DNA
DNA
№16
materiaalexplorer EXTRA BIJLAGE
SPEELIMPULSEN PER LOPENDE METER
dienst 2 | vlaamse speelpleinwerk
Stand-first
DNA
DNA
Stand-first
materiaalexplorer
|3
dienst 4 | vlaamse speelpleinwerk
Stand-first
DNA
DNA
|5
Stand-first
Inleiding Beste speelpleinliefhebber, Elke zomer staan jij en je speelpleincollega’s voor de grote uitdaging om een leuke vakantie voor kinderen in elkaar te boxen. Eén van de sterke troeven daarbij is een divers aanbod aan leuk en uitdagend speelmateriaal. Tal van speelpleinwerkingen beschikken ondertussen over een uitgebouwde materiaalruimte en investeren jaarlijks in nieuwe, frisse materialen. Een goede zet, als je het ons vraagt! Voor kinderen is speelmateriaal immers een belangrijke aanzet tot spelen. Maar niet al het speelmateriaal wordt altijd evenveel gebruikt. Dat is waarschijnlijk heel herkenbaar. Sommige materialen blijven een zomer ongebruikt en zijn terug te vinden op exact dezelfde plaats als bij de start van de vakantie. Natuurlijk zijn niet alle materialen even gemakkelijk om concrete speelideeën rond te vinden. Maar het is een reuzenkans die onbenut blijft en daar kan je gemakkelijk iets aan doen. Voor je ligt de vernieuwde DNA-brochure ‘MATERIAALEXPLORER’, boordevol materiaalprikkels voor het speelpleinwerk. Op het internet heb je zoekmachines die je alles helpen vinden. Nu heb jij ook een werktuig om de speelmogelijkheden van materiaal te ontdekken. Veel succes en speel ze.
Leeswijzer De DNA bestaat uit 3 grote onderdelen. Het eerste deel is eerder theoretisch, deel 2 en 3 richt zich volledig op de praktijk en staat bol van bruikbare voorbeelden, werkvormen en andere inspiratie. In deel één bijten we ons vast in het materiaalbeleid. We richten ons vooral naar stuurgroepen en speelpleinverantwoordelijken die de uitdaging willen aangaan een duurzame langetermijnvisie te ontwikkelen over materiaal.
In het tweede en tevens grootste luik willen we animatoren en hoofdanimatoren tijdens de vakanties prikkelen rond materiaal. Verwacht je theorie en achtergrond, dan zit je in dit onderdeel goed fout. We hebben het echter wel over: h eel wat impulsen en activiteiten klaar voor gebruik. Je kan ze zelfs uit de DNA halen. w erkvormen om je als hoofdanimator te helpen bij het inspireren en ondersteunen van animatoren tijdens de zomer.
In een derde deel zoomen we in op het ‘vakantie’ gebeuren. Waar vind je goedkoop en cool materiaal, hoe bewaar je dit, op welke manieren krijg je de animatorenploeg warm om mee materiaal aan te kopen… Na het lezen van dit onderdeel zal je snel opnieuw zin krijgen in de vakantie!
dienst 6 | vlaamse speelpleinwerk
Stand-first
DNA
DNA
Stand-first
|7
DNA
BELEID
MAKEN
dienst 10 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Beleid maken
DNA
actie tussen kinderen en de omgeving. Kinderen worden aangezet tot interactie door de aanwezigheid van mensen (vriendjes, broers en zussen, volwassenen), dieren, natuurelementen (bomen, struiken, plassen, heuveltjes, modder…), sferen (muziek, licht, donker, zomer, vakantie…), materialen (tafel, takken, kruiwagen, verkleedgerief…), enz. En dat brengt ons bij deze DNA-brochure. Materiaal is voor kinderen vaak de aanzet om te spelen. We spreken met opzet over ‘materiaal’ in het algemeen omdat het niet beperkt is tot speelmateriaal. Zonder verkleedkledij geen fantasiespel, zonder sjortouw geen kampen, zonder gocarts geen parcours, zonder taartvorm geen gebakjes, zonder muziekinstallatie geen danspartijtjes…
SPELEN MET MATERIAAL We hoeven je niet te vertellen dat spelen voor kinderen belangrijk is. Maar laten we bij wijze van intro kort ingaan op dit spelen van kinderen. Wat is spelen? Wat is de relatie van spelen met materiaal en meer in het bijzonder speelmateriaal? Spelen is een begrip waar verschillende invullingen aan gegeven worden. Volwassenen kijken vaak vanuit hun eigen bril naar spelen. Ze zien spelen als een noodzakelijk kwaad, een uitlaatklep, een toverdrankje tegen verveling of als een middel om vaardigheden te ontplooien in de tocht naar volwassenheid. Ongetwijfeld redeneringen waar een grond van waarheid in zit.
Maar het is interessanter om ‘spelen’ vanuit de kinderen zelf te bekijken. Wat betekent spelen voor kinderen? Spelen is voor kinderen een essentieel onderdeel in hun bestaan. Het is een eigen manier van communiceren en omgaan met de wereld om hen heen. Spelen is voor hen een verzamelterm voor een brede mix van gedragingen waar ze geen andere benaming aan kunnen geven. Ze doen het dagelijks, alleen of met anderen, op verwachte en onverwachte plaatsen en tijdstippen, en het kan alle denkbare vormen aannemen. Het is soms plezierig, intensief, spannend, ontspannend maar evengoed gevaarlijk, emotioneel, pijnlijk
en frustrerend. Spelen is voor kinderen een manier om een eigen domein af te bakenen waarbinnen ze het zelf voor het zeggen hebben, zelf de regels bepalen, zelf afspraken maken, zelf conflicten oplossen,... Spelen is meer dan alleen maar afgebakende spelletjes doen. Het is verkleden en toneel spelen in een mooi decor, boekjes lezen in een hoekje, uren prutsen aan een knutselwerkje, honderd toertjes rijden met de gocart, dansen op muziek, kampen bouwen tussen de struiken, ploeteren in een zwembad, puzzelen, knikkeren, afwassen, een taart of soep maken en nog veel meer. Tijdens het spelen is er steeds een inter-
n laten zich door re e d in K " de omgeving prikkelen maar niet dwingen
"
MATERIAALBELEID Materiaalbeleid is meer dan het opvolgen van de stock en jaarlijks bijbestellen van wat materiaal. Nadenken over het materiaalbeleid van je speelpleinwerking, is nadenken over de centrale vraag ‘Hoe halen we maximale speelkansen uit ons materiaal?’.
| 11
Beleid maken
Anderzijds kan materiaal het spelen van kinderen een andere wending geven of versterken. Denk maar aan het toevallig vinden van een dode vogel tijdens een zoektocht of het effect van doeken bij het bouwen van kampen. Hoe rijker de omgeving, hoe groter de kans op spelen. Kinderen hebben een brede waaier aan prikkels nodig. Maar zij houden uiteraard zelf de sleutel in handen. Kinderen laten zich door de omgeving prikkelen maar niet dwingen. Verwacht dus niet altijd dat kinderen met materiaal spelen volgens een door animatoren uitgestippeld plan.
OM TOT EEN VOLWAARDIG ANTWOORD TE KOMEN, KAN JE JE BUIGEN OVER VOLGENDE DEELVRAGEN: HOE ZORGEN WE VOOR EEN GEVARIEERD MATERIAALAANBOD? Lees hier verder meer over in de stukjes ‘speelmateriaal of speelgoed’ (p. X) en ‘soorten speelmateriaal’ (p.X)
HOE MAKEN WE HET MATERIAAL ZO TOEGANKELIJK MOGELIJK? Niets zo stom als materiaal dat stof ligt te verzamelen in een verborgen hoekje van het materiaallokaal. Het materiaal moet bekend zijn bij de animatoren en de kinderen. En hoe beschikbaar is het materiaal? Je leest tips in het stukje ‘materiaallokaal’ (p. X)
HOE HALEN WE HET MAXIMALE UIT ONS MATERIAALBUDGET? Als je gaat dromen van materiaal op het speelplein, dwalen je gedachten snel richting go-carts, trampolines, zwembaden, springkastelen… Dit zijn eyecatchers waar massa’s speelplezier uit te halen zijn. Ze bijten echter ook een serieuze hap uit het budget. Gelukkig bestaat er ook goedkoop of gratis materiaal dat quasi eindeloze speelkansen bieden. Een goed beheerd materiaalbudget streeft naar een evenwicht tussen: duurzame investeringen a ankoop van een juiste hoeveelheid verbruiksmateriaal tijd investeren in het vinden van goedkoop of gratis materiaal
dienst 12 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
MATERIAAL OP HET SPEELPLEIN
MATERIALEN WAAR ZE THUIS NIET MOGEN MEE SPELEN
Een speelpleinwerking is voor kinderen misschien wel de ideale werkvorm om een rijke speelomgeving uit te bouwen tijdens de vakantie. Naast een goede begeleiding en een speels terrein is het ter beschikking stellen van materiaal broodnodig. Speelpleinwerkingen hebben er alle belang bij om een stevige batterij aan speelmateriaal te hebben. De kinderen vinden dit zelf ook. In de uitdrukking van hun appreciatie voor het speelplein hebben ze het vaak over het materiaal. En meer specifiek over:
MATERIAAL DAT ZE THUIS NIET HEBBEN Een speelpleinwerking kan aantrekkelijk zijn omdat er materiaal is waar de meeste kinderen thuis niet over kunnen beschikken. Niet elk kind heeft thuis een step of gocart. Maar ook kleiner materiaal zoals: een diabolo, stelten, hoepel, verkleedkledij… is niet voor alle kinderen ‘alledaags’ materiaal.
De speelpleinwerking is fijn omdat er bepaalde materialen gebruikt worden die eigenlijk niet om te spelen zijn. Thuis is de strijkplank moeders heiligdom, maar op het speelplein kan een oude strijkplank gepromoveerd worden tot speelmateriaal. Denk bijvoorbeeld aan ‘echte’ materialen zoals een kruiwagen, tuinslang, kookpotten, bakstenen, zetel, glijden op bruine zeep…
MATERIALEN MET EEN HOGE SPEKTAKELWAARDE Kinderen vinden het speelplein aantrekkelijk omdat er groot en uitdagend materiaal ter beschikking staat. Het gaat over materialen die ze niet zo vaak tegenkomen: springkasteel, trampoline, skateramp, muziekinstallatie, zwembad…
VEEL MATERIAAL VAN EEN BEPAALDE SOORT Op het speelplein zijn materialen ook zeer talrijk aanwezig. Om een deftig kamp te bouwen heb je meer dan zes sjorbalken nodig. Je kan eens een
manshoge tekening maken van aan elkaar geplakte papieren of stoelendansen met 50 vrienden. Het aantal kan een vergrotend effect hebben op de mogelijkheden van materiaal.
MATERIAAL OM MET MEERDERE KINDEREN TE SPELEN Misschien hebben kinderen thuis een pingpongtafel, maar wil het broertje niet altijd meespelen… Een speelparachute is pas interessant als er 15 kinderen mee spelen, net als voetballen, wedstrijdjes met de gocarts... Leeftijdsgenoten spelen graag wat jij graag speelt en dat alleen kan al prikkelend genoeg zijn. • Een omgeving die het toelaat om met bepaalde materialen te spelen. Als je aan een drukke straat woont is spelen met stoepkrijt levensgevaarlijk. Op de verharde ‘koer’ van het speelplein kan het wel. Niet elk kind mag thuis putten graven, in de bomen klimmen, met de fiets crossen… Materialen die thuis niet gebruikt kúnnen worden, krijgen plotseling een nieuwe definitie vanuit de omgeving.
SPEELMATERIAAL OF SPEELGOED ? In de hoofden van volwassen wordt speelgoed soms heel eng bekeken. Bij speelmateriaal denken ze spontaan aan mooi ogend speelgoed dat door een fabrikant speciaal ontwikkeld werd om er spelletjes mee te doen (zoals een frisbee, bellenblaaspotje, zandemmertje, plastieken schopje…). Speelgoed is voor kinderen zeker interessant, maar er is meer onder de zon. Naast speelgoed worden kinderen even goed geprikkeld door ander materiaal in hun omgeving. Kinderen kunnen bijna alle beschikbaar materiaal omtoveren tot speelmateriaal. Denk maar eens aan waar je vroeger zelf graag mee speelde. Kinderen spelen graag met ‘echte’ materialen die volwassenen gebruiken. Het maakt het spelen echter en uitdagender. Waarom
zou je een put graven met een plastiek schopje als er een echte spade voorhanden is. Niets is leuker dan kapsalon spelen met echte borstels, haardroger, spiegel, gel, haarlak… Bovendien zijn echte materialen meestal duurzamer dan hun plastieken broertjes (kruiwagen, emmer, kookpotten en pannen, bestek, hamer…). Een zeer interessante categorie speelmateriaal is waardevol kosteloos materiaal (WKM) of ‘vindmateriaal’. Goedkoop en razend interessant voor tal van speelimpulsen. Zo heb je bijvoorbeeld papier, karton, oude tapijten en doeken, houtafval, piepschuim, PET-flessen, kroonkurken, paletten enzovoort. Hier is meer mee te doen dan ooit te bedenken is. Soms zijn er ook grotere materialen
gratis op de kop te tikken zoals oude zetels, matrassen, kasten, parasols,... Het is zo gek niet te bedenken of kinderen toveren het om tot speelmateriaal.
“Vorige zomer kwamen onze begeleiders tot een vreemde ontdekking. Op de bouwspeelplaats en in de kampen (achteraan op het terrein) doken plots materialen op die niet afkomstig waren van onze werking. Allerhande houten balken, een schotelantenne, fietswiel, tapijtjes… Onze begeleiders stonden voor een raadsel. Tot we plots achteraan de bouwspeelplaats (achter de struiken) een gat in de omheining ontdekten. De kinderen hadden zo een vrije doorgang naar de stortplaats van de gemeente…”
DNA
Stand-first
V
A K A N T I E
| 13
dienst 14 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Zomer
DNA
| 15
Zomer
10 TESTERTJES
3. Maak de afdruk van een lijk in het tie-
8. Maak verboden zones met rood-wit
nerlokaal met papierplakband of krijt.
lint en doe daar overdreven mysterieus over.
Kinderen zijn de beste impulsenbedenkers. Het enige wat ze vaak nodig hebben is dat kleine zetje. En dat kan jij hen bieden. Hieronder een ‘bucketlist’ van zaken die je ooit als animator moet getest hebben:
4. Zet acht pvc-buizen verticaal een
1. Voorzie een permanent knutsello-
5. Verzamel alle blokken op één plek
kaal met twee tafels of kasten. Eén daarvan bevat materiaal dat je moet vragen, het andere bevat materialen die je altijd mag nemen.
2. Leg oude tapijten op de speelplaats, samen met borstels, aftrekkers en emmers met zeepsop.
halve meter in de grond en je hebt een gevangenis of dierenkooi.
en leg er een knikker bij.
6. Hang foto’s op waardoor kinderen inspiratie opdoen (bv. chique zandkastelen om na te maken).
9. Maak een goot waar water door stroomt. Geef de kinderen speelgoedautootjes, gocarts of ander speelmateriaal en laat ze zelf combinaties zoeken.
10. Hang
in een boom tien pluche beesten aan een koord.
7. Draai de lekkende tuinslang een klein beetje open en kijk wat er gebeurt.
DE EXPERTS AAN HET WOORD, KINDEREN SPEELIMPULSEN LATEN BEDENKEN
2. Materiaal op ooghoogte, hier kunnen de kindere zelf beslissen wat ze meenemen.
Animatoren
M
ateriaal voor een animator is als een plas modder voor een kind. Een bijna onuitputtelijke bron van mogelijkheden! Maar na enkele weken speelplein durft deze bron soms wat op te drogen. Je speelt vaak met hetzelfde materiaal of je hebt geen idee wat je met een bepaald materiaal nog meer kan aanvangen. Bevind je je in die fase of ben je gewoon op zoek naar zot coole ideetjes? Dan zit je hier goed. In het onderstaande hoofdstuk focussen we op alle onderdelen van een open speelaanbod waar materiaal het uitgangspunt vormt. Jij kiest of je een actvitieit
zoekt, enkele impulsen, een speelhoek op basis van materiaal of tips om je materiaalwinkel nog aantrekkelijker te maken.
MATERIALEN ALFABETISCH OPZOEKEN Je loopt door het materiaalkot. Je ziet een bepaald materiaal, je zoekt het op in onze lijst en je laat je prikkelen door de ideeën die er staan.
IMPULSEN
INSPIRATIE ZOEKEN Je leest de volledige lijst door tot je een idee vindt dat je aanspreekt of prikkelt om iets mee te gaan doen, in een ander spel, in een vrij moment, met een ander materiaal.
MATERIAALIMPULSEN AAN DE LOPENDE METER In de extra bijlage staan meer dan 1000 speelimpulsen. Deze lijst kan je op drie manieren gebruiken:
MATERIAALLIJST VERVOLLEDIGEN Je gebruikt de lijst als inspiratiebron om je materiaalkot te vullen, of om nieuwe materialen te verzamelen.
Er kan op drie manieren omgegaan worden met speelimpulsen die door kinderen bedacht zijn: 1. OBSERVEER EN LEER:
kijk naar hoe kinderen spelen. Vraag jezelf af waarom een kind dit of dat doet. Vraag jezelf af wat het kind leuk zou vinden in dat specifieke spel. Ga er gewoon bij zitten en wacht af. Kan je meespelen? Doet het kind een eerste stap, doet het kind jou een voorstel? 2. TRAKTEER EN
COMPLEMENTEER: laat wat materiaal rondslingeren op speelvriendelijke plaatsen (zandbak, het bosje, de speelplaats,…). Kinderen moeten niet meer om materiaal komen vragen, ze worden er op getrakteerd. Hoe meer rommel er ligt op plaatsen waar gespeeld wordt, hoe groter de kans dat kind en materiaal elkaar ont-
moeten. Waarschijnlijk zijn er wel wat kinderen die een toepassing zien in het materiaal voor het spel dat ze op dat moment aan het spelen zijn. Wanneer er gespeeld wordt. Ga eens na of je het spelen van kinderen niet leuker, spannender of succesvoller kan maken. Zo haal je er wat nieuwe materialen bij. 3. PROBEER EN PROFITEER:
profiteren van de creativiteit van kinderen gebeurt weinig. Kinderen hebben vaak veel en goede ideeën over wat plezant is. Laat hen aan het woord. Misschien kan een rondleiding in het materiaalkot veel ogen openen. Geef hen wat materialen mee om uit te proberen in hun kamp, bij de gocarts, in de knutselhoek…
DE VDS-PINTEREST Iedere animator zou van zijn speelpein een smartphone moeten krijgen om onze pinterest te volgen. Ga een kijkje nemen en word bedolven onder de zot leuke materiaalimpulsen van ons bord. www.pinterest.com/speelidee
imator zou van an re e d Ie " zijn speelpein een smartn om phone moeten krijge lgen. o onze pinterest te v "
dienst 16 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Zomer
DNA DNA
e j g a a D " tegenstanders uit!.
1.
WINKEL
| 17
Zomer
"
2.
Een speelwinkel is een speelhoek die het spontaan spelen van kinderen probeert uit te lokken door hen speelmaterialen aan te bieden. In een speelwinkel kunnen kinderen kiezen met welk speelmateriaal ze willen spelen en kunnen ze speelgoed uitlenen om er alleen of samen met andere kinderen mee te spelen. Kinderen vinden het geweldig om materiaal te ontlenen of te kopen uit het winkeltje. Het geeft hen de vrijheid zelf te kiezen wat ze willen spelen, hoelang en met wie. Alles wat je moet weten om een winkeltje uit te bouwen op je speelplein vind je terug in de handleiding ‘Speelaanbod organiseren’*. In deze DNA focussen we vooral op het ‘attractief’ maken van je winkelaanbod. * Dossier 5: de speelwinkel
ZICHTBAAR MAKEN VAN JE AANBOD
PROMOTEN VAN JE AANBOD
BETREK DE KINDEREN BIJ JE WINKEL
• Stal je aanbod uit zoals in een echte winkel. Het kan helpen om met bakken te werken waar kinderen zelf kunnen in rond snuffelen. • Werk met een ‘catalogus’ waarin alle beschikbare materialen met een foto te vinden zijn. Dit maakt het aanbod veel meer zicht-
• Het product van de dag Dit product mag je gratis ontlenen, krijg je
• Laat enkele kinderen de winkel mee uitbaten • Kinderen kunnen zichzelf ‘te leen’ aanbieden in de winkel • Kinderen mogen als ‘paspop’ materiaal demonstreren
baar. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
• Plaats het materiaal op ooghoogte. • Maak duidelijk welk materiaal ze zomaar mee mogen nemen en wat ze onder begeleiding mogen mee nemen
dubbel mee, of je krijgt er een animator bij die samen met jou het product test.
• Affiches maken van de ‘promo-producten’ • Bij de "promo-producten" impulsen hangen wat je ermee kan doen • Filmpjes tonen van de mogelijkheden (teleshop-gewijs kan dit een heel fijne animatorenactiviteit worden) • Alle activiteiten die dag staan in het teken van een bepaald product.
1. Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
3.
2. Materiaal op ooghoogte, hier kunnen de kindere zelf beslissen wat ze meenemen.
3. Twee stokjes waartussen je twee touwtjes vastmaak om een Giga-bellenblaasmachine te maken.
ACTIVITEITEN Als je een activiteit voorbereidt, is het een goed idee om een apart materiaallijstje te maken. Zo vermijd je dat je in het midden van je activiteit nog eens
naar het materiaallokaal moet lopen. Je kan bij je voorbereiding echter ook beginnen met een materiaallijstje! In plaats van te vertrekken vanuit het thema of een spelvorm, selecteer je een aantal materialen (die anders misschien te weinig aandacht krijgen) en neem je die als startpunt voor je activiteit.
dienst 18 | vlaamse speelpleinwerk
Stand-first
Zet het zeepbellenmengsel een paar minuten in de koelkast.
ACTIVITEIT
VOORBEELD Wist je dat het ideale zeepsop uit meer dan zeep en water bestaat? Hoe maak je zo een sopje om extra grote zeepbellen te maken? Het ideale recept hebben we nog niet gevonden. Maar we kunnen je wel een aantal tips geven die je kans op succes verhogen:
DNA
DE JUISTE VERHOUDING, DAAR DRAAIT NATUURLIJK ALLES OM.
Je kan er ook suiker aan toevoegen (onder de vorm van vloeibare honing)
Zelfs een klein beetje behangerslijm behoort tot de opties.
Roer altijd voorzichtig, zodat je geen schuim maakt.
Maak je sop best een paar dagen op voorhand. Een beetje planning dus, maar het loont
Maak je sop steeds met lauw tot warm water.
de moeite!
Voeg wat glycerine toe. (Glycerine is een soort siroop dat je bij
ENKELE RECEPTEN
Spaar jampotjes van verschillende formaten die je telkens met een ander zeepbellenmengsel vult.
voor de handen en dergelijke geven negatief resultaat!)
| 19
Stand-first
(Je zeepbellen zullen langer meegaan.)
Gebruik de enige echte Dreft. (helaas voor de doorsnee detergentconcurrent: echte Dreft werkt het best!). Gebruik de gewone versie groene Dreft, dus zonder kleur, geur... (Afwasmiddelen met citroengeur en zacht
AAN DE SLAG MET BELLENBLAASPOTJES.
DNA
RECEPT:
1
10 LITER WATER 1/2 LITER AFWASMIDDEL 1/4 LITER GLYCERINE
2 RECEPT: 8 koppen water 1 kop afwasmiddel
De beste resultaten krijg je op een regenachtige dag. Doordat de lucht dan vochtig is, zullen je zeepbellen langer meegaan.
3
2 grote lepels glycerine 2 theelepels honing RECEPT: 5 delen warm water 1 deel Dreft een paar druppeltjes glycerine
de apotheker kan kopen.)
door h ic z n e t a l n e r e d in " K de omgeving prikkelen maar niet dwingen
"
SPEELVOORBEELDEN UITDAGINGEN Een stoere bink komt op het plein en beweerd de beste bellenblazer te zijn van iedereen. Hij tovert enkele ongelofelijk mooie bellen uit zijn blazer en daagt ie dereen uit het beter te doen... Daag je tegenstanders uit! Wie maakt er de grootste bel? Wiens zeepbel vliegt het hoogst? Wiens zeepbel blijft het langst in de lucht? Wie legt het parcours vlekkeloos af?*
W ie kan er het snelst zijn zeepbel heel- terug opvangen? Wie zijn zeepbel blijft langst intact terwijl de anderen er met projectielen naar gooien? Wie maakt de zeepbel met het grootst aantal kleine zeepbellen eraan vast? Wie kan de bellen tellen van 1 blaasmoment? Wie kan er juist 5 of 10 wegblazen? Wie scoort het meeste punten door bellen door de hoepels te blazen? (Hang hoepels in de bomen.) Wie kan een bel laten landen op de grond? Of vangen in een potje...
OORLOG AAN DE METEOREN! Invasie van meteorieten. Tijd voor een intergalactische interventie. Met een tikkeltje fantasie, flexibeams en bellen krijg je je eigen luchtgevecht. De flexibeams worden laserguns, de bellen zijn meteoren. Met een bellenblazer blaas je een pak meteoren de ruimte in. Zoek
naar een fijne plaats om de bellen te lanceren: een raam op het eerste, de boomhut, het speeltoestel... Reken er maar op dat je speelpleinpiloten ze met veel graagte uit de lucht proberen te halen! Maar zorg dat je niet geraakt wordt want een meteoor laat diepe kraters na!
KRIEBELBELLEN Als iedereen in een kring staat, is het niet moeilijk een kriebelslachtoffer te vinden. Bestook je slachtoffer met kriebelbellen: iedereen blaast grote bellen richting het kriebelslachtoffer. De kinderen staan in een kring, ze oefenen eerst in het grotebellenblazen. Spreek dan af wie je kriebelslachtoffer wordt en bestook hem of haar met kriebelbellen. Let wel, je mag het slachtoffer niet aanraken.
KUNSTBELLEN Het Center of New Art Museum Exposition Hall MuMoStakSmuk in New York is geïnteresseerd in deze nieuwe techniek
bedacht op de Vlaamse speelpleinen. Doe het zeepsop in kleinere bassins, potjes, soepkommen... Doe er een beetje plakkaatverf bij en meng goed. Blaas dan met een rietje zo hard je kan in het mengsel. Als het zeepsop over de rand komt piepen, leg je vlug een tekenblad op het bassin. De zeepbellen springen open en geven een mooi effect. Ook gekleurde zeepbellen die je tegen een wit doek blaast geven een leuk effect.
MATERIAALIDEEËN EEN ZELFGEMAAKTE BELLENBLAASMACHINE Met een ventilator maak je je eigen, adem besparende, bellenblaasmachine. Dop je steeltje in zijn sop, hou hem voor de ventilator en zet dan de ventilator aan. Instant-effect! Misschien is het ook mogelijk een constructie te bouwen om de steeltjes in te zetten zodat alles automatisch gaat.
REUZENBELLENBLAAS Haal een ijzeren kleerhanger uit elkaar en draai een stuk ervan om een drankblikje zodat je een mooi rondje krijgt. Haal het blikje eruit. Laat ongeveer 20 cm rechte draad zitten om een handvat te maken. Buig de rest van de draad heen en weer tot het breekt. Je reuzenbellenblazer is geboren! Doop hem in het zeepbellenmengsel en beweeg hem in de lucht. GIGABELLENBLAAS Neem twee stokjes waartussen je twee touwtjes vastmaakt (aan het onderste touwtje kan je een gewichtje hangen, zodanig dat het zeker doorhangt). Dan leg je de touwtjes in het zeepsopwater (vasthouden aan de stokken) haal ze er weer uit en beweeg door de lucht. Je krijgt levensgrote bellen!
TIP* Maak een parcours en probeer je bel door te blazen, flapperen met karton om wind te maken en je zeepbel het gewenste traject te laten afleggen.
dienst 20 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
Speelimpulsen per lopende meter
man…) benji-sprong met rekkertjes, bewakers, heropbouw stad, pionnen in spel, sporentocht, bekende filmscènes naspelen en fotograferen, wie is het?, Galgje, omver rijden met speelgoed autootjes, houdingen nadoen (als een soort ochtendgymnastiek) afbakeningslint: bouwwer-
ken afbakenen, gevangenis, straat afzetten en wegenwerken doen, lijk onderzoeken, meiboom planten, boomslierten afdekgootjes: overal beekjes maken, beek herleggen, auto/knikkerbaan (bergaf), rails voor karren afdekzeil/plastieken zeil: schuif af, schuifberg met bruine zeep, zweethut, tent (shelter), camouflage in bos aftrekkers/borstels: limbo, steel neerleggen in groep met elk een vinger eronder, balanceer-op-vinger, laten vallen en naam roepen, laten vallen en vraag beantwoorden, propeller van vliegtuig, kartonnendooscurling, verven, bezem werpen, bezemmannetjes knutselen, vlag van de T-mannetjes, ‘T’-vereren
antenne: piraatradio, stoet voorgaan, spaceship, geheime boodschappen ontcijferen door spionnen, morsecode aquarium accessoires: lokaal wordt bokaal, het visloze aquarium, verhaal verzinnen, op een onbewoond eiland, enteren, piratenval armbandjes: inkom afkopen, festival, geheime boodschappen wegdragen, handboeien, enkelbandjes autobanden: voetbaltraining, circus, Michelinman, botsmuur (gocarts), zetelhoek, van berg rollen (in meerdere banden kruipen)
gevulde ballonnen gaan verkopen in dorp, tunen (zijkanten spuiten), super veel bellen en toeters op monteren bakoventje: pizza/taart/klei bakken, restaurant op verplaatsing, ciao italia, handschoenen warmen, kleren drogen, toast maken bakstenen: echt metsen, stapelen, opduiken van de bodem van het zwembad, schilderen (en dan metsen), gravel mee maken, miss baksteen bal: tienerzwangerschappen,
autootjes: schatten graven in zandbak, dichtst tegen muur rijden, schans bouwen, crashen tegen elkaar, voortblaasrace, verstoppen, schilderen met nagellak, verkopen (tweedehands), garage, file rijden, racen met touwtjes, vleugels geven
B badminton(pluim): beestenneus, windbadminton (een tegen allen), reuzenpaardenbloem maken en allergie krijgen badschuim: schuiven, in
afvalbak: mobiele poppenkast, ballenopslag, deur wordt lanceerplatform, uitstap, met de vuilnismannen mee, sprekend groen monster
bakfiets: ijskar, koning vervoeren,
het verzet, kaartenhuizen, mini-hockey (pingpongbal), ninja sterren, tussen vingers spelen
bandkar: kind op bandkar en levende sjoelbak (zelf brugjes maken), elkaar van de band botsen, aan brommertje hangen
blacklight: laserstralen van witte wol wordt een anti-inbrekersysteem waar je door moet klauteren; fluoverf plafond, zwarte vest en witte handschoen in donker lokaal, fluorescent figurentheater, tandpasta-effect, vals geld herkennen, geheime boodschappen transporteren met fluoschmink (enkel te herkennen onder blacklight)
zwembad kappen, bellenblaassopje maken (zoek het beste recept), worstelen, gladde voetballen, schuimparty, hondsdolheid
vettige buiken, bosvoetbal, kopbal, helmen maken met spijkers (halve bal), groot ballenbad, kanonskogel, gevallen ster, uitneembaar raam in kamp, trommel, kussen, stoel, reuzenknikker
basketbal: hoogbotsen, verbotsen, omver botsen, op vinger draaien, pompoenkop, slam dunk behangpapier: echt behangen, behangen van kamp, message wall, gedichten uithangen, rode loper, bloemetjes behang (70’s) bekers (plastiek): aan elkaar nieten en lamp(jes) insteken, voelsprieten, verkeerde bril, barmannenrace (op plateau) bellen (elektrische): quiz
afdrukknoppen, deurbel aan kamp monteren, bellenconcert, ik moest kloppen want… bellen (opnaai): sluipspel, harle-
kijn, 'ik heb een idee', de ideeënhoed, sneeuwkar kerstman, engelenvleugels, mini-kerkje, heiligverklaring
bal klein: jongleren, Bh’s vullen, masseren, voelwand, ballenbed (één laag), in oksel- of knieholte steken en een wedstrijdje lopen
bellenblaas: grootste bel, beste sopje zoeken, combinatie met ijzerdraad-hoepel-vodden, gekleurde bellen, eigen machine maken met ventilator
ballonnen: jongleerbal (zand of rijst), stressbal (idem), combineren met helium (smurfen), voorwerp de lucht in laten, zo hoog mogelijk (lange draad), vogelpik, scheten laten, over hoofd trekken, mensen laten verschieten, stinkbom (met parfum), crazy headz, bloedzakken (scheerschuim en rode verf spat goed)
betonmolen: nat zand maken voor steviger kasteel, tombola, bingo met genummerde tennisballen bierbak: bak klimmen, onder voeten binden, domino, mega bakstenen, water dragen, gevangenisramen, gooivakjes bierkaartjes: breedste mond, Memory, ondergrondse berichten van
| 21
Stand-first
balpen: witte muur vol kribbelen, schrijfstok tovenaar, tapijt (rekkertjes), kantoorpercussie (drumstokjes)
baseball bat: oud ijzer in elkaar meppen, uitleven op kussens, balanceren op lichaamsdelen, marionetten
A actiefiguren: (gi joe, action
DNA
blad mousse (zetelopvulling of polyetherschuim): bekpoppen maken, muur met reliëf, stoelen zachter maken, sumo worstelen blikken/conserven: rond galopperen, de inhoud klaarmaken, blind koken (etiketten van blik halen), toren maken, schuilkelder organiseren, verkopen in winkel bloem (meel): wafels/pannenkoeken/taart/pizzadeeg, speeldeeg, schimmelman, talg voor gymnastiek, stoffig haar, zakje toverpoeder, op mensen blazen bloempotten: verven, lichtjes door steken, bloemen en cactussen planten, kapotsmijten, bloemschikken, op zoek naar gratis bloemstekken
blokjes hout: torens ozo hoog, kerven, kasteel/Atomium lijmen, in balletjes schuren, collectie aanvullen met takjes/stokken, schaakstukken, dammen, vier op een rij, oxo… boom/struik: klimmen en springen op mat, struik schilderen in herfstkleuren, boomhut, paardenrace, kerven in stam, bloemschikken met onkruid bord (porselein): kapot gooien en mozaïek van samenstellen, overschilderen (glasverf), discuswerpen, chique diner, ober training
bord (karton): kleuterfrisbee, opgerolde pannenkoek warm houden, stapstenen, dichtnieten met schatten in zoals oesters borstel/bezem: limbo, steel neerleggen in groep met elk een vinger eronder, balanceer-op-vinger, laten vallen en naam roepen, laten vallen en vraag beantwoorden, propeller van vliegtuig, kartonnendooscurling, verven, bezem werpen, bezemmannetjes knutselen, vlag van de T-mannetjes, ‘T’-vereren botsbal: botsbal vangen in donker lokaal, tweebots (grond-muur-vang), het afdak-spel (1x botsen), exact 10x laten botsen en opvangen brievenbus: postbus aan kamp ophangen, facteurs, liefdesbrieven, pratende/etende brievenbus, brievenbus personaliseren (gezicht op schilderen, slogans…) brillen: ogen uit magazines op plakken, schizofrenie (2 brillen, 2 personages)
C camouflagenet: schaduwzone, alles camoufleren voor als ouders kinderen komen afhalen, sluipen, ultra geheim kamp, legerkap opslaan in de stad/dorp cd's: omgekeerd op plafond of muur, krassen, ketting, oorbel, rond vinger (alien), masker, cd-ontwerpen (alcoolstift), spiegel cijferslot: queeste, de verboden fiets, staking (vastketenen aan boom), halsketting, de vandaal uithangen: onbekende fietsen vastleggen en op de loer gaan liggen, lasso werpen, lotto (juiste cijfercombinatie wint), elk kind heeft 2 cijfertjes nu nog het juiste vriendje, Russische roulette
dienst 22 | vlaamse speelpleinwerk
computer (oude pc): typcursus, speelpleinkrant, patiencetoernooi, directie van het speelplein, uit elkaar vijzen (en terug in elkaar?) , letters op klavier van plaats veranderen crèmes en lotions: beautyfarm,
worstelen, handenmassage, vettig haar, Laboratoire Garnier: crèmes mengen met bloemblaadjes, lavendel, glinster enz, voeldoos crepepapier : kleurwater verkopen (crêpepapier in een glas water leggen zorgt er voor dat de kleur afgaat), TL-lampen kleuren, Elio Di Rupo spelen (grote strikken maken) das/plastrons: galabal, ho-
mo-hoofdband, chique doen, das leren plooien
D
doek: iemand omhoog werpen, zeilschip, gebouw inpakken, bos in 2 verdelen, blind volleybalnet, mensenworsten maken, mobiele afdakjes maken, doolhof, doekenberg doosjes en potjes allerlei
(yoghurt): aan kleren nieten (Doosjesman), onkruid in kweken, vullen met water en spetteren, verrassingsdoosjes maken, ‘blikwerpen’ dranghek (nadar/heras): fietsenrek, kapstok, flappenmuur, gevangenis, draagberrie, rellen tijdens een manifestatie, tralies voor de ramen, het kasteel verdedigen/bestormen driewieler: op twee wielen rijden, gecontroleerd crashen, tunen, aan elkaar binden(trein), file rijden, tanken, tunnel maken, tikkertje driewieler, de driewielers tegen de steps drinkflessen (bidons): colabom-
metjes (dichtdoen en schudden), raad de drank, ad fundum
deken (donsdeken, pakdeken):
iglo, picknick, er onder gaan liggen en om ter langst zweten, cape van de sneeuwkoning
duikbril: onderwater opdrachten, één dag blind (afplakken), vis, Cyclops dweil: ‘dweilslingeren’, 10-bal,
dia's (en projector): dia's tekenen (fotopapier), oude dia's inkleuren, schaduwspel, foto aanvullen met schaduw, dia overtekenen op grote flap diertjes (mieren, spinnen,
slakken en dergelijke): race of koers en gokken, mierenboerderij, suikerboodschap leggen, kweken, gewoon verzorgen en eten geven dobbelstenen: om ter eerst 100 gooien, bikkelen, cijfertorens, slangenogen gooien (2x1), door kleren laten gaan van kop tot teen, dobbelbaseball: alvorens te slaan moet je dobbelen, afhankelijk van het aantal ogen dat je gooit moet je slaan met knuppel, tennisracket, een kleine sjorbalk, een dunne tak enz.
DNA
Stand-first
uit raam gooien(eerste verdieping), op een vreemde planeet (natte dweil blote voeten), fakkel (in kaarsenvet en om bezemsteel wikkelen)
elastieken/rekkertjes: knikkerparcours (takken in grond en elastieken tussenspannen), papieren propjes schieten, kaartenhuis omverknallen, alle rekkertjes aaneenbinden, knuffels laten benji springen, 'handpistool', mondharp, over neus trekken emmer: djembe (overspannen met tape), gaten in boren voor douchesysteem, ridderhelm, stelten (onder voeten tapen), ingraven en moddervallen maken enveloppen: tombola, posten
(wie is de facteur), enveloppenoortjes (op oor zetten), drug vervoer (antrax), speelpleinbrieven versturen etiketten: fop-bevelen (maak mij nat aub), tekstballonnen in strips afplakken en opnieuw invullen, passages uit boeken halen en bij verzinnen, alles labelen (van wie is dit)
F fakkels: vuurspuwen met nesquick, middeleeuws kasteel, Olympisch vuur, de hel, fakkeltocht, geesten opjagen op het kerkhof, occulte fiche bak: pokemon/yu-gi-oh
E eendjes om naar te vissen:
verdrinken, combineren met echte eenden in vijver, choreografie uitwerken, laten vliegen, bewegende Memory met figuur op onderkant, stiften ehbo koffer: maximum aantal
verwondingen simuleren, isobetadinesnor, pleisters versieren, zeg eens aaaa, oren kuisen, placebo’s
archief, lievelingsfiches per kind (kleur, eten, spel…) en interviews afnemen, spelletjes archief fiets: fietsvoetbal, fietsenmaker
(werkplaats), tocht, uit elkaar vijzen en terug in elkaar steken, van alles bij monteren (veel bellen, reflectoren), remmen saboteren fietsbanden: katapult (opspannen tussen twee bomen), benji-run, spinnenweb doorklauteren, driewielers lanceren, zweepjes van maken (uiteinde in strookjes knippen) fietspomp/ballenpomp: jacuzzi,
DNA
pingpongbalrace, ballonnen ploffen, fietsservice op straat (1cent om een band op te pompen) flessen (glas): kop en ledematen op kleien, message in a bottle, terrarium voor diertjes, kaarsen op monteren, heksenbrouwsel (en ontwerp je eigen etiket) flessen (PET): onder schoenen binden voor die maanwandeling, waterbommen overgooien, blaasconcert met verschillende niveaus van water, bowling (vullen met zand!), zetel bouwen (met elastieken aan elkaar), afschieten met compressor-water-fietsventiel, dingen in verzamelen, trechters van maken voor waterbaan (kop er af snijden) fluiten: sambastoet, meerdere
fluiten bespelen via buizenconstructie, kerstsfeer in de zomer (blokfluit), scheidsrechter is baas van alles fototoestel: reclames namaken,
start-stop techniek (kleine bewegingen), raad het plaatje (close-up/detail foto), klein en groot (ver en dichtbij de camera staan), fotoroman frisbee: stroken tapen in deurkozijn met puntenverdeling, bosfrisbee, kaatsfrisbee (op beton), onderhands leren gooien, frisbee doeltjes maken frisdrank: mentos in cola-light is
da bomb, bar/lounge, zo veel mogelijk drinken, zelf frisdrank maken (mixen, ijsthee…), boertjes laten
G geldkoffer: bankoverval, echte schat opgraven (20 euro), verstoppen, lonen uitbetalen met vals geld gereedschap: wereldkampioenschap gereedschap zeulen, bos verbouwen, moderne kunst
| 23
Stand-first
gieter: plaagspel: elk om beurten een gieter over elkaar gieten (traag of snel…), douche, verdampingszone op beton, planten water geven gips: gebroken ledematen simuleren, standbeeld maken, sporen zoeken en mallen gieten, pauspotske, krijtjes maken, lampenkap (laken in gekleurde gips drenken en laten drogen in bepaalde vorm), gezichten boetseren (gips in kous) gocarts: omhoog hangen en trappen 'in de lucht' met fictieve meterstand, taxi, op twee wielen rijden, schans, naar het skatepark, stofwolk, verkeer regelen gordijnen: trouwjurk, gordijntjes in je kamp, modeshow (met voiles), begrafenis, parachute (aan elkaar naaien) grenadine(s): blubberquiz (met gelatine), ijsjes versieren (en lekkerder maken), pe-tuf (petanquen met speeksel, vermengd met grenadine) grond: zaaien moestuin, omspitten, put, loopgraven, modderbad nemen, grond verkopen (immotheek), graszoden maken, riolering uitgraven voor kamp
hoepel: in bellenblaasproduct dopen met een randje stof en koker te maken, terug laten komen en doorspringen op verste punt, bewegende basketpalen houten schraag: tunnel met doeken, horde lopen, wegeltjes maken tussen paalwoningen (hoge kampen) met planken
I ijzerdraad: ijzermannetjes maken, A4-staander maken, spiraaltjes/vierkantjes plooien (knijptang), zoemerspel, ringen/oorbellen ontwerpen inpakpapier: cadeautjes geven en uitpakken, raden, een best-of-collage, rondvragen bij oma's (die recycleren dat massaal) insecticidesproeier (nieuwe!): Robocop, ruimtepak, dikke Bertha, duikerspak, Ghostbuster (vullen met crème fraiche en maar spoken vangen)
J
hamerslingeren, muurtje afbreken, nageltje klop.
jutezak: onderbroek maken en volsteken, zandzakken voor oorlogje, van de glijbaan gaan (gaat snel jo), de zak van sinterklaas
H
juwelen: verkopen, maken, lusters, opnieuw samenstellen, schatten begraven, in kapsel verwerken, pikken uit de speelpleinwinkel
hamer: op knie kloppen (dokter),
handschoen (wit rubber): handpop, hanenkam, cocktails in maken, melken (uiers met gaatjes), opvullen met bloem en eieren, opereren handtassen: verkopen(verkoopspraat oefenen), bomma-fight, marktbezoek als senioren, stelen in het speelpleinwinkeltje
K kaarsen(vet): monster handen, vinger laagje na laagje in vet doppen, vingerafdruk maken, inbreker wist sporen uit, brandweer (uitspuiten)
dienst 24 | vlaamse speelpleinwerk
kaarten: kaartenhuis, schudden en dan snelst op volgorde steken, laten verdwijnen in mouw, op gocart monteren voor motorgeluid kabelrol (grote kabels vd wegenwerken): terrastafeltje, loopton, wip (plank over leggen), balanceerstoel, kommelstockage, onderleggers podium (MDF-platen op leggen) karren allerlei: tunen, parcours, race, aan elkaar binden, trein, stoet, file rijden, tanken, tunnel maken, zo ver mogelijk van berg rollen zonder te trappen karton: kartonnen dozen op een hoop en bovenop springen/duiken , afscheidingsmuur maken, met vogelpik in gooien, Transformers kostuum, wapperen, slaginstrument met elastiekjes, van de berg glijden, als bouwblokken gebruiken, grote cadeaus
hoge kapsels, harnas, kippenhok, gevangenis, kleine iglo (met bladeren) kisten: verstoppertje, rarara, Memory, schatkisten, vieruurtjes, salon, eerste volksverhuizing klei: echte vazen/schalen maken,
platte petanque, op tafel gooien en uw toekomst er in lezen, vuurketting(lucifers naast elkaar), neus/ handafdrukken maken kledingrek op wieltjes: rijdend
decor, mobiele verkleedpartij, vestiaire voor als kinderen toekomen, chique kinderbal met vestiaire (krijgen kaartje) kleurpotloden: potlood vast en
papier bewegen, blauwe kleur met blauwe bril (moeilijk te zien), mega grote tekening inkleuren, monteren op driewieler en over papierrol rijden klok: stiptheidsacties, adem inhou-
katrol: systemen om automatisch deuren te openen, post verdelen, ophaalbruggen van uw kamp, volle emmer naar eerste verdieping ketchup: bloedzakjes, bloedspoor, ver spuiten, zoek de friet in de saus (zonder handen), rode draad (door het verhaal?), figuurfrieten met ketchup versieren
den, het uur raden, verkeerd zetten klopper: de deegspatter, wedstrijd eiwit stijf kloppen, boksmatch met kloppers, als staartjes aan pruik monteren (robot)
tanque, putjes vullen (speelplaats), afstandsknikkeren, figuurrollen, uit een cirkel schieten
keukenhanddoek: arafat hoofddoek en sjaal, billenkletsen, handpop (rekkertje rond uw vingers), spookjes, oxo op spelen kippen: marva adoreren, eiercom-
petitie, regenwormen lurken, maïs pik wedstrijd, afdakjes maken, schijt je rijk (in welk vakje kakt de kip eerst) kippengaas: mega papier maché
figuren, papier mache haag/muur,
kommel (dik touw): auto voorttrekken, boom omhoog klimmen, echte dr. Knoop, touwtrek variaties, bezweren, anaconda (grote wurgslang), Tarzan slingeren
lichtjes: gaatjes prikken in karton en lichtjes doorsteken (letters maken), kerstsfeer, 1001 nacht, dromenland, lichtspoor in doolhof volgen, dwaallicht
krijt: gekleurde/genummerde... tegels (speelplaats), grot tekeningen, de meester, stoepportret, schminken (eerst natmaken), markeringen aanbrengen, cirkelgevangenissen
lichtkrans: neonreclame maken (vastmaken in letter op karton), lichteffecten (ronddraaien), rope skipping in het donker, verwerken in een kostuum, slang, 60’s style, kermiskraam, haardvuur (krans in hoopje en takjes ertussen)
kroonkurk: vals geld, ogen in tekenen en aandoen, op uw gezicht plakken, mini-frisbees, dichtplooien (sterke vingers), flessen opendoen kruiwagen: illegaal kindervervoer, Julius caesar wordt rondgereden, elfenzetel (rechtopstaand), race, met de kruiwagen van de glijbaan kurk: prikbord, kurkmonsters,
schroeien (zwart maken) en grottekeningen maken, mini-vlotjes voor zwembad, met tandenstokers aan elkaar maken (schipjes) kussen: kussengevecht, dik
maken, borduren, kussenberg (steeds hoger springen), leeghalen en vullen met iets hard of waterballonnen
L ladder: laddercompetitie, bochtig parcours afleggen, overal over proberen geraken (laddertocht), meegeven op een dropping (kunnen ze niet liften hèhè) landbouwplastiek: verduisteren,
kookpot: steeldrum (vullen met
water), robot, helm, opblinkwedstrijd, lekkerste soep maken zonder geld, brood laten rijzen kousen: kouspoppen, slangen (opvullen en aan elkaar naaien), geen handen gebruiken, handschoenen van maken, overval plegen (panty’s), vermommen
DNA
kranten: spioneren (gaten in maken), dreigbrieven bij elkaar knippen, modeshow, behangen, de beste krantenkoppenposter (aan te raden is het laatste nieuws)
knikkers: regenput, plassen-pe-
keukengerei: percussie met
gerei op potten, ijzerwinkel, verkeerd koken (soep met klopper…)
DNA
Stand-first
tennisbal in vastmaken=shooting star, inpakken, kleren maken, plafond verlagen, tunnel/donkere grot, aardbeien kweken, iedereen een cape, lange strook maken en verschillende hoofden door steken en zo bvb voetbal spelen, toneeltje doen enz.
lift: deurenkomedie, trappenrace, total make-over (erin - eruit+spiegel), in de lobby van het hotel, fooi vragen, het grote sound-mix-kom-uit-de-liftmoment met rook lijm: actiefiguren op het plafond
kleven, vals haar plakken, op handen laten drogen en doen alsof je vel eraf trekt (witte of behangerslijm), snottebellen, symfonisch slijmverven (behangerslijm en verf al wroetend met je handen mixen) losse wieltjes: overal onder
monteren: materiaalkasten, ijskasten, paletten, planken, zetels; op muur monteren om tegen te schuren met rug lucifers: de hoogste boortoren (per twee op elkaar stapelen), alle eindjes in 1 pot en aansteken, lang mogelijk vasthouden, vuurketting (rij naast elkaar in klei)
M macramé: roetsjbaan voor lego-mannetjes, indianen hobby, voodoo, rasta, slijmen bij de verantwoordelijke magazines: gezichten uitknippen en hersamenstellen (andere ogen op mond…), geheime boodschappen
| 25
Stand-first
zoeken, straffe uitspraken, altijd bepaald woord uitknippen (vb. lief) om het eerst jongensnaam/meisjesnaam/muziekgroep vinden, roddelhoekje, nieuwsberichten voorlezen/ uithangen magneten: kleutertrucjes, metaal over papier bewegen (doolhof), omhoog laten zweven (met draadje aan grond) matras: yoga, rugbytraining (rond iemand binden), slaap/chillhoek, isoleercel bouwen, onder zwembad leggen, van podium vallen, bed sjorren, springen, kussens van maken megafoon: zoek de megafoon=omgekeerd verstoppertje, fluisteren, onderhandelen bij gijzeling, God spreekt tot u, staking of manifestatie, brandalarm, voetbalverslaggeving (live!), veiling van groenten, fruit of bloemen, visboer, Scatman John (en maar brabbelen) meubels: meubel stapelen, living in het bos, omgekeerde meubels, we sleuren alles in onze buurt zodat we een hele dag niet moeten opstaan, het worden boten, instortvoetbal (torens van stoelen), omgekeerde stoelen worden zetels, mixer: allerlei groentenpurees, smoothie-bar, gras mixen voor koeien in de buurt, cappuccino, koekjes in melk mixen muziek: meekakelen, foute liedjestekst, meezingen, meespelen met percussie/gitaar/piano, playback-show, op stage bij Marietje choreografietje muziekinstallatie (oud): zelf cassetjes opnemen, surround sound (extra kabels en boxen zoeken), speelpleinradio, verzoekprogramma, eigen cd’s meebrengen protjes laten in microfoon (ev. met de mond nadoen),
moppen vertellen, zoveel mogelijk keren uw liedje opzetten muziekinstrument: muziekles, de speelplein-hit schrijven, muzikanten uitnodigen, een echt optreden, festival Rock Speelplein nerf vortex: combinatie autobanden ophangen, schilden van karton maken en op elkaar peren, WO2, vliegende vis net: vissen vangen, vlinders vangen, bladeren opvangen die vallen van bomen, super laag/ super hoog sportnet
N nylondraad: dingen laten zweven (draad zie je niet van ver), struikeldraad (alarm), gaan vissen, allerlei kettingen mee maken
O offset platen (drukkerij): helmen, schilden en andere ridder accessoires, ninja sterren, steeldrum, ruimteschip mee beslaan, zon weerkaatsen olievaten: percussie, vlot bouwen, loopton, mega omver-werpstand, toog opblaasfiguren: schuiven (plastiek zeil), roeiwedstrijd, onderduwen (in combinatie met gaatjes maken), zoveel mogelijk op 1 eiland (aan elkaar binden), met helium vullen en oplaten, papier maché en terug aflaten, opblaasfiguren opblazen ( in de zin van ‘laten exploderen’)
dienst 26 | vlaamse speelpleinwerk
oud ijzer: knippen en rivetteren voor nieuwe constructie, verkopen, roestschilderen, in elkaar meppen met knuppels (wat een uitlaatklep) oude kleren: naden opensnijden en andere stukken tussen naaien, wasserij spelen, vogelverschrikkers, fout aandoen, gaten in knippen, opvullen met zacht materiaal
P palet: wieltjes onder vijzen, mega kaartenhuis, paalwoning, ladder, fundering uitgraven voor kamp pan: alles bakken (boterhammen,
fruit, koekjes…), pan-patatten, gong, kwade huisvrouw pannenlat: blokjes zagen, speer (ont)werpen, sauna ineen timmeren, geraamte hut, mikado stokken, zwaarden, tipi’s, muur aan achterkant podium voor decor papier (gekleurd): gekleurde
vliegertjes, confetti maken, twister (kleurvlakken op grond tapen), jetons uitknippen, langste sliert uit 1 blad, pijlen (scherp opgerold), in de neus en wegschieten, origami, kaarten trekken bij het voetbal kan je doortrekken naar…), kleurencodes papier rollen (drukkerij): sneeuwtapijt, kledij maken, action paint wall, mobiel decor, sneeuwballengevecht, doorspring decor paraplu: zijkant met stoffen repen
behangen=privé tentjes, vleermuiskunst, oud café/terras, op fiets monteren voor ijskar, schotelantenne maken, in musical, parachutespringen, plan paraplu (regenprogramma: wanneer haal je de paraplu boven?)
DNA
Stand-first
zoals op festivals, speciaal verlichten, lokaal verkleinen
slogans bijschrijven, zwarte tanden/ bril/scheel kijken
pasta (droog): lasagnekaartenhuis, iets op lasagne schrijven met kleurstof, dan koken; voelwand (geplakt), spaghetti mikado, sierraden
pruik: mensen vermommen, vreemden overhalen om de pruik op te zetten (en op de foto), stemmetjes bedenken
pasta (gekookt): spaghettikapsel,
food-fight (bos is aangeraden), voeldozen, horrorhersenen piepschuim: plateauschoenen,
decors uitsnijden, figuren maken door te zagen, alles drijft, harnassen, sneeuwlandschap, piepen pingpongbal: omhoog blazen, door parcours blazen, minimalistisch kogelstoten, halve bal met zwarte stip voor ogen steken (met kleine gaatjes kan je ook echt kijken) plakband: wie is het, vliegenvan-
gers, lijk omtrek, wiel van fiets overspannen (en reclame op maken), vliegende vissen (plafond), epileren, etiketten maken, Gulliver en de lilliputters (vastplakken), ballonnenmuur, sticky fingers, tovertrucs met kaarten vastplakken
puzzel: blind puzzelen (achterkant), stukken verstoppen, overplakken met eigen logo en opnieuw uitsnijden pvc-buis dik (40mm): knikkerbaan, waterbaan, parcours voor speelpleinhamster, ringetjes zagen, caleidoscoop, verrekijker, didgeridoo pvc-buis elektriciteit: blaaspijp, trompet, panfluit, ingraven+water in kappen en eruit blazen als er iemand over stapt, irrigatiesysteem, douche (gaatjes in boren)
R raster (betonijzer): fietsen (en
andere) in ophangen als decor, door-gooipunten systeem, dak van kamp verstevigen reuzenbal: de kinderpletter,
plasticine: walk of fame (handafdruk), fotoverhaal, animatiefilm (cfr. wallace en grommit), cijfers en letters (tv-spel), boetseer uw eigen pion, kleuren mengen
wedstrijdje traplopen (weglopen/ niet geraakt worden), mensenbowling, dwergenvoetbal, sneeuwman maken, Billy helpen vermageren, inpakken als cadeautje, mega-katapult, de zon groeten als je passeert, afbraakkraan (bal aan slinger hangen)
platvormwagentje: tank bouwen, zeepkistenrace, sidecar voor gocart
rieten mat: windscherm, Hawaï party, zonnedak, camping Bonanza
podium stukken: arena bouwen,
amfitheater, speleobox onder podium, benefietconcert, strik die BV, hoofdpodium en zijpodium, catwalk
rijst: stress/jongleerballen
(ballonnen), food-fight (bos is aangeraden), met stokjes leren eten, trouwen roeiboot: omkantelwedstrijd,
poppen: baywatch redden, circus-
act, marionetten maken, buikspreken voor beginners, armen en benen verzamelen en ziekenhuis spelen, martelen
zinksimulatie (water erin en eruit scheppen), schuif af in zwembad, schuiven (plastiek zeil) rolluiken: tafel onder sjorren,
partytent: voetballen in de regen,
tocht in de regen/zon, winkeltjes
posters: gezicht uitknippen en
foto in plakken, tekstballonnen/
moddereiland maken, rode loper, ronde muur voor kamp
DNA
rolschaatsen: rolschaatsbaan (binnen), disco stijl, onder stoel monteren, ijshockey, lollipops en staartjes, aanhangen bij gocarts, op handen en knieën, fuif jaren 70-stijl, jumpjes en schansen maken, steeds hoger springen, wedstrijd verste rollen zonder te bewegen rookmachine: levende kanonskogel, stoomtrein komt het station binnen, gorilla's in de mist, legerparcours in lokaal, sigaar roken (overdreven), BRAND!
S satéstokjes: prik-haar, speerwerpen, vliegen vangen, breek-dance, voodoo popjes prikken (of in het echt prikken), om ter meeste stokjes tegelijk breken schaar: haar knippen, gras afknip-
pen, als bril monteren schmink: tattoo, iedereen Mexicaan (snor), olifantenhand en rondlopen/snuffelen, iedereen in een andere huidskleur, blosjes op de wangen (kabouters) schoenen: spiegels op monteren om de wereld ondersteboven te zien (en onder rokken te kijken), beschilderen, choreografie, valse sporen maken schommeltol: kleuter eronder en kleutermemory, schildpad spelen, Chinese hoed, tol arena (Bayblades) schriftje: doorgeefverhaal, het speelpleindagboek, speelpleingastenboek, iedereen maakt één tekening, rapporten (punten geven) sjorpalen: highland games (balkstoten ea.), driepikkel en er een band in hangen, draagberrie, tipi’s, de balken (gymnastiek), kannibaal
| 27
Stand-first
vervoer, vliegmachien (een lege colabak over een paal schuiven en de uiteinden op stoelen leggen en dan erop zittend proberen balanceren), ‘A’ sjorren en erop gaan staan skateboard: als onderstel voor
palet, rondrijdkarretje (een dag niet bewegen), over rug rollen (massage), iemand voortduwen/trekken, aanhangen (fiets/brommer) spades/schopjes: hoogste kasteel, tunnels graven in zand en grond, den boer uithangen, 7 dwergen, bouwvakkers leggen riolering, mijnbouwers, USA vs. Duitsland (loopgraven) speelgoedbak: met water vullen (wasbak, voetbad enz.), stapelen (hoog), stapel dragen (ver-10 lege bakken op elkaar), krukjes speelschelp (blauw): van berg glijden, schildpad spelen, reuze oester (parel er in), er mee praten (op en neer), te water laten, ingraven in zand en bewateren, voetbadje maken spiegels: verstoppertje met zoeker die enkel in spiegel mag kijken, gezicht virtueel bijschminken (op spiegel zelf), spiegeldoolhof, in het donker is verschieten, make-up kamer, gekke bekken, op het plafond hangen, smalle gang mee bekleden langst weerszijden voor dat eindeloze effect, zon weerkaatsen in gezicht van anderen splitpennen: fake piercing,
Chinese waaier, trekpoppetjes, haarjuwelen, oorbellen, pionnen maken spons: stempelfiguren snijden, poppen maken (het overtollige wegknippen), waterrugby, carwash (echt), zwembad vullen met natte sponzen, onder voeten binden en kuisen, schaatsen op plastiek zeil, uzelf wassen (na het extra vuil maken)
spots: schimmenspel, verlicht museum, spookkot, lichtsauna, zonnebaden, mysterieuze of griezelverhalen vertellen springelastiek: katapult, spinnenweb, wegrijden gocart, benenspel, 'jumpen' met elastieken aan spuitbussen: echte graffitimuur zoeken; tags maken (letters afplakken, spuiten en plakband verwijderen), op het ritme van de muziek schudden (samba style) spuitjes: infusen, dokters, cocktails mee maken (je koopt telkens 10ml en mixt het zelf), water en verf, melkfabriek +trechters), laboratorium, oren uitspuiten, combinatie met waterdragers, gotcha, vliegen van het raam spuiten, kaarsjes uitspuiten steentjes/kiezels: smokkelen, blikjes gooien, dammetjes bouwen, minivijvertjes met plastiek zakken stelling: speakers corner, bomen versieren, levend volleybalnet, scheidsrechter geeft commentaar bij wedstrijd, big brother houdt toezicht met de megafoon step: zie karren algemeen stethoscoop: door de muur luisteren, EHBO - onderzoek, harten veroveren stiften: mikado, samenbinden (leuk effect bij het schrijven), wildstiften, Van Gogh versus Picasso, spin the stift (bepaalde kleur is bepaald soort vraag) stoel: met bordverf schilderen en op krijten, speleobox, troon, stapelen, grond niet raken stof (allerlei lapjes): voelwand, voodoopopjes, fakkels maken, lapjesdeken, armbandjes, codes (elke
dienst 28 | vlaamse speelpleinwerk
kleur betekent iets), speelpleinvlag, kapitein éénoog, poep afvegen
namencombinaties uitknippen, alle bovenhoeken volledig omvouwen, doorscheuren
stokken/takken: lage muur (in grond steken), Chinese tuintjes, schaalmodel van kamp, pijl en boog, omheining, vuurke stook, musketiers, boodschap koteren in grond, modderpap, mikado, wandelstok voor oude ventjes
tennisbal: massage (met rug op gaan liggen en rollen); in white spirit weken, in brand steken en weggooien, nummertjes voor lotto/bingo tent (zie ook partytent): sauna, nomaden, festival, 101nacht vertellingen bij veel magiërs, ergens boven/ in zetten (boven zandbak, in keuken), tentencomplex (aan elkaar), lijkschouwing, rode krijs tent, tentenkamp/ bivak, tent-oonstelling
strandstoel: zonhoek, tropical bar
met bediening, chillzone aan het zwembad strips: speel de scène na, vindt de
zin terug, quote van de dag, tekstballonnen over plakken en opnieuw invullen, thema overnemen voor spel strobalen: gocart rammuur, wanden zwembad (overspannen met plastiek zeil), lokaal/kamp isoleren, beesten in de schuur, kale grond zachter maken, paardenmanege, rooksignalen, vogelverschrikker, slaapzakken maken met oude lakens
touw: knopen leren, knoop uitdaging, blind parcours, deuropening volhangen, sjorren touwladder: horizontaal overeind
blijven door tussen twee bomen te hangen(vergeet de matras niet), de trap barricaderen en naar de eerste verdieping klimmen trechter: slap zanddeeg en erdoor
stroboscoop: slow motion, horrortafereel, tikkertje trage-strobo-stand (hilarisch!)
T tafel: met bordverf schilderen en op krijten, speleobox, omgekeerd leggen: zo heb je 4 vaste poten om huisje/standje op verder te bouwen, podium, stormram, kleine tentjes, lange tunnel, buiten eten, vestiaire (op de kant zetten, poten worden hangers) tapijt: uitdaging: omdraaien met groep terwijl je er allemaal opstaat, rode loper, buiten een living maken telefoon/gsm (oud of nog werkend): de snelste beller, yuppie spelen, de digitale-cijferinduw-codeafleider, telecenter, klantenonthaal, The Matrix telefoonboek: de o's inkleuren, lettercombinaties uitschrappen, grappige
DNA
Stand-first
duwen voor worst, cascade, zandloper, tinnen man uit de tovenaar van Oz treinbielzen: helft in grond met hangmat, gocart terrein, wegeltjes maken, balanceerbalk, gewichtheffen t-shirts: ontwerpen (textielverf) en
eventueel commercialiseren (meerdere exemplaren), wasserette, strijkatelier, klerenwinkel, insignes maken tuinkabouter: in decor foto-
graferen (Amelie Poulain), mee op uitstap, boskabouter van maken, de kaboutertuin, dwergwerpen (wel eerst aankleden met cape, helm… enz en zorgen dat ie niet breekt), schaken, de kaboutergoden (vuurkabouter, waterkabouter enz): verafgoden en offeren tuinslangen: communicerende vaten, car wash; met dranghekken een parcours maken overdekken met zwarte plastiek en afsluitbare sproeiers in verstoppen; waterbaan
uitdagingen (cascade), van boerke spelen (water geven, oogsten), tuinslang bezweren, brandweer (kaarsen), spreken onder de grond
V veiligheidshelm: blikjes cola op
plakken en met darmpjes naar mond monteren, in lucifer verkleden (als een lopend vuurtje hihi), bouwvakker, speelplein veiligheidsinspecteur, telefoonhelm (met buizen verbinden), slagen incasseren, in andere kleur schilderen, parende berggeit spelen (en koppen) ventilator: bellenblazen (eigen machine uitvinden?), aan het strand, surfzeil maken op skateboard, zeilbotenrace in zwembad, tegen zingen (geeft grappig terugkaats effect) verf: scheerschuim+verf=kleuren mixen, verfballon en vogelpik spelen, bloedzakjes, action painting, haar (fel) kleuren verfrol/papborstel: grote oppervlakten verven, bodybuild verven (kakbruin), verf slingeren, patronen verven, baantjes verven om over te rijden met speelgoedautootjes verkleedkleren: ijstijd, ruiltocht, levensgrote poppen (opvullen met krant), zoveel mogelijk zelfde outfits verzamelen verlengsnoer/verdeeldoosjes verlicht museum, uitdagingen, puzzel (1 stopcontact, 10m draad en 4 lichten op andere plaatsen aan het branden krijgen,…), muziek op het podium, licht in het kamp
DNA
Stand-first
voedingskleurstof: groene pannenkoeken, gekleurde puree als ijsjes serveren
(palet op monteren), gevangenis (omgedraaid), vliegtuig (buizen door steken), winkelen op het speelplein
W
witte lakens: een bepaalde plaats helemaal 'hemel' maken, De ridderorde van de witten doek, spook en mensen vangen, pampers, Romeinen,
walkie talkies: walkietalkie in handpop (pratende pop), als afluisterapparatuur, alfa papa tango, legercommando’s, verstoppen en zoeken (“Hier!Hier!Hier!...”), in vuilbak steken en “papier hier” zeggen
wol/draadjes: allemaal aan elkaar binden en het speelplein omspannen, plafond verlagen (horizontaal), bewegend plafond (slierten naar beneden hangen)
wasco's: verf erop, laten drogen en krassen; smelten in grote pot en één grote wasco maken, in schijfjes snijden, toevoegen aan kaarsenwas om kaarsen te kleuren
Z
water: vals niezen en water sprenkelen op iemand nek (net echt), rivier leggen, koel-zone, soep maken, waterquiz, waterval maken (eerste verdiep)
zand: zetel uitgraven, diepst graven, schatten zoeken, voeten koelen, iemand ingraven, sculptuur maken, kleuren (krijt), boodschappen schrijven, mierendorp, oase+woestijnvolk, Parijs-Dakar met autootjes, beachvolley
waterballonnen: katapulteren op zandkastelen, met verf, confetti of bloem in, vallen opstellen (boven deur enz.), worstelen (in T-shirt en zo lang mogelijk beschermen)
zeep: samenvoegen, smelten en vormpjes maken, opzepen, worstelen (bruine zeep), gladde voetballen, overeind blijven op gladde plastiek zeil (dansen!)
waterpistolen: water en verf, gotcha, op gocart monteren, in jas monteren, hinderlaag, boobytrap met touwtjes, op iemands kruis schieten en zeggen dat hij in zijn broek gepist heeft, kaarsen of kleine vuurtjes uitspuiten
zilverpapier: figuurtjes omwikkelen, zonnepak (ruimtewandeling), ramen afplakken, pizza maken, sterretjes plafond, blinkkostuum
watten: tuinkers groeien, dikke lip, goedkope baard, alles beschimmeld, sneeuwlandschap wc-rolletjes: lange buis, verre-
verrekijker: spelletjes uitvergroten: pictionary over voetbalveld, over roepen met megafoon, waar is Wally -stadspel
kijkers, gooi-tapijt (cfr. kermis, aan elkaar nieten), pijpenkrullen kapsel, gordijn, als isolatiemateriaal gebruiken zoals eierdoosjes
vlag: overschilderen en ontwerpen, het land van…, revolutie, vakbond
winkelkar: crashes (in kartonnen dozen), koning/paus rondrijden
zout: allerlei drankjes en eten om zeep helpen, foppralines maken, gekleurd zouttapijt (met krijt te kleuren), zoutdeeg gevecht, over de rug smijten zwaailicht: de zwaantjes zijn daar, quizvragen beantwoorden, fuif, politiewagen (gocart), alarmsysteem zweeffiguur: zwevende piramide (Egyptische god), voetbal voor lichtgewichten, Indiana Jones/Lara Croft in de verborgen tempel (verpletteringen en ontwijkingen), new games
| 29
zwembad: als sportterrein, overdekken (subtropisch), badschuim of afwasmiddel in doen, redderstoel, zeilbootjes maken
zwemband: doorduiken, als basketring, schuiven (plastiek zeil), reddingsboei, rond kindjes gooien, lasso werpen, parcours maken (er door wringen), onder water houden zwemvlies: haai spelen, van het podium duiken (in publiek), de mierentrapper
dienst 30 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
| 31
Stand-first
TIPS BIJ HET VERZINNEN VAN IMPULSEN IN EEN SPEELHOEK:
A
B
Waar is het materiaal niet voor bedoeld? Bedenk een nieuwe toepassing.
Neem het materiaal mee naar een andere themahoek
C
D
Veel van iets is altijd plezant en leidt tot nieuwe ideeën.
Kunnen we iets bouwen met het materiaal?
WE COMBINEREN DE TIPS EENS MET DE VOORBEELDHOEKEN
MATERIAAL
1.
TIP
A
Nieuwe toepassing
Autobandslingeren Autobandpetanque
2. KNIKKERS
D
Bouwen
Knikkerparcours Knikkertapijt
3.
KNUFFELS
B
Naar een andere hoek
Knuffelrace bij de go-carts Cafe voor knuffels in de bouwhoek Knuffelparade in de verkleedhoek
4.
KRANTEN
C
Veel van iets
Een auto inpakken Of een gans gebouw! Losgeldbrief maken van de krantenkoppen
5.
LEGO
A
Nieuwe toepassing
Tijdelijke druktatoeages zetten Legotwister
6.
OUD ELEKTRISCH MATERIAAL
D
Bouwen
‘Supercomputer’ maken De Eifeltoren namaken
7.
OUDE KLEREN
B
Naar een andere hoek
Als bejaarden naar de snoezelhoek Verkleed bal in de muziekhoek
8.
STRANDBALLEN
C
Veel van iets
Strandballenbad Met veel strandballen in een dekbedovertrek kan je ‘in de wolken’ zitten
9.
PLASTIC BEKERS
A
Nieuwe toepassing
Maak een gaatje onder de rand, open een bar en neem je klanten beet
AUTOBANDEN
HOEKEN 1. Speelhoeken zijn afgebakende ruimtes van een werking waar rond een bepaalde handeling of een bepaald thema wordt gespeeld. Er wordt zowel alleen als samen gespeeld. Er wordt zowel onder kinderen als met begeleiders gespeeld. Dat hangt van de aard van de speelhoek af. Het typische kenmerk van
een speelhoek is de interactie tussen het kind en het spel. Geef kinderen tijd om het materiaal te ontdekken en er zelf wat mee te verzinnen. Pik in op hun speelideeën. Je kan vanuit eigenschappen van het materiaal of vanuit een thema zelf impulsen aanreiken.
Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
TIEN VOORBEELDMATERIALEN WAAR JE EEN SPEELHOEK ZOU KUNNEN MEE ORGANISEREN:
1. AUTOBANDEN 2. KNIKKERS 3. KNUFFELS 4. KRANTEN 5. LEGO
6. OUD ELEKTRISCH MATERIAAL 7. OUDE KLEREN 8. STRANDBALLEN 9. PLASTIC BEKERS 10. PARAPLU’S
imator zou van an re e d Ie " zijn speelpein een smartn om phone moeten krijge lgen. o onze pinterest te v "
SPEELPRIKKEL
Als ‘holes’ in een zelfgemaakt minigolfterreintje
10. PARAPLU’S
D
Bouwen
Iglo maken Een schaduwboom maken
dienst 32 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
Hoofdanimatoren
A
ls hoofdanimator is het jouw taak om je animatoren te ondersteunen bij het maken van activiteiten impulsen en hoeken. Geen evidente taak. In het onderstaande stuk vind je heel wat werkvormen die je kan gebruiken tijdens voorbereidingen om je animatoren op weg te zetten. Vaak loopt het fout doordat de vakantie net iets te lang duurt en de inspiratie op raakt. Een mogelijk gevaar hiervan is dat de sleur er inkomt en de animatoren te makkelijk naar de ‘traditionele’ materialen grijpen. Slaag je er echter in om de onderstaande zaken opnieuw in het voorbereidingsproces te betrekken, dan wordt het opnieuw een top zomer voor de kinderen, maar zeker ook voor de animatoren!
Elementen die een voorbereiding fun maken en zorgen voor betrokkenheid van de animatoren: INTERESSE zorg voor afwisselende werk vormen breng zelf nieuw, uniek materiaal mee UITDAGEND stel doelen, organiseer wedstrijd jes die de animatoren triggeren zorg voor cool materiaal waar ze zelf mee willen spelen (vb. Grote steps ipv peutersteps)
| 33
Stand-first
1. Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
COMFORT m et een lege maag en dorstig gevoel kan niemand zich 100% concentreren op de voorbereiding geef zelf het goeie voorbeeld met enkele originele kant-enklare ideeën VRIJHEID durf hardop te fantaseren, zomaar iets eruit te flappen, of zotte dingen denken... En stimuleer het bij de anderen. een lege tafel is niet de meest inspirerende omgeving. Geef de animatoren de kans om op een plek naar keuze te gaan brainstormen. In het materiaallokaal, op de glijbaan, in het bos…
CREATIVITEIT AANWAKKEREN We vroegen aan 100 Vlamingen: ‘noem 10 voorwerpen’. We vroegen dezelfde groep ‘noem 10 voorwerpen die je in een badkamer vindt’. Welk lijstje werd het vlotst aangevuld, denk je? Het was het tweede, wat misschien vreemd lijkt als je bedenkt dat ‘in de badkamer’ veel nauwer is dan gewoon voorwerpen in het algemeen. Maar beperkingen leiden tot creativiteit. Als je te snel concreet wil gaan om nieuwe dingen te bedenken, zet je jezelf vast. Vaak kom je tot meer en betere ideeën als je via een omweggetje werkt. Hierna overlopen we enkele van die omwegen die je met de animatoren kan gebruiken, om tot een creatief resultaat te komen.
SCHRAP HET EVIDENTE
EIGENSCHAPPEN UITVERGROTEN
Schrijf alle evidente ideeën op en schrap deze uit het lijstje van mogelijke speelimpulsen. Deze zullen we niet gebruiken. Het gaat hier over de dertien-ineen-dozijn ideeën, de dingen die al 100 keer op het speelplein gebeurd zijn.
Elk materiaal heeft een aantal eigenschappen. Door deze eigenschappen te gaan benoemen, worden ze concreet en kan je ze uitvergroten door ‘Wat als’-vragen te gaan stellen:
Vb. met tennisballen blikjes omverwerpen
COMBINEREN MET EEN ANDER MATERIAAL Door de combinatie met andere materialen ontdek je in een materiaal eigenschappen die je niet onmiddellijk ziet. Het licht er een bepaald aspect uit dat je nieuwe ideeën kan geven. Vb. een knikkerparcours maken met elastiekjes die je tussen takjes spant die in de grond gestoken zijn. Met je duim probeer je in zo weinig mogelijk stoten de andere kant te bereiken.
Wat als we er heel veel van hebben? Wat als we die eigenschap groter/ kleiner kunnen maken? Wat als we die eigenschap gebruiken voor: Vb. Een dweil houdt water vast. Als we een natte dweil op de grond leggen en we lopen er met blote voeten overheen, dan geeft dat een raar gevoel. Als we een heel lokaal vol leggen met natte dweilen, hebben we een perfecte ondergrond voor een vreemde planeet die op het punt staat voor het eerst betreden te worden.
ZOEK ‘ECHTE’ TOEPASSINGEN Denk eens na waarvoor het materiaal in het echte (volwassen) leven gebruikt wordt. Misschien levert dit originele en uitdagende speelimpulsen op voor een speelplein. Wat in het echte leven saai, lastig of moeilijk is, kan voor kinderen misschien net spannend en vernieuwend zijn. Vb. met overschotjes behangpapier echt gaan behangen, met bakstenen een echt muurtje metsen, gordijnen ophangen als echte gordijnen, de krant lezen, aardbeien kweken met zwarte plastiek, naar iedereen zijn hart gaan luisteren met de stethoscoop, echte cadeautjes maken met inpakpapier…
C OMBINEREN MET EEN BEPAALDE SPELSOORT Nieuwe combinaties maken, leidt soms tot verrassende ideeën. Zo kan je nagaan waarvoor een bepaald materiaal ‘bedoeld’ is. Voor welk soort spel gebruikt men dit materiaal? Het kan leiden tot nieuwe speelimpulsen als je het materiaal gaat gebruiken voor een andere spelsoort. Vb. een helm maken van een in twee gesneden bal met spijkers door geduwd (van sport naar fantasiespel), panlatten worden mikadostokjes (van bouw- naar gezelschapsspel)…
COMBINEREN MET EEN THEMA Materialen combineren met een thema kan je horizon verruimen. Het leidt vaak tot nieuwe toepassingen omdat je het materiaal vanuit een andere invalshoek bekijkt. Een combinatie maken met een thema is vaak een fantasie-element toevoegen en dat maakt het interessant. Vb. Bierkaarten worden Ninja sterren in het verre oosten, kranten kan je gebruiken om mensen te bespioneren (met een gaatje er in) of je leest je toekomst in een hoopje klei dat op een toevallige manier op de tafel gesmeten werd.
dienst 34 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
| 35
Stand-first
DE M-MIXER DE M-MIXER WERKT OP EENVOUDIGE WIJZE:
VERMAAL MATERIAAL TOT EEN CREATIEF HOOPJE
De Materiaal-Mixer, afgekort de M-Mixer, is een werktuig waar je een materiaal in stopt en waar het helemaal verhakkeld uitkomt. Op deze manier is het makkelijker om de verschillende mogelijkheden van een materiaal te zien. Het voordeel aan de M-Mixer is dat het materiaal ook
weer in elkaar gezet wordt. En wel op zo’n manier dat het materiaal niet meer gebruikt wordt waarvoor het bedoeld werd, maar voor hele nieuwe dingen.
hem wel zelf nabouwen. Al de nodige documenten en sjablonen om te kopiëren vind je in bijlage. Hieronder vind je ook een uitgewerkt voorbeeld met het materiaal ‘matras’.
Waar kan je zo’n M-Mixer vinden? Spijtig genoeg is hij niet te koop maar je kan
EIGENSCHAP/VORM
MATRAS
1.
STAP je kiest een bepaald materiaal en schrijft dit in het centrale vlak.
SPELVORM
SPEELIMPULS Onder zwembad leggen voor extra zachte bodem
Zacht
Zand en waterspel
Vierkant
Koken/voedingsmiddelen
Dik
Expressie
Zwaar
Tocht/op verplaatsing
Meezeulen boven hoofd en elk kwartier rusten
Plooibaar
Zand en waterspel
Rond iemand binden en harde rugby spelen
Kookeiland Van het podium vallen
GEBRUIK Liggen
Fantasiespel
Wolken herkennen of wie geraakt echt in slaap?
Slapen
Bouwen
Dubbel bed sjorren (eventueel in kamp)
Springen
Sport
Touwtje springen (vermoeiend!!)
Overtrekken
Sociaal Spel
Iemand tss. matras en overtrek spannen (rarara)
Rusten
Knutselen/constructiespel
Opsnijden en kussens van maken
4.
2.
STAP combineer de woorden die je gevonden hebt met een spelvorm. In het kader hierboven hebben we tien mogelijke spelsoorten beschreven en reeds ingevuld. Je mag deze zelf op het blad invullen. Je kan gerust andere spelsoorten invullen naargelang de inspiratie.
3.
Variatie: gebruik een blad waarin de spelvormen reeds ingevuld zijn. Voor je begint in te vullen, plooi je een vouw in het blad zodat de vakjes van de speelimpulsen en de spelvormen bedekt zijn.
STAP volg de pijlen naar boven en schrijf 5 eigenschappen op van het materiaal. Denk daarbij aan de specifieke vormen, texturen enz. STAP volg de pijlen naar beneden en schrijf 5 toepassingen op van het materiaal. Waarvoor gebruik je dit materiaal ‘normaal’?
AANDACHTSPUNTEN VOOR HET GEBRUIKEN VAN DE M-MIXER: De Materiaal-Mixer is in eerste instantie een instrument om je creativiteit te prikkelen. Wanneer je een idee krijgt, schrijf het op en hou je niet te zwaar vast aan de ‘regels’ van de M-Mixer. In dat geval zou het je eerder beperken dan je mogelijkheden uitbreiden. De Materiaal-Mixer werkt niet altijd bij alle materialen. Probeer, experimenteer, purgeer, verteer maar als het niet lukt, gebruik dan gewoon een andere werkvorm.
Voor gevorderden bedachten we twee expansiepakketten om nog verder te gaan in het bedenken van speelimpulsen. Het eerste expansiepakket combineert eigenschappen en/of gebruiken met terreinen om te onderzoeken of een verschil in locatie ook een verschil in ideeën oplevert. Het tweede expansiepakket prikkelt je door een bepaald materiaal te vervormen. Je vindt de nodige voorbeelden in bijlage.
WERKVORMEN OM MET DE LIJST SPEELIMPULSEN TE DOEN: Verknip (een kopie van) de lijst en hang de voorbeeldimpulsen op de bakjes waar het materiaal zich in het lokaal bevindt. Hang de lijsten op een grote wand en laat de animatoren met dartspijltjes naar de wand gooien. Het materiaal dat geraakt wordt door het pijltje wordt getest. Maak een rad van fortuin met alle materialen op. Test de impulsen waar de pijl op stil staat.
Stop alle materialen en impulsen in een ‘pretpot’ en laat iedere animator er eentje trekken. Laat ‘s avonds alle animatoren hun schoen zetten voor de Sint en vul deze tegen de volgende dag met een specifiek materiaal en de mogelijke impulsen erbij. Een snoepje mag natuurlijk ook niet ontbreken.
5.
STAP speelimpulsen bedenken. Laat je hersenen werken op de verschillende woorden die voor je staan. Zoek het niet te ver. Laat je prikkelen door de verrassende combinaties.
imator zou van an re e d Ie " zijn speelpein een smartn om phone moeten krijge lgen. o onze pinterest te v
"
TOVEREN, VAN MATERIAAL NAAR FANTASIE Materialen kunnen je ook op weg zetten naar thema’s. Begin met een aantal eenvoudige links: Probeer daarna een hele waslijst aan thema’s af te leiden. Om het makkelijker te maken, kan je iedereen een toverstaf geven die materialen levend maakt. Wat zouden de materialen zeggen? Wat zouden ze doen? Waar zouden ze gebruikt worden als ze leefden? Voorbeelden: • Van rolschaatsen naar disco • Van wc-rolletjes naar piraten • Van spades naar de 7 dwergen • Van frisbees naar racecircuit van Francorchamps (doordenkertje)
dienst 36 | vlaamse speelpleinwerk
Stand-first
VERRASSING! SPEELIMPULSEN BEDENKEN MET MATERIALEN DIE JE NIET ZELF KOOS
materiaal. Ze moeten binnen de minuut weer buiten zijn (of ze krijgen niets). Alles wat op de grond valt, is verloren.
Een leuke en uitdagende manier om speelimpulsen te bedenken is er voor zorgen dat je toevallig een materiaal in de handen geduwd krijgt. Door verplicht na te denken over een materiaal dat je zelf niet gekozen hebt, worden de mogelijkheden breder. Dit zijn de werkvormen bij uitstek voor de hoofdanimator die zijn ploeg wat verder wil laten nadenken tijdens de voorbereiding.
HET OLIFANTENGEHEUGEN gedurende vijf minuten mag de hele ploeg in het materiaalkot. Zij proberen zo veel mogelijk materialen te onthouden. Nadien wordt er in ploegjes opgeschreven welke materialen er nog herinnerd worden. Jouw groep krijgt enkel die materialen die de andere groepen vergeten zijn. Een beetje strategisch denken dus!
DE BLINDDOEK duik het materiaalkot in met een blinddoek. Het eerste materiaal dat aangeraakt wordt, moet je gebruiken om een speelimpuls mee te bedenken... QUIZ TIME selecteer op voorhand een aantal (weinig gebruikte) materialen. In groep worden ze door de quizmaster één voor één beschreven. De deelnemers proberen om ter snelst te raden over welk materiaal het gaat. Wie juist raadt, krijgt het materiaal. UITVERKOOP selecteer in het materiaalkot een aantal materialen die steeds blijven liggen. Elke groep moet minstens één stuks uitkiezen om iets mee te spelen. Per opbod verkopen, maakt het alleen maar leuker. EN AURORE, WAT ZIT ER IN DE WINKEL? Maak een eenvoudig rad van fortuin. Met het geld dat gewonnen wordt bij het draaien, mogen de begeleiders materialen kopen in de winkel/het materiaalkot. Minder gebruikte materialen kosten zeer weinig. Een voetbal krijg je niet onder het miljoen speelpleindollars! EÉN MINUUT elke groep begeleiders krijgt exact één minuut om het materiaalkot binnen te rijden en een winkelkar vol te laden met
MATEN, MAKKERS, MATERIAAL, INSPELEND OP ELKAAR SPEELIMPULSEN BEDENKEN Een groep kan vaak verder gaan dan een persoon alleen. Niet enkel omdat je samen meer ideeën krijgt dan in je eentje, maar ook omdat je elkaar kan aansteken met ideeën. Niet iedereen legt dezelfde linken, niet iedereen denkt aan dezelfde dingen. Door in te pikken en in te spelen op elkaar is het makkelijker om nieuwe speelimpulsen op papier te zetten. DE CIRKEL iedereen neemt een materiaal en legt het voor zich in de cirkel. Je plaatst een gegevensblad voor het materiaal. Iedereen bedenkt een eenvoudig startconcept met het materiaal, vb. tikken met de bal die je gooit. Dan wordt er doorgeschoven en wordt er telkens een nieuwe impuls of spelregel aan toegevoegd, vb. iedereen krijgt een tennisracket om af te weren. STOELENDANS zet de stoelen in een cirkel met de leuning naar binnen. Plaats op elke stoel een leuk speelmateriaal. Wanneer de muziek stopt, neem je het voorwerp dat het dichtst bij jou is en begint er mee te spelen. Eerst wordt deze ronde een aantal keer individueel herhaald, daarna mogen ze met elkaar spelen en met de materialen combineren. Neem af en toe wat stoelen weg. Bijvoorbeeld die stoelen met materiaal waar veel mee
DNA
DNA
gespeeld wordt. Zo wordt het steeds uitdagender om vernieuwende dingen te bedenken. Laat hen achteraf opschrijven wat er allemaal gespeeld is en laat hen verder fantaseren. Vergeet het fantasiemateriaal niet. BEYOND DE KLASSIEKERS zoek eens wat nieuwe toepassingen met klassieke gezelschapspelen: dobbelstenen, kaarten, knikkers, bikkels, Pim Pam Pet, domino’s, mikado’s, Rummikub. Een fijne uitdaging is ook het omzetten van klassiekers naar grote groep: 21’en, poker, Wie is het?, Vier op een rij…
DE M-MIXER SJABLOON
EIGENSCHAP/VORM
DE WISSEL iedereen maakt een spel in kleine groepjes en verzamelt tijdens de voorbereiding zijn materiaal in een bak. Als men klaar is, veranderen 2 groepen van bak en zoeken ze naar manieren om deze nieuwe materialen in het spel te passen, de oude te vervangen... Op deze manier word je geprikkeld om aan spel en materiaal nieuwe invalshoeken of nieuwe doelen te geven. DE SPEELGOEDBEURS stal op een aantal tafeltjes wat uitzonderlijke materialen uit. Hang bij elke tafel een flap. Eerst wordt er een rondleiding gegeven. Daarna wordt er rondgegaan en bedenken de bezoekers samen met de verkoper enkele toepassingen van een bepaald materiaal. Alles gebeurt al spelend. Vervolgens krijgen de bezoekers telefoon van hun baas met een zakenopdracht. Ze moeten het ideale materiaal vinden om een activiteit leuker te maken. “Creativiteit is innovatie,” zeg dat uw manager het gezegd heeft. MATERIAAL FROM OUT OF SPACE zoek een vreemd voorwerp of materiaal. Spreek de begeleiders aan als gewaardeerde geleerden. Zeg hen dat de NASA dit voorwerp heeft gevonden maar niet weet waarvoor het dient. Vraag de begeleiders voluit te fantaseren over wat dit materiaal zou kunnen zijn en waarvoor het zou kunnen dienen.
| 37
Stand-first
GEBRUIK
SPELVORM
SPEELIMPULS
dienst 38 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
Stand-first
| 39
Materiaallokaal
DE M-MIXER EXPANSIESJABLONEN
Z A
EIGENSCHAP/GEBRUIK
TERREIN bos, speelplaats, weide...
SPEELIMPULS
e zijn er in alle maten, gewichten en vormen. De ene zeer proper en gestructureerd in rekken. De andere lekker chaotisch en alles op een hoopje. Soms zijn ze tijdelijk en enkel voor de zomervakantie, anderen zijn weer permanent en exclusief. Elke speelpleinwerking heeft wel een eigen ruimte waar het speelmateriaal wordt opgeborgen. Er bestaat helaas geen ‘handleiding’ bij het uitbouwen van de ideale materiaalruimte. Het assortiment speelmateriaal is breed en dit ten volle benutten is de opdracht. De inspanningen om materiaal te verzamelen dragen niet veel bij als materialen op het einde van de vakantie nog netjes liggen zoals bij de start van de werking. Hi"eronder enkele tips voor je materiaalruimte om deze optimaal te benutten.
B
FACTOR vergroten, verkleinen omgekeerd, onderdeel...
SPEELIMPULS
UITSTALLEN probeer materiaal zoveel mogelijk zichtbaar uit te stallen. Zien zet aan tot denken en gebruiken. Haal materiaal uit de dozen. Zorg voor overzichtelijke rekken. Hang materiaal op aan de wanden. Met andere woorden: verkoop het materiaal net als in een winkel, maar dan aan collega-animatoren. NIET ‘TEVEEL’ STRUCTUUR Als een materiaalruimte zo proper en gestructureerd is dat alles voorspelbaar is, vermindert de kans op onverwachte prikkels. Als je bij je zoektocht naar blauwe schmink geen blauwe pruik tegenkomt, zal je ze evenmin gebruiken. Dit wil uiteraard niet zeggen dat je materiaalruimte een grote mesthoop is, maar een beetje chaos kan inspirerend werken en creativiteit uitlokken. Wanneer je niet meteen een bal vindt, neem je misschien wel een tennisballetje om mee te voetballen wat tot hilarische toestanden kan leiden.
MINDER POPULAIRE MATERIALEN IN DE KIJKER Ga ervan uit dat elke begeleider wel een bal zal vinden als hij/zij die nodig heeft. Geef de ballen dan ook een plaatsje achteraan in je materiaalruimte op een niet zo evidente plaats. Zorg dat je collega’s in hun zoektocht naar een bal ook minder populaire materialen tegenkomen (zoals: pompons voor cheerleaders, schmink voor fans, vlagje voor de scheidsrechter…) STEL JE MATERIAAL VOOR Nieuwe begeleiders worden voorgesteld aan hun collega’s maar krijgen ze ook een voorstelling van alle materialen? Laat nieuw materiaal uitgebreid testen op een vergadering met alle animatoren. Haal zomaar iets boven dat al jaren niet meer gebruikt wordt. KINDEREN TOEGELATEN ! Laat kinderen, eventueel onder begeleiding, in het materiaalruimte een kijkje nemen. Dat hoeft uiteraard niet elke dag en op om het even welk moment. Kinderen zien kansen in materialen die
imator zou van an re e d Ie " zijn speelpein een smartn om phone moeten krijge lgen. o onze pinterest te v " voor animatoren minder evident zijn. Het is wel mogelijk dat ze dan zullen vragen naar die dikke kartonnen buizen om kanonballen van modder af te schieten. BESLUIT om het materiaal optimaal te gebruiken, moet je het zo organiseren dat animatoren (en kinderen) weten wat er allemaal ter beschikking is. Anders dreigen de vernieuwende materialen vergeten te worden en duikt steeds die bal weer op om (alleen maar) mee te voetballen.
dienst 40 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
Stand-first
1. Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
MATERIAAL GEBRUIKEN Een goed materiaalkot is als een neus: je moet er uithalen wat er in zit. Materiaal zo dicht mogelijk bij de kinderen brengen, is de beste manier om te zorgen dat het optimaal gebruikt wordt. Hoe meer materiaal de kinderen te zien krijgen (of zelf kiezen), hoe meer kans op spelen. Dit principe is misschien niet altijd evident, maar je zal versteld staan van de resultaten. Als we even simpel mogen doen, kan je het gebruik van materiaal opsplitsen in twee categorieën: MATERIAAL OM TE LATEN LIGGEN Materialen die kinderen kunnen gebruiken zonder tussenkomst van volwassenen. ’s Morgens kan het materiaal buiten worden gezet en ’s avonds terug binnen (zandmateriaal, goedkope verkleedkledij, bouwblokken, ballen, biljarttafel, gocarts en fietsjes…). Misschien kunnen bepaalde materiaal ook gewoon ’s nachts blijven liggen (sjorpalen, autobanden, paletten…). Minder opruimwerk, minder praktische organisatie en meer speelplezier!
N E E H R O DO
1. ALLES OF SELECTIE? Wanneer je speelwinkel op dezelfde plek is als het materiaalkot, dringt de vraag zich op of kinderen alles mogen ontlenen. Ik denk dat er consensus is over de cirkelzaag, maar je kan discussiëren over cutters en scharen, muziekinstallaties en lamineerapparaten… Je kan volgende afwegingen maken:
MATERIAAL OM UIT TE LENEN* Zoek naar een geschikte manier (of plaats) waar kinderen het materiaal kunnen bekijken en zelf een keuze maken. Als begeleider wordt je plots een speel-o-thecaris die het materiaal uitleent. Kinderen komen een stuk materiaal halen en dragen de verantwoordelijkheid om het terug te brengen (wat uiteraard niet altijd gebeurt). Je kan kinderen vragen om hun naam op te geven. Samen met het uitgeleende materiaal wordt hij/zij dan ingeschreven in het ontleenboekje. Zo blijf je overzicht houden wanneer alle materialen terug binnenkomen. Sport-, spel- en verbruiksmaterialen (ballonnen, stelten, karton, verkleedgerief, diabolo, tennisraket, waterpistolen, speelgoed vrachtwagen, sjortouw…) zijn ideaal materiaal om te ontlenen.
We doen de oefening voor een JVC-boomblaster (stevige muziekinstallatie) en een bureauschaar.
* Lees meer over de organisatie van het uitlenen van mate-
Hieruit zou je kunnen concluderen om de muziekinstallatie en de scharen toch uit te lenen.
riaal in de handleiding ‘Speelaanbod organiseren – dossier 5: speelwinkels’.
Gebruik je eigen fantasie om je ontleenplaats in te richten als winkel (uitstalraam), groot warenhuis (binnenlopen met winkelkar) of nog iets anders. Probeer ook hier de afspraken zo eenvoudig en beperkt mogelijk te houden. Het doel is niet om alles mooi georganiseerd te houden. Het doel is dat er zoveel mogelijk gespeeld wordt met zoveel mogelijk materialen.
JVC-BOOMBLASTER
BUREAUSCHAAR
A
Levert dit veel speelplezier op?
Ja!
ja
bestaande maar de kans is klein
zeer kleine kans
B
Hoe groot is de kans dat het niet in dezelfde staat terugkomt?
C
Is er een mogelijk ‘storend effect’ op de omgeving?
niet veel, afspraken mogelijk
alleen bij explosieve situaties en agressief gedrag
HET
A JA R
| 41
dienst 42 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
| 43
Stand-first
1.
Tijdens het jaar
1. Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
2. Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
N
iet enkel tijdens de werking, maar ook daarbuiten kan je aandacht hebben voor het materiaal. Ga na welke materialen de speelkansen op je speelplein nog kunnen vergroten. Koop nieuw materiaal aan én ga gericht op zoek naar gratis of goedkope materiaalschatten. Tot slot is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan het materiaallokaal.
Knutselverbruiksmateriaal verf, klei, karton, touw, papier, rubberblad…
Knutselgebruiksmateriaal schaar, nietjesmachine, lijmpistool, tang, hamer…
SOORTEN MATERIAAL
Waardevol kosteloos materiaal
Speelmateriaal is voor kinderen zeer divers. Het gaat van heel mooi, duur materiaal tot (waardevol) wegwerpmateriaal. Om het jou gemakkelijker te maken een overzicht te krijgen, zochten we naar een indeling:
grote attractieve materialen springkasteel, ballenbad, trampoline…
lappen stof, tapijt, karton verpakking, piepschuim…
Water- en zandmateriaal schop, tuinslang, emmer, PVC-buizen, ploeterbad, tuindouche…
Klein bouwmateriaal Lego, Duplo, houten blokken,...
groot bouwmateriaal
Kookmateriaal
Snoezelmateriaal
paletten, panlatten, doeken, sjorpalen, grondboor…
pot, pan, pollepel, elektrisch vuur, BBQ, oven, bestek en borden…
geprojecteerd licht, stofjes met verschillende textuur, matrassen…
Verkleedgerief en attributen hoeden, pruiken, kleren, brillen, stropdassen…
Fantasiemateriaal oud schilderij, schatkist, poppen, winkelwagentje, kassa, doktersset…
Rollend materiaal skateboard, rolschaatsen, gocarts, fiets, kar, plank op wielen…
Binnenmateriaal gezelschapsspelen, strips, boeken, (spel)computer…
Sport en spelmateriaal rugbybal, stelten, schommeltol, frisbee, circusmateriaal…
Audiovisueel materiaal cd-speler, tv, projector…
Een indeling is altijd kunstmatig. Je zal merken dat bepaalde categorieën elkaar overlappen of niet volledig de lading dekken. Maar deze indeling kan wel helpen om te kijken of het materiaalbestand op het speelplein voldoende gevarieerd is. Duik eens in het materiaalkot en zoek naar categorieën die beperkt of helemaal niet aanwezig zijn. Een interessante oefening! In het ‘Evaluatie-instrument, je speelplein door een kinderbril’* vind je een werkvorm en de nodige fiches om deze oefening makkelijk en volledig uit te kunnen voeren.
* https://www.materiaalmagazijn.be/Speelpleinpromo/Evaluatieinstrument
SPEELMATERIAAL VERZAMELEN Hoe kan je al die spullen verzamelen? Als de ambitie groter is dan het budget, kunnen we misschien helpen met enkele tips: PLAATSELIJKE DOE-HET-ZELFZAAK Zo’n winkel waar de grootste knoeiers zich ‘vakmannen’ voelen, is voor het speelpleinwerk een ware delicatessenzaak. Probeer maar eens door een doe-hetzelfzaak te stappen en alle materialen door de ogen van kinderen te bekijken. Je zal versteld staan van de mogelijkheden. Vb: houten latten, Pvc-buizen en verbindingsstukken, piepschuim en isolatiemateriaal, vezelplaten, gereedschap, rolmeter, gereedschapsriem, gips, tuinhout
PLAATSELIJKE MIDDENSTAND Een grote bron aan speelmateriaal is de plaatselijke middenstand. Kijk maar eens welke speciaalzaken, winkels, bedrijfjes, bioscopen er allemaal in de gemeente zijn. Een goeie tip zijn de steenwegwinkels. Rij de steenweg eens af en vraag jezelf af wat zij zouden kunnen missen. Stap naar hen toe en stel jezelf en het speelplein voor. De meeste zullen je graag zien komen. Zij geraken van hun rommel af en steunen bovendien nog een goed doel! Vb: tapijten, paletten, rollen papier (drukkerij), haar- en verzorgingsproducten, oude brillen, verpakkingsmateriaal zoals mousse, oude schoenen, lege bierbakken, grote kartonnen dozen… HET CONTAINERPARK Normaalgezien alleen om materialen weg te brengen. Mits een klein beetje overtuigen (zeker als je speelpleinwerk gemeentelijk is) krijg je er de leukste speelmaterialen te pakken. Vb: een hele zak piepschuim, autobanden, karton, oude televisie, kapotte fiets (om te herstellen), bakstenen…
GEMEENTELOODS OF TECHNISCHE DIENST Gebruik je relaties binnen de gemeente om wat extra materialen te verzamelen. Misschien heeft de technische dienst nog wat oude muziekinstallaties staan. Wie weet vind je in de gemeenteloods nog podiumstukken, partytentjes… KRINGLOOPWINKEL Misschien heb je er geen in je eigen gemeente, maar in de directe omgeving (centrumstad) is er zeker een kringloopwinkel te vinden. Je kan er gebruikte materialen vinden voor zeer weinig geld: Vb: oude meubels, kleren, luchter, bestek en borden, kasten, zetels, matras, dienblad, rek… Tip: vraag zeker na of je niet wat materiaal mag ‘lenen’. Vaak moet je dan enkel een waarborg betalen en kan je na je werkingsperiode de gebruikte –onbeschadigde- materialen gewoon terugbrengen. Zeer handig als je maar over een beperkte opslagruimte beschikt.
OUDERS EN SYMPATHISANTEN Ook ouders een andere speelpleinliefhebbers (ouders van begeleiders, buurt, plaatselijk feestcomité…) kunnen een handje toesteken in je zoektocht naar materiaal. Zorg er wel voor dat je hen niet overvraagt en dat je vraag heel concreet is. Wij zoeken: hoeden en petten, oude afgedragen kinderkleren, Lego, stoelen…
GROEPSAANKOOP Misschien kan het handig zijn om samen met andere speelpleinen een bestelling te plaatsen bij een leverancier. Zeker als het om grote hoeveelheden gaat zien leveranciers je graag komen. UITWISSELSYSTEEM MET BUURTSPEELPLEINEN Eventueel in combinatie met het bovenstaande kan je investeren in grotere zaken. Zo kan je misschien met enkele werkingen samen een springkasteel, gocarts, little tights, enz. aankopen. Je stelt dan onderling een doorschuifplan op waardoor alle werkingen om de zoveel tijd iets cools en nieuws hebben. Hou er
wel rekening mee dat je in zo’n situaties ook zelf vervoer moet fixen. ONLINE WEGGEEFGROEPEN Er zijn allerlei kanalen op het internet waar mensen dingen weggeven en waar je gericht om materiaal kan vragen. Ga eens op zoek naar ‘geefgroepen’ op Facebook, of google ‘weggeefwinkel’. Je vindt zeker iets in je buurt. MATERIAALMAGAZIJN** In een ver verleden startte de VDS een groepsaankoop van materiaal voor het speelpleinwerk. Hieruit groeide de bvba het MateriaalMagazijn. De groepsaankoop bestaat nog steeds: MateriaalMagazijn selecteert een uitgebreid gamma aan kwalitatief speelmateriaal waarbij speelplezier, bruikbaarheid, duurzaamheid, veiligheid en aandacht voor het probleem kinderarbeid voorop staan. Via de website kunnen speelpleinwerkingen, andere speel- of vakantie-initiatieven en particulieren in het voorjaar een bestelling doorgeven. Door de groepsaankoop kunnen producten aan een scherpe prijs aangeboden worden. Kort voor de vakantie kan je al je materiaal in 1 keer ophalen of laten leveren. Ook buiten de groepsaankoop kan je permanent terecht op de webshop van het MateriaalMagazijn voor je dringende materiaalbehoeften. ** www.materiaalmagazijn.be
2.
dienst 44 | vlaamse speelpleinwerk
DNA
Stand-first
DNA
CHECKLIST VERBRUIKSMATERIAAL:
Touw Sjortouw, Macramétouw
Maak een lijstje van het verbruiksmateriaal dat moet worden aangevuld worden. Deze checklist zet je op weg:
Klei
Nagels
Wol
Schmink
Rietjes
Cuttermes
Kabelbinders
Punaises
Verf Wit, Zwart, Rood, Oranje, Geel , Groen, Blauw, Paars, Roze, Goud, Zilver….
Stiften
MATERIAALLOKAAL TIJDENS HET JAAR De werking zit er op, al het materiaal wordt snel snel in bakken gestoken. Al het materiaal raakt nipt in de opslagplaats. Deur toe en tot volgend jaar! In het voorjaar herinneren de sympathieke mensen van de VDS je dat de groepsaankoop van het MateriaalMagazijn er weer aan komt. Deze keer bestellen we op tijd! Maar wacht eens, hoe veel verf hebben wij eigenlijk nog staan? Vlak voor de volgende werkingsperiode duiken jullie opnieuw in het materiaalkot. Tijd om alles klaar te zetten op het speelplein. Maar eikes, wat stinkt hier zo? Heeft hier een kat haar dode jongeren achter gelaten? Nee, het zijn de plastic zeilen die nat opgeborgen zijn en een eigen cultuur gekweekt hebben. De blokken klei zijn vervormd tot bakstenen, al het papier is krom getrokken
van het vocht en die bruine korrels op de grond blijken geen hagelslag te zijn… Rampscenario of toch enigszins herkenbaar? Met een klein beetje zorg kan je je er van verzekeren dat materiaalzorgen geen domper op de speelvreugde vormen.
Aan het einde van de zomer verdienen de doeken en het verkleedmateriaal een grondige wasbeurt. Je kan beroep proberen doen op bereidwillige ouders. Vergeet ze dan zeker niet uitvoerig te bedanken. Want ze zijn het waard! Een andere mogelijkheid is om met een groepje animatoren naar de wasserette
Alcoholstift groen, rood, zwart, blauw, kleurstiften
Lijm Knutsellijm, Lijmstift, Behangerslijm, Contactlijm, Vulling voor lijmpistool
Papier Wit papier, klad-papier, Gekleurd papier, Crêpepapier
Ballonnen Waterballonnen, Figuurballonnen, Gewone ballonnen
Aanvulling ehbo-koffer
Krijt Plakband Papiertape (dun/ breed), Doorschijnende, plakband, Bruine plakband, Dubbelzijdige plakband, Powertape (duct tape)
Wit krijt, Gekleurd krijt, Stoepkrijt, Krijtspray
(koop je best kort voor de werking aan)
Nietjes (let op dat je nietjes in je nietjesmachine passen)
(kleur) Potloden
1. Een catalogus-muur met alle beschikbare materialen op foto. Kinderen kunnen hierdoor vlotter kiezen.
TIPS VOOR DE OPSLAG VAN MATERIAAL Durf te investeren in stevige opslagbakken. Lichte Curver boxen breken snel onder wat gewicht.
ENKELE TIPS! Voorzie op het einde van de vakantie voldoende tijd voor het opruimen van het materiaal. Niet het plezantste werkje, maar toekomstige jij zal je dankbaar zijn als de volgende speelpleinperiode zonder gevloek kan ingezet worden. Denk aan het volgende:
| 45
Stand-first
te trekken. Je kan er zelfs een animatorenactiviteit van maken. Voorzie wat spelletjes om de wachttijd op te vullen. En geniet samen van de geur van vers gewassen doeken!
n laten zich door e r e d in K " de omgeving prikkelen maar niet dwingen
"
Vocht is de vijand. Doorzichtige of geperforeerde bakken laten zien wat er in zit. Als je gesloten bakken hebt, voorzie dan labels. Maak het visueel: hang bij de naam van het materiaal ook een foto.
Het kan handig zijn om een plaats te voorzien waar doorheen het jaar Waardevol Kosteloos Materiaal (WKM) kan worden verzameld. Wat kan je met de animatorenploeg verzamelen? We vroegen het aan 100 speelpleinen en kwamen tot volgende top 15:
TOP 15 :
1.
PLASTIC POTJES
(yoghurt, rijstpap…)
Wordt het materiaal op een brandveilige manier opgeslagen? Belangrijkste aandachtspunt: plaats geen brandbaar materiaal bij mogelijke hittebronnen zoals lampen, stopcontacten en verwarmingselementen.
2.
GROTERE PLASTIC DOZEN
(van roomijs, snoep…)
3.
KARTON BUISJES (van wc-rol, keukenrol…)
4.
KRANTEN EN MAGAZINES
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
GLAZEN YOGURTPOTJES EIERDOZEN KOFFIEBLIKKEN KURKEN FLESSENDOPPEN KNOPEN BIERVILTJES PIEPSCHUIM RESTJES STOF
KARTONNEN DOZEN (groot en klein)
15.
PLASTIC FLESSEN
dienst 46 | vlaamse speelpleinwerk
Stand-first
ANTWERPEN & VLAAMS-BRABANT Lange Ridderstraat 22, 2800 Mechelen Tel. 015 28 74 50
[email protected] [email protected]
BRUSSEL John Waterloo Wilsonstraat 19,1000 Brussel Tel. 015 28 73 97
[email protected]
LIMBURG Vaartstraat 14/A, 3500 Hasselt Tel. 015 28 73 90
[email protected]
OOST-VLAANDEREN & WEST-VLAANDEREN Frans Spaestraat 15, 9000 Gent Tel. 09 233 93 20
[email protected] [email protected]
DNA
DNA
Stand-first
| 47