Bijlage 1a: Voortgangsverslag bespreken OGGZ en GGZ regeling Doelstelling Voortgang bestuurlijk monitoren van OGGZ en GGZ regeling aan de hand van: Verslagen 2012 Plannen 2014 Wat is OGGZ De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) richt zich op sociaal kwetsbare mensen. 1 Zij zijn onvoldoende in staat om in de eigen bestaansvoorwaarden te voorzien, hebben meerdere problemen tegelijkertijd, krijgen niet de zorg die zij volgens hulpverleners nodig hebben en stellen geen hulpvraag waar de reguliere hulpverlening een antwoord op heeft. Onder de OGGZ valt ook de Geestelijke Gezondheidzorg (GGZ), Vrouwenopvang, Huiselijk Geweld en verslavingsbeleid. Overlegstructuur Voor OGGZ en Huiselijk geweld kennen we verschillende overlegcircuits, bestaande uit een beleidsvoorbereidend overleg en een bestuurlijk overleg. Het bestuurlijk overleg is geen formeel besluitvormend orgaan. Reden voor het gescheiden overlegcircuit is dat OGGZ beleid wordt gemaakt op het niveau van Zuid-Holland Noord en Huiselijk geweld op het niveau van Hollands Midden. Er is destijds gekozen voor deze grotere regio om voor aansluiting te zorgen met de Veiligheidsregio en de politieregio. OGGZ beleidsvoorbereidend overleg: Een centraal beleidsvoorbereidend Platform OGGZ, waarvan een beleidsmedewerker van Leiden voorzitter is. Deelnemers aan het overleg zijn een beleidsmedewerker uit Katwijk , Alphen a/d Rijn en Leiderdorp. Daarnaast zijn veel zorgpartijen, maar ook politie, Zorg en Zekerheid en woningcorporaties in het overleg vertegenwoordigd. Duin- en Bollenstreek en de Rijnstreek kennen een eigen sub-regionaal OGGZ overleg. De beleidsmedewerker OGGZ van de GGD is secretaris van al deze beleidsvoorbereidende overleggen en vormt daarmee een verbindende schakel. OGGZ bestuurlijk overleg De wethouder zorg en welzijn van Leiden is voorzitter van dit overleg, waarin ook Katwijk en Alpen a/d/ Rijn zitting hebben en de belangrijkste zorgpartijen, de VWHR (Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland) en Zorg en Zekerheid. Zaken die voor alle gemeenten van belang zijn worden geagendeerd in het PHO Sociale agenda. Secretaris is de voorzitter van het beleidsvormend Platform. Huiselijk geweld beleidsvoorbereidend overleg: Het Regionaal beleidsoverleg (RBO) wordt voorgezeten door een beleidsmedewerker van Leiden, secretariaat ligt bij het Steunpunt huiselijk geweld. Het overleg bestaat uit beleidsmedewerkers van Gouda, Katwijk en Alphen aan den Rijn, Steunpunt Huiselijk Geweld, politie en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Huiselijk geweld Bestuurlijk overleg De wethouder zorg en welzijn van gemeente Leiden is voorzitter van het overleg. Deelnemers zijn de wethouder zorg en welzijn Gouda, en burgemeesters van Nieuwkoop en Oegstgeest als vertegenwoordigers uit de Veiligheidsregio en burgemeester van Zoeterwoude als vertegenwoordiger uit RDOG. Daarnaast zijn politie, GGD en OM vertegenwoordigd. Zaken die voor alle gemeenten van belang zijn worden geagendeerd in het RDOG. Reden hiervan is dat in dit overleg heel Hollands Midden vertegenwoordigd is. Secretaris van het overleg is de voorzitter van het beleidsoverleg.
1
Wolf, J. (2006) Handreiking OGGZ in de Wmo. Chevalier International.
1
GGZ regeling Achtergrond: GGZ regeling is de regionale voortzetting van een aantal activiteiten op het terrein van de collectieve preventie in de psychiatrie. Deze activiteiten zijn overgekomen uit de AWBZ bij de invoering van de WMO in 2007. Besloten is om deze activiteiten regionaal voort te zetten en Leiden te vragen dit namens de gemeenten uit te voeren. In feite kan deze taak door iedere deelnemende gemeente worden uitgevoerd. De gemeentelijke bijdragen worden d.m.v. facturen geïnd. In 2014 wordt hiervoor via het WMO budget beschikbaar gesteld (meicirculaire 2013): Collectieve GGZ preventie Zorgvernieuwingsprojecten
10,5 miljoen 7,4 miljoen
Dat is naar rato van het aantal inwoners voor Holland Rijnland 3,2% van 17,9 miljoen is €573.000. De genoemde bedragen zijn gelabeld door het Rijk maar niet geoormerkt (feitelijk vrij besteedbaar). In 2013 is door de deelnemende gemeenten uitgegeven*: Collectieve Preventie GGZ Activiteitenbudget Zorgvernieuwing GGZ GGZ informatiepunt € 97.000 Inloophuis Psychiatrie € 83.200 Belangenbehartiging ZON** € 68.362 Totaal
€ 272.636
€ 248.561 € 521.197
*Kaag en Braassem doet hier niet aan mee ** Leiden financiert ZON aanvullend € 54.738. In het PHO van 19 juni 2013 hebben de gemeenten besloten om voor 2014 wederom geen accres te hanteren. Gemeenschappelijke regeling Kaag en Braassem heeft besloten om niet deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling. Tot en met 2012 heeft deze gemeente nog wel meegedaan aan de gemeenschappelijke financiering van de voorzieningen. Vanaf 2013 is dat niet meer het geval. Dit betekent feitelijk een korting op het budget van de voorzieningen. Tegelijkertijd zien we in de rapportage van de Collectieve Preventie dat er wel deelnemers zijn uit Kaag en Braassem 2 . Feitelijk betekent dit dat de overige gemeenten voorzieningen in stand houden waar K&B gebruik van maakt. We zien ook dat deelnemers van buiten de regio gebruik maken van voorzieningen in deze regio, maar zo zullen ook burgers uit Zuid-Holland Noord gebruik maken van voorzieningen in Noord- Holland en Midden Holland. Solidariteit is noodzakelijk om de voorzieningen lokaal in stand te houden. € 154.418 Vriendendienst Vriendendienst is als mantelzorgondersteuning (vrijwilligerswerk) aan te merken en valt niet onder de collectieve preventie en zorgvernieuwing GGZ. Het wordt door een deel van de gemeenten gefinancierd. Leiderdorp, Rijnwoude en Kaag en Braassem nemen hier niet aan deel. Leiderdorp subsidieert Vriendendienst zelf. De overige gemeenten nemen geen diensten af van Vriendendienst. Dat betekent dat Vriendendienst voor de overige twee gemeenten ook niet bemiddelt voor mensen met psychiatrische problematiek uit deze gemeenten. Beeld van de activiteiten:
2
Bron rapportage Rivierduinen: Totaal 10 deelnemers uit K&B aan voorlichtingsbijeenkomsten in Leiden en Alphen a/d Rijn en 3 kinderen namen deel aan preventieprogramma’s voor Kinderen en Jeugd.
2
-
-
Collectieve Preventie GGZ (cursussen en activiteiten gericht op vroegsignalering en voorkomen van zwaardere psychische problematiek, onderverdeeld naar Kinderen & Jongeren en Volwassenen & Ouderen; Onder Zorgvernieuwing GGZ vallen: Informatiepunt GGZ, geeft voorlichting en informatie zowel voor groepen als individueel. Vrijwilligers zijn veelal ervaringsdeskundig en doen hier werkervaring op in het kader van herstel en re-integratie; Inloophuis Psychiatrie, vervult een huiskamerfunctie op tijden dat andere voorzieningen gesloten zijn dus 's avonds en in het weekend; ZON belangenorganisatie voor mensen met psychiatrische problematiek, maar ook voor mensen die kampen met verslaving of dakloosheid. Onder mantelzorgondersteuning (vrijwilligerswerk): Vriendendienst, een maatjesproject voor mensen met psychiatrische problematiek, werkt met vrijwillige maatjes. Subsidie is voor beroepskrachten die werving, scholing, koppeling en begeleiding van maatjes verzorgen;
De verslagen 2012 van deze activiteiten zijn te vinden op de website van Holland Rijnland Ontwikkelingen: De laatste jaren wordt er landelijk fors gestuurd op beddenreductie bij GGZ instellingen met de daarbij behorende financiële kortingen. Een ontwikkeling die hiermee verband houdt is dat mensen minder snel een indicatie voor intramurale zorg krijgen. De discussie rond de zogenaamde Zorgzwaartepakketten (ZZP) is nog niet afgerond, maar duidelijk is wel dat alleen mensen met zware problematiek in de nabije toekomst nog voor opname in aanmerking komen. Dat betekent dat mensen met minder zware problematiek, al dan niet met ambulante zorg, zelfstandig moeten wonen. Met de transities in het sociale domein komt deze groep voor verantwoordelijkheid van de gemeenten. Preventie en ondersteuning zijn er op gericht om zwaardere zorg te voorkomen, dan wel met beperkte middelen mensen met psychiatrische problematiek zodanig te ondersteunen dat zij een zelfstandig leven aankunnen. Collectieve Preventie, de zorgvernieuwing GGZ en het maatjesproject Vriendendienst zijn daarmee belangrijke instrumenten om de zorg beperkt en op den duur betaalbaar te houden. Vooruitblik: Het spreekt voor zich dat met de drie decentralisaties de activiteiten die vallen onder de GGZ regeling voor gemeenten aanzienlijk aan belang winnen. Preventie voorkomt curatie en past in de WMO werkwijze die de gemeenten voor ogen staat. De activiteiten van het informatiepunt, het inloophuis, ZON en de vriendendienst sluiten aan bij het WMO beleid om vrijwilligers en ervaringsdeskundigen beter te benutten. Resultaten Resultaten van preventie met name van de collectieve preventie zijn lastig te meten. Op het PHO van 18 september heeft het Trimbos-instituut het nut en de noodzaak van GGZpreventie toegelicht en het ontwikkelde programma op het gebied van de GGZ preventie in Holland Rijnland gedeeltelijk doorgelicht. Aansluitend hierop zullen alle OGGZ- en GGZpreventie activiteiten in beeld worden gebracht en geanalyseerd. Dit past binnen de bestuursopdracht met betrekking tot de uitbreiding van de WMO, waarin afspraken worden geformuleerd om te komen tot goede afspraken en afstemming binnen de OGGZ/GGZ-keten (van preventie tot maatschappelijke opvang). Op de website van Holland Rijnland zijn een aantal rapportages van preventie-activiteiten te vinden. De monitor OGGZ 2012-2013 ZHN, die eind 2014 beschikbaar is, zal nog meer inzicht kunnen geven in de precieze resultaten in de regio.
3
OGGZ Algemeen De huidige ontwikkelingen en de decentralisaties hebben als gevolg dat meer mensen zullen zijn aangewezen op ambulante zorg, die de gemeenten moeten organiseren. Als mensen zelf zorg zoeken is dat meestal gemakkelijker te organiseren, maar er zijn ook mensen die de noodzakelijk geachte zorg afwijzen en niet willen. We hebben het dan over de zogenaamde zorgmijders, die vallen onder de doelgroep van de OGGZ. Naast de zorg voor individuele burgers is er nog een ander belang voor gemeenten om ook voor de zorgmijders te zorgen. Uit het oogpunt van terugdringen van overlast en criminaliteit is het belangrijk om zorgnetwerken of wijk- of buurtteams in te zetten om contact te houden met deze doelgroep. Onderzoek in Utrecht heeft uitgewezen dat intensief contact onderhouden met deze groep door frequent huisbezoek de overlast en kleine criminaliteit fors terug te brengen is. Achtergrond Alle gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om dakloosheid te voorkomen goede nazorg te bieden aan mensen die na dakloosheid, detentie of opname zich (op)nieuw in de gemeente vestigen. Belangrijke pijlers daarin zijn stabiele huisvesting, dagbesteding en financiën. Leiden is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang en het verslavingsbeleid. Het geld is gelabeld maar niet geoormerkt (feitelijk vrij besteedbaar). Begroting 2013: € 5.201.679 Bijlage 1: Bestedingsoverzicht Decentralisatie Uitkering MO/VO (OGGZ) 2013 Ontwikkelingen Inhoudelijk: Regionaal kompas Het Regionaal Kompas 2008 – 2013 loopt formeel eind dit jaar af. Het ministerie van VWS geeft een verlenging tot 2014 aan. De evaluatie van het Regionaal Kompas zal medio 2014 worden afgerond. Naast een rapportage over de doelen van het Kompas, is het ook de bedoeling om de betrokkenheid van gemeenten in de regio een OGGZ partijen hierbij te betrekken. De evaluatie van het Regionaal Kompas en het ontwikkelen van een vervolgplan worden ambtelijk voorbereid. Hiervoor wordt met ambtenaren ZHN en betrokken OGGZ partijen in oktober een bijeenkomst georganiseerd. Eind van dit jaar volgt een nieuwe daklozentelling. Evaluatie en nieuwe beleidsinitiatieven zullen aan het PHO worden voorgelegd.
Verslavingsbeleid In 2012 is de Regionale Beleidsvisie Verslavingspreventie Zuid-Holland Noord vastgesteld. Deze visie schetst de kaders voor Brijder Verslavingszorg B.V. en de GGD Hollands Midden, die beiden verslavingspreventieactiviteiten aanbieden en uitvoeren in de regio Zuid-Holland Noord. Het speerpunt is alcohol, maar er wordt zeker ook aandacht besteed aan overige verslavingsvormen. De voorlichting vanuit de GGD verloopt primair via de programma’s ‘De Gezonde School’ en ‘Genotmiddelen’ voor het primaire en het voortgezet onderwijs. In de programma’s is aandacht voor educatie voor leerlingen, scholing docenten, voorlichting aan ouders en regelgeving & handhaving op scholen, en bestrijkt de middelen tabak, alcohol en (soft)drugs (het basisonderwijs legt zich vooralsnog primair toe op tabak en/of alcohol). Brijder Jeugd heeft als werkgebied o.a. het jongerenwerk, buurt- en clubhuizen en geeft deskundigheidsbevordering en richt zich op het trainen van signaleren van gebruik aan de intermediairs. In die voorlichting, trainingen en deskundigheidsbevordering wordt al het gebruik behandeld, waarbij de nadruk ligt op alcohol en in tweede instantie cannabis. Op zorginhoudelijk gebied gaat Brijder verder op de weg, die eerder is ingeslagen. Mensen kunnen terecht voor problemen met alcohol, drugs, medicijnen en gokken. Er wordt veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de behandelplannen en de cliënten
4
worden bezocht aan de hand van hun zorgzwaarte en actuele situatie. Uitgangspunt daarbij is om cliënten met een hogere zorgzwaarte frequenter te bezoeken. Tevens wordt er veel gebruik gemaakt van zorg in groepsverband. Aan zowel de terugvalpreventiegroep Alcohol, als de empowermentgroep nemen veel cliënten trouw en naar tevredenheid deel. Handhaving en regelgeving zijn belangrijke instrumenten als het gaat om preventie van alcoholmisbruik. Met de wijziging van de Drank- en Horecawet hebben gemeenten hier meer verantwoordelijkheid in gekregen. Het is zaak lokaal preventie en handhaving/regelgeving goed met elkaar te verbinden.
Scheve huisjes voortgang Het streven is om in de regio te komen tot 15 plekken (5 per sub-regio) voor scheve huisjes, zoals afgesproken in het PHO van 20 juni 2012. Alphen a/d Rijn heeft zoals bekend al geruime tijd 2 huisjes. Leiden heeft al enige jaren een scheef huisje en heeft recent 2 scheve huisjes gerealiseerd, waardoor het totaal op 3 komt. Verder heeft Leiden succesvol geëxperimenteerd met Housing First met intensieve begeleiding, waardoor vier extra mensen van de wachtlijst van de scheve huisjes gehuisvest zijn. In de regio lijkt het verder stil. In september inventariseert Leiden de stand van zaken.
Ambulante crisisopvang In 2012 is in Leiden een pilot gestart met ambulante crisisopvang. Mensen die acuut dakloos zijn, krijgen onderdak in een normale (wissel)woning, gehuurd door De Binnenvest, waar de hulpverlening en begeleiding gericht is op eigen huisvesting. Deze pilot is succesvol gebleken, de begeleiding is kwalitatief verbeterd en mensen blijven zelfstandiger dan in de groepsopvang. Bovendien is deze vorm van crisisopvang goedkoper dan de 24-uurs groepsgewijze crisisopvang. De wens is nu om deze ambulante crisisopvang te organiseren in de gemeente waar het probleem zich voordoet. Inhoudelijk is dit gewenst, omdat mensen op die manier zo dicht mogelijk bij hun oorspronkelijke leefomgeving en sociale netwerk kunnen blijven. Dit sluit ook aan bij een verzoek van de Leidse corporaties, die - ondanks de lage doorstroom in de sociale huurwoningen- buiten het contingent om extra woningen in Leiden hebben geleverd om ambulante crisisopvang mogelijk te maken. Om ambulante crisisopvang regionaal vorm te geven, is naast medewerking van de corporaties in de regio ook medewerking van de gemeenten nodig. Het organiseren van een versnelde hulpverlening ter plaatse, waaronder ook inkomen en schuldhulpverlening, vraagt inzet van diverse partijen. De Binnenvest wil dit graag in gang zetten maar heeft commitment van de regiogemeenten nodig.
Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld Het budget Vrouwenopvang en huiselijk geweld wordt landelijk herverdeeld aan de hand van objectieve criteria. Dit lijkt voor Gouda en Leiden nadelig uit te pakken. Recent is een Regiovisie Geweld in Huiselijke Kring Hollands Midden 2014 – 2018 opgeleverd. Voor de zomer is deze in de colleges Gouda en Leiden vastgesteld voor zienswijze van de gemeenten in de respectievelijke regio’s Midden Holland en ZuidHolland Noord. Tevens is de visie ter inspraak gelegd in Leiden. Ook de WMO raden Gouda en Leiden zijn uitgenodigd om te reageren. De reactietijd loopt tot 18 september 2013. Doel is de regiovisie voor eind 2013 in de gemeenteraden van Gouda en Leiden vast te stellen. In oktober 2013 zal de regiovisie met de reacties worden geagendeerd in het RDOG. In de regiovisie is ook de taakverdeling tussen centrumgemeenten en regiogemeenten opgenomen. Alle gemeenten hebben een zelfstandige rol in de aanpak van huiselijk geweld. Het gaat dan om lokale voorlichting en preventieactiviteiten, ondersteunen van vrijwilligersorganisaties die met kinderen werken, het oppakken van lichtere huiselijk geweld zaken in lokale zorgnetwerken en toezicht op uitvoering van de Wet meldcode door hierover in subsidieafspraken op te nemen.
5
Een Hollands Midden brede werkgroep heeft voor de zomer advies uitgebracht aan de projectleiding 3 D over het gedwongen kader Jeugd (jeugdbescherming, Jeugdreclassering, gedwongen jeugdopname en vorming AMHK). De vorming van een Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) maakt deel uit van het advies. In het AMHK moeten Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Steunpunt Huiselijk Geweld opgaan. Het AMHK wordt in de nieuwe Wmo geregeld. De werkgroep heeft voorgesteld het AMHK onder te brengen bij de GGD. Gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de financiering van het AMHK.
Dreigende Energieafsluitingen Holland Rijnland 2012 – 2013 Het aantal energie afsluitingen neemt de laatste jaren toe. Dreigende energie afsluitingen zijn een signaal van problematische schulden en multiproblematiek. Sinds enkele jaren melden energiebedrijven aanstaande energieafsluitingen in de winterperiode (1 oktober tot 1 april) vooraf bij de gemeentelijke schuldhulpverlening (SHV). In de regio is vanuit centrumgemeente en OGGZ partners voor de periode 2012-2013 een voorstel gedaan om verder samen te werken op dit onderwerp. De focus ligt daarbij op gezinnen met minderjarige kinderen. De werkwijze in het kort: SHV doet bij bericht van dreigende afsluiting een extra inspanning om in contact te komen met het gezin. Tevens een check of het gezin bekend is elders in de gemeente en bij het Meldpunt Zorg & Overlast. Het Meldpunt weet vaak ook of een gezin elders al bekend is. Als het contact niet tot stand komt gaat het Meldpunt op huisbezoek en leidt toe naar zorg en hulpverlening. Deze werkwijze is besproken in het AO Participatie en het AOZW en voorgesteld aan de teamleiders schuldhulpverlening van de gemeenten. De meeste gemeenten hebben hier gehoor aan gegeven. De resultaten van de werkwijze en aanbeveling voor vervolg zijn te vinden in deze rapportage.
Praktisch te besluiten: 1. Gemeenten onderschrijven dat het solidariteitsprincipe bepalend is voor het in stand houden van een GGZ preventie aanbod. Afrekenen per deelnemer is hiervoor niet voldoende, omdat de continuïteit daarmee niet gewaarborgd is. 2. In het jaar 2012 heeft Leiden de inschrijving van marginaal gehuisvesten op het adres van de Papegaaisbolwerk te Leiden opgeschoond. Alleen daklozen en een beperkte groep marginaal gehuisvesten, die aangewezen is op hulp en begeleiding van De Binnenvest kunnen op het adres van de maatschappelijke opvang, Papegaaisbolwerk, worden ingeschreven. Hiervan is mededeling gedaan in het portefeuillehoudersoverleg van juni 2012. Het aantal ingeschrevenen is teruggebracht van 400 naar minder dan 200. Marginaal gehuisvesten horen in de gemeente waar zij verblijven te worden ingeschreven. Dit heeft in het ambtelijk overleg geleid tot de behoefte aan een heldere definitie van het begrip marginaal gehuisvesten. Het voorstel is om de volgende definitie hiervoor gezamenlijk vast te stellen:
“Onder marginaal gehuisvesten verstaan we mensen die onderdak zijn en de beschikking hebben over verwarming, elektra en water/sanitair. Water/sanitair kan ook buiten het eigen onderdak zijn, maar wel binnen (hand)bereik, zoals op een camping. Het onderdak heeft geen formele woonstatus, waardoor de bewoner op dat adres niet in het GBA bestand kan worden ingeschreven.” Indien deze groep geen mogelijkheid heeft een adres van naasten te gebruiken als briefadres, kan deze groep een verzoek doen om tijdelijk gebruik te maken van de gemeentelijke voorziening “lokaal briefadres”. 3. a. Het principe besluit om ambulante crisisopvang te organiseren in de gemeente waar het probleem zich voordoet. b. Een regionale werkgroep samen te stellen om de mogelijkheden in kaart te brengen hoe dit praktisch te organiseren en een voorstel daarvoor aan het PHO voor te leggen.
6
4. De werkwijze en afspraken met betrekking tot energieafsluiting te onderschrijven en dit ambtelijk in de eigen uitvoeringsorganisatie te borgen.(Zie bijlage 1g) Vooruitblik: Het is zaak om bij de uitwerking van de drie decentralisaties in de regio te zorgen voor inpassing van de OGGZ activiteiten. Een aantal activiteiten zal deels uit te decentraliseren AWBZ betaald worden en voor een deel uit de decentralisatie uitkering OGGZ van de centrumgemeente. Wat de gevolgen zijn van de decentralisatie AWBZ voor de OGGZ doelgroep en hoe de financiële verdeling er precies uit komt te zien zal in de komende maanden nader worden uitgewerkt.
7