Dit boekje is van: ………………………………...
Dit boekje werd samengesteld door: Aernouts Joke De Vleeschouwer Lotte
Je gids door de scholententoonstelling “Sla je slag”
Zoek de woorden in het rooster! E B L G J G E P I N H Y I Y L
W N S A N A N A W Q B Z F U A
P Q I P U D A P I B G R B N N
L R F G B O R R K X J M D J E
A C U Z R A H I D T E I W Q V
X O F I D E O K A B J G I B I
G X W I M Y B A D V E I F S U
G H J Y P X M U I S B I F B R
L S A I B M G E A I Q A E M D
AARDBEI ANANAS ANDIJVIE APPEL AUBERGINE DRUIVEN KIWI KOMKOMMER
R E M M O K M O K O K T K F X
R V K T U I I A A Y V U M N R
A E N N E T S P R G A Z M G R
D W P R E M V P D A B M I J O
PAPRIKA PEER PREI PRUIM RADIJS VENKEL WITLOOF
Ik wil je heel erg bedanken voor de toffe momenten samen. Hopelijk heb je veel bijgeleerd! Groetjes,
P M P G Y V P E E R J D B M L
W I T L O O F L Y V V N G L P
Hoek 5: Op de planken
Test jezelf!
Geef jouw toneelstukje een score op 10!
Beantwoord de volgende vragen. Bereken je score.
Hoek 6: Proeftuin 2 Rode ??? Kool Rode kool kennen wij alleen in de rode kleur. Toch zitten er nog meer kleuren in verborgen? Doe de test! Wat zie je? Kleur?
Zuur
Azijn
Ja
/
Nee
Citroen
Ja
/
Nee
Suiker
Ja
/
Nee
Afwasmiddel
Ja
/
Nee
Hoek 7: Knutselen
Maak een foto van jouw fruitschaal en kleef hem hier.
1. A. B. C.
Hoe vaak eet jij fruit? Iedere dag. Ongeveer drie keer per week. Nooit.
2. A. B. C.
Eet je vaak verschillende soorten fruit? Ja, ik wissel regelmatig. Soms wissel ik wel eens af. Nee, ik eet steeds hetzelfde.
3. A. B. C.
Waarom eet je fruit? Ik vind fruit erg lekker. Ik eet fruit omdat het gezond is. Ik eet geen fruit.
4. A. B. C.
Hoe vaak eet jij groenten? Iedere dag. Ongeveer drie keer per week. Nooit.
5. A. B. C.
Waarom eet je groenten? Ik vind groenten erg lekker. Ik eet groenten omdat het gezond is. Ik eet geen groenten.
6. A. B. C.
Als je een tussendoortje eet, kies je voor: Groenten of fruit. Snoep. Een boterham.
Wat zie je? Sap
Gezond
……………………………….
Ja
/ redelijk / Nee
……………………………….
Ja
/ redelijk / Nee
7. A. B. C.
Wat doe je in je vrije tijd? Ik kijk televisie of speel computerspelletjes. Ik speel buiten met vrienden. Ik ga naar mijn sportclub.
………………………………. Ja / redelijk / Nee Welk vruchtensap is het gezondste? …………………………….
8. A. B.
Wat vind je zelf van je voedingsgewoonten? Ik eet erg gezond. Ik eet meestal gezond.
Hoek 3: Groene vingers
Welk vruchtensap is het minst gezonde? ………………………..
Wat ga jij zaaien? ……………………………………………………. Op welke plaats ga jij je bakje zetten? ……………………………..
Proficiat! Je bent op een goede en gezonde manier bezig. Je beweegt graag en kiest voor gezond en lekker eten! Doe zo voort!
Wat is je voorspelling over de groei van het plantje? …………………………..……………………………………………… ………………………………………………………………………….. 8
Je doet je best om op je gezondheid te letten, maar probeer je af en toe nog wat meer in te spannen. Je bent op de goede weg!
Volg de groei van je plantje op! Verzorg het goed!
7 6 5 4 3
Wat vond je van het spel? …………………………………………..
2
Heb je er iets uit bijgeleerd? ………………………………………..
1
Je doet erg je best om gezond te eten en te leven. Toch heb je hier en daar nog wat werkpunten. Zet hem op!
Hoek 4: Spelen maar!
…………………………………………………………………………..
A
B
C
Aardappelpower!
1. Alle gezondheid in een driehoek!
In aardappelen zit zetmeel. Als je zetmeel in contact brengt met betadine (= Jodium), dan kleurt dit samen blauw.
De actieve voedingsdriehoek
Doe de test! Wat zie je? Kleur
Zetmeel?
Gekookte aardappel
Ja
/
Nee
Rauwe aardappel
Ja
/
Nee
Aardappelpuree
Ja
/
Nee
Trek je eigen besluit: …………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………….
1000 redenen om gezond te eten
………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………
Op je gezondheid Dokters raden ons aan om iedere dag een gezond glaasje vruchtensap te drinken. Maar welk vruchtensap is nu eigenlijk het gezondste? Doe de test!
…………………………………………………………………………………… …………………………………………. ……………………………………………………… ……………………………………………………… ……………………………………………………… ……………………………………………………… ………………………………………………………
2. Een kleurrijke waaier
Hoek 2: De proeftuin Knallende paprika
Groenten of fruit? Er is één regel om het verschil tussen groenten en fruit te bepalen. Welke? Fruit is …………………………………………………………. Groenten zijn ………………………………………………….
Paprika's zijn er in verschillende kleuren en vormen. Maar ze zijn altijd hol vanbinnen. Er zit lucht in. Hoe komt die lucht er eigenlijk in? VOOR de proef: Hoe denk je dat de lucht in de holte van de paprika komt? …………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………..
Tot welke soorten behoren deze groenten ? NA de proef: Wat gebeurt er met de paprika?
Ui = stengelgroente
………………………..
…………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………….. Hoe denk je dat dit komt? ……………………………………………………………………………………..
………………………..
………………………..
…………………………………………………………………………………….. ………………………..
Zou dit ook lukken met andere groenten of fruit? Waarom wel/niet? …………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………..
………………………….
…………………………….
7. Werken in hoeken Groepsnaam: …………………………………………………………
Bij elke zin hoort een vrucht of groente. Plaats deze in het rooster! 1.
Mijn functie in de groep:……………………………………………..
2.
Deze les gaan je met jouw groep een hoekenparcours doorlopen.
3.
Je mag zelf de volgorde kiezen (kijk op het bord wat nog vrij is).
4. 5.
Zorg er voor dat je bij iedere hoek alles goed invult. 6.
Hoek 1: Het klassekookboek
7.
In deze hoek maak jij met je klas een leuk klassekookboek!
8.
Mijn gerecht .……………………………………………………………………. Mijn belangrijkste ingrediënten ………………………………………………
1.
……………………………………………………………………………………..
2. 3. 4. 5.
Ik vind het resultaat heel mooi! mooi niet zo mooi helemaal niet mooi!
6. 7. 8.
Deze vruchten groeien in een tros, er wordt ook wijn van gemaakt. Als je in deze vrucht bijt, dan kijk je zuur. Deze groente is wit omdat ze in het donker groeit. Als je in deze groente snijdt, dan ga je huilen. Deze groente wordt soms zo zwaar dat je hem nog maar net kunt optillen. Deze vrucht heeft vaak de vorm van een ei, is meestal blauwpaars van kleur. Men zegt dat je sterk wordt als je van deze groente eet. Enkel prinsessen voelen dit bolletje door een matras. Zin in een tussendoortje?
Waarom? ………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………..
3. Groe(n)ten uit de serre Hoe zou jij het doen? Met wie zit je in de groep? …………………………………………………………………………. Over welk product gaan jullie het hebben?...................................
Vul de identificatiefiche voor jouw groente of fruit in.
De groenten en fruit worden via klokverkoop aan de klanten verkocht.
Naam: ……………………………………….. Kleef hier een foto van jouw groente of fruit.
Wetenschappelijke naam:………………….. Eventuele volksnamen: ……………………
Tot welke soort behoort jouw groente/ fruit ? …………………………………………………………………………. Wat is de beste manier om jouw groente / fruit te kweken?
Ofwel vertrekken de producten naar het buitenland, ofwel worden ze verwerkt in gerechten, ofwel naar de winkelketens gebracht.
…………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. Waar wordt jouw groente / fruit het meest gekweekt in België? …………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………. Geef nog enkele weetjes over jouw groente / fruit. …………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………….
Nu kan jij al dit lekkers gaan kopen in de winkel of op de markt!
Van grond tot mond Lees de teksten bij de kaders. Maak een passende tekening bij elke stap.
4. De veiling: een voorsmaakje Op ontdekkingstocht door de virtuele veiling
Surf naar: www.lava.be Los onderstaande vragen op.
In serres of vollegrond worden de groenten of fruit geteeld volgens lastenboeken.
Alle teeltgegevens worden geregistreerd.
In de veiling worden alle producten gekeurd. Het kwaliteitslabel Flandria kan dan toegekend worden.
1. Wat is het adres van de veiling die je gaat bezoeken? …………………………………………………………………………………….. 2. Welke producten worden er verhandeld? …………………………………………………………………………………….. 3. Wat is Flandria? …………………………………………………………………………………….. 4. Ga naar www.specialtystreet.be. Wat is de naam van de bruine tomaten? …………………………………………………………………………………….. 5. In welke kleuren is de Piccantina-paprika beschikbaar? …………………………………………………………………………………….. 6. Hoeveel producten behoren tot Flandria Specialty Street? ……………………………………………………………………………………..
Raadseltjes: welke woorden zoek ik?
Wie doet wat in de veiling? Zoals je vast wel hebt gezien, lopen er in de veiling vele mensen rond. Wie echt goed heeft gekeken, heeft ook gezien dat al die mensen een eigen functie hebben.
Stel dat jij in de veiling zou werken, welke functie binnen dit grote be1.
De eerste lettergreep is een kleur.
drijf zou jij dan het liefst vervullen? Schrijf hieronder kort op waarom.
De tweede lettergreep is een draagbaar, stoffen huisje
……………………………………………………………………………………..
waarin je tijdens het kamperen slaapt (min de letter -t).
……………………………………………………………………………………..
=
……………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………..
2.
Het eerste deel van het woord is een nuttig maar niet erg geliefd diertje. Het tweede deel is een werelddeel.
In iedere zin is er een groente of stuk fruit verstopt. Kan jij ze vinden?
= …………………………………………………………………………………… 3.
Verstoppertje
Het begint met de letter F + een ander woord voor venster.
= ……………………………………………………………………………………
Met oma at je groenten en fruit.
…………………………..
Ik maak er splinternieuwe van.
…………………………..
Tom is ‘s avonds elders gaan eten.
…………………………..
Op reis gaan vindt Anja wel leuk.
…………………………..
Onze hond ruift heel hard in de zomer.
…………………………..
Loop eerst heel snel weg.
…………………………..
Jasper gelooft niet meer in sprookjes.
……………………….
Toveren met cijfers
Enkele afspraken voor het bezoek
De veiling zit met enkele vragen. Kan jij ze helpen?
Hieronder vind je enkele afspraken die gelden binnen de veiling. Bespreek ze met je klas en bedenk er nog enkele andere!
1. Het totale veilingterrein bedraagt 240.000 m². Hiervan is 2.000 m² bebouwd met kantoren en 53.900 m² met hallen.
1.
In de veiling dragen wij een fluo– vestje.
Hoeveel oppervlakte is er nog niet bebouwd?
2.
Wanneer de gids vertelt, luisteren wij.
……………………………………………………………………………………..
3.
We kijken goed rond! Niet alleen om bij te leren, maar ook voor de veiligheid.
2. Eén bakje aardbeien is 8 cm x 15 cm groot.
4.
alle groenten en fruit aan.
Hoeveel bakjes gaan er in een houten kist (30 cm x 40 cm)? Stel dat deze kisten met 15 op elkaar worden gestapeld. Hoeveel bakjes
In veiling gelden bepaalde hygiëneregels. Raak dus niet zomaar
5.
Samen uit, samen thuis! In de veiling blijven we bij elkaar.
aardbeien hebben we dan?
………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………. ………………………………………………………………….
3. Een vrachtwagen doet een transport tussen twee veilingen. De af-
………………………………………………………………….
stand is 60 km. Hoe lang is de vrachtwagen onderweg, als je weet dat
………………………………………………………………….
hij een gemiddelde snelheid heeft van 75 km/uur. …………………………………………………………………………………….
Ik ga akkoord met deze afspraken, …...……………………………..
5. Bewegen = gezond
6. De veiling: een terugblik
Ons lichaam is gemaakt om te bewegen.
Voorbeeld van een plattegrond
Bewegen is écht goed voor ons! Het houdt de spieren en gewrichten soepel en zorgt ervoor dat we minder snel ziek worden. Je zou iedere dag zeker een half uur echt actief moeten bewegen.
Ontwerp hieronder een affiche om jouw klasgenoten aan te sporen om meer te bewegen.
Surf naar de website van de veiling waar je geweest bent en vraag een plattegrond op zoals hierboven. Geef alle plaatsen in de legende een kleur en duid aan op de plattegrond. Koelcel Ingang Loods Bureel Kantine / refter Inpakafdeling