Docentenhandleiding - pagina 1
Docentenhandleiding lespakket Avond4daagse Inleiding De Avond4daagse is al meer dan zestig jaar een instituut in Nederland. Elk jaar wordt het evenement georganiseerd door KNBLO Wandelsportorganisatie Nederland. De KNBLO is honderd jaar geleden opgericht om lichamelijke opvoeding op school te stimuleren. De organisatie is tevens voorloper van sportorganisatie NSF en heeft de eerste Elfstedentocht georganiseerd. Later is de KNBLO-NL zich steeds meer gaan specialiseren in wandelsport, met als vlaggenschip de Nijmeegse Vierdaagse. Voor kinderen is de Avond4daagse zonder twijfel het belangrijkste
Inhoudsopgave • Inleiding • Opbouw van het lespak
• Stempelposten
ket
• Doelgroep • Aansluiting kerndoelen • Materialen • Beschrijving van de the
malessen: 1. Wandelen en de Avond 4daagse 2. Samen fit 3. Energie en voeding 4. Natuur en omgeving
wandelmoment van het jaar. Gedurende dit grootse evenement lopen elk jaar een kwart miljoen kinderen mee, uit 275 plaatsen. Natuurlijk zijn deze vier avonden al een belevenis op zich: samen buiten wandelen in natuur en stad. Met dit lespakket hopen we deze belevenis optimaal te ondersteunen en de betrokkenheid van scholen te versterken.
Opbouw van het lespakket
Stempelposten
Het lespakket Avond4daagse bestaat uit vier themalessen en twee
Als een rode draad loopt
lessen bewegingsonderwijs. Afhankelijk van het thema wordt een les
een wandelroute door de
onderverdeeld in diverse opdrachten. Dit zijn rekenopdrachten, taalop-
lessen. Telkens wanneer
drachten, wereldoriëntatieopgaven en gymoefeningen.
de leerlingen een op-
In iedere les wordt een link gelegd met de overkoepelende, lesoverstij-
dracht hebben afgerond,
gende mogelijkheid om een creatief werkstuk te maken.
kunnen ze een stempel halen. Elke les heeft vier stempelposten van
Per thema worden eerst de algemene onderwerpen en uitgangpunten
2,5 km. Na vier lessen hebben ze dus 40 km
opgesomd.
‘afgelegd’. Ze lopen dus een Avond4daagse op
Daarna volgt een korte toelichting van de bijbehorende opdrachten. De
papier.
opdrachten bestaan uit open vragen, ervaringsvragen, onderzoeks-,
In les 1 maken de kinderen een stempel van een
teken-, knutsel en doeopdrachten.
aardappel. Deze stempel wordt gebruikt om
Iedere les duurt ongeveer 1 uur. Bij les 2 en 3 kan aanvullend 1 lesuur
elke post af te stempelen.
in het gymlokaal besteed worden. De verschillende onderdelen worden als een geheel gepresenteerd. Het is echter ook mogelijk om de lessen
Wilt u het aardappelstempelen overslaan,
los van elkaar te laten maken of er delen uit te gebruiken.
dan kunnen de kinderen de stempelpost ook inkleuren.
Docentenhandleiding - pagina 2
WandelWebQuest Elke themales heeft een opdracht waarbij de leerlingen gebruik kunnen maken van het internet.
Groepsopdracht Elke themales heeft een opdracht waarbij de leerlingen moeten samenwerken. De groepjes kunt u naar eigen inzicht indelen.
Moment van de lessen Het lespakket wordt bij voorkeur gedaan in de week van de Avond4daagse in de regio: overdag de voorbereiding in de klas, ’s avonds wordt er gelopen en de volgende ochtend kan direct worden teruggekoppeld. Elke dag staat een bepaald onderdeel centraal en kunnen specifieke middelen worden ingezet.
Doelstellingen De doelstellingen van de lessen zijn drieledig: 1. De kinderen leren dat de Avond4daagse om doorzettingsvermogen gaat. Het lopen ervan is geen geringe prestatie; 2. De kinderen snappen het belang van voldoende beweging;
Naast deze algemene do elstellingen kent iedere les een aantal specifieke doelen. Deze worden aangegeven bij de beschr ijving van de lessen.
3. De kinderen ervaren het feestelijke karakter van de Avond4daagse.
Doelgroep De lessen zijn bedoeld voor de bovenbouwgroepen van het basisonderwijs (leerlingen van 10 t/m 12 jaar).
Aansluiting kerndoelen De lesstof sluit aan op de volgende kerndoeldomeinen van het basisonderwijs: • Nederlandse taal • Rekenen /wiskunde • Oriëntatie op jezelf en de wereld: - Mens en samenleving (gezondheid, omgaan met elkaar) - Natuur en techniek (planten, dieren, respect voor natuur) • Bewegingsonderwijs
Materialen al: Aanvullend beeldmateria O zijn filmpjes te Via de website van de KR 4daagsejournaal. bekijken van het Avond
l/ Zie: www.tienplus.kro.n
• Leskaarten: Het lespakket is te downloaden van de website van de Avond4daagse (www.avondvierdaagse.nl). De werkbladen bestaan uit PDF-bestanden in A4-formaat die kunnen worden opgeslagen en geprint. De leskaarten hebben elk een afgebakend thema zodat de docent ook kan kiezen voor het behandelen van een beperkt aantal leskaarten. • Docentenhandleiding: In de handleiding worden naast de algemene doelstellingen de afzonderlijke lessen beschreven.
Docentenhandleiding - pagina 3
Themalessen Themales 1: Wandelen en de Avond4daagse Lesdoelen De leerlingen worden geïnformeerd over de geschiedenis van de Avond4daagse en vertellen over hun eigen ervaringen. De leerlingen worden zich bewust van het belang van bewegen. De leerlingen krijgen zicht op de hoeveelheid en wijze waarop ze zelf bewegen.
Koppeling met de schoolvakken • Nederlands: Inleidend verhaal, begrijpend lezen. De betekenis van (moeilijke) woorden. • Wereldoriëntatie: Vragen en opdrachten over de Avond4daagse. De geschiedenis, ontstaan, kenmerken van het evenement. Uitstapjes naar wandelen door de jaren heen, en je eigen wandelervaring. • Rekenen: Sommetjes met afstanden, tijd en jaartallen.
Hulpvragen zijn:
Verloop van de les Schrijf het woord Avond4daagse op het bord. Vraag de kinderen waar ze aan denken als het woord Avond4daagse horen. Schrijf deze woorden om het woord Avond4daagse. Maak, als de kinderen dat niet zelf al doen, de koppeling naar bewegen. De leerlingen kunnen vervolgens aan het werk met werkblad 1.
Toelichting bij Stempelposten Stempelpost 1 (2,5 km) - WandelWoordWeb De leerlingen kunnen deze opdrachten maken na de hierboven
Wat is de Avond4daagse? Waarom wordt de Avond 4daagse georganiseerd? Hoe lang bestaat het al? Wat heeft wandelen me t bewegen te maken? Met wie doe je dat? Waarom doe je dat? Wat vind je ervan? Wat doe jij aan beweging? Waar doe je dat? Wat heb je nodig om te wandelen? Moet je je voorbereiden en hoe doe je dat dan? Waar moet je op letten?
beschreven lesintroductie.
Stempelpost 2 (5 km) - Hoe vaak beweeg ik? Benadruk dat de leerlingen eerst de tabel invullen en daarna pas de vragen beantwoorden. Wijst u de leerlingen er op dat ze bij het optellen van de tijden rekening houden met de minuten en uren.
4daagse en Verschillen tussen Avond Nijmeegse Vierdaagse: de een kortere afstand dan 1. De Avond4daagse is Nijmeegse. en, se wordt ’s avonds gelop 2. Tijdens de Avond4daag rdag. tijdens de Nijmeegse ove en loop je met andere kinder se aag 3. Tijdens de Avond4d mensen Nijmeegse loop je met uit de buurt, tijdens de . uit binnen- en buitenland mee, se lopen vooral kinderen 4. Tijdens de Avond4daag ral volwassenen. tijdens de Nijmeegse voo
Stempelpost 3 (7,5 km) Geschiedenis van de Avond4daagse Antwoorden op de vragen over de Avond4daagse: 1. 69 jaar geleden (in 1940) werd de eerste Avond4daagse georganiseerd. 2. De Avond4daagse werd voor het eerst in ’t Gooi gelopen. 3. De Duitsers zagen de wandeltochten als een samenscholing tegen hen.
Docentenhandleiding - pagina 4 Stempelpost 4 (10 km) - Mijn geschiedenis van de Avond4daagse Leg uit dat de leerlingen in het vak Fun aangeven welke leuke, spannende of boeiende herinneringen ze hebben. Bespreek de opdrachten klassikaal na.
WandelWebQuest - Jantje Beton Avond4daagseloop Antwoorden op de vragen: 1. Door een samenwerking tussen KNBLO-NL en Jantje Beton kunnen kinderen zich dit jaar voor het eerst tijdens de Avond4daagse laten sponsoren voor het goede doel. 2. De helft van de opbrengst stort Jantje Beton op de bankrekening van de school waarvoor ze de Avond4daagse lopen. Daarmee kan de school sport- en spelmateriaal kopen zodat de kinderen ook de rest van het jaar lekker blijven bewegen. De andere helft van de opbrengst besteedt Jantje Beton aan vakantieactiviteiten voor kinderen in Nederland die nooit op vakantie gaan of in de zomervakantie helemaal niets leuks te doen hebben. 3. Meningvraag. 4. Jantje Beton komt op voor de speelkansen van alle kinderen in Nederland. Als kinderen spelen hebben ze niet alleen plezier, ze doen ook allerlei ervaringen op die goed zijn voor hun ontwikkeling. Daarom bedenkt, betaalt en organiseert Jantje Beton projecten om kinderen samen te laten spelen. 5. Meningvraag.
Groepsopdracht - Zet je stempel!
Per groepje zijn aardappels, mesjes en verf of stempelinkt nodig. U legt deze materialen van te voren klaar. Het is een goed idee om van tevoren een paar voorbeeldstempels te maken. Geef aan dat ze het reliëf diep genoeg maken (ongeveer een 0,5 cm). Dit geeft een beter stempelresultaat. De stempel wordt ook in de volgende lessen gebruikt. De leerlingen bewaren de stempel in een plastic zakje of in een afsluitbaar plastic bakje,
dit voorkomt uitdroging. Elke leerling maakt zijn eigen stempel.
Docentenhandleiding - pagina 5
Themales 2: Samen fit Lesdoelen De leerlingen leren dat voeding en zuurstof noodzakelijk zijn om te bewegen. De leerlingen weten in hoofdlijnen welke lichaamsdelen actief zijn bij het wandelen.. De leerlingen kennen het begrip conditie. Ze maken kennis met EHBO en de inhoud van een EHBO-koffer.
Koppeling met de schoolvakken • Nederlands: Begrijpend lezen. De betekenis van (moeilijke) woorden. • Wereldoriëntatie: Samen wandelen. Omgaan met elkaar, respect voor elkaar. • Biologie: Vragen en opdrachten m.b.t. je lichaam. Spieren, hart en longen. EHBO. • Gym: Uithoudingsvermogen. Werken aan conditie. Wanneer raakt je energie op?
Verloop van de les Vertel dat deze les gaat over de lichamelijke kant van het wandelen, van de werking van verschillende lichaamsdelen tot het voorkomen van blessures. Lees samen met de leerlingen de tekst van Stempelpost 5 (12,5 km) – Je lijf als energiecentrale. Laat de leerlingen de vragen maken en de rest van de opgaven van werkblad 2.
Eventueel toont u de vol
gende videoclips.
Over eten en bewegen: www.schooltv.nl/beeldb
ank/clip/20071126_fit01
Over de ademhaling: www.schooltv.nl/beeldb
Over de bloedsomloop: www.schooltv.nl/beeldb
ank/clip/20081204_luch
t01
ank/clip/20021104_bloe dsomloopmens06 Over de functie van het hart: www.schooltv.nl/beeldb ank/clip/20021104_bloe dsomloopmens05
1
2
Toelichting bij Stempelposten 3
Stempelpost 5 (12,5 km) – Je lijf als energiecentrale Antwoorden:
4
1. Je lichaam haalt energie uit eten en drinken (voeding). 2. Naast brandstof heeft je lichaam zuurstof nodig.
5
Stempelpost 6 (15 km) - Je lijf als machine 1. Zintuigen – C. 2. Bloedsomloop – F.
6
3. Spieren – G. 4. Pezen – E.
7
5. Hart – D. 6. Longen – B. 7. Botten – A.
Docentenhandleiding - pagina 6 Stempelpost 7 (17,5 km) - Dit is fit! Antwoord op vraag 1: Een goede conditie betekent dat het lichaam is gewend aan inspanning.
Stempelpost 8 (20 km) Auw!
4PPSUCMFTTVSF
)PFWPPSLPNJLEF[FCMFTTVSF
#MBBS
(FCSVJLHPFEFTDIPFOFO-FUPQOJFVXFTDIPFOFOHFWFO
Antwoorden:
LBOTPQCMBSFO MPPQ[FEBBSPNFFSTUHPFEJO
1. Een blessure is lichamelijk letsel dat je door het beoefenen van sport hebt gekregen. 2. Wandelen geeft in
7FSTUVJLUFFOLFM
)FUJTCFMBOHSJKLEBUKFPOUTQBOOFOFOSFDIUPQMPPQU1MBBUT
KFWPFUFOSFDIUOBBSWPSFOFOXJLLFMKFWPFUFOHPFEBG
5FXBSNXPSEFO
(BOPPJUUFTOFMWBOTUBSU MPPQFFSTUFFOSVTUJHUFNQP HFFG
EFTQJFSFOEFHFMFHFOIFJEXBSNUFXPSEFO
vergelijking met andere
7FSCSBOEFOEPPSEF[PO 4NFFSKFHPFEJONFU[POOFCSBOENFMLPGESBBH
sporten geen groot risico
IVJECFEFLLFOEFLMFEJOH+FLVOUPPLFFOQFUESBHFO
op blessures. Dit is te danken aan de regelmatigheid en eenvoud van de beweging.
WandelWebQuest - De Benenwacht EHBO betekent Eerste Hulp Bij Ongelukken. De leerlingen kunnen op internet vrij gemakkelijk informatie vinden over de inhoud van een EHBO-koffer door in een zoekprogramma “inhoud EHBO” in te typen.
Groepsopdracht - Een energiek lied De KNBLO-NL en sponsor Aviko hebben een wedstrijd uitgeschreven rond een Avond4daagselied. Informatie over de wedstrijd staat op werkblad 2 en is op internet te vinden. U kunt deze opdracht met de school of met een klas oppakken. Er zijn diverse mogelijkheden om deel te nemen, eigen ideeën van leerlingen of docenten zijn welkom.
Stuur jullie opname op video, cd-rom of dvd voo r 30 juni naar: KNBLO-NL T.a.v. Avond4daagse son gfestival Postbus 1020 6501 BA Nijmegen Lees meer op: www.avondvierdaagse.
nl/pagina/avond4daagse
Gymles U kunt in het kader van deze les een gymles geven. Deze les vindt u in de bijlage.
-xtra/avond4daagse-lied
Docentenhandleiding - pagina 7
Themales 3: Energie en voeding Lesdoelen De leerlingen maken kennis met de juiste voeding voor hun lichaam en zien de relatie met energie. De leerlingen maken kennis met het begrip kilojoule. De leerlingen ervaren welke voedingsmiddelen veel energie opleveren en welke niet. De leerlingen leren de voedingskenmerken van voeding aan de hand van een aardappel. De leerlingen zijn in staat om uit te rekenen hoeveel energie samengestelde maaltijden bevatten. De leerlingen kunnen uitrekenen hoeveel energie ze verbruiken bij bepaalde activiteiten.
Koppeling met de schoolvakken • Wereldoriëntatie: Energie van je lichaam vergelijken met de energie in Nederland. Wat eten we in Nederland? Hoe komen we aan alle etenswaren? Cultureel en praktisch gezien. • Biologie: Vragen en opdrachten m.b.t. je lichaam. Energie en sportprestatie. Met de aardappel als ‘case-study’ onderzoeken we hoe je aan energie komt. Hoe zorg je voor een goede voedselbalans, welke onderdelen zitten er in verschillende maaltijden? • Gym: Uithoudingsvermogen. Werken aan conditie. Wanneer raakt je energie op? • Rekenen: Sommetjes met de hoeveelheid energie die er in een maaltijd zit. Hoeveel verbruik je? Hoe kom je aan voldoende energie?
Verloop van de les U vertelt de leerlingen dat deze les voornamelijk over energie gaat. Ons lichaam haalt energie uit voeding. We gaan kijken naar verschillende voedingsstoffen en de energie die deze opleveren. Er wordt in deze les veel gerekend. U introduceert het begrip kilojoule en legt het verband met de hoeveelheid energie (kilojoules) die kinderen van hun leeftijd dagelijks moeten binnen krijgen. De leerlingen kunnen vervolgens aan het werk met werkblad 3.
Op het werkblad bevind
een tabel met een groot
t zich
aantal voedingsmiddelen en hu n energiewaarde. U kunt ervoo r kiezen om deze tabel met de kla s vooraf door te nemen.
Docentenhandleiding - pagina 8
Toelichting bij Stempelposten Stempelpost 9 (22,5 km) - Gooi je tank vol! De leerlingen maken deze opdracht individueel of in een groepje. Betrouwbare sites over voeding en hun energiewaarden zijn www.voedingscentrum.nl, www.watziterin.nl en www.voedingswaardetabel.nl.
Stempelpost 10 (22,5 km) Hoeveel energie verbruik jij? De leerlingen gaan sommen maken met behulp van de tabel op het werkblad. U kunt zonodig vooraf de voedingsmiddelen met de leerlingen doornemen. Ze zullen dan zien dat bijvoorbeeld 100 gram sla veel minder energie oplevert dan 100 gram bruin brood. Attendeert u de kinderen er op dat het energiegetal steeds gebaseerd op 100 gram van het voedingsmiddel. De rekenopgaven van deze opdracht zijn vaak samengesteld en soms vrij pittig. U kunt ervoor kiezen om de opdrachten samen met de leerlingen te doen. Neem in ieder geval klassikaal het ontbijt van Janna door. Antwoorden van deze opdracht: 1. Hamid eet: 312 kJ (rijst) + 45 kJ (bloemkool) + 1002 kJ (kipfilet) = 1359 kJ 2. Martin eet: 524 kJ (bruin brood) + 60 kJ (halvarine) + 341 kJ (honing) + 315 kJ (appel) = 1240 kJ
de hten van voedingswaar Vaak wordt er in overzic les jou eën in plaats van kilo nog gewerkt met calori .nl). dige site www.watziterin (bijvoorbeeld op de han de eenheid. De calorie is een verouder eën 1 kilojoule = 239 calori joules. en 1 calorie = 4,184 kilo
• koolhydraten (suikers): Koolhyd raten zijn de energieverschaffers van je lichaam. Koolhyd raten worden in je lichaam omgezet in glucose, en gluc ose wordt in het bloed vervoerd naar je spieren en je lever, waar het wordt omgezet in glycogeen. Glycogeen is de uiteindelijke brandstof voor je spieren en organen. Glyc ogeen is dus voor je lichaam wat benzine voor de vaderlan dse economie is: het loopt erop. • vetten: Vetten zijn organische sam enstellingen die bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstofatomen. Ze zijn een bron van energie in voedsel. Wat veel mensen niet weten is dat vet essentieel is voor het functioneren van het lichaam. Vetten leveren essentiële vetzuren die niet door het lichaam zelf worden aangemaakt en dus via de voeding moeten binnenkomen. Vetten zijn bela ngrijk voor het voorkomen van ontstekingen, de bloe dsomloop, en hersenontwikkeling. • eiwitten: Er zijn allerlei voedings middelen die eiwitten bevatten. Eiwitten zijn stoffen die in alle levende wezens voorkomen. We kunnen niet zonder deze eiwitten leven, we hebben ze elke dag in onze voed ing nodig. Er zijn allerlei voedingsmiddelen die eiwi tten bevatten. Vlees, vis, melkproducten en eieren beva tten het meeste eiwit. Dit zijn de zogenaamde dierlijke eiwi tten. Verder bevatten graanproducten, bonen en peulvru chten eiwitten. Dit worden plantaardige eiwitten geno emd. Om in leven te blijven hebben we dierlijke eiwitten nodig. Ons lichaam is namelijk niet in staat om alle amin ozuren zelf te maken!
Docentenhandleiding - pagina 9 Stempelpost 11 (25 km) - Bewegen tot je een ons weegt! Ook bij deze opdracht gebruiken de leerlingen de tabel op het werkblad. Uitgangspunt is het gegeven dat je lichaam energie verbruikt als je beweegt, dus een inspanning verricht. Leg de leerlingen uit dat ze in de tabel kunnen zien hoeveel energie je per uur en per kilo lichaamsgewicht verbruikt bij verschillende activiteiten. Lichaamsgewicht, de vorm van bewegen en het getal dat daarbij hoort zijn noodzakelijk om de sommen te kunnen maken. Antwoorden van deze opdracht: 1. Hamid moet 1359 kJ verbruiken. Met grasmaaien verbruikt hij per uur 51 x 23,1 = 1178,1 kJ. Dat is per minuut: 1178 : 60 = 19,6 kJ. 1359 : 19,6 = 69 minuten, ofwel 1 uur en 9 minuten. 2. Martin moet 1240 kJ verbruiken. Met wandelen verbruikt hij per uur 47 x 14,7 = 691 kJ. Dat is per minuut: 691 : 60 = 11,5 kJ. 1240 : 11,5 = 108 minuten, ofwel 1 uur en 48 minuten.
Stempelpost 12 (30 km) - Welke topsporter eet wat? De gewichtheffer verbruikt vooral eiwitten. De wandelaar verbruikt vooral vetten. De voetballer verbruikt vooral koolhydraten.
WandelWebQuest - Een aardappeltje voor de dorst (en honger) Om deze opdracht uit te voeren maken de leerlingen gebruik van naslagwerken of van het internet. Handige websites zijn www.voedingswaardetabel.nl en www.watziterin.nl.
Groepsopdracht - Dinertime Voor deze opdracht hebben de leerlingen tijdschriften of folders nodig met plaatjes van voedingswaren. Tevens een groot vel papier, lijm, stiften en een personenweegschaal. De tabellen van dit werkblad kunnen weer worden gebruikt, voedingsmiddelen die hier niet op staan kunnen de leerlingen opzoeken op internet.
Docentenhandleiding - pagina 10
Themales 4: Natuur en omgeving Lesdoelen De leerlingen ervaren dat wandelen een manier is om natuur en omgeving te ontdekken. De leerlingen meten op een kaart een gelopen afstand. De leerlingen geven op een kaart verschillende gebieden aan. De leerlingen denken na over afvalproblematiek en hun eigen gedrag. De leerlingen worden zich bewust van de rol van emotie in de sport.
Koppeling met de schoolvakken • Wereldoriëntatie: Ruimtelijke inrichting van het landschap. Omgaan met zwerfafval. Kaart lezen. • Rekenen/wiskunde: Meten en rekenen met eenheden en maten. Oplossen van meetkundige problemen. • Drama: Uitdrukken van gevoelens in spel en beweging.
Verloop van de les Laat de leerlingen eerst individueel Stempelpost 13 (32,5 km) – Waar loop jij het liefst? maken. Laat vervolgens een aantal kinderen klassikaal vertellen wat hun favoriete wandelplekken zijn en waarom. Probeer een zo breed mogelijk scala wandelplekken op te roepen. De leerlingen kunnen vervolgens aan het werk met de overige vragen van werkblad 4.
Toelichting bij Stempelposten Stempelpost 14 (35 km) - De route van Vijfhorst De leerlingen kunnen met behulp van een liniaal of meetlint de route opmeten. Deze is plusminus 85 cm op het kaartje. Aangezien 1 cm gelijk staat aan 100 m, staat 85 cm gelijk aan 8,5 km. Antwoorden van de opdracht: 1. Ongeveer 8,5 km. 3. Meningvraag. Het is aan te bevelen om het drinkmoment ergens halverwege de route te plaatsen en dan bij voorkeur op een mooie plek. Te denken valt in het bos of in het weiland.
Stempelpost 15 (37,5 km) - Afvalrace De leerlingen kunnen naar eigen inzicht de vuilnisbakken plaatsen. Bespreek met de leerlingen of het juist handig is om de vuilnisbakken in bewoond of in natuurgebied te plaatsen. Deze opdracht is natuurlijk ook een prima moment om met de leerlingen hun eigen gedrag met betrekking tot afval op straat te bespreken.
Stempelpost 16 (40 km) - De intocht! Aanwijzingen bij opdracht 1. Controleer of de kinderen maar dan alleen ja of nee antwoorden geven. Stimuleer ze om open vragen te stellen. Aanwijziging bij opdracht 2. Laat de kinderen eerst oefenen. U kunt ze eventueel in tweetallen laten samenspelen.
Docentenhandleiding - pagina 11 WandelWebQuest - Meet je eigen etappe Het is aan te raden www.afstandmeten.nl zelf uit te proberen. De site is niet ingewikkeld. Het is een kwestie van klikken op de kaart en de markers (of waypoints) worden vanzelf geplaatst. Inzoomen en uitzoomen kan met het muiswieltje. De kaart verschuiven doet u door de linkermuisknop ingedrukt te houden en te slepen. In de linkerbovenhoek zie je de gemeten afstand (in dit voorbeeld 9.11 km). Als u de muis stilhoudt boven een van de icoontjes, verschijnt er een hulptekst met de functie van de knoppen.
Groepsopdracht- Een spetterend spandoek Voor deze opdracht hebben de leerlingen materialen nodig: schetspapier, verf, een wit laken en twee lichte stokken van maximaal anderhalve meter. Voor het bevestigen van de doek is een nietpistool het handigst. Laat niet de leerlingen zelf het nietpistool hanteren. Het doek kan eventueel ook met spijkers of punaises worden vastgezet.
Dit lespakket is ontwikkeld in opdracht van de KNBLO-NL Tekst en advies: Wouter van Helden Illustraties en lay-out: Nina Ontwerp Concept en realisatie: Podium Bureau voor educatieve communicatie bv
bijlage - bewegingsonderwijs
Les Bewegingsonderwijs Thema
Opstelling:
Conditie
Doelstellingen - Leerlingen worden zich bewust van de
bank
bank
werking van het hart en de longen bij inspanning; - Leerlingen krijgen inzicht in hun eigen conditie.
mat
mat
mat
mat
Materiaal - 4 matten - 4 pylonen - 2 lintjes - cd-speler - Shuttle Runtest op cd (te bestellen voor 1,op www.shuttleruntest.nl) - 4 horloges
Lesopbouw 1. Tikspel met matten (10 minuten)
2. Vierhoekenloop (10 minuten)
Organisatie: zie tekening.
Organisatie:
- Op de mat ben je vrij.
- De groep wordt in vieren verdeeld.
- 2 tikkers
- Op elke hoek 1 groepje.
- Wie getikt wordt, gaat aan de kant zitten.
- Per groepje minstens 1 horloge of stopwatch.
- Als er vier kinderen zitten, mag de eerste weer meedoen.
- Matten weghalen i.v.m. veiligheid (struikelen). - Zet pylonen op de hoekpunten.
Variatie: Er mogen niet meer dan twee kinderen op elke mat. Als er
Lesverloop:
een derde bij komt, moet de eerste weer van de mat af.
- Hartslag in rust meten (hoeveel slagen in 10 seconden, dit aantal x 6). Geef korte toelichting op wat je meet.
jestest’) (20 minuten) 3. Shuttle Run test (‘piep van de ft inzicht in de conditie Deze standaardtest gee e. maximale zuurstofopnam leerlingen, met name de geluidsgen dat zij telkens bij het De leerlingen moeten zor gaat langzaam overkant zijn. Het tempo signaal (piepje) aan de t de halve groep uit. omhoog. Voer de test me huttle-run-test.nl/
Zie voor meer info: www.s
- In rustig tempo rondje lopen. - Spreek af dat de groep bij elkaar blijft. - Hartslag weer meten, van 1 of 2 leerlingen per groepje. - Stevig tempo lopen. Verder idem als boven. - Volle sprint maar groep blijft bij elkaar. De langzaamste leerling bepaalt dus de snelheid. Verder idem als boven. - 4 horloges