Beoordelingslijst en erkenningsprocedure voor het voedsel-‐ en voederveilig opslaan en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten op basis van de GLOBALG.A.P. IFA 4 eisen Doel van deze beoordelingslijst Telers maken veelvuldig gebruik opslag-‐ en sorteerbedrijven. De teler blijft eigenaar van het product. Volgens de GLOBALG.A.P. richtlijnen is de eigenaar van het opslag-‐ en sorteerbedrijf dus een onderaannemer van de teler. Hierdoor is de eis AF 4.1 van toepassing. Deze beoordelingslijst geeft invulling aan alle vereisten van AF 4.1. In aanvulling op de vereisten van AF 4.1 is in het Nederlands Harmonisatie-‐overleg voor Certificatie Instellingen GLOBALG.A.P. een protocol afgesproken om tot wederzijdse erkenning te komen van beoordeelde en goedgekeurde opslag-‐ en sorteerbedrijven. AF 4.1 Beheerspunt: Is alle relevante informatie op het bedrijf beschikbaar indien de producent gebruikmaakt van onderaannemers? AF 4.1 Vereisten: Onderaannemers (of de producent namens de onderaannemers) moeten een interne zelfbeoordeling uitvoeren op de GLOBALG.A.P. beheerspunten die relevant zijn voor het loonwerk op het bedrijf. Bewijs van naleving van de desbetreffende beheerspunten moet beschikbaar zijn op het bedrijf tijdens de externe inspectie en de onderaannemer moet accepteren dat het GLOBALG.A.P. erkende certificeerders is toegestaan de zelfbeoordeling bij twijfel fysiek te verifiëren. De producent is verantwoordelijk voor de inachtneming van de beheerspunten die van toepassing zijn op de door de onderaannemer uitgevoerde taken door deze te controleren en de zelfbeoordeling van de onderaannemer af te tekenen voor elke taak en seizoen van inhuur. Indien de onderaannemer beoordeeld is door een externe certificerende instantie die GLOBALG.A.P. erkend is, moet de producent van de onderaannemer een rapport krijgen met de volgende informatie: 1) Datum beoordeling, 2) Naam certificerende instantie, 3) Naam inspecteur, 4) Details van de onderaannemer, 5)Rapport met daarin de antwoorden op de desbetreffende beheerspunten en vereisten. Indien de productbewerking uitbesteed wordt, moet de certificerende instantie die de producent inspecteert nog altijd de relevante beheerspunten inspecteren (zie de specificaties voor de scope in kwestie).
GLOBALG.A.P.
Opslag en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten
1/6
Erkenningprocedure: 1. Een opslag-‐ sorteerbedrijf dat erkend wil worden moet aantoonbaar voldoen aan de beheerspunten van de checklist voor opslag-‐ en sorteerbedrijven zoals genoemd in dit document. 2. Het opslag-‐ en sorteerbedrijf dient een verzoek tot beoordeling in bij een voor GLOBALG.A.P. geaccrediteerde certificatie-‐instelling die deelneemt aan het Nederlandse harmonisatieoverleg. 3. De betrokken certificatie-‐instelling beoordeelt het opslag-‐ en sorteerbedrijf tegen de beheerspunten van de checklist en rapporteert deze beoordeling en resultaten overeenkomstig de relevante eisen als genoemd in de ISO 19011. De beoordelaar voldoet tenminste aan de kwalificatie-‐eisen voor een GLOBALG.A.P. inspecteur. 4. De GLOBALG.A.P. vereisten zijn van toepassing op alle genoemde beheerspunten in deze checklist. 5. Slechts wanneer aan alle hiervoor genoemde criteria is voldaan kan de betrokken certificatie-‐instelling overgaan tot het afgeven van een verklaring van conformiteit aan de eigenaar van het opslag-‐ en sorteerbedrijf. 6. De betrokken certificatie-‐instelling zal deze conformiteitsverklaring openbaar maken door een vermelding op de website www.globalgap.nl 7. De conformiteitsverklaring heeft een geldigheid van 1 jaar. 8. De certificatie-‐instelling zal met de eigenaar een overeenkomst aangaan teneinde te waarborgen dat het beoordeelde opslag-‐ en sorteerbedrijf blijft voldoen aan de bovengenoemde criteria en zal in ieder geval jaarlijks daartoe onderzoek verrichten. 9. De teler die die gebruik maakt van een erkend opslag-‐ en sorteerbedrijf moet een schriftelijke overeenkomst hebben met dit opslag-‐ en sorteerbedrijf. GLOBALG.A.P.
Opslag en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten
2/6
Naam :..……………………………..…………………………………………..…………………………………... Reg. Nr:…………………………………………….…..… Adres: ……………………………………………………………………………… Plaats:……………………..…………………………………………………….………… Producten: …………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………… Beheerspunten Ja/Nee/NVT Verklaring Algemeen 1. Heeft de verantwoordelijke voor opslaan/ sorteren een zelfbeoordelingslijst (deze lijst) volledig Ja / Nee en naar waarheid ingevuld. AF 2.2 2. De opslag is geschikt voor het betreffende product en alle faciliteiten voor (langdurige) opslag Ja / Nee zijn aanwezig (bewaarplan, juiste condities, temperatuurregel-‐ en monitoringsapparatuur) CC5.5.3, CC5.5.4, CC 5.5.6 Hygiëne en veiligheid: 3. Is er een risico-‐inventarisatie voor hygiëne uitgevoerd als basis voor een hygiëne procedure. Ja / Nee FV5.1.1, FV5.1.2 4. Wordt volgens de hygiëneprocedure gewerkt en wordt hierop toegezien. FV5.1.3 Ja / Nee 5. Hebben medewerkers de hygiëneregels getekend en worden deze regels opgevolgd. FV5.2.1, Ja / Nee / NVT FV5.2.2 Ja / Nee 6. Dragen medewerkers schone kleding. FV5.2.3 7. In ruimtes met product wordt niet gerookt, gegeten, gekauwd of gedronken. FV5.2.4
Ja / Nee
8. Er zijn schone toiletten en handwasgelegenheid beschikbaar. FV5.3.1
Ja / Nee
9. Er zijn instructies voor handenwassen opgehangen. FV5.3.2
Ja / Nee
10. Medewerkers hebben de beschikking over omkleedruimte en opbergruimte. FV5.3.3 en FV5.3.4 Ja / Nee / NVT Ja / Nee 11. Zijn de hygiëneregels opgehangen en duidelijk zichtbaar voor bezoekers. AF4.2, FV5.2.5
12. Is de toegang tot de locatie afgesloten of moeten bezoekers zich melden voor betreden AF9.1
Ja / Nee
13. Zijn de ongevallenprocedures opgehangen, incl. bedrijfsplattegrond. AF3.4.1
Ja / Nee
GLOBALG.A.P.
Opslag en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten
3/6
14. Is er een procedure voor het omgaan met glas en hard kunststof. FV 5.4.7, CC.5.5.1
Ja / Nee
15. Is er een EHBO-‐doos aanwezig. AF3.4.4 Traceerbaarheid: 16. Is de registratieprocedure bij binnenkomst, opslag, sorteren en afleveren vastgelegd. CB 1.1
Ja / Nee
Ja / Nee
17. Is de identificatie van partijen (van binnenkomst tot aflevering) eenduidig geregeld en is de traceerbaarheid tot op partij-‐/ vrachtniveau geregeld (vastlegging partijgegevens). CB 1.1
Ja / Nee
18. Liggen de producten met GLOBALG.A.P.-‐ of Voedselveiligheidscertificaat eenduidig en correct geïdentificeerd opgeslagen (visuele identificatie, schema of plattegrond). AF1.1.1, V1.2.1
Ja / Nee
19. Is voorzien in een procedure voor registratie en afhandeling van calamiteiten en klachten (AF 7.1 en AF 8.1) Ontvangst (sorteren): 20. Worden partijen met / zonder GLOBALG.A.P.-‐ of Voedselveiligheidscertificaat gescheiden aangeleverd/verwerkt
Ja / Nee
Ja / Nee
21. Is vastgelegd wanneer welke partijen op welk moment zijn ontvangen en worden verwerkt. CC5.1.5
Ja / Nee
22. Zijn heftrucks en ander transportmateriaal schoon en goed onderhouden (geen diesel). FV5.4.4, Ja / Nee CC2.1.1, CC 2.2.1 23. Wordt geen gebruik gemaakt van machines die in teeltseizoen GGO-‐gewassen verwerkt hebben Ja / Nee / NVT (geldt ook voor het uitschuren) Opslag / bewaring: 24. Vindt opslag en sortering plaats in schone ruimtes (vrij van fysische, chemische verontreinigingen). FV5.4.1, CC5.1.1, CC5.1.2
Ja / Nee
25. Is bewaarruimte in goede staat van onderhoud (geen kapotte planken, isolatiematerialen, enz.). Ja / Nee CB 9.1 Ja / Nee / NVT 26. Kisten, containers en ander fust zijn schoon en in goede staat. FV5.4.8
Ja / Nee / NVT
28. Zijn schoonmaakmiddelen en smeermiddelen die in contact kunnen komen met product erkend Ja / Nee / NVT voor gebruik in de voedingsmiddelenindustrie (foodgrade). FV5.4.3
27. Is bewaarruimte duidelijk afgescheiden van machineberging / werkplaats/opslag schoonmaak-‐ en smeermiddelen. FV5.4.2
GLOBALG.A.P.
Opslag en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten
4/6
29. Zijn afdoende maatregelen genomen opdat huisdieren niet op product kunnen komen / nestelen. CC5.5.2, FV 5.4.9
Ja / Nee / NVT
30. Zijn afdoende maatregelen genomen om ongedierte te weren via in-‐ en uitlaatluiken (gaas!) FV5.4.9
Ja / Nee / NVT
31. Vindt geen opslag plaats van gewasbeschermingsmiddelen / meststoffen in bewaarruimte FV5.8.6, CC5.3.7
Ja / Nee / NVT
32. Zijn de preventie-‐ en bestrijdingsmaatregelen voor ongedierte goed geregeld en effectief (geen Ja / Nee contact middelen met product). FV5.6.1, FV5.6.2, CC5.2.1, CC5.2.2 Ja / Nee 33. Vindt er registratie plaats van de ongediertebestrijding. FV5.6.3, CC5.2.3
34. Vindt geen opslag plaats in bewaarruimte/kisten waarin GGO-‐producten opgeslagen hebben gelegen. CB2.3.5
Ja / Nee
35. Worden naoogstmiddelen (o.a. kiemremming, smart fresh ) toegediend volgens de wettelijke eisen (WG/GA). FV5.8.1, FV5.8.2, CC5.3.1, CC5.3.2
Ja / Nee / NVT
36. Heeft de toepasser van naoogstmiddelen een spuitlicentie. FV5.8.4, CC5.3.4
Ja / Nee / NVT
37. Wordt registratie bijgehouden van toegediende naoogstmiddelen. FV5.8.7 t/m FV5.8.14, CC5.4.1 t/m CC5.4.8
Ja / Nee / NVT
38. Wordt optimale klimaatsbeheersing nagestreefd (i.v.m. mycotoxinen a.g.v. schimmelgroei). FV5.5.1, CC2.2.2, CC5.5.5
Ja / Nee
39. Is het water wat tijdens de opslag gebruikt wordt voor bijv. naoogstbehandelingen, ijs of bevochtiging geschikt voor het doel FV 5.8.5
Ja / Nee / NVT
40. Wordt afval en afgekeurd product apart opgeslagen en worden deze plaatsen regelmatig schoongemaakt. FV5.4.5
Ja / Nee / NVT
41. Wordt uitsluitend gebruik gemaakt van juist afgestelde, goed opgestelde opwarmapparatuur. CB9.1, CC5.5.7
Ja / Nee / NVT
42. Wordt gebruik gemaakt van goed onderhouden koelapparatuur, uitsluitend met afdekplaat boven product (STEK keuringsrapport). CB9.1
Ja / Nee / NVT
43. Wordt direct daglicht boven product in bewaarruimte vermeden. CC5.5.4
Ja / Nee / NVT
44. Wordt gebruik gemaakt van beschermplaten, breukvrije lampen of plastic folie bij lampen. FV5.4.6, CC5.5.1
Ja / Nee / NVT
GLOBALG.A.P.
Opslag en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten
5/6
45. Wordt geen gebruik gemaakt van een kwik-‐ en/of glazen thermometer in of boven de producten. CC5.5.1
Ja / Nee
46. Wordt de weeg-‐, temperatuur-‐ en regelapparatuur goed onderhouden en jaarlijks gecontroleerd en gekalibreerd. CB9.1, FV5.5.2, CC2.2.3
Ja / Nee
Uitschuren / afleveren:
47. Is er een persoon verantwoordelijk gesteld die erop toeziet dat de juiste partij verladen wordt en dat de transportmiddelen schoon zijn. CC5.6.1
Ja / Nee
48. Wordt uitsluitend gebruik gemaakt van schone goed onderhouden uitschuurapparatuur. CC5.6.2
Ja / Nee
49. Is geregeld dat bij wisseling partij alle restproduct van uitschuurapparatuur verwijderd worden. Ja / Nee FV5.4.5, CC2.1.2 Ja / Nee 50. Voorkomen wordt dat het product nat wordt tijdens laden en transport. CC5.6.3
51. Wordt uitsluitend verladen in schone trailers. CC5.6.2
Ja / Nee
52. Worden veiligheidstermijnen strikt in acht genomen bij gebruik van chemicaliën (naoogstmiddelen, kiemremmingsmiddelen). CB8.4.1
Ja / Nee / NVT
53. Op vrachtbrieven en overige documentatie wordt de GLOBALG.A.P.-‐status aangegeven. AF10.1 Ja / Nee In blauw zijn aangegeven de gerelateerde beheerspunten van GLOBALG.A.P. IFA v4.0. Opmerkingen: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Beoordelaar: ……………… ……………………………….……………….… Functie: ……………………………………………………………………………………. Datum: ..…...-‐..…….-‐ .....…. Handtekening beoordelaar: GLOBALG.A.P.
Opslag en sorteren van groenten, fruit en akkerbouwproducten
6/6