Dossiernummer gemeente: 2014/12
Model III
GEMEENTE
Stedenbouwkundig attest
SCHILDE
Wat is de functie van dit attest? Dit attest is louter infOrmatief, bet heeft niet de waarde van een stedenbouwkundige wpm* of een verkavelingsvergunning. Het beslissende ondervek vindt pas plaats een aanvraag tot stedenbomPkundige vergunning of een verkavelingsaanpraag indient. Het attest loop( op geen enkele manier mad/ op de beslissing die dan genomen zal worden. In een aantal gevallen zal de aanvraag ook nog ondenvorpen worden aan een openbaar onderzoek.
Hoelang is het attest geldig? Dit stedenbouwkundig attest
gedurende twee jaargeldig vanaf het moment Pan de uitreiking.
Onder welke voorwaarden is het attest geldig? De gegevens in dit attest zijn geldig onder voorbehoud van 'Pi:Iv:Ong pan het geldende ruimte//ik uitvoeritoplan of van de regelgeving in deze periode. De voorschriften van goedgekeurde planner; van aanleg, ruimtelijke uilvoering.plannen, toegestane verkavelingen, rooiplannen en stedenbouwkundige verordeningen ijjn geldig zolang de verordenende bepalingen waaruit e voortdoeien bun bindende kracht behouden. Doordat de gegevens snel kunnen wijzigen, is het raadzaam PKgelmatirg een nieuw stedenbouwkundig attest aan te plasm.
Gegevens van de aanvrager Notaris Ann De Block Kaai, 28 2890 Sint-Arnands
2
Gegevens van het perceel PerceelNummer
Adres.StraatNaam
Adres.HuisNummer
(afd. 2) sectie B 563 L2
Liersebaan
48
Ingewonnen adviezen
Adres.BusNummer
II Advies van de gemachtigde ambtenaar //
Standpunt van het college van burgemeester en schepenen Het goed ligt in dit van kracht zijnde gewestplan, in woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, vo or openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp gewestplannen en de gewestplannen). Woongebied volgens K.B. 28 dec. 1972 Art.5 § 1.0. De eigendom is gelegen in het BPA Dorpskom-Zuid, deel 1, KB 25/02/1959 en ligt in de zone voor open bebouwing. (artikel 14). In deze zone worden alleenstaande of twee aan twee gegroepeerde woningen toegestaan. Dit bestaand kadastraal perceel heeft een oppervlakte van 554 m2. Het is de bedoeling om deze eigendom te verkopen als bouwgrond bestemd voor het bouwen van een woning volgens het BPA Dorpskom-Zuid, deel 1. Het advies van de dienst ruimtelijke ordening is voorwaardelijk gunstig. bij een eventuele bouwaanvraag dienen de adviezen opgelegd door de verschillende adviesverlenende instanties gerespecteerd worden de voorschriften van het BPA Dorpskom-Zuid, deel 1 dienen gerespecteerd te worden
Ondertekening Schilde, 19/05/2014 In opdracht:
Tine Vervisch
Dirk Bauwens
Gemeentesecretaris,
Burgemeester
pagina 1 van 1
littp://gisserv2k8/mapguide/mapagent/mapagent.fcgi?15/05/2014 11:21:36&SESSIO... 15/05/2014
VOQ,RS,QH:RifjE.N BLI HET BIJZONDER PLAN VAN AANLEG ALÇ.-IEMENE PEP.ALJNGEN (KB. 25.02.59) Artikel 1 - Het bijzonder plan van aanleg nr. I "DORPSKOM ZUID"(DEEL I & Ii) 3emeente Schilde is begrensd volgens de aanduidingen van bijgaand plan )e voorschnfte.n betreffende de verschillende gedeelten van dit plan hebben l oorrang op de bepalingen van het Algemeen Plan van Aanleg en de gerneeeteliike )oumerordening. rtikel 2 - OPENBARE WEGEN , De stroken in dit plan aangeduid voor openbare wegenis zullen , in zoverre og niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand of oor onteigening. De aanduidingen der verhardingen, boordstenen, vluchtheuvels, beplanting.' 9 dergelijke zijn enkel gegeven ten titel van inlichting. Toelating tot bouwen zal slechts verleend worden op kavels die recht r ee t< alen aan, of een regelmatige aangelegde toegang hebben tot een openbeee aarvan de rooilijnen door het Gemeentebestuur zijn vastgesteld en weaniae de Inleg, de verharding en de algemene uitrusting uitgevoerd zijn ovs,,,re.enkornstig 3en die hieraan door het Gemeentebestuur gesteld worden tikel 3- KAVELGRENZEN Alle kaveigrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilije der wegen trokken worden. Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsreuren van twee of meer jen elkaar gebouwde huizen zullen opgetrokken worden, moeten loodrecht op ne wlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de itergevels der gebouwen. 'kel 4 - BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZE.'N verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij: Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de i geduide lijnen verplichtend is, Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de ouwen mogen opgericht worden. Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste DRIE meter afstand van eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in tevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten and voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan F. meter (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplihte numafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot TWEE meter. al 5 - PrERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN Aile vrijstoande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband -Jilgebouvicie gebouwen, moeten als een architecturaal geheel afgewerkt en bel,;1,:*:,.(-3 mei behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn van de \'oOiOevel,
b. Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x) c. Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving. d. Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing. e. Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, v66r aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok. f. Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden. g. Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen. (x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempische machinesteen). Artikel 7
VELLEN VAN BOMEN Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van één meter of meer,gemeten op een meter hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde veiling noodzakelijk is voor: a. het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving. b. de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen. c. de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is,
L — BEPALINGEN GEMEENSCHAPPELIJK VOOR DE ZONES "GESLOTEN, HALF-OPEN en OPEN BEBOUWING" Artikel 9— MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN
Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op ZES meter, voor zover op het plan of in de "bijzondere voorschriften" geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendornspercelen met een breedte van minder dan VIER meter aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een waning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen. Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan VIER meter, maar minder dan ZES meter, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan warden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen. De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan ZES meter. Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan VIJF meter breedte, over de voile diepte van het gebouw. Artikel 10— ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones,indien deze zones op plan zijn aangeduid. Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan TWINTIG meter, Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft. Waar het gaat over gebouwen opte richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel. De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet warden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.
Artikel 14— ZONES VOOR OPEN BEBOUWING L A. Bestemming. Uitsluitend alleenstaande of twee aan twee gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbouwing van méér dan twee woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen. Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden. Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen. B. Bebouwing. a. Afstand tot erfscheidingen: zie Art,4 — par. c, en d. b. bouwdiepte: maximum vijftien meter tussen voorgevel en achtergevel. De twee aan twee te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte. De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok. De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels. c. Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok. Zie overigen artikel 5. C. Tuinen. a. Bestemming: Behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen. b. Bebouwing: Gebouwtjes met en oppervlakte van maximum veertig m2 en ten hoogste twee meter viiftig cm hoog (2,50 m) gemeten vanaf de grond tot bovenrand goot of druiprand, zijn toegelaten. Deze gebouwtjes moeten op ten minste twintig meter afstand achter de voorgevelbouwlijn worden opgericht. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen. C. Afsluitingen: Tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum één meter hoog en volledig in te planten met levendgroene haag. Betonpalen dikker dan 10 cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.