Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
DISCUSSIENOTA BESTEMMINGSPLAN MONNICKENDAM – Binnen de Vesting
Versie november 2011
1
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
INHOUDSOPGAVE: 1. INLEIDING
Blz.
2. TOEKOMSTBEELD EN VISIE
Blz.
3. UITGANGSPUNTEN VOOR HET PLAN
Blz.
3.1 Detailhandel • Huidige knelpunten • Kansen • Uitgangspunten voor detailhandel 3.2. Horeca • Huidige knelpunten • Kansen • Uitgangspunten voor horeca 3.3. Parkeren • Huidige knelpunten • Kansen • Uitgangspunten voor parkeren 3.4. Wonen • Huidige knelpunten • Kansen • Uitgangspunten voor wonen
4. ONTWIKKELINGEN DIE AL IN GANG ZIJN GEZET 5. PLANNING EN PROCES 4.1. Planning 4.2. Korte omschrijving processtappen
Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz.
Blz. Blz. Blz. Blz.
2
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
1. INLEIDING Kadernota Versterking Binnenstad Monnickendam Al geruime tijd wordt gewerkt aan onderzoek, plannen, maatregelen, beleidsideeën voor de versterking van de binnenstad van Monnickendam. Al deze plannen en maatregelen zijn gebundeld en van kaders voorzien in de Kadernota Versterking Binnenstad van Monnickendam, die in maart 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld. Deels vormt deze de basis voor het nieuwe bestemmingsplan, voor een ander deel is inmiddels sprake van nieuwe inzichten en/of gewijzigd beleid. Structuurvisie/Centrumplan Binnenstad Een belangrijke maatregel die in de kadernota wordt genoemd is de opstelling van een structuurvisie voor de binnenstad, gevolgd door een bestemmingsplan. Daarbinnen kunnen andere maatregelen weer een plek krijgen, met als doel vooral het versterken van het winkelbestand en de algemene aantrekkingskracht van de binnenstad (De Verborgen Parel, volgens de Kadernota). Na vaststelling van de Kadernota was de volgende stap het opstellen van die structuurvisie voor de binnenstad. In november 2009 zijn de werkzaamheden daarvoor gestaakt in afwachting van de nieuwe planning voor het plangebied van het Galgeriet en de gemeenteraadsverkiezingen. In mei/juni 2010 zou het opstellen van de structuurvisie hervat worden. Overigens was de naam structuurvisie inmiddels gewijzigd in Centrumplan, om misverstanden te voorkomen i.v.m. de Wet ruimtelijke ordening. Het college van B&W is van mening dat nu direct gestart moet worden met een nieuw bestemmingsplan. Dus zonder tussenkomst van een centrumplan of andere visie. Bestemmingsplan Deze discussienota is de eerste logische en gebruikelijke stap in het proces van totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan. In de nota worden kort en krachtig voor de verschillende thema’s, hoofdbestemmingen en gebieden, de huidige knelpunten en kansen benoemd. Vervolgens worden voor elk thema, uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan voorgesteld. U zult begrijpen dat de thema’s Detailhandel, Horeca, Parkeren en Wonen hieronder als hoofdthema zijn weergegeven, gelet op de aard en de functies van de binnenstad. Via deze bestemmingen/functies kunnen ook uitgangspunten uit de Kadernota zoveel mogelijk een plek krijgen. Afbakening van de discussienota In de nota wordt alleen ingegaan op die thema’s, knelpunten, kansen en uitgangspunten, die planologische relevantie hebben. Die dus technisch in een bestemmingsplan kunnen worden vertaald. De aanwijzing van blauwe zones, bijvoorbeeld, is planologisch niet relevant, want je kunt (en wilt) het niet regelen in een bestemmingsplan. Hetzelfde geldt o.a. voor de verbetering van het toeristisch vaarverkeer, de invoering van een parkeervergunningsysteem of de verkeerscirculatie. Zeer belangrijke aspecten, maar dus niet te regelen in het bestemmingsplan. Dat geldt echter weer wel voor een doelstelling zoals de uitbreiding en optimalisering van de parkeercapaciteit in en nabij de binnenstad. Tenslotte moet worden opgemerkt dat in de onderstaande uitgangspunten voor het bestemmingsplan, globaal wordt aangegeven op welke wijze vertaling van de uitgangspunten het beste kan plaatsvinden. Bijvoorbeeld door een wijzigingsbevoegdheid op te nemen of een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Het is dus niet zo dat precies wordt aangegeven hoe de vertaling planologisch-technisch plaats vindt. Daarvoor is het nog te vroeg en die uitwerking zal plaatsvinden in de volgende fase: het voorontwerp van het bestemmingsplan. 3
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
Actualisering Bestemmingsplannen Actualisering van alle bestemmingsplannen is een verplichting uit de Wet ruimtelijke ordening. Uiterlijk 1 juli 2013 moeten de bestemmingsplannen op orde zijn. Bij de meeste plannen is daarom gekozen voor een consoliderend plan. Dat wil zeggen dat daarin alleen de huidige situatie wordt vastgelegd en niet wordt geanticipeerd op nieuwe ontwikkelingen. Het gemeentebestuur wil voor de binnenstad wel de gewenste nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk een plek geven. Dat houdt dus in dat dit bestemmingsplan waarschijnlijk, zowel wat betreft planning, als wat betreft budgettering, zal afwijken van andere bestemmingsplannen. Ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen vergen nu eenmaal meer voorbereidingstijd, ruimtelijke onderbouwing, verplicht onderzoek e.d. Verder leiden dit soort plannen in de regel tot meer inspraakreacties, zienswijzen en beroepszaken. Leeswijzer Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 het toekomstbeeld en de visie van het nieuwe bestemmingsplan geformuleerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan. Dit gebeurt aan de hand van de hoofdthema’s Detailhandel (3.1.), Horeca (3.2.), Parkeren (3.3.) en Wonen (3.4.) en via een puntsgewijze opsomming van knelpunten, kansen en tenslotte de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan. In hoofdstuk 4 wordt kort ingegaan op ontwikkelingen die reeds in gang zijn gezet en de relatie met het bestemmingsplan. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 de globale planning weergegeven voor de opstelling van het bestemmingsplan, verdeeld in de fasen: discussienota, voorontwerpbestemmingsplan, ontwerpbestemmingsplan en vaststelling bestemmingsplan.
2. Toekomstbeeld en visie Toekomstbeeld Het beschermde stadsgezicht en de monumentale bebouwing zijn in volle glorie aanwezig. Dat is de belangrijkste kracht van het gebied Monnickendam – binnen de vesting. In het gebied rondom de Middendam en de binnenhaven (de Ster) is een bruisend stadshart ontstaan met een gevarieerd aanbod van winkels, horeca, terrasjes en andere trekkers, zoals de Tourist Info, het museum en markten. Het is een aantrekkelijk verblijfsgebied, waarbinnen bezoekers verschillende looproutes/rondjes kunnen doen, kunnen winkelen, koffie drinken, een restaurantje pakken of een terrasje. Er zijn aanleg-, op- en afstapmogelijkheden voor watersportpassanten die het centrum willen bezoeken. Ook de bewoners van de binnenstad ervaren een prettig leefklimaat. Er is een goede balans tussen wonen, recreëren en economische activiteit. Bezoekers met auto’s en bussen worden geleid naar grotere parkeerplaatsen nabij het stadshart. Het waterfront (locatie Kop van ’t Prooyen) is opgewaardeerd met winkels, horeca in de plint, terras en appartementen erboven. Het complex is tevens verbonden met de Groote Noord en het Zuideinde, waardoor de aanwezige winkels en horeca elkaar versterken. Hierdoor is er tevens een natuurlijke verbinding tussen de historische binnenstad en de haven met zijn karakteristieke schepen. Ook een goed hotel misstaat niet op deze locatie. Visie 1. Behoud en versterking van het beschermde stadgezicht van Monnickendam 4
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting 2. Daarom het zoveel mogelijk conserveren van bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplangebied. 3. Een leefbare binnenstad voor de bewoners door een goede balans tussen wonen, recreeren en bedrijvigheid en een zonering van detailhandel en horeca. 4. Versterking van het winkelbestand door: a. het afbakenen van een verblijfsgebied met verschillende looproutes/rondjes. b. concentratie van winkels binnen het verblijfsgebied Detailhandel, c. het leggen van een gemengde bestemming Wonen/Detailhandel op de panden binnen dat gebied d. verruiming van de mogelijkheden tot uitbreiding van het winkeloppervlak. 5. Versterking van de horeca door a. concentratie van de horeca binnen het concentratiegebied Horeca. b. het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid van Wonen/Detailhandel naar Horeca voor alle panden binnen het concentratiegebied Horeca. c. nieuwe horeca ondersteunend te laten zijn aan de middenstand, dus vooral lichte dag/avond horeca. d. de planologische mogelijkheid te bieden om terrassen te ontwikkelen, gelet op de unieke ligging aan de Gouwzee en de havens. e. binnen de bestemmingen Water en Verkeer voorzieningen mogelijk te maken voor de horeca, watersportpassanten en charters, zoals op/afstapmogelijkheden aan kades, wachtsteigers, aanlegplaatsen e.d. 6. Het beter bereikbaar en leefbaarder maken van het centrum door de parkeercapaciteit te concentreren en te vergroten aan de rand. Auto’s kunnen zo geheel, gedeeltelijk en/of tijdelijk uit het straatbeeld verdwijnen, wat het verblijfsgebied met winkels, horeca, museum etc. aantrekkelijker maakt. 7. Het opwaarderen van de locatie Kop van ’t Prooyen door een wijzigingsbevoegdheid op te nemen naar passende centrumfuncties, zoals detailhandel, ondersteunende horeca, appartementen, hotel, terras. 8. Kortom, vergroting van de aantrekkingskracht van het stadshart op de inwoners van Waterland, bezoekers, recreanten, consumenten, met respect voor het beschermde stadgezicht en de monumentale bebouwing.
3. UITGANGSPUNTEN VOOR HET PLAN 3.1 Detailhandel Huidige knelpunten: 1. de aanwezige winkels liggen verspreid, geen duidelijke concentratie. 2. winkeliers hebben moeite om het hoofd boven water te houden. 3. het winkelaanbod wijzigt daarom regelmatig (opheffen en doorstarten). 4. kooplek naar Purmerend, Volendam en Amsterdam 5. Uit distributieplanologisch onderzoek (DPO)1 blijkt dat de omzet sterk achter blijft bij de mogelijke omzet voor een kern als Monnickendam. Er is dus ruimte om de omzet en het aantal m2 winkelruimte, te vergroten. 6. geen duidelijke trekkers, zoals een Blokker, HEMA, supermarkt¹ 7. weinig flexibiliteit om met winkeloppervlaktes te spelen (bv. het doorbreken en samenvoegen van meerdere panden) a.g.v. monumentenstatus en/of huidige bestemmingsplan. 1 Distributieplanologisch onderzoek (DPO) Monnickendam, RBOI, 4 september 2007. Zie ook de Kadernota Versterking Binnenstad Monnickendam, 16 december 2008, Taakgroep Versterking Binnenstad Monnickendam (TVM)
5
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting 8. parkeerkrapte in/nabij de binnenstad op sommige tijden, plaatsen en in sommige situaties.2 9. het gebied is door autoverkeer en geparkeerde auto’s minder aantrekkelijk voor wandelen, fietsen, flaneren. 10. door de huidige mengbestemming winkel/wonen bestaat het risico dat winkelruimte wordt omgezet naar woonruimte (= slaapstad). Kansen 1. Het is mogelijk om het centrum in het bestemmingsplan planologisch te zoneren. Dat betekent dat via het bestemmingsplan winkelgebieden, horecagebieden, winkel/horecagebieden en woongebieden als zodanig kunnen worden bestemd. 2. Op het nabijgelegen Galgeriet wordt geen supermarkt meer voorzien. Voor de versterking van het huidige winkelbestand moet dus opnieuw gekeken worden naar andere locaties dichtbij het huidige winkelbestand. De enige locatie die groot genoeg is voor deze functie en in/tegen het centrum ligt, is de zogenaamde Kop van ’t Prooyen, met de loodsen en buitenopslag. Voordelen van deze locatie zijn: a. groot genoeg voor ‘trekkers’ (zoals supermarkt, grote winkelketens, hotel etc.), mogelijk in combinatie met appartementen. b. de mogelijkheid om ingangen en verbindingen/entrees te creëren in 3 richtingen, nl. Zuideinde, Groote Noord en ’t Prooyen. c. de mogelijkheid om ruimtelijke winst te behalen op de locatie door wijziging van de functie, de bebouwing en de buitenruimte. d. er zijn alternatieve locaties denkbaar voor de noodzakelijke uitplaatsing van de huidige bedrijven. Uiteraard moeten bij een dergelijke ontwikkeling randvoorwaarden worden gesteld t.a.v. onder meer het parkeren (volgens de parkeernormen op eigen terrein), de bevoorrading (bevoorradingsprofiel) en de stedenbouwkundige inpassing. Ook moet serieus bekeken worden of een dergelijke ontwikkeling kan voorzien in extra parkeercapaciteit t.b.v. de rest van de binnenstad. 3. In het nieuwe bestemmingsplan kan eenvoudig meer flexibiliteit ingebouwd worden t.a.v. het doorbreken van (historische) panden om op de begane grond meer winkeloppervlak te kunnen creëren. Dit moet – buiten het bestemmingsplan om – ook in het beleid t.a.v. monumentenvergunningen doorwerken. 4. Op de parkeerproblemen in en tegen de binnenstad aan – en mogelijke oplossingen hiervoor - wordt hieronder bij het thema Parkeren dieper ingegaan. 5. Door verblijfsgebieden in het bestemmingsplan te zoneren voor centrumfuncties, wordt geanticipeerd op het eventueel (tijdelijk) autovrij/autoluw maken van (delen van) de binnenstad. Bijvoorbeeld bij evenementen. Dat maakt het gebied aantrekkelijker voor winkelen, wandelen, flaneren, terrasbezoek etc. Het Zuideinde is inmiddels reeds in het toeristisch seizoen op zaterdag autovrij. 6. Er liggen in het gebied ook nog panden met een woonbestemming of andere bestemmingen die niet bij een stadscentrum passen. Om nieuwe en bestaande winkels meer kansen te bieden, is het aan te bevelen om deze panden een mengbestemming Wonen/Detailhandel te geven. Nieuwvestiging van winkels is dan eenvoudig mogelijk binnen het bestemmingsplan en voorkomt dus allerlei langdurige en kostbare bestemmingsplan- en vrijstellingsprocedures. Daarnaast is het voordeel dat de rechten van de huidige woningeigenaren gewaarborgd blijven. Het bestemmen van deze panden voor alleen detailhandel (dus wonen uitsluiten) is juridisch niet mogelijk omdat niet kan worden aangetoond dat er voldoende markt is voor deze functie in al die panden (je mag
2
Parkeeronderzoek Centrum Monnickendam, Oranjewoud, 3 maart 2009
6
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting niet bestemmen voor leegstand). Verder leidt dat natuurlijk tot weerstand bij de eigenaren in het planproces en tot planschaderisico. Kortom, het is niet ‘Raad van State-proof’. Uitgangspunten voor detailhandel Vanuit de bovenstaande analyse van knelpunten en kansen, volgt hieronder een opsomming van uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan voor detailhandel: 1. 1.. De bestemming Gemengd (detailhandel + wonen) wordt gelegd op alle woningen aan de straten, zoals met rood aangegeven op figuur 1. Binnen deze mengbestemming wordt Detailhandel en Wonen toegestaan. Dit maakt het plan flexibel en het wordt eenvoudiger om nieuwe detailhandel te vestigen binnen het gebied.
Figuur 1: verblijfsgebied met detailhandel 2. Panden moeten eenvoudiger kunnen worden samengevoegd t.b.v. detailhandel op de begane grond. Dit kan het beste door middel van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Zo kan getoetst worden of het inderdaad om duurzame detailhandel gaat. Het kan immers niet de bedoeling zijn – gelet op mengbestemming inclusief woonfunctie – om woonpanden samen te voegen. Bij een samenvoeging moeten ook het gevelbeeld, de beeldkwaliteit en het beschermde stadsgezicht worden meegewogen. 3. Op de gehele locatie Kop van ’t Prooyen (loodsen + buitenruimte) wordt een wijzigingsbevoegdheid van de gemeenteraad gelegd die de vestiging van ‘trekkers’ in de detailhandel, de horeca en/of andere versterkende centrumfuncties, mogelijk maakt. Ook een combinatie met appartementen is mogelijk. Flexibiliteit is daarbij uitgangspunt. Wat betreft de bouwmassa en –hoogte moet het gebied zo intensief mogelijk ingevuld worden. Opstelling van een stedenbouwkundig programma van eisen (spve) is uitgangspunt. Hoewel hiermee de ontwikkeling natuurlijk niet kan worden afgedwongen, geeft het wel een duidelijk signaal over de gemeentelijke intenties op de langere termijn richting eigenaren, ontwikkelaars, ondernemers, winkeliers etc. 4. De hoogte van panden wordt opgetrokken naar een winkelplint + 3 woonlagen. Het gaat dan om reconstructiegebieden buiten het beschermde stadsgezicht, zoals de Kop7 van ’t Prooyen en ’t Prooyen.
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
3.2. Horeca Huidige knelpunten: 1. De huidige horecagelegenheden liggen verspreid. Daardoor vindt wederzijdse versterking en aanvulling (ook van het winkelbestand) onvoldoende plaats. Een concentratie van horeca herkennen we desondanks in het gebied van de Haven, de Havenstraat, de Brugstraat en de Middendam. 2. Er zijn nauwelijks mogelijkheden in het bestemmingsplan om nieuwe horeca te vestigen, ook niet in het gebied waar de horeca zich momenteel concentreert. 3. Het planologisch creëren van meer vestigingsmogelijkheden voor horeca is een lastige aangelegenheid. Bewoners in de omgeving verwachten immers vaak geluid- en andere hinder. Het positief bestemmen van panden voor horeca leidt tot bezwaar en beroep en planschaderisico’s. 4. Er zijn niet of nauwelijks mogelijkheden om terrassen te creëren bij horecagelegenheden door autoverkeer, vrachtverkeer en parkeermogelijkheden. 5. Juist gebieden die zich lenen voor horeca met terras (indien autoluw/vrij), kennen momenteel voornamelijk een woonfunctie. Dat gaat ten koste van de levendigheid en de uitstraling. De Gooische Kade is daar een voorbeeld van. Kansen: 1. Ook de horeca kan meer geconcentreerd worden, waardoor niet alleen de bestaande horeca kan worden aangevuld en versterkt, maar ook het winkelbestand. De Haven, de Havenstraat, de Brugstraat, de Middendam, ’t Zandt, de Gooische Kade en de Kop van ’t Prooyen komen daarvoor het best in aanmerking, vanwege de al aanwezige concentratie van horecabedrijven, de uitstraling van het gebied (rondom de Middendam en de binnenhaven) en de mogelijkheden voor terrassen (op land of water). 2. Het is technisch mogelijk om in het bestemmingsplan meer vestigingsmogelijkheden voor horeca te creëren, zonder (planschade)risico’s te lopen. Een goed voorbeeld daarvan is om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor panden met een bestemming Gemengd t.b.v. functiewijziging naar horeca. Via de wijzigingsbevoegdheid kunnen de horecaplannen goed gecheckt worden (ondernemingsplan, toegevoegde waarde, geluidhinder, uitvoerbaarheidtoets etc.). Verder kunnen planschaderisico’s in dat geval, via een exploitatieovereenkomst, worden doorgelegd naar de eigenaar/ondernemer. 3. Concentratie, uitbreiding en versterking van horeca in/rond de genoemde straten, moet leiden tot meer aantrekkingskracht van de binnenstad op bezoekers en op de eigen inwoners. Het winkelbestand profiteert daar ook van mee. 4. Verbetering van de (toeristische) vaarwegen in Monnickendam en de aanlegmogelijkheden in het genoemde gebied, verhogen de aantrekkingskracht. Daar wordt op dit moment i.o.m. de waterbeheerders en de ondernemers al aan gewerkt. Daar waar nodig en mogelijk wordt dit tevens in het bestemmingsplan vertaald (bv. via verruiming van de gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming Water). 5. Tenslotte draagt het (tijdelijk en/of gedeeltelijk) autovrij maken van dit deel van de binnenstad, bij aan de sfeer en aantrekkingskracht. Terrassen kunnen dan worden ingericht in de openbare ruimte (uiteraard wel met oog voor de hulpdiensten). In openbare bestemmingen zoals Verkeer, Parkeren en Groen wordt daarmee rekening gehouden t.a.v. de gebruiksmogelijkheden.
8
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
Uitgangspunten voor horeca 1. Aan de straten zoals met rood aangegeven op figuur 2 worden alle panden en bestemmingen voorzien van een wijzigingsbevoegdheid voor functiewijziging naar Horeca (H). Uiteraard met uitzondering van die panden die al een horecabestemming hebben of die al als zodanig in gebruik zijn. Die behouden/krijgen een H-bestemming. 2. De wijzigingsbevoegdheid wordt beperkt tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten. Het gaat dan om lichtere horeca, zoals restaurants, lunchrooms, koffiehuizen, logies e.d. Daarmee wordt overlast voor bewoners zoveel mogelijk beperkt en het winkelbestand versterkt. 3. In het zelfde gebied wordt in de bestemming Verkeer opgenomen dat de gronden eveneens gebruikt mogen worden voor terras en markt. 4. Binnen de bestemmingen Water en Verkeer wordt rekening gehouden met aanleg- en in/uitstapvoorzieningen. 5. Wederzijdse versterking en uitwisseling tussen horeca en detailhandel enerzijds en toerisme, pleziervaart en bruine vloot anderzijds, is noodzakelijk en gewenst. De Belangenvereniging Zeilcharterschippers Monnickendam (BZM) wordt daarom nauw betrokken bij de verdere totstandkoming van het bestemmingsplan. Zij wordt eveneens als overlegpartner opgenomen in het verplichte vooroverleg over het voorontwerp bestemmingsplan.
Figuur 2: concentratiegebied Horeca
3.3. Parkeren Huidige knelpunten:
9
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting 1. Er is sprake van parkeerkrapte in/nabij de binnenstad op sommige tijden, plaatsen en in sommige situaties. 3 2. De geleiding van het parkeren voor bezoekers en toeristen kan verder worden geoptimaliseerd door verwijzing naar parkeerterreinen buiten het centrum (bv. Hemmeland en (in de toekomst) Nieuwpoortslaan). 3. Er is veel onderzoek gedaan naar de parkeerdruk en de verkeersafwikkeling en er zijn verschillende maatregelen genomen. Deze hebben niet allemaal het gewenste resultaat. 4. Er zijn fysiek weinig mogelijkheden om in of nabij de binnenstad de parkeercapaciteit te vergroten. Kansen: 1. Er is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een parkeergebouw op het Verenigingsplein. Hierover vindt in de gemeenteraad nog een discussie plaats. Afhankelijk daarvan wordt de mogelijkheid van een parkeergebouw al dan niet opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. 2. Er liggen kansen om de parkeercapaciteit te vergroten op andere locaties. Zoals bij de mogelijke ontwikkeling van de Kop van ’t Prooyen, door efficiënt dubbelgebruik van parkeercapaciteit. 3. De locaties Nieuwpoortslaan, Galgeriet en Hemmeland kunnen zorgen voor extra parkeercapaciteit t.b.v. de binnenstad4. De locaties zelf liggen echter niet binnen het plangebied van het bestemmingsplan. 4. Door de bestemmingsplanvoorschriften voor openbare bestemmingen (vooral Verkeer, Groen en Recreatie) flexibeler te maken, is het mogelijk om meer parkeercapaciteit te creëren. Uitwisseling tussen openbare gebruiksfuncties is dan mogelijk (bv. van groenvoorzieningen naar parkeren, fiets- en wandelpaden en omgekeerd). Uitgangspunten voor parkeren: 1. In de wijzigingsbevoegdheid voor de Kop van ’t Prooyen wordt opgenomen dat onderzoek moet plaatsvinden naar de mogelijkheid om de parkeercapaciteit voor de binnenstad ter plaatse uit te breiden, o.a. door dubbelgebruik. 2. De gebruiksvoorschriften van openbare bestemmingen (nu o.a. Verkeer, Groen en Recreatie) in die zin versoepelen dat uitwisseling van gebruik mogelijk is. Als het gaat om grootschalige parkeergelegenheid dan zal deze altijd worden besproken met de omwonenden. 3. Binnen de bestemming Verkeer ook de functies terras en markt mogelijk maken. 4. Het “Landje van Ubbels” krijgt de bestemming Groen. Deze past beter bij het huidige gebruik dan de bestemming Agrarische Doeleinden en maakt in de toekomst ook extra parkeergelegenheid mogelijk.
3.4. Wonen Knelpunten: 1. Gelet op de ouderdom van het bestemmingsplan (1976) voldoen veel bouw- en gebruiksvoorschriften niet meer aan de huidige tijdgeest. Daarom moeten vaak dure en tijdrovende ontheffingsprocedures worden doorlopen. 2. Om die reden zijn in de loop der jaren allerlei beleidsregels vastgesteld om kaders te scheppen voor de ontheffingen. Te noemen zijn de beleidsregels voor erfbebouwing bij woningen binnenstad, voor het vergroten van goot- en nokhoogtes, voor dakterrassen bij woningen, voor tijdelijke huisvesting voor mantelzorg in bijgebouwen bij woningen 3 4
Parkeeronderzoek Centrum Monnickendam, Oranjewoud, 3 maart 2009 Actieplan Parkeren Binnenstad Monnickendam, Gemeente Waterland, 17 juni 2011
10
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting etc. etc. Al die beleidsregels maken het er voor burgers en zelfs onze medewerkers niet altijd gemakkelijker op. 3. Door de al bestaande parkeerkrapte en de strenge parkeernormen worden interessante woningbouwinitiatieven in de binnenstad moeilijk om te realiseren. Het gaat dan bijvoorbeeld om sanering van hinderlijke bedrijven t.b.v. woningbouw en het realiseren van goede en betaalbare startersappartementen. Kansen: 1. Door herziening en modernisering van het bestemmingsplan kan beter aangesloten worden op de huidige tijdgeest. Tevens kan aansluiting gezocht worden bij goedwerkende flexibele bestemmingen in andere bestemmingsplannen (bv. voor wonen en erfbebouwing). Daardoor zijn in de toekomst minder ontheffingsprocedures benodigd. 2. In het nieuwe bestemmingsplan kunnen in één keer alle ontwikkelde beleidsregels een plek vinden via de gebruiks- en bebouwingsvoorschriften. 3. Als via vaststelling van de uitgangspunten bij het thema Parkeren, planologisch meer parkeerruimte in en nabij de binnenstad kan worden gevonden, ontstaat er wellicht meer ruimte om kansrijke woningbouwinitiatieven te honoreren. Het parkeerfonds kan bij hoge uitzondering worden ingezet. 4. In het nieuwe bestemmingsplan kunnen ook verouderde of niet-werkende voorschriften i.v.m. het beschermde stadsgezicht worden gemoderniseerd en geoptimaliseerd. Uiteraard zal dit in nauw overleg met de CSDB en onze beleidsmedewerker monumenten gebeuren. 5. In een gebied zoals de binnenstad is er altijd sprake van een interessante mix van wonen en bedrijvigheid. Dit kan in het bestemmingsplan worden vertaald door ondermeer een goede regeling voor bedrijf aan huis.
Uitgangspunten voor wonen 1. Het bestemmingsplan - waar mogelijk en nodig - moderniseren t.a.v. de bestemming wonen en bijbehorend gebruik zoals erf en tuin. Daarbij zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij de flexibele bestemmingsregelingen in recente bestemmingsplannen zoals Broek in Waterland, Ilpendam, Marken. 2. Alle reeds bestaande beleidsregels worden in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt, zoals ook de beleidsregels met betrekking tot 2e lijnsbebouwing. 3. Voorschriften die betrekking hebben op het beschermde stadsgezicht moeten worden gemoderniseerd, geoptimaliseerd en versoepeld, in combinatie met de welstandsnota en de welstandstoets van de CSDB. 4. De CSDB wordt als monumentencommissie en welstandscommissie voor het beschermde stadsgezicht, nauw betrokken bij de verdere totstandkoming van het bestemmingsplan. Zij wordt eveneens als overlegpartner opgenomen in het verplichte vooroverleg over het voorontwerp bestemmingsplan. 5. In het bestemmingsplan wordt de gebruikelijke regeling opgenomen voor bedrijf aan huis, dat wil zeggen dat 30% van het oppervlak voor deze activiteiten mag worden gebruikt.
4. Ontwikkelingen die al in gang zijn gezet Natuurlijk staat de tijd niet stil tijdens de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan. Er zijn reeds plannen in de binnenstad in gang gezet en deze worden voortgezet. Voorbeel11
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting den daarvan zijn onder meer bedrijfsverplaatsingen of -beeindigingen. In die gevallen wordt bekeken of op verantwoorde wijze vervangende woningbouw kan plaatsvinden, vooral voor de doelgroepen. Liggen de locaties binnen de concentratiegebieden voor Detailhandel en/of Horeca, dan worden daarvoor zoveel mogelijkheden geschapen. Zodra de besluitvorming/planologische procedures hebben plaatsgevonden, worden deze ontwikkelingen ingepast in het nieuwe bestemmingsplan. Afhankelijk van het stadium waarin plannen verkeren gebeurt dat via het opnemen van een positieve bestemming of een wijzigingsbevoegdheid.
5. Planning en procedure 5.1. Planning In bijlage 1 treft u de planning aan van het proces van opstelling van een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad. 5.2. Korte omschrijving processtappen Voor de beeldvorming volgt hieronder een korte omschrijving van de verschillende processtappen/mijlpalen zoals die in de planning zijn opgenomen. Discussienota • Opstelling Betreft de opstelling van het onderhavige document. • Besluitvorming B&W Besluitvorming t.a.v. de conceptdiscussienota. • Workshops/kaderstelling begeleidingsgroep gemeenteraad Gelet op de schaal en het belang van dit bestemmingsplan is een begeleidingsgroep uit de gemeenteraad samengesteld. Via enkele workshops en o.b.v. de discussienota zijn de kaders voor de uitgangspunten in de discussienota aangegeven. • Consultatie belanghebbenden (12 weken) De discussienota is gepubliceerd, tervisie gelegd, toegezonden aan belanghebbenden, er is een workshop georganiseerd met belangengroepen, brancheorganisaties, en deskundigen, een algemene informatieavond en een brainstormavond belegd etc. • Verwerking consultatieronde De consultatieronde levert reacties op van bewoners, ondernemers, andere belanghebbenden etc. Deze worden verwerkt in een document (Reactienota) en van conclusies en aanbevelingen voorzien. • Besluitvorming B&W t.a.v. consultatieronde Dit spreekt voor zich en hiervoor wordt de nodige tijd ingepland. • Raadsbehandeling consultatieronde en discussienota Voorontwerp bestemmingsplan • Technische vertaling discussienota in voorontwerp. Het stedenbouwkundig bureau kan aan het werk met de technische vertaling van de uitgangspunten in het voorontwerp bestemmingsplan. Voor het overige moet worden geïnventariseerd, een toelichting geschreven worden, de bestemmingen en bouw- en gebruiksvoorschriften moet worden geformuleerd en kaartmateriaal moet worden gemaakt en gedigitaliseerd. Dit neemt natuurlijk de nodige tijd in beslag. • Besluitvorming B&W voorontwerp Zodra het voorontwerp gereed is wordt het aan B&W voorgelegd voor vrijgave voor de inspraak en het verplichte vooroverleg. 12
Discussienota Bestemmingsplan Monnickendam – Binnen de Vesting
•
•
•
•
Verplicht vooroverleg en inspraak voorontwerp (6 weken) Dit is een stap die wettelijk verplicht is. Het voorontwerp wordt bekendgemaakt, tervisie gelegd, toegezonden aan belanghebbenden en instanties (o.a. provincie, VROM-inspectie) etc. voor inspraak en vooroverlegreacties. Verwerking inspraak en vooroverleg De binnengekomen inspraak- en vooroverlegreacties worden verwerkt in de Nota inspraak en vooroverleg en daaraan worden conclusies en aanbevelingen verbonden. Besluitvorming B&W Nota inspraak+vooroverleg Dit spreekt voor zich. Als B&W akkoord zijn met de nota, kan deze samen met het voorontwerp aan de gemeenteraad worden aangeboden. raadsbehandeling inspraaknota en (voor)ontwerp bestemmingsplan De raad spreekt zich uit over het (voor)ontwerp en de nota. Indien akkoord verwordt het voorontwerp tot ontwerpbestemmingsplan.
Ontwerp bestemmingsplan • Vertaling voorontwerp tot ontwerp o.b.v. raadsbesluit De nota inspraak en vooroverleg en eventuele wijzigingen a.g.v. de raadsbehandeling, worden verwerkt in het document, dat nu ontwerp kan worden genoemd. • Tervisielegging voor zienswijzen (6 weken) Het ontwerpbestemmingsplan moet o.g.v. de Wro weer worden gepubliceerd, tervisie gelegd, toegezonden aan belanghebbenden, digitaal op het net worden geplaatst. In deze periode kunnen zienswijzen worden ingediend t.a.v. het ontwerp. • Verwerking zienswijzen in nota zienswijzen De binnengekomen zienswijzen worden verwerkt in de nota zienswijzen en daaraan worden conclusies en aanbevelingen verbonden. • Besluitvorming B&W t.a.v. nota zienswijzen Als B&W akkoord zijn met de nota zienswijzen kan deze, samen met het ontwerp bestemmingsplan ter vaststelling worden aangeboden aan de gemeenteraad. • Raadsbehandeling nota zienswijzen en vaststelling bestemmingsplan De raad spreekt zich uit over het ontwerp en de nota. Indien akkoord verwordt het ontwerp tot het vastgestelde bestemmingsplan. Vastgesteld bestemmingsplan • Vertaling ontwerp tot vastgesteld bestemmingsplan o.b.v. raadsbesluit. De nota zienswijzen en eventuele wijzigingen a.g.v. de raadsbehandeling, worden verwerkt in het document, dat nu het vastgestelde bestemmingsplan kan worden genoemd. • Tervisielegging voor beroep op Raad van State (6 weken). Tegen het bestemmingsplan of onderdelen daarvan staat 6 weken beroep open voor al diegenen die eerder een zienswijze hebben ingediend. Dit beroep moet rechtstreeks bij de Raad van State worden aangetekend. • Evt. verweerschriften en zitting n.a.v. beroep (PM). Afhankelijk of er beroep wordt aangetekend, gaat er nog de nodige tijd overheen, voordat een uitspraak van Raad van State mag worden verwacht. Daarom is deze fase PM gepland.
13