Beste Demo Jouw persoonlijke DNA-rapport! Na het zorgvuldig isoleren van je DNA hebben we jouw genetisch materiaal uitvoerig in kaart gebracht. In dit rapport combineren we jouw genetische eigenschappen met de meest recente wetenschappelijke inzichten. Op deze manier krijg je inzicht in de invloed die je genen hebben op: 1
Prestatie en training
2
Motivatie
3
Blessure en herstel
4
Voeding
Dit persoonlijke DNA-rapport bestaat uit twee delen: het overzichtsrapport en het technisch rapport.
Gebruikers module In het overzichtsrapport lees je in begrijpelijke taal wat we op basis van jouw genetische informatie kunnen concluderen en wat dit voor jou betekent.
Genetische marker module Het technische rapport bevat dezelfde informatie als het overzichtsrapport, maar gaat dieper in op de onderliggende genetica. Wil je weten welke variant je hebt van een bepaalde genetische marker en welke gevolgen dit voor jou heeft? Dan vind je dat hier.
2
Jouw persoonlijke DNA-rapport Met welke trainingsmethodiek en voeding je als sporter het meeste resultaat boekt, maar ook zaken als motivatie, blessure en herstel: het heeft allemaal een genetische basis. Een basis die wij hebben blootgelegd door jouw DNA te analyseren. Ondanks dat genen nooit het hele verhaal vertellen en niet bepalen wie je bent, spelen ze wel degelijk een belangrijke rol. Hieronder lees je welke invloed jouw DNA heeft op je sportprestaties en manier van sporten, op motivatie, blessure en herstel en op je voeding. Het kan gebeuren dat sommige van onze conclusies elkaar lijken tegen te spreken. We schrijven bijvoorbeeld dat je aanleg hebt voor een goede doorbloeding van de spieren. Dat is gunstig voor krachtsporten. Maar tegelijkertijd schrijven we dat je geen aanleg hebt voor een bovengemiddelde spiereffectiviteit. Dat is niet gunstig voor krachtsporten. Heb je dan wel of geen aanleg voor krachtsport? Op bepaalde vlakken wel, op andere vlakken minder. Dat is heel normaal: soms versterken genen elkaar, soms kom je ergens in het midden uit en soms werken ze elkaar tegen.
3
1 - Prestatie & training Ondanks dat genen nooit het hele verhaal vertellen en niet bepalen wie je bent, kunnen ze een significante invloed hebben. Er zijn een aantal genen gevonden die gelinkt kunnen worden aan de aanleg voor het trainen van kracht en uithoudingsvermogen. Kracht trainingen zijn kort en intensief - denk hierbij aan sprinten. De trainingen voor uithoudingsvermogen zijn juist langer en met een lage intensiteit - denk hierbij aan marathon lopen. Hiernaast spelen doorbloeding en vochthuishouding ook een belangrijke rol in je training.
Jouw genetische aanleg in het kort: ●
Je hebt geen aanleg voor een verbeterde doorbloeding, dus geen speciale aanleg voor krachtsport
Je hebt geen aanleg voor een verbeterde doorbloeding, dus geen speciale aanleg voor krachtsport Iedereen heeft een unieke samenstelling van spiervezel type, dit maakt dat de een meer een elite kracht sporter is dan de ander en dat voor iedereen de efficientie van spieren verschilt. Voor jou geldt er dat er geen indicatoren zijn voor een zeer efficiente spier effectiviteit. Oftewel geheel doorsnee maar, dus een gemiddelde aanleg voor kracht sport.
Onbekend advies {0} Onbekend genotype rs1042713/--
Je hebt geen aanleg voor een verbeterde doorbloeding, dus geen speciale aanleg voor krachtsport Voor jouw persoonlijke doorbloeding en bloeddruk zien wij dat je geen verhoogde doorbloeding en bloeddruk heb. Dit bekent dat je aanleg heb tot het behouden van een gezonde bloeddruk maar daarentegen geen verhoogde aanleg voor betere doorbloeding in spieren zal hebben ten opzichte van anderen.
4
2 - Motivatie & Sport Kan je motivatie om te willen trainen worden beïnvloed door je genen? Ons onderzoek laat zien dat er een connectie is tussen jouw bereidheid om te trainen en je genen. Voor sommige mensen werkt een strak en zwaar trainingsschema motiverend, terwijl dit voor anderen juist minder motiverend kan zijn.
Jouw genetische aanleg in het kort: ●
Je hebt geen aanleg tot jezelf extra goed te kunnen motiveren
Je hebt geen aanleg tot jezelf extra goed te kunnen motiveren Over het algemeen is aangenomen dat iedereen dezelfde motivatie heeft om te bewegen en sporten net zoals dat wij dat had uitgelegd in de andere marker die van invloed is op gen SPATS2L. Genetica is echter van veel invloeden onderhevig. Daarom is er uit onderzoek naar voren gekomen dat er een tweede marker is die de bereidheid om te sporten en de duur van het sporten ten dele beinvloed. Voor jou geldt een ietwat gemiddelde aanleg om jezelf te motiveren tot sporten voor deze marker. Het kan overigens zo zijn dat deze en de andere marker elkaar versterken of juist weer middelen.
Je hebt geen aanleg tot jezelf extra goed te kunnen motiveren Iedereen heeft een andere aanleg voor motivatie tot sporten en een andere activiteitsbehoefte en mate waarin iemand wil sporten. Hierover is nog zeker niet alles bekend. Maar uit een onderzoek is in ieder geval voor 1 meetpunt naar voren gekomen dat deze een indicatie geeft. Voor jou is er geen verhoogde aanleg voor een grote activiteitsbehoefte van toepassing. Dit maakt dat je jezelf goed moet motiveren om te gaan sporten.
5
3 - Gevoeligheid voor blessures Wat we ook doen, we kunnen blessures nooit compleet vermijden - het is inherent aan alle vormen van fysieke activiteit. Als we weten dat we een hoger risico hebben voor bepaalde typen blessures, dan kunnen we stappen nemen om het risico op deze blessures te minimaliseren. Het risico op het oplopen van bepaalde blessures is gelinkt aan specifieke genen - deze genen bepalen de gevoeligheid voor een bepaalde blessure. Zoals ook bij andere zaken, spelen omgevingsfactoren zoals welke sport wordt beoefend ook een belangrijke rol op het risico van een bepaalde blessure. In dit rapport zullen we je vertellen of jij met jouw genotype risico hebt op blessures en aan welke blessures jouw genotype voornamelijk is gelinkt. Wanneer blijkt dat je een verhoogd risico hebt, kan je jouw training aanpassen en zorgen dat je de kans op een blessure minimaliseert.
Jouw genetische aanleg in het kort: ● ●
Je hebt aanleg voor rugwervel klachten Je hebt geen aanleg tot een verhoogd risico op peesblessures
Je hebt aanleg voor rugwervel klachten Voor iedereen geldt een andere aanleg voor hoe goed onze ruggenwervels om kunnen gaan met harde schokken, bijvoorbeeld door hardlopen. Voor jouw geldt dit extra. Je hebt geen directe aanleg voor het beschermen van je rug-wervels. Wees dus extra voorzichtig met het belasten van je rug en wees je er van bewust dat je met de juiste techniek je rug belast.
Je hebt geen aanleg tot een verhoogd risico op peesblessures Voor jouw geldt dat er geen verhoogd risico is voor het oplopen van peesblessures. Maar bij sporten is een goede warming up altijd belangrijk, dit voorkomt onder anderen dat er toch blessures kunnen ontstaan aan de achillespees en pezen in het algemeen. Zorg er dus voor dat je altijd goed rekt en strekt alvorens je pezen teveel te belasten.
6
4 - Herstelvermogen Heel belangrijk is ook de capaciteit van het lichaam om zich te herstellen na een training of wanneer tegen alle voorzorgsmaatregelen in toch nog een blessure wordt opgelopen. Ook met betrekking tot de capaciteit van herstel van het lichaam is er onderzoek gedaan naar genetische factoren die van belang kunnen zijn om de hersteltijd in te korten of het herstel makkelijker te maken. Het kan voorkomen dat teamgenoten sneller herstellen van zware trainingen dan jijzelf doet, ondanks dat je dezelfde training hebt gehad. Door te begrijpen hoe jouw genen bijdragen aan jouw herstel, kan je je trainingsschema hierop aanpassen.
Jouw genetische aanleg in het kort: ● ● ●
Je hebt geen aanleg tot meer of minder vermoeide spieren en kramp Je hebt geen aanleg om beter te kunnen sporten op hoogte Je hebt niet meer aanleg tot kracht of duur sport
Je hebt geen aanleg om beter te kunnen sporten op hoogte Voor iedereen geldt een andere aanleg voor het opnemen van zuurstof (ook wel je VO2Max genoemd). Maar dit kan soms ook verschillen per omgeving. Voor jou geldt dat er niet een uitgesproken effect is. (denk aan grote hoogten of juist een laag gelegen land zoals Nederland). Dit kan goed zijn om te weten wanneer je jezelf moet voorbereiden op jouw specifieke sport in een land met een ander klimaat, maar ook een andere hoogte / zuurstof dichtheid.
Je hebt niet meer aanleg tot kracht of duur sport Deze marker is geassocieerd met de effectieve opname, gebruik en transport van zuurstof door het lichaam. Dat kan heel veel voordeel hebben op sporten waarbij er in zeer korte tijd veel explosieve kracht van jezelf wordt gevraagd. Denk hierbij aan powerliften, roeien, schaaten of sprinten. Voor jou is er een normaal, zeg maar gemiddelde aanleg voor het opnemen van zuurstof.
Je hebt geen aanleg tot meer of minder vermoeide spieren en kramp Ons lichaam breekt voor iedereen stoffen met een andere tempo af. Deze effecten, ook wel metabolisering genoemd is voor iedereen persoonlijk. Voor jou geldt een aanleg voor snelle metabolisering en dat heeft als bijkomend voordeel dat je spieren niet snel vermoeid zullen zijn en je relatief minder vaak last zal hebben van kramp.
7
5 - Voeding Om zo optimaal te kunnen presteren is goede voeding erg belangrijk. Het is per persoon verschillend hoe men reageert op bepaalde voedingsstoffen. Voor de een is het beter om juist vetten te eten, terwijl de ander juist koolhydraten nodig heeft. De juiste voedingsstoffen binnen krijgen hangt ook samen met je Body Mass Index (BMI). Hieronder zal worden aangegeven of je een aanleg hebt voor een ‘normale’ BMI, of misschien afwijkend. Als je dit weet, kan je dat verwerken in je training om de beoogde prestaties te behalen.
Jouw genetische aanleg in het kort: ● ●
Je hebt aanleg tot een gemiddelde BMI als uitgangspunt Je hebt een lichte aanleg voor overgewicht
Je hebt een lichte aanleg voor overgewicht In jouw DNA zien we een aanleg tot een licht verhoogde BMI (Body Mass Index) dat houdt in dat je een zekere aanleg heb tot overgewicht. Maar met sporten en een gezond dieet zal je dit goed onder controle kunnen houden. En het positieve is dat je naast een lichte aanleg tot een verhoogde BMI ook relatief iets sneller afvalt dan mensen met een aanleg tot een gezonde BMI.
Je hebt aanleg tot een gemiddelde BMI als uitgangspunt Jouw BMI (Body Mass Index) is waarschijnlijk gemiddeld. Dit staat los van de aanleg tot het ontwikkelen van een verhoogde BMI maar slaat meer op hoe je waarschlijk begint (je basis)
8
Genotype We delen 60 procent van ons DNA met fruitvliegjes, 90 procent met katten en meer dan 96 procent met chimpansees. Het DNA van twee verschillende mensen is dan ook voor een heel groot deel hetzelfde. Het piepkleine verschil tussen de genen van twee mensen maakt dat iedereen uniek is: jouw unieke genotype.
Varianten van genen: allelen Waaruit die verschillen tussen genen bestaan? Het kan bijvoorbeeld zijn dat waar een gen in jouw DNA de nucleotide Adenine heeft, iemand anders de nucleotide Guanine heeft. Het kan ook zijn dat er op die plaats een extra nucleotide aanwezig is (dit heet insertie), of juist een nucleotide ontbreekt (dit heet deletie). Die minuscule verschillen kunnen grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor de haarkleur, de bouw van de spieren of het metabolisme. Door die minuscule verschillen zijn er verschillende varianten van genen. Deze noemen we allelen (enkelvoud: allel). Als er twee varianten zijn van een gen en het ene allel heeft bijvoorbeeld Adenine waar het andere allel Guanine heeft, spreken we van het A-allel en G-allel.
Hoe analyseren we jouw DNA? Bij de analyse onderzoeken we korte strengen van jouw DNA. Dit DNA is afkomstig van het speeksel dat je naar ons hebt gestuurd. Tijdens de analyse brengen we in kaart uit welke nucleotiden jouw genen bestaan, dus hoe jouw genotype is opgebouwd. HierDit wordt sequencen genoemd. We kijken alleen naar de genen die een rol spelen bij het sporten en onderzoeken welke variant jij hebt van die genen. Bijvoorbeeld of jij op een bepaalde plaats in een gen nucleotide C hebt, waar iemand anders T heeft. Dus of jij het C-allel hebt van dit gen in plaats van het T-allel. Elk van die genen krijgt een zogeheten marker, een label met een registratienummer: de rsID. Deze registratienummers zijn gestandaardiseerd zodat onderzoekers waar ook ter wereld precies weten om welk gen en welke variant het gaat. De ene variant zal betekenen dat je over een bepaalde aanleg beschikt, terwijl de andere variant juist tot gevolg heeft dat je een verminderde aanleg hebt. Er zijn soms meerdere plekken waar genen van elkaar kunnen verschillen. Dan krijgen ze ook meerdere markers. Doordat we van veel varianten van genen weten welke invloed ze hebben op het menselijk lichaam, en doordat we in kaart hebben gebracht welke varianten van die genen jij hebt, kunnen we jou vertellen welke invloed jouw genen hebben op jouw lichaam.
11
Voorbeeld Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat gen PAPSS2 invloed heeft op de motivatie om te sporten. Gen PAPSS2 heeft een marker met het volgende rsID: rs10887741(C/T). Dat betekent dat op de plek met label rs10887741 in dit gen nucleotide C of T zit. Aangezien je de helft van je genen van je moeder erft, en de andere helft van je vader, zijn er drie mogelijkheden: CC: je hebt van beide ouders het C-allel geërfd. TT: je hebt van beide ouders het T-allel geërfd. CT: je hebt van één ouder het C-allel geërfd, en van de andere ouder het T-allel. Deze drie varianten worden genotyperingen genoemd. We geven dit als volgt weer in dit rapport:
Gen: PAPSS2 Marker: rs10887741(C/T) Over het algemeen wordt aangenomen dat iedereen dezelfde motivatie heeft om te bewegen en te sporten. Uit onderzoek is echter gebleken dat de bereidheid om te sporten en de duur van het sporten voor een deel wordt beïnvloed door deze marker. Jouw genotypering: CT
CC
Deze variant geeft een aanleg tot een gemiddelde motivatie om te sporten.
CT
Dragers van deze variant worden vaker geassocieerd met mensen die geregeld sporten en veel motivatie hebben om te sporten.
TT
Deze variant geeft een aanleg tot een gemiddelde motivatie om te sporten.
12
1 - Prestatie & training Gen: ACTN3 Marker: rs1815739 (T/C) Het ACTN3 gen is geassocieerd met snelle samentrekkingen van spieren en het geleverd vermogen. De SNP rs1815739 heeft een significante impact op de prestatie van krachtsport vs duursport. Jouw genotypering: TT CC
Vaker geassocieerd met goede spier efficientie en dus vaker geassocieerd met elite kracht athleten en sprinters.
TT
Individuen met het genotype TT zijn minder vaak geassocieerd met elite kracht athleten en er zou sprake zijn van verminder spier efficientie.
TC
Een mix van beiden waardoor het een middenmaat is. Wel vaker geassocieerd met sprinters als krachtsport.
Gen: ADRB2 Marker: rs1042713 (A/G) De marker rs1042713 in het ADRB2 gen is geassocieerd met een verschil tussen duursport en kracht athleten. Individuen met het A allel worden vaker geassocieerd met duursporter en G allel individuen wordt vaker geassocieerd met kracht athleten. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat individuen met het A alel een beter doorbloeding, zuurstof regulatie en hartslag hebben. Het ADRB2 gen heeft een rol in onder anderen het uitzetten / expanderen van de toegang naar de longen, het vormen van glucose in het lichaam en cardiale groei. Jouw genotypering: !!UNKNOWN !!unknown
Onbekend genotype {0}
Gen: AGT Marker: rs699 (A/G) Rs699 is een genetische marker die onder anderen verband heeft met spiergroei en de doorbloeding van actieve spieren en de hartspier. Een individu met de genotype GG is veelal geassocieerd met kracht georienteerde athleten. Wanneer er een betere doorbloeding is van spiervezels zal dit leiden tot een verbeterde spier prestaties en het modeleren van de hart spier in positieve zin.
13
Jouw genotypering: TT CC
Voor deze genetische marker rs699 zien wij dat allel GG, respectievelijk AG de aminozuur threonine codeert, dit leidt er toe dat er in het bloed plasma een hogere angiotensine concentratie is. Angiotenise is een hormoon en is een tussen product dat door de lever wordt geproduceerd. Dit tussen product wat door renine zal worden omgezet naar angiotensine I en onder invlode van enzym ACE zal worden omgezet naar angiotensine II. Welke verantwoordelijk is voor de resorptie van water en Na+. Dit heeft als effect dat er meer dorst zal zijn, wat de totale hoeveelheid vocht in het lichaam laat toenemen wat er toe leidt dat er een hogere bloeddruk is. Teven vernauwd angiotensine II de bloedvaten. Dragers van het genotype AA ondervinden deze invloed niet.
TT
Voor deze genetische marker rs699 zien wij dat allel GG, respectievelijk AG de aminozuur threonine codeert, dit leidt er toe dat er in het bloed plasma een hogere angiotensine concentratie is. Angiotenise is een hormoon en is een tussen product dat door de lever wordt geproduceerd. Dit tussen product wat door renine zal worden omgezet naar angiotensine I en onder invlode van enzym ACE zal worden omgezet naar angiotensine II. Welke verantwoordelijk is voor de resorptie van water en Na+. Dit heeft als effect dat er meer dorst zal zijn, wat de totale hoeveelheid vocht in het lichaam laat toenemen wat er toe leidt dat er een hogere bloeddruk is. Teven vernauwd angiotensine II de bloedvaten. Dragers van het genotype AA ondervinden deze invloed niet.
TC
Voor deze genetische marker rs699 zien wij dat allel GG, respectievelijk AG de aminozuur threonine codeert, dit leidt er toe dat er in het bloed plasma een hogere angiotensine concentratie is. Angiotenise is een hormoon en is een tussen product dat door de lever wordt geproduceerd. Dit tussen product wat door renine zal worden omgezet naar angiotensine I en onder invlode van enzym ACE zal worden omgezet naar angiotensine II. Welke verantwoordelijk is voor de resorptie van water en Na+. Dit heeft als effect dat er meer dorst zal zijn, wat de totale hoeveelheid vocht in het lichaam laat toenemen wat er toe leidt dat er een hogere bloeddruk is. Teven vernauwd angiotensine II de bloedvaten. Dragers van het genotype AA ondervinden deze invloed niet.
14
2 - Motivatie & Sport Gen: PAPSS2 Marker: rs10887741 (T/C) Over het algemeen is aangenomen dat iedereen dezelfde motivatie heeft om te bewegen en sporten. Uit onderzoek is echter naar voren gekomen dat de bereidheid om te sporten en de duur van het sporten ten dele is beinvloed door genetica en in dit geval deze marker die het PAPSS2 gen beinvloed. Jouw genotypering: TT CC
Deze variant geeft een aanleg tot een gemiddelde motivatie tot sporten.
TT
Deze variant geeft een aanleg tot een gemiddelde motivatie tot sporten.
CT
Dragers van deze variant wordt vaker geassocieerd met mensen die vaak sporten en hier veel motivatie toe hebben.
Gen: SPATS2L Marker: rs12612420 (A/G) SNP rs12612420 in het SPATS2L gen is geassocieerd met de motivatie om te trainen en de algemene activiteitsbehoefte. Veel is er niet bekend met betrekking tot de lichamelijke functie van dit gen. Onderzoek wijst echter uit dat mensen met een bepaalt genotype in dit gen vaker met regelmaat sporten. Jouw genotypering: GG AA
Deze genotypering is geassocieerd met een verhoogde activiteit of sport bereidheid.
GG
Deze genotypering is niet geassocieerd met een verandering in activiteit- of sport bereidheid.
AG
Deze genotypering is geassocieerd met een licht verhoogde activiteit of sport bereidheid.
15
3 - Gevoeligheid voor blessures Gen: CILP Marker: rs2073711 (A/G) Deze marker is geassocieerd met de opbouw van kraakbeen tussen onze ruggenwervel schijven. De marker rs2073711 bevindt zich in de CILP gen. Dit gen is verantwoordelijk voor een eiwit genoemd Cartilage intermediate layer protein (CILP). Dit eiwit speelt een belangrijke rol in het behouden van de kraakbeen structuur tussen onze wervels in de rug. Alhoewel op basis van ethniciteit er enige verschillen bestaan, wijzen diverse studies erop dat dit een indicator betreft voor een preventieve of juist beschadigende rol van deze marker op de gezondheid van de ruggenwervel. Jouw genotypering: GG AA
Een gunstige genotypering, er is sprake van een verhoogde bescherming van het kraakbeen tussen de ruggenwervels.
GG
Deze genotypering is ongunstig. Er moet dus rekening gehouden worden met slijting aan het kraakbeen tussen de ruggenwervels.
AG
De genotypering is ten dele positief en heeft een beter bescherming op rugproblemen / blessure.
Gen: MMP3 Marker: rs679620 (T/C) Uit onderzoek is gebleken dat dragers van het T allel in marker rs679620 een factor 2.3 lagere kans hebben op het scheuren en bleseren van pezen in vergelijking met individuen met het CC genotype. Peesblessures zijn een algemeen probleem voor sporters en komen vooral voor bij activiteiten waarbij dezelfde beweging wordt herhaald. Zo is het een veel voorkomend probleem bij zowel sprinters als lange afstand hardlopers mede door de repetitieve stappen met de voet. Jouw genotypering: AG AA
Het CC allel van snp rs679620 is geassocieerd met Achilles tendinopathie, wat zwelling, verzwakking en stijvheid van de achilles pees kan verzoorzaken. Tevens zijn de Allelen CC / C in associatie gebracht met gen COl5A1 als oorzaak van verhoogd risico op achilles tendinopathie
GG
Het CC allel van snp rs679620 is geassocieerd met Achilles tendinopathie, wat zwelling, verzwakking en stijvheid van de achilles pees kan verzoorzaken. Tevens zijn de Allelen CC / C in associatie gebracht met gen COl5A1 als oorzaak van verhoogd risico op achilles tendinopathie
AG
Het CC allel van snp rs679620 is geassocieerd met Achilles tendinopathie, wat zwelling, verzwakking en stijvheid van de achilles pees kan verzoorzaken. Tevens zijn de Allelen CC / C in associatie gebracht met gen COl5A1 als oorzaak van verhoogd risico op achilles tendinopathie
16
4 - Herstelvermogen Gen: AMPD1 Marker: rs17602729 (A/G) Deze marker is geassocieerd met het AMPD1 gen. Het A allel codeert voor een zeldzaam ontbreken van een bepaalt enzym geassocieerd met een verbeterde uithoudingsvermogen onder lage zuurstof omstandigheden. Daar tegenover staat dat dragers van het G allel volgens onderzoek minder vaak last hebben van vermoeidheid en kramp naar aanleiding van sport en is er enig verband met een verbeterde spier sterkte. Jouw genotypering: AG AA
Is een zeldzame variant van deze marker. Dragers hebben een lage toename van VO2 max naar aanleiding van sport maar lijken een omgeving met lage zuurstofgehalte beter te verdragen (denk hierbij aan bergklimmen op grote hoogte)
GG
Dragers van dit genotype zijn geassocieerd met een sterke zuurstofopname (VO2 Max) tov de A alel dragers en zullen dus pieken op aerobic gebied zoals met duursport.
AG
Dit genotype is iets vaker geassocieerd met kracht athleten en is geassocieerd met een lichte toename in VO2 max als response op training.
Gen: HIF1A Marker: rs11549465 (T/C) Deze marker in het HIF1A gen is geassocieerd met de effectieviteit van opname, gebruik en transport van zuurstof door het lichaam. Het genotype TT is geassocieerd met onder andere athleten zoals powerlifters, roeiers, schaatsers en sprinters. Jouw genotypering: CC CC
Geen predispositie voor verbeterde zuurstofopname
TT
Dit genotype is geassocieerd met een effectieve opname en gebruik van zuurstof.
CT
Lichte predispositie voor verbeterde zuurstofopname
Gen: NAT2 Marker: rs1208 (A/G) Deze marker die in relatie staat tot het NAT2 gen is geassocieerd met een versnelde metabolisme van stoffen waaronder caffeine en alcohol. Met betrekking tot sport en sport prestaties zou dit mogelijk een positief effect hebben op het versneld opruimen van schadelijke stoffen die ontstaan onder spier training. Het eiwit NAT2 wordt geproduceerd in de lever en heeft daar de filterende functie op het lichaam. Jouw genotypering: AA AA
Deze genotypering zorgt voor een sneller metabolisme als gemiddeld. Tevens is AA geassocieerd met vertraagde opkomst van spiervermoeidheid.
GG
Deze genotypering zorgt voor een langzamer metabolisme als gemiddeld.
AG
Deze genotypering zorgt voor een normaal metabolisme.
17
5 - Voeding Gen: FTO Marker: rs9939609 (A/T) Uit onderzoek is gebleken dat rs9939609 in het FTO gen bij sommige individuen van Europese afkomt is geassocieerd met een hogere aanleg tot het verlagen van de BMI door middel van sporten. Jouw genotypering: AT AA
Aanleg tot een gemiddeld hoger BMI, maar er is sprake van een grotere reductie van de BMI onder invloed van sporten met een factor 1.8
TT
Een gemiddeld lagere BMI maar ook een lagere reductie van het BMI onder invloed van sport
AT
Gemiddelde BMI, sporten verlaagd de BMI gemiddeld met een factor 1.3
Gen: TMEM18 Marker: rs6548238 (T/C) Uit onderzoek is gebleken dat het TMEM18 gen is geassocieerd met een aanleg tot een hogere, lagere of gemiddelde BMI. Jouw genotypering: CC CC
Aanleg tot een gemiddelde BMI
TT
Gemiddeld genomen is het BMI een factor 0.52 lager bij volwassen ( 0,92 tot 2,76 kg)
TC
Gemiddeld genomen is het BMI een factor 0.26 lager bij volwassenen (0,46 tot 1,4kg)
18
Disclaimer Dit rapport bevat de resultaten van jouw genetische test. Wij hebben de speekselkit die je hebt opgestuurd uitvoerig geanalyseerd. De resultaten van deze analyse hebben uitsluitend betrekking op sport. Ze zijn bedoeld om je te helpen jouw training en dieet te optimaliseren. Houd bij het interpreteren van dit rapport rekening met het volgende: 1
Als je van je huisarts het advies hebt gekregen om niet te sporten, kan onze rapportage daar natuurlijk niets aan veranderen.
2
We zijn er bij het samenstellen van dit rapport wel van uitgegaan dat je een goede basisgezondheid en conditie hebt en dat je geen medische indicaties hebt waardoor sporten voor jou onverstandig is.
3
We zijn er bij het samenstellen van dit rapport niet van uitgegaan dat je in de afgelopen twaalf tot achttien maanden veelvuldig ziek bent geweest. Dit kunnen we niet aan jouw DNA aflezen, je zult hier dus zelf rekening mee moeten houden.
4
Je mag door sporten nooit je veiligheid in gevaar brengen. Kun je bijvoorbeeld door medicijngebruik niet veilig sporten? Dan moet je dit ook zeker niet doen.
5
Ten slotte hebben onze voedingsadviezen een beperkte reikwijdte: als je voedselallergieën hebt, moet je die voedingsmiddelen natuurlijk onverminderd uit de weg gaan. Wij kunnen met onze genetische analyse niet vaststellen welke allergieën je hebt.
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je de adviezen in deze rapportage beter niet kunt opvolgen. Raadpleeg altijd een arts, diëtist of sport- of trainingsdeskundige als je op enig moment twijfelt aan wat voor jou het beste is. Dit rapport is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld door experts. Desondanks blijf jij zelf verantwoordelijk voor jouw eigen acties en de gevolgen daarvan. Omnigen B.V. en haar medewerkers of vertegenwoordigers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade of kosten die voorkomen uit het opvolgen van de adviezen in dit rapport. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid omvat onder meer, maar is niet beperkt tot: ●
schade als gevolg van het verlies van data
●
persoonlijke gevolgschade
●
blessure
●
direct of indirecte schade aan derden of het bezit van derden
●
aansprakelijkheden jegens derden
De bovenstaande verklaring doet op geen enkele wijze afbreuk aan jouw rechten als consument. En geen van bovenstaande behouden verminderen aansprakelijkheid in het geval van opzettelijke fraude.
19