control heb: ik wist wat ik wilde en dacht bewust na over wat ik moest doen om daar te komen.’ Bouma’s loopbaan tot nu toe past in haar profiel van ‘de’ hoogopgeleide autochtone vrouw: ze weet wat ze wil, weet zich te presenteren, wordt door haar omgeving gemotiveerd en maakt bewust gebruik van haar netwerk. De hoofdspreekster op de stedelijke viering van Internationale Vrouwendag 8 maart, met als thema “Haar talent, haar kracht!”, deed onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van niet-westerse allochtonen en van laagopgeleide vrouwen. Ten behoeve van haar lezing vergeleek zij daarnaast de positie van autochtone en allochtone vrouwen en van hoog- en lageropgeleide vrouwen.
Over financiën heb ik veel bij moeten leren, over lenen, hypotheken en pensioenopbouw. Wist u dat vrouwen tussen de zestig en vierenzestig jaar gemiddeld zeven keer minder pensioen opgebouwd hebben dan hun mannelijke leeftijdsgenoten? Ook in de leeftijdscategorie 40 – 45 jaar zijn er man/vrouw verschillen: in vergelijking met vrouwen hebben mannen gemiddeld al meer dan het dubbele aan pensioen opgebouwd, volgens een onderzoekpublicatie van E-Quality ‘Vrouwen en financiële zelfredzaamheid’. Is dat niet iets dat hoog- en laagopgeleid samen moeten oppakken? En o ja, laten we gebruik maken van onze vrouwelijke sensitiviteit en intuïtie. Die zetten we in om in te schatten of een zaak wel of niet pluis is en halen we boven tafel om ze bespreekbaar te maken.
Zelfvertrouwen ‘Een aantal factoren die iemands succes op de arbeidsmarkt bepalen geldt voor iedereen dus ook voor vrouwen’, constateert Bouma, ‘de opgedane kennis en ervaring en de mate waarin iemand door haar omgeving wordt begeleid en gemotiveerd. Zijn het niet haar ouders die een vrouw motiveren, dan kan het een docent zijn of een ander rolmodel: een vriendin of familielid die de een baan heeft die zij ook wel zou willen. Andersom geldt dat het ontbreken van voldoende kennis en vaardigheden en onvoldoende steun en begeleiding een
Gerda Nijssen
2
belemmering is bij de opstap naar de arbeidsmarkt. Voor niet-westerse allochtonen geldt dat zij extra belemmeringen kunnen ondervinden om een positie te verwerven waar ze zich prettig bij voelen zoals taalvaardigheid, gebrek aan steun door de ouders bij het doorlopen van de school, de schoolomgeving die hier onvoldoende rekening mee houdt en soms discriminatie. Ook hebben zij vaker een externe locus of control: meer dan het prototype hoogopgeleide autochtone vrouw laten zij beslissingen over hun leven en loopbaan afhangen van externe factoren. Specifiek voor vrouwen van de eerste generatie geldt dat traditionele rolpatronen in de weg kunnen staan bij het vinden van een gepaste baan. Bij de tweede en derde generatie geldt dat minder. Wel zijn zij eerder dan autochtone vrouwen geneigd om thuis te blijven als een familielid – ook buiten het eigen gezin – zorg nodig heeft.’ Of een werkende vrouw zich gelukkig voelt met haar plek op de arbeidsmarkt heeft volgens Bouma niet veel te maken met de hoogte van de opleiding. ‘De aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt is belangrijker. Wel is bij laagopgeleide vrouwen de kans groter dat zij minder zelfvertrouwen hebben. Zij denken vaak dat de arbeidsmarkt meer van hen verwacht dan zij te bieden hebben. Terwijl er juist steeds meer behoefte is aan laagopgeleid personeel.’ Dit lage zelfvertrou-
wen kwam ook naar voren uit het onderzoek van Research voor Beleid onder laagopgeleide vrouwen dat toepasselijk ‘Je weet wat je hebt, maar niet wat je krijgt’ is genoemd. Aan de andere kant hebben lageropgeleiden kwaliteiten die hoogopgeleiden minder hebben: ‘Ze hebben vaak meer doorzettingsvermogen en zijn gewend om alles aan te pakken. Zeker wanneer er sprake is van een ‘arbeidersmentaliteit’ en ze gewend zijn om voor het inkomen te moeten zorgen, staat werken voor hen voorop. Maar ook hier geldt dat wanneer zij geen rolmodel in hun omgeving hebben die deze ‘arbeidersmentaliteit’ projecteert en zij weinig zelfvertrouwen hebben, het voor hen moeilijk is om stappen te zetten om een betere positie te verwerven.’ Uitwisselen van ervaringen De aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt kan ook voor hoogopgeleiden een probleem zijn: ‘Kom je van de universiteit met het idee dat werkgevers om je staan te springen en het lukt vervolgens niet om een baan te vinden, dan is dat demotiverend. Iemand met een universitaire opleiding is niet altijd bereid om, als zij geen baan op haar niveau vindt, een baan op HBO- of lager niveau aan te nemen. Daar staat tegenover dat hoogopgeleide vrouwen beter in staat zijn zich te presenteren en hun
Eenmaal op de arbeidsmarkt, is iemands opleidingsniveau niet de belangrijkste factor die maakt of hij of zij tevreden is met de verworven positie. Maar tussen de hoogte van het opleidingsniveau en de vraag òf hij of zij op de arbeidsmarkt komt is weldegelijk een verband. In Rotterdam* werkt 69 % van alle mannen en 56 % van alle vrouwen werkt 63 % van alle autochtone vrouwen en 49 % van alle allochtone vrouwen heeft van alle hoogopgeleide vrouwen 81% een baan heeft van alle middelhoog opgeleide vrouwen 61% een baan heeft van alle laagopgeleide vrouwen 32% een baan * Cijfers uit 2008-2010
3
ben het voordeel dat zij over het algemeen een groter en intensiever netwerk hebben, al zijn zij minder gewend om zich te presenteren. Laat bijvoorbeeld hoogopgeleide vrouwen een presentatie geven over hoe zij zich op de arbeidsmarkt presenteren en laat vrouwen met een lagere opleiding hun verhaal vertellen over hoe hun doorzettingsvermogen ertoe leidde dat ze nu een goede positie op de arbeidsmarkt innemen. Hoog- en lageropgeleide vrouwen kunnen rolmodellen voor elkaar zijn en deel worden van elkaars netwerk. Van het uitwisselen van ervaringen leer je het meest.’
ambities uit te spreken en dat zij beter gebruik maken van hun netwerk. Lageropgeleide vrouwen hebben ook een netwerk – denk aan familie, contacten in de buurt, (oud-) collega’s en werkgevers – maar zijn minder gewend om dat ‘te gebruiken’ voor het vinden van werk.’ Centrale vragen tijdens de stedelijke 8-maartviering is wat hoogopgeleide vrouwen en lageropgeleide vrouwen van elkaar kunnen leren en hoe zij dat kunnen doen. Bouma is daar duidelijk over. ‘Natuurlijk, iedereen kan van elkaar leren. Lageropgeleiden kunnen leren om anders naar hun netwerk te kijken en dat beter te gebruiken. Allochtone vrouwen heb-
persoonlijk foto: Ralph Kämena i.o.v. Hotel Thuispaleis
‘Geloof in jezelf en in wat je wilt doen’ rolde van de ene opdracht in de andere. Het werk past bij me. Ik heb nooit veel moeite moeten doen om een project binnen te halen en ik kreeg altijd positieve reacties. Zo heb ik een goede reputatie opgebouwd. Daar pluk ik nu de vruchten van.’
Wie: Melek Büyüksahin Leeftijd: 26 Loopbaan: Havo, HBO Culturele en Maatschappelijke Vorming (mee bezig), al jaren vrijwilliger in de Tarwewijk, oprichter en eigenaar Stichting Fovea Rotterdam en projectbureau De Grote Valk, Publieksvoorlichter bij Roteb. Vanuit De Grote Valk doet Büyüksahin veel opdrachten in de Tarwewijk. In opdracht van Stichting Kosmopolis Rotterdam is zij nu manager van het Thuispaleis, waar thuiswerkers uit de wijk, zoals kapsters, pedicures en kunstenaars hun diensten aanbieden, elkaar kunnen ontmoeten en eventueel kunnen overnachten.
Wat raad je jongeren aan die ook projecten willen organiseren? ‘Je moet geloven in jezelf en in het project dat je wilt doen. Zet op een rij wat je doel is en ga er met zoveel mogelijk mensen over praten. Als je het moeilijk vindt om een plan te maken, zoek dan mensen op die je ermee kunnen helpen. Dat kan iemand van de deelgemeente zijn, een opbouwwerker, een sociaal-cultureel werker. Durf je ideeën openbaar te maken, want alleen dan kunnen mensen je helpen en wordt het concreet.’
Wat houdt je werk bij het Thuispaleis in? ‘Ik ben betrokken geweest bij de vormgeving ervan, organisaties en thuiswerkers in de wijk te benaderen, te werven en met elkaar te verbinden. Ik ontvang de gasten, onderhoud het netwerk en begeleid, zo nodig, de thuiswerkers.’
Heb je plannen voor na het Hotel Thuispaleis? ‘Ik wil mijn organisatie uitbreiden en meer projecten binnenhalen. Ik ben iemand die dingen graag zelf doet, maar ik wil een deel van mijn werk graag overdragen aan andere jongeren. Een bijzonder project dat ik probeer op te zetten, is een kookboek met recepten van vrouwen uit de Tarwewijk die graag catering doen en die ik al vaak heb ingehuurd. Charlois bestaat dit jaar 550 jaar, dat kan een mooie aanleiding zijn.’
Hoe ben je gekomen waar je nu bent? ‘Ik ben erin gegroeid. Mijn moeder werkt al twintig jaar als sociaal-cultureel werkster in de Tarwewijk en van jongs af aan heb ik haar geholpen. Al aan het begin van mijn opleiding heb ik mijn projectbureau De Grote Valk opgericht. (Mijn achternaam betekent Grote Valk in het Turks, vandaar). Dankzij mijn moeder had ik al veel contacten. Ik was gelijk best wel actief,
4
Samen
staan we sterk
Annet Schipper, programma Eigen Kracht
Samenwerking als sleutelwoord In drie jaar tijd moet Annet Schipper ervoor zorgen dat ‘verborgen’ Rotterdamse vrouwen hun krachten gaan inzetten voor de samenleving. De voorbereidingen daarvoor zijn volop aan de gang.
‘We zijn nog maar net begonnen hoor’, zegt Annet Schipper verontschuldigend. Vanuit SBAW (Stedelijk Bureau Ander Werk) heeft zij van de dienst JOS van de gemeente Rotterdam opdracht gekregen om uitvoering te geven aan het Rotterdamse deel van het landelijke overheidsprogramma Eigen Kracht. Het programma is opvolger van 1001-kracht, het OC&W-programma dat geïsoleerde vrouwen ertoe moest zetten om stage te lopen of vrijwilligerswerk te gaan doen. Eigen Kracht richt zich op àlle laagopgeleide vrouwen, allochtoon en autochtoon, in de vier grootste steden van Nederland, met speciale aandacht voor de zogenaamde ‘nuggers’ (niet-uitkeringsgerechtigden), vrouwen die, omdat hun partner de kost verdient, geen recht hebben op een uitkering en bijbehorende voorzieningen ter begeleiding naar het vinden van werk. Nederland telt naar schatting een miljoen laagopgeleide vrouwen. Rotterdam herbergt er verreweg de meeste, vermoedelijk zo’n vierhonderdduizend, van wie het overgrote deel niet actief is op de arbeidsmarkt. ‘Daar gaan wij wat aan doen.’ In Rotterdam moeten minstens driehonderd vrouwen een traject gaan doen en minstens honderd vrouwen twee of meer stappen zetten op de participatieladder.
de zorgsector groeit de vraag naar laagopgeleid personeel. Daar kunnen veel vrouwen die nu thuiszitten dus terecht, al dan niet met begeleiding en als vrijwilliger. Op LinkedIn vond ik een lector gezondheidswetenschappen die me vertelde over de arbeidsmarktsituatie in de zorg. Verder heb ik de website van het Maasstadziekenhuis uitgepluist op zoek naar interessante contacten en ben ik op de zorgboulevard geweest. Ook stichting Startlijn en instellingen voor thuis- en kraamzorg heb ik benaderd. Vrijwel iedereen blijkt graag aan het ontbijt te willen deelnemen’, aldus Schipper. Ondertussen broedt Schipper op ideeën over hoe ze de vrouwen gaat werven waar Eigen Kracht zich op richt en wat zij vervolgens met hen wil. ‘Via contacten van Dona Daria kan ik natuurlijk vrouwen vinden, zoals de vrouwen die bij geïsoleerde vrouwen huiskamerbijeenkomsten organiseerden over gezonde zwangerschap. En ook via welzijnsorganisaties als Disck. Wat ik wil is dat vrouwen leren zien dat zij kwaliteiten hebben waar zij wat mee kunnen. En vervolgens doen, of door anderen laten doen, wat nodig is om die kwaliteiten te kunnen benutten. De mogelijkheid bestaat dat ik een soort werkcorporatie opricht, voor vrouwen die thuis dingen maken en die op de markt willen zetten. Waar ik hoor over mogelijke stageplaatsen of vrijwilligerswerk breng ik betrokkenen met elkaar in contact. Wat ik en de mensen in mijn netwerk vanuit het programma nog meer gaan doen zal over een paar maanden duidelijk worden.
Om dit alles te bereiken is een cultuurverandering nodig, waarin vrouwen hun krachten leren kennen en benutten. Schipper gaat alle mogelijke initiatieven verzamelen en zal (laten) ventileren wat wel en niet werkt. Om die initiatieven te vinden en ter inspiratie volgt zij de strategie die zij voor talloze eerdere projecten volgde: ‘We kennen veel partijen en die breng ik allemaal op de hoogte, zodat zij ideeën en relevante contacten kunnen aandragen. Verder kijk ik veel op LinkedIn, het social medium à la Facebook, voor vooral zakelijk gebruik. Ik verricht speurwerk, pak de telefoon en voer gesprekken op verschillende niveaus en probeer concreet te schakelen tussen al die mensen en partijen.’ Een eerste sub-opdracht voor Eigen Kracht is het organiseren van een netwerkontbijt voor de zorgsector, ten kantore van wethouder Louwes van arbeidsmarkt en participatie. ‘Juist in
Heeft u ideeën die voor Eigen Kracht de moeite waard kunnen zijn? Kent u vrouwen voor wie het programma bedoeld is? Of wilt u zelf via Eigen Kracht aan de slag, neem dan contact op met Annet Schipper via:
[email protected]
5
Behalve bij Dona Daria en in het stadhuis, wordt op 8 maart op tal van andere plaatsen in de stad Internationale Vrouwendag gevierd: Wat: Speeddatebijeenkomst Münchhausenbeweging Voor: Jonge hoogopgeleide meiden uit Rotterdam en omgeving Waar: 16:30-19:30 uur, De Nieuwe Nachtegaal, Mezenhof 1, Rotterdam Info: www.munchhausenbeweging.nl, Marjolijne Lewis
het netwerk
Wat: Workshops, informatiekraampjes en feest Meidenvilla Stichting Welzijn Feijenoord Voor: Meiden en vrouwen uit de deelgemeente Feijenoord Waar: 13:00-22:30 uur, 't Vliegwiel Feijenoord, Hillevliet 98, Rotterdam Info: www.vliegwielfeijenoord.nl , Sibel Samur
Een COLLAGE van creatieve onderneemsters
Wat: Creatief met minder Vrouwenplatform Delfshaven Voor: Meiden en vrouwen uit de deelgemeente Delfshaven Waar: 12:00-20:00 uur, VEC BoTu, Taandersstraat 121, Rotterdam Info: VEC BoTu, www.sc-w.nl, Marianne van der Waal Wat: Occupy Sister Day Occupy Rotterdam Voor: Occupy vrouwen uit alle kampen in Nederland Info:
[email protected] o.v.v. “Occupy Sisters”
Annet Scholten is illustrator. Ze werkt alleen en thuis en dat kan eenzaam zijn. Vandaar dat zij op zoek ging naar collega creatieve onderneemsters, eerst in Utrecht, waar zij zeven jaar woonde, daarna in Rotterdam. Hier stond zij in 2006 aan de wieg van Collage. ‘Wat leuk is aan Rotterdam’, ontdekte Scholten na haar verhuizing, ‘is dat hier veel vrouwelijke onderneemsters zijn. Via het Centrum Ondernemen in Delfshaven (COiD) ontmoette ik een grafisch ontwerpster. Zij bleek veel mensen te kennen, die zelf ook weer veel mensen kenden. Die benaderden we en zo ontstond het Collagenetwerk, vernoemd naar de samenhang in het bonte gezelschap creatieve ondernemerschappen dat er deel van uitmaakt: schrijvers, grafisch vormgevers, illustratoren, ontwerpers, fotograven en beeldend kunstenaars. In het begin waren ook mannen welkom, maar die kwamen niet. Toen besloten we er een vrouwennetwerk van te maken, dat heeft een andere sfeer. Waarom? Tja, simpel gezegd komen mannen van Mars en vrouwen van Venus. Iedere zes weken organiseren we een bijeenkomst rond een thema. En iedere maand gaan we naar een museum. Onze laatste bijeenkomst ging over Ondernemen met Focus, het zakelijke deel van ondernemen. Alle leden leveren wel eens een bijdrage. Vanuit het netwerk ontstaan vaak samenwerkingsverbanden. Verder wisselen we informatie en kennis uit en helpen we elkaar met praktische zaken, zoals het vinden van een nieuwe werkruimte. Maar het is vooral een sociaal gebeuren, we hebben het ook over vakantie. Sinds de oprichting zijn we altijd gegroeid. Nu hebben we honderd mailleden. Vooral creatieven, maar we hebben ook een financieel adviseur en coaches. Nieuwe vrouwen zijn altijd welkom. Het hebben van een eigen bedrijf is het voornaamste dat ons bindt.’ Op de foto: v.l.n.r. Esther Schulte, voorzitter Ine Keitz, Barbara van Soest, Annet Scholten, Nienke van Look en Cynthia Bartelomij www.collagenetwerk.nl
Wat: Vrouwenfeest PIT 010, workshops en activiteiten Voor: Vrouwen en meiden uit de deelgemeente Charlois-Zuid Waar: 9:00-12:00 uur, locatie in Pendrecht Info: Daniëlle van de Kemenade,
[email protected] Wat: Ontbijt en workshops Stichting Welzijn Noord, Sonor en SBA Voor: Vrouwen en meiden uit de deelgemeente Noord Waar: 9:00-12:00 uur, Buurthuis Mozaïek Info: www.welzijnnoord-rotterdam.nl, Latifa Montassir Wat: Emancipatiedebat, vrouwen uit de Deelraad Feijenoord Voor: Vrouwen en meiden uit de deelgemeente Feijenoord Waar: 19:00 uur Deelgemeente Feijenoord, Maashaven OZ 230 Info:
[email protected], Marit van der Riet Wat: Tentoonstelling van diverse Rotterdamse kunstenaars n.a.v. Internationale vrouwendag Voor: Iedereen Waar: 19:00 uur WTC Art Gallery Rotterdam Info: www.annetscholten.nl, Annet Scholten Wat: Diverse activiteiten Perspect Voor: Meiden en vrouwen uit de deelgemeente IJsselmonde Waar: Drie locaties in IJsselmonde Info: www.perspect.nu, Priscilla Ramos
6
Haar Talent, haar kracht Stedelijke viering Internationale Vrouwendag 8 maart 2012 Bij Dona Daria, Kenniscentrum Emancipatie Gerard Scholtenstraat 129, 3035 SJ Rotterdam:
In de Burgerzaal van het Rotterdamse stadhuis Coolsingel 40, 3011 AD Rotterdam:
9.30 uur: Inloop 10.00 uur: Welkom en korte inleiding 10.15 uur: Start workshops:
13.30 uur: Inloop 14:00 uur: Welkomstwoord door dagvoorzitter Lorette Anders (Dona Daria, Prefoeroe, FNV) 14:05 uur: Batuco groep Casa Tiberias 14:20 uur: Dona Daria, Kenniscentrum Emancipatie: een nieuwe kennismaking 14:30 uur: Introductie: Hoogopgeleide vrouwen en laagopgeleide vrouwen, wat kunnen zij van elkaar leren? Uitkomsten van voorbereidende miniconferenties en workshops 14:40 uur ‘Hoe kunnen vrouwennetwerken de sociale mobiliteit van vrouwen bevorderen?' Inleiding door Suzanne Bouma, Research voor Beleid 15:10 uur: De praktijk: netwerken onder leiding van Lorette Anders 15:30 uur: Intermezzo: Haar talent, haar kracht, door Carrie 15:45 uur: Topvrouwen in levende lijve: rolmodellen in het zonnetje 16:10 uur: Netwerken voor emancipatie in Rotterdam, door Korrie Louwes, wethouder Arbeidsmarkt, hoger onderwijs, innovatie en participatie 16:25 uur: Afsluiting inhoudelijk programma 16:30 uur: Feestelijk informeel samenzijn
1. Presentatie en netwerken o.l.v. Hanneke Dijkman Hoe presenteer ik mij in tijden van crisis? Hoe bouw ik een functioneel netwerk op? Hoe onderhoud ik mijn netwerk? Hoe kunnen vrouwen en vrouwennetwerken elkaar ondersteunen bij het veroveren, versterken en/of behouden van een positie op de arbeidsmarkt? 2. Leefwerelden en rolpatronen o.l.v. Adalgizia Delgado Wat drijft vrouwen om te werken? Welke kansen zien vrouwen op de arbeidsmarkt? Welke rolpatronen ervaren vrouwen thuis en op de werkvloer? Welke rolpatronen zouden vrouwen willen creëren? Hoe kunnen vrouwen en vrouwennetwerken elkaar ondersteunen bij het creëren van kansen op de arbeidsmarkt en het gewenste rolpatroon? 3. Competentiemanagement o.l.v. Layla Hacene, Scala Welke (specifiek vrouwelijke) competenties kennen vrouwen zichzelf toe? Hoe kunnen vrouwen hun competenties inzetten voor het veroveren, versterken of behouden van een positie op de arbeidsmarkt? Welke competenties zouden vrouwen willen (door)ontwikkelen? Hoe kunnen vrouwen en vrouwennetwerken elkaar ondersteunen bij het (door)ontwikkelen van competenties? 11.45 uur: einde workshops 12.00 uur: lunch 13.00 uur: vertrek naar het stadhuis
Aanmelden? Stuur een email naar
[email protected] of bel 010-465 92 96. Vermeld uw naam, de naam van uw organisatie en of u wilt deelnemen aan het ochtendprogramma, het middagprogramma of beide. Doet u mee aan het ochtendprogramma, vermeld dan welke workshop u wilt volgen.
COLOFON
kenniscentrum emancipatie Gerard Scholtenstraat 129 3035 SJ Rotterdam telefoon 010 - 465 92 96 fax 010 - 465 87 37 www.donadaria.nl
[email protected]
Ontwerp: Pressure Line, Rotterdam
Uitgave van: Dona Daria, Maart, 2012 Redactie: Aisha de Jong, Gerda Nijssen, Anke Welten (teksten, hoofden eindredactie) Aan dit nummer werkte mee: Carola Dogan
7
Druk: Goos Communicatiemakers Deze nieuwsbrief wordt mogelijk gemaakt door Gemeente Rotterdam.
'Vrouwenorganisaties langs etnische lijnen zijn een belemmering voor emancipatie' Dona Daria zou onderzoek moeten doen naar de vraag hoe komt dat veel vrouwenorganisaties moeite hebben om vrouwen met verschillende achtergronden te bereiken, zei Marit van der Riet, deelgemeentebestuurder in Feijenoord, vorige maand in DonaDarianieuws. Bij deze een eerste aanzet. Wat vinden onze partners van bovenstaande stelling?
Selma Ablak, stichting Rosarium TEGEN 'Voor sommige vrouwen is het al een hele stap om het huis uit te gaan. Voor hen is het belangrijk dat zij terechtkunnen bij een laagdrempelige organisatie. Wij zijn een multiculturele organisatie die zich richt op vrouwen met verschillende achtergronden en opleidingsniveaus. Maar door onze Turkse achtergrond kennen wij de Turkse doelgroep en hun behoefte het beste. Onze prioriteit is vrouwen te motiveren om mee te doen: eerst aan koffiebijeenkomsten, later excursies of vrijwilligerswerk. Omgaan met mensen met dezelfde culturele identiteit is geen must, maar ervaring leert dat vrouwen eerder stappen durven te zetten als het matcht. Veel vrouwen denken dat zij niets kunnen, maar iedereen heeft kwaliteiten. Een vrouw die pas voor het eerst naar een koffieochtend kwam blijkt heel goed te kunnen koken. Nu betrekken we haar bij een project voor ouderen in een verzorgingshuis. Zij kookt thuis voor hen. Je ziet dat ze meer zelfwaardering krijgt, een eerste stap richting emancipatie. Een volgende stap zal zijn dat ze meegaat naar een verzorgingshuis, een nieuwe omgeving. Emancipatie gaat niet van de ene dag op de andere, het is een proces dat tijd nodig heeft.'
zie vaak hoe mensen belemmerd worden in hun emancipatie door de houding van Nederlanders. ‘Het is onbegonnen werk, ‘ze’ zullen zich nooit op onze manier inspannen’, zo hoor ik Hollandse schooldirecteuren zich vaak over allochtone ouders uiten. Emancipatie betekent juist dat je voor jezelf leert kiezen. Dat is wat anders dan aan Nederlandse normen proberen te voldoen. Kijk naar de winst van het leven in twee culturen. Verhalen die ouders van hun moeder en oma hebben gehoord gaan over dezelfde normen en waarden als onze fabels. Die kennen zij goed en kun je juist inzetten bij opvoedingsondersteuning. ‘De emancipatie’ en zelforganisaties hebben elkaar nodig.’
Daphne van Houte, gemeenteraadslid Leefbaar Rotterdam, VOOR
Elsie Sloot, Bureau voor Opvoedingsadvies TEGEN
‘In mijn visie werken vrouwenorganisaties langs louter etnische lijn eerder belemmerend, vertragend en verzuilend voor emancipatie, wat zonde lijkt te zijn voor de ambities die de dames ongetwijfeld hebben als ze hier arriveren. Emancipatie langs de etnische lijn biedt weliswaar versterking van eigen fundament, waarden en gezelligheid, als een soort verzuiling, maar staat onvoldoende open voor stimulering naar nieuwe ontwikkelingen en kennis. Verworvenhedenheden voor vrouwen in de zin van hier al doorontwikkelde autonomie en zelfbeschikking kunnen mijns inziens het best ‘doorgeleerd’ worden door vrouwen die hier in Nederland geëmancipeerd zijn, van multi-etnische en Nederlandse afkomst. Multietnische lijnen dienen binnen een programma wat mij betreft ter kennisname van elkaars achtergrond als korte proloog en moeten gevolgd worden door een langer programma dat aanzet tot het zich richten op mainstream Nederland in al zijn aspecten. Overigens ben ik voorstander van een zelfde soort programmering voor mannen. Emancipatie, aangeboden door de overheid, mag en kan niet eeuwig duren. Zolang organisaties zich programmatisch niet voldoende richten op voortgang daarnaar, maar focussen op angst voor buitenwereld en eigen pijn zal er emancipatoirtechnisch gezien niet veel gebeuren.’
‘Als je niet in je eigen cultuur kunt emanciperen, dan kun je dat ook niet in een andere. Het belang van vrouwenorganisaties langs etnische lijnen is dat vrouwen daarin samen kunnen leren waar bij hen de pijn zit en dáár achteraan kunnen gaan. Ik
Wilt u ook reageren op bovenstaande stelling? Mail naar
[email protected], onder vermelding ‘Van mening, maart 2012’.