Bijlage 5 Uitwerking en analyses diepte interviews Nut en noodzaak Bestuurlijk niveau De geïnterviewde wethouders geven aan het nuttig te vinden dat TZHO er is. Men ziet het als hulpmiddel om samenwerking uit te bouwen en het biedt de verschillende diensten de mogelijkheid om faciliteiten te centreren op één plek. Op bestuurlijk niveau is het ontstaan van TZHO omschreven als: Het is de uitkomst van een discussie die gevoerd is in de SEA, het versterken van de samenwerking tussen overheid en ondernemers. Het WGSP is door de koppeling met TZHO meer zichtbaar. Vraag en aanbod op de markt kan zich sneller ontmoeten. De ambitie van de wethouders is om TZHO nog beter te gaan benutten. Het betrekken van andere diensten, zoals vergunningverlening integreren. Via TZHO kan dit integraal worden aangepakt. Ook kunnen vacatures sneller en beter worden vervuld. Als het aantal werkzoekenden terug loopt, dan geeft dit economische slagkracht. TTZ Alle geïnterviewde van TTZ vinden het nuttig dat TZHO er is. Het is een nieuwe manier voor de gemeente om met de samenleving samen te werken en de omgeving te verbeteren. TZHO dicht een gat voor ondernemers en zorgt voor zakelijke verbinding. Ook is TZHO een middel voor de 1 loket functie, waarbij de overheid hun diensten kan bundelen. Het is een unieke tool om overheid en ondernemers met elkaar samen te brengen. Door gezamenlijke huisvesting zijn de communicatielijnen kort. Ook kan TZHO bijdragen aan de behoefte inventarisatie. Daarnaast kan de informatie-‐uitwisseling verder verbeterd worden, waardoor de communicatielijnen nog korter kunnen worden. Het gaat om de win-‐win situatie. Starters kunnen ook terecht in TZHO. Startersbeleid is een belang van iedere inwoner. Elke inwoner kan bedenken dat hij/zij ondernemer wil worden. Starters kunnen alle benodigde informatie krijgen binnen TZHO. Laagdrempelige toegang vergroot de aanloop. De geïnterviewde geven aan dat TZHO is ontstaan op basis van de volgende behoeften en/of ontwikkelingen: • Het samenbrengen van gemeente, ondernemers en burgers. • Korte communicatielijnen, voor bijvoorbeeld werkgelegenheid. • Het verenigen van belangen door partijen samen te brengen. • Het is een behoefte van ondernemers. Dit is ook in de SEA aangegeven en onderzocht in de “plint”. • Het is een plek waar activiteiten kunnen plaatsvinden, die samenwerking tussen betrokken partijen stimuleert. • Het stroomlijnen van dienstverlening van overheid richting ondernemers via één loket. • Behoefte aan kennisdelen en informatie gemakkelijk toegankelijk maken. • De gemeente wil de ondernemer in staat stellen invulling te geven aan samenwerking, bijvoorbeeld t.b.v. werkgelegenheid. • Door de terugtrekkende overheid zal de kamer van koophandel starters minder/niet faciliteren, waardoor er lokaal een behoefte ontstaat om starters te blijven begeleiden. TTZ spant zich in om deze behoeften te vervullen en richten zich op dit moment primair op: • Goed luisteren. • Invulling geven aan verbinding, platform bieden, het koppelen en netwerken. • Inspelen op informatie. • Ervaringen delen. • Afstemmen, succes maken en ruimte bieden.
• • • •
Knelpunten bespreken. Het organiseren van bijeenkomsten. Uitvoering van startersbeleid. Spreekuren zijn ingepland.
Programmaraad Alle geïnterviewde programmaraadleden geven aan het nuttig te vinden dat TZHO er is. Het is een unieke kans voor de stad als het gaat om economie en werkgelegenheid. Verbinden, dat is waar het om gaat. Er is een fysiek punt waar ondernemers en overheid elkaar kunnen ontmoeten. Ook door de terugtrekkende overheid zullen ondernemers meer samen moeten werken. TZHO kan hiervoor een middel zijn. Ook door noodgedwongen zelfstandigheid is een één loket functie waardevol. Daarnaast kan TZHO een verbindende factor zijn binnen en voor de regio. Over de nut en de noodzaak van de programmaraad, hebben de geïnterviewde de volgende mening en ervaringen gedeeld: • Leden vinden het nuttig dat er een programmaraad is ingesteld, mits verantwoordelijkheden en bevoegdheden vooraf duidelijk zijn. • De programmaraad dient als raad van toezicht en kan invloed uitoefenen. • De programmaraad kan dienen als voorportaal die luistert naar de behoefte en wensen en kan ideeën toetsen en toevoegen. Dit moet passen binnen de doelstellingen. De programmaraad kan hierin een adviserende partij zijn. Niet toezicht houden op de uitvoering, maar wel controleren of het idee voldoet aan het grotere plan. • De sessies van de programmaraad verliepen in de start wat rommelig. De start was onduidelijk. Als de start duidelijker was geweest, dan hadden we minder op een rijdende trein gesprongen en wisten wij beter waar wij naar toe gingen. • De programmaraad was de drijvende kracht achter de totstandkoming van het programma van TZHO. Op de vraag “ Wat voor rol zou de programmaraad volgens jou moeten hebben om meerwaarde te hebben binnen de programmering van de activiteiten binnen TZHO” hebben de geïnterviewde het volgende geantwoord: • Als denktank. • Raad van toezicht en moet indien nodig bindende adviezen kunnen uitbrengen. • Disciplines die uitvoerende voeden met ideeën en terugkoppeling krijg over de uitwerking van deze ideeën. • Als voorportaal voor het toetsen van ideeën. • Adviserende rol. • Als de programmaraad het goed doet, maken ze zichzelf praktisch overbodig en moet de staande organisatie werkzaamheden overnemen. • Programmaraad is niet perse controlerend, maar de rol wordt verlegd naar puur adviserend. • Een aantal keer per jaar bij elkaar komen en creatief met ideeën komen om de programmering verder aan te vullen. • Meedenken met gebruikers . • Adviserend in tactische invullen “wat komt er op het programma” en toeziend op het bewaken van de visie en of activiteiten hiermee in lijn zijn. Signalerend, niet dwingend. De geïnterviewde hebben niet de indruk dat de programmaraad hun rol goed heeft kunnen invullen. Zij voelen zich te weinig serieus genomen en te weinig gekend. Plannen lagen op tafel, maar zijn niet ondersteund en uitgewerkt. Er was geen duidelijkheid over rollen, taken en bevoegdheden. De programmaraad heeft vooral ad hoc kunnen functioneren. De
programmaraad heeft wel een fundering kunnen leggen, waarmee de bestaande organisatie aan de slag is gegaan. Om de rol goed te kunnen oppakken, geven geïnterviewde aan de volgende zaken nodig te hebben: • Duidelijke herstructurering of stoppen. • Duidelijkheid over zeggenschap die de programmaraad heeft en op welke onderwerpen zij zeggenschap hebben. • Erkenning! • Ondersteuning van de staande organisatie. • Het duidelijk af kaderen van taken en rollen, rechten en plichten. • Door het bedrijfsplan wordt de rol van de programmaraad duidelijker. • Organisatorisch goed inrichten, anders heeft de programmaraad geen rol. De geïnterviewde geven aan de volgende rol te kunnen vervullen in het behalen van de TZHO doelstellingen: • Initiatief nemen. • Gebruik maken van de netwerken. • Gebruik maken van kennis en expertise. • Een goed programma opzetten. • Ideeën aandragen (om financiering rond te krijgen). • Wij kunnen het programma voor iedere doelgroep interessant maken. • Wij kunnen meehelpen in het SMART maken van doelstellingen. • Signaleringsfunctie. Als aandachtspunt wordt benoemd dat de regio nog onvoldoende is betrokken bij de programmering. Ondernemers De geïnterviewde geven aan dat zij het nuttig vinden dat TZHO er is. Hierbij is in één geval wel een voorwaarde genoemd, dat het nuttig is als daarmee de cultuur ook veranderd en 1 geval, die niet kan beoordelen of het nuttig is. Geïnterviewde vinden het nuttig, omdat het een plek is waar overheid en ondernemers elkaar kunnen ontmoeten. Door de terugtrekkende overheid ontstaat er een gat in behoeftevervulling richting ondernemers. TZHO kan dit gat opvullen. Er zijn mogelijkheden voor afstemming en het waarborgt communicatiekanalen. TZHO biedt een kans voor startende ondernemers om goed op te starten. TZHO kan een goede invulling zijn voor het beantwoorden van ondernemersvragen. TZHO kan ondernemers bij elkaar brengen, ondernemers kunnen elkaar leren kennen en samenwerking tussen ondernemers onderling kan bevorderd worden. TZHO toont aan dat de gemeente betrokken is en de link met WGSP is prima. Het is noodzakelijk dat ondernemers op één plek hun informatie kunnen vinden en alle relevante partijen vertegenwoordigd zijn. Aandachtspunt is balans te vinden in de programmering zodat ieder ondernemer een meerwaarde kan ervaren. Op dit moment ervaren de ondernemers dat TZHO nog niet van de ondernemer is of zij te weinig ervaring hebben met TZHO om dit te kunnen beoordelen. Ondernemers geven aan dat de volgende punten hier verandering in kunnen brengen: • Minder compacte huisvesting. • Meer regie. • Gratis parkeren. • Benoemen zakelijk leider. • Ondernemers eigenaar van TZHO. • Naamsbekendheid verbeteren. • Thema bijeenkomsten (met meerdere ondernemersverenigingen).
• • • • • • •
De ondernemers betalen in feite al belasting, maar de gemeente ziet dit anders. Detailhandel is te weinig vertegenwoordigd. Plan, visie, budget en doorpakken. TZHO in beeldvorming loskoppelen van de gemeente en communiceren dat TZHO van de ondernemer is. Meer meetings in kleinschaligere setting, waardoor ondernemers elkaar rustig kunnen spreken. Vrijdagmiddagborrel. Politiek moet zich ook meer laten zien in TZHO.
De meeste ondernemers zijn bekend met TZHO, veelal op de hoogte gebracht door ondernemersverenigingen en door mond tot mond reclame (bijvoorbeeld via de wethouders of Yvonne van Amstel). Ondernemers vinden dat TZHO 82% (gemiddelde) moeten scoren als het gaat om naamsbekendheid binnen Zoetermeer. Ondernemers vinden dat TZHO 60% (gemiddelde) moeten scoren als het gaat om naamsbekendheid in de regio.1 De kansen die ondernemers zien in relatie tot TZHO zijn ook geïnventariseerd en meegenomen in bijlage 3. De ondernemers verwachten van TZHO: • Kunnen sparren, kennisdelen en klankborden. • Het moet innovatief zijn. • Het concept moet meegaan met de tijd. • Het concept moet zichtbaar zijn. • Er moet meer structuur zijn en het concept mist de stip aan de horizon. • Het concept moet congruent zijn in alle facetten. • De regio geeft aan te verwachten dat hun starters gebruik zullen maken van de startersfaciliteiten. • één punt voor ondernemersvragen. • De ondernemers is tevreden met de antwoorden. • TZHO moet de functies van de KvK in stand houden. • Goede samenwerking tussen alle partijen. • TZHO moet ook iets voor de detailhandel kunnen betekenen. • Netwerken. • Begeleiden van startende ondernemers. • Samenwerkingsverbanden opzetten. • Netwerken en lokaal projecten delen. • Dat mijn wensen als ondernemer snel wordt opgepakt en ik niet jarenlang met een issue zit en moet afwachten of er nog iets gebeurt. • Gericht ondernemers bij elkaar brengen op basis van thema. Ondernemers geven aan dat deze verwachtingen nog niet uitkomen of dat zij niet in staat zijn dit te beoordelen vanwege kennisgebrek. Ten aanzien van de rol voor ondernemers voor het organiseren van activiteiten binnen TZHO, geven ondernemers de volgende rollen weer:
1 Ondernemers uit de regio vinden dat dit tussen 70 en 80% moet liggen, terwijl de Zoetermeerse
ondernemer het gemiddelde omlaag haalt met tussen 40-‐60%.
• • • • • • • •
Leiderschap. Bedrijfspresentatie. Inspiratiesessies. Hulp bieden bij start ups. Initiatief nemen om activiteiten te organiseren. Samenwerking. Spreekuren verzorgen (halen en brengen). Actieve rol voor ondernemersverenigingen om behoeften van leden te vervullen door middel van activiteiten.
Het rapportcijfer dat ondernemers nu geven is gemiddeld: 5,8 Dit moet in de toekomst ieder jaar met 0,5 punt omhoog tot aan het gemiddelde van: 8,3 (als einddoel) Eindconclusie Nut en Noodzaak Op dit moment ervaren de ondernemers dat TZHO nog niet van de ondernemer is of zij te weinig ervaring hebben met TZHO om dit te kunnen beoordelen. Dit kan veranderen door: Minder compacte huisvesting, meer regie, gratis parkeren2, benoemen van zakelijk leider, ondernemers eigenaar van TZHO3, naamsbekendheid verbeteren, thema bijeenkomsten (met meerdere ondernemersverenigingen), betere vertegenwoordiging Detailhandel, door het opstellen van een plan, visie, budget formaliseren en actie ondernemen, TZHO in beeldvorming loskoppelen van de gemeente en communiceren dat TZHO van de ondernemer is, meer meetings in kleinschaligere setting, waardoor ondernemers elkaar rustig kunnen spreken, vrijdagmiddagborrel en doordat de politiek zich ook vaker laat zien in TZHO De meeste ondernemers zijn bekend met TZHO, veelal op de hoogte gebracht door ondernemersverenigingen en door mond tot mond reclame (bijvoorbeeld via de wethouders of Yvonne van Amstel). Ondernemers vinden dat TZHO 82% (gemiddelde) moeten scoren als het gaat om naamsbekendheid binnen Zoetermeer. Ondernemers vinden dat TZHO 60% (gemiddelde) moeten scoren als het gaat om naamsbekendheid in de regio.4 Het rapportcijfer dat ondernemers nu geven is gemiddeld: 5,8 Dit moet in de toekomst ieder jaar met 0,5 punt omhoog tot aan het gemiddelde van: 8,3 (als einddoel)
2 Gratis parkeren is niet op te lossen via TZHO en kan derhalve buiten beschouwing gelaten worden. 3 Ondernemers als eigenaar komt overeen met scenario 3 en kan daarom voor dit bedrijfsplan buiten
beschouwing gelaten worden. Dit plan heeft namelijk scenario 2 als einddoel. 4 Ondernemers uit de regio vinden dat dit tussen 70 en 80% moet liggen, terwijl de Zoetermeerse ondernemer het gemiddelde omlaag haalt met tussen 40-‐60%.
Totaalscore nut en noodzaak:
2
Nut en noodzaak ja Nut en noodzaak misschien
25
In totaal hebben 25 geïnterviewde aangegeven het nuttig te vinden dat TZHO er is. 2 geïnterviewde geven aan dat dit afhankelijk is van bepaalde voorwaarden. Deze twee respondenten zijn ondernemers. Ondernemers-‐en vestigingsklimaat Bestuurlijk niveau De wethouders zijn van mening dat ondernemers die binnenlopen met vragen, hun vragen op één punt moeten kunnen stellen en de vraag moet zoveel mogelijk direct kunnen worden beantwoord. Dit naast de beschikbare informatie op het internet. Het is een rand voorwaardelijke rol van de overheid om het vestigingsklimaat goed te houden, dan wel te verbeteren waar dit kan. Wethouders geven aan dat TZHO een regionale functie heeft en daarom willen wij de ondernemers en regio hierbij betrekken (mede via de SEA). Ondernemersverenigingen kunnen een rol spelen om ondernemers te betrekken. Het hoeft niet perse een vaste club te zijn, als ondernemers zich maar bundelen in een vereniging waar de gemeente afspraken mee kunnen maken. TTZ TTZ geeft aan dat TZHO de volgende bijdragen kan doen om het ondernemers-‐ en vestigingsklimaat te verbeteren: • Door werk, onderwijs, infrastructuur van de stad (inclusief verkeer en vervoer) en de dienstverlening van de overheid te verbeteren. • Gezamenlijke projecten draaien die positief van invloed zijn op de omgeving. • Behandelen van vragen en antwoorden naar tevredenheid. • Het verbinden van ondernemers onderling. • De buitenwereld laten zien dat het prettig vestigen is in Zoetermeer. • één loket functie. • Deregulering. • In communicatie laten zien dat men in Zoetermeer samenwerkt (overheid en ondernemers). • Inventariseren van knelpunten en deze oppakken. • Informatie bundelen en beschikbaar stellen. • Faciliteren bij de totstandkoming van goede producten.
Alle geïnterviewde geven aan dat de inrichting van de stad van invloed kan zijn op het vestigings-‐ en ondernemersklimaat. De genoemde invloeden zijn: • Bereikbaarheid, aanwezigen faciliteiten en toegankelijkheid worden benoemd als essentiële factoren voor het ondernemers-‐ en vestigingsklimaat. • Ook speelt het imago van de stad een grote rol. • Ook aspecten als opleidingsniveau en leeftijdsspreiding zijn relevant. • Bereikbaarheid met auto en OV in combinatie met aanwezige parkeerplekken worden als belangrijkste aangemerkt. TTZ ziet hun rol in het kader van het ondernemers-‐ en vestigingsklimaat als luisteren, verbinden, informatie verstrekken/uitwisselen, faciliteren en initiëren. Ook moeten alle ondernemers de meerwaarde van TZHO kunnen zien. Rol van TTZ als het gaat om samenwerking tussen ondernemers en overheid: • Klankborden/kennisdelen. • Elkaar blijven aanspreken. • Partijen samen brengen. • Via het SEA programma samenwerken in projecten die de doelstelling ondersteunen. • Alert blijven op de behoefte. • Organiseren van events. • Ondernemers vragen events te organiseren. Rol van TZHO als het gaat om verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven: • Kennis uitwisselen. • Goede informatievoorziening. • Gezamenlijk projecten doen. • Gezamenlijk events organiseren. • Accountmanagers WGSP inventariseren opleidingsbehoefte. • Kan een betere aansluiting van vraag en aanbod faciliteren. • SOB vestigen in TZHO. • Behoefte inventarisatie. • Samenwerking tussen betrokken partijen bevorderen en verbinden van betrokken partijen. Programmaraad De geïnterviewde van de programmaraad geven aan dat TZHO de volgende bijdragen kan doen om het ondernemers-‐ en vestigingsklimaat te verbeteren: • Het zijn afgeleiden van elkaar. Door TZHO goed te benutten is een goed vestigings-‐ en ondernemersklimaat een logisch gevolg. • De unieke samenstelling binnen TZHO. • Biedt kennis en kennis is macht. • Korte lijnen met politiek en ambtenaren. • Het verbinden van ondernemers onderling. • De diensten van de KvK in stand houden. Alle geïnterviewde geven aan dat de inrichting van de stad van invloed kan zijn op het vestigings-‐ en ondernemersklimaat. De genoemde invloeden zijn: • De manier waarop de stad ontsloten is (zowel auto als OV). • Hoe mensen zijn opgeleid. • Structuur van industrieterreinen en bedrijventerreinen. • Als je een ICT stad wilt zijn, moet de opleiding ook in de buurt gegeven worden.
• • • •
Stadshart verdient aandacht, de verbinding tussen de dorpsstraat en het stadshart moet gerealiseerd worden. Vergunningverlening. Fysieke infrastructuur. Clusteren van doelgroepen en kijken wat er nodig is om deze doelgroep te faciliteren.
De geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen een goede samenwerking bevorderen tussen overheid en ondernemers: • Hebben van vertrouwen. • Open staan voor elkaar. • Respect voor elkaar. • Elkaar serieus nemen. • Binnen zonder kloppen. • Toegankelijk zijn. • Accepteren als je het niet eens met elkaar bent. • De overheid kan ondernemers budget geven om maatschappelijke problemen op te lossen namens de overheid. De ondernemers kan dit vaak goedkoper dan de overheid. De overheid mag dan ook iets van de ondernemers verwachten. • Deregulering. • Heldere procedures en regelgeving. • Gezamenlijke draagvlak. Rol van TZHO als het gaat om verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven: • Door het gesprek aan te gaan en te verbinden. • Ondernemers geven gastcolleges op de scholen. • Onderwijs aanpassen op ondernemerstrends en behoeften. • Onderwijs bewegen om in contact te treden met ondernemers. • Onderwijs is reactief en de boeken zijn vaak verouderd, de ondernemers moeten de aanvulling geven op de theorie. • Investeren in continue kennisontwikkeling. • Doelgroepen bij elkaar te brengen en op basis van onderwerp/thema samenwerking zoeken. Ondernemers De geïnterviewde ondernemers geven aan dat TZHO de volgende bijdragen kan doen om het ondernemers-‐ en vestigingsklimaat te verbeteren: • Eerst inventariseren (behoefte vs. gehele stad), plannen schrijven, dan actie. • Voorkom leegstand in bestaand panden. • Betere bereikbaarheid van bedrijventerreinen (qua OV verbinding). • Totaal visie. • Samenwerking KvK en Syntens. • Weet wat er speelt bij ondernemers. • Gratis parkeren. • één loket functie. • Als het programma alle ondernemers trekt, trekt dit nog meer andere ondernemers aan. • Ambtenaren moeten meer meedenken. • De ondernemers in de detailhandel moeten TZHO meer leren kennen en moeten meer betrokken worden. Alle geïnterviewde geven aan dat de inrichting van de stad van invloed kan zijn op het vestigings-‐ en ondernemersklimaat. De genoemde invloeden zijn: • Sociale invloeden.
• • • • • •
De inrichting moet congruent zijn. Leer eerst de omgeving kennen en maak daarna pas keuzen over de inrichting. Bereikbaarheid moet goed zijn (auto en OV); maakt of breekt 30%-‐40% van je omzet. Toegankelijkheid is zeer essentieel. Bereikbaarheid van bedrijventerreinen. Parkeervoorzieningen.
De geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen een goede samenwerking bevorderen tussen overheid en ondernemers: • Wederzijds respect. • Continuïteit in het contact met de overheid (vertrekkende politici, maar gemeente ambtenaar blijft). • Ambtenaren moeten meer naar buiten gericht zijn. • De wethouder moet het gastheerschap kunnen delegeren aan hun ambtenaren. • Activiteiten organiseren die gericht zijn op het verbeteren van het vestigings-‐ en ondernemersklimaat. • Goede communicatie en vertrouwen. • Goede afstemming over onderwerpen. • Luisteren naar de behoefte (wederzijds). • Niet een eigen agenda opleggen. • Kennis delen. • Duidelijkheid van zaken geven. • Wethouders en burgemeester moeten zichtbaar en aanspreekbaar zijn. • Vragen direct beantwoorden en niet parkeren (opvolgen van acties). Rol van TZHO als het gaat om verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven: • Ontmoeting organiseren. • Onderwijs de vestiging verlaten voor bedrijfsbezoek. • SOB: koppeling maken afstemmingsvraag en aanbod probleem. • Activiteiten opzetten op basis van branche. • Er moeten meer ondernemers participeren, niet telkens dezelfde. • Ondernemers kunnen studenten helpen om studiekeuzen te maken. • SOB onder RVOZ hangen om onderwijs en ondernemers rechtstreeks bij elkaar te brengen (in Rijswijk werkt dit al jaren zo). Eindconclusie Vestigings-‐ en ondernemersklimaat Er kan worden vastgesteld dat TZHO als middel voor het verbeteren van het vestigings-‐ en ondernemersklimaat kan dienen. Het gaat hier primair om zaken als: De één loket functie, het verbeteren van de dienstverlening vanuit de overheid, deregulering, behoeften van ondernemers meten en hierop inspelen. Door iedere geïnterviewde is aangegeven dat de inrichting en infrastructuur van de stad van invloed is op het vestigings-‐ en ondernemersklimaat. TZHO kan hierin een rol spelen om wensen m.b.t. inrichting en infrastructuur van de stad te inventariseren en als ondernemersvraag kan worden meegenomen. Hierbij is het van groot belang dat er beargumenteerd terugkoppeling volgt, zeker wanneer een initiatief niet wordt opgepakt. Werkgelegenheid Bestuurlijk niveau Wethouders geven aan dat zij graag afspraken willen maken met bedrijven over het afnemen van bijstandsgerechtigden. Ook in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Bedrijven moeten het naar hun zin hebben. Door het aanpassen van de aanbestedingsregels kunnen kleinere bedrijven nu ook meedoen en dit komt de lokale economie ten goede. Wij sturen de accountmanagers op pad om nieuwe bedrijven zich in Zoetermeer te
laten vestigen. Het gaat om het vasthouden van bestaande bedrijven en het aantrekken van nieuwe bedrijven. MKB zorgt voor werkgelegenheid en deze groep moet goed bediend worden. TTZ Geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen nodig zijn om werkgelegenheid te bevorderen: • Groei van gevestigde bedrijven. • Een goed ondernemersklimaat. • Aantrekken van nieuwe ondernemers/bedrijven. • Bestaande ondernemers behouden en faciliteren met uitbreiding. • Bestaande bedrijven ambassadeur maken van de stad. • Op jonge leeftijd ondernemerschap bevorderen. Jong ondernemerschap is belangrijk. • Toegevoegde waarde: Vanuit de uitkering een bedrijf starten. Geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen nodig zijn om werkgelegenheid te bevorderen in relatie tot TZHO: • Ondernemersklimaat, Vestigingsklimaat en Werknemersklimaat zijn allemaal belangrijk. • De koppeling van het WGSP. • Aandacht voor ondernemers. • De combinatie van programmamanager SEA, WGSP en starters coördinatie komt de werkgelegenheid ten goede. • Naamsbekendheid en ambassadeurschap. • Trots op je stad campagne. Ondernemer van de maand benoemen. Geïnterviewde geven aan dat de rol van TTZ hierin is: • Koppeling werkplein en TZHO. • Werkt aan samenwerking. • Luisteren en verbindingen leggen. • Interne zendingsmissie binnen de gemeente. • Zorgen voor kruisbestuiving. • Rol is breder dan TZHO, maar kan wel een rol coördinerende spelen. • 2 geïnterviewde zien dit niet als een rol voor TTZ. PPS in combinatie tot het creëren van werkgelegenheid. Geïnterviewde geven aan de volgende mogelijkheden te zien: • Projecten doen met ZZP-‐er en subsidie. • De verbinding met het werkplein maken. • Als de ondernemer geld verdiend is de bereidheid tot samenwerken groter. • De kans geven aan projecten en volgens een nieuwe manier tot stand laten komen. • Samenwerkingsverbanden te sluiten op gebied van werkgelegenheid. • Een beter vestigingsklimaat betekent meer werkgelegenheid. • De winst van PPS is elkaar scherp te houden en breed draagvlak te creëren. Op de vraag “Hoe kunnen uitkeringsgerechtigden een rol spelen bij het creëren van werkgelegenheid zonder reguliere arbeidsplaatsen te verdringen” is door geïnterviewde beantwoord met: • Zicht blijven houden op wederzijdse belangen. • Potje opbouwen in plaats van terugbetalen (bij baan of ZZP opdracht) Werk moet lonen. • Het principe dat dit gebeurt, is niet juist. • Niet, er is altijd sprake van arbeidsverdringing bij gesubsidieerde arbeid. • Bij een groeimarkt ontstaat er wel aanvullende reguliere arbeid.
• • • • • •
Geheel gesubsidieerde arbeid is niet wenselijk, het gaat om uitstroom naar reguliere banen. Door werk dat nog niet wordt opgepakt (bv groenonderhoud en papierprikken). Door het bundelen van werkgevers ontstaat er wellicht een behoefte waardoor de ondernemers gezamenlijk een arbeidsplek kunnen creëren. Meer bedrijvigheid. Meer ZZP. Meer mensen die ondernemer worden.
Koppeling TZHO en WGSP: “Hoe kan deze koppeling het aantal uitkeringsgerechtigden verminderen?” Geïnterviewde hebben hierop geantwoord: • Betere samenwerking tussen EZ en WGSP. • Werkplein aan het concept toevoegen. • Door werkervaringsplekken zoals de gastvrouw functie bij TZHO. • Social Return. • Successen verkopen en delen. • Angst over de doelgroep wegnemen. • Oplossingsgerichte grondhouding aannemen. Programmaraad Geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen nodig zijn om werkgelegenheid te bevorderen: • Goed draaiend bedrijfsleven. • Grote bedrijven stimuleren zich in Zoetermeer te vestigen (of uit te breiden). • Gezamenlijk buigen over de vraag “Hoe lossen we het op?”. • Door innovatie, door prioriteit te geven aan initiatieven in de innovatiesector, zoals de ICT sector. • Het ontslagrecht versoepelen. Dan kunnen pieken voor ondernemers gemakkelijker worden opgevangen (flexibiliteit voor de ondernemer). • TZHO en de gemeente focus hebben op geschikte instroom. De juiste trigger vinden om mensen uit de kaartenbak in beweging te krijgen en bij te scholen. Op deze manier breng je doorstroom op gang. Wanneer dit is gerealiseerd, kunnen er bij ons meer mensen aan het werk. • Een goed vestigings-‐en ondernemersklimaat. • Creatief zijn. TZHO kan ondernemers op ideeën brengen. Juist door ondernemers bij elkaar te brengen en te luisteren naar de behoeften en wensen van de ondernemer. Eerst weten wat er bij de ondernemers speelt, daarna pas stimuleringsmaatregelen nemen. • Heeft te maken met het investeringsklimaat. De ondernemers moeten de ruimte krijgen om activiteiten te ontplooien. Ondernemers nemen risico’s, banken niet meer, daardoor kunnen ondernemers minder investeren. Als je duurzame werkgelegenheid wilt creëren, dan moet je als overheid risico dragend investeren in ondernemingen die langdurige arbeidsplaatsen kunnen realiseren. • Deregulering. Aandachtspunt: • De gemeente alleen kan hooguit een paar procent verschil maken t.o.v. het landelijke gemiddelde (ongeveer 5%). • De aanpak en het creëren van werkgelegenheid vereist een gestructureerde en goed gefundeerde aanpak. De afdeling EZ kan dit oppakken. Geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen nodig zijn om werkgelegenheid te bevorderen in relatie tot TZHO:
• • • • • • •
•
1. Eerst gesprekken (intervisie per branche), 2. Vragen waar ondernemers tegenaan lopen en de behoefte inventariseren en 3 het multiplier effect. Vanuit TZHO kunnen er coaching programma’s worden opgezet voor werkzoekenden. Contacten met scholen en het betrekken van de sociale dienst voor goede instroom bij bedrijven. Via TZHO kunnen ondernemers elkaar laagdrempelig ontmoeten. Via TZHO kunnen behoeften van ondernemers worden geïnventariseerd. TZHO moet een laagdrempelige balie zijn. De balie van de gemeente, voor ondernemers. TZHO als forum waar ondernemers plannen kunnen indienen en TZHO de ondernemers helpt de plannen te financieren. Er zijn genoeg partijen die nog investeren. Kijk naar de voorwaarden van financiering en denk mee met de ondernemer. Door het bundelen van krachten van de verschillende ondernemersverenigingen, kan er beter worden aangegeven waar de ondernemers behoefte aan hebben. Er kan groter draagvlak worden gerealiseerd. In de regio ondernemers bundelen om kansen te zoeken en samen te werken.
• PPS in combinatie tot het creëren van werkgelegenheid. Geïnterviewde geven aan de volgende mogelijkheden te zien: • Het onderwijs is een voorbeeld waarbij PPS voordeel zou bieden. • De PPS moet worden doorgetrokken naar projecten met een specifiek doel. • TZHO als centraal punt te midden van alle stakeholders. • Geef de programmaraad als doelstelling mee, dat er samenwerking tot stand moet komen, er meer mensen aan het werk moeten en er een goed programma moet komen, die de doelstellingen ondersteunen. • Weet waar de behoeften liggen, dan kan hierop worden ingespeeld. • Samen oplossingsgericht denken. • Er wordt onvoldoende geluisterd (voorbeeld: de verhoging van het stadhuisplein. Dit heeft geen meerwaarde en daarom werkt het niet). • TZHO als forum waar ondernemers plannen kunnen indienen en TZHO de ondernemers helpt de plannen te financieren. Er zijn genoeg partijen die nog investeren. Kijk naar de voorwaarden van financiering en denk mee met de ondernemer. • PPS opleggen als aanbestedingsvoorwaarde. • Opdrachten vanuit de overheid uitbesteden aan ondernemers in de regio. Op de vraag “Hoe kunnen uitkeringsgerechtigden een rol spelen bij het creëren van werkgelegenheid zonder reguliere arbeidsplaatsen te verdringen” is door geïnterviewde beantwoord met: • Uitkeringsgerechtigden missen vaak de werkervaring. De werkgever zou coach kunnen worden van de uitkeringsgerechtigden voor directe synergie. Je moet begrip kweken tussen partijen . Het is veel te geformaliseerd. • De meest simpele weg is, hen werk laten doen dat anderen niet willen doen. Dit is wel de minst elegante manier. Deze vraag kan aan de programmaraad gesteld worden. • Inzetten op EQ en waardevol maken voor de samenleving. Bijvoorbeeld door werken bij de voedselbank of bij de vereenzaming van ouderen. • Ouders moeten beter betrokken worden bij het onderwijs. • Mensen in de bijstand moeten iets terug doen voor hun uitkering, zoals Jette Kleinsma ook heeft aangekondigd. Dit kunnen kleine opdrachten zijn, zoals sneeuw ruimen. Als iemand kwaliteiten heeft en deze laat zien, kan iemand groeien naar een baan. • De houding van de maatschappij moet veranderen als het gaat om bijvoorbeeld schoonmaak werk. Dit werk is ook nuttig. Mensen moeten waardering krijgen voor het werk dat gedaan wordt. • De houding van de kandidaat moet ook veranderen.
• •
Minder stigmatisering. Als je eenmaal werkloos bent in Nederland, sta je achter omdat je inactief bent. Je kan niet zeggen dat je ontslagen bent. Niet, want het creëren van werkgelegenheid begint bij ondernemers, niet bij uitkeringsgerechtigden.
Koppeling TZHO en WGSP: “Hoe kan deze koppeling het aantal uitkeringsgerechtigden verminderen?” Geïnterviewde hebben hierop geantwoord: • Door sessies te organiseren en begrip te kweken. Vanuit de doelstelling verbinden en elkaar leren kennen. • Vanuit TZHO kunnen er coaching programma’s worden opgezet voor werkzoekenden. • Contacten met scholen en het betrekken van de sociale dienst voor goede instroom bij bedrijven. • De meest simpele weg is, hen werk laten doen dat anderen niet willen doen. Dit is wel de minst elegante manier. Deze vraag kan aan de programmaraad gesteld worden. • Inzetten op EQ en waardevol maken voor de samenleving. Bijvoorbeeld door werken bij de voedselbank of bij de vereenzaming van ouderen. • Ouders moeten beter betrokken worden bij het onderwijs. • Lastig, want je kan niet meer vacatures maken, dan die er zijn. Maar je kan wel ondernemers en uitkeringsgerechtigden samen brengen en wijzen op de faciliteiten, waardoor de ondernemer in staat is de voordelen te zien en toe te passen binnen het bedrijf. Onbekend maakt onbemind. • Het moet een doelstelling zijn van TZHO om kansen te creëren. Het gaat om goede afstemming tussen vraag en aanbod. WGSP voeden met behoeften van ondernemers. Doe een kunstje dat waarde heeft voor de ondernemers, bijvoorbeeld door het opleiden van mensen. • Op een flexibele manier uitkeringsgerechtigden een plek geven. Kijk goed naar competenties en kwaliteiten van mensen. Niet gelijk een contract, maar laat werkgever en werknemer elkaar eerst aftasten. Ondernemers Hebben de ondernemers mogelijkheden tot groei? Ja en nee, hieronder de antwoorden die ondernemers hebben gegeven: • Ja (2x) • Als er meer werk is. Als het economisch aantrekt hebben wij meer ruimte voor meer mensen. • In deze periode kennen wij een periode van krimp. Wel natuurlijk verloop, maar dezelfde hoeveelheid. • We hebben absoluut mogelijkheden tot groei. • Het zijn voornamelijk producten die als luxe worden gezien, maar bij aantrekken van de economie gaat het beter. • Dit winkelcentrum draait nu ook weer beter en zien we groei in de winkelomzet. Dus op langere termijn zouden er zeker arbeidsplaatsen kunnen ontstaan. • Dit ligt aan markvergroting, dat betekent voor mij meer arbeid. • Momenteel niet, nog steeds te maken met de crisis. • Als er geen verloop is, dan komen er geen plekken vrij. • Nee, op dit moment niet. • Ja, maar hangt van verschillende facetten af. In hoeverre ben je in staat risico's te nemen. • Dit heeft ook te maken met regelgeving van de landelijke politiek. • De ondernemer heeft het gevoel gestraft te worden door personeel aan te nemen.
Wat is er nodig om groei tot stand te laten komen? (benodigde hulp) • Enige hulp via TZHO: Dat lokale ondernemers werk uitbesteden aan ons. Als wij hierin een rol kunnen spelen, dan ontstaat er groei. • Goede ideeën zijn welkom. Mensen met een andere kijk op ondernemen, bij voorkeur niet bouw gerelateerd. • Dat ze qua ondernemen niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten (politiek). Dat zij al denken dat er al 3 Mc Donalds zijn en dat dit genoeg is. Er kunnen er ook 5 zijn wat mij betreft. Ondernemer zegt dat het kan, dan moet de politiek niet zeggen dat het niet kan. Als ik meer markt wil en deze wil beschermen door meer locaties te starten, dan is dat vanuit de ondernemers heel logisch. Als ze een concurrent neerzetten op mijn potentiele 4e locatie, is dat een aanslag voor mij als ondernemer in mijn cash flow. Als de concurrent er komt, moet ik snijden in de kosten om de blijven concurreren en dit gaat ten koste van banen. • Lokaal opdrachtgeverschap ondersteunen. Dus de betrokken partijen in Zoetermeer preferentie geven in tenders. • Vooral het gebied niet alleen qua infrastructuur, maar als heel gebied aantrekkelijk maakt en mensen trekt. Veiligheid, verlichting, parkeren, stroefheid van trappen. Maak het winkelgebied aantrekkelijk. De gemeente moet keuzes maken en ook wat je doet serieus nemen. Inventariseer wat er nodig is. De ondernemers is zelf ook verantwoordelijk voor groei en ondernemen. Events moeten aansluiten op het gebied. • Er moet wel een visie en doel achter TZHO zitten. • Knelpunten waar ondernemers mee zitten. Ze hebben niet altijd de tijd om langs te gaan ergens. Misschien een optie om eens per jaar langs te gaan. Dan wordt de drempel ook minder hoog. • Het faciliteren van meters op goede plekken. Ik moet me er thuis voelen. Voor ondernemers is het belangrijk dat dit goed gefaciliteerd wordt, dit is ook onderdeel van het vestigingsklimaat. De gemeente heeft de detailhandel destijds verkocht aan beleggers, daardoor is de huur voor ondernemers duurder. Als de gemeente eigenaar was gebleven, was dit een cash cow geweest. Het grondgebied had veel potentieel. Woningbouwverenigingen kunnen ondernemers ook faciliteren, als er een scheiding speelt en werknemers hebben huisvesting nodig, want problemen van werknemers zijn vaak problemen voor werkgevers. Nu zijn er minder multinationals die meebetalen aan sociale woningbouw. • Lokale politiek kan het signaal doorgeven aan de landelijke politiek: wat wel en niet werkt voor ondernemers. De gemeente doet dit ook actief, maar niet gestructureerd. • Nee, ook met hulp van de gemeente heeft dit geen effect. Enkel wanneer er opdrachten worden verstrekt. De hulp van public affaires is wel positief. En wat nog meer positief is, is dat het college aanwezig is bij hoog bezoek. • Iedereen kan hulp gebruiken • Per winkel zou dat wel eens handig kunnen zijn. • geen tegenwerking • Voorbeeld: Christaan Langeveld van Worrel en Jetten houdt hier wekelijks kantoor. Als ik een keer mijn businessplan zou willen spiegelen en dat kost zoveel, dan zou ik daar wel interesse in hebben. Feedback op plannen. Zit het verdienmodel wel goed. Geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen nodig zijn om werkgelegenheid te bevorderen:
•
• •
•
• • • • • • • •
Realiteitszin, er is 75% verdiencapaciteit in de zachte economie (detailhandel, dienstverlening). Er moet wat gebeuren om deze groep weer een bijdrage te laten leveren. Arbeid is te duur geworden. Bruto-‐netto is anders voor de ondernemers. Er zijn veel extra kosten. Geld lenen is duurder vanwege hoge rentes. Misschien dat crowd-‐funding of het nieuwe bankieren uitkomst kan bieden. Bouw moet geholpen worden om deze markt weer aan te laten trekken. Kan niet alleen binnen Zoetermeer worden opgelost. De gemeente kan iets doen aan het ondernemersklimaat, maar de ondernemer moet de rest doen. De ondernemer moet niet worden tegengewerkt. Uiteindelijk moeten ondernemers het zelf doen. Het begint bij de ondernemer/werkgever de ruimte te bieden om goede ondernemers te zijn. En arbeidspotentieel beschikbaar is. De toegankelijkheid over en weer moet de overheid bevorderen en dan is het de verantwoordelijkheid voor partijen om hier invulling aan te geven. Geen dode paarden trekken. Gebiedsverbetering en gebiedsmarketing Beter draaiende economie Projecten delen, zoals de bouw van TZHO. En daardoor doen we nu samen meer projecten. Zoveel mogelijk lokaal onderbrengen van opdrachten en te koppelen dat het moet leiden tot meer werkgelegenheid. Social return. Open visie in de breedste zin van het woord. Als een bedrijf zegt: ik wil 2 vestigingen zeggen, zeg dan niet dat het niet kan. Dat is voor type bedrijven als Panteia niet aan de orde. Meet initiatieven voor het aantrekken van bedrijven. En het verstrekken van overheidsopdrachten [versnellen stadhuisopgave bijvoorbeeld]
Geïnterviewde geven aan dat de volgende elementen nodig zijn om werkgelegenheid te bevorderen in relatie tot TZHO: • Elke ondernemer transparant maken wat er allemaal te koop is in Zoetermeer. Het moet toegankelijk zijn, door categorie verdeling, laat zien wat er is en vergroot de vindbaarheid. Niet alleen de lokale overheid moet ook lokaal gunnen, maar ook de ondernemers onderling. TZHO kan hierin faciliterend zijn. Ons kent ons. Ga voor een lokaal sterke economie. • Is Zoetermeer en TZHO overstijgend • Parkmanager: weet wat er is, wees daar zuinig op, actief en proactief in gesprek met ondernemers om maatwerk te leveren. • Behoeftepeiling bij ondernemers en bij potentiele werknemers en als het ware de behoefte in te vullen, te vertalen naar vraag en antwoord geven. Het kan een scholingsaspect zijn wat ontbreekt. Bij werken naar vermogen: wat kan er wel? Interactie tussen partijen en werknemers en werkgevers. • Bijvoorbeeld gedeelde straatmanagement aanbieden aan winkelgebieden. • Als economie beter gaat de rest ook beter draaien….dan moet je wel op de hoogte zijn wat er speelt bij de ondernemers. Dus korte lijnen om informatie te krijgen. • Dan zou je het ondernemershuis als platform kunnen gebruiken om informatie te geven over welke projecten die spelen. Kan via het internet. Bijvoorbeeld: Ik heb een project waarvoor ik drie bouwbedrijven nodig heb, schrijf je in. • De gemeente is leidend als het gaat om de social return.
•
Dat er controle is op het nakomen van afspraken richting ondernemers als het gaat om ondernemersvragen. Dat de ondernemer ook antwoord krijg. Een soort helpdesk die een call aanmaakt. Afhankelijk van het probleem wordt er prioriteit gehangen aan de vraag. Daarna komt een rapportage over wanneer de call is afgehandeld. Ook als sturingsinformatie. En de tevredenheid meten.
PPS in combinatie tot het creëren van werkgelegenheid. Geïnterviewde geven aan de volgende mogelijkheden te zien: • Door in ieder geval samen te werken met lokale MKB bedrijven. Gemeente Zoetermeer doet dit goed. • Proactieve parkmanager die de verbinding vormt, nadruk op proactief. • De SEA in Zoetermeer en EPL in Lansingerland. Dit zijn goede voorbeelden van een goede PPS constructies. En wat we doen op het grensvlak publiek-‐privaat projecten samen te doen. Bijvoorbeeld revitaliseren van bedrijvenpark Rodenrijs. Het aanpakken van het publieke terrein resulteerde in privaat het opknappen van eigen omgeving. Goede interactie en samen willen. Het ondernemershuis kan dit ook zijn. De overheid moet ook actief participeren en elkaar willen ontmoeten. • Door te richten op projecten en projectmatig samenwerken op gerichte onderwerpen. Niet alles tegelijk doen. • Kennis geven en publiekelijk maken van lopende werkzaamheden en projecten waar je als bedrijf een rol kan spelen. • Laat de ondernemers hun gang gaan. Ga hem niet tegenhouden in zijn ontwikkeling. • Op terreinen waar de belangen van de gemeente samenlopen met 1 of meer bedrijven. Wat zijn prioriteiten, waar willen we op investeren en wat kunnen we gezamenlijk doen. Op de vraag “Hoe kunnen uitkeringsgerechtigden een rol spelen bij het creëren van werkgelegenheid zonder reguliere arbeidsplaatsen te verdringen” is door geïnterviewde beantwoord met: • Dit kan niet, ik geloof hier niet in. Maar er is, vanwege de crisis een hoge werkdruk door te weinig arbeiders, daardoor zal het ziekteverzuim stijgen. Eigenlijk zou er lokaal een pakket van maatregelen moeten liggen om te voorkomen dat mensen in de uitkering raken. Een pakket voor behoud van personeel. • Ik denk dat als je kijkt naar de regio en je ziet hoeveel buitenlanders er in de tuinbouw en bouw werken. Als je deze banen door werklozen zou invullen, verdring je geen reguliere arbeid. • Door te onderhandelen met ondernemers. Er is ook een categorie die niet kans arm is, maar gewoon de aansluiting missen. Vindt de juiste organisatie bij de juiste persoon. • Uitkeringsgerechtigden zijn goedkoop voor werkgevers. Werken naar vermogen is ook betalen naar vermogen. En de overheid voegt het missende deel. Wil een werkgever hier niet voor betalen, dan is het niet evenredig. Verdringing is op alle niveaus van toepassing. Een overheid en ondernemers moeten ook zicht hebben op minder getalenteerde mensen. • Door een re integratieproject te maken. Hier kan je ook een project van maken. Het meest eenvoudig: Safe en clean teams. Kern: dat je ogen en oren zet in je gebied en handen die wat doen. Zet er trainers op en maak er een succes van. De Retail en industrieterreinen kan je hier enorm mee helpen.
• • •
•
•
Ik zou het niet weten. Thuis zitten is geen optie. Laat mensen iets doen bij verenigingen, stichtingen of ondernemers. Als ze maar activiteiten moeten doen voor hun uitkering. Is lastig. Dan zal er uitbreiding van bedrijven in Zoetermeer moeten komen en meenemen bij instroom van nieuwe bedrijven. Social Return bij vestigingen in Zoetermeer. Niet te hoge drempel opwerpen. Outlet ging niet door, door angst. Terwijl dit een kans is geweest, voor werkgelegenheid en toestroom van mensen naar Zoetermeer. En ondernemers kunnen deze mensen dan verder Zoetermeer intrekken. Zou kunnen in vorm van werkstages bij bedrijven om ritme en patroon te leren. Het kan wel positief effect hebben op hun CV en dat geeft meer kansen voor de uitkeringsgerechtigden. Extra werk creëren
Eindconclusie Werkgelegenheid De belangrijkste aspecten voor groei van werkgelegenheid in relatie tot TZHO zijn: Zorg voor een goed ondernemersklimaat, zorg voor een goed vestigingsklimaat, zorg voor een goed werknemersklimaat, het aantrekken van nieuwe bedrijven, aandacht hebben voor gevestigde bedrijven, gezamenlijk via PPS vorm projecten oppakken (al dan niet met subsidie), imago, naamsbekendheid en ambassadeurschap. Ook wordt onderwijs gezien als een belangrijk punt, omdat ondernemers op dit moment moeite hebben het juiste gekwalificeerde personeel te vinden. In PPS vorm ziet men over het algemeen genomen veel mogelijkheden in projectensfeer. Er zijn verschillende ondernemers geïnterviewd over de mogelijkheden tot groei. Ongeveer de helft van de geïnterviewde ziet mogelijkheden voor groei, ook in arbeidsplekken. Alleen sommige ondernemers geven aan dat een bepaalde marktvergroting hieraan ten grondslag moet liggen. Ook geven ondernemers aan dat dit afhankelijk is van de landelijke politiek, omdat de ondernemer het gevoel heeft gestraft te worden door personeel aan te nemen (vanwege de verplichte en hoge lasten die hiermee samenhangen). Ook zien ondernemers mogelijkheden wanneer alle bedrijven in Zoetermeer centraal in een overzicht worden beheerd inclusief hun bedrijfsactiviteiten, zodat de lokale ondernemer kan zien of er bepaalde diensten lokaal verkrijgbaar zijn. Ondernemers geven namelijk aan zelf ook werk uit te besteden buiten de regio. Organisatorisch Bestuurlijk niveau Welke bijdragen aan de vitale stad denkt u door middel van TZHO tot stand te kunnen brengen? Met ondernemers het probleem van de werkloosheid aanpakken. Winkelcentra op pijl houden, de fysieke kant van bedrijventerreinen op pijl houden en deze zaken te koppelen met de SEA. Het gaat om het versterken van de samenwerking door de fysieke en sociale inrichting. Het aantal arbeidsplaatsen vergroten. Zoetermeer heeft de ambitie om een woon en werkstad te zijn. De ambitie is om meer dan 50.000 banen beschikbaar te hebben. Misschien dat TZHO hier een rol in kan spelen. Er is bewust gekozen voor een woonstad met keuze voor werkgelegenheid. Daarom koesteren en bevorderen wij ondernemerschap. Wat heeft u beschreven in uw gemeentelijke visienota als het gaat om het TZHO? Het is een aanvulling op de samenwerking met het bedrijfsleven. TZHO is een middel dat nog niet beschreven staat in het beleidskader Economie. Het ontwikkelen van TZHO is wel een uitvloeisel van het beleidskader Economie. Ook bij het aanbod van arbeid is TZHO een middel.
TTZ Hoe functioneert TZHO op gebied van beheersing van de interne processen (primair en secondair)? • Opbouwfase, het gaat meer leven. • Het begin is er. Er moeten veel dingen opgepakt worden. Het team moet nog een goede modes vinden. Meer publiciteit geeft het ondernemershuis een boost, maar eerst de kinderziektes er uit. • Niet optimaal. Wel een vliegende start gemaakt. Nu gaande weg kinderziektes uit het concept halen. Meer inzetten op aanmeldingen van spreekuren en het doen van reserveringen. • Goed, de processen zijn aangepakt vanuit een bewegende situatie. Daardoor loopt niet alles even goed, maar de werkhouding en intenties van het team is goed. • Vallen en opstaan met de beste inzet en beperkte middelen. Het kan veel beter. • Ik kan dit niet goed beoordelen. • Er gaat veel parallel. Nog niet goed in control. Het team functioneert wel goed. Maar omdat processen en kaders onduidelijk zijn, loopt nog niet alles vlekkeloos. Er moet duidelijkheid komen in wie betaald, wie doet wat en wat zijn de prioriteiten. Onduidelijkheid in deze aspecten heeft een afremmende werking. • Nog niet in control, het is zoeken naar de goede formule. De aanbevelingen worden meegenomen in hoofdstuk 8. Hoe functioneert TZHO op gebied van de van interne en externe communicatie en informatiestromen? • Het begin is er, zowel in-‐ als extern. • Dit is onderschat. PR is de spin-‐off naar de toekomst. • Goed, kan beter. Er moet nu zwaar worden ingezet op marketing en communicatie. • Dit kan veel beter. Intern, binnen het teamoverleg, gaat het goed en zijn er korte lijnen, maar binnen de gemeentelijke organisatie kan het beter. Maar vergeet niet dat het met de beste inzet en beperkte middelen gebeurt. Communicatie naar buiten toe is nog in ontwikkeling. • Iemand inhuren om verbindingen te leggen. En informatie/processen structureren en coördineren tot een goed programma. En dit programma ook naar buiten brengt, het communicatieplan realiseert. • Nog niet voldoende. Processen stagneren. Externe communicatie is niet duidelijk voor wat betreft de agenda/website. Een goed communicatieplan ontbreekt. De aanbevelingen worden meegenomen in hoofdstuk 8. De vragen over bijdragen van ondernemers, zijn behandeld in f. Financiële paragraaf. Programmaraad Hoe functioneert TZHO op gebied van beheersing van de interne processen (primair en secondair)? • De programmaraad heeft gezien de omstandigheden hun best gedaan om in de opstartfase zoveel mogelijk verschil te maken. • Slecht (meerdere malen genoemd). • Het beeld dat bij mij leeft: Dat er nog veel losse eindjes zijn in de structuur met name. Ik zie nog geen heldere structuur.
•
•
Er zit groei in. De exposure naar buiten is opgepakt. Wat ik nog niet helemaal goed vindt, is de duidelijkheid onder de betrokkenen over de rollen. Goed dat het bedrijfsplan wordt opgesteld. Kan ik niet beoordelen. Ziet er mooi uit, maar ik kan de processen niet beoordelen.
De aanbevelingen worden meegenomen in hoofdstuk 8. Hoe functioneert TZHO op gebied van de van interne en externe communicatie en informatiestromen? • Slecht. • Met de website een hoop bereikt. Nu bekendheid onder de grote groepen ondernemers. Interne communicatie is niet goed. • Externe communicatie in de regio is ook niet goed. • Langzamerhand krijgt het begrip ondernemershuis bekendheid, maar nog niet iedere ondernemer kent zijn eigen belang. • Zij hebben nog niet het gevoel van betrokkenheid en het voordeel aan TZHO. • En wat ze daarvoor moeten doen en moeten inleveren. • Wat is zie extern. Het krantje, de billboards, is zichtbaar. De publiciteit van de opening was goed. Daar zie ik dat het wel goed gaat. • De doelgroep is vrij specifiek, aan hen moet de vraag gesteld worden. De aanbevelingen worden meegenomen in hoofdstuk 8. De vragen over bijdragen van ondernemers, zijn behandeld in f. Financiële paragraaf. Ondernemers Hoe functioneert TZHO op gebied van beheersing van de interne processen (primair en secondair)? • Het lijkt me aardig. Maak me zorgen dat de programmamanager SEA vertrekt. • Kan ik niet goed beoordelen. In mijn beleving moet het nog van de grond komen. • Het moet nog groeien. • Goed maar is nog in een lerende fase. • Heb ik geen zicht op (meerdere malen genoemd) • Redelijk. • Eerste indruk is goed. • Goed. De aanbevelingen worden meegenomen in hoofdstuk 8. Hoe functioneert TZHO op gebied van de van interne en externe communicatie en informatiestromen? • Goed. Ik ben genoeg geïnformeerd. • Matig. • Matig tot slecht. • Kan sterker. • Ik weet het niet, dus zal het wel beter kunnen.
•
• • •
Er worden bijeenkomsten georganiseerd om kennis te delen. WGSP zit hier. Als ondernemers kan je afspreken met elkaar. Ik ben niet op de hoogte van het totale programma. Ik krijg nog niet iedere week een mail van TZHO. Ik verwacht wat meer mails van TZHO. Blijf pushen. In deze fase is het belangrijk om dit te doen. Ik heb alleen de actie met de handjes gezien. Verder zie ik er niet veel van. Zeker voldoende.
De aanbevelingen worden meegenomen in hoofdstuk 8. De vragen over bijdragen van ondernemers, zijn behandeld in f. Financiële paragraaf. Eindconclusie Organisatorisch Op zowel de beheersing van de interne processen (primair en secondair) als de interne en externe communicatie zijn nog veel verbeteringen mogelijk. TTZ heeft binnen de mogelijkheden goed gefunctioneerd, maar over een goede organisatie van interne processen en interne en externe communicatie kan nog niet gesproken worden.