Bijlage 1 Uitwerking per subgroep
Subthema 1: Zelf zoeken naar informatie en oplossingen Beschrijving van het thema Bij dit thema gaat het om het optimaal faciliteren van inwoners om de vragen die zij hebben op het gebied van het sociale domein zelf te kunnen beantwoorden of zelf oplossingen te vinden voor eventuele problemen. Resultaat/wat willen we bereiken? De voor inwoners benodigde informatie voor het vinden van oplossingen voor vragen op het sociaal domein (dwz. wonen, werken, welzijn, opgroeien, opvoeden, financiën etc) is via verschillende kanalen beschikbaar, betrouwbaar en laagdrempelig toegankelijk. Inwoners van Almere weten (een van) deze kanalen te vinden. In ieder geval zorgen we als gemeente voor een excellente digitale dienstverlening op het sociale domein, die verbonden is met het totale programma dienstverlening van de gemeente. Wat zijn de vraagstukken waar we mee aan de slag gaan? Langs welke kanalen zoeken inwoners informatie, hoe kunnen we die zoektocht optimaal faciliteren en hoe kunnen we daarbij kanaalsturing inzetten? Hoe komen we tot een excellente digitale dienstverlening? Wat zijn daarvan de bouwstenen? Welke stappen moeten we daarvoor nog zetten? (projectplan??) Stellen we inwoners via digitale dienstverlening in staat om zelfstandig het proces van toeleiding naar voorzieningen te doorlopen? Wanneer wel/niet? Bij welke voorzieningen wel/niet? Wat is daarvoor nodig? Hoe faciliteren we inwoners die toegang zoeken via de kanalen van maatschappelijke partners? Hoe faciliteren we maatschappelijke partners om inwoners dan optimaal en consistent te informeren? Voorlopige resultaten De vraagstukken van deze werkgroep worden verder opgepakt door regie IT, binnen de werkgroep digitale ondersteuningsstructuur en de Klankbordgroep Virtueel Sociaal Domein.
1
Thema 2: Signalering Beschrijving van het thema Bij dit thema gaat het juist om inwoners die geen vragen stellen of hun probleem niet onderkennen. Hoe zorgen wij ervoor dat deze vragen of problemen gesignaleerd worden en dat problemen desgewenst tot een oplossing worden gebracht. Hoe kan signalering binnen de toekomstige infrastructuur vorm krijgen? Resultaat/wat willen we bereiken? Een stadsbrede werkwijze waarbij signalen van zorg door inwoners en professionals kunnen worden geuit en op een goede manier worden opgepakt. Wat zijn de vraagstukken waar we mee aan de slag gaan? Wat is signalering? Waar hebben we het over? Wat zijn de huidige structuren, instrumenten en procesafspraken gericht op signalering van problematiek? Hoe functioneert dat? Wat gaat goed? Wat kan beter? Hoe kan signalering in de nieuwe sociale infrastructuur geïntegreerd worden? Voorlopige resultaten Signalering in de nieuwe sociale infrastructuur In de huidige sociale infrastructuur is signalering nogal geprofessionaliseerd en gefragmenteerd. Zomaar een signaal afgeven en kijken wat er nodig is, gebeurt eigenlijk niet. Een signaal wordt al heel snel een registratie en een officiële melding en er zijn ICT-systemen en werkafspraken om ervoor te zorgen dat signalen worden opgepakt. Een signaal over een kind wordt niet direct in verband gebracht met andere factoren in het gezin of de omgeving. Signalen over jeugd worden opgepakt binnen de jeugdzorg, psychische problematiek in de GGZ etc. En als het uit de hand loopt moet de politie het oplossen. Maar eigenlijk is iedereen een signaleerder. Kunnen we het in de nieuwe infrastructuur mogelijk maken dat inwoners hun zorg ergens kunnen uiten? De keerzijde hebben we ook besproken: privacy en ‘big brother’. Eigenlijk is er sprake van een soort signaleringsladder met een oplopende graad van professionalisering: 0. Familie, kennissen, buurman Inwoners signaleren zelf en doen daar ook wat mee. Grofweg liggen daar twee motieven aan ten grondslag: • zorg over iemand • een persoonlijk belang (als iemand mijn ‘ruimte’ binnentreedt en ik heb er last van, dan ga ik signaleren) 1. Georganiseerde vrijwillige signalering: buurtpreventie-projecten, telefooncirkels, vriendenkringen 2. Semi-professionele signalering: zelfhulpgroepen, preventie-trainingen (bijvoorbeeld ‘opvoeden doe je zo’, Kindertelefoon etc 3. 1e lijns-professionals: wijkwerker, huisarts, politie, woningcorporatie, thuiszorg 4. 2e lijns-professionals en meldpunten (AMK/SHG) In de nieuwe sociale infrastructuur zien we een belangrijke rol weggelegd voor de wijkwerker. Hij moet bekend, zichtbaar, vindbaar en bereikbaar zijn, zodat mensen eenvoudig een signaal af kunnen afgeven, zonder dat dit meteen tot allerlei registratie leidt. De wijkwerker heeft zelf ook een ‘eropaf’-mentaliteit. Hij is letterlijk in de wijk, op straat, in de thuissituatie aanwezig om te signaleren en te ‘doen wat nodig is’. Ook in het professionele circuit moet de wijkwerker een spil zijn, zodat ook signalen van andere professionals makkelijk bij hen terecht komen. 2
Het resultaat daarvan moet zijn: eerder, preventiever, minder geformaliseerd, meer menselijke maat. Als een situatie niet door de wijkwerker kan worden opgepakt, dan is opschaling nodig met bijbehorende registratie, instrumenten etc. Signaleringsinstrumenten De werkgroep heeft een start gemaakt met een onderzoek naar huidige signaleringsinstrumenten en hoe die te benutten in de nieuwe sociale infrastructuur. Er is op dit moment een aantal instrumenten voor signalering: - ESAR:een signaleringssysteem voor kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. Professionals kunnen er signalen in afgeven (wel DAT, niet WAT!). Doel is snellere en betere hulpverlening voor kinderen en jongeren. En samenwerking/afstemming tussen verschillende disciplines/ketens. Met ESAR voldoet Almere aan de vereisten van de landelijke Verwijsindex Jeugd. Door de landelijke dekking blijft een kind in beeld na verhuizing. Er zijn werkafspraken over wanneer wat signaleren in Esar en hoe deze signalen worden opgevolgd. In Esar staat geen inhoudelijke informatie. Melding in Esar altijd pas na toestemming van betrokken ouders. Mogelijkheden voor gebruik Esar in de toekomst: benutten als algemeen registratiesysteem wanneer mensen een bepaalde vorm van ondersteuning ontvangen en daarmee de mogelijkheid voor matching met andere hulpverleners. Daarnaast mogelijkheid om leeftijdgrens op te rekken naar 0-99. - Zorgoog: is een stappenplan gericht op professionals dat aangeeft hoe te handelen bij zorgelijke opvoed- en opgroei-situaties, vanaf het moment van signaleren tot en met het verlenen van hulp en nazorg. In ZorgOog is de landelijke Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geïntegreerd in de afspraken die gemaakt zijn tussen gemeenten en organisaties over het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de Verwijsindex en de aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld. Het gebruik van de meldcode is op dit moment verplicht voor organisaties en zelfstandige professionals in de jeugd(gezondheids)zorg. De mogelijkheden om het toepassen van Zorgoog te verbreden naar andere doelgroepen kan volgens de werkgroep worden onderzocht. - Andere instrumenten?? 2e lijns-signalering/meldpunten Op dit moment is signalering en melding in de 2e lijn op een aantal plekken belegd: - Vangnet & Advies - Advies- en meldpunt Kindermishandeling - Steunpunt Huiselijk Geweld Er is al besloten om in 2013 te werken aan integratie van AMK en SHG. Openstaande vraag is nog hoe deze meldpunten/structuren/afspraken worden geïntegreerd in de nieuwe sociale infrastructuur. Competenties en opleiding/training voor signalering Een belangrijke conclusie van de subgroep was dat veel aandacht nodig is voor scholing/training op het gebied van signalering op alle niveaus van de signaleringsladder (behalve niveau 0). Daarbij gaat het met name om het herkennen van signalen, bijvoorbeeld van een licht verstandelijke beperking, mishandeling/verwaarlozing, dementie, hersenletsel. De aanbeveling is dan ook om kennis en vaardigheden voor signalering op te nemen in scholingsprogramma’s. Plannen voor vervolg Op een aantal elementen is verdere ontwikkeling nodig: - Beschrijving van de treden van de ‘signaleringsladder’ en per trede handvatten voor verbetering van signalering beschrijven/ontwikkelen - Onderzoek en voorstellen over het integreren van bestaande (en nieuwe) signaleringsinstrumenten in de nieuwe sociale infrastructuur. Welke instrumenten gaan 3
-
-
we ook in de toekomst gebruiken en hoe maken we daarbij de verbreding naar de verschillende leefgebieden en leeftijden? Antwoord geven op de vraag hoe Meldpunt AMK/SHG en Vangnet & Advies worden geïntegreerd binnen de nieuwe sociale infrastructuur. Blijft hun opdracht zoals nu of moeten hier wijzigingen in plaatsvinden Ontwikkelen en realiseren van een samenhangend scholings-/trainingsaanbod op het gebied van signalering
4
Thema 3: Het gesprek en het afspreken van oplossingen Beschrijving van het thema Bij dit thema gaat het erom dat zowel bij gemeente als in team van wijkwerkers (door vrijwilligers/professionals) op een goede, eenduidige manier het gesprek met inwoners gevoerd kan worden. Resultaat/wat willen we bereiken? Komen tot een optimale uitvoering van Het Gesprek door het ontwikkelen en implementeren van methodiek, competenties, opleiding & coaching, organisatie-aspecten, leidraad voor gespreksvoering. Wat zijn de vraagstukken waar we mee aan de slag gaan? Hoe vinden de toekomstige toegangsprocessen plaats? Wanneer wel/niet een gesprek? Welke criteria hanteren we daarbij? (zie ook verband met zelfindicatie uit deelthema 1) (zie ook verband met thema ondersteuningsstructuur) Hoe definiëren we Het Gesprek? Afbakening nodig? Wie voert Het Gesprek? Wie niet? Waarom? Wat is nodig aan faciliteiten, methodieken en instrumenten om het Gesprek te kunnen voeren? Welke keuzes maken we daarin? De uitkomst van Het Gesprek wordt vastgelegd in een ondersteuningsplan. Hoe ziet dat er (in 3D) uit? Hebben we daarvan in Almere al goede voorbeelden? En buiten Almere? Wat is de functie van dit plan in de zin van wetgeving? Open voor bezwaar/beroep? Welke competenties zijn nodig voor het voeren van het gesprek (let op: aan dit thema wordt ook op andere plek gewerkt en er is landelijk al veel info beschikbaar) Voorlopige resultaten De werkgroep heeft een inventarisatie gemaakt van methodieken voor brede gespreksvoering. Drie methodieken zijn onderzocht: 1) “Waar wilt u naartoe?” Een oplossingsgerichte methodiek voor “het gesprek” 2) Wat werkt: Motiverende gespreksvoering? 3) Het STARR-gesprek met Coachkaarten Op basis daarvan is afgesproken de eerste methodiek als basis te kiezen met aanvullingen vanuit de andere methodieken. In bijlage 4 is daarom een beschrijving van deze methodiek opgenomen. Advies van de werkgroep is om dit verder uit te werken tot dè gespreksmethodiek in Almere en op basis daarvan wijkwerkers en gezinsbegeleiders te scholen. Daarnaast heeft de werkgroep competenties beschreven voor wijkwerkers en gezinsbegeleiders en geadviseerd om die te benutten bij de vormgeving van de nieuwe sociale infrastructuur. Plannen voor vervolg Onderzochte methodieken uitwerken tot een gespreksmethodiek voor Almere.
5
Thema 4: Toegang tot collectieve en individuele vormen van ondersteuning (en uitkeringen) Beschrijving van het thema Bij dit thema gaat het om het afwegingskader dat leidt tot het (al of niet) inzetten van collectieve en individuele voorzieningen, dan wel PVB/PGB Resultaat/wat willen we bereiken? Er is een afwegingskader/handboek en uiteindelijk ook een verordening ter ondersteuning van deze processen, professionals van gemeente en wijkteams kunnen hiermee werken. Wat zijn de vraagstukken waar we mee aan de slag gaan? Kunnen we vanuit 3D-perspectief op een nieuwe manier het proces van toegang tot individuele en collectieve vormen van ondersteuning vorm geven? Dus een toegangsproces waarin de gehele situatie van een huishouden, bezien vanuit de verschillende levensgebieden, in het afwegingskader wordt betrokken – 1 huishouden, 1 plan, 1 aanpak. Wat betekent dit voor het afwegingskader (verordening en verstrekkingenbeleid Wmo, Jeugdwet, WWB, Participatiewet) In het beleidskader staat dat we in Het Gesprek afspraken maken over de resultaten en dat we de benodigde ondersteuning inzetten in de vorm van een Persoonsvolgend Budget (PVB). Hoe gaat dat als we uitgaan van 3D-perspectief? Welk afwegingskader kunnen we opstellen dat werkers kunnen gebruiken en dat helder is voor betrokken inwoners. Voorlopige resultaten De werkgroep heeft een startnotitie gemaakt (zie bijlage). Daarin staat een eerste opzet voor het afwegingskader. Plannen voor vervolg Op basis van de startnotitie zal de komende maanden in een vaste werkgroep worden gewerkt aan de uitwerking van het afwegingskader. Planning voor eerste oplevering is december 2013.
6