Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Inhoudsopgave : Voor wie? Pag.2 Doel van energizers pag.2 Fijne motoriek pag.3 Binnenspelen en buiten pag.3 Energizers pag.4,5,6,7,8 Te gekke tikspelen pag.9,10 Oude pleinspelen pag.11,12 In en uit balans pag.13,14 Sensomotorische spelen pag. 15 Wereldspelen pag.16,17 Bronnen pag.18
Door: Jeanet v.d. Waal
1
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Voor wie?
Stilzitters Kinderen zitten op school veel stil, als ze om half 9 de les beginnen, is de eerste pauze pas om 10 uur a 10.15uur, anderhalf uur! En als ze naar buiten mogen, staan de onrustige, beweeglijke kinderen al bij de deur te popelen om naar buiten te stormen! Om daarna een klein kwartiertje te “dollen” , om vervolgens weer een hele poos geconcentreerd aan het reken- of taalwerk te moeten. Op veel scholen was dit in het verleden zo. Gelukkig gaan er steeds meer stemmen op om vaker en meer te bewegen. Ook bij de TSO, en naschoolse opvang zal bewegen aan bod (moeten)komen. Als kinderen nog wachten op andere overblijvers, of als kinderen vlugger eten, wachten ze weer. Dit zijn goede(gouden) momenten om even een energizer te doen. Doel Het doen van energizers voorkomt lang stilzitten, het werkt concentratieverhogend, (vergelijk het met een kantoormedewerker die regelmatig zijn koffie gaat halen, om “fris” te blijven of om even de gedachte op iets anders te richten, ontspanning).
2
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Bovendien is het goed om met de leswisseling even iets anders te doen, om je vervolgens weer op iets anders te kunnen richten. Het is ook vooral leuk en ontspannend om samen te bewegen, of om even een frisse neus te halen.
Het gaat bij energizers niet om het winnen. Het is winst voor ieder! Ook de leerkracht zal er baat bij hebben, want leerlingen werken daarna weer beter, kunnen er weer volop tegenaan! De norm voor gezond bewegen zal mede hierdoor beter tot zijn recht komen! Een uur per dag matig tot intensief bewegen is voor sommige kinderen beter haalbaar. Men is van mening dat energizers helpt om een goede sfeer te krijgen en te behouden in je groep. Steeds vaker worden er bij cursussen voor volwassenen ook energizers gegeven, ook zij hebben blijkbaar behoefte aan een bewegingstussendoortje. Het is ooit bewezen dat een mens zo’n 20 minuten achtereen naar een verhaal kan luisteren. Fijne motoriek: Als er veel spelletjes aan bod komen die de fijne motoriek ondersteunen, zal er ook voor de zwakkere schrijvers een kans liggen om hun handschrift enigszins te verbeteren. Ook ter voorbereiding op het schrijven in groep 3. In deze computermaatschappij wordt er toch al veel minder geschreven, dus kun je met de energizers wellicht een goede compensatie vinden. Binnenspelen: Met de leswisseling van bijv. taal naar rekenen kan er in het lokaal zelf gekozen worden voor spelletjes die niet veel ruimte zullen innemen. In de klas een tikspel zal niet gaan, maar allerhande “vingervlugoefeningen” des te beter. De eerste 12 spellen hieronder kunnen binnen worden geven. Buiten : De andere zijn meer geschikt om buiten op het schoolplein te doen.Weinig is er voor nodig; je lijf, je medemens, wat materiaal, en een overdosis enthousiasme! dit laatste is onmisbaar, je geeft het voorbeeld van plezier maken met z’n allen
3
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Benodigdheden : 1 tot en met 10 zonder materialen, andere spelletjes:ballonnen, stokken, hoepels, stoepkrijt,bal(len), linten, stoelen, bezem(stokken) 1.Ritme klappen : een begint bijv. de “Queen” klap van “we will rock you”, de “drieklap”. 2x op je bovenbenen, 1x in je handen, en rust, je rechter of linker buurman/vrouw klapt mee,steeds 1 meer, totdat de hele kring klapt, (als een wave) Ook weer een voor een stoppen, tot de laatste is gestopt. Of: tegelijk stoppen op bepaald teken ander ritme. 2ritme klappen:.Iemand is de dirigent,deze klapt een ritme voor,iedereen klapt mee,maar als zijn arm in de lucht is, ga je zonder geluid door met klappen, (klapbewegingen in ritme wat dirigent voordeed)alsof het geluid van een radio uit is, maar het nummer gaat gewoon door. Probeer ook eens met links/rechts op je benen, Of met knippen in je vingers, steeds sneller de kring rond. 3. kijken en knikken, of knipogen, of ander sein geven, dat je overneemt van je buurman/ vrouw en weer doorgeeft: kijk goed! 4.. shake hands: op verschillende manieren met tweetallen handen geven bij binnenkomst, elke dag een andere vorm van shake hands: wie bedenkt er nog een?
4
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
“High five, low five, fist…” 5.Geef door : handen naast elkaar in kring, plat op de tafel, geef met tik of klap op de hand door aan buurman/vrouw, steeds sneller. Ook eens linksom, 6.. geef door gekruist nu de handen over elkaar gekruist, mijn linkerhand over de rechterhand van de buurman/vrouw, met klap op de tafel, steeds sneller! Hand voor hand, als een wave. 7. allerhande “vingervlug spelletjes” op de tafel: handen plat op de tafel,nu til je in bepaalde volgorde je vingers op van de tafel, doe het iemand na, en steeds sneller! Raak vooral niet in de war! Onthoud de volgorde. Je ringvinger optillen is het moeilijkst! 8. Commando pinkelen De spelleider zit zo dat iedereen hem goed kan zien. De spelleider kan de volgende commando's geven: commando hol, commando bol, commando plat, commando vlak en commando pinkelen. Bij commando hol leggen de kinderen de ruggen van hun handen op de tafel. Bij commando bol leggen zij hun handen met de vingers gekromd op de tafel. Commando plat leggen de kinderen hun handen plat op tafel. Bij commando vlak leggen de kinderen de zijkant van de handen op tafel, en bij commando pinkelen trommelen de spelers met de beide pinken op de tafel De spelers moeten de commando's zo snel en zo nauwkeurig mogelijk opvolgen. Wie zich vergist of de handelingen niet snel genoeg uitvoert heeft een leven minder. (start is 5 levens) De spelleider volgt de commando's zelf ook op, maar hij mag de spelers misleiden door andere handelingen uit te voeren dan de commando's die hij geeft. Bovendien mag hij ook op een andere manier de spelers misleiden, hij kan namelijk bol, plat, hol of pinkelen noemen zonder het commando erbij te noemen. In dit geval mag hij wel de handelingen uitvoeren, maar de spelers beslist niet. Zij mogen alleen een handeling uitvoeren wanneer er “commando” voor wordt gezegd.. 9. wie is de trainer? Doe de sporten die de “instructeur” voordoet na, een persoon(die even naar de gang is gestuurd)weet niet wie deze bewegingen steeds voordoet, probeert erachter te komen wie die instructeur is. Bewegingen bijv. zwemmen: schoolslag,borstcrawl,rugcrawl, enz.
5
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
10. “doe wat ik zeg”: raak aan :je hoofd, schouders, billen,buik, rug, degene die het zegt, wijst iets anders aan, dan wat hij zegt. Zodat het verwarring geeft! Dit vergt veel van de concentratie. 11. “ik ga op reis en…” Allemaal staan op in de kring, elke keer zeggen we wat we gaan doen op reis, of in de vakantie: dus ik ga op reis en ik ga : touwtje springen, dan herhalen we ik ga op reis en ik ga touwtje springen, hinkelen,…..* de rij activiteiten wordt steeds langer. Hoeveel kunnen we onthouden/uitvoeren? Ook leuk om verschillende sporten te laten uitvoeren. Of te raden welke sport iemand laat zien. 12. spelen met ballonnen: tik in de lucht, op verschillende manieren, hele kring door met voorbeelden: Nadoen (kort) vingers 10 verschillende platte hand, boven,onderkant, voet, schouder, knie, hoofd,links en rechts, aantikken van de grond, en draaien, hoofd,schouders, knie en teen, en tikken in de lucht. Laat de ballon rustig balanceren Samen in de lucht houden, ene groep rent om de zaal bijv. 5 rondes(of iets anders bijv. dribbelen met bal) andere houdt samen de ballonnen in de lucht, mag maar een keer achter elkaar dezelfde ballon raken Ballonnen die op de grond komen mogen niet meer meedoen. Schatting maken hoeveel ballonnen er samen in de lucht blijven 13. spel met ballonnen : Steeds en plek doorschuiven op teken links,of rechts. Een is leider.(niet met af!) doe dit ook eens met ballen, met een stuit, of met (circus) doekjes
14. balanceren met stokken, bezems plat op je hand, bovenkant, vingers, kin,voorhoofd. 15. balanceren met elkaar. (voorbeelden zie “in en uit balans” pagina 10 en 11)
6
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
16.In touch: loop door elkaar op teken opdracht uitvoeren:tik je 5 mensen op de rug, geef hand, high five, of maak een bump. 17. met draaiende hoepel , nadat deze op teken “JA” is gedraaid, geef je 1,2,3,4, mensen een hand, en terug om de draaiende hoepel te pakken. Of ben je te laat? (net wel of net niet halen is het spannendst) 18. tikspelletjes uit “Silly sports and groovy games” (zie pagina 7 en 8) 19. tweelinglint: tweetal heeft ieder een lint, waarmee hij kan zwaaien,draaien,…Doe exact hetzelfde als de ander ! bedenk samen, of om de beurt een andere beweging. Dit kan ook erg goed op muziek (Vivaldi?) even oefenen en aan het eind:welk tweetal wil laten zien wat ze samen bedacht hebben? 20. “Challenge”: De een rent heen en weer, van lijn tot lijn, hoe vaak kan iemand dat, terwijl de ander de bal hooghoudt, of torens opstapelt,of pittenzakjes* overbrengt. Andersom, wisselen van activiteit: hoeveel spullen kan iemand overbrengen, terwijl de ander 10x heen en weer rent? 21.stappenteller: dribbel naar de overkant wie zit er het dichtst bij : (zonder bal) , als ieder aan de overkant,voorbij de achterlijn is. Dan pas vragen hoeveel stappen je hebt gemaakt, schatten! Dan nog eens terug met hardop tellen, daarna nog eens maar nu met een stap minder over komen, steeds een stap minder tot je niet minder kan. 22.start de beweging: in de kring zit/staat een “geheime” leider, deze zal de bewegingen op gang zetten die iedereen nadoet, de inspecteur zoekt uit wie de leider is. Er wordt dus niet gepraat, alleen maar uitgebeeld 23. idem, maar nu met sportbewegingen (zie spel 9) 24. Bodyguards: met tweetallen in de kring staan, waarbij een voorste en een achterste is. De achterste is de bodyguard van de voorste. Een persoon is alleen, deze roept een (voorste) persoon om bij hem te komen, deze probeert zo snel mogelijk te reageren, zodat de bodyguard hem niet meer kan grijpen om zijn middel. (als het te moeilijk is om weg te komen, dan de bodyguard met de handen op de rug laten staan,of meer afstand. er komt steeds een persoon alleen te staan, zodat het spel opnieuw kan doorgaan.
7
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
25.namenspel: doel van dit spel is: namen leren kennen Iedereen in de kring zit op een stoel. Eerst noemt ieder zijn naam,evt. de naam van de buurman/vrouw.(2e rondje) Een persoon staat in het midden er is nu een lege stoel. Degene die links van de lege stoel zit, noemt een naam van iemand uit de kring die op de lege stoel plaatsneemt. Nu is er een andere lege stoel, degene links.. 26.idem, maar nu probeert de persoon in het midden eerder op de lege stoel te zitten dan de persoon die wordt genoemd. 27. de bal in een web: in de kring de bal gooien naar iemand, deze gooit ook naar iemand anders. Tot iedereen de bal heeft gehad, de bal gaat nog eens rond in dezelfde volgorde van personen. Steeds vlugger! 28. idem, nu met 2 ballen gooien,die kort na elkaar komen. 29. idem,nu de eerste bal met gooien,vlak erna de tweede bal met een stuit naar dezelfde persoon.
Bevries en ontdooi tikkertje: Traditioneel tikkertje op z’n kop, met de regel dat de tikkers bevriezen!
8
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
1 tikker begint met tikken, als hij iemand tikt, bevriest hijzelf, en wordt de getikte de nieuwe tikker. Tot iedereen is bevroren, op een na. De laatste roept : “Ontdooi!”en iedereen ontdooit, en de nieuwe tikker begint het spel opnieuw. Hand vast tikkertje : 1 tikker, de rest is loper, wanneer je iemands hand vast pakt, kun je niet getikt worden. Je mag alleen niet 2x met dezelfde de hand vast. Kloddertikkertje : een miniklodder begint met tikken, tikt de volgende klodder die aan hem vastkleeft, samen tikken ze verder, zodat de klodder steeds dikker wordt, een mega klodder! Megaklodder tikkertje: begin met veel kinderen als klodder, zodra er een loper getikt wordt mag er een vrij, zodat de klodder slinkt. Talisman: vorm 2 teams van +/- dezelfde grootte , krijgen een rode of blauwe band, lint. Elk team krijgt een talisman, een steentje,muntje… gouden ei. Spreek met je team af wie de geheime drager van de talisman zal zijn. Op teken mogen de teams gaan tikken, getikt? Onthul het geheim door je hand(vuist) te openen. Een punt voor het team dat als eerste de talisman heeft ontdekt. Inktvistikkertje : zie tikspelen Kleurentikkertje: De tikker bepaalt welke kleur er mag oversteken, bijv. blauw, heb je iets blauws aan, mag je naar de overkant. Als je wordt getikt, ben je de nieuwe tikker, of help je de 1e tikker. Autotikkertje: vorm 2tallen, de voorste is de auto, de chauffeur gaat achter de auto staan, armen doorsteken, en stuur van de auto (armen van de voorste) vastpakken. Een auto-paar is tikker, een andere auto getikt? Dan wisselen van rol, en weer verder spelen. De getikte auto is nu tikker. Knuffeltikkertje: als je wordt getikt door de tikker(s), sta je stil op de plek, je kunt worden bevrijd door de knuffel, die je wordt gegeven door een medeloper. Als iemand een knuffel vasthoudt, mag die niet getikt worden door de tikker. Je mag de knuffel vasthouden, zolang hij zijn adem in kan houden.daarvoor afgeven aan een andere loper. Kat en muis-race: de muizen staan op een hoek, of aangegeven plaatsje (hoepel), de kat in het midden, zonder hoepel of plaatsje. De muizen willen verhuizen, en ruilen van holletje door over te steken, maar de kat
9
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
wil eerder in een leeg hol zijn dan de muis. Lukt dit? Dan wordt de kat een muis, en de muis die het laatste uit zijn hol vertrok,en die dus geen holletje meer heeft, is de nieuwe kat.
• •
Anne Maria koekoek Moeder, moeder, hoe laat is het?
10
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
• • •
• •
•
• •
•
• • • • •
Wolf en de schapen : de schapen komen uit het hok, de wolf kan ze pakken, buiten dat hok. Schipper,mag ik overvaren? “Vies en lekker”: dit is een overloopspel de ene kant wordt “lekker” genoemd, de andere kant “vies” ; de tikker in het midden mag iets noemen (eten) ,als je het lekker vindt loop je naar de “lekkere” kant, de kans voor de tikker om de overstekende kinderen te tikken. Voetje van de vloer : afspreken of de toestellen ook mee doen, en hoe lang je ergens op mag. Staartentikkertje: iedereen een lintje achter in de broek laten uitsteken , deze bij de ander proberen eruit te trekken, en bij jezelf er weer bij doen. (dit instoppen moet even buiten de lijnen, zonder gevaar) Chinese muur: overlooptikkertje , wanneer je wordt getikt, vorm je een muur in het midden, de voorste van de muur mag ook mee tikken Tikestafette: een tikker begint, tikt een ander , die vervolgens de tikker is, en tikt weer een ander… Sneeuwbal tikkertje : een tikker begint, tikt een ander, die ook meehelpt, tot alle lopers getikt zijn. (dat gaat heel snel! De loper die als laatste over is, wordt de nieuwe tikker bij de nieuwe ronde Tafeltikkertje : als je bijna getikt wordt een tafelsom opzeggen : afspreken bijv. de tafel van 7 , zeg je het fout, ben je de nieuwe tikker. Of de tikker tikt je eerder dan je de tafelsom hebt kunnen zeggen. De tafel van niet 2x achterelkaar hetzelfde, dus eerst 1x7, dan bijv. 6x7 Wc tikkertje : af? Zittend in hurk. iemand kan je bevrijden door op de “WC” te gaan zitten, en door te spoelen Inktvis tikkertje : 2 tikkers aan elkaar, tikken er nog een bij, bij de 4e , wordt er weer een 2tal erbij gevormd. pleistertikkertje : op de plek waar je wordt getikt, vasthouden met je hand.Bij de 3e x getikt, ben je af. Film tikkertje : als je bijna wordt getikt, noem je snel een film. Overlooptikspel met duolopers, 1 tikker in midden, steeds 2 lopers steken over, halen 1 punt als ze beiden ongetikt de overkant halen,
11
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
(veld 2½ m. breed, 3m. lang) tikker haalt 1 punt, als deze 1 loper tikt, en 2 punten als deze beide lopers tikt. • Jagerbal : 2 jagers met bal mikken met de bal op lopers, als deze worden geraakt zijn ze af. Kunnen op verschillende manieren weer mee doen. Bijv. door de lopers die de bal hebben kunnen bemachtigen en deze aan te gooien aan de loper(s) die af is (zijn) , gevangen en terugspelen= weer meedoen (dit spel wordt ook wel sociaalbal genoemd) •
•
“Simon zegt:…” : een persoon is “Simon”, deze bepaalt de opdrachten: in, achter,naast,over de hoepel.. alleen als hij ervoor zegt: simon zegt: in de hoepel”.moet de opdracht door de ander worden uitgevoerd, zegt hij bijv. alleen : “in de hoepel” dan wordt de opdracht niet gedaan. “Verstoppertje anders”: tweetal verstoppertje : met de groep afspreken welk tweetal elkaar zoekt.
12
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Evenwicht-tegenwichtspelletjes : Met tweetallen kun je elkaar in evenwicht houden. Of elkaar uit balans brengen. 2 tal van gelijke grootte, tenen bij elkaar, en houd elkaars handen vast. Armen gestrekt. Leun nu beide rustig achterover, lichaam recht, armen aan het eind gestrekt houden. Wieg nu zachtjes heen en weer, terwijl je elkaar een mop/verhaaltje vertelt. 2tal plaatsen hun handpalmen naar elkaar, armen gestrekt, en leunen nu rustig naar voren. Lichaam gestrekt houden. Schouders tegen elkaar aan, zij aan zij, met armen over elkaar. Leun tegen elkaar. Nu binnenste been optillen, en kruisen over hun buitenste been, zodat beiden nog maar op een been staan. Rug aan rug: de ruggen plat tegen elkaar, en leun naar achter. Steun aan elkaar. Zet nu kleine stapjes vooruit, ruggen blijven plat tegen elkaar. Maak nu samen een praatje, of vertel een leuke mop aan elkaar. Met de hele groep : schootzit Iedereen staat in de kring. Met de gezichten in de richting van de klok. Ieder legt z’n handen op de schouder van de persoon voor hem. Iedereen doet een stapje naar binnen, naar het midden, zodat de kring goed aansluit. Als ieder dicht op elkaar staat, helpt ieder de persoon voor hem om langzaam op zijn schoot te zitten, op de knieën kan ook. Als iedereen zit, steekt ieder zijn handen in de lucht, en geven zo een applausje aan henzelf! Bezemstok balanceren Deze kun je laten balanceren op je hand, platte hand,
13
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
1 vinger, welke vinger is het moeilijkst? Wie kan de stok op zijn kin laten balanceren?
14
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Rug schrijven In tweetallen bij elkaar een woord* op de rug “schrijven”, Raad welk woord het is. Een getal kan ook. Raad het getal, reken de som uit. Natuurlijk kan er ook iets getekend worden. handenwerk In tweetallen: de een legt de handen plat op de tafel, de ogen open: de ander tikt voorzichtig een willekeurige vinger aan, deze wordt dan door de persoon even opgetild. Daarna probeer je het met je ogen dicht. Dit geeft een heel ander gevoel, en verhoogt de concentratie! (dat de ringvinger nou niet meewerkt, is voor kinderen ook een bijzondere ervaring) Met de handen gevouwen , hetzelfde nog eens. Met de handen gekruist, en gevouwen. Wat gebeurt er nu ?
Voetenwerk : zie handenwerk Kan je ook je tenen afzonderlijk optillen?
Handen in de knoop
15
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Maak een “figuur”met je beide handen.(bijv. vingertoppen tegen elkaar aan, als basis)De ander doet jou precies na. Elke beweging afzonderlijk.
“Twee duiven in een hok”
Magische knoop groepswerk Iedereen in de kring geeft elkaar een hand,maar zo dat het ingewikkeld is/lijkt, behalve een persoon Deze mag niet kijken, als de knoop klaar is, mag deze persoon beginnen met de ontknoping. Lukt het hem om dit binnen een bepaalde tijd te doen? (de knoop is ingewikkelder als de kring klein gemaakt wordt) Geef door Een voorwerp aan elkaar doorgeven zonder dat iemand kijkt, praat.
Reactiespel: Handje klap 1-1 een leerling staat tegenover een andere leerling de loper geeft een tik op de uitgestoken hand van de tikker, op het moment dat deze een tikkie voelt , mag hij de loper tikken, tot de afgesproken lijn.
16
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Braziliaans voetbal : Een koord gespannen waarover de bal met de voet, hoofd, of knie overgespeeld wordt. Twee tegen twee, of drie tegen drie. De bal mag 1x stuiten. Je mag 3x samenspelen, voordat de bal naar de overkant gaat. Punt: de bal heeft aan andere kant meer dan 1x gestuit. De bal gaat buiten de lijnen, bij jouw vak. Bij goedspelende “voetballertjes” kun je de regels aanscherpen: zonder stuit, Zonder knie.
Vlag veroveren: 10 leerlingen staan tegenover elkaar, met de nummers 1 t/m 5 de nrs. 1 t/o elkaar, de nrs. 2 , enz. zo zijn er 5 paren . als de begeleider zegt: nummer 3 !! gaan de twee leerlingen met dit nummer de vlag proberen te veroveren, die in het midden staat. De een pakt de vlag, degene zonder vlag gaat de vlagdrager proberen te tikken voor deze over de lijn is. Hierbij de uitdaging: wie pakt en wie wacht af? (je kunt met minder kinderen dit spel ook spelen)
Wie pakt de geit?: Kazakstan Beginopstelling als bij vorig spel : Nu liggen er twee hoepels, waarin de “geit” neergelegd moet worden. (stoeien mag!) ze spreken met hun team af wie nr. 1,2, enz. is, zonder dat het andere team dit weet.
Matbal: Bal met je team(van 3 of 4 spelers) overgooien, zonder met de bal te lopen. Je verdient een punt als je iemand van je team kunt aanspelen, die op een van de matten staat, en de bal kan vangen. (bij buitenspel maak je een vak van krijt,of markeerhoedjes)
Stoeien: 1-1
trek je overbuurman/vrouw over de streep, houd elkaar hierbij om de polsen vast. Leuk is om een beetje (druppeltje slaolie te gebruiken om op de handen in te smeren. (de winnaar mag een druppeltje wonderolie??)
17
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Putje trekken: 1-1 beginnen, beide handen vast, trek/duw de ander in de put (cirkel van krijt) , je kunt ook een groepje doen: 4 leerlingen, als je “eruit” ligt, ga je naar het andere groepje, dus steeds weer meedoen. (intensief spel, wat je dus kort speelt). Goede afspraken!wb. loslaten van de handen!
elleboog drukken: 1-1
twee leerlingen zitten met de rug tegen elkaar, spreken af welke elleboog op de grond moet komen, de andere wil dat voorkomen. Daarna de andere elleboog.
Hinkel uit balans: 1-1 ga op 1 been staan, pak de andere vast, die ook op 1 been staat, probeer hem met beide benen op de grond te krijgen.
18
Eindproduct 6 Bewegingstussendoortjes
Bronnen: Bron energizers : “Silly Sports and Goofy Games”dr. Spencer Kagan RPCZ
ISBN 90-74233-32-5 “Spelen met kleuters” deel 6 tik- en wedstrijdspelen ISBN 90-231 -8511-0 “Warming-ups en energizers”, Marcel Karreman ISBN 90-5871-123-4 De wereld in een sporttas Unicef, NOC*NSF
19