doe.it 2 Handleiding Michel Bommerez Willy Jansen Daisy Van Edom
Handleiding bij werkboek 4 uit de reeks T-DOEN Augustus 2004
Wolters Plantyn
Inhoud Wat je in deze handleiding vindt 1 Inleiding bij Doe.it2.....................................................................................................4 Voorwoord..........................................................................................................................4 Planning..............................................................................................................................5 2 Dossier 1: De taal van machines ...............................................................................6 2. 1 Didactische tips .........................................................................................................6 2. 2 Evalueren en differentiëren Dossier 1 .......................................................................7 3 Dossier 2: Tellen met machines ................................................................................9 3. 1 Didactische tips .........................................................................................................9 3. 2 Evalueren en differentiëren Dossier 2 .....................................................................16 4 Dossier 3: Onthouden met machines .....................................................................22 4. 1 Didactische tips .......................................................................................................22 4. 2 Evalueren en differentiëren Dossier 3 .....................................................................25
3
1
Inleiding bij Doe.it2
Voorwoord Als er één thema een grondige opknapbeurt nodig had, dan was het wel Informatietechnologie. Vooral de werkboekjes van het tweede jaar werden door veel leerlingen als te moeilijk ervaren. De technieken met de teller deden inderdaad een groot beroep op logisch en abstract denken. Maar er is meer: doorheen de laatste jaren is de informatietechnologie op een dusdanige manier ons leven gaan beheersen dat het voor de jongeren allemaal wel haast vanzelfsprekend is geworden: draadloos telefoneren, draadloze netwerken, het alomtegenwoordige Internet, gebruiksvriendelijkheid troef bij de alledaagse elektronica, beveiligingssystemen, automatisering, elektronisch bankieren, de hele audio- en videowereld ... Je kunt haast geen domein in onze leefwereld meer noemen waar de informatietechnologie zich niet heeft mee gemoeid. Alle redenen dus om het thema grondig te herdenken en veel korter bij de leefwereld van de leerlingen te brengen. Dit zijn dan ook de krachtlijnen geworden van deze nieuwe uitgave van Infotech: - Het binair tellen is herleid tot zijn essentie: geen denkoefening meer op zich, maar een noodzakelijke stap om te kunnen communiceren met slimme apparaten die alleen binair kunnen denken. -
Leerlingen leren dat je met binaire codes relatief complexe omgevingen kunt besturen en ze leren dat ook in de praktijk.
-
Het digitaal tellen wordt ontdaan van alle hersenbrekerij om korter bij de realiteit te komen van toestellen die dingen tellen: een broodautomaat, een geldautomaat, een benzinepomp. De technieken met de teller worden tot het strikte minimum gereduceerd om des te sneller plaats te maken voor een krachtiger teller: de doe.box.
-
Er wordt meer dan vroeger de link gelegd tussen wat je met de paneeltjes kan en wat er zich in een echte computer afspeelt;
-
De doe.box en vooral de bijhorende softwareomgeving Logicode 2 voeren de mogelijkheden om informatietechnologie in de praktijk te beleven en te exploreren tot ongekende hoogtes. Tellen, coderen, sturen, geprogrammeerd sturen: de doe.box staat voor niets.
-
Met behulp van heel concrete en herkenbare uitvoermodules leert de leerling uitvoerapparaten binair sturen: een dobbelsteen, een 7-segmentendisplay, verkeerslichten, een muziekmodule, een bewegingsmodule enz.
-
Leerlingen komen in contact met de allereenvoudigste vormen van programmeren: eenvoudige sequenties en lussen van binaire codes bieden al heel wat programmeermogelijkheden.
-
Er wordt ook een stap gezet naar voorwaardelijke of geprogrammeerde sturing, en daarmee komen we dicht bij de sturing met een echte PLC (Programmable Logic Controller) die tenslotte het hart is van alle reële sturing in de industrie maar ook in de dagdagelijkse automatisering. Het programmeren van deze sturing is op een heel eenvoudige manier en in een heel overzichtelijke omgeving aangebracht. Toch biedt ze voor de leraar haast eindeloze mogelijkheden om eigen sturingen te ontwerpen: met twee motortjes en nog eens twee digitale uitgangen kun je al heel wat eigen ontwerpen aan de praat krijgen, gaande van slagbomen tot wasmachines of robots. 4
De softwareomgeving Logicode neemt een heel centrale plaats in in dit leerboek. Ze wordt dan ook vrij meegeleverd met de handleiding en zal ook op de cd's staan die je voor de leerlingen tegen een heel betaalbare prijs kunt aanschaffen. Logicode werkt ook zonder de doe.box, dus in simulatiemodus waardoor de leerling zelf kan experimenteren met de stuuromgeving. Nodige infrastructuur Het is duidelijk dat je voor dit thema over voldoende pc's moet beschikken om de leerstof met enige realiteitszin aan te brengen. We menen echter dat de ervaring met een realistische stuuromgeving zo belangrijk is, dat dit zonder pc niet kan gerealiseerd worden. In de handleiding voorzien we in enkele alternatieven om bepaalde leerstofonderdelen toch een beetje te realiseren met behulp van de blauwe paneeltjes en Logicode 1. Dit is uiteraard een teruggrijpen naar de vorige uitgaven en de oude en dus beperkte technologie... De doe.box en de bijhorende modules kun je bestellen via www.sienack.be.
Planning - De onderstaande planning gaat uit van een tijdsbestek van 15 weken voor het verwerken van het vierde thema. Dossier 1 De taal van machines 1 Digitale techniek 2 Binair tellen 3 Binaire codering 4 Wat moet je kennen en kunnen Dossier 2 Tellen met machines 1 Tellen in het dagelijkse leven 2 Tellen met het tellerpaneel 3 Tellen met de doe.box 4 Realisatie: het scorebord 5 Realisatie: de toerenteller 6 Een onverwachte toepassing: de computermuis 7 Wat moet je kennen en kunnen Dossier 3 Onthouden met machines 1 Machinegeheugen 2 Onthouden met de geheugenmodule 3 Onthouden met de computer 4 Wat moet je kennen en kunnen Dossier 4 Programmeren 1 Wat is programmeren 2 Een binair programma maken met de doe.box 3 Wat moet je kennen en kunnen Dossier 5 Sturen 1 Sturen met de doe.box 2 Geprogrammeerd sturen met de doe.box 3 Automatisering 4 Realisatie: de parkeergarage 5 Wat moet je kennen en kunnen
4 uur
8 uur
4 uur
6 uur
8 uur
5
2
Dossier 1: De taal van machines
2. 1
Didactische tips
LEERPLANDOELSTELLINGEN 42, 43 EINDTERMEN 24 EIGEN AANVULLENDE DOELSTELLINGEN - leerlingen maken een onderscheid tussen gegevens en informatie - leerlingen zetten decimale getallen om in binaire getallen en omgekeerd met behulp van een rekentoestel of computerprogramma - leerlingen noemen verschillende mogelijkheden om een binair signaal voor te stellen in de praktijk - leerlingen stellen de sturing van een 7-segmentendisplay voor als een binaire code - leerlingen weten hoe slechtzienden op het Internet kunnen surfen - leerlingen beschrijven de werking van een braillelezer DIDACTISCH MATERIAAL dataprojector overheadprojector en transparanten pc's + Internetaansluiting 1 Digitale techniek Het opfrissen van de leerstof (1ste jaar) is na twee maand vakantie zeker aan te raden. De achterflap van het werkboekje doe.it1 en doe.it2 kun je als extra hulpmiddel gebruiken om enkele voorbeelden van courante gebruikstoestellen, die thuishoren in het domein van de informatietechnologie, te laten opnoemen. 2 Binair tellen Om de vorming van binaire getallen (0 tot en met 15) snel onder de knie te krijgen kun je de leerlingen een eenvoudige binaire teller laten maken. Bevestig rond een leeg rolletje (wc-papier) vier verschuifbare stroken voorzien van 1 en 0. Je kunt ook gebruik maken van de volgende website: http://www.ping.be/ursula/wiskoef/1binair.htm om omzettingen van binair naar decimaal en omgekeerd te oefenen. 3 Binaire codering Om een indruk te krijgen hoe je naam er in braille uitziet, kun je surfen naar de volgende website: http://www.accessibility.nl/informatie/braillezien.php De computeropdrachten 6 en 7 zijn geschikt voor het individueel testen van het werken met binaire codes. 6
2. 2
Evalueren en differentiëren Dossier 1
In dit hoofdstuk vind je materiaal dat kan dienen als extra-oefenmateriaal of als basis voor het opstellen van eigen testen of toetsen. *** Zet de gegeven getallen om in het andere talstelsel. 0100bin = ……………………dec
10dec = ……………………bin
1100bin = ……………………dec
2dec = ……………………bin
0110bin = ……………………dec
14dec = ……………………bin
1101bin = ……………………dec
6dec = ……………………bin
0011bin = ……………………dec
7dec = ……………………bin
0101bin = ……………………dec
15dec = ……………………bin
1001bin = ……………………dec
3dec = ……………………bin
*** Rangschik de gegeven binaire getallen volgens grootte. Begin met het grootste getal. 1101 0111 1010 1110 0101 0011 1111 ………………………………………………………………………………………………………… *** Zet de gegeven getallen om in het andere talstelsel met behulp van een rekentoestel of computer. 1010 0100bin = ……………………dec
110dec = …………………………..…bin
1101 1100bin = ……………………dec
223dec = ……………………..………bin
1011 0110bin = ……………………dec
154dec = ……………………..………bin
1111 1101bin = ……………………dec
191dec = ………………………..……bin
1001 0011bin = ……………………dec
95dec = …………………..…………bin
1010 0101bin = ……………………dec
135dec = ………………………...…...bin
1001 1001bin = ……………………dec
136dec = ……………………..………bin
*** Zet volgende reeksen om in hexadecimale getallen. 1010 0100 0011
…………………………………..hex
1101 1100 1111
…………………………………. hex
1011 0110 0111
…………………………………. hex 7
1111 1101 0101
…………………………………. hex
1001 0011 1100
…………………………………. hex
1010 0101 1101
…………………………………. hex
1001 1001 1100
…………………………………. hex
1000 1011 1001
…………………………………. hex
*** Zet de hexadecimale getallen om in binaire getallen. C642
……………………………………bin
9FA7
……………………………………bin
A26E
……………………………………bin
43BC
……………………………………bin
23CB
……………………………………bin
59FA
……………………………………bin
*** Welk binair getal gaat vooraf aan: 0100 bin ………………………………. 1000 bin ………………………………. 1111 bin ………………………………. 0110 bin ………………………………. 0111 bin ………………………………. 0011 bin ………………………………. *** Welk binair getal volgt op: 1001 bin ……………………………… 0110 bin ……………………………… 1111 bin ……………………………… 0111 bin ……………………………… 0011 bin ……………………………… 1011 bin ………………………………
8
3
Dossier 2: Tellen met machines
3. 1
Didactische tips
LEERPLANDOELSTELLINGEN 44, 46 EINDTERMEN 25 EIGEN AANVULLENDE DOELSTELLINGEN - leerlingen geven voorbeelden van machines die’tellen’ - leerlingen weten wat een 7-segmentendisplay is - leerlingen begrijpen hoe je het tellen kunt starten of onderbreken door het impulssignaal te combineren met een ander signaal via de EN-poort of de OF-poort - leerlingen kunnen de doe.box opstellen en verbinden met de pc - leerlingen duiden op een schema de weg aan die de signalen volgen van de invoermodule over de doe.box en de pc naar de uitvoermodule - leerlingen stellen via het menu het programma Logicode in de gevraagde modus in - leerlingen bedienen de teller in het programma Logicode - leerlingen laten de teller decimaal tellen in het programma Logicode - leerlingen voeren een goed omschreven opdracht uit volgens de 5 stappen van het probleemoplossend model (technologisch proces) - leerlingen evalueren en verbeteren een eigen realisatie - leerlingen onderzoeken de werking van een computermuis en stellen het verband met de binaire teller vast DIDACTISCH MATERIAAL dataprojector overheadprojector en transparanten pc's + Internetaansluiting
1 Tellen in het dagelijkse leven Een transparant of een PowerPoint-presentatie met afbeeldingen van toestellen of machines die ‘tellen’ kan helpen om klassikaal uit te zoeken wat er precies geteld wordt. Kies liefst toestellen die de leerlingen zelf dagelijks gebruiken. Ook hier kun je weer gebruik maken van de achterflap van het werkboekje doe.it2.
2 Tellen met het tellerpaneel Met behulp van het behendigheidstoestel kun je de leerlingen spelenderwijs de mogelijkheden van het tellerpaneel laten ontdekken: Opdrachten: Sluit het toestel aan volgens deze opgave: o met de schuifschakelaar kun je het spel 9
starten; o als je één van de vier ringen raakt wordt de teller met 1 verhoogt; o als je het doel raakt blijft de lamp branden. (slotketen = herhaling 1ste jaar)
Oplossing
De leerlingen kunnen het spel nu spelen, ze ontdekken dat oneerlijk spelen mogelijk blijft. Als ze één van de vier ringen blijven raken, verhoogt de inhoud van de teller slechts met 1. Ze zoeken een oplossing voor dit probleem nl. de teller moet blijven tellen zolang er één van de vier ringen wordt geraakt. Oplossing
10
Sluit het toestel aan volgens deze opgave: o met de schuifschakelaar kun je het spel starten; o na vier maal raken van één van de vier ringen brandt de lamp; o na acht maal raken van één van de vier ringen werkt de zoemer en is je beurt voorbij; o om de teller terug op nul te zetten raak je het doel. Oplossing
3 Tellen met de doe.box Indien je momenteel nog niet beschikt over de doe.box kun je toch al gebruik maken van het programma Logicode2. Alle opdrachten in het werkboekje zijn volledig uitvoerbaar met deze computersimulatie. Een aanrader is zeker het aanschaffen en gebruiken van de doe.box om de eerste stappen van het tellen en het sturen aan te leren. 4 Realisatie: het scorebord Laat de leerlingen de nodige maten nemen en een schets maken met maataanduiding (verwijs hier zeker naar de leerstof 1ste jaar doe.comm, technisch tekenen en normschrift). Gebruik eventueel gekleurd stevig papier om een sjabloon te ontwerpen dat op de invoeren de uitvoermodule past. Opschriften kunnen eventueel geprint worden op zelfklevend papier en kunnen op de juiste plaats op de sjablonen gekleefd worden. Indien je nog niet beschikt over de doe.box is het ook mogelijk de sjablonen te laten ontwerpen voor twee tellerpaneeltjes. 11
5 Realisatie: een toerenteller Afhankelijk van de materialen en gereedschappen waarover de leerlingen kunnen beschikken kan er in hout; metaal of kunststof gewerkt worden. Enkele tips voor een geslaagde realisatie in kunststof:
Benodigdheden:
Gereedschap:
1 x Blikje 4 x Kunststofplaat 3 x 30 x 165 1 x Schroefdraadstang Ø 6 x 200 4 x Draadschroef Ø 3 x 12 2 x Draadschroef Ø 3 x 16 1 x Draadschroef Ø 3 x 20 7 x Moer Ø 3 4 x Moer Ø 6 2 x Tussenring Ø 3 2 x Tussenring Ø 6 1 x Metalen plaatje (of stevig karton) 12 x 30 2 x Banaanstekker 2 x Soepel snoer ± 250 1 x Elastiek 2 x Karton (stevig) 15 x 20 1 x A4 papier 1 x Rietje 2 x Aluminium (liefst zelfklevend) 45 x 70 1 x Aluminium (liefst zelfklevend) 50 x 210
Potlood Lat Stift Kolomboor Boor Ø 3 Boor Ø 6 Schaar Breekmes Priem Schroevendraaier Kniptang Ontmanteltang Kunststofbuiger Fixeermal Perforator
1. Maten aanduiden met behulp van werktekening.
12
Verwijder de beschermfolie niet! Duid op het horizontale bovenplaatje en op één verticaal steunplaatje alle gaatjes en plooilijnen aan met stift. 2. Gaatjes boren met kolomboormachine Boor eerst de twee gaatjes (bevestiging contactstroken) in het bovenplaatje.
Kleef met kleefband beide plaatjes (onder en boven) stevig op elkaar. Doe dit ook met de verticale steunplaatjes (links en rechts). Boor dan alle andere gaatjes. Let op de juiste Ø! 3. Kunststof buigen met kunststofbuiger en fixeermal. Met een breekmes snij je de kleefband langs één zijkant tussen de twee plaatjes door. Plooi de plaatjes open (één kant blijft aan elkaar gekleefd). Verwarm (buitenhoek) en buig beide plaatjes gelijktijdig in een hoek van 90° en laat afkoelen. Herhaal dit telkens waar een plooilijn getekend werd. 4. As bevestigen en zwengel maken. Gebruik een priem om een gaatje te maken in het midden van het blikje. Schuif de as door het blikje en verdeel links en rechts het uitstekende gedeelte van de as. De tussenring langs de opening in het blik neem je best groter voor de stevigheid. Beide kanten goed vastschroeven met moer Ø 6. Voor de zwengel gebruik je een metalen plaatje (of stevig karton) 12 x 30 voorzien van 2 gaatjes zie tekening.
Schroef Ø 3 x 20 en moer bevestigen. 5. Aluminium aanbrengen op het blikje Bereken de omtrek van het blikje.Teken deze rechthoek (zie tekening)
13
Snij deze rechthoek zeer nauwkeurig uit. Kleef het aluminium op de volledige rechthoek. Zorg bovenaan voor 3 mm extra aluminium. Druk glad en zeer regelmatig aan (zonder plooien). Snij met een breekmes de grijze vorm uit. Bevestig het aluminium rond het blikje, met de 3 mm extra kun je de strook vastkleven. Druk stevig aan. Knip 5 en 10 mm van een rietje en schuif links 10 mm en rechts 5 mm over de as. Dit dient als afstandsbus, om het blikje op de juiste plaats te houden bij het ronddraaien. Het blikje is nu klaar voor montage. 6. Contactstroken maken Teken op stevig karton een rechthoek van 15 bij 20 mm. Snij zeer nauwkeurig uit.
1. Kleef het karton (zie tekening 1) op het aluminium. 2. Geef een knip (zie tekening 2) en plooi 3 mm om. Kleef vast. Plooi op de plooilijn A en kleef vast. Plooi op de plooilijn B en kleef vast. Opgelet: glad wrijven, zonder plooien! 3. Knip onderaan 3 mm af (zie tekening 3) Maak bovenaan een gaatje met een perforator. 4. Maak het twee contactstrookje. De contactstroken zijn klaar voor montage. 7. Banaanstekkers aan snoeren monteren Voldoende ontmantelen. Stevig vastschroeven. 8. Contactstrookjes + snoeren bevestigen Volgorde 1 schroef Ø 3 x 16 2 kunststofplaat 3 contactstrook 4 tussenring 5 snoer 6 moer Alles stevig vastschroeven. Herhaal een tweede maal. 14
9. Monteren van alle onderdelen met behulp van de foto (zie bijlage) Bevestig eerst aan de linker verticale steun het horizontale onderplaatje met een schroef Ø 3 x 12 en een moer. Plaats de as met het blikje (onderkant blikje links) controleer of de afstandsbusjes (rietjes) links en rechts op de as zijn. Neem rechter verticale steun en schroef het onderplaatje met een schroef Ø 3 x 12 en een moer stevig vast. Draai rechts aan de as een moer, schuif de zwengel aan de as en zet vast met een tweede moer. Plaats het horizontale bovenplaatje en schroef links en rechts stevig vast. 10. Elastiek aanbrengen op contactstroken Plooi de contactstrookjes naar boven om, juist achter het karton. Schuif het elastiekje over het geheel zodat er druk wordt uitgeoefend op de contactstrookjes en deze het blikje constant blijven raken. De toerenteller is klaar voor gebruik. Deze opdracht is ook geschikt voor groepswerk: 3 leerlingen maken 1 toerenteller. Werkverdeling: 1ste opdracht: elke leerling werkt individueel één onderdeel af Verticale en horizontale kunststofplaatjes Blikje Contactstrookjes en zwengel 2de opdracht: samenwerking 1 leerling: contactstrookjes en snoeren bevestigen 2 leerlingen: verticale steunplaatjes met horizontaal onderplaatje en blikje + zwengel 3de opdracht: afwerking 2 leerlingen: horizontaal bovenplaatje bevestigen 1 leerling: ruimt op Indien je nog niet over de doe.box beschikt kun je de toerenteller aansluiten op de telleringang van het tellerpaneel om de werking ervan te laten uittesten (principe impulsgenerator). 6 Een onverwachte toepassing: de computermuis Laat de leerlingen experimenteren met een meegebrachte defecte computermuis om zo proefondervindelijk het verband met de teller vast te stellen. Verwijs hierbij ook naar de leerstof 1ste jaar doe.watt, overbrenging van beweging.
15
3. 2
Evalueren en differentiëren Dossier 2
In dit hoofdstuk vind je materiaal dat kan dienen als extra-oefenmateriaal of als basis voor het opstellen van eigen testen of toetsen. ***
uitvoer
verwerking
invoer
Plaats een kruisje in de juiste kolom. Noteer in de rechtse kolom de juiste naam.
Benaming
…………………………...
…………………………...
…………………………...
…………………………...
…………………………...
*** 16
Kleur de leds die oplichten rood.
*** Welk getal verschijnt op de display?
17
*** Duid alle correcte uitspraken aan. Let op: meerdere mogelijkheden kunnen juist zijn! De display verhoogt met 1 als je: éénmaal drukt op de teltoets éénmaal drukt op de resettoets aan de binaire teller een 0 aanbiedt aan de binaire teller een 1 aanbiedt De impulsgenerator: geeft afwisselend stroom en geen stroom biedt steeds een 1 aan biedt steeds een 0 aan biedt afwisselend nullen en enen aan De tellerinhoud verhoogt met 1 als de impulsgenerator: omschakelt van nul naar één omschakelt van één naar nul steeds een één aanbiedt steeds een nul aanbiedt De tellerinhoud reset: als er aan de tellleringang een 1 wordt aangeboden als er aan de resetingang een 1 wordt aangeboden als er aan de resetingang een 0 wordt aangeboden als er aan de tellleringang een 1-signaal wordt aangeboden nadat de display F toonde *** Bestudeer de schakeling, op welke wijze gaat de schakeling werken? Wanneer zal de tellerinhoud met één eenheid stijgen? ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. Wanneer wordt er gereset? ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………. Onderzoek aandachtig de volgende schema’s en omcirkel 18
de getallen die door de lamp gesignaleerd worden.
De lamp brandt bij: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F
De lamp brandt bij: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F *** Noteer de getallen waarbij de lamp niet oplicht.
………………………………………………………………………………………………………… *** 19
Vul de ontbrekende nullen en enen aan in de vakjes. Noteer ook de juiste poort.
*** Bij onderstaande schakeling knippert de lamp: overdag ’s nachts ’s nachts en overdag nooit brandt de lamp: overdag ’s nachts ’s nachts en overdag nooit
*** Ontwerp volgende schakelingen: Bouw een schakeling om te meten hoe lang een zonsverduistering duurt. Eén impuls van de impulsgenerator stelt 1 minuut voor. Oplossing:
of Je wilt weten hoe lang de temperatuursensor warm blijft, nadat je hem met je vingertop hebt opgewarmd. Oplossing: 20
Bouw een schakeling om de getallen 6, 7, 14 en 15 te signaleren. Oplossing
Bouw een schakeling om alle getallen groter dan 3 te signaleren. Oplossing
Ontwerp een schakeling die de teller steeds opnieuw laat tellen van 0 tot en met 5. Oplossing:
Wanneer je het autoalarm inschakelt, krijg je nog 8 tellen de tijd om de auto te verlaten en af te sluiten. Ondertussen knipperen de lichten 4 maal. Bij de achtste tel stopt het tellen en is het alarm (R) ingeschakeld. Oplossing:
*** Benoem de gebruikte techniek. ……………………………………………………………………… (Oplossing: een getal signaleren)
………………………………………………………………………. (Oplossing: het tellen stoppen met een controlesignaal)
……………………………………………………………………… (Oplossing: het tellen starten met een controlesignaal)
21
4
Dossier 3: Onthouden met machines
4. 1
Didactische tips
LEERPLANDOELSTELLINGEN 45, 47 EINDTERMEN 27 EIGEN AANVULLENDE DOELSTELLINGEN - leerlingen verklaren de functie van een lees- en schrijfkop bij een harde schijf. - leerlingen noemen de belangrijkste eigenschappen van RAM-geheugen op. - leerlingen beschrijven enkele typische ROM-geheugens. - leerlingen duiden het verschil aan tussen werkgeheugen en opslaggeheugen bij een computer. - leerlingen kennen de belangrijkste begrippen van bestandsbeheer: bestand, bestandsnaam, extensie, map, Verkenner. - leerlingen weten wat een gegevensbank is en kunnen deze kennis toepassen op het adressenboek van een gsm. - leerlingen kunnen met behulp van een handleiding een digitaal toestel correct gebruiken. - leerlingen kunnen een eenvoudige handleiding maken voor een digitaal toestel. DIDACTISCH MATERIAAL dataprojector overheadprojector en transparanten pc's + Internetaansluiting
1 Machinegeheugen Met behulp van externe organen zoals: het behendigheidstoestel, het magneetcontact, het trilcontact en de rookdetector kunnen de leerlingen zelfstandig de functie van de slot-resetketen uittesten. Laat de leerlingen zelf experimenteren met het behendigheidstoestel. Sluit het toestel aan volgens deze opgave: o met de schuifschakelaar kun je het spel starten; o als je één van de vier ringen raakt blijft de lamp branden (slotketen); o als je het doel raakt werkt de zoemer. De leerlingen kunnen het spel nu spelen, ze ontdekken dat de lamp enkel kan gedoofd worden door de terugkoppeling van de uitgang van de OF-poort naar de ingang van de OF-poort te verwijderen. Ze zoeken een oplossing voor dit probleem nl. een slotketen bouwen die je kunt resetten (terug in de beginstand zetten). Oplossing: 22
Laat de leerlingen zelf schakelingen bouwen met het magneet- en/of het trilcontact. Bouw een schakeling om een raam of een deur te beveiligen met een magneetcontact. Wanneer de deur wordt geopend bij een poging tot inbraak moet het alarm blijven werken. De beveiliging moet kunnen uitgeschakeld worden.
Je kunt hier gebruik maken van de kant-en-klare reedcontacten die al besproken en gebruikt werden bij de elektrische kringloop (doe.watt). Om de magneetschakelaar samen met het paneeltje te laten functioneren, verbinden we de stekkerbus van de positieve (+) zijde van het paneeltje met het gemeenschappelijke aansluitpunt (COM) van de magneetschakelaar en de NG-functie (normaal gesloten = deur dicht) van het magneetcontact met de ingang van de OF-poort. Bouw een schakeling om een raam te beveiligen met een trilcontact. Wanneer het glas trillingen ervaart die kunnen wijzen op een poging tot inbraak moet het alarm blijven werken. De beveiliging moet kunnen uitgeschakeld worden.
De trillingsgevoeligheid is instelbaar en dient heel nauwkeurig te worden afgesteld: Verbind de stekkerbus van de positieve (+) zijde van het paneeltje met een aansluitpunt van het trilcontact. 23
Verbind het andere aansluitpunt van het trilcontact met de ingang van de NIETpoort. Verdraai de regelschroef van het trilcontact tot het LED aan de uitgang van de NIET-poort dooft. Draai de schroef een heel klein beetje terug tot het LED net weer oplicht. Nu staat het trilcontact op scherp. Let op: indien dit niet nauwkeurig gebeurt, zal het trilcontact nooit goed functioneren! Je kunt ook gebruik maken van de rookdetector om de werking van de slot-reset keten uittesten. Bouw een schakeling om een kamer te beveiligen met een rookdetector. Bij de geringste rookontwikkeling die kan leiden tot een brand moet het alarm blijven werken. De beveiliging moet kunnen uitgeschakeld worden.
2 Onthouden met de geheugenmodule Het digitale geheugenpaneeltje is een extra hulpmiddel bij dit onderdeel en zeker nuttig te gebruiken bij de computeropdrachten 11 en 12. 3 Onthouden met de computer Veel kans dat de leerlingen hier zelf heel veel over weten en diverse zaken kunnen meebrengen. Dit onderdeel sluit zeer nauw aan bij hun leefwereld en interessesfeer. Laat ze gerust zelf informatie verzamelen, vergelijken en bespreken. Computeropdracht 13 is een toepassing die bij de leerlingen erg in de smaak valt. Gegarandeerd succes! Een andere praktische opdracht kan er bijvoorbeeld in bestaan de leerlingen de tv-zenders met behulp van een handleiding laten instellen volgens een opgegeven volgorde.
24
4. 2
Evalueren en differentiëren Dossier 3
In dit hoofdstuk vind je materiaal dat kan dienen als extra-oefenmateriaal of als basis voor het opstellen van eigen testen of toetsen. *** Omcirkel het juiste antwoord. Welk geheugen is vluchtig? Het magnetisch geheugen / het werkgeheugen (het werkgeheugen) Welk geheugen heeft als eigenschap dat het herbeschrijfbaar is? RAM- / ROM-geheugens (RAM-geheugens) De Cd-RW en de DVD-RW die je in de handel vindt klasseer je bij: RAM- / ROM-geheugens (RAM-geheugens) *** Bouw een alarmschakeling waarbij een sirene begint te loeien en blijft loeien wanneer je ook maar even een lichtstraal onderbreekt. Oplossing:
*** Bouw een alarmschakeling waarbij een sirene begint te loeien en blijft loeien wanneer je ook maar even een lichtstraal onderbreekt. Je moet het alarm ook weer kunnen uitzetten. Oplossing:
*** Plaats een kruisje in de juiste kolom. Noteer in de rechtse kolom de juiste naam.
25
uitvoer
verwerking
invoer
Benaming
…………………………...
…………………………...
…………………………...
…………………………...
…………………………...
…………………………...
26
*** Boots de werking van een verkeerslicht na met behulp van de leds van de geheugeninhoud. Het licht doorloopt volgende cyclus: 3 tellen rood 3 tellen oranje 3 tellen groen Vervolgens start de cyclus opnieuw. Schrijf het programma, schets je oplossing en test ze .
Oplossing: Adres (teller) 0 1 2 3 4 5 6 7 8
Geheugeninhoud 0100 of 1000 0100 of 1000 0100 of 1000 0010 0010 0010 0001 0001 0001
27
*** Op een lichtkrant komt tekst als het ware voorbijgewandeld. Verschillende lichtjes gaan achtereenvolgens aan om het gewenste effect te bereiken. Kun jij ook zo’n soort lichtkrant maken? Programmeer het geheugen zo dat de LED’s op het geheugenpaneel van rechts naar links na elkaar oplichten om nadien opnieuw rechts te beginnen. Schrijf het programma, schets je oplossing en test ze.
Oplossing: Adres (teller) 0 1 2 3
Geheugeninhoud 0001 0010 0100 1000
*** Vergelijk op basis van documentatie twee of meer merken van een memory stick wat betreft opslagvermogen, prijs, merk… Vergelijk op basis van documentatie twee of meer merken van computers wat betreft opslagvermogen, prijs, merk… *** Een mogelijke taak of extra opdracht kan er bijvoorbeeld in bestaan de leerlingen een documentatiemap laten maken van digitale apparaten. ***
28