bio di versi teit Dit is een eigen bijlage van Naturalis Biodiversity Center bij NRC Handelsblad — 7 september 2013
Het maatschappelijk belang van
Inhoud
Colofon
Pagina 3
Het belang van biodiversiteit
Dit is een eigen bijlage van Naturalis Biodiversity Center bij NRC Weekend van zaterdag 7 september 2013. De inhoud valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van NRC Handelsblad en nrc.next.
Pagina 4
Wetenschappelijk onderzoek Wat levert onderzoek op? Vier verrassende antwoorden.
CONCEPT & REALISATIE: NRC Customer Media
Pagina 6
De schatkamer van biodiversiteit In Leiden staat een enorme collectie objecten uit flora, fauna en gesteenten. Een ware schatkamer voor onderzoekers uit de hele wereld.
EDITORIAL BOARD (NATURALIS BIODIVERSITY CENTER): Bouchra Filali, Peter Rijntjes, Lidewij van Valkenhoef
Pagina 8
Manager NRC Customer Media: Wilfred Mons
[email protected] Tel. (020) 755 3223
Op expeditie onder water Duik mee naar de wondere onderwaterwereld van het Tun Mustapha Park.
Pagina 10
MANAGING EDITOR: Anneloes Logjes (Terriër Media)
Pagina 12
REDACTIE: Merel Bevaart, Menno de Boer, Karen Jochems, Karina Meerman, Friederike de Raat, Wilbert Schreurs, Ruud Slierings, Marieke Verhoeven, Martin van der Zeeuw
Pagina 14
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIES: Lars van den Brink, Dienst Landelijk Gebied, Naturalis Biodiversity Center, Neutelings Riedijk Architects, Mike Ottink, Marieke van der Velden, WWFCanon, Uitgeverij 12 Provinciën
De natuur van Nederland Ook in ons land is de biodiversiteit groot – een greep uit de vele natuurgebieden in Nederland. Hommels in de cloud De collectie van Naturalis is dankzij de slimme koppeling van databases toegankelijk voor onderzoekers over de hele wereld. Speuren naar soorten De natuur in Nederland verandert voortdurend. Door DNA-onderzoek komen soms verrassende verhalen naar boven.
Pagina 16
Een nieuw thuis Naturalis krijgt een nieuw ‘huis’. Hierin zullen de wetenschappelijke rol en publieksfunctie verder versmelten.
Pagina 18
Biodiversiteit in het dagelijks leven Nederland weet Naturalis en andere kennisinstituten in Leiden te vinden met vragen over biodiversiteit.
Pagina 19
Leiden, de kennisstad van Nederland De thuisstad van Naturalis biedt een goede voedingsbodem voor wetenschappelijke samenwerking op vele gebieden.
Pagina 20
Kom je verwonderen! In museum Naturalis is altijd van alles te doen en te ontdekken, voor jong en oud.
64% 02
CORRECTOR: Frank van Geffen
De verscheidenheid van het leven, dát is biodiversiteit. Van eencelligen tot walvissen, van genen tot soorten, biodiversiteit vormt het systeem waarin ook de mens kan bestaan. De biodiversiteit op aarde verandert voortdurend, al honderden miljoenen jaren, maar staat in de wereld van vandaag sterk onder druk. Door globalisering, klimaatverandering, vervuiling, het kappen van bossen en overbevissing wordt de balans van steeds meer ecosystemen bedreigd. Het ontwikkelen en overdragen van kennis over biodiversiteit is daarom belangrijker dan ooit. Dat vraagt om samenwerking op zulke uiteenlopende gebieden als moleculair onderzoek en ontwikkeling
van de mensen vindt wandelen of een ommetje maken een van zijn favoriete bezigheden in de natuur. Bron: Motivaction
Bijna tweederde van de Nederlandse vrouwen en meer dan de helft van de mannen geeft aan dat de natuur depressieve klachten verlicht. Bron: Motivaction
van educatieve programma’s. Naturalis Biodiversity Center biedt hiervoor een breed en toegankelijk platform. Samen met kenniscentra, universiteiten, hogescholen, musea, laboratoria, vrijwilligers en onderwijsinstellingen doet Naturalis in en buiten Nederland baanbrekend onderzoek. Het is onze ambitie het leven op aarde beter te begrijpen en de rijke variatie ervan in stand te houden. Daarmee dragen wij bij aan het besef dat biodiversiteit een voorwaarde is voor ons leven op aarde en daarom van groot maatschappelijk belang.
ART DIRECTION & VORMGEVING Van Lennep, Amsterdam COMMERCIEEL DIRECTEUR: Martijn Standaart (
[email protected]) TRAFFIC MANAGER: John Wesselman Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van NRC Media en/of andere auteursrechthebbenden. NRC Media kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de volstrekte juistheid en volledigheid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden. Alle genoemde gegevens zijn onder voorbehoud.
Edwin van Huis, algemeen directeur Naturalis Biodiversity Center
89 %
van de Nederlanders vindt de natuur (heel) belangrijk. Bron: Motivaction
De Griekse filosoof Epicurus (341-270 voor Christus) betoogde dat het ‘zijn’ in de natuur geluksverhogend zou werken. Bron: Motivaction
03
ONDERZOEK
ONDERZOEK
Wetenschappelijk onderzoek naar biodiversiteit. Het kan leiden tot authentieke smaken, kwalitatief betere vruchten, nieuwe medicijnen tegen kanker of meer kennis over de gevolgen van klimaatveranderingen. DOOR MENNO DE BOER
Sponzen die levens redden
De smaak van een eeuwenoude tomaat
Klimaatlessen uit de bodem
Op de foto: Sponzen afkomstig van een koraalrif bij Indonesië. Leveren op: Stoffen voor medicijnen.
Op de illustratie: De oudste tomatencollectie ter wereld uit het En Tibi herbarium (tussen 1542 en 1544 gemaakt in Ferrara in Italië). Op het etiket staat Salunca Puma Amoris (liefdesappel uit het Italiaanse Salunca), wat waarschijnlijk naar de rode kleur van de vruchten verwijst. Levert op: Informatie over de eerste tomaten die in de zestiende eeuw in Europa werden gekweekt. Hiermee kan de kwaliteit van de tomaat van nu worden verbeterd.
Op de foto: Foraminiferen, mollusken en algen maken een belangrijk deel uit van het sediment in rif-systemen. Leveren op: Met informatie over het verleden, kan de toekomst van de natuur worden beïnvloed.
— Nicole de Voogd heeft twee werkplekken: een laboratoriumruimte in Naturalis en de bodem van zee. Als sponsspecialist neemt zij geregeld deel aan duikexpedities om nieuwe soorten te ontdekken, meestal in de onderwaterwereld van Indonesië. Daarnaast krijgt ze vanuit alle windstreken sponzen toegestuurd. Op de zeebodem leven sponzen met stoffen die bepaalde kankersoorten kunnen bestrijden. Dat werd al in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontdekt. Voor die tijd deden wetenschappers nog maar weinig onderzoek naar deze primitieve onderwaterdieren. Maar dankzij de opkomst van zuurstofflessen werd het een stuk eenvoudiger om de bodems van zeeën en oceanen te onderzoeken. Vooral koraalriffen krijgen geregeld bezoek van wetenschappers. Aangetrokken door de enorme biodiversiteit, komen zij tijdens hun duikexpedities ook nieuwe sponssoorten tegen. De grootste ontdekking tot nu toe, werd gedaan in het
04
Caribisch gebied. Daar troffen ze unieke exemplaren aan die in biochemisch complexe omgevingen wisten te overleven. Onder de microscoop gaven ze hun geheim prijs: een speciale molecuulstructuur. Nader onderzoek toonde aan dat de bewuste sponzen geneeskrachtige stoffen bevatten. Na verschillende pogingen lukte het wetenschappers om de unieke moleculen kunstmatig na te maken. Uiteindelijk levert het geneesmiddelen op, zoals Ara-C voor leukemiepatiënten en het antivirale Ara-A. Maar het duurde wel tientallen jaren om deze medicijnen te ontwikkelen. Omdat de farmaceutische industrie vooral geld stak in geneesmiddelen tegen kanker, is de rol die sponzen kunnen spelen bij de bestrijding van andere ziektes lange tijd onderbelicht gebleven. Inmiddels richten steeds meer onderzoeksinstituten zich op de nog onontdekte sponsmoleculen. «
— De tomaten die we anno 2013 op ons bord krijgen, lijken nog maar in weinig op de vruchten van de plantjes die Spanjaarden in de zestiende eeuw van ZuidAmerika naar Europa brachten. Dat komt vooral doordat telers halverwege de vorige eeuw nogal fanatiek aan het veredelen zijn geslagen. Een nadere blik op het DNA van de hedendaagse tomaat toont dan ook een opvallend smalle genetische status. Gevaarlijk, want dat betekent dat telers tegenwoordig nog maar weinig kunnen doen als er een nieuwe ziekte zou uitbreken. Daarbij vraagt de huidige consument ook steeds vaker om pure en authentieke producten. Dit alles zorgt ervoor dat de wilde voorouders van de tomaat momenteel volop in de aandacht staan. In het herbarium van Naturalis Biodiversity Center bevinden zich de oudste tomatenplantjes ter wereld. Er zijn exemplaren uit 1542 en 1544 aanwezig. Dankzij de huidige techniek hebben de onderzoekers maar tien nanogram van het DNA nodig. Toch is de curator nogal huiverig om
dat unieke collectiemateriaal uit handen te geven voor genetisch onderzoek. Daarom zijn er eerst jongere planten onderzocht. Dat bleek een succes. De kans wordt dus steeds groter dat straks ook het erfelijk materiaal van de oudste tomatenplantjes kan worden ontrafeld. In samenwerking met Plant Research International/WUR Plant Breeding, en het 150+ Tomato Genome Consortium wordt gekeken of het mogelijk is dit exemplaar genetisch te onderzoeken. Als dat inderdaad gebeurt, is het tijd voor de volgende uitdaging: tomaten telen die genetisch vergelijkbaar zijn met de geïmporteerde exemplaren uit de zestiende eeuw. De onderzoekers verwachten dat die beter resistent zullen zijn tegen ziektes. “Het is boeiend om te zien hoe herbariumexemplaren uit de 16e eeuw kunnen bijdragen tot toponderzoek in de 21ste eeuw”, vertelt Erik Smets, wetenschappelijk directeur Naturalis. En dan maar hopen dat ze ook lekker smaken … «
— Welke impact hebben klimaatveranderingen en menselijk gedrag op de natuur, en hoe kunnen we die gevolgen beperken? Die vraag staat centraal in een onderzoek dat Naturalis Biodiversity Center sinds 2011 uitvoert in Indonesië. Het wetenschappelijke team richt zich daarbij op twee gebieden met riffen in de buurt van Jakarta en Makassar. Er worden veel bodemmonsters en sedimentkernen genomen om te achterhalen hoe de omgeving zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. Die gegevens vergelijken de onderzoekers vervolgens met recenter natuurlijk materiaal, bijvoorbeeld uit begin 1900. Maar het gaat verder: door het skelet van geconserveerde eencellige organismen te bestuderen, is het onder meer mogelijk om te meten wat de groeisnelheden in het verleden waren. Grote veranderingen in die groei kunnen zowel wijzen op variaties in de temperatuur als op de verzuring van de oceaan. Nadere analyse kan vervolgens
To bee, or not to bee
duidelijk maken of klimaatveranderingen de weerbaarheid van het rif beïnvloeden. Daarnaast richt het onderzoek zich op de invloed die mensen in het verleden op de riffen hebben gehad, bijvoorbeeld door visserij en kolonisatie. Het onderzoek is nog in volle gang en er is al een schat aan informatie verzameld. Inmiddels is al wel duidelijk dat de koraalbedekking in de bewuste riffen de afgelopen decennia enorm is afgenomen, meer dan ooit tevoren. Kan die negatieve trend doorbroken worden? En is het mogelijk om lokaal de effecten van de opwarming van de aarde te beperken? Dankzij het ‘geheugen’ van de twee Indonesische riffen, kunnen de wetenschappers antwoorden vinden op deze vragen. «
Op de foto: De aardhommel, Bombus terrestris, wordt breed ingezet voor bestuiving van tomaten, paprika’s en blauwe bessen. Levert op: Een betere kwaliteit groente en fruit.
— Nu het wereldwijd slecht gaat met de honingbij, denken veel mensen dat onze voedselproductie direct gevaar loopt. Dat komt doordat boeren die specifieke bijen massaal inzetten om hun gewassen te bestuiven. Intussen vliegen er genoeg andere insecten rond die dat kunstje ook goed kunnen. Sterker nog: soms zorgen hommels, zweefvliegen en wilde bijen zelfs voor een kwalitatief beter eindproduct. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken. Zo onderzoekt Naturalis in samenwerking met Alterra en de European Invertebrate Survey (EIS-Nederland) dit jaar in Nederland welke invloed de bestuiving van wilde insecten heeft op appels en blauwe bessen. Tot dusver zijn de resultaten veelbelovend. Als vruchtenboeren hier slim gebruik van maken, kunnen ze straks meer Klasse A-producten oogsten die bovendien meer opleveren. Maar wilde insecten hebben nog meer te bieden. Dat bleek tijdens een proef in de Hoeksche Waard. Daar lieten de deelnemende landbouwers een smalle
strook van hun akkers ongemoeid, zo’n meter of drie. Nadat er wilde bloemen waren opgekomen, gonsde het al snel van de insecten. En die startten direct enthousiast met het opeten en bestrijden van ongedierte, precies de beestjes waar boeren zo’n hekel aan hebben. Het gebruik van kunstmatige bestrijdingsmiddelen kan daardoor worden teruggebracht. En dat is niet alleen milieuvriendelijker, maar ook kostenefficiënter. «
05
collectie
collectie
De schatkamer van biodiversiteit
— Schatkamer is eigenlijk een oneerbiedig woord; alsof de zevenendertig miljoen objecten in een kamer passen. In 2010 fuseerden Naturalis, het Zoölogisch Museum Amsterdam en het Nationaal Herbarium tot Naturalis Biodiversity Center. Resultaat: een gigantische collectie. Door de omvang van de collectie ontstond er ook een grotere behoefte aan een eenvoudig doorzoekbaar overzicht met betere ontsluitingsmogelijkheden. Genoeg reden om te starten met de digitalisering ervan, zegt Steven van der Mije, hoofd Collectie Vertebraten (vertebraten zijn gewervelde dieren): “Onderdelen waren al gedigitaliseerd, maar hapsnap. In totaal beschikten we over meer dan tweehonderd databases, rijp en groen, alles door elkaar. We brengen de collectie nu in een centraal databestand. Overzichtelijk en toegankelijk voor publiek en wetenschappers.”
Monnikenwerk
Maar ja, zevenendertig miljoen objecten, waar begin je? Van der Mije: “Meestal beginnen beheerders bij de A en ruim vóórdat ze bij de Z zijn is het geld op of de registratietechniek veranderd. Wij hebben aan beheerders, onderzoekers en amateurverenigingen gevraagd: wat wil je gedigitaliseerd hebben? We zijn dus uitgegaan van de belangstelling. Zo zijn we tot een plan gekomen: zeven miljoen objecten gaan we een-op-een aanbieden in de database, de overige objecten presenteren we globaler. We hebben bijvoorbeeld heel veel koolwitjes, het heeft geen zin die allemaal te digitaliseren. En van een potje met 50.000 haringlarven is een globaal beeld voldoende. Bovendien kunnen we nu specifieker registreren. Van de hommels bijvoorbeeld, hebben we foto’s van de lades met honderden van die beestjes gemaakt. De collectiebeheerder kan daaraan zien welke hommel stuifmeel onder de poten heeft en dus interessant is voor historisch onderzoek naar biodiversiteit. Die exemplaren komen in de database.” Het digitaliseringsproces is in volle gang (zie kaders): fotograferen/scannen, barcoderen en registreren. Om dat soepel en snel te laten verlopen is een bijna industrieel productieproces ingericht. In ‘digistraten’ die op het object of
Om de digitaliseringslag te volbrengen zijn vele handen nodig. Van specialisten, onderzoekers en het Nederlands publiek.
Crowdsourcing: Glashelder!
Naturalis Biodiversity Center beschikt over een enorme collectie objecten uit flora, fauna en gesteenten. De waarde ervan is nauwelijks te overschatten, uit de hele wereld komen onderzoekers naar Leiden. De verzameling biedt uniek inzicht in de vroegere en huidige verscheidenheid aan soorten. Binnenkort is deze schatkamer ook online beschikbaar. DOOR RUUD SLIERINGS – FOTOgrafie LARS VAN DEN BRINK
06
— Circa 100.000 microscopische glaspreparaten (mijten, luizen e.d.) die gescand zijn, worden met behulp van het publiek geregistreerd. Deelnemers melden zich aan op velehanden.nl, krijgen afbeeldingen van glaspreparaten te zien en typen de informatie op het etiket (naam, geslacht, vindplaats, datum) over. Om de foutkans te minimaliseren wordt elk preparaat twee keer (door verschillende mensen) ingevoerd en vervolgens gecontroleerd. Voor elke invoer krijgt de deelnemer een Glashelder!-punt. Die punten zijn in te wisselen voor rondleidingen of een meet & greet in Naturalis. Meedoen kan via: velehanden.nl « Opslag en beschikbaarheid — Naturalis heeft deze activiteiten uitbesteed aan een gespecialiseerde hostingpartij, T-ICT. Jeroen Snijders, CIO van Naturalis: “Het zijn zware bestanden waar allerlei zoekprogramma’s en registratiefaciliteiten
de opslagvorm (droog, alcohol, plat glas) zijn gericht, zijn circa zeventig mensen dagelijks bezig met dit monnikenwerk.
Scannen en weer opbergen
Bijzonder is de digitalisering van de vijf miljoen herbariumbladen, verzorgd door de firma Picturae. Directeur Onno Zaman: “Volgens mij is het niet eerder vertoond in zo’n project: het digitaliseringsproces compleet automatiseren. Alleen het op de band leggen - met twee handen! - van de vellen en het er weer afhalen is een menselijke handeling. Voor de rest doen we alles volautomatisch, inclusief de kwaliteitscontrole binnen drie seconden na het maken van de foto. Met drie van deze lopende band-units halen we 15 à 20.000 scans per dag.” Het samenvoegen en digitaliseren van de collecties biedt Naturalis ook de mogelijkheid het opslagsysteem te verfijnen. Hard nodig, want het is woekeren met de ruimte in Leiden. De molluscae (schelpen) bijvoorbeeld hebben een nieuwe behuizing gekregen. Projectleider Roy van Gestel van Bruynzeel Storage Systems: “Een flexibel opbergsysteem biedt Naturalis de mogelijkheid de ruimte maximaal
“Onze collectie behoort op wereldschaal tot de top vijf” — Steven van der Mije
omheen ‘draaien’. Het bestand online beschikbaar stellen voor onderzoek en onderwijs, dat betekent nogal wat.” Directeur Zeger van Twillert van T-ICT: “Het is onze opdracht de data altijd beschikbaar (en veilig) te stellen en de continuïteit te waarborgen voor Naturalis en de gebruikers.” « Veilig digitaliseren — Om organische natuurhistorische collecties te beschermen tegen verval en vraat (door bijvoorbeeld insecten) werden de collecties voorheen behandeld met chemicaliën. Uit onderzoek is echter gebleken dat het gebruik van dergelijke chemicaliën schadelijke effecten heeft op de gezondheid van de mens. Daarom worden de collecties getest op de aanwezigheid van stoffen als DDT, kwikchloride, naftaleen, pentachloorfenol en arseenzouten. Om de collectie van Naturalis te analyseren werkt zij samen met TNO Applied Environmental Chemistry. Onderzoeker John Havermans van TNO: “We doen ook onderzoek naar hoe we bijvoorbeeld kwikdampen kunnen oplossen die vrijkomen bij het openen van de dozen van de herbariumcollectie. Samen met Coldenhove Papier ontwikkelen we bovendien een duurzaam product dat dergelijke problemen in de toekomst kan voorkomen.” TNO onderzoekt daarnaast ook de binnenluchtkwaliteit in de depotruimtes waar objecten worden geraadpleegd en de ruimtes waar de collectie wordt
te benutten. Die winst zit vooral in de hoogte van de kasten, twee meter, en in het per kast aan te passen aantal lades. De schelpen zijn in een interactief LiveScience Project in het museum gescand, gedetermineerd en opgeborgen in de lades. En vervolgens zijn de lades en de kasten naar de definitieve opslagruimte gebracht.”
Inzicht en mogelijkheden
Medio 2015 moet de digitaliseringsoperatie, waarvoor een overheidssubsidie (Fonds Economische Structuurversterking) van 13 miljoen euro beschikbaar werd gesteld, afgerond zijn. Dan is niet alleen het meest betekenisvolle deel van de collectie geheel online beschikbaar, maar zijn ook de mogelijkheden voor onderzoek sterk verbeterd. Van der Mije: “Door de enorme hoeveelheid van objecten heb je veel vergelijkingsmateriaal, we kunnen flora en fauna van vroeger reconstrueren en aldus de biodiversiteit in een tijdspad te plaatsen. Die wetenschap is vaak de basis voor natuurbescherming, onze collectie biedt de onderbouwing voor beslissingen in natuurbehoud. Tegelijkertijd ligt de waarde van de collectie ook in het onderwijs. Scholen en universiteiten kunnen straks online, en dus veel makkelijker, gebruikmaken van onze collectie.” Ook het leggen van verbanden kan straks makkelijker. Het bestand van het herbarium bijvoorbeeld creëert de mogelijkheid om gebiedskaarten te maken van de verspreiding van plantsoorten. En als die bestanden wellicht ook nog te koppelen zijn aan bestanden van andere instituten, dan kan de biodiversiteit op de wereld exact (en letterlijk) in kaart worden gebracht. De schatkamer - een beter woord is er toch eigenlijk niet - opent zich dus langzaam dankzij de digitalisering. Van der Mije verwacht dat het veel wetenschappers en belangstellenden zal trekken: “Onze collectie behoort op wereldschaal tot de top vijf. En als je het hebt over bijvoorbeeld Indonesië en Nieuw Guinea dan is dit absoluut de beste en omvangrijkste collectie ter wereld. Dankzij de digitalisering en de onlinebeschikbaarheid kunnen straks veel meer mensen daarvan profiteren.” «
gedigitaliseerd. Havermans: “Naast het signaleren van de aanwezigheid van de verontreinigingen werken we ook aan oplossingen, zodat de wetenschappers de niet gedigitaliseerde materialen kunnen blijven raadplegen zonder dat zij worden blootgesteld aan hoge concentraties schadelijke stoffen.” Een eenvoudige, maar effectieve oplossing bij het digitaliseren bleek het uitpakken van de herbariumdozen in zogenaamde zuurkasten, waarbij de afgezogen lucht direct wordt gezuiverd van kwik. «
nen Naturalis nog ruim tweehonderd verschillende databestanden in omloop. Al deze informatie wordt ondergebracht in het Centrale Registratiesysteem (CRS) van softwarehuis DEVENTit. Directeur Peter van Diermen: “Atlantis is een multimediaal informatiesysteem waarmee de vele miljoenen objecten van Naturalis beheersbaar en toegankelijk worden voor iedereen die zich bezighoudt met onderzoek en studie van biodiversiteit. Voor ons is het ook een bijzonder project, omdat het heel veel vraagt van de software.” «
Woekeren met ruimte — Bij de samenvoeging van de molluscae-collecties van Naturalis en het Zoölogisch Museum is gekozen voor een nieuw flexibel opbergsysteem van Bruynzeel Storage Systems. Roy van Gestel: “Het zijn opslageenheden van twee meter hoog, zestig centimeter diep en vijftig centimeter breed. In elke kast kunnen achttien tot zesendertig lades met verschillende hoogtes worden geplaatst, afhankelijk van het formaat van de objecten. In totaal hebben we ruim duizend kasten geleverd met bij elkaar bijna 30.000 lades.” « Eén centrale database voor zoölogie en geologie — Naast het gedigitaliseerde materiaal van de objecten met de bijbehorende informatie zijn er bin-
4.000.000 herbariumvellen — Onder de zeven miljoen objecten die gedigitaliseerd worden, zijn circa vier miljoen herbariumvellen. Dat zijn vellen met bloemen en planten, soms centimeters dik (stronken, dennenappels). Picturae uit Heiloo heeft drie productiestraten ingericht waarop de bladen in razend tempo van een barcode worden voorzien en gefotografeerd. Directeur Onno Zaman: “Door gebruik te maken van fiches en kleurcodes op de bladen, omslagen en dozen zijn fouten bij het weer opbergen uitgesloten. Bovendien vindt binnen drie seconden na de opname een check plaats van dieptescherpte en belichting. De scans gaan in batches naar Naturalis en als ze zijn goedgekeurd voeren we de metadata in: soortnaam, vindplaats, datum, vinder. Bij elkaar anderhalf jaar werk.” «
07
waterwereld
waterwereld
Op expeditie onder water DOOR FRIEDERIKE DE RAAT – FOTOGRAFIE JÜRGEN FREUND/WWF-CANON
— Zeldzaam zijn ze niet, mooi en nuttig wel. De oranje spons en het waaierkoraal produceren chemische stoffen die worden gebruikt voor medicijnen tegen kanker. De stoffen remmen namelijk de celdeling. De spons en het koraal scheiden de stoffen af om vijanden op afstand te houden, vertelt Bert Hoeksema. “Ook gebruiken veel dieren sponzen en koralen als schuilplaats. Ze bevorderen dus de biodiversiteit.”
Het Tun Mustapha Park in Maleisië maakt deel uit van de Koraaldriehoek, het gebied met de ‘s werelds grootste biodiversiteit onder water. Hier leven duizenden soorten vissen en honderden koraalsoorten. Samen met de Universiteit van Maleisië in Sabah, Sabah Parks en het Wereld Natuur Fonds ondernam Naturalis al tweemaal een expeditie naar NoordBorneo om de mariene flora en fauna te inventariseren. De expedities maken deel uit van een nationaal plan van aanpak dat Maleisië heeft ontwikkeld om de koraalriffen te beschermen. Het Wereld Natuur Fonds gebruikt de opgedane kennis om de overheid te helpen het soortenrijke gebied te beschermen, onder meer tegen overbevissing en andere menselijke invloeden. Bert Hoeksema, hoofd van de afdeling Mariene Zoölogie van Naturalis, neemt ons mee in deze wondere onderwaterwereld.
— Nemovisjes worden ze wel genoemd, de clownvisjes die in deze zeeanemoon wonen, omdat ze net zo’n grappige kop hebben als het visje in de gelijknamige Disneyfilm. “Je vindt het clownvisje en de zeeanemoon altijd bij elkaar”, aldus Hoeksema. “Dat is een van de elementen van ons onderzoek: hoe zijn bepaalde diersoorten afhankelijk van elkaar? Dat is belangrijke kennis, want als je de gastheer bedreigt, komt ook de afhankelijke soort in gevaar.”
— Deze duiker registreert de dichtheid van het koraal. “Hij noteert per centimeter wat er onder water groeit”, vertelt Bert Hoeksema. “Het is belangrijk om te weten hoeveel dood koraal er is en of er dieren zijn die koraal eten. Als je die gegevens vergelijkt met die van andere locaties heb je een indicatie voor de gezondheid van riffen. Dan weet je of een rif het waard is om te worden beschermd.”
— Het lijkt een paradox: grote scholen jackvissen betekenen dat het rif veel voedsel bevat en dus van goede kwaliteit is. Voor duikscholen is dat weer een indicatie dat het om een goede duikplek gaat. Maar toch gaan natuurbescherming en duikscholen meestal goed samen, aldus Hoeksema: “Beide hebben belang bij behoud van koraal. De lokale duiksector was dan ook blij met onze expedities. Het rif loopt meer schade op door vissers dan door duikers.”
— In de gebieden waar het team onderzoek deed naar de mariene flora en fauna komen veel zeeschildpadden voor. De dieren gebruiken de zandstranden om eieren te leggen. Bedreiging is afkomstig van illegale eierraap, drijvend plastic dat in hun maag terecht kan komen en aanspoelende boomstammen die de toegang tot de stranden kunnen blokkeren. Hoeksema: “Ze eten overigens koraal en spons, maar ja, dat hoort erbij.”
08
Johan van den Gronden directeur Wereld Natuur Fonds Hoe is het Wereld Natuur Fonds (WNF) betrokken bij de bescherming van biodiversiteit onder water? “Het WNF is een van de opdrachtgevers van de onderzoeksexpedities in de Koraaldriehoek, omdat het de unieke biodiversiteit daar wil beschermen. De bescherming van onderwaterleven loopt achter bij die op land: terwijl twaalf procent van het landoppervlak beschermd is, is dat onder water slechts 1,6 procent. In de Koraaldriehoek ligt dat iets hoger: vijf tot zeven procent. We willen wereldwijd naar ten minste tien procent, om de spectaculaire rijkdom van koraal en dierenleven in de oceanen te behouden.” Wat doen jullie met de kennis die wordt opgedaan tijdens de expedities? “Het is niet zinvol en realistisch een hek te zetten om het héle gebied. Een beschermd gebied wordt daarom opgedeeld in zones. Sommige zones moet je volledig met rust laten. Elders is beperkte visvangst of toerisme toegestaan. Wetenschappelijke data vormen de ruggengraat van die beschermingsmaatregelen.” Hoe bescherm je een gebied waar ook menselijke activiteit plaatsheeft? “De Koraaldriehoek is 5,5 miljoen km2 groot, dat maakt toezicht lastig. Je hebt te maken met de overheden van zes landen, grote culturele verschillen en 120 miljoen mensen die in belangrijke mate zijn aangewezen op de visserij. Alleen als we de lokale bevolking en de overheden voor ons winnen, is er kans op duurzaam succes. We wijzen erop dat kraamgebieden van vissen met rust moeten worden gelaten om op termijn meer en grotere vissen te kunnen vangen. En visserij met explosieven en cyanide is natuurlijk desastreus voor het koraal. Behoud van biodiversiteit is dus domweg het veiligstellen van een duurzame, florerende economie.” Welke successen zijn geboekt? “De bescherming van de Koraaldriehoek is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. De bijvangst van bedreigde zeeschildpadden lijkt af te nemen door eenvoudige maatregelen als het gebruik van een rondere vishaak in de tonijnvangst. En in Tun Mustapha Park is met de lokale gemeenschappen afgesproken waar wel en waar niet wordt gevist. Doordat vissers zelf zien dat daardoor de visstand groeit, houden ze zich aan de afspraken.” Zou de Koraaldriehoek niet meer gebaat zijn bij keiharde verboden? “Nee. Alleen al de tonijnvisserij in de Koraaldriehoek is een miljardenbusiness. Door een algeheel verbod op tonijnvisserij zou die sector instorten, wat tot armoede zou leiden en uiteindelijk tot nog meer ecologische schade. Dan kun je beter een verstandig beheer afspreken. We werken in de Filippijnen bijvoorbeeld aan duurzame visserij van een nog gezond bestand van de verder ernstig overbeviste geelvintonijn. Doel is het duurzame MSC-certificaat. De vissers krijgen zo een betere prijs en toegang tot de markt, omdat grote westerse inkopers gecertificeerde vis graag willen hebben.” En toeristen, zijn die geen bedreiging voor het rif? “Als je weinig toeristen toelaat, goede regels opstelt en geen all-inclusive vakanties stimuleert, kunnen toeristen in het voordeel van de natuur werken. Duikers zijn bijvoorbeeld ambassadeurs van de onderwaterwereld. Eerlijk gezegd baren de concessies voor olie- en gaswinning die de Maleisische overheid heeft verleend me meer zorgen. Je moet, zeker in dit gebied, niet denken aan een olieramp.”
09
Om de natuur te behouden, te beschermen en verder te ontwikkelen, zijn organisaties nodig die zich hier gericht en volledig voor inzetten. Natuurmonumenten, De12Landschappen en Staatsbosbeheer zijn drie van de belangrijkste Nederlandse natuurorganisaties. Natuurmonumenten beschermt al meer dan een eeuw natuur in Nederland. Voor iedereen. Omdat natuur een bron is van inspiratie en verwondering. Dat doen ze door natuurgebieden aan te kopen, duurzaam te beheren en op te komen voor de belangen van de natuur. Natuurmonumenten is afhankelijk van de steun van de (inmiddels meer dan 730 duizend) leden, donateurs en sponsors. Natuurmonumenten.nl De12Landschappen is het samenwerkingsverband van de twaalf provinciale Landschappen, waarbij de (natuur)belangen van de verschillende provinciale Landschappen (op vereniging It Fryske Gea na allemaal stichtingen) zowel op nationaal als
Natuurorganisaties in Nederland
schoonwatervallei castricum
nationaal park
Bestaand/in beheer Nieuw verworven/ingericht
het nationaal natuur netwerk
legenda
Utrechtse Heuvelrug
internationaal niveau worden behartigd. De12Landschappen heeft als belangrijkste taken beleidsbeïnvloeding, lobby en het faciliteren van de samenwerking tussen de twaalf Landschappen. De provinciale Landschappen bezitten en beheren opgeteld ruim 110.000 hectare natuur en worden gesteund door bijna 312.000 huishoudens. De12landschappen.nl Staatsbosbeheer is dé bosnatuurbeheerder van Nederland. Al sinds 1899 beheert de organisatie in opdracht van de rijksoverheid omstreeks 260.000 hectare bos, natuurgebieden en andere terreinen. De belangrijkste taken van Staatsbosbeheer zijn het beheren, herstellen en ontwikkelen van hun gebieden en het bevorderen van recreatie. Daarnaast levert Staatsbosbeheer een bijdrage aan de productie van milieuvriendelijke en vernieuwbare grondstoffen, zoals hout. Staatsbosbeheer.nl
Dwingelderveld
Nationaal Beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa
Een compleet overzicht van alle Nederlandse natuurgebieden, inclusief bezoekerscentra, vogelkijkhutten, wandel- en fietsroutes en actuele natuurwaarnemingen is te vinden op natuurkaart.nl —
Veluwezoom
De Sallandse Heuvelrug
Nederland telt twintig Nationale Parken, open en toegankelijke natuurgebieden met een oppervlakte van ten minste duizend hectare. Het verbeteren van de kwaliteit, vergroten van de oppervlakte, stimuleren van de samenwerking en vergroten van de bekendheid onder het publiek zijn de belangrijkste doelen van Nationale Parken. Om het planten- en dierenleven niet te verstoren, wordt in Nationale Parken alleen natuurgerichte recreatie gestimuleerd.
De Meinweg
De Groote Peel
De Maasduinen
De hoge Veluwe
Lauwersmeer
Schiermonnikoog
Drents Friese Wold
De alde Feanen
Weerribben Wieden
Nationale Parken
De Loonse en Drunense Duinen
De Biesbosch
Zuid Kennemerland
Duinen van Texel
Grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide
Oosterschelde
Om biodiversiteit te behouden en te vergroten, is samenwerking essentieel. Want alleen als natuurgebieden voldoende met elkaar in verbinding staan, kunnen flora en fauna zich van het ene naar het andere gebied verspreiden. Het Nationaal Natuur Netwerk (ook wel Ecologische Hoofdstructuur genoemd) is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Door intensieve samenwerking streeft men naar één groot netwerk waar nieuwe gebieden kunnen worden gekoloniseerd en de kans op uitsterven van soorten wordt verkleind. Bestaande natuurgebieden – waaronder de twintig Nationale Parken – , nieuw aan te leggen natuur en landbouwgebieden, beheerd door agrarisch natuurbeheer, vallen allemaal binnen het Nationaal Natuur Netwerk. Daarnaast omvat het netwerk ook ruim zes miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee.
Het Nationaal Natuur Netwerk
DOOR MARIEKE VERHOEVEN
De natuur van Nederland
010 011
Met dank aan Dienst Landelijk Gebied, rapport Groot Project Ecologische Hoofdstructuur 2012
Nederland is van oudsher een expert op het gebied van watermanagement. Helaas zorgt klimaatverandering in toenemende mate voor wateroverlast en watertekorten. Met natuurlijke klimaatbuffers wordt Nederland klimaatbestendiger en veiliger. Klimaatbuffers zijn in de eerste plaats prachtige, waterrijke gebieden waar mensen graag recreëren en wonen. Daarnaast vangen ze een teveel aan water op en houden het als een soort spons vast. Zo zorgen klimaatbuffers voor droge voeten, voldoende schoon water én mooie natuur. Inmiddels werkt een aantal van de twaalf provinciale landschappen samen met andere natuurorganisaties aan natuurlijke klimaatbuffers. Een goed voorbeeld is bij Castricum te vinden. Landschap Noord-Holland, duinbeheerder PWN en hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben de omgeving van Castricum gekozen om te laten zien hoe je door gerichte maatregelen de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd kunt bieden en tegelijkertijd het gebied aantrekkelijker kunt maken. Castricum is hier bij uitstek geschikt voor, omdat in het gebied een ongeschonden overgang is van duin naar polder met grote kansen voor het benutten van schoon kwelwater. Het project Schoonwatervallei Castricum omvat een gebied van ongeveer duizend hectare, gelegen tussen het Noordhollands Duinreservaat en het Alkmaardermeer. De aanleg van de klimaatbuffer is de eerste fase van het project en bestaat uit het reeds begrensde en deels ingerichte deel van het Nationaal Natuur Netwerk tussen de duinen bij Bakkum en het Alkmaardermeer. De uiteindelijke ambitie is om het hele stroomgebied van de Schulpvaart – de belangrijkste verbinding in het gebied – uit schoon water te laten bestaan. Ook wordt het schone (kwel)water langer vastgehouden en zijn er waterbergingen gegraven die water opvangen bij hevige regenbuien. Voor een overzicht van andere klimaatbuffers, kijk op: klimaatbuffers.nl
Klimaatbuffer Schoonwatervallei Castricum
Kenmerken kalkgraslanden en hellingbossen, historische hoeven en een uitgebreid onderaards gangenstelsel zorgen voor een – in Nederland – unieke en rijke mix van planten-, bodem- en diersoorten. Oppervlakte 133 hectare, over acht kilometer lang, van de Limburgse stad Maastricht tot aan het Luikse stadje Wezet in België. Bijzondere bewoners het aantal plantensoorten op de Sint-Pietersberg is indrukwekkend. Bijzondere en met uitsterving bedreigde plantensoorten zijn onder meer het soldaatje, kalketrip en rode kamperfoelie. De ondergrondse gangenstelsels zijn het leefgebied van maar liefst negen soorten vleermuizen. Wat betreft de vlinders is de Sint-Pietersberg een van de meest soortenrijke gebieden van Nederland.
een heuvelplateau vlakbij Maastricht.
Sint-Pietersberg,
Kenmerken uitgestrekte vlaktes zorgen voor eindeloze vergezichten in dit Nationale Landschap met vele fietsen wandelmogelijkheden. De waaien, met water gevulde gaten na dijkdoorbraken, zijn benoemd tot het zevende aardkundige monument van de provincie. Oppervlakte Nationaal Landschap Arkenheem-Eemland heeft een oppervlakte van 479 hectare. Bijzondere bewoners in het natte veengebied groeien zeldzame planten zoals valeriaan, kattenstaart, hemelsleutel en pijlkruid. Tevens is het de perfecte broedplaats voor veel verschillende (weide)vogels. Het wordt ook wel een van de laatste weidevogelbolwerken van Nederland genoemd.
streek in het stroomgebied van de rivier de Eem (provincie Utrecht).
Arkemheen-Eemland,
Kenmerken bestaande uit bos, heide, stuifzand en landgoederen met landbouwgrond, herbergt Veluwezoom een grote variëteit aan planten en dieren. Het heuvelachtige landschap is ontstaan in de voorlaatste ijstijd. Een restant hiervan is een piek van 110 meter boven NAP, het hoogste punt van Nederland buiten Zuid-Limburg. Oppervlakte met ruim vijfduizend hectare een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden in Nederland. Bijzondere bewoners Schotse Hooglanders, herten, reeën en zwijnen worden geregeld gespot in de beukenbossen en op de uitgestrekte heidevelden.
het oudste Nationale Park van Nederland.
Veluwezoom,
Kenmerken een voormalige industrieterrein, genaamd Beukenlaan, dat is omgevormd tot een ecologische verbinding tussen de Veluwe en de uiterwaarden van de Rijn. Er is een natuurlijk beekdallandschap met vele hoogteverschillen, kabbelende beken en natte graslanden ontstaan. Oppervlakte het nieuwe natuurgebied kent een oppervlakte van ruim twaalf hectare en is onderdeel van de ecologische verbindingszone Renkumse Poort. Bijzondere bewoners in het dal ontwikkelt zich natuurlijk grasland met prachtige flora, zoals dotterbloemen en orchideeën. Rondom de Halveradsbeek, die door het gebied stroomt, zijn libellen, vlinders, de ijsvogel en de ringslang te vinden. Ook het edelhert kan door het gebied trekken, van de Veluwe tot aan de Rijn.
aan de rand van de Veluwe.
Renkums Beekdal,
Kenmerken heidevelden vol plassen en vennen, bos en uitgestrekte zandvlakten. Door de hoogteverschillen kent Dwingelderveld vele beschermde dier- en plantsoorten. Oppervlakte ongeveer zevenendertig vierkante kilometer, gelegen tussen Dwingeloo en Ruinen (Drenthe). Bijzondere bewoners in het Dwingelderveld komen zowel dopheide als struikheide voor, twee kenmerkende planten van het Drentse heidelandschap. Ook zeldzame planten zoals beenbreek en klokjesgentiaan zijn hier te vinden. Verder zijn in het gebied bijna driehonderd soorten vogels, tientallen soorten vlinders en bijna alle Nederlandse reptielen te zien.
het grootste natte heidegebied van West-Europa.
Nationaal Park Dwingelderveld,
Kenmerken een autovrije oase van rust met uitgestrekte stranden, verlaten duinen, talrijke bossen en vele wandel- en fietsroutes. Oppervlakte vierenzestig vierkante kilometer, zestien kilometer lang en vier kilometer breed Bijzondere bewoners in het najaar doen vele trekvogels Schiermonnikoog aan als broedplaats op weg naar Afrika. Het eiland is dan ook een paradijs voor vogelliefhebbers. Verschillende soorten sterns, zoals de grote stern, visdief en dwergstern zijn op het strand te vinden. Daarnaast kunnen onder andere de blauwe kiekendief, de eider en het paapje op Schiermonnikoog worden gespot.
sinds 1989 een Nationaal Park.
Schiermonnikoog,
big data
big data
Hommels in de cloud
— Data is een verzameling feiten zoals cijferwaarden en metingen. Data worden pas informatie door ermee te rekenen en ze in een logische volgorde te zetten. Zo bezit Naturalis onder meer digitale gegevens van 350.000 hommels die de afgelopen honderd jaar zijn gevonden, zoals soort, geslacht en vindplaats. Wanneer deze data in chronologische volgorde worden gezet en per jaar opgeteld, ontstaat een historisch overzicht van de vondsten. Sterke dalingen of stijgingen vallen dan makkelijk op. Voeg de vindplaats toe en zet deze in grafiekjes op een kaart en het is een geografisch overzicht van welke soorten zijn verschenen of verdwenen. Het zijn eenvoudige voorbeelden van hoe informatie te maken van ongestructureerde gegevens.
Een complex ecosysteem
Nu horen hommels bij de bestuivers: bloem- en plantbezoekers die nodig zijn voor levende en levendige flora. Het wordt daarom interessanter wanneer de gewone aardhommel in een tijdlijn wordt gezet en gecombineerd wordt met de voortschrijdende verstedelijking in zijn leefgebieden. Zo onstaat een kwantitatief beeld van de gevolgen van urbanisatie voor deze witkonthommel (niet de wetenschappelijke benaming). Ter verdieping kan dit worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de verschillende planten in diezelfde gebieden alsook aan de vogelpopulaties. Voeg daarbij klimaatmodellen, satellietbeelden met gps-data en de mogelijkheden zijn eindeloos. Al die kennis is belangrijk omdat het gebrek aan een gezonde leefomgeving tot een heel armoedig mensenleven leidt. Want wat als er onvoldoende beestjes zijn om de landbouwgewassen te bestuiven? Koos Biesmeijer is wetenschappelijk directeur van Naturalis. “De natuur is een ongelofelijk complex systeem, waarvan nog lang niet duidelijk is hoe alles werkt. Hoe gedetailleerder we de onderdelen van dat ecosysteem in kaart kunnen brengen, hoe meer we ontdekken over hoe het systeem werkt. Dan kunnen we gaan voorspellen wat gebeurt wanneer er iets verandert in een van de componenten van dat systeem. Om in economische termen te spreken: met alle gegevens die we tot onze beschikking hebben, onderzoeken we hoe we kunnen zorgen dat het ecosysteem in stand blijft en het zijn diensten kan blijven leveren.”
Internationale samenwerking
De moderne wetenschapper heeft een krachtig netwerk tot zijn beschikking en toegang tot databases in de hele wereld. Dit leidt tot nieuwe inzichten en toepassingen van onderzoek, doordat hij veel meer bronnen kan raadplegen. DOOR KARINA MEERMAN – ILLUSTRATIE MIKE OTTINK
12
De voortschrijdende digitalisering en groeiende kracht van computers hebben er toe geleid dat wetenschappers over de hele wereld hun gegevens kunnen delen en dit leidt tot nieuwe inzichten. Wetenschappers werken binnen een vakgebied al sinds mensenheugenis internationaal samen. Ze wisselen kennis uit op universiteiten en congressen en werken samen aan grensoverschrijdende projecten. Maar nu kan dit ook door data te delen. Naturalis heeft bijvoorbeeld al twee miljoen databasebestanden (records) geüpload en dus doorzoekbaar gemaakt bij de Global Biodiversity Information Facility (www. gbif.org). Ook andere instituten in biodiversiteit doen dat op die plek. Biesmeijer geeft aan hoe handig dit is, met als voorbeeld onderzoek naar Afrikaanse uien. “Wij zochten gegevens over een uiensoort die goed gedijt in droge gebieden. In het GBIF vonden wij 141.000 records waarmee we aan de slag konden.” Naturalis werkt samen met een groot aantal PGO’s (zie kader). Dit zijn vrijwilligersorganisaties zoals de Vlinderstichting en de Stichting Anemoon die metingen doen op het gebied van biodiversiteit en daarmee de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) vullen. “Nederlandse tuinders verbouwen steeds vaker zwarte bessen. Wij zouden de vraag kunnen beantwoorden of er op sommige locaties meer of minder bestuivers nodig zijn om de oogst te vergroten of de kwaliteit van de bes te verbeteren door onze eigen gegevens te koppelen met die van de NDFF.” Biesmeijer werkt zelf samen met collega’s in GrootBrittannië om in kaart te brengen hoe de biodiversiteit is veranderd in de laatste decennia. “Vijftien jaar geleden was het ondenkbaar dat in Engeland wijn kon worden gemaakt. Nu produceert het land een miljoen liter per jaar doordat het klimaat is veranderd. Dit weten wij dankzij gegevens van het Brits meteorologisch instituut. Wij kunnen nu bijvoorbeeld onderzoeken of de bestuivers zich in
de toekomst op de juiste plaats bevinden om gewassen in stand te houden en zo niet, waar we ze moeten introduceren.”
Een data-explosie
De grote truc is natuurlijk om al die miljoenen databestanden zo te gebruiken dat er nuttige en correcte informatie uitkomt. Hiervoor zijn complexe berekeningen nodig, die onderzoekers vaak zelf ontwikkelen. Dit maakt de traditionele wetenschapper meer een programmeur. Biesmeijer: “We zien steeds vaker de data-scientist, de onderzoeker die niet met een vlindernetje de hei opgaat, maar die kennis in data najaagt.” Overigens blijft de klassieke expertise ook nodig, maar wordt deze steeds vaker gekoppeld aan de expert met het toetsenbord. Daarmee worden de eisen die de onderzoeker aan automatisering stelt steeds hoger. Jeroen Snijders is Chief Information Officer van Naturalis. “De data waarmee we bij Naturalis werken is weliswaar veel, maar redelijk gestructureerd van opzet. Door het verbinden van onze data aan allerlei andere wereldwijde netwerken en databronnen, ontstaat een data-explosie. Nieuwe technieken zijn nodig om de data te verbinden en te doorzoeken.”
“Wij kunnen nu onderzoeken of de bestuivers zich in de toekomst op de juiste plaats bevinden” — KOOS Biesmeijer
Superpower
Standaardcomputers met standaardsoftware zijn dus niet langer voldoende. Naturalis heeft daarom zijn eigen automatisering in het afgelopen jaar aangepast en uitgebreid. René Fouraschen is directeur van IT-bedrijf Rely dat hieraan bijdraagt. “Wetenschappers werken vaak met een scala aan zelfgemaakte programmeertalen. Als die uiteenlopende software allemaal geïnstalleerd moet worden op gewone computers, krijg je problemen. Het is alsof je thuis zestien programma’s tegelijk wilt draaien op een oude pc.” Alles wat het instituut nodig heeft, staat nu op krachtige servers die verbonden zijn met internet. In de cloud dus. Waar nodig wordt extra rekenkracht en opslagruimte tijdelijk ingekocht bij leveranciers van dergelijke capaciteit. “Het unieke is nu dat wij met behulp van nieuwe technieken het beheer van al die verschillende software geautomatiseerd hebben. Daardoor staat deze on demand klaar voor de wetenschappers om te gebruiken wanneer ze maar willen.” Snijders: “We hebben nu het fundament om verder te gaan met big data.” Voor de heel zware klussen zoals het analyseren van DNA-reeksen en taalpatronen en het doorrekenen van klimaatmodellen heeft Naturalis een verbinding met een speciaal netwerk, genaamd SURFNet. Dit is eind jaren tachtig opgezet voor universiteiten, wetenschappelijke instituten, academische ziekenhuizen en heeft een snelheid waar de thuisgebruiker alleen maar van kan dromen (Gigabytes per seconde in plaats van Megabytes). De beschikbaarheid van dergelijke power leidt niet alleen tot een nieuw soort wetenschapper, maar ook tot een verandering in de aard van wetenschappelijk onderzoek. Biesmeijer: “In plaats van de hypothese te onderzoeken ‘wat als de paardenbloem uit het landschap verdwijnt’, kunnen we nu kwantitatieve vragen stellen omdat we met een schat aan feiten kunnen werken. We kunnen voorspellen wat er gebeurt als de paardenbloem verdwijnt.” «
“Wij zorgen ervoor dat alle uiteenlopende software on demand klaar staat voor wetenschappers” — René Fouraschen
De cloud De term cloud staat voor een netwerk van computers die via internet met elkaar verbonden zijn en een ‘wolk van computers’ vormen. De eindgebruiker weet niet op hoeveel of welke computers de software draait die hij gebruikt of waar die precies staan. Dat is ook niet nodig: hij is geen eigenaar meer van de gebruikte harden software en niet verantwoordelijk voor het onderhoud. Een groot voordeel hiervan is dat de eindgebruiker alleen betaalt voor wat hij gebruikt - niet meer en niet minder - per uur, dag of per maand. Bron: Rely
Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO’s) Nederland telt circa 25.000 tot 30.000 vrijwilligers die zich bezighouden met het registreren van data over biodiversiteit. Zij zijn verenigd in een reeks aan stichtingen, ieder met de blik op een eigen hoekje van de Nederlandse flora en fauna. In hun vrije tijd inventariseren, fotograferen en brengen zij plant- en diergroepen in kaart. Zo telt de Bryologische en Lichenologie Werkgroep planten en mossen in afgebakende stukken grond met een bekend oppervlak en ligging. Stichting Floristisch Onderzoek Nederland organiseert excursies en landelijke plantentelprojecten. Reptielen Amfibiën Vissen Onderzoek Nederland telt amfibiën door vaste routes te lopen langs poeltjes en waters. De Vlinderstichting vindt vlinders langs vaste routes door weilanden, heiden en langs bosranden. Specialisten controleren de waarnemingen en de gegevens worden opgeslagen in de databases van de PGO’s, op diverse websites (telmee.nl en nederlandsesoorten.nl) en in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De schat aan gegevens van deze PGO’s tezamen wordt gebruikt voor onderzoek door organisaties als Naturalis. En omdat de PGO’s dit werk al jarenlang doen, meten ze ook veranderingen in soorten en worden trends zichtbaar. Met dergelijk inzicht in hoe soorten zich verspreiden en hun gevoeligheden voor veranderingen in hun omgeving, kan worden voorspeld wat de gevolgen zijn van ingrijpen in het ecosysteem. De vrijwilligersorganisaties werken ook samen met grote instellingen als Staatsbosbeheer, Natuurmomumenten, Rijkswaterstaat, het RIVM, universiteiten en adviesbureaus. Hun gegevens worden onder meer gebruikt in onderzoeken naar de effecten van begrazing, waterzuivering, overbevissing, natuurbeschermingsplannen, de bouw van nieuwe natuur en verandering in grondwaterstanden.
13
dna-ONDERZOEK
dna-ONDERZOEK
Speuren naar soorten De natuur in Nederland verandert voortdurend. Soorten komen en gaan, en soms keren bewoners van vroeger terug. Barbara Gravendeel is bij Naturalis dagelijks bezig met biodiversiteit. Met soms verrassende resultaten. DOOR WILBERT SCHREURS – FOTOGRAFIE MARIEKE VAN DER VELDEN
— Een zwaluw maakt nog geen zomer. Maar na de recente vondst van een wolvin bij Luttelgeest sluit Barbara Gravendeel de terugkeer van de wolf naar Nederland niet uit. Zij is bioloog bij Naturalis en lector Biodiversiteit aan de Hogeschool Leiden. Gravendeel is gespecialiseerd in systematiek, oftewel het beschrijven en verklaren van biodiversiteit van planten en dieren. Ze onderzocht het DNA van het in Luttelgeest gevonden dier. “We waren voor 98 procent zeker dat het om een wolf ging op basis van het uiterlijk”, vertelt Gravendeel. “Maar we wilden honderd procent zeker zijn. Bovendien wilde Staatsbosbeheer weten of het dode dier niet door grappenmakers is neergelegd.” Voor een nadere identificatie werd de hulp ingeroepen van een in wolven gespecialiseerd instituut, het Italiaanse ISPRA. Inmiddels is duidelijk dat het om een raszuivere wolf gaat, afkomstig uit Oost-Europa. Dat ze op eigen kracht ons land wist te bereiken, is nu zeker. Waar ze geboren is, wordt nog onderzocht.
DNA- en genenonderzoek
DNA speelt een sleutelrol bij veel van het onderzoek dat Gravendeel doet. Aan de hand van variabele DNA-fragmenten kan worden bepaald tot welke (onder)soort een plant of dier hoort, wat de herkomst is en of een organisme aan inteelt lijdt. “Bij museomics, DNA- en genenonderzoek met museumcollecties, kun je de genetische diversiteit door de tijd heen volgen”, legt de onderzoekster uit. “Zo kun je erachter komen of een soort bijvoorbeeld door inteelt is uitgestorven.” Een andere, nieuwe methode waar Gravendeel gebruik van maakt, is environmental DNAonderzoek (zie kader). De voor de hand liggende vergelijking van dit type onderzoek met een tv-serie als Crime Scene Investigation is gegrond. Want voor het speurwerk naar soorten moet je het soms met minimale informatie doen, vertelt Gravendeels collega Arjen Speksnijder. Maar dat hoeft geen probleem te zijn. “Wij hebben hier vijf JEOL elektronenmicroscopen. Daarmee zijn vergrotingen mogelijk tot een miljoen keer, waarmee details zichtbaar gemaakt kunnen worden die met lichtmicroscopietechnieken niet te observeren zijn.” En voor
14
onze Ion Torrent sequencer is in principe een nanogram DNA voldoende.”
Medicinaal gebruik
Het onderzoek dat Gravendeel en haar collega’s doen, wordt voor allerlei verschillende toepassingen ingezet. Zo doet Naturalis, samen met het RIKILT (instituut voor voedselveiligheid), onderzoek voor de douane. Gravendeel pakt een in beslag genomen doosje met resten van een gedroogde plant van haar bureau. “Dat bleek afkomstig van een beschermde orchidee uit China, waar thee van wordt getrokken. Wij vonden planten en schimmels in deze thee, die heel ongezond zijn.” Ook farmaceutische bedrijven doen veelvuldig een beroep op Naturalis. Bijvoorbeeld voor onderzoek naar het medicinale gebruik van planten. Een studente van Gravendeel doet onderzoek aan een orchidee waarvan het extract in Irak wordt gebruikt ter preventie van diabetes. En een collega is momenteel in Suriname, voor onderzoek naar traditionele toepassingen van anti-jeuk-planten. “Door samenwerking met het Instituut Biologie Leiden, en bedrijven als Fytagoras en Prisna, kunnen wij hier in Leiden niet alleen de soort exact determineren, maar ook de inhoudsstoffen.”
Wij vonden planten en schimmels in deze thee, die heel ongezond zijn —
01
02
Dat Naturalis geregeld vragen krijgt van binnen- en buitenlandse partners, is niet verwonderlijk. Gravendeel: “Om aan de hand van DNA een soort te bepalen, heb je vergelijkingsmateriaal nodig. En dat hebben wij hier in ruime mate liggen. We beschikken over een collectie van ruim 37 miljoen objecten.” Een voorbeeld van zo’n vergelijking is onderzoek dat Gravendeel deed voor Staatsbosbeheer, nadat in een van hun gebieden een vrouwenschoentje was gevonden. “Wij hebben het DNA bekeken. Een vergelijking met onze databank liet zien dat deze orchidee uit de Oostenrijkse Alpen kwam. Een tijdje later werd een man betrapt die zelf de planten had gepoot. Hij wilde de Nederlandse natuur verrijken. Maar de orchideeën waren niet aangepast aan ons klimaat en hebben het niet overleefd.”
DNA-onderzoek en waterkwaliteit
Tachtig miljoen jaar oud
Het was niet voor het eerst dat Barbara Gravendeel zich in orchideeën verdiepte. Ze deed er promotieonderzoek naar en publiceerde over orchideeën in het gezaghebbende tijdschrift Nature. Voor haar artikel baseerde ze zich op een fossiel van een bij van vijftien tot twintig miljoen jaar oud. Ze kreeg het fossiel onder ogen toen ze een jaar in Harvard werkte. “Ik had de stellige indruk dat ik op de bij pollenkorrels zag van een orchidee, en dat klopte.” Met uiterst geavanceerde onderzoekstechnieken, waarvoor ook DNA-materiaal werd gebruikt, werd het fossiel geanalyseerd. Via een moleculaire klokanalyse kon Gravendeel uitrekenen dat de geschiedenis van de orchidee teruggaat tot zo’n tachtig miljoen jaar geleden. Dat werd bevestigd door gedateerde fossielen van nauw verwante families. Terug naar het heden. Vindt Gravendeel de terugkeer van de wolf een verrijking van de Nederlandse fauna? “Jazeker, want de wolf houdt de vossenstand op peil. En de vos is drager van de teek die de ziekte van Lyme overbrengt.” Het is een van de vele voorbeelden waaruit blijkt dat biodiversiteit niet enkel een ‘speeltje’ is van natuurlief hebbers. Gravendeel: “Het is essentieel voor een gezonde samenleving.” «
Aan de hand van variabele DNAfragmenten kan worden bepaald tot welke (onder) soort een plant of dier hoort —
03
04
01 Fotograferen van een collectie behorende bij een DNA-barcode. 02 Bemonsteren van een herbariumcollectie voor DNA-extractie. Van links naar rechts: Nick Neijndorff (student Hogeschool Leiden), Barbara Gravendeel (evolutiebioloog), Rutger Vos (bio-informaticus) en Bertie Joan van Heuven (analiste). 03 Weefsel van de Luttelgeest-wolvin dat voor DNA-analyse is gebruikt. 04 Deze waterkevercollecties zijn voor DNA-barcoding gebruikt. 05 Van links naar rechts en van boven naar beneden: Frank Stokvis (analist), Kevin Beentjes (analist), Elza Duijm (analiste), Bertie Joan van Heuven (analiste), Barbara Gravendeel (evolutiebioloog), Arjen Speksnijder (labhoofd), Roland Butot (analist), Nick Neijndorff (student Hogeschool Leiden), Rutger Vos (bio-informaticus) en Kees van Bochove (student WUR).
— De grote modderkruiper is niet gauw tevreden. De vis komt alleen voor in water met een ruime variatie aan planten. Duikt hij ergens op, dan is dat een teken dat het met de waterkwaliteit de goede kant op gaat. Maar de naam verraadt al dat de modderkruiper lastig te observeren is. Environmental DNAonderzoek is een nieuwe methode om deze en andere soorten op te sporen en zo de biodiversiteit in het water in kaart te brengen. “Voor eDNA-onderzoek nemen we een watermonster en dan kijken we of we DNA uit faeces en huidcellen van deze soorten aantreffen”, vertelt Bart Wullings, moleculair microbioloog bij KWR Watercycle Research Institute in Nieuwegein, het instituut dat onderzoek doet naar de watercyclus in Nederland. “Als we het DNA uit de sporen extraheren, krijgen we een goed beeld van de soortenrijkdom, of het gebrek daaraan, op de plek waar het monster is genomen. De aanwezigheid van specifieke soorten, of het nu de modderkruiper, de kamsalamander of de gestreepte waterroofkever is, vertelt veel over de kwaliteit van het water.” Environmental DNA-onderzoek is een veelbelovende manier om de waterkwaliteit te monitoren, vindt Wullings. “Het is snel en efficiënt. Dat kan belangrijk zijn als het gaat om een exoot die zich snel verspreidt, zoals de Amerikaanse rivierkreeft. Want hoe beter je de verspreiding in beeld brengt, hoe gerichter je maatregelen kunt nemen. Bovendien kun je tegen dezelfde kosten als de klassieke metingen op meer plekken een meting doen. Daardoor ontstaat een breder beeld van de kwaliteit van het water in een gebied.” Voorwaarde is wel dat er een grote bibliotheek aan DNA-gegevens beschikbaar is. Daarom werkt KWR nauw samen met Naturalis. “KWR is thuis in het nemen en onderzoeken van de watermonsters”, aldus Wullings. “Op welke plekken kun je dat het beste doen, en hoe extraheer je het DNA het meest efficiënt? Naturalis beschikt over de data waarmee we kunnen bepalen wat de biodiversiteit is.” Momenteel leggen KWR en Naturalis een database aan met de DNAbarcodes van de belangrijkste soorten die een indicator zijn voor waterkwaliteit. “Zo kunnen we in de toekomst de kwaliteit van het zoetwater in Nederland beter in de gaten houden.” «
05
15
Design
design
Een nieuw thuis Neutelings Riedijk Architecten tekende voor het nieuwe huis van onderzoeksinstituut en museum Naturalis. Een gesprek met architect Michiel Riedijk over de insteek van het ontwerp dat aan specifieke eisen moet voldoen voor onder meer wetenschappelijk onderzoek en het optimaal bewaren van de collectie.
Edwin van Huis, algemeen directeur Naturalis:
DOOR MARTIN VAN DER ZEEUW – BEELD NEUTELINGS RIEDIJK ARCHITECTEN instituut presenteert zich ook als openbaar. Integratie is een wezenskenmerk van openbaarheid. Het instituut moet niet met de rug naar de maatschappij staan, maar er middenin.”
Van buiten de door u ontworpen tentoonstellingsruimte kun je vrijwel alles zien wat er binnen aanwezig is. Geeft u daarmee niet te veel weg?
“Nee, je moet weten wat je te wachten staat. Je moet je eigen keuzes kunnen maken. Als je bij wijze van spreken geen interesse hebt in de dinosaurussen maar wel in het ontstaan van het leven, moet je daar meteen naartoe kunnen gaan zonder langs de dinosaurussen te hoeven. Bovendien: binnen de zalen zelf is ook nog veel te ontdekken.”
Er staan veel delicate spullen in de collectie. Hoe is daarmee rekening gehouden in het ontwerp?
“In de grote hal zet je de zaken die tegen een stootje kunnen. Het kwetsbare materiaal doe je in aparte zalen. In die zalen kun je heel goed een echt museumklimaat creëren. Daarbinnen weer heb je ruimte voor aparte vitrines voor speciale stukken. De hal wordt vanzelfsprekend geklimatiseerd. Je moet het als een theater zien, recreatief. Het moet inspireren en verleiden, je vertellen waarvoor je komt. De hal wordt veertig meter hoog, maar het wordt zeker geen galmende stationshal. Hij krijgt een dubbelglasconstructie waarin uiteraard zonwering en UVbescherming is opgenomen. Het glas wordt dusdanig bewerkt en geornamenteerd dat je van verre al snapt dat biodiversiteit in dit gebouw centraal staat.”
michiel riedijk:
Wat was uw uitgangspunt bij het ontwerp voor de nieuwbouw?
“Het huidige pand heeft drie segmenten: kantoor, tentoonstellingsruimte en het collectiedepot. De uitbreiding vertoont eenzelfde mix, alles wordt alleen méér en groter doordat de instituten uit Leiden, Amsterdam en Wageningen zich bundelen. De depot- en kantoorfuncties komen nu in het huidige gebouw, de publieksfunctie in de nieuwbouw. Dat maakt het efficiënter.”
Wat is de wisselwerking tussen het karakter van Naturalis Biodiversity Center en het ontwerp van het gebouw?
“Momenteel heeft het gebouw niet echt een gezicht. De nieuwbouw krijgt daarom een monumentale presentie aan het Van Leeuwenhoekpark, waarmee de ‘centrumzijde’ wordt benadrukt. Zo’n zestig procent van de bezoekers komt echter per
16
auto, vanaf de andere zijde. Aan die kant willen we dan ook een grote tuin aanleggen, waarmee we de biodiversiteit daadwerkelijk kunnen laten zien.” “Naturalis is een wetenschappelijk onderzoeksinstituut, maar heeft ook een publiekswerking. Dat moet samensmelten tot één geheel. Vandaar ook dat de hoofdingang tussen het kantoor- en het publieksgedeelte in wordt geplaatst. Beide moeten zichtbaar zijn en dus deel gaan uitmaken van het publieke imago. Verder moet de collectie centraal staan. Het collectiedepot bevindt zich in de toren. Vandaar dat de toren altijd het pièce de résistance zal blijven.” “Tot slot moet er een evenwicht zijn tussen gastvrijheid, of nog liever laagdrempeligheid, en beslotenheid. Kinderen moeten kunnen joelen, je moet kunnen genieten van fossielen van miljoenen jaren oud en je kunnen verwonderen over een potvissenskelet. Het mag beslist geen high-end cultuurtempel worden. Er moet een delicate balans zijn tussen een we-
tenschappelijk instituut en die publieksvriendelijkheid, maar zonder dat het de banaliteit van De Efteling heeft.”
Hoe creëert u die samensmelting, die integratie?
“Integratie kun je op verschillende manieren bewerkstelligen. Door de verschijningsvorm zelf, door het contrast op te zoeken, maar het kan ook in de werking zelf zitten. Hoe gaan de bewoners het gebouw gebruiken, dat is de vraag. Van daaruit kun je de integratie regelen. Bijvoorbeeld door bezoekers en onderzoekers in hetzelfde restaurant te laten eten. Dat maakt het benaderbaar, toegankelijk. De schoolklas zou theoretisch de wetenschapper kunnen ontmoeten en vice versa. Belangrijk is dat er ruimten zijn die zowel door het publiek als door de medewerkers gebruikt kunnen worden. Je bereikt daarmee drie dingen: je maakt de werking van de organisatie zichtbaar, je krijgt een menging van soorten publiek, en het openbare
“Kinderen moeten kunnen joelen, je moet kunnen genieten van fossielen van miljoenen jaren oud” —
U en uw bureau ontwierpen ook Beeld en Geluid in Hilversum en het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen. Zijn er overeenkomsten met het ontwerp voor Naturalis?
“Jazeker. Het openbare gedeelte van het gebouw moet manifest zijn. Een baken in het openbare domein, de omgeving. Bovendien hebben die ruimtes geen vastomlijnde bestemming. Bij vrijwel alle nieuwbouw is elke vierkante centimeter gedefinieerd, functioneel bepaald. Terwijl wij vinden dat er in elk gebouw een ruimte moet zijn die functioneel ónbepaald is. In Hilversum is er een binnenplein en in Antwerpen is er een straat die naar boven loopt, een openbare galerij. Dat plein en die straat hebben geen specifieke, gedefinieerde functies. Met als gevolg dat ze overal voor gebruikt kunnen worden: recepties, mediapresentaties, filmopnamen, noem maar op. En dat gebeurt ook. Bij Naturalis creëren we ook zo’n functioneel onbepaalde ruimte. Dat biedt vrijheid aan de gebruikers, want die kunnen het naar eigen idee invullen. En dáárdoor maak je een gebouw met toekomstwaarde. Gebouwen verouderen snel als je alles specifiek maakt. Kijk naar al die leegstaande kantoorgebouwen. Die zijn ooit gedefinieerd als kantoor. Iets anders kun je er niet mee.” «
“De nieuwbouw is nodig vanwege de fusie tussen de onderzoekscentra van Amsterdam, Wageningen en Leiden. Alles wordt nu in Leiden samengebracht. De onderzoekers komen ook hiernaartoe, dus er is meer ruimte nodig. Tot nu toe was het onderzoek naar biodiversiteit versnipperd en dus inefficiënt. Naast dat het verdeeld was over drie universiteiten is het hier in Leiden ook nog eens verspreid over verschillende panden. Door de nieuwbouw van Naturalis kunnen we het op een plek concentreren, een gemeenschappelijk knooppunt. Van daaruit willen we het ook internationaal uitbouwen.” “Het is een heel internationaal onderzoeksveld, en veel onderzoekers komen vanuit het buitenland bij ons werken. Om toponderzoekers binnen te kunnen halen is het belangrijk dat je ze een omgeving biedt waarin ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dat kan door zowel de interactie met hun collega’s te stimuleren als door uitstekende onderzoeksfaciliteiten te bieden. Je moet dus ‘massa’ hebben als instituut, maar ook een werkomgeving creëren die interactie stimuleert. Dit ontwerp maakt dat mogelijk.” “De mensen uit Wageningen moeten nog komen, maar de meeste onderzoekers zijn al hier ter plekke. Sinds ze ook fysiek dichter bij elkaar zijn, zie je kwaliteitsverbetering optreden.” “We koppelen het onderzoek naar biodiversiteit aan de ‘etalage’ die het museum is. Het museum moet een iconische museale uitstraling krijgen. Nu is het niet echt open naar het publiek toe. Het moet zeggen: Kom binnen! Het huidige museum is gebouwd op 150.000 bezoekers per jaar. We krijgen er nu 265.000, dus het is veel te klein. Als het nieuwe museum opengaat, verwachten we er zo’n 300.000 per jaar. Daar moet je rekening mee houden bij het bouwen.” “Daarnaast ontwikkelen we een nieuwe formule voor het museum, waarbij we de beste educatieve presentatie combineren met interactiviteit en veelzijdige evenementen voor het publiek.” “In eerste instantie hadden wij de nieuwbouw in gedachten voor het onderzoekscentrum en wilden wij de oudbouw aanpassen voor het museum. De architect kwam echter met het idee om het omgekeerde te doen en dat blijkt een veel beter plan. Het ligt zo voor de hand, dat we ons afvroegen waarom we daar zelf niet opgekomen zijn!” «
17
Leiden: de kennisstad van Nederland
Hulptroepen Het Expertcentrum van Naturalis Biodiversity Center staat midden in de samenleving. Van Schiphol tot edelsteenbezitters, en van de douane tot het bedrijfsleven: ze kloppen geregeld aan. DOOR MENNO DE BOER
CSI met levend bewijs
— Een insectendeskundige die op moordlocaties forensisch onderzoek doet. Het gebeurt tegenwoordig steeds vaker. Aan de hand van het soort insecten en hun ontwikkelingsstadia, kan zo’n expert bepalen wat de ‘minimale postmortale interval’ is, oftewel: hoe lang iemand al dood is. Het is zelfs mogelijk om te achterhalen of een lichaam al dan niet is verplaatst. Naturalis heeft een expert in huis die zich in deze forensische insectenkunde heeft gespecialiseerd. De afgelopen twintig jaar heeft hij zich al over meer dan honderd verdachte sterfgevallen gebogen. Het is geen vak dat op school wordt gegeven, vandaar dat hij zijn kennis nu in de praktijk overdraagt. Ook worden cursussen gegeven aan de politie, zodat rechercheurs weten wat ze moeten doen om het ‘levende bewijs’ veilig te stellen.
Grensgevallen
— Een zoemend pakje waar na opening een fladderende vlinder uit tevoorschijn komt. Op luchthaven Schiphol en in de haven van Rotterdam stuit de douane geregeld op exotische planten of dieren waarvan ze de soort niet altijd een-twee-drie kan achterhalen. Als een zending serieuze vraagtekens oproept, komt Naturalis in actie. Een enkele keer kunnen experts aan de hand van een foto al aangeven of het om illegale import gaat van beschermde dieren en planten. Maar het komt ook voor dat er een speciaal team wordt samengesteld om ter plekke onderzoek te doen. Momenteel staat de import van beschermd tropisch hardhout via de haven van Rotterdam volop in de aandacht. Samen met het Douanelaboratorium identificeren de onderzoekers de in beslag genomen partijen. Zij maken daarbij gebruik van de grootste houtcollectie ter wereld. Naturalis beschikt over maar liefst 130.000 houtmonsters van bomen over de hele wereld.
Als oudste universiteitsstad van Nederland (1575) brengt Leiden al eeuwenlang baanbrekend onderzoek naar buiten en wereldveranderende inzichten. Het feit dat de universiteit dertien Nobelprijswinnaars heeft voortgebracht is ook vrij indrukwekkend. Het historisch besef van de rol van dit Praesidium Libertatis (bolwerk van de vrijheid) zit diep verankerd in praktisch alle Leidse studenten en alumni. Velen blijven op enige manier verbonden met hun universiteit of hogeschool. Zo is rond Leiden een gemeenschap gegroeid van wetenschappers, onderzoekers, studenten en bedrijven, die internationaal op verschillende vakgebieden toonaangevend is. DOOR KARINA MEERMAN
Verleiding tussen kunst en wetenschap In de nacht van 14 september viert Leiden een huwelijk tussen wetenschap en kunst rond het thema Rethinking Quality of Life. Van 19.00 tot 02.00 uur is er livemuziek in de stad, treden kunstenaars op met dans, theater en muziek en houden wetenschappers korte inspirerende colleges. DOOR KARINA MEERMAN
7 4
6
5 2
1 8 3
Vleugellam
— Schiphol bevindt zich in een waterrijk gebied waar veel vogels vertoeven. Helaas niet zo’n goede combinatie, want er willen nog wel eens vogels in vliegtuigmotoren terechtkomen. Nu zijn de meeste vogels zo klein dat piloten daar nauwelijks iets van merken. Maar het wordt riskant als het om grotere vogels gaat, zoals een groep ganzen. Vandaar dat zowel Schiphol als het Ministerie van Defensie precies wil weten wat de vliegroutes van vogels zijn, om welke soorten het gaat en in welke periodes zij naar het noorden of zuiden trekken. Zo kunnen er tijdig maatregelen genomen worden. De identificatie van vogelresten in vliegtuigmotoren levert veel informatie op. Geen makkelijke klus: soms is er alleen een klein veertje of bloedspetter beschikbaar. Met behulp van DNA-technieken, microscopen en vergelijkingsmateriaal uit de collectie van Naturalis, is te achterhalen welke vogel zich met fatale afloop op een vliegroute van Schiphol heeft gewaagd.
Verstekelingen
— Klein als ze zijn, knaagdieren en insecten blijken toch telkens weer in staat om financiële klappen uit te delen. Zo wordt een container vol steriele goederen direct afgekeurd als daar een muis in wordt gevonden. Ook een scheepslading met door insecten vervuild voedsel leidt direct tot een forse schadepost. In dit soort gevallen moet vaak juridisch worden uitgezocht wie uiteindelijk voor de kosten moet opdraaien. Schippers en verzekeringsmaatschappijen kunnen daarvoor terecht bij het Expertcentrum van Naturalis. Daar is onder meer een onderzoeker werkzaam die zich heeft gespecialiseerd in forensisch onderzoek naar economische schade die door insecten is veroorzaakt. Was een product al in een eerder stadium vervuild? Ging het om een Aziatisch of Europees insect? Met behulp van specialistische apparatuur en de aanwezige kennis over ontwikkelingsstadia, is hij in staat om een waarheidsgetrouwe reconstructie te maken. Zo wordt uiteindelijk altijd duidelijk waar het precies fout is gegaan.
Centre of Expertise Genomics Hogeschool Leiden opent dit najaar een Centre of Expertise Genomics dat in dienst staat van onderwijs, bedrijfsleven en wetenschap. Samen met Naturalis Biodiversity Center, Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden en het biotechnologiebedrijf BaseClear biedt het centrum laagdrempelig diensten aan op het gebied van bio-informatie en genomicstechnologie. DOOR KARINA MEERMAN
018 18
NEL onderscheidt echt van nep
— Geen edelsteen of parel is hetzelfde. De uiteindelijke waarde wordt niet alleen door de soort en het gewicht, maar vooral door de kleur, zuiverheid, afwerking en natuurlijke oorsprong bepaald. Er bestaan genoeg mogelijkheden om die kwalitatieve eigenschappen en oorsprong te bepalen. Bedrijven en particulieren die met onbeantwoorde vragen over hun edelstenen of parels blijven zitten, kunnen aankloppen bij het Nederlands Edelsteen Laboratorium (NEL). In dit laboratorium voert een driekoppig team allerlei tests uit: van optische onderzoeken tot chemische analyses en structuuranalyses door middel van röntgenstraling, infrarode straling, of zichtbaar licht. Zo is al snel vastgesteld of een edelsteen of parel echt is of dat het om een imitatie gaat. Daarnaast is het mogelijk om te achterhalen of een steen behandeld is en waar hij precies vandaan komt. De bevindingen worden door de experts van NEL vastgelegd in een internationaal erkend rapport.
— Genomics is steeds vaker onderwerp in grote vraagstukken zoals de veredeling van plantenrassen, het zuiveren van afvalwater en het ontwikkelen van nieuwe medicijnen. De basis is grootschalig onderzoek naar erfelijkheid en de genen van mensen, dieren, planten en microorganismen. Genomics is een jong, maar zeer snelgroeiend onderzoeksgebied. Grote hoeveelheden DNA-informatie moeten worden verwerkt en geanalyseerd. Deze wetenschap van de toekomst vraagt nu al om veel uitstekend opgeleide mensen, zeker als Nederland mee wil blijven spelen aan de internationale top. Hogeschool Leiden koos voor Genomics omdat in de Medical Delta (Leiden, Rotterdam, Delft) veel bedrijven behoefte hebben aan kennis en expertise op dit gebied. De focus van het expertisecentrum
van de Hogeschool Leiden ligt op de relatie tussen biodiversiteit en menselijke gezondheid. Zo is bijvoorbeeld al ontdekt dat een orchideesoort een rol kan spelen bij de behandeling van diabetes. Tekenend voor de hbo-omgeving waarin dit expertisecentrum is gestart, is dat de studenten worden opgeleid om maximaal aan te sluiten bij de behoefte van het bedrijfsleven. Zij voeren ook onderzoek in opdracht uit. Dit is goed nieuws voor het MKB, waarvoor genomicsonderzoek normaliter een te grote investering is. Met stages, praktijkopdrachten en contractonderwijs wordt de band met het bedrijfsleven in de regio opgebouwd en eigen ondernemerschap gestimuleerd. Het expertisecentrum biedt ook (na)scholing aan groeiende beroepsgroepen als labanalisten en computational scientists.
1. Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) Hoogleraar prof. dr. Christine Mummery werkt aan het kweken van een mini-mensenhart. Dit is een project van vijf jaar, waarna met goed resultaat de muis kan worden vervangen als testdier voor medicijnen. Slagen Mummery en haar collega’s in het onderzoek, dan staat de deur open naar nieuwe medicijnen tegen hartfalen en andere hartkwalen. 2. Pharming Group Stier Herman haalde de wereldpers als het eerste genetisch gemanipuleerde rund ter wereld. Mede dankzij het extra gen van dit icoon van de biotechnologie hebben zijn (klein)dochters het menselijk eiwit lactoferrine in hun melk. Dit wordt gebruikt in medicijnen tegen ontstekingen. 3. Universiteit Leiden Hoogleraar internationaal publiekrecht prof. dr. Nico Schrijver wijdt zijn leven aan de vraag hoe wereldvrede bereikt kan worden door volkenrecht. Hij geeft wereldwijd advies over het vreedzaam oplossen van geschillen en het verbeteren van respect voor mensenrechten en ontving hiervoor in 2012 een prestigeuze onderscheiding van de VN. 4. NOVA & Universiteit Leiden Een simpel opzetstukje voor een iPhone en de iSPEX-app maken van de gewone burger een participant in een nationaal
onderzoek naar fijnstof. Dit komt ten goede aan de bevolkingsgezondheid in het algemeen en patiënten met luchtwegaandoeningen in het bijzonder. 5. Leiden BioScience Park Veel bedrijven op het BioScience Park zijn spin-offs van wetenschappelijk onderzoek. Zo werken OcellO en Mimetas aan het vermarkten van de kweek van cellen in 3D, voortbouwend op onderzoek van het Leiden Academic Center for Drug Research. Het resultaat is realistisch weefsel dat groeit, leeft en reageert op medicijnen en zo ideaal is voor diepgaand tumoronderzoek. 6. TOPLab TOPlab is een initiatief van Hogeschool Leiden en zet zich in voor vragen van overheid en bedrijfsleven. Zo blijken stoffen uit Afrikaanse orchideeën heel geschikt om huidschimmelinfecties mee te voorkomen. In samenwerking met een Nederlandse ondernemer wordt er momenteel een medicinale spray ontwikkeld op basis van deze extracten. 7. Leiden proeftuin In de Leidse Proeftuin zoeken vier Leidse kennisinstellingen (Hogeschool Leiden, TNO, Leiden Institute for Brain & Cognition, Leyden Academy on Vitality and Ageing) naar antwoorden op vraagstukken die voortkomen uit de vergrijzing
en de hervormingen in de gezondheidszorg. Het doel is Leidenaren, Nederlanders en Europeanen gezond en vitaal oud te laten worden en hen de beste zorg te bieden. De kennisinstellingen testen samen met zorgaanbieders en Leidenaren nieuwe (zorg)concepten. Zo wordt in de dagelijkse praktijk de beste zorg voor morgen ontwikkeld. 8. Naturalis Biodiversity Center Naturalis is naast een populair familiemuseum ook een internationaal opererend onderzoekscentrum. Hier houden onderzoekers zich bezig met het beschrijven, begrijpen en verklaren van biodiversiteit. Leidse regio De Leidse regio (inclusief naastgelegen gemeentes als Oegstgeest en Leiderdorp) is de meest kennisintensieve regio van Nederland. (Bron: Bureau Louter, Delft) Dé studentenstad van Nederland Leiden bruist! De ruim 28.000 Leidse studenten vinden in de stad een perfecte mix van kennis, cultuur, uitgaan, studentenhuisvesting en sportfaciliteiten.
— Sinds mensenheugenis laten wetenschappers zich inspireren door de kunsten en halen kunstenaars inspiratie uit de wetenschap. Tijdens de Nacht van Kunst & Kennis biedt de historische binnenstad van Leiden een ontdekkingstocht naar nieuwe kennis, kunst, muziek en revolutionaire uitvindingen. Wat maakt kwaliteit van leven? Hoe voelt dat en wat is dat in de toekomst? Is DNA door ons zelf te programmeren? Leven we straks op de maan? Hoe zien robots er uit over twintig jaar? Presteren we beter met muziek?
De moleculaire keuken
Kwaliteit van leven gaat over life science, geneeskunde, vitaliteit en gezond oud worden, maar ook over milieu, gezondheid, natuur, samenleving, kunst en cultuur. De Nacht van Kunst en Kennis schuwt de grote vragen niet en combineert deze met cultuur en vermaak. Musea, universitaire gebouwen, culturele instellingen en de binnenstad vormen samen het podium voor deze nacht van kunst en kennis. Wetenschappers praten over hun relatie met kunst in korte colleges. Kunstenaars verbeelden hun visie op de wetenschap in uiteenlopende voorstellingen. Als bezoeker neem je deel aan experimenten en proefopstellingen. Wie even rust wil van de mentale uitdaging kan terecht in het wetenschapsrestaurant voor hapjes uit de moleculaire keuken. Of uiteraard voor gewone bitterballen in de talloze cafés van de stad.
Tickets
Een toegangskaartje voor alle verschillende locaties en de afterparty kost slechts €10,-. Voor het volledige programma en toegangskaarten, ga naar: www.leiden.nl
019 19
museum naturalis
Kom je verwonderen! In museum Naturalis kom je ogen tekort. Er zijn talloze dingen te doen en te ontdekken, voor jong en oud. Laat je verrassen! DOOR MEREL BEVAART
Gratis toegang voor lezers van NRC
Deze bijlage is een toegangskaart waard. Kom tijdens het Weekend van de Wetenschap op 5 en 6 oktober naar Naturalis. Op vertoon van deze bijlage mag één persoon gratis naar binnen. Op deze dagen worden er bovendien allerlei wetenschappelijke activiteiten georganiseerd.
Science Talks Zondag 8 september
De aanwezigheid van paardenvlees in rundergehakt is vrijwel onmogelijk met het oog te zien. Frank Stokvis van het moleculair laboratorium vertelt hoe DNA-barcoding bij twijfel uitkomst kan bieden.
Zondag 15 september
Onderzoeker Sandrine Ulenberg duikt in de wereld van sluipwespen.Sluipen deze wespen echt, hoe leven ze, wat eten ze? En waarom zijn deze kleine dieren zo nuttig?
Freeks favorieten – 10 oktober 2013 t/m 31 december 2014
Zondag 22 september
Wilde dieren en de natuur, Freek Vonk is er gek op! De bekende bioloog leidt bezoekers vanaf 10 oktober langs zijn favoriete dieren, planten en fossielen. Via filmpjes en geluidsfragmenten neemt hij je mee op een
spannende ontdekkingsreis in de wildernis. Je ontmoet de Tasmaanse duivel, het vogelbekdier en de koningscobra. En hij staat oog in oog met een witte haai, een leeuw en een krokodil.
Achter de schermen doorlopend
Superzintuigen – t/m 31 december 2014
Zelf zien wat Naturalis nou eigenlijk allemaal doet? Dat kan! In de zaal LiveScience zijn onze medewerkers aan het werk om bijvoorbeeld dieren te prepareren voor de collectie. Het publiek mag kijken en misschien wel meedoen. In ScienceTalk vertellen wetenschappers over hun ontdekkingen en kun je vragen stellen.
Met onze zintuigen nemen we de wereld om ons heen waar. Dieren doen dat ook. Maar wat zij allemaal kunnen zien, horen en ruiken... Daar kunnen wij ons amper iets bij voorstellen. Doe proefjes en experimenten in de interactieve tentoonstelling Superzintuigen en stel je eigen zintuigen op de proef.
Rennen voor je leven! Frietson Galis en Claartje ten Broek vertellen over de evolutie van de wervelkolom bij snelle en langzame zoogdieren.
Zondag 29 september
De wilde flora van Nederland omvat zo’n 2000 soorten en is nog steeds toenemend. Leni Duistermaat is onderzoeker Nederlandse Flora. Hoe komen er eigenlijk steeds soorten bij?
Zondag 6 oktober
Platwormen planten zich voort door zichzelf in twee stukken te delen. Evolutiebioloog Ronald Sluys deelt vele opmerkelijke feiten over deze diertjes. Kijk voor meer informatie en aanvangstijden op naturalis.nl
www Doe en ontdek
Dat is leuk leren
Meer weten?
Join the club
Wie zelf aan de slag gaat, begrijpt het beter. Daarom heeft Naturalis allerlei ‘doe en ontdek’-activiteiten. Dat is niet alleen leuk voor kinderen, ook volwassenen beleven er plezier aan.
Naturalis heeft voor elke leeftijd en ieder niveau speciale lesprogramma’s. In het museum zelf - leuk voor een leerzame en interactieve schoolreis of excursie - maar ook online in de klas en thuis. Groep 1 en 2 gaan bijvoorbeeld op ontdekkingstocht door het museum om verstopte schatkisten te vinden. Groep 3 en 4 leren hoe dieren zich in de natuur beschermen en helpen Blootpad om veilig z’n huis uit te kunnen. Groep 5 tot en met 8 onderzoeken echte fossielen uit de Noordzee en ontdekken zo welke dieren er leefden in de IJstijd. De resultaten leggen ze tijdens een onlinegastles voor aan een paleontoloog van het museum. Voor het middelbaar onderwijs zijn er diverse workshops te volgen. Bijvoorbeeld over biomimicry, waarin de wetenschap bekijkt welke natuurprincipes voor menselijk gebruik zijn na te bootsen. Alle lesprogramma’s sluiten aan op de kerndoelen in het onderwijs.
nederlandsesoorten.nl Een overzicht van alle dieren, planten en schimmels van Nederland.
Ben je tussen de zes en twaalf jaar oud? En houd je van dieren en planten? Vind je het leuk om te verzamelen en ben je fan van Naturalis? Word dan lid van de Nkids vriendenclub! Dan mag je meedoen aan speciale N-kidswedstrijden met mooie prijzen. Ook word je uitgenodigd voor de opening van nieuwe tentoonstellingen, de jaarlijkse N-kidsdag en andere leuke evenementen. Cool! n-kids.naturalis.nl
Aanraken is verplicht Een mammoetbot, kristalsteen, krokodillenhuid of een drol van een hyena. Voel maar. Kies een object, pak de bijbehorende onderzoeksopdracht en doe een ontdekking. Er zijn meer dan honderd opdrachten te doen. Voor speurneuzen Voor kinderen van drie tot twaalf jaar zijn er leuke speurspellen verkrijgbaar bij de kassa. Met de speurposter vind je nog meer mooie, gekke en spannende dingen. Ontdek de gevaarlijkste en liefste dieren met het speurspel Griezels en Schatjes. Of reis met Kees Kwal door de tijd en word dinodetective. Vertelkar Elke woensdag en zaterdag staat van twee tot vier ’s middags de vertelkar in het museum. De inhoud wisselt van dino’s tot stenen. In de herfstvakantie is het thema superzintuigen.
20
nederlandsesoorten.nl/natuurwidget Elke dag een nieuwe foto met een anekdote. dierenzoeker.nl Mobiele applicatie voor kinderen die willen weten welke dieren ze in huis of de tuin zien. geologievannederland.nl Maak een tijdreis van 500 miljoen jaar door de ontstaansgeschiedenis van Nederland. walvisstrandingen.nl Database van alle walvisachtigen die in Nederland zijn aangespoeld. natuurkaart.nl Alle Nederlandse natuurgebieden. naturalis.nl Voor het volledige aanbod van Naturalis Biodiversity Center. velehanden.nl/projecten/bekijk/details/ project/nat_nbc Help mee de preparaten van Naturalis te digitaliseren voor onderzoek. http://science.naturalis.nl Wetenschappelijk onderzoek naar biodiversiteit.
fr pqqq blog.naturalis.nl twitter.com/museumnaturalis facebook.com/museumnaturalis flickr.com/photos/naturalis www.youtube.com/user/NaturalisLeiden