Discussiestuk bouwstenenbenadering in contracten Beschermd Wonen t.b.v. Overlegtafel 8 oktober 2015 Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Bijlage:
Voorstel benadering BW vanuit bouwstenen en daaraan gekoppelde bekostiging vanuit gemeentelijk perspectief Voorstel vervolgopdrachten werkgroepen Opbrengst/reacties werkgroep vraaganalyse en beleid
Hoofdstuk 1: Voorstel benadering BW vanuit bouwstenen en daaraan gekoppelde bekostiging vanuit gemeentelijk perspectief Inleiding De ontwikkelingen in de contractering van zorg Beschermd Wonen passen in het toekomstperspectief dat geschetst wordt in de uitgangspuntennotitie Beschermd Wonen. In het kort is de ambitie dat cliënten door te werken aan hun hersteldoelen, maximaal zelfstandig worden en participeren in de maatschappij. Zonder daaraan kwantitatieve doelen te hangen, verwachten we meer uitstroom dan het geval was onder de Awbz. Dit betekent voor de contractering beschermd wonen: a) Meer focus op zelfstandig wonen (en dus uitstroom uit beschermd wonen). b) Korter verblijf in de beschermd wonen voorziening: meer focus op tijdelijkheid c) Betere samenwerking in de keten d) Samenhang tussen beleidsterreinen die onder de verantwoordelijkheid van gemeenten vallen. Belangrijkste doelstelling voor 2016 is het verder vormgeven van de gewenste transformatie, passend binnen de financiële kaders voor beschermd wonen. In de inkoop 2016 willen we deze ontwikkeling volgens deze nieuwe uitgangspunten vormgeven. Door te werken met bouwstenen in plaats van pakketten denken we de transformatie op belangrijke onderdelen te kunnen prikkelen. Voor 2016 zien we twee ontwikkelopgaven: 1. Met het instrument (financieel) scheiden van wonen en zorg een verdere extramuralisering bewerkstelligen; met een inzet op extramuralisering zetten we een stap in de inclusie van mensen met psychische kwetsbaarheid in de samenleving. Door wonen apart te financieren gaan we verplichte winkelnering tegen en werken we toe naar kostenbeheersing en geven we een prikkel om meer samen te werken. Dure voorzieningen kun je immers beter betalen wanneer je gaat samenwerken. 2. Dagbesteding meer in lijn brengen met onze hersteldoelen en aansluiting zoeken bij de Wmo en participatie in het gemeentelijk domein.
Wanneer kom je in aanmerking voor beschermd wonen in 2016 en verder? Doelgroep beschermd wonen Personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. I.v.m. de psychische/ psychiatrische problematiek kunnen deze mensen (tijdelijk) niet volledig zelfstandig wonen. Een beschermde omgeving is nodig om met begeleiding aan persoonlijk, symptomatisch en maatschappelijk herstel te werken. Definitie Beschermd Wonen in de Wmo Wij hanteren ook voor 2016 en verder de definitie voor BW uit de Wmo. Die luidt: Wonen met daarbij horend toezicht en begeleiding, gericht op: • het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, • het psychisch en psychosociaal functioneren, • stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, • het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast • of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen. Hiermee komen we op de volgende minimale voorwaarden om in aanmerking te komen voor beschermd wonen:
-
-
Psychiatrische of psychosociale problematiek is dominant Beschermde woonomgeving noodzakelijk met begeleiding aan persoonlijk, symptomatisch en maatschappelijk herstel te werken. Dat houdt in dat diverse aspecten van 24-uursbegeleiding nodig zijn: o Onplanbare begeleiding noodzakelijk (dat betekent: zorgvraag niet uit kunnen stellen) o Hulp bij dagstructuur noodzakelijk, dag en nacht o Er is permanent een vorm van toezicht nodig Langdurig karakter: BW is over het algemeen langduriger dan ambulante wmo Intensiteit begeleiding (o.a. door hulp bij persoonlijke verzorging & de 24-uursbegeleiding) is hoger dan de ambulante wmo
Bekostiging vanuit bouwstenen Vanaf 2016 kiezen we voor de bouwstenenbenadering i.p.v. totaalpakketten, waarbij er op maat gekeken wordt naar de behoefte van de cliënt (zie figuur 1).
Figuur 1
Toelichting bouwsteen 1: begeleiding (individuele begeleiding en persoonlijke verzorging) Intensiteit begeleiding We onderscheiden in de nieuwe situatie drie categorieën: laag, gemiddeld en hoog intensief. We werken op offertebasis als hoog intensief niet toereikend is. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een cliënt met het oude profiel ggz-C 6. Evaluatie CIZ-profielen Op dit moment zijn we de CIZ-profielen aan het evalueren om de waardevolle inzichten te kunnen behouden, maar hier nieuwe inzichten aan toe te voegen, in lijn met onze transformatiedoelen op het gebied van persoonlijk, symptomatisch en maatschappelijk herstel van cliënten, en wat zij nodig hebben om die doelen te kunnen bereiken. De werkgroepleden hebben ons hier vanuit hun ervaring en expertise advies over gegeven (zie bijlage), die we hiervoor zullen gebruiken. Op de volgende overlegtafel zal een concept liggen. Wat zijn de belangrijkste veranderingen t.o.v. de CIZ-profielen?
Geen totaalpakket meer, maar het pakket bestaat uit verschillende bouwstenen, afhankelijk van wat de cliënt nodig heeft voor zijn/haar herstel. Somatische verpleging halen we uit de bouwsteen begeleiding, en wordt een aparte bouwsteen. De intensiteit van de verpleging bepaalt dus niet langer de hoogte van de intensiteit van de begeleiding. Niet het cliëntprofiel met zijn psychische problematiek is leidend, maar de mogelijkheden die elke individuele cliënt heeft om te werken aan zijn persoonlijk, symptomatisch en maatschappelijk herstel & de bijdrage die begeleiding daaraan kan leveren. Het zwaarste zzp, Ggz-C 6, vervalt. Dit profiel komt zo weinig voor, dat wij het niet wenselijk vinden om hier een aparte categorie voor te maken, maar willen werken met de mogelijkheid om hier een offerte voor in te dienen.
Wat bepaalt dan wel de categorieën in intensiteit van begeleiding? De intensiteit zal, net zoals in de CIZ-profielen, worden ingedeeld op basis van aantal begeleidingsuren in de week. De klantmanager Wmo/BW maakt deze afweging, samen met de cliënt en de zorgverlener. Het aantal begeleidingsuren wordt ingeschat op basis van de bijdrage die de begeleiding levert aan de individuele doelen van de cliënt op persoonlijk, symptomatisch en maatschappelijk gebied, en dus aan zijn/haar kansen om zo zelfstandig mogelijk te wonen, leven en werken en te participeren in de maatschappij. Om te kunnen werken aan deze doelen, kan er sprake zijn van (intensieve) begeleiding op: Diverse vormen van 24uursbegeleiding, zoals onplanbare begeleiding, hulp bij dagstructuur tijdens de dag en nacht en het noodzakelijke toezicht Persoonlijke verzorging Gedragsregulering N.b.: het perspectief op herstel verschilt per cliënt, en zo ook het tempo van zijn herstel. Het kan dus zo zijn dat er wordt gekozen voor intensievere begeleiding, zodat een cliënt sneller kan uitstromen uit beschermd wonen.
Toelichting bouwsteen 2: Beschermde woonomgeving We onderscheiden drie categorieën onder de bouwsteen ‘beschermde woonomgeving’: 1. Volledig verzorgd wonen: Onzelfstandig wonen in grotere aantallen bij elkaar waardoor het meer naar binnen dan naar de omgeving is gericht; met 24 uur begeleiding in de directe nabijheid. Deze woonvorm brengt de hoogste kapitaallasten met zich mee. 2. Geclusterd wonen met gemeenschappelijke ruimte Onzelfstandig of zelfstandig wonen in kleinere aantallen bij elkaar zodat de oriëntatie op de omgeving makkelijker is. 24 uurs begeleiding is met name een slapende wacht of bereikbaarheidsdienst. De gemeenschappelijke ruimte is een belangrijk onderdeel van de huisvestingscomponent. Voorwaarde voor een vergoeding is dat deze bijdraagt aan de hersteldoelen. 3. Zelfstandig wonen Met een eigen voordeur, in de wijk. Begeleiding is 24 uur beschikbaar in de vorm van bereikbaarheidsdienst. Onze ambitie is tweeledig: a. dat zoveel mogelijk cliënten vanuit beschermd wonen doorstromen naar zelfstandig wonen zonder 24uursbegeleiding, eventueel met ambulante begeleiding uit de Wmo. b. dat zoveel mogelijk cliënten vanuit vorm 1 doorstromen naar vorm 2 en 3.
Toelichting bouwsteen 3: Somatische verpleging Nader in te vullen op basis van informatie uit CIZ-profielen. Toelichting bouwsteen 4: Dagbesteding
Ambitie dagbesteding voor cliënten beschermd wonen Is dat het zoveel mogelijk de zelfstandigheid van de cliënt op het gebied van wonen, werken en/of participeren in de maatschappij vergroot dit betekent dat het moet bijdragen aan de persoonlijke doelen van de cliënten op persoonlijk, symptomatisch en maatschappelijk herstel zoveel mogelijk verbnden van vormen van dagbesteding in de Wmo en participatie om de clienten beschermd wonen meer deel te laten uitmaken van de samenleving en efficiënter te werken Deze ambitie is een aanvulling op de bestaande definitie van dagbesteding “De component dagbesteding omvat de functie Begeleiding die medewerkers leveren buiten de formatie van het woonzorgteam. Dagbesteding is een structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel waarbij de cliënt actief wordt betrokkenen die hem zingeving verleent. Onder dagbesteding wordt niet verstaan: - een reguliere dagstructurering zoals scholing of werk; - een reguliere dagstructurering die in de woon-/verblijfssituatie wordt geboden; - een welzijn activiteit zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke. Het onderdeel vervoer heeft uitsluitend betrekking op medisch noodzakelijk vervoer van en naar de dagbesteding.” Financiering dagbesteding We streven naar 1 ‘gemiddeld’ tarief voor dagbesteding voor alle beschermd wonen cliënten. We onderzoeken of dit hetzelfde tarief kan zijn als bij de ambulante Wmo van de gemeente Breda. Hoe gaan we om met de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) en Normatieve Inventariscomponent (NIC) Wat betreft vergoeding voor kapitaallasten was er vanuit de AWBZ een overgangsregeling van kracht, onder de noemer Normatieve Huisvesting Component (NHC) die doorloopt in de Wmo 2015. VWS betaalt tot 2018 een steeds kleiner wordend deel van de kapitaallasten van instellingen nog rechtstreeks aan de instellingen. Het andere (steeds groter wordende) deel van de kapitaallasten moet door de centrumgemeente worden opgebracht. Dit is onderdeel van het overgekomen budget. Het budget kapitaallasten voor centrumgemeente stijgt dus de komende jaren, te weten: in 2015 50% van het NHC-bedrag; in 2016 70% van het NHC-bedrag; in 2017 85% van het NHC-bedrag; In 2018 100% van het NHC-bedrag. Praktisch gezien betekent dit dat aanbieders van het rijk (via een subsidieregeling bij de NZa) een aparte geldstroom kunnen ontvangen voor de kapitaallasten van de huisvesting in de vorm van een nacalculatie. Conform de landelijke werkwijze stelt Gemeente Breda voor het opbouwpercentage van 70% voor NHC en NIC in 2016 onderdeel van het tarief te maken wat wordt gekoppeld aan bouwsteen Volledig verzorgd wonen in figuur 1. Over het opbouwpercentage van 15% in 2017 en nog eens 15% in 2018 wil Gemeente Breda in gesprek met aanbieders over de aanwending van deze middelen.
Hoofdstuk 2: voorstel vervolgopdrachten werkgroepen Vervolgopdracht werkgroep vraaganalyse en beleid Minimum eisen BW aanscherpen Nadere invulling bouwstenen (verduidelijkende teksten per categorie binnen de bouwstenen woonomgeving en begeleiding) → volgende keer 'conceptvoorstel' bespreken. Vervolgopdracht werkgroep bekostiging Extra bijeenkomst werkgroep bekostiging eind oktober Voorstel maken: hoe omgaan met overgangscliënten? (in hoeverre bouwstenenbenadering toepassen? Ambitie: alles in bouwstenenbenadering, als dat haalbaar is). Dit wordt meteen meegenomen in het tariefvoorstel. Onderwerp: Tariefvoorstel. Eerste Tariefvoorstel wordt ingebracht in de werkgroep door Gemeente Breda. Definitief Tariefvoorstel wordt ter vaststelling ingebracht aan de overlegtafel van 12 november. Stimuleren innovatie
Bijlage: opbrengst/reacties werkgroep vraaganalyse en beleid Onderwerp: Datum:
nadere invulling en definiëring bouwstenenbenadering 25 september 2015
Inleiding Algemene reactie op bouwstenenbenadering in de presentatie is dat de benaderingswijze goed is (zie presentatie). De werkgroep heeft verder gesproken over 2 thema’s: 1. Wat vindt de werkgroep van het ‘oude’ toetsingskader van het CIZ, waarin de ggz-C 3 t/m 6 staan beschreven? 2. Nader definiëren bouwsteen ‘beschermde woonomgeving’ Thema 1: Wat vindt de werkgroep van het ‘oude’ toetsingskader van het CIZ, waarin de ggz-C 3 t/m 6 staan beschreven? Werkmethodiek is de blue ocean methode. We komen van 'oude' waarden die het CIZ gebruikte en we willen naar 'nieuwe' waarden voor Beschermd Wonen in de Wmo door de volgende vier vragen te stellen aan de werkgroep:
1. 2.
Verminderen: verblijfsfunctie minder strak formuleren (er zijn namelijk ook andere vormen van zelfstandiger wonen voor deze cliënten) starre criteria van 4 naar 2 categorieën: je maakt het onnodig ingewikkeld om met meer categorieën te werken als het ook in 2 te vatten is het psychiatrische ziektebeeld en de (somatische) verpleging minder leidend maken voor de indeling in categorieën, maar de mate waarin de begeleiding bijdraagt aan de hersteldoelen. Het is nu te veel gericht op beperkingen van de cliënt, en niet op waar je naartoe wil. Vermeerderen / behouden: De cliëntgroepen passen bij de huidige praktijk. Wees ook in de nieuwe situatie reëel in je verwachtingen: slechts een deel van de beschermd wonen populatie komt tot volledig management van de symptomen en kan verder in een volgende fase, bv. weer zelfstandig wonen. Goed om ‘verpleging’ uit de verschillende pakketten te halen, maar om als aparte component te benoemen. Gebruik echter de huidige elementen uit het CIZ-kader om vast te stellen wanneer somatische verpleging nodig is vanuit Beschermd Wonen, om op die manier ook helder te krijgen of het vanuit BW moet worden betaald, of vanuit de zorgverzekeringswet. intensiteit zorg in uren is goede leidraad
3.
4.
uitwerking van verschil tussen de verschillende cliëntgroepen en hun mogelijkheden. Het laat goed de gradaties zien in hoe ernstig iemands psychische problematiek is en hoeveel tijd in begeleiding het kost om iemand stabiel te houden. SMO per mail: mijn voorstel is voor 2016 vast te houden aan de CIZ indicatiestructuur (wat is er allemaal vereist om tot een indicatie te komen) en meer tijd te nemen voor de ombouw. Volgens mij is de indicatiestructuur ook nu al om te bouwen naar de voorgestelde systematiek licht/middel/zwaar, wanneer je de extra elementen verpleging en activering e.d. modulair toevoegt. Afscheid nemen: te strakke omschrijving leveringsvoorwaarden. Een voorbeeld is dat cliënten met een ggz-C 6 24 uur verpleging moeten krijgen, terwijl dat vaak niet nodig is, en ook niet haalbaar om te organiseren, als het bv. maar 2 mensen zijn op een BW-locatie. verpleging somatisch als leidend voor de hoogte van het pakket in het CIZ-kader staat: “niet kunnen deelnemen aan maatschappelijk leven”. Dat klopt niet, dat kun voor elke cliënt altijd proberen tot op een bepaalde hoogte. Toevoegen: advies behandelaar (zorg dat dit ook meegewogen wordt in de beoordeling door de klantmanager) zorg voor meer transparantie over je keuze als gemeente welke zorg je iemand toekent (in het verleden kon dit door het CIZ erg verschillen tussen twee cliënten met vergelijkbare problematiek & dan kreeg je daar ook nog weinig toelichting op) ontwikkelingsgericht ondersteunen en faciliteren. Dat betekent: op- en afschalen in aantal uren begeleiding op momenten dat dit nodig is, niet te veel gehinderd door beschikkingen/ indicaties. persoonlijke verzorging hoef je niet apart te onderscheiden: die kun je onderdeel maken van het aantal begeleidingsuren persoonsgebonden factoren die meespelen voor intensiteit van zorg. Zorg voor meer diversiteit. Voeg een omschrijving toe van de optie beschermd wonen in een zelfstandige woning leg meer de nadruk op het ontwikkelen en behouden van sociale contacten alle pakketten zijn exclusief behandeling, maar in de praktijk hebben bijna alle cliënten wel behandeling: we betalen de behandelaars met de uren die we krijgen voor begeleiding (Amarant). Maar eigenlijk zou dat een integraal onderdeel moeten zijn van het beschermd wonen-aanbod, omdat cliënten het nodig hebben voor hun herstel. Het tijdselement: je spreekt een kortere periode af waarin je toewerkt naar doelen met de cliënt. Om goed te kunnen op- en afschalen moet er een tussenvorm zijn tussen Wmo en BW, het verschil is nu te groot. Een omschrijving van zinvolle dagbesteding toevoegen.
Thema 2: nader definiëren bouwsteen ‘beschermde woonomgeving’. Dit thema is besproken a.h.v. vijf centrale vragen. 1.
In hoeverre is er onderscheid tussen ‘beperkt’ en ‘veel’ in wat er nodig is om die veiligheid/bescherming te waarborgen & is dit te categoriseren? Grofweg worden er drie type ‘beschermde woonomgevingen’ onderscheiden als je hierbij de vorm van 24uurstoezicht/begeleiding centraal stelt: 24 uurs-begeleiding -> wakende wacht of slapende wacht Geclusterd wonen -> slapende wacht of bereikbaarheidsdienst Zelfstandig in de wijk -> bereikbaarheidsdienst De werkgroep geeft aan dat de 24-uurs-begeleiding/ toezicht niet bij de bouwsteen ‘beschermde woonomgeving’ hoort, maar bij de bouwsteen ‘begeleiding’, omdat je dit kunt indelen aan het aantal begeleidingsuren dat je in moet zetten. Dus categorieën voor ‘beschermde woonomgeving’ kun je beter als volgt indelen (zoals in een eerdere werkgroep bedacht): Volledig verzorgd/intramuraal ook hier kunnen we wonen apart financieren, dus ik zou dat weg laten Geclusterd wonen met gemeenschappelijke ruimte (voorwaarde: dat het bijdraagt aan de
hersteldoelen) () Zelfstandig (in de wijk) () Volgens mij geldt dit voor alle definities van begeleiding. We financieren huisvesting in verschillende vormen en kopen daarnaast begeleiding in, als andere bouwsteen. Die begeleiding is intensief wat 24uur aanwezig kan zijn, met slaap/waakwacht e.d.
2. In hoeverre is 24 uur begeleiding/toezicht nodig? 24-uurstoezicht is volgens de werkgroep nodig als: Onderscheid is ook denk ik ook nog of dat toezicht er is of niet; dat maakt voor de kosten nog wel wat uit. het ongepland is: een cliënt kan zijn hulpvraag niet uitstellen. Gebruik toelichting stumass. iemand hulp nodig heeft bij ‘oriëntatie in ruimte en tijd’: dat betekent dat iemand moeite heeft om structuur aan te brengen in dag- en nachtritme. Een meermaals genoemd voorbeeld is de avondronde. Bij de avondronde bij het afsluiten van de dienst loopt er iemand rond, die kijkt of alle cliënten een gezond dag- en nachtritme volgen; er wordt dan door een begeleider gekeken of zij het licht uit hebben gedaan en of zij nog lawaai maken. De praktijk van de diverse zorgaanbieders laat een divers beeld zien van wat zij hun cliënten bieden: o Bij (psychische) terugval moet een bij de cliënt bekende begeleider per direct aanwezig kunnen zijn (Terp) o Binnen beschermd wonen bij Ggz Breburg maken wij regionaal gebruik van een wakende nachtdienst, die per 4 locaties beschikbaar is met ondersteuning van achterwacht van ggz Breburg. Dit is van toepassing op alle cliënten. Cliënten moeten wel zelf bellen naar deze dienst. o Jados werkt ’s nachts met een bereikbaarheidsdienst, alleen bij noodgevallen. 1 o Villa Boerebont: wij bieden 3 vormen van beschermd wonen variërend van intensieve 24 uurszorg tot beschermd wonen in de wijk. Binnen de 24 en 20 uurslocaties is altijd s' nachts iemand aanwezig. Op deze locaties werken wij met het gezinshuis ouder principe. Dit betekent dat er inwonende begeleiding is. Indien zij er niet zijn is er een slaapdienst. Bij het 'beschermd wonen in de wijk' is er een bereikbaarheidsdienst waar een beroep op kan worden gedaan. Dit geldt voor het gehele cliëntenbestand van VBB. Voor iedereen die in zorg is, kan ook ambulant zijn, of alleen dagbesteding, is er een bereikbaarheidsdienst voor crisissituaties. o SMO: wij zetten ’s nachts ook verzorgenden in (geen verplegenden), naast beveiligers en sociaal agogische werkers (allen MBO niveau). Daarnaast zijn er als back-up twee 24 uurs bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten: 1. inhoudelijke, gevormd door mentoren en sociaal verpleegkundigen (HBO niveau) 2. managers, HBO+ niveau 3. Een oproepbare beveiliger voor ambulante huisbezoeken door de bereikbaarheidsdienst in crisisachtige situaties waar de medewerker mogelijk een risico loopt. Deze oproepbare beveiliger is ook inzetbaar bij calamiteiten. Al onze 24 uurs voorzieningen beschermd wonen hebben tenminste 1 wakende medewerker, boven de 20 bewoners zijn dat er twee. Het type medewerker is locatieafhankelijk. De beveiligers zijn allen geschoold in herkennen en omgaan met van psychiatrische ziektebeelden en verslaving. Het zijn vaste teams die geformeerd worden rond een
1
Als onze cliënten een hulpvraag hebben die ze niet kunnen uitstellen op de momenten dat er geen begeleiding aanwezig is op de woning, kunnen zij de bereikbare dienst bellen. Dat is dus ook een vorm van ongeplande zorg. De bereikbare dienst zal samen met de cliënt het probleem in kaart brengen. Wat is precies je probleem/vraag? De situatie wordt gezamenlijk verkend. Vervolgens wordt gevraagd wat de cliënt heeft gedaan om het probleem op te lossen. Vaak blijkt dat cliënten die de bereikbare dienst bellen nog niet de rust hebben gevonden om zelf al na te denken over mogelijke oplossingen, bv. omdat ze onrustig/in paniek zijn. Samen worden dan mogelijke oplossingen in kaart gebracht. Deze oplossingen zijn vaak gericht op het in kaart brengen van wat de cliënt nodig heeft om de tijd te overbruggen tot aan het moment dat de cliënt dit samen met de begeleiding kan oppakken. Dit blijkt voor onze doelgroep vaak voldoende te zijn om weer verder te kunnen. Soms is dit niet het geval en worden er meer afspraken gemaakt; aantal extra momenten van telefonische begeleiding tot aan moment dat begeleiding weer aanwezig is, in overleg met cliënt inschakelen van netwerk (bv. ouders) om tijd tot aan aanwezigheid begeleiding te overbruggen, een begeleider naar de cliënt laten gaan ter ondersteuning, als er sprake is van een crisissituatie zal crisisdienst worden ingeschakeld e.d. Wij hebben dit zo georganiseerd, omdat we ervan uit gaan dat onze cliënten 's nachts slapen en we het budget voor begeleiding dus willen inzetten op de momenten waarop we samen met de cliënt kunnen werken aan het vergroten van zijn/haar zelfredzaamheid.
bewonerslocatie.
o Amarant werkt met een slapende wacht i.v.m. eisen brandweer en omdat er soms sprake is
o
3.
4.
5.
van locaties waar ook veel cliënten zitten met een Wlz-indicatie, die vaak wel die 24uurstoezicht nodig hebben. Echter, voor een deel van de cliëntengroep zou telefonische bereikbaarheid voldoende zijn. Als wonen en zorg fysiek gescheiden is van elkaar (dus extramuraal, zelfstandig wonen met ambulante wmo-begeleiding), dan werken ze wel alleen met telefonische bereikbaarheid. Juzt heeft verschillende type woonlocaties, waar de type 24-uursbegeleiding verschilt. De intramurale zorg heeft een slapende wacht, het geclusterd wonen heeft een bereikbaarheidsdienst en hebben medewerkers de sleutels van de jongeren.
Wat valt op in de discussie over de 24-uurstoezicht/begeleiding? Het hangt af van het type woonlocatie wat voor 24-uurstoezicht er geregeld is: als je geclusterd of zelfstandig woont en niet bij een instelling, dan is er vaak alleen bereikbaarheidsdienst. Het is persoonsafhankelijk; de ene cliënt heeft dit wel nodig, de ander minder. En dus is het voor organisaties met een ’s malle’ populatie (veelal dezelfde problematiek) gemakkelijker dan voor organisaties met een ‘brede’ populatie om te bepalen van de cliënten nodig hebben. Zoek de juiste balans op in de meerwaarde van toezicht versus de kosten: hoe vaak gebeurt er daadwerkelijk iets ’s nachts en hoe weegt dat op tegen de kosten? Wmo klankbordgroep voegt hieraan toe: je kunt ook niet 100% alles voorkomen, het kan een keer misgaan, dat moet je accepteren. De bereikbaarheidsdienst wordt regelmatig voor situaties gebruikt, die eigenlijk geen noodgeval zijn, bv.” ik ben mijn sleutel vergeten”. Een cliënt zou dit eigenlijk zelf moeten oplossen, zoals mensen die gewoon zelfstandig wonen (bv. hulp vragen bij de buren/ familie, etc.). Slechts een bepaald percentage is echt noodgeval. Bereikbaarheidsdienst kan ook een voorziening zijn die vragen kan beantwoorden / mee kan denken als een cliënt even vastloopt. Als zorgaanbieder van intramurale BW-zorg ben je van de brandweer verplicht er de eerste 5 minuten na brand aanwezig te zijn & dat de brandweer een begeleider als aanspreekpunt heeft van de instelling, die ook BHV kan. Bij scheiden wonen/zorg gelden deze strikte eisen niet (vervolgstap: Amarant zoekt uit hoe dit precies werkt in de praktijk: wat is er nodig om die eisen minder strikt te maken? Heeft het te maken met eigen voordeur? Gezinsachtige situatie? Etc?) Het gaat om gedragsregulering: correcties op het gedrag van een cliënt. Hoe intensiever dit nodig is, hoe meer begeleidingsuren dit vraagt. Het is nodig dat je hierin kunt op- en afschalen. Is er nog winst te behalen om toezicht meer samen te organiseren, over grenzen van instellingen heen, maar dan toch voldoende nabijheid te bieden? Dat is zeker interessant om nader te onderzoeken. SMO en Stumass hebben dit reeds onderzocht / of organiseren dit al tegelijkertijd voor meerdere van hun eigen woonvormen. SMO heeft het concept van ‘een rijdende wacht’ onderzocht, maar geconcludeerd dat de schaalgrootte hiervoor niet groot genoeg is. Grootte van organisatie is wel bepalend hoe efficiënt je het 24-uurstoezicht kunt organiseren/combineren. De meningen verschillen of dit voor elke doelgroep wel of niet passend is. Voor sommige cliënten is het belangrijk om een bekende begeleider die ’s nachts komt bij een noodgeval, i.p.v. een onbekende begeleider van een gedeelde bereikbaarheidsdienst (Terp). Combineren van toezicht per doelgroep (denk aan Terp & Wierde; de drie organisaties onder JADOS, etc.) is tot op bepaalde hoogte mogelijk volgens de werkgroep. Juzt: er is één bereikbaarheidsdienst voor alle hulpvormen van Juzt in de sectoren ‘oost’ en ‘west’: dus in combinatie met crisis, daghulp, pleegzorg enz. Stel.. dat we dit per 1 januari gaan doen in de toegang voor alle nieuwe cliënten. Wat is daarvoor nodig?
Dat is niet reëel volgens de werkgroep. Wat zijn huidige beperkingen? Dit betekent inkomensderving van de cliëntengroep, omdat huur vaak duurder is dan intramuraal wonen (ook de panden waar cliënten nu intramuraal wonen, zouden te duur voor ze zijn als ze er zelfstandig zouden huren) en ze meer eigen bijdrage moeten betalen. Je kunt pas huur gaan betalen wanneer je eigen voordeur hebt en die zijn er over het algemeen nog niet in deze instellingen: dat vraagt om op zijn minst verbouwing van de panden. Er is nu nog onvoldoende passende woonruimte beschikbaar (goedkoop/ eenvoudig, etc.) SMO: Voor scheiden wonen zorg moeten m.i. eerst de woningcorporaties aan tafel komen en zal er per instelling aangegeven moeten worden hoe de vastgoed positie omgebouwd moet worden naar de nieuwe situatie. Woningcorporaties hebben te strenge eisen: o qua schulden: 2/3e van totale schuld moet ingelost zijn voordat je een woning kunt betrekken en veel cliënten hebben vaak meer schulden. o Woningcorporaties vragen dat cliënten duurzaam hun huur betalen / zich gedragen, etc., en dat is niet altijd de werkelijkheid met de doelgroep. Veel grote organisaties hebben vastgoed, bijvoorbeeld Amarant, en ze hebben een groot financieel tekort als ze per direct geen vergoeding meer zouden krijgen voor verblijf van cliënten. Een aantal huidige panden voldoet niet aan de huidige eisen voor zelfstandig huren. Bij de doelgroep beschermd wonen lijkt het risico op het krijgen van een huurachterstand groot. Juzt: jongeren gaan de mist in door dat ze hun baantje soms niet vast kunnen houden, inkomsten onzeker zijn of te laag. Juzt wil voorkomen dat ze volop schulden krijgen als het misloopt. Ze moeten hier nog mee kunnen oefenen, zonder dat ze meteen hun huis kwijt raken. Juzt: 24 uurs begeleiding is nodig voor deze jonge doelgroep. Mede ook door de kwetsbaarheid van jongeren en het risicogedrag. Ook hebben ze soms nog maar beperkt met vrijheid leren omgaan en zijn ze nog weinig zelfstandig: ze hebben nog veel steun, nabijheid, controle nodig, ook omdat dit vaak beperkt in hun eigen netwerk aanwezig is. Wat kunnen we leren van PGB m.b.t. principe wonen scheiden/zorg? Bij Woondroom is Wonen Breburg de verhuurder. Als er sprake is van huurachterstand, spreekt de woningcorporatie direct de cliënt aan, maar geeft de zorgverlener ook een seintje. Bij Villa Boerebont is dit vergelijkbaar. Stumass onderzoekt of de huurcontracten bij een aparte stichting kunnen worden ondergebracht. Waarom? Je hebt 2 petten op; als verhuurder & als zorgverlener: je moet dat willen scheiden. Er ontstaat bij huurachterstand onwenselijke situatie waarin de ruimte om de cliënt goed te kunnen begeleiden wordt versmald door het conflict dat diezelfde cliënt met de organisatie heeft rondom een huurkwestie. Om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen en je dus samen met de cliënt op de inhoud te kunnen blijven richten, zijn wij nu bezig te onderzoeken of het mogelijk is dat een stichting los van Stumass/Capito/IVA een huurcontract zal aangaan met de cliënt. Daar waar dat kan, worden huurcontracten ook rechtstreeks met de woningbouwcorporatie aangegaan door de cliënt (bij IVA gebeurt dit al frequent over heel Nederland en dat bevalt heel goed). Deze huurovereenkomst bestaat dan naast de zorgovereenkomst die de cliënt met ons heeft (overigens vinden organisaties als SMO en Villa Boerebont het juist wel goed als de cliënt door zijn eigen begeleider wordt aangesproken op zijn huurachterstand). Voorbeeld hoe Juzt omgaat met zelfstandig wonen Voorbeeld Juzt zelfstandig wonen: Hierbij maken we gebruik van ‘ wonen met begeleiding’ van klik voor wonen, wat vroeger de urgentie regeling werd genoemd, waarbij er nog ambulante begeleiding plaats vindt b. Fact maar waarbij de verwachting is dat de jongere al wel op eigen benen kan staan met deze ambulante ondersteuning. Maar waarbij het voor de cliënt niet haalbaar is om nog langer in groepen/ in studenten huis te blijven wonen. Hiermee geven we ze een goede start waar ze de komende jaren zouden kunnen blijven wonen. Na ongeveer een half jaar tot een jaar wordt de huurovereenkomst omgeklapt naar een definitieve overeenkomst.