Financiering niveau 4
Examenopgaven voorbeeldexamen
Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen bestaat uit de volgende documenten: examenopgaven correctiemodel Het aantal te behalen punten is 27. Voor alle vragen kan 1 punt behaald worden. De beschikbare examentijd is 1 uur en 45 minuten. De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: rekenmachine woordenboek
© 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering
Vraag 1
1 punt Wat is de naam van het dividend dat wordt uitgekeerd in aandelen? a cashdividend b keuzedividend c stockdividend
Vraag 2
1 punt Wanneer heeft een onderneming bij de (converteerbare) obligatielening te maken met disagio? a als de converteerbare obligaties worden uitgegeven tegen een koers die lager is dan de nominale waarde van de (converteerbare) obligaties b als de converteerbare obligaties worden uitgegeven tegen een koers die hoger is dan de nominale waarde van de (converteerbare) obligaties c als de gegeven interestvoet op de (converteerbare) obligaties hoger is dan de marktrente die op het moment van uitgifte van de (converteerbare) obligaties geldt
Vraag 3
1 punt Wat is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid? a b c d
Vraag 4
een commanditaire vennootschap een besloten vennootschap een eenmanszaak een maatschap
1 punt Wat zijn kenmerken van het maatschappelijk aandelenkapitaal? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. Het maatschappelijk aandelenkapitaal a is het maximale aandelenkapitaal dat door een nv mag worden uitgegeven zonder dat een statutenwijziging nodig is b is het maximale aandelenkapitaal dat een bv volgens haar statuten maximaal mag uitgeven c is altijd kleiner dan het geplaatste aandelenkapitaal d wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde
Vraag 5
1 punt Met welk begrip wordt de mate waarin een onderneming kan voldoen aan haar opeisbare betalingsverplichtingen, aangeduid? a b c d
cash flow nettowerkkapitaal solvabiliteit liquiditeit
Financiering niveau 4
3 / 12
Vraag 6
1 punt Wat wordt opgenomen in een resultatenbegroting? Let op, er zijn meerdere antwoorden juist. a b c d
Vraag 7
verwachte gelduitgaven verwachte geldontvangsten verwachte opbrengsten verwachte kosten
1 punt Welk van onderstaande verhoudingen geeft de debt-ratio weer? a eigen vermogen / totaal vermogen b vreemd vermogen / totaal vermogen c eigen vermogen / vreemd vermogen
Vraag 8
1 punt De debt ratio per 31 december van jaar 2 is hoger dan de debt ratio per 31 december van jaar 1. Wat betekent een toename van de debt ratio voor de solvabiliteit in jaar 2? De solvabiliteit in jaar 2 is: a verslechterd b verbeterd c gelijk gebleven
Vraag 9
1 punt Wat is de formule voor de rentabiliteit van het eigen vermogen? a winst/gemiddeld eigen vermogen x 100% b (winst + interest vreemd vermogen)/gemiddeld eigen vermogen x 100% c (winst + interest vreemd vermogen)/gemiddeld totaal vermogen x 100%
Vraag 10
1 punt Van een onderneming zijn over de jaren 1 tot en met 5 de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen (RTV) en de interestvoet van het gemiddeld vreemd vermogen (IVV) als volgt: Jaar 1 2 3 4 5
RTV IVV 13,37% 7,42% 15,49% 6,12% 16,01% 5,96% 13,88% 7,51% 12,35% 7,83%
Welke conclusie kan uit dit overzicht getrokken worden met betrekking tot de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen (RTV) en de interestvoet van het gemiddeld vreemd vermogen (IVV)? a b c d
de RTV is tot en met jaar 3 verbeterd en de IVV is tot en met jaar 3 verslechterd de RTV is tot en met jaar 3 verslechterd en de IVV is tot en met jaar 3 verbeterd zowel de RTV als de IVV is tot en met jaar 3 verbeterd en daarna verslechterd zowel de RTV als de IVV is tot en met jaar 3 verslechterd en daarna verbeterd
Financiering niveau 4
4 / 12
Vraag 11
1 punt Bij handelsonderneming Bruinsma is in jaar 1 de omzetsnelheid van de gemiddelde voorraad 5. De omzetsnelheid van de gemiddelde voorraad in de branche waartoe handelsonderneming Bruinsma behoort is 5,6. Wat zegt een lagere omzetsnelheid over de hoogte van de gemiddelde voorraad bij handelsonderneming Bruinsma in vergelijking met de branche? De gemiddelde voorraad bij handelsonderneming Bruinsma in vergelijking met de gemiddelde voorraad in de branche is: a hoger b lager c gelijk
Vraag 12
1 punt De omzetbedragen van het product A in jaar 1 en jaar 2 zijn respectievelijk € 439.936,-- en € 586.342,--. De verkoopprijs van product A is in jaar 1 € 56,-- en in jaar 2 € 59,--. Wat is het enkelvoudig hoeveelheidsindexcijfer van het product A in jaar 2 met jaar 1 als basisjaar? Rond af op een geheel getal. Vul het getal in.
Vraag 13
1 punt Een onderneming heeft op 1 januari van jaar 1 een 5% annuïteitenlening voor een bedrag van € 40.000,-- met een looptijd van 20 jaar afgesloten. De jaarlijkse annuïteit is € 2.590,09. Jaarlijks wordt de interest en de aflossing betaald op 31 december, voor het eerst in jaar 1. Wat is de aflossing op 31 december van jaar 3? Rond af op een geheel bedrag. Vul het bedrag in. €
Vraag 14
1 punt Op de balans per 31 december van jaar 10 van een onderneming staat een 6% hypothecaire lening o/g voor een bedrag van € 2.800.000. Op de 6% hypothecaire lening o/g is op 1 juli van jaar 10 € 200.000,-- afgelost. Wat zijn de totale interestkosten in jaar 10 van de 6% hypothecaire lening o/g? Vul het bedrag in. €
Financiering niveau 4
5 / 12
Vraag 15
1 punt Op 31 december van jaar 5 zal de heer Bakker een bedrag ontvangen van € 7.300,--. De samengestelde interestvergoeding is 4% per jaar. Wat is de contante waarde per 1 januari van jaar 1 van het op 31 december van jaar 5 door de heer Bakker te ontvangen bedrag van € 7.300,--? Rond af op een geheel bedrag. Vul het bedrag in. €
Vraag 16
1 punt De betalingstermijn van een leverancier is 45 dagen. Bij betaling binnen tien dagen verstrekt deze leverancier een korting van 1% over het factuurbedrag. Een jaar wordt gesteld op 365 dagen. Wat zijn de kosten van het ontvangen leverancierskrediet in een percentage per jaar? Vul het percentage in. Als het percentage geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. %
Vraag 17
1 punt De balans per 31 december van jaar 1 van een handelsonderneming ziet er als volgt uit: Balans per 31 december jaar 1 (× € 1.000,--) Vaste activa 7.500 Geplaatst aandelenkapitaal Afschrijving vaste activa 2.150 Reserves 5.350 6% Hypothecaire lening o/g Voorraad goederen 1.200 Crediteuren Debiteuren 1.250 Rekening-courantkrediet bank Vooruitbetaalde bedragen 570 Winst na belasting Liquide middelen 398 Totaal 8.768 Totaal
3.000 1.350 2.800 910 360 348 8.768
De winst-en-verliesrekening over jaar 1 ziet er als volgt uit: Winst-en-verliesrekening over jaar 1 (× € 1.000,--) Inkoopwaarde van de omzet 18.000 Omzet Loonkosten 2.750 Afschrijvingskosten vaste activa 400 Interestkosten 204 Overige kosten 3.298 Winst na belasting 348 Totaal 25.000 Totaal
25.000
25.000
Overige gegevens zijn: de op de balans vermelde bedragen mogen als gemiddelde worden beschouwd voor jaar 1, behalve de winst na belasting van jaar 1; de winst is gelijkmatig over jaar 1 gerealiseerd.
Financiering niveau 4
6 / 12
Wat is de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen na belasting over jaar 1? Vul het percentage in. Als het percentage geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. % Vraag 18
1 punt De balans per 31 december van jaar 3 van een handelsonderneming ziet er als volgt uit: Balans per 31 december jaar 3 (× € 1.000,--) Gebouwen 11.250 Geplaatst aandelenkapitaal Afschrijving gebouwen 3.225 Reserves 8.025 5% Hypothecaire lening o/g Voorraad goederen 1.800 Crediteuren Debiteuren 1.875 Rekening-courantkrediet bank Vooruitbetaalde bedragen 855 Winstsaldo Liquide middelen 597 Totaal 13.152 Totaal
4.500 2.025 4.200 1.365 540 522 13.152
De winst-en-verliesrekening over jaar 3 ziet er als volgt uit: Winst-en-verliesrekening over jaar 3 (× € 1.000,--) Inkoopwaarde van de omzet 27.000 Omzet Personeelskosten 4.125 Afschrijvingskosten gebouwen 600 Interestkosten 306 Overige kosten 4.947 Netto winst 522 Totaal 37.500 Totaal
37.500
37.500
Overige gegevens zijn: de op de balans vermelde bedragen mogen als gemiddelde worden beschouwd voor jaar 3, behalve het winstsaldo over het boekjaar van jaar 3; de winst is gelijkmatig over jaar 3 gerealiseerd. Wat is de rentabiliteit van het gemiddeld totaal geïnvesteerde vermogen in jaar 3? Vul het percentage in. Als het percentage geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. %
Financiering niveau 4
7 / 12
Vraag 19
1 punt De balansen van een handelsonderneming na winstverdeling per 31 december van jaar 12 en jaar 13 zien er als volgt uit (× € 1.000,--): Jaar 12
Jaar 13
Duurzame activa Voorraad goederen Debiteuren Liquide middelen
4.790 660 580 470
6.260 720 640 480
Totaal
6.500
8.100
Jaar 13
Aandelenkapitaal Reserves 4% Hypothecaire lening o/g 6% Converteerbare obligatielening Voorziening onderhoud Crediteuren Overige korte schulden
Jaar 12 3.200 1.500 500 450 150 550 150
Totaal
6.500
8.100
3.420 2.700 480 400 200 600 300
De winst-en-verliesrekening over jaar 13 ziet er als volgt uit (× € 1.000,--): Winst-en-verliesrekening over jaar 13 (× € 1.000,--)
Inkoopwaarde van de omzet Kosten duurzame activa Interestkosten Overige bedrijfskosten Nettowinst Totaal
6.000 Omzet 728 72 800 1.200 8.800 Totaal
8.800
8.800
Het gemiddeld geïnvesteerd vermogen wordt bepaald door het gemiddelde van de bedragen per 31 december van jaar 12 en per 31 december van jaar 13. Wat is de interestvoet van het gemiddeld vreemd vermogen in jaar 13? Vul het percentage in. Als het percentage geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. %
Financiering niveau 4
8 / 12
Vraag 20
1 punt Op de balans per 31 december van jaar 1 van een onderneming staan onder andere de volgende posten: Debiteuren € 1.250.000 Voorraden € 1.200.000 Crediteuren € 910.000 Op de winst-en-verliesrekening over jaar 1 zijn onder andere de volgende posten opgenomen: Omzet € 25.000.000 Inkoopwaarde van de omzet € 18.000.000 De overige gegevens over jaar 1 zijn: de op de balans vermelde bedragen mogen als gemiddelde worden beschouwd voor jaar 1; van de omzet in jaar 1 wordt 80% op rekening verkocht en de rest tegen contante betaling; de inkopen in jaar 1 zijn volledig op rekening; de omzetbelasting op de ingekochte en verkochte producten is 6%; het jaar wordt gesteld op 360 dagen. Wat is de gemiddelde krediettermijn debiteuren in jaar 1? Vul het aantal dagen in. Rond af op een geheel aantal dagen. dagen
Vraag 21
1 punt Op de balans per 31 december van jaar 4 van een onderneming staat de post voorraden voor een bedrag van € 600.000,--. Op de winst-en-verliesrekening over jaar 4 zijn onder andere de volgende posten opgenomen: Omzet: € 12.500.000 Inkoopwaarde van de omzet: € 9.000.000 De overige gegevens over jaar 4 zijn: de waarde van de voorraad op 1 januari van jaar 4 is € 450.000,--; de omzetbelasting op de ingekochte en verkochte producten is 21%. Wat is de omzetsnelheid van de gemiddelde voorraad in jaar 4? Vul het getal in. Als het antwoord geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in.
Financiering niveau 4
9 / 12
Vraag 22
1 punt Op de balans per 31 december van jaar 2 van een handelsonderneming staan onder andere de volgende posten: Debiteuren € 1.562.500 Voorraden € 1.500.000 Crediteuren € 1.137.500 Op de winst-en-verliesrekening over jaar 2 zijn onder andere de volgende posten opgenomen: Omzet € 31.250.000 Inkoopwaarde van de omzet € 22.500.000 De overige gegevens over jaar 2 zijn: de op de balans vermelde bedragen mogen als gemiddelde worden beschouwd voor jaar 2, met uitzondering van de voorraden; van de omzet in jaar 2 wordt 80% op rekening verkocht en de rest tegen contante betaling; de inkopen in jaar 2 zijn volledig op rekening; de waarde van de voorraad op 1 januari van jaar 2 is € 1.125.000; de omzetbelasting op de ingekochte en verkochte producten is 6%; een jaar wordt gesteld op 360 dagen. Wat is de gemiddelde krediettermijn van het crediteuren ontvangen leverancierskrediet in jaar 2? Vul het aantal dagen in. Rond af op een geheel aantal dagen. dagen
Vraag 23
1 punt De totale waarde van de activa op 1 januari van jaar 1 is € 3.410.000 en op 31 december van jaar 1 € 4.100.000. Verder is over jaar 1 gegeven: Omzet inclusief 21% omzetbelasting: Inkopen inclusief 21% omzetbelasting:
€ €
11.918.500 7.151.100
Wat is de omloopsnelheid van het gemiddeld totaal geïnvesteerde vermogen in jaar 1? Vul het getal in. Als het antwoord geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in.
Financiering niveau 4
10 / 12
Vraag 24
1 punt In jaar 4 heeft een dienstverlenende onderneming een omzet behaald van € 380.000,--. De eigenaar van de onderneming werkt fulltime (1 fulltime equivalent) in zijn onderneming. Zijn vrouw heeft een dienstverband in deeltijd van 0,2 fte. Daarnaast wordt een beroep gedaan op twee stagiairs die ieder 4 uur per week werken. Dit komt voor ieder van hen overeen met een deeltijd dienstverband van 0,1 fte. Wat is de arbeidsproductiviteit per fulltime medewerker (fte) in jaar 4? Rond af op een geheel bedrag. Vul het bedrag in. €
Vraag 25
1 punt De balans per 31 december van jaar 1 van een onderneming ziet er als volgt uit: Balans per 31 december jaar 1 (× € 1.000,--) Machines 5.625 Afschrijving machines 1.612 4.013 Voorraad goederen 900 Debiteuren 938 Vooruitbetaalde bedragen 426 Liquide middelen 298 Totaal 6.575
Geplaatst aandelenkapitaal Winstreserve 4% obligatielening Crediteuren Rabobank Winst na belasting
2.250 1.012 2.100 682 261 270
Totaal
6.575
Wat is de quick-ratio per 31 december van jaar 1? Vul het getal in. Als het antwoord geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in.
Financiering niveau 4
11 / 12
Vraag 26
1 punt De balans per 31 december van jaar 8 van een onderneming ziet er als volgt uit: Balans per 31 december jaar 8 (× € 1.000,--) Vaste activa 7.500 Afschrijving vaste activa 2.150 5.350 Voorraad goederen 1.200 Debiteuren 1.250 Vooruitbetaalde bedragen 570 Liquide middelen 398 Totaal 8.768
Geplaatst aandelenkapitaal Reserves Voorziening onderhoud 6% Hypothecaire lening o/g Crediteuren Rekening-courantkrediet bank Winst na belasting Totaal
3.000 1.350 200 2.600 910 360 348 8.768
Wat is de debt-ratio per 31 december van jaar 8? Vul het getal in. Als het antwoord geen geheel getal is, vul dan een antwoord met twee decimalen in.
Vraag 27
1 punt De balans van een handelsonderneming per 31 december van jaar 6 vóór winstverdeling ziet er als volgt uit: Balans per 31 december jaar 6 (bedragen × € 1.000,--) Gebouwen 2.400 Aandelenkapitaal Machines 790 Reserve Inventaris 360 Winstsaldo jaar 6 Vervoermiddelen 320 4% Hypothecaire lening o/g Voorraad goederen 1.840 Rekening-courant bank Debiteuren 760 Crediteuren Overige kortlopende activa 100 Overige kortlopende schulden Liquide middelen 30 Totaal 6.600 Totaal
350 2.220 780 1.350 580 960 360 6.600
Wat is het nettowerkkapitaal per 31 december van jaar 6? Vul het bedrag in. € Einde examen
Financiering niveau 4
12 / 12