1
DODEKANESOS
V.O.L.S. 2008
2
3
Wat staat er zoal in het verslagenboekje van onze reis naar de Dodekanesos. Dag
Za. 21 juni. Zo. 22 juni. Ma. 23 juni. Di. 24 juni. Wo.25 juni. Do. 26 juni. Vr. 27 juni. Za. 28 juni.
Auteur Voorwoord. Gulpen – Rhodos. Jannine, Monique en Nicole Rhodos stad Hanneke Monte Smith - Eptá Piges – Lindos. John H. Kamiros - Monólithos. John P. Kos – Kos-stad - Kasteel van de Nights. Hans Kos – Patmos – Kos. Helma Asklepion / vertrek naar Rhodos. Frans S Rhodos / vlucht Rhodos – Keulen. Mariëtte Deelnemers Dodekanesosreis juni 2008.
Blz. 4 8 13 24 33 38 59 73 84 87
Lay out : John Pennings. Foto´s : Nicole, Hanneke, John P., Frans S., Angela, Herman.
4
Voorwoord. We gaan naar de Dodekanesos. Dodekanesos betekent twaalf en bestaat uit verschillende eilanden met een eigen karakter die ieder wel iets speciaals te bieden hebben. Wij bezoeken drie van deze eilanden Rhodos, Kos en Pátmos. Voor de vijfde keer gaan we met Argiris op stap. In 2000 waren we met Argiris in Athene en de Peloponessos, in 2002 in Noord Griekenland, in 2004 op Kreta, in 2006 naar de Cycladen en nu naar drie eilanden van de Dodekanessos. We kennen Argiris dus al heel goed en weten dat hij heel vakkundig is, zeer goed Nederlands spreekt en alles, maar dan ook alles, tot in de puntjes voorbereidt. Er staat ons dus een geweldige vakantie te wachten. We gaan met 26 personen. Een gezellige, niet te grote groep en we krijgen, als we de voorspellingen mogen geloven prachtig weer. Rhodos heeft de meeste zonuren per jaar van heel Europa. Wat staat ons allemaal te wachten ? Interessante bezienswaardigheden zijn de middeleeuwse stadsmuren op Rhodos, de kloosterburcht Johannes de Evangelist van de Johannieter Orde op Pátmos en de ruïnes van de oude hellenistische en Romeinse steden op Kos en Rhodos. Rhodos-stad met de Ridderstraat. De acht orden ( Frans, Spaans, etc.) hadden ieder hun eigen balije ( herberg) in deze lange straat die van het Hospitaal en het Arsenaal naar het Paleis van de Grootmeesters loopt. Torentjes, waterspuwers en wapenschilden boven de ingang geven aan om welke “Taal” het gaat.
5
Een van de charmes van de oude stad Kos is de rijkdom aan middeleeuwse en klassieke bouwwerken. Verder vind je overal herinneringen aan een van zijn beroemde inwoners uit de Griekse Oudheid : Hyppocrates. Deze “grote zoon” van het eiland is de grondlegger van de moderne geneeskunde en wordt omstreeks 460 v.C. op Kos geboren. Een van zijn algemene levenswijsheden was : “Het leven is kort, de kunst is lang”.
Pátmos is een eiland met een prachtige natuur en fraaie bouwwerken. Het wordt beheerst door een imposant middeleeuws versterkt klooster. De lommerrijke straten worden omzoomd door eucalyptusbomen en rond de huizen en dorpen staan vijgenbomen, bougainvilles en vijgcactussen. Hier is “weinig” toerisme, omdat het eiland door patriarch Athenagoras tot “Het Heilige eiland der Christenheid” is uitgeroepen, door het conservatieve kloosterleven en omdat er geen luchthaven is. Niet alleen heeft de apostel Johannes hier als balling geleefd nadat hij in 95 n.C. was verbannen uit Ephese door de Romeinse keizer, hier ontving hij ook de goddelijke openbaringen, die
6
beschreven staan in het laatste boek van het Nieuwe Testament. En misschien is hier ook het evangelie van Johannes ontstaan, zoals de overlevering wil. We gaan natuurlijk ook naar de Grot van de Apocalyps, waaromheen het klooster is opgericht. Volgens de legende heeft Johannes hier zijn goddelijke Openbaring (Apocalyps) aan zijn leerling Próchoras gedicteerd.
De aankomst met de boot bij Pátmos is geweldig. Als je met het schip de haven van Skala binnenloopt dan kun je genieten van een indrukwekkend panorama : beneden de bruisende havenstad, maar hoog boven je – je zou bijna zeggen aan het aardse gedoe onttrokken – de witten huizen van Chóra met het machtige klooster in het midden. Buiten de klassieke bezienswaardigheden zijn er nog de markten en natuurlijk de winkels.
7
Op de markten zien we kraampjes vol kleurige groente en fruit en deze zijn natuurlijk leuk om te fotograferen. Je krijgt er een goede indruk van het dagelijks leven en je kunt er originele souvenirs kopen. De Odós Sokrátous, de winkelstraat in de oude stad Rhodos puilt uit van de goede sieraden- en lederwinkels. Ook in en rond de Odós Venizelou, in het hart van de nieuwe stad, vind je juweliers, uitstekende schoenzaken en winkels met designerkleding. De Griekse keuken is bij de meeste van ons wel bekend. Veel beter dan thuis smaakt ze echter in de buitenlucht, met een zacht briesje vanaf de zee………
De drie eilanden die wij bezoeken liggen in het overgangsgebied tussen het avondland en de oriënt. Moskeeën, kloosters, rotsachtige woestenijen en oasen maken van iedere reis een belevenis. De temperatuur is volgens de tabellen in juni gemiddeld 28,50 C. , het aantal zonne-uren 11,6 (Rhodos) en 11,0 (Kos) per dag en het aantal regendagen tussen de nul en een per maand in juni. Ik wens iedereen een mooie, leerrijke, zonnige, gezellige en fijne vakantie toe in de Dodekanesos en hopelijk tot zaterdag 21 juni in de bus naar het vliegveld. John.
8
Zaterdag 21 juni 2008. Gulpen – Rhodos. Het is 1.15 uur en het regent in Gulpen. Door de donkere nacht sleuren wij (Jeannine, Monique en Nicole) onze koffers naar het busstation. De buschauffeur wil zo snel mogelijk weg en wij stappen als allerlaatste in. Met slechts 26 passagiers die naar Rhodos reizen, blijft er veel ruimte over in de bus. Een rustige start dus, bovendien slaapt bijna iedereen.
De vlucht verloopt voorspoedig maar onze gids is bij aankomst nog niet aanwezig. Gelukkig kennen we Argiris al van eerdere reizen door Griekenland en menen hem te herkennen in een jongeman met oranje T-shirt. Dat zou toepasselijk zijn want de EK-voetbalwedstrijden houden menigeen bezig en vanavond moet Oranje tegen Rusland spelen. Maar de jongeman loopt straal langs de "groep Pennings" heen en blijkt dus een dubbelganger te zijn. Even later verschijnt de lichtvoetige Argiris. Een hartelijk weerzien volgt. Argiris toont zich zoals wij hem kennen, vriendelijk, meteen praktisch en zonder poespas. Als we in de bus zitten, krijgen we nuttige informatie over ons hotel Bel Air Beach in Ixia en een kort overzicht over de belangrijkste punten van het programma. Ondertussen kijken wij moe maar geïnteresseerd uit het busraam en herkennen de Griekse sfeer in de onafgebouwde huizen, waterboilers bovenop de daken, goudgeel gras, oleanders in wit en roze, paarse
9
bougainvilles, agaven en de diepblauwe pispotjes. De zee is van een kleur blauw, die bij ons in het grijze Nederland nooit te zien is en die ons iedere keer weer versteld doet staan. In het hotel aangekomen krijgen we de gelegenheid de kamers te verkennen en even tot rust te komen, want niemand heeft echt geslapen. Zelf Argiris niet. Zijn vlucht had vertraging. Onze driepersoonskamer is naar tevredenheid. Twee kamers en suite en toiletgelegenheid met bad en douche. Gelukkig ook een gesmeerd werkende airco als je de deuren maar goed genoeg sluit. Jeaninne en ik besluiten een plons te nemen in het heldere water.
10
Zwemmen is hier een genot, al is het water behoorlijk zout. Veel tijd hiervoor hebben we echter niet. Een nieuwe bus rijdt voor, dit keer met een groene bekleding.
Door de eeuwen heen drukten verschillende volkeren hun stempel op Rhodos. Argiris zal het ons morgen haarfijn uit de doeken doen maar vanmiddag gaan we bovenal sfeer proeven. Het moet een ontspannen stadsbezoek worden. Argiris brengt ons binnen de (oude) stadsmuren, die een lengte van 4 kilometer hebben en 12 meter dik zijn. Ze zijn gebouwd door de Johannieters, de kruisridders die in 1306 Rhodos kochten van de Genuese piraat admiraal Vignoli. De fantasievol gelegde kiezelwegen blijken voor de een uiterst rottig te belopen, voor de ander een aangename voetmassage. Via het Paleis van de Grootmeester lopen wij de toeristische route. Argiris heeft een energie opwekkende lunch voor ons in petto. Een heus festijn. Bij Romios aan de Sofokleousstraat zinken we weg in de zachte kussens. Een geweldige boom met een net eronder om dor blad en ander ongerief op te vangen, biedt genoeglijke schaduw aan ons allemaal. Aan een meterslange tafel krijgen we typisch Griekse lekkernijen: enorme bruschetta's met tomaat en kaas, tapenades, gehaktrolletjes met pijnboompitten in tomatensaus, geitenkaas in filodeeg met sesamzaad en overgoten met honing, wijnblad gevuld met rijst en heerlijke kruiden, knotsen van witte bonen in tomatensaus, snijbiet, frieten en stoofvlees. Geen nagerechtje maar een koffie-ouzootje met een vleug anijs. Een regelrechte topper !
11
De straten van de oude stad zijn vernoemd naar beroemde Grieken uit de klassieke oudheid. Hippokratous, Sokratous, Periklous, Aristotelous, Argirious etc. Opvallend zijn de dakterrassen en de tjokvolle souvenirwinkeltjes. Hier weten wij al gauw een paar badhanddoeken te scoren, want om te zwemmen moet men een eigen handdoek hebben. We kopen er een met een opdruk van de Griekse vlag en een met het symbool van Rhodos, de zuilen met de herten. We zullen deze tegenkomen in de haven Mandraki maar de hinde blijkt van haar sokkel verdwenen. Ter restauratie, nemen we aan. Deze soort herten leeft nog altijd in de binnenlanden van Rhodos. De beroemde Colossos is jammer genoeg allang verdwenen. Een aardbeving heeft hem in 227 v. Chr. terneer doen storten. De terugweg wordt aanvaard en de bus rijdt ons langs het "Aquarium", het uiterste puntje van Rhodos, waar de golfslag van de diepblauwe zee verandert van rustig naar woelig. We passeren ook een rotonde met een bronzen beeld van de atleet Diagoras. Hij wordt gedragen door zijn twee sportieve zonen. Dit om hem te eren voor zijn prestaties tot drie maal toe bij de heilige Olympische Spelen. Iedereen is nu warm en doodmoe, maar enthousiast kleden we ons zoveel mogelijk in het oranje voor de voetbalwedstrijd Nederland- Rusland. Vol verwachting strijken we neer bij de televisie. Helaas is de club van Guus Hiddink in topvorm en weet op overtuigende wijze de overwinning te behalen op het elftal van Marco van Basten. Jammer, maar nu kunnen we eindelijk naar bed.
12
Citaat uit "Griekse Kusten" van Bertus Aafjes: Wie voor het eerst de torso van een Grieks beeld ziet denkt: het beeld mist helaas een arm. Wie de torso weerziet, weet niet beter of het beeld moet een arm missen. En wie de torso van het beeld heeft leren kennen en liefhebben, dankt de goden dat de arm eraf is. Jeannine, Monique en Nicole.
13
Zondag 22 juni. Rhodos stad. De wekservice is door Argiris voor 7.30 uur besteld; een heel christelijke tijd bleek later in de week. Nog niet helemaal wakker, deel ik Cissel mee dat ik vannacht een mug meen gehoord te hebben. Dit bleek een eufemisme van de eerste orde: het plafond zag zwart van de muggen en Cissel bleek van top tot teen onder de bulten te zitten. Het commentaar is niet voor herhaling vatbaar. Oorzaak: onze airco deed het nauwelijks, dus lekker met de schuifdeuren open geslapen! Het ontbijtbuffet met heerlijke Griekse yoghurt, allerlei soorten kaas, vleeswaren en, op deze ochtend, roerei met gebakken spek deed wonderen; zo ook de immer vrolijk kijkende Tomas die ons van koffie “speciaal” voorziet. De “smeerkaas” van Frans Souren, voorgeproefd door Cissel, bleek margarine te zijn; commentaar wederom….. Om 9 uur vertrekken we, met een stralende zon en een nog zichtbare maan, per bus naar de oude stad Rhodos. Aan de voet van de machtige, 4 km lange, middeleeuwse muur krijgen wij van Argiris een uitgebreide verhandeling over de geschiedenis van het eiland Rhodos en de Oude stad, die tweemaal zo groot moet zijn geweest als de Nieuwe stad. In de klassieke oudheid was het eiland onderverdeeld in drie stadstaten: Ialyssos, Lindos (een zeemacht) en Kameiros (een landbouwstad: verhandelde olijfolie, vijgen en wijn). Deze drie Dorische steden stichtten in 408 v.Chr. de hoofdstad Rhodos. Veel schatten uit die periode zijn nu te zien in het Louvre en het British Museum. Rhodos is heel belangrijk geweest in de Hellenistische tijd als zeemacht. De beroemde Colossus, die in 290 v. Chr. gereed kwam, was een ca. 35 m hoog bronzen beeld van de zonnegod Helios. Het brons kwam van achtergelaten wapentuig van de Macedonische bezetter Demetrius. Het werd een van de zeven wereldwonderen van de antieke wereld. Het beeld is door een aardbeving na 65 jaar in elkaar gestort. De brokstukken zijn pas in de 6e eeuw na Chr. verkocht aan een Joodse handelaar, die 900 kamelen nodig had om deze te vervoeren naar de schepen. De geschiedenis van het beeld is verder onbekend.
14
Na de Grieken hebben de Romeinen, de Byzantijnen, de Arabieren, de Johannieters en de Turken het eiland bezet. De eerste Turken waren huursoldaten die tegen het Byzantijnse Rijk werden ingezet. Vóórdat Rhodos in 1948 Grieks werd, waren de Italianen de bezetters van het eiland. Ridderstad In 1306 kochten de ridders van de Johannieterorde Rhodos van een Genuese piraat. Het duurde nog 3 jaar voor het eiland veroverd was; de eilandbewoners zagen de ridders als ketters: Rooms katholiek tegenover Orthodox. Het ging om een theologisch verschil. De Rooms katholieken geloven dat de Heilige Geest uit zowel de Vader als de Zoon komt. De Zoon heeft een goddelijke en menselijke natuur. De Orthodox christenen geloven niet in de goddelijke natuur van Jezus. Rhodos werd uitgekozen als ridderstad om de zeehandel vrij te houden en om de wereldhandel met Klein-Azië. Er waren drie categorieën ridders in Rhodos: - de adel: deze ridders moesten een adellijke afkomst hebben - de kapelanen: zij hadden een godsdienstplicht - de lekenbroeders: de echte verplegers De ridders zijn na 213 jaar door de Turken verdreven. Er zijn 19 grootmeesters geweest; de spreektaal was Frans (er waren drie etnische franse groeperingen). Nu ons hoofd weer volgestopt is met de nodige historische kennis, mogen we naar het eerste belangrijke gebouw, het Paleis van de Grootmeesters. Dit
15
16
paleis werd in de jaren dertig van de 20 ste eeuw door de Italianen gerestaureerd voor Mussolini en koning Victor Emmanuel III. (Rhodos was als
17
vakantieoord voor beide heren bedoeld).De beelden op de binnenplaats komen uit het Odeion op Kos. De bouwstenen komen van de oostkust van Rhodos. Rhodos heeft geen marmer; dit kwam van Paros (Cycladen).
In het paleis zijn prachtige vloermozaïeken te bewonderen (afkomstig uit Kos) zoals het Medusamosaïek ( de personificatie van de dood) en het mozaïek met de staf van Dyonisos, ( de god van de mateloze onbeheerstheid). De meeste beeldenvondsten komen uit begraafplaatsen van de oude steden op Rhodos.
18
Er staan grote kruiken, die als graven gebruikt werden in de archaïsche tijd (5e eeuw v. Chr.). Het lijk ging er in zijn geheel in; er werd niet gecremeerd.
19
Daarnaast veel amforen, die met hun puntige bodem rechtop in het zand waren gezet, zoals ze ook per schip vervoerd werden.
20
Na het paleisbezoek is het de hoogste tijd voor koffie. Nicole, die nog “aan de lippen van Argiris hangt” struikelt het paleis uit en komt languit op de binnenplaats te liggen; gelukkig geen ernstig letsel. Met de “Asten-girls” komen Cissel en ik op een prachtig dakterras terecht waar op de drankkaart frappe voorkomt: met blokjes ijs afgekoelde koffie. De toon is gezet voor de rest van de week ! Na deze heerlijke verfrissing, de temperatuur is inmiddels 30+, is de Ridderstraat (Ippoton) aan de beurt. Aan deze straat liggen de
21
herbergen van de Talen (nationaliteiten). Het waren ontmoetingsplaatsen voor de ridders. De Duitse Herberg is niet teruggevonden. Zo’n Herberg bestond uit een binnenhof met opslagruimtes en boven vergaderzalen. Nu zijn het consulaten en afdelingen van het Ministerie van Cultuur. Helaas, het is zondag, zijn alle Herbergen gesloten, zodat we geen kijkje binnen kunnen nemen.
Tijd voor de lunch en inkopen! Vervolgens staat het Archeologisch Museum, het nieuwe hospitaal van de ridders, op het programma. Het plafond in de Grote Zaal is gemaakt van cipressenhout. Cipressen kwamen veel voor op Rhodos; zij werden gebruikt voor scheepsmasten. Nu zie je deze bomen alleen nog op de westkant van het eiland. Helaas valt in dit museum een tweede val te betreuren. John Pennings is zo overdonderd door de schoonheid van Afrodite van Rhodos, dat hij met stastoel en al op de vloer uitglijdt en rottig op zijn “bats” terechtkomt, met pijnlijke gevolgen voor de plek aldaar en de rug, maar John is niet te stuiten!
22
Naast Afrodite valt ook een beeld van Helios te bewonderen met gaatjes rond zijn hoofd voor de stralen van de zon. Uit de 8e eeuw v. Chr. zijn tenslotte hele oude loupes en amuletzegels van steatiet te zien. Rhodoskeramiek heeft als motieven bloemen, vogels (patrijzen volgens Argiris) en herten. Als laatste onderdeel van het bezoek aan de Oude Stad gaan we naar de synagoge Kahal Shalom, de oudste synagoge in Griekenland (1577). Vóór WO II waren er 1600 joden op Rhodos. De meesten zijn in Auschwitz omgekomen; maar 100 joden hebben het overleefd, waarvan er 40 teruggekomen zijn naar Rhodos. We krijgen hierna nog wat vrije tijd in de Oude Stad, maar Cissel en ik zijn moe en bezweet op het eerste terras aan het Hippocratesplein (Plateía Ippokrátous) neergestreken en er niet meer afgekomen vóór de afgesproken tijd. De dag wordt besloten met een hedendaags wereldwonder: Cissel gaat zwemmen in het zwembad van het hotel! Het dinerbuffet daarna smaakte des te beter en vooral de tzatziki is bij ons favoriet. De desserts waren al op toen Cissel en ik zover waren, maar dat werd vervangen door een heerlijke dubbele espresso. Tomas hield de boel weer vrolijk glimlachend in de gaten.
23
’s Avonds was er “levende” muziek op het terras, dat goed bezocht werd. Lei en Helma verrasten ons met een sierlijke dansdemonstratie. De voetbalwedstrijd Spanje-Italië werd nauwelijks nog bekeken na het verlies van de Nederlandse ploeg tegen Rusland de vorige avond. Moe, maar zeer voldaan gingen we rond 12 uur slapen, één schuifdeur open, de gordijnen hermetisch gesloten met de airco nog steeds niet in functie, nadat er “naar gekeken” zou worden. Hanneke.
24
Maandag 23 juni 2008. Monte Smith – Eptá Pigés – Líndos. Een goed begin , in mijn geval een ontbijt met spek en ei en enkele koppen koffie , “coffee special” van de vriendelijke ober in Hotel Belair Beach, is het halve werk. Argiris , heeft ons voor vandaag nogal wat klimwerk in het vooruitzicht gesteld, dit in combinatie met de voor mijn begrippen tropische temperaturen (35 graden C.) vergt goed schoeisel en voldoende drank- en mondvoorraad. Om halfnegen zat iedereen in de bus en gingen we richting onze eerste halte: Monte Smith. Monte Smith, ook wel Agios Stéphanos, is een heuvel ten westen van de stad genoemd naar de Engelse admiraal Sydney Smith die ten tijde van Napoleon vanaf de heuvel op de uitkijk stond. Ik moet zeggen hij had een schitterend uitzicht op de Turkse kust , het eiland Symi en de Egeïsche zee. Na een korte wandeling kwamen we bij drie gerestaureerde zuilen, dit zijn alle overblijfselen van de Tempel van de Pytische Apollo. De tocht ging verder tot bij een klein museum / tentoonstellingsruimte met afbeeldingen van het stadion uit de 3e eeuw voor Christus en tekeningen van diverse atleten. Een van de afgebeelde atleten was een gelauwerde Diagoras, een befaamd bokser uit Rhodos, die drie keer de Pytische Spelen wist te winnen. In Rhodosstad staat een standbeeld van Diagoras waar hij op handen wordt gedragen door zijn twee zonen, dankzij een busstop op speciaal verzoek van de zussen Nicole en Monique van Asten is dit standbeeld ook op foto vastgelegd.
25
Deze Pytische spelen waren religieuze feesten waar ook diverse sporten werden beoefend. Naast boksen en worstelen werd er tijdens deze spelen ook een sport genaamd Pankration bedreven. Van deze sport Pankration ben ik het volgende te weten gekomen (Arjiris + internet).
Pankration wat letterlijk ‘alle kracht betekent’, is een combinatie van worstelen en boksen. Het is een gevaarlijke sport, waarin alle grepen uit het worstelen en alle slagen uit het boksen zijn toegestaan, behalve bijten en je vingers in de ogen, neus of mond van de tegenstander steken is verboden. De scheidsrechters stonden, net als bij andere gevechtssporten, klaar met een zweep om overtreders te bestraffen. Net als bij het worstelen waren er twee vormen: de ene staand waarbij men verloor als men de grond drie maal raakte en de andere waarbij men wel op de grond mocht vechten en pas verloor wanneer men opgaf. De eerste vorm werd vooral gebruikt in voorbereidingswedstrijden, de tweede vorm bij de spelen. Na de tentoonstelling werd de Akropolis en het gerestaureerde Odeion (theater) bezichtigd. Toen was het tijd voor een groepsfoto, niet alleen voor de achtergrond (de trappen van het Odeion) maar er zijn nog meerdere redenen om nu
26
27
28
een foto te maken , zoals bijv.; het is nog vroeg in de morgen en iedereen is nog fris en uitgerust en het is pas het begin van de vakantie en iedereen is nog redelijk fit en ziet er op zijn voordeligst uit. Na enig passen, meten en inschuiven staat uiteindelijk iedereen op de foto. Vervolgens bezichtigen we het stadion uit de 3e.eeuw v.C. dat door de Italianen is opgegraven. Een oudere man was, niet zoals in die tijd naakt, maar met moderne Nikeschoenen en een dito outfit in een draftempo bezig een looprecord uit de oudheid te evenaren. Hij liep wel naast de baan (platgetreden door de bezoekers) want de oude loopbaan was bedekt met stenen. Hoeveel stadiën hij heeft afgelegd heb ik niet nagemeten. Van Argiris heb ik vernomen dat de stadie een lengtemaat is die in de Griekse oudheid werd gebruikt. Deze lengtemaat heeft ook geleid tot de huidige Nederlandse woorden ‘stadion’ en ‘stadium’. De reis gaat verder naar Líndos maar we stoppen nog eerst bij Eptá Pigés (Zeven Bronnen). Langs een bospad omhoog klimmend bereiken we een plateau waar zeven (het aantal kon gecontroleerd worden want alle bronnen waren voorzien van een nummer) bronnen uitkwamen in een waterreservoir. De tijd die gereserveerd was om op eigen gelegenheid de omgeving te verkennen, hebben we i.v.m. de warmte maar gebruikt om op het terras onder de bomen een lekkere ‘café frappe’ (ijskoffie) te drinken.
Enkele kilometers buiten Líndos, het witte dorpje, moeten we overstappen van onze tourbus op een pendelbus die ons tot aan een mooi dorpsplein brengt met in het midden een grote oude boom. Het centrum is verboden voor gemotoriseerd verkeer, en is volkomen in beslag genomen door het toerisme. Líndos was in de oudheid een rijke handelsstad en is een van de drie antieke steden van Rhodos. We maken een stadswandeling door de smalle kronkelstraatjes richting de Akropolis van Athena Lindia. Aan de voet van het bergpad richting de Acropolis had je nog de keuze om op een ezel de rit te maken , maar de hele groep ging voor een wandeltocht. Het werd een enerverende wandeling over ongelijke bestrating.
29
Gelukkig waren er vier niveaus, deze niveaus hadden meerdere doelen, zoals tijd voor tekst en uitleg door de gids en tijd om van het schitterende uitzicht te genieten en last but not least om even op adem te komen. Op een
steile rots ligt een aantal ruïnes van gebouwen uit verschillende perioden, het
30
geheel omgeven door muren uit de 15e eeuw. In de 6e eeuw is hier een Athena-tempel gebouwd. Na een forse klim komen we bij de vestigingsgebouwen, de Johannieters hebben hier een vesting gebouwd waarvan poortgebouw, gouverneurshuis en de kerk bewaard zijn gebleven. Via een trap komen wij op een terras waar de resten van een Stoa (zuilengang) van 80 m zijn te zien.
In een uitgehouwen exedra (halfronde nis) is in reliëf een deel van een schip in de wand gebeeldhouwd, we herkennen de achtersteven, de stuurstoel en zwaarden. Dit is gemaakt ter gelegenheid van een gewonnen zeeslag in 180 v.C. Een brede staatsietrap brengt ons naar het heilige tempelgebied met gedeeltelijk weer opgebouwde delen met zuilen. Vanaf hier, op de top van de heuvel, hebben we een prachtig uitzicht over de baai waar de apostel Paulus terecht kwam nadat hij schipbreuk leed.
31
De weg terug naar het dorpje ging langs dezelfde route. In een van de pittoreske straatjes vonden we restaurant ‘Delight’ waar we op het dakterras, met enkele van onze reisgenoten, een heerlijke lunch gebruikten . Er was nog enige tijd over om de Byzantijnse kerk Panaghia met zijn prachtige fresco’s van Gregorio van Symi te bezichtigen. Veel tijd om al dit moois te bekijken kregen we niet want we werden door een norse Griekse mevrouw naar buiten gebonjourd (15.00 uur sluitingstijd) en de kaarsjes, die we met een intentie bij het Mariabeeld hadden aangemaakt, werden uitgeblazen. We werden tot aan de poort gebracht en achter ons werd het hekwerk gesloten. Een korte wandeling langs de talloze souvenirshops restte ons nog voor we de terugreis met de bus naar Rhodos-stad aanvaardden. In het hotel aangekomen wisselden we (bijna alle reisgenoten) onze kleding voor een zwempak en namen een verfrissende duik in het water van het zwembad.
32
’s Avonds bij het diner zat iedereen er weer fris en monter bij om te genieten van een lekker diner (in buffetvorm) en een goed glas Griekse wijn. Nog een kop koffie en een Metaxa op het terras van ons hotel Belair Beach en een mooie dag zat er op. John Hermans.
33
Dinsdag 24 juni. Kámiros – Monólithos. We worden om 7.00 uur gewekt en na een uitgebreid ontbijt (zoals iedere morgen) vertrekken we om 8.30 uur voor een dagtour langs de westkust van Rhodos. We hebben een beetje moeite met het vroege opstaan want de avond tevoren gingen we samen met Gemma en John, in de stad Rhodos op een terrasje zitten. We bestelden twee medium, een klein pils en een tonic. Tot onze verbazing kregen we twee laarzen bier van 1 liter en een kleine laars
van een halve liter. Begin er maar aan ! Uiteindelijk viel het toch nog mee. Fotini gaat vandaag ook mee. Het weer is weer geweldig, stralende zon en een totaal blauwe hemel. We komen langs mooie dorpjes vol met bloemen. We genieten van prachtige uitzichten over de vele kleine eilanden langs de kust. Er zijn heel veel wilde pauwen en we horen aan een stuk en heel hard de krekels zingen. Om 10.00 uur houden we een koffiepauze in een restaurant en zitten we onder
34
een boom met een mooi uitzicht over de Aegeïsche Zee. Om 10.30 uur vertrekken we naar Antiek Kámiros. Het oude Kámiros werd wel het Pompeji van Griekenland genoemd, maar deze vergelijking is niet juist. Zoals bekend werd Pompeji onder de lava van de Vesuvius bedolven, terwijl Kámiros langzamerhand verlaten werd door de inwoners en met het verstrijken van de jaren door aarde bedekt werd. De stad had zijn grootste bloeiperiode in de 6e eeuw voor Christus. Toen echter in 408 v.C. de stad Rhodos gesticht werd, begonnen de inwoners van Kámiros de stad te verlaten. Als we het archeologische terrein opgaan zien we als eerste de Agora (markt)
35
en een tempel gewijd aan een onbekende god. Ten noordwesten van de tempel bevinden zich de ruïnes van een Dorische tempel uit de 3de eeuw v.C. waarvan twee zuilen heropgericht zijn. Naast deze tempel is een bijna vierkant plein met drie traptreden. Hier bevinden zich restanten van een waterreservoir dat in de behoeften van de Agora voorzag. Vóór de Agora staat een rij heropgerichte zuilen.
Aan het noordelijke uiteinde van de hoofdstraat, die de stad in tweeën deelde, zijn de overblijfselen van de openbare baden, aangelegd in Romeinse bouwstijl. Bij het naar boven gaan zien we links en rechts particuliere woonhuizen. Het terrein wordt steeds steiler als we de acropolis naderen. De Acropolis besloeg een driehoekig vlak terrein op de top (120 m) van de heuvel. Bijna de gehele noordzijde werd in beslag genomen door de grote Stoa, gesteund door twee rijen Dorische zuilen. Erachter bevindt zich een rij zalen. De grote Stoa werd gebouwd in de 3de eeuw, bovenop een enorm reservoir dat in de 6de eeuw uitgegraven werd in de zachte Acropolis-rots. Dit reservoir kon 600 kubieke meter water bevatten. Het water bereikte de stad via een uitgebreid net van leidingen. Achter de stad stond een Athena-tempel, gebouwd aan het einde van de 3de eeuw v.C., op de plaats van een oudere tempel die bij de aardbeving van 226 v.C. verwoest werd. De Acropolis biedt een schitterend uitzicht over de stad, de kleinere eilanden en de kust van Azië. Het is hier een geklauter van jewelste, je kunt er heel slecht lopen door de vele oneffenheden. Om 12.00 uur vertrekken we om te gaan lunchen aan zee. Heerlijk buiten aan zee. We eten natuurlijk vis, dorade met salade en frieten met water en wijn en cakes na.
36
Om 15.00 uur vervolgen we onze tocht met de bus. Langs de kust, maar ook een stuk door het binnenland door de bossen en de bergen en een prachtige natuur. Een heerlijke rit langs afgronden. Toch is er heel weinig verkeer aan deze kant van Rhodos terwijl de weg erg goed is. Om 16.00 uur brengen we een bezoek aan Monólithos. Monólithos combineert een dicht begroeid gebergte met een schone zee, archeologische terreinen en een byzantijns klooster met iconen. Het middeleeuwse Mónolithos-kasteel is gebouwd op de top van een rots (Mónolithos = alleenstaande steen) op een schitterende plek. Van hieruit kan men genieten van een unieke zonsondergang en een schitterend uitzicht over het binnenland van het eiland. Binnen het kasteel staat een kerkje dat gewijd is aan de heilige Pandeleïmonas. Ietwat verder ligt het Agios Georgiosklooster waar we de half-onderaardse kapel bezoeken, waarvan de wanden zijn versierd met prachtige 15e eeuwse fresco’s. Verder zien we hier veel mooie en oude iconen. We beleven het leven in een byzantijns klooster want veel veranderd is hier sinds de Middeleeuwen niet.
37
Om ongeveer 18.00 uur zijn we weer terug bij ons hotel na een schitterende tocht over het eiland Rhodos. Velen gaan zwemmen in het fantastische zwembad.
We genieten weer volop van een uitgebreid diner met voor ieder veel keuze. De avond brengen we door in de stad Rhodos waar we natuurlijk een terrasje pikken. John.
38
Woensdag 25 juni. Kos – Kos-stad – Kasteel van de Nights. Vertrek uit hotel Belair Beach. Na ons ontbijt en de huldiging van de “jarige van dienst” Helma Görtzen, vertrek naar de stad Kos, op het gelijknamige eiland. Na een tocht van ongeveer 3 uur aankomst in hotel Platanista.
39
De meesten ontvangen hier hun kamernummer, zodat zij zich een beetje kunnen installeren. Na een half uur begint de eerste “stadswandeling”. Het programma is niet mis.
Zeer veel (en goede) uitleg vanwege onze gids Argiris opgefrist met bezoeken aan: * De Middeleeuwse ridderburcht ( van de “bekende” Johannieterorde), * De “duizenden jaren oude”= eeuwenoude ? boom: de plataan van Hippokrates,*Het Odeon, *Het Romeinse huis en de badinrichtingen,*Het stadion met de Xystos(oefengalerij),*Het huis met het “Europa”mozaïek, *Het stadsmuseum met archeologische vondsten.
40
Gelukkig ontvingen wij een behoorlijke vracht literatuur van John; het onthouden van datgene dat onze gids vertelt, moet eigenlijk d.m.v. een video en geluidsapparatuur gebeuren.
Daarom maak ik gebruik van een “toeristische gids”.( Mythologie-geschiedenis -monumenten-hedendaags Kos ) teksten: A. Alexandri (Kos uitgave: Sotiris Tumbis .)
41
De met mythologie doorspekte verhalen van Argiris, het enorm goede weer, de combinatie: archeologie en modern, onverwachte gebeurtenissen en ontmoetingen maakten deze dag weer tot iets speciaals.
Volgens de mythologie waren de goden, in de oudste godsdiensten van de Grieken, reuzen, zonen van hemel en aarde. Het kwam tot een worstelpartij tussen de Olympische goden, die op de Olympus woonden, en die andere reuzen, waarbij deze laatsten verslagen werden.
42
Na het gevecht werd de reus Polyvotos verjaagd en hij vond een schuilplaats op Kos. Poseidon (Neptunus-god van de zee) die zeer boos op hem was volgde hem, brak een stuk van het eiland af en gooide het naar hem. De reus werd eronder bedolven en zo ontstond Nissyros.
De eigenlijke afscheiding gebeurde door een aardbeving, maar wanneer dit gebeurde weten we niet. Ook de andere reuzen : Phoebos, Kios en zijn broer Kinos zochten hun toevlucht op Kos en deze laatste, Kinos, noemde het eiland naar zichzelf “Kinis” . Een andere, de belangrijkste, mythe legt een link tussen het eiland en de halfgod Herakles. Herakles was een buitenechtelijke zoon van Zeus (Jupiter-vader van alle goden) en een sterfelijke moeder, Alkmene, die door Zeus werd verleid toen hij de gedaante had aangenomen van haar echtgenoot Amfitrion.
43
De halfgod Herakles bezat goddelijke machten, zoals grote geestelijke kracht maar ook menselijke zwakheden. (Een echo van de fysieke en sociale aspecten van de mens.) Toen hij nog een baby was werd Hera, de vrouw van Zeus, door deze, gedwongen hem de borst te geven en Herakles, tegen haar wil in, te beschermen.
Hierdoor droeg ze hem een kwaad hart toe en door haar beïnvloeding doodde Herakles later zijn vrouw Megara en haar kinderen. Daarop raadpleegde hij het orakel van Delphi en vroeg welke boete hij moest doen. Als antwoord moest hij naar zijn neef Eurystheus, de koning van Tyrins, gaan om deze te dienen. Eurystheus en Hera hadden intussen samengespannen en besloten dat hij twaalf grote werken moest uitvoeren en nog andere mindere daden moest stellen.( Zie via internet Wikipedia: Herakles (mythologie)) Hera’s haat doet denken aan “wraakgodinnen”. Eerst moest hij, Herakles, de leeuw van Nemea doden. Dan de negenkoppige Hydra van Lerna uitschakelen. Vervolgens de beer Eurimantus gevangen nemen. Ten vierde de hinde met de gouden horens van Ceryneid vangen. Dan de mensenetende vogels van Stymfalus doden. Zes: de stallen van Augiasa kuisen. Zeven: de stier van koning Diomedes van Thracië vangen. Acht: de merries van Diomedes halen, een koning in Thrakië, die de paarden voedde
44
met het (mensen)vlees van zijn nietsvermoedende gasten. Negen: het vee van Geryon stelen. Tien: De kostbare gordel van Hippolyte, koningin der Amazones en dochter van Eurystheus, te vragen , hetgeen door tussenkomst van Hera uitmondde in een gevecht waarbij Hippolyte het leven liet. Elf: afdalen in de onderwereld en de verschrikkelijke Cerberus gevangen nemen. Tenslotte: Eurystheus de drie gouden appels uit de tuin der Hesperiden brengen, die bewaakt werd door de draak met honderd koppen. Nadat Herakles alle twaalf werken tot een goed einde had gebracht werd hij verplicht nog andere, minder belangrijke daden te stellen. ( o. a. Trojaanse opdrachten: als één van de Argonauten bij hun jacht op het Gulden Vlies; het doden van het verderf uitzaaiende monster in Troje, gevolgd door zijn terugtocht naar huis tijdens
dewelke vijf schepen door toedoen van Hera vergingen en hij zich, met enkele vrienden vermocht te redden. Zijn huwelijk met Deianeira: toen hij met haar een rivier overstak met behulp van de centaur Nessos, probeerde deze haar te verkrachten. Daarop doodde Herakles hem met een van zijn giftige pijlen. Nessos bezwoer Deianeira zijn (stervens)bloed te bewaren, omdat ze daarmee de liefde van Herakles zou kunnen herwinnen. Dat liep nogal uit de hand, zodat zijzelf zelfmoord pleegde. Herakles deed eveneens een poging tot zelfverbranding maar werd onsterfelijk en onder de Olympische goden opgenomen en kreeg Hebe, de Godin van de Jeugd, tot vrouw.
45
Uitgebreid werd de “Dorische beschaving” aangeroerd die een buitengewone gunstige beschavingsbeïnvloeding als gevolg had. Ondanks dat de Perzen het eiland in hun macht hadden weigerde Kos hen te helpen toen deze verder oprukten in Griekenland. Zo weigerde de wel bekende dokter Hippocrates bijvoorbeeld de Perzen te helpen toen ze geteisterd werden door een epidemie.
Vanaf 411 v.C. vestigden zich velen op de plaats waar zich de huidige stad Kos bevindt, na een aanval van de Spartaanse admiraal Astiohos waarop de inwoners naar het huidige eiland Astipalia vluchtten. Na een grote verwoestende aardbeving brachten de Atheners via een vloot onder bevel van admiraal Alkiviades voedsel en geld; bouwden een muur in de enge baai rond de stad, waar velen zich, op aanraden van Hippocrates, vestigden rond het Asklepion. Na een grote bloeiperiode ontstond er in de omliggende steden en eilanden een dusdanige afgunst, vooral via Mavsolos(koning v.d. tegenover- gelegen stad Halikarnossos), dat de democratie werd omvergeworpen en de krijgswet werd ingesteld, waarna mensen van de betere standen: kunstenaars, geneesheren, wiskundigen, filosofen enz. verbannen werden. De heerschappij van Alexander de Grote- Hellenistische periode. In 334 v.C. bestond er een verbond tussen Kos en de Macedoniërs. De inwoners van Kos erkenden Alexander de Grote als hun koning. Toch behielden zij hun eigen parlement met een vertegenwoordiger, die verantwoordelijk was voor de veiligheid van het eiland. (De commandant van de burcht.) Diverse
46
veroveringen der Perzische vloten waren van korte duur en werden door de Macedoniërs teniet gedaan. In die tijd werd hun veldheer/koning Alexander de Grote op veldtocht in India, verwond door een pijl en gered door een uit Kos afkomstige dokter, nl. Kritodemos. Uit erkentelijkheid en dankbaarheid vanwege de veldheer, werden op Kos munten met de beeltenis van Alexander geslagen. Andere bekende artsen uit Kos waren Erasipatros, Nika en Dexipo (lijfarts van Mavsolos). In de periode tot 189 v.C. leefden er grote dichters, schrijvers en Olympische kampioenen.
Na de dood van Alexander de Gr. in 311 v.C. sloten de Macedoniërs een verbond met het machtige Egypte, waarbij Kos weggeschonken werd. Dit luidde een nieuwe bloeiperiode in, die voortduurde tot 88 v.C. Ondanks onenigheden met de Kretenzers (vredesverdrag in 202 v.C. op Delos), sloten zij zich samen met Rhodos aan bij de Romeinen en ook oorlogen tegen de Makedoniërs tastte hun welvaart niet aan. Het leger van Pontios Mithridates viel 88 v.C. binnen en plunderde het eiland als een piraat. Eveneens de schat van Cleopatra uit het Asklepion. Vervolgens werd al wat overbleef in brand gestoken en Alexander II, Cleopatra’s neef, werd meegevoerd.(Deze ontsnapte en werd beschermd door de Romeinse generaal Sila. In 86 v.C. werd Mithridates verslagen door de Romeinen en gedwongen Griekenland te verlaten. Onder de Romeinse periode genoot Kos bepaalde privileges. Door de voortdurende wisselingen van keizers was het “genot”hiervan steeds onzeker. Dankzij de handigheid der inwoners op het gebied van landbouw, ambachten
47
48
en handel wisten zij zichzelf instant te houden. Het Christendom, dat zich in deze eeuwen verspreidde, bracht veel inwoners er toe om over te stappen naar een eerlijker beoordeling, liefde en menselijkheid. Tenslotte erkende de keizer de macht van het Christendom en schonk hen in het decreet van Mediolanon het recht op het volgen van een vrije geloofsovertuiging. Men vertelt dat de apostel Paulus het eiland bezocht en de leer verkondigde onder de plataan van Hippocrates.
Tijdens de regering van Constantijn de Grote (305 n.C.) maakte het christelijk eiland Kos deel uit van het Byzantijnse Rijk. De opvolger van Constantijn, Theodosius, was een groot aanhanger van het orthodoxisme. Door de geografische ligging moest dit eiland tal van aanvallen vanwege vijanden van Byzantijnse keizers verduren. De zoveelste grote aardbeving in 554n.C. legde de stad, het Asclepion en de dorpen volledig in puin.
49
Na talloze eeuwen van overvallen te hebben gekend en tegenstand te hebben geboden, viel de stad in 1204 in handen van de Venetianen, die er een hertogdom van maakten, bestuurd door Leontas Gavalos. In 1262 maakte het eiland voor het laatst deel uit van het Byzantijnse Rijk. In 1304 begon de overheersing door de Venetiaanse Ridders van St.Jan van Jeruzalem. Toen piraten van Catalonië het eiland gedurende drie jaar plunderden, bonden de Ridders van St-Jan de strijd aan en verjoegen deze. Dit gebeurde onder leiding van Foulk de Vilarette en de Ridders heersten nog 218 jaaIn 1457 vielen nieuwe veroveraars binnen, nl. 18000 Turken. Ondanks een In 1304 begon de overheersing door de Venetiaanse Ridders van St.Jan van Jeruzalem. Toen piraten van Catalonië het eiland gedurende drie jaar plunderden, bonden de Ridders van St-Jan de strijd aan en verjoegen deze. Dit gebeurde onder leiding van Foulk de Vilarette en de Ridders heersten nog 218 jaaIn 1457 vielen nieuwe veroveraars binnen, nl. 18000 Turken. Ondanks een dappere weerstand van inwoners, tijdelijke vlootoverwinningen en weerstand geboden door de Ridders van Malta, veroverden de Turken Kos en noemden het Lango. In 1533 herdoopte Sultan Souleiman het Stankoi. In de jaren die volgden werden er vele daden van verzet op velerlei gebied geboden, waarbij talloze patriotten als weerwraak opgehangen werden aan de boom van
50
Hippocrates evenals aan een andere boom met de naam “Primari” op een plaats die bekend staat als “Kako Primari”.
51
Op 5 mei 1912 landden de Italiaanse troepen en ze waren sterk genoeg om de vorige veroveraars te verdrijven. De bewoners beschouwden hen als bevrijders en ze vroegen enkel eenheid met de rest van Griekenland. Dit werd hen toegezegd: men moest de mogelijkheid krijgen om op eigen benen verder te gaan en zoiets als de Turkse bezetting zou niet meer mogen voorkomen. Jammer genoeg werden ze misleid. Met Mussolini’s machtsgreep in 1918 herkenden ze plots hun fascistische bezetters. “Turkse” toestanden veranderden nu in “Italiaanse”. Religieuze rechten werden geschonden en de priesterwijding was verboden. In 1933 werd Kos verwoest door een buitengewoon hevige aardbeving en tussen 1933 en 1934 herbouwden Italiaanse architecten de stad op haar vroegere funderingen, daar 80% van de gebouwen in puin lag, met de intentie er een luxe verblijfplaats van te maken voor de Italiaanse machthebbers. Met de val van Mussolini geloofden de inwoners dat hun vrijheid in zicht was. Een Engelsman, Batalos, nam het bewind over en regeerde slechts twintig dagen, want 3 okt. 1943 vielen de Duitsers binnen. Na vreselijke jaren van ontbering, ging 9 mei 1945 Kos over in Britse handen. Deze troepen deden hun best om de scholen te reorganiseren, voor de voedselvoorzieningen te zorgen en de bewoners alle noodzakelijke hulp te bieden. Op 7 maart 1948 werd Kos eindelijk met Griekenland verenigd.
52
De middeleeuwse stad. De muren werden haastig gebouwd, om de stad tussen 1391 – 1396 te verdedigen. Vergeleken met de muren van de oude stad zijn deze slordig gebouwd en de middeleeuwse stad beslaat een veel kleiner gebied. Als bouwmateriaal werd vrijwel alles wat beschikbaar was uit de periode er voor, dus archeologische zuilen, marmeren drempels en poorten gebruikt. Hierop wees Argiris ons steeds door te benadrukken, welke veranderingen er in de
53
volgende eeuwen hadden plaatsgevonden. Er waren wapenschilden te zien van Grootmeesters (19 in totaal) o.a. ene HEREDIA en de gouverneur DI LANGO FR. HESSO DI SCHZEGELHOTZ. Via de treden liepen wij over de vestingmuren en de plaatsen waarop de affuiten gestaan konden hebben, om zodoende een beter zicht te krijgen op de stad en de haven. Van de Turkse bezetting zagen wij: de moskee van Loggia. In 1786 gebouwd met versieringen van Christelijke kerken en oude opgravingen o.a. het beeld van de leeuw van het Hercules Heiligdom. De moskee van Defendar, bevattende het mausoleum van Hadji Pasha. Vanuit deze positie konden we de binnenplaatsen en de kazerneruimten zien en de wijze waarop de bevoorrading plaatsvond. Via de brug, die liep over een voormalige verdedigingsgracht, bereikten wij de Plataan van Hippocrates. Na de uitgebreide verhalen, zowel over de geneesheer als over het Asklepion, in de schaduw van deze “ 2400” jarige te hebben beluisterd, liepen wij door de tolpoort, naar het Vrijheidsplein.
Het Museum. Het gebouw is gelegen op het Vrijheidsplein. In de zalen die rondom de centrale hal zijn gelegen staan de kunststukken uit ver vervlogen tijden opgesteld. Nabij de ingang bevindt zich een mozaïek, uit 2de/3de eeuw n.C., voorstellende Asklepios die op Kos ontscheept terwijl Hippocrates en nog een persoon hem begroeten. Rondom staan beeldhouwwerken opgesteld, zoals o.a. het groepsbeeld van Dionysos, een Sater en Pan, een jonge vrouw,
54
Artemis, de godin van de jacht met een hond aan haar voeten, Hygeia, de godin v.d. gezondheid en de dochter v. Asklepios die een ei aanbiedt aan de slang die ze in haar hand houdt. Allen gevonden in het Huis van de Ontvoering van Europa, evenals een kunstwerk in de oostzaal: een marmeren tafel met poten van leeuwen, een beeld van Mercurius, de bode, met een gevederde hoed en gevleugelde sandalen, gezeten op een rots. Verder nog tal van andere beelden uit deze tijden. De westzaal bevat o.a. overwegend werken uit de hellenistische periode, zoals een groot Heracleshoofd uit Kefalos, Alexander de Grote uit de 3de eeuw v.C., en de goden Hermes en Dionysos, reliëfs en grafsteles. In de noordzaal beelden uit het heiligdom van Demeter te Amaniou (oud Pyli) zoals Demeter, de gewapende Aphrodite (Venus), gevonden in het Odeon, hoofden van Hermes, bustes van Venus en de jonge Eros, Herakles in gevecht met de vogels van Stymphalos en nog vele andere.
55
In het havengebied als opgravingsgebied viel te bewonderen: de oude 4 à 8 m dikke stadsmuur. Gebouwd in de 4de eeuw v.C. en zich uitstrekkend ten oosten van de haven tot ten westen van de plaats waar zich de antieke agora bevond; totale geschatte lengte 4 km. Agora De agora van Antiphellos. Agora (Oud-Grieks: ἀγορά) was de marktplaats en het hart van een polis in Hellas, zoals de agora van Athene in de 5e eeuw v.Chr. (cf. forum te Rome). Het was de plek waar het sociale leven zich afspeelde, en had verschillende functies: een politieke, een sociale en een commerciële. Het woord agora betekent verzamelplaats. De agora was in eerste instantie een ontmoetingsen vergaderplaats voor de vrije burgers (mannen, want het werk werd in de regel door de vrouwen en de slaven gedaan). Oorspronkelijk kwam hier ook de ekklèsia, Volksvergadering bijeen. Daarnaast werd de agora gebruikt als marktplaats en als plek waar men zich kon ontspannen. Om de agora stonden bovendien vaak tempels die gewijd waren aan allerlei (hoofdzakelijk populaire) goden. Zo was de Atheense agora het ontmoetingspunt voor alle Atheense mannen, die zich op het plein of in de schaduw van de stoai (zuilenhallen) overgaven aan hun favoriete bezigheid: de conversatie. Hier kwam men om de laatste nieuwtjes te horen, en om zich te laten "onderwijzen" door allerlei filosofen. Door de groei van Athene kreeg elke functie een geëigende plaats toegewezen, de plenaire zittingen van de Volksvergadering verhuisden naar de Pnyx, maar het grootste deel van de openbare gebouwen op de agora bleef in gebruik. Het heiligdom van de 3e eeuw v.C. met afmetingen 12,5 x 9 m is gebouwd in een trapeziumvormig landschap. Een standbeeld, op God gelijkend, werd daar gevonden en had als opschrift “gewijd aan Hercules”. Verschillende mozaïeken werden teruggevonden in de noordelijke hoek van de moskee van Loggia De galerij van de 4e en 3e eeuw v.C. bestaat uit 5 gerestaureerde zuilen( mogelijk 5 verbindingskamers). In de resten werd een standbeeld gevonden van Marsyas, hangend aan een boom. Hij durfde zich te meten met de god Apollo wat muziek betrof; het geluid van de lier van Apollo overtrof veruit het geluid van de fluit. Hij verloor.
56
De grote Basilica met afmetingen 72 x 23,5 m , werd gebouwd op de ruïnes van de antieke galerij in de 5e/4e eeuw v.C. Het oudste bestaande gebouw bestaat uit 2 delen, een vestibule en een hoofd Basilica. De vloer was bedekt met marmer en er was een kruisvormige doopvont.Tevens zijn bewaard gebleven de trappen, die leiden naar een ruimte die lijkt op een tempel (narthex). Waarschijnlijk stond er een christelijke kerk bovenop. Het Pandimos Aphrodite heiligdom is gemakkelijk te onderscheiden vanwege zijn marmeren zuilen in Corinthische stijl, met 83 cm diameter. Agora. Dit is het westelijk gedeelte. Er zijn 2 zuilen heropgetrokken die deel uitmaakten van een 152 m lange arcade en 82 m breedte. Resten van 2 marmeren tempels zijn terug te vinden. Een mozaïek van een antieke christelijke periode werd hier gevonden. Na een aardbeving werd een christelijke kerk op deze plaats opgetrokken. De Xisto was een oude sportplaats, zo genoemd omdat de atleten zichzelf voor de wedstrijd insmeerden met olijfolie en dit er later weer afschraapten (Xisimaik krab of schraap). Van de mogelijk 81 zuilen zullen er 17 blijven staan. De westkant van de rij was versierd met leeuwenhoofden. Er was ook een zwembad en het gymnastiekstadion mat één hectare.
57
De Openbare Baden zijn naast de Xisto. Ze werden door de Romeinen in de ruïnes van een nog ouder gebouw verwezenlijkt. Er was een grote kamer met een koepelvormig dak, waar een mozaïek van 7 x 6,5 m gevonden werd. Het Huis van de Ontvoering van Europa werd over de ruïnes van een gebouw uit 142 n.C. heen gebouwd. Bij de ingang is er een ruimte van 7x 7 m met 2 zuilen, die naar verschillende ruimtes leiden. Het huis werd zo genoemd omdat de ruimte van 3 x 3,2 m , een naakte Europa laat zien, die over de golven vervoerd wordt, zich vastklemmend aan de nek van een stier, die in werkelijkheid een van vorm veranderde Zeus is. Eros gaat met een fakkel voorop. Dit mozaïek dateert uit de 3e eeuw n.C. Het Oude Odeon verkeerde in redelijke staat. Hier liet John zijn Vondels lijflied, in een onmogelijke hitte, horen. En staande in een verpulverende zon trachtte Lei een lied ten gehore te brengen.
58
Argiris bracht ons verder nog naar een kerk, waarbij zich een kerkhof bleek te bevinden met de graven van , eind 1943, door Duitsers vermoordde, Italianen. Hans.
59
Donderdag 26 juni.Kos-Patmos-Kos. 6.30 uur. De wekker…..Calimera ! Ontbijtbuffet, de keuze is enorm, je kijkt je ogen uit. Je kiest toch hetzelfde of toch juist het verkeerde….. In hotel Platanista zijn de regels aangepast aan de doorsnee “Neckerman”toerist: genieten van alles wat het hotel biedt; lang slapen in goed uitgeruste kamers; rijkelijk ontbijt; luieren aan het zwembad tot 18.00 uur; douchen; dressen; op naar de eetzaal met een zeer uitgebreide keuze aan lekkernijen, and so far and so on, day after day……Als de thuisblijvers vragen: ”Hoe was het op KOS?”…. Zonnig, warm, lekker en, en, en, en…??? Onze bus vertrekt om 7.45 uur; geen “Hollander”onderweg te bekennen…Met de draagvleugelboot naar PATMOS, het meest noordelijke eiland van de DODEKANESOS.
Helaas kunnen we niet buiten zitten. De uitleg van de veiligheidsvoorschriften zijn een compleet “Grieks drama” of zoals wij zeggen “een klucht in 2 bedrijven”.
60
Groep Pennings: bus om 10.30 uur. Klooster sluit om 13.30 uur, en eerst nog de grot van Johannes bezoeken, dus karren maar, dat dachten meer mensen: er was file in de grot van de Apocalyps !!
61
Er zijn een paar prachtige iconen, een mooie iconostase en 3 zilveren plaquettes op de plaatsen waar Johannes zijn hoofd, hand en boek legde. De
62
De grot van de openbaring.
Johannes met zijn leerling Prochoros.
63
driedubbele scheur in het plafond is volgens zeggen het symbool van de Heilige Drievuldigheid. Buiten vertelt Argiris het verhaal van de openbaring aan Johannes: Johannes de Evangelist was een van de apostelen van Jezus. Hij verkondigde het geloof, werd verbannen door keizer Domitianus naar Patmos, waar hij 2 jaar verbleef. Hij leefde in een grot, waar hij de stem van de Heer hoorde, die hem opdroeg op te schrijven wat hem geopenbaard zou worden, en dit te verkondigen onder de mensen. Hij schreef het vierde evangelie en 3 apostolische brieven, beschreven in het Nieuwe Testament (Johannes de Evangelist). Na 2 jaar, nadat de keizer was vermoord, vertrok Johannes naar Efese (Turkije), waar hij op hoge leeftijd stierf. Na de grot een andere bus en chauffeur…. effe sjekke of iedereen zijn eigen spullen heeft. Ja, verder maar.
De ingang naar het Apocalyps/klooster. Het klooster ziet eruit als een middeleeuwse vesting, boven op de berg, waarin de grot van Johannes zich bevindt. Onderaan de berg is een klein klooster. Het grote complex boven bestaat uit klooster, kerk, 10 kapellen, bibliotheek, archief, atelier, en museum. Er wonen nog 20 monniken in deze kloosters. Ze dragen een baard, lange haren en donkere kleding ten teken van rouw over de kruisiging van Christus. Het klooster is van historische en religieuze betekenis. Er zijn ateliers voor het restaureren van oude handschriften en iconen. PATMOS is een bedevaartplaats voor meer dan 200 miljoen orthodoxe gelovi-
64
gen wereldwijd. Het is een centrum van Byzantijnse studie. Vroeger had het eiland meer dan 40.000 inwoners, nu nog maar 2500. Het is een prachtig
65
eiland met mooie flora, zon, zee en een lange grillige kustlijn; een eiland van rust en schoonheid! Het klooster van Johannes de Evangelist (of Theoloog) werd in 1088 gesticht door de Zalige Osios Christodoulos, een strenge asceet, heelmeester, monnik en stichter van kloosters. Hij kreeg, van de keizer van Constantinopel, toestemming om met een aantal monniken een klooster te bouwen. Bovendien verwierf hij een aantal voorrechten, o.a.: geen belasting betalen en eigen schepen. Het klooster kreeg verder vele offers en giften.
We gaan eerst naar het museum; klein maar vol prachtige oude “stukken”. Er zijn o.a. heel oude manuscripten, mozaïeken, schilderijen, stukken fresco’s, veel zilveren kerkelijke stukken en iconen uit de 6de eeuw. Er is een manuscript op perkament, gemaakt van dun geitenvel, purper geverfd, waarin het evangelie staat. De letters zijn van zilver en de eerste letters van Christus van goud. Goud werd veel gebruikt in iconen en in kerken, omdat het niet oxideert, het blijft zoals het is. Het is een symbool voor het ware geloof, dat ook niet verandert! Op een beroemde icoon uit de 12de eeuw zien we hoe Johannes droomt, liggend in de grot, dat de Heer hem oproept het geloof te verkondigen aan de 7 heilige gemeenten: Efese, Smyrna, Pergamon, Thyatira, Sardis, Filadelfia en Laodicea, die op het schilderij als 7 engelen, met een huis in de hand, zijn afgebeeld.
66
De H.Johannes de Theoloog dicteert de Apocalyps aan zijn leerling Prochoros.
Er hangt ook een icoon, voorstellende Jezus Christus, die waarschijnlijk gemaakt is door El Greco (de Griek). Tijdens en ook na de rondleiding vertelt Argiris over het orthodoxe geloof en de Byzantijnse kunst: Ortho betekent: recht zetten, maar ook het ware. Doxa betekent: geloof. Het orthodoxe geloof wordt dus uitgelegd als het ware geloof, waarin de gelovigen zelf hun weg zoeken, a.d.h.v. geschreven bronnen. Het is dus een kwestie van geloven en minder van ratio. Volgens Argiris ben je blijkbaar God, als je het geloof kunt uitleggen ! Waar ratio eindigt, begint het geloof. Er wordt in de orthodoxe kerken zelden gepreekt, wel voorgelezen en gezongen, maar zonder muziekinstrumenten. Vanuit de tijd van de catacomben worden er al tekeningen en versieringen aangebracht op wanden en in kerken. Hagiografie = het vervaardigen van heilige of bijbelse gebeurtenissen; een soort religieus stripverhaal. In de Byzantijnse kunst worden figuren altijd 2-dimensionaal afgebeeld. Met grote ogen, smalle neus en geen of bijna verborgen oren. De “zegenende” hand altijd met 2 en 3 vingers bij elkaar: 2 vingers: het goddelijke /oude testament en het menselijke /nieuwe testament, 3 vingers: de goddelijke drie/eenheid. Orthodoxe gelovigen maken het kruisteken van rechts naar links en niet zoals bij de Rooms Katholieken van links naar rechts, want dan haal je het kwaad, dat links zit, over je hart ! We gaan nu over de met keitjes versierde en met bogen uitgeruste binnenplaats naar de kerk. Voor de ingang hangt een grote houten simantron: een houten balk waarop tijdens de dienst geslagen wordt en die tevens gebruikt wordt om de monniken op te roepen naar de dienst te komen
67
of te komen eten. Later werden er pas metalen klokken gebruikt (uitgevonden in de 6de eeuw in Italië). De kerk zelf is maar klein en wordt omgeven door een aantal kapellen. Aan de kerk vast zit de kapel van Maria, de Panagia-kapel.
68
De prachtig versierde houten iconastase is uit 1824. Verder zijn er veel fresco’s van kerkvaders, de opvolgers van de apostelen. Een aantal zijn schoongemaakt, zodat de oude verflaag uit de 6de eeuw te zien is, ze waren 3 keer overgeschilderd, de laatste keer in 1767.
69
70
Terug lopen door Chora en met de bus terug naar Skala, aan de baai. Tijd om te eten en te winkelen. Wij missen het fototoestel!! Navraag bij het reisbureau levert niets op. Met de taxi terug naar boven, ook niets. Weer bij het reisbureau, aandringen dat de chauffeur nog eens goed zoekt in de bus en ja hoor, om 15.00 uur wordt de camera afgeleverd bij de boot.
71
We verlaten Pátmos, dat sinds 2006 op de UNESCO-lijst van werelderfgoederen staat. Aangekomen in het hotel blijkt dat we nog een tijdje kunnen zwemmen, lekker na zo’n dag. Op het terras genieten we van het lekkere Griekse eten en een glas wijn. Onze dag kan niet meer stuk!
Nog enkele wetenswaardigheden die Argiris tussendoor vertelde: Crisis in het Byzantijnse rijk: De koningen hadden te weinig soldaten (we praten over de tijd na de volksverhuizingen), omdat veel jonge mannen de kloosters ingingen i.p.v. in het leger. De keizer greep de icoonverering (iconolatrie) aan om daar verandering in te brengen. Hij verklaarde dat
72
icoonverering heidens is, terwijl de kloosters stelden, dat iconen de vensters zijn tussen materie en de spirituele wereld. Dit conflict duurde ongeveer 100 jaar. In 843 werd vastgesteld wat de functie is van iconen: iconen zijn geen weergave van het materiële, maar verbeelden het spirituele ofwel de oosterse benadering van het geloof. De vlaggen: GRIEKSE vlag: blauw en wit. Blauw is het symbool voor het water en de lucht. Wit is het symbool voor het land met de witte huizen. De horizontale strepen in blauw en wit staan voor de 9 provincies. Linksboven een blauw kruis op een wit vlak, omdat meer dan 90 % v.d. Grieken christen is. BYZANTYIJNSE vlag: gele ondergrond met zwarte adelaar (teken van macht) met 2 koppen, een naar rechts en een naar links, om aan te geven dat het rijk zich naar het Oosten en naar het Westen uitstrekte. Tiny – Helma – Lei.
Godin Artemis, in de oudheid aanbeden door de inwoners van Patmos.
73
Vrijdag 27 juli. Asklepion - vertrek naar Rhodos. De wekker gaat ! Het is acht uur. Ik zet de tv aan en kijk/luister naar het nieuws op de BBC. Wat een luxe-gevoel : het lijkt wel vakantie !!! Vandaag hebben we zomaar tot 12.00 uur vrij; heeelemaal naar eigen inzicht te besteden. Argiris heeft de geplande vrije tijd in de namiddag naar voren gehaald en ons bezoek aan Asklepieíon naar achteren geschoven. Een goed idee. Een verschrikkelijk goed idee !
Hotel Platanista. Dus nu tijd voor rustig op gang komen in het prachtige Platanista Hotel. Eerst maar eens uitgebreid en copieus gaan ontbijten op het terras. Dan zeker een uurtje gaan spetteren in het zwembad. Dat zijn voorlopig al plannen genoeg. Jeannine en Nicole vinden het zelfs meer dan genoeg tijd om een fietstochtje te gaan maken : „even het alledaagse leven van de bewoners van Kos proeven“. Lambert en Mathieu starten een vergelijkbare onderneming, maar dan te voet.
74
Cissel besluit vanwege de hitte al vóór de officiële openingstijd van het zwembad gebruik te maken. Maar staat halfweg in het water rillend haar stoute besluit te betreuren : toch kouder dan gedacht ! Een fris windje op het zonnige terras. Een ( bijna? ) decadent uitgebreid ontbijt. Tijd te over om de gedachten zomaar de vrije loop te laten. Een beetje met Angela filosoferen over hoe het toch zo gekomen is dat kinderen steeds meer op jong-volwassenen zijn gaan lijken ( hun spreken , hun kleding, hun gsm-gebruik, hun computerbeheersing etc.). En hoe de 60-plussers al evenzeer hun best doen om op jong-volwassenen te lijken. Oud zijn in de betekenis die het voor vorige generaties had, is helemaal uit. Volledig meedoen, actief zijn, dat is het parool. Kijk om je heen en constateer dat onze groep daar het beste voorbeeld van is. Later. Het is half twaalf. Tijd om uit het zwembad te gaan. Niemand van onze groep meer te zien ; maar geen nood ! Op mijn kamer ligt alles klaar om zo te vertrekken , dus ben ik dik op tijd. Tegen tien voor twaalf naar de bus. Vele stemmen manen mij vanuit diezelfde bus plotseling tot haastige spoed . Kennelijk is kwart voor twaalf bij de bus afgesproken en niet twaalf uur ! Mijn vraag ; wat dan de betekenis van “vrij tot twaalf uur“ is gaat in het gejoel ten onder. Communicatie blijft moeilijk! ASKLEPIEÍON We zijn inmiddels in de zengende middaghitte op het terrein van het vroegere heiligdom Asklepieíon aangekomen. Na zorgvuldig een plaatsje in de volle zon ( ! ) te hebben uitgekozen steekt Argiris van wal.
75
We bevinden ons op het terrein waar eeuwenlang het Heiligdom van de god Asklepios was gevestigd. Deze Asklepios ( Romeins : Aesculapius, denk aan het huidige esculaapteken met de slang van artsen) is hoogstwaarschijnlijk een bestaande historische figuur geweest. Hij is geboren in Thessalië en heeft ca. 700 jaar v.C. geleefd. Het enorme belang dat hij had voor de ontwikkeling van de geneeskunst heeft van hem een figuur van letterlijk mythologische betekenis gemaakt. In de loop der tijden heeft hij zodoende de status van god bereikt. Zijn status heeft een evolutie doorgemaakt vergelijkbaar met de figuur Herakles ( Hercules ). Ook deze is feitelijk een mens van vlees en bloed geweest , naderhand gemythologiseerd en tot de status van god verheven. Om tot die status te komen moest de betreffende persoon de 12 Fasen van Ingewijdheid doorlopen. Asklepios en Herakles (Herculus) behoorden tot dit illustere gezelschap van Ingewijden. Zoals ook eeuwen later Hippocrates
De god Asklepios.
76
tot deze status werd verheven. Van de laatste werd gezegd dat zijn vader een afstammeling van Asklepios en zijn moeder een nakomeling van Herakles was. In feite heeft Asklepios dé fundamenten voorbereid voor de moderne geneeskunst. Hippocrates ( 460 vC -375 vC ) werkte zijn concept concreet
Asklepeion. uit en werd daarmee de echte grondlegger van onze huidige moderne geneeskunde. Ook nu nog leggen artsen de Eed van Hippocrates af, waarmee zij zweren het menselijk leven te eerbiedigen. Het was niet meer de geneeskunst van de „magie“ , maar de geneeskunst van de „kennis“. Kennis van de ziekten (incl. classificatie), van de diagnose, van de geneesmiddelen en van de geneesmethoden en van de mens zelf. Het ging daarbij niet alleen om de ziekten, maar vooral ook om de mens die ziek was ; wat wij nu de holistische benadering noemen. Daar hoorde dus ook uitdrukkelijk het religieuze aspect bij. En dat was inclusief sport, theater, baden , rusten, herstellen. Een alomvattend behandelschema. Vandaar ook dat zo een heiligdom annex medisch behandel– en herstelcentrum aan een reeks van duidelijk omschreven eisen moest voldoen. Het moest midden in de ongerepte natuur , een heilig woud, gelegen zijn. Voor een gunstige uitwerking op de gezondheidstoestand, maar ook voor de vele
77
geneeskrachtige kruiden die daar te vinden waren. Aan deze „botanische tuin“ mocht niets veranderd worden, het woud moest ongerept blijven. Het medisch centrum vormde een groot complex.
Naast het eigenlijke heiligdom was er een theater, maar ook sportcomplexen en badhuizen voor warme en koude baden etc. En uiteraard vele verblijven voor priesters en patiënten. Het medisch centrum resp. heiligdom dat wij bezoeken heeft waarschijnlijk gefunctioneerd van ca 400 v.C. tot 393 n.C. , dus ook eeuwenlang in de Romeinse periode.
78
Hippocrates heeft gedoceerd op de plaats waar nu het Asklepieíon ligt. Dit laatste was mede daardoor het beroemdste van de ca 300 asklepieia in heel Griekenland. En het allereerste ziekenhuis in de geschiedenis ! De artsen waren priesters van Asklepios en pasten Hippocrates ”diagnostiek en behandelwijzen” toe. Voorzover überhaupt nog aanwezig, zijn de huidige resten uit de hellenistische ( 300 v.C.-200 v.C. ) periode en van nog jongere, Romeinse aard. Het heiligdom is opgebouwd uit 3 imposante terrassen. Het eerste terras was uitsluitend voor de behandeling van patiënten bedoeld. Hier bevond zich ook een Asklepios-tempel in Corinthische stijl en een Apollotempel in Ionische stijl. Nadat een patiënt een tijd op het eerste plateau had doorgebracht, kon een arts = priester bepalen of hij op het tweede plateau mocht gaan slapen. Waarschijnlijk gebeurde dit slapen onder invloed van drogerende middelen. Het was de bedoeling dat de te volgen therapie zich in een droom aan de patiënt zou openbaren (droomtherapie). De jongste tempel ( hoewel in de „oudste“ Dorische stijl) bevond zich op het derde niveau . Daar bevond zich ook het altaar. Het derde niveau werd uitsluitend gebruikt voor religieuze diensten en dus ook om er (dieren)offers te brengen. Van het enorme complex is feitelijk heel weinig overgebleven. Bijna al het materiaal is in later tijden weggehaald en gebruikt voor de bouw van Kos-stad. Het Kàstro, het kasteel van de Johannieters dat wij een dag eerder bezoch-
ten zit stikvol met deze gerecyclede resten van het heiligdom.
79
Na het bezoek aan het Asklepieíon met de bus terug naar Kos-stad. We hebben nog een zee van tijd om te gaan lunchen. Daarna naar de haven waar we als makke schapen nog eens drie kwartier wachten op het snelle catamaranveer, dat ons weer naar Rhodos en het bekende Belair-hotel zal terugbrengen.
Onderweg op de boot een uitstalling van dames- en herenbloot dat het midden houdt tussen een moderne industriële vleesverwerkende industrie en een ouderwets ambachtelijke leerlooierij. Niks om blij van te worden. Nee, dan is onderweg het uitzicht op de haven van Simi toch wel andere koek. Prachtig zoals het opdoemt als onze boot de baai indraait. Werkelijk schitterend mooi. Anekdote Tijdens de overtocht gaat Maria met een papieren zak rond voor een bijdrage voor al het goede gidswerk van Argiris. Ze komt bij Herman Lemmens en houdt hem de zak voor. Maria : „Wil je er ook wat in doen ?“ Herman : „ Wat moet ik daarmee ?“
80
Maria : „ Doe er maar in zoveel je wilt ?“ Herman : „ Maar ik voel me goed, ik hoef helemaal niet !” Herman , zijnde een nieuweling bij onze VOLS reizen , begreep de bedoeling niet en dacht dat hem een kotszakje werd voorgehouden !!!!
Frans Souren.
81
82
83
Hotel Platanista.
84
Zaterdag 28 juni. RHODOS-KEULEN-GULPEN. De laatste dag van onze reis. Vroeg uit de veren (6 uur ), want om 6.45 uur staat het ontbijt klaar. Nog even terug naar boven om tanden te poetsen en dan met alle bagage naar buiten. Het is weer een stralende dag met een fris windje. Argiris gaat mee naar het vliegveld en tijdens dit ritje biedt John, na `n kort dankwoord en ”Zo`n goeie hebben we nog niet gehad” van ons allen, de “plastic tuut” aan. Ook maakt hij een afspraak om over 1,5 of 2 jaar , met Argiris, Korfu,Kefallonia en de Griekse zuidwestkust tijdens een 15 daagse reis te bezoeken. In de hal van het vliegveld neemt Argiris afscheid en wordt het voor een aantal reisgenoten spannend of de bagage, met overgewicht, kosteloos mee mag. Het vliegtuig vertrekt om 10 uur. Nog even genieten van het zicht op Rhodos.
85
Afscheid van: -zwaluwen bij het zwembad,krekels en muggen -zon,wind, water en bergen -strandstoelen, boten, bus -alle oudheden en de deskundige uitleg ervan -palmen, hibiscus, oleanders, bougainvilles, rozen, cipressen, bloeiende agaven -bomen met olijven, bananen of vijgen -de overdaad bij de eetbuffetten, wijn, Mythos of flessen water.
Tijdens de vlucht hebben we een schitterend uitzicht, anderen lezen of halen het tekort aan nachtrust in. Na de overheerlijke koffie komen de gesprekken weer op gang en hoor je: thuisgekomen moet ik nog boodschappen doen, om 18 uur heb ik een afspraak bij de kapper, mijn huissleutels zitten in het koffer, waar heb ik mijn autosleutels opgeborgen? De reis verloopt voorspoedig en de bewolking neemt toe, hoe noordelijker we komen. Aankomen om 12.35 uur betekent dat de horloges aangepast worden.
86
Dan begint de speurtocht naar de pendelbus Keulen-Gulpen.Dit is`n uitgeleefd,half gesloopt vehikel. Onderweg,vanaf Kreuz - Kerpen, kunnen we wennen aan het weer dat ons zo bekend is nl. regen . Aankomst in Gulpen:14.45 uur, afscheid nemen en tot ziens op de reünie op 6 september a.s. Mariëtte.