DIRECTIE LOGISTIEK DIENST GEBOUWEN EN MATERIEEL JAN JACOBSPLEIN 6 - 1000 BRUSSEL
Vervangen van personenlift RSVZ – Waterloolaan 77, 1000 BRUSSEL 2012/515/CCH/TW/A
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
INHOUD DOSSIER
DEEL 1
ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
DEEL 2
TECHNISCHE BEPALINGEN
DEEL 3
VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSPLAN
DEEL 4
INSCHRIJVINGSBILJET EN BIJLAGEN
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/2
DEEL 1 ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN INSTALLATIEWERKEN SPECIAAL BESTEK
1.
AFWIJKINGEN (inzonderheid art. 3 van het koninklijk besluit van 26 september 1996)
In afwijking van artikel 43 van de algemene aannemingsvoorwaarden, wordt de termijn van de voorlopige oplevering van 15 op 30 dagen gebracht. In afwijking van artikel 15 van de algemene aannemingsvoorwaarden, mag de factuur, met hetzelfde bedrag als de schuldvordering, tezelfdertijd met deze schuldvordering worden ingediend, voor opdrachten waarvan de totale aannemingssom lager is dan € 14.873,61 exclusief BTW. Deze afwijking heeft tot doel de betalingsprocedure te versnellen. In afwijking van artikel 116 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, blijft de inschrijver door zijn offerte gebonden gedurende een termijn van 120 kalenderdagen, ingaande de dag volgend op de uiterste datum voor indiening van de offertes.
2.
VOORWERP VAN DE OPDRACHT
Deze opdracht voor aanneming van werken heeft betrekking op : 1) het vervangen van een personenlift van 13 toegangen en een nominale last van 1.200kg ; 2) het onderhoud van de nieuwe lift (5 jaar) Uitvoeringsadres :
RSVZ – Waterloolaan 77, 1000 Brussel.
In toepassing van artikel 18 van de wet van 24 december 1993 kan de aanbestedende overheid afzien van het gunnen van de opdracht of de procedure herbeginnen desnoods op een andere wijze.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/3
3.
VARIANTEN (art. 113, lid 1 of 115 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996)
Er zijn geen verplichte varianten voorzien. Vrije varianten zijn niet toegelaten.
4.
AANBESTEDENDE OVERHEID
De aanbestedende overheid is het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), Jan Jacobsplein 6 te 1000 BRUSSEL, vertegenwoordigd door zijn Adviseur-generaal, de heer Hubert DE CLERCQ, en zijn directie Logistiek.
5.
LEIDING VAN EN TOEZICHT OP DE UITVOERING VAN DE OPDRACHT (art. 1 van de algemene aannemingsvoorwaarden)
De leiding van en het toezicht op de uitvoering van de opdracht worden verzekerd door de Directie Logistiek, vertegenwoordigd door de heer Johan PAEME, bijgestaan door de heer Patrick AMEEUW (tel. 02 546 44 04 en telefax 02 512 10 75). Adres : Jan Jacobsplein 6 te 1000 Brussel. Bij de uitvoering van deze opdracht, is de heer Albert COLMAN de afgevaardigde van de heer Johan PAEME.
5.Bis VEILIGHEIDSCOÖRDINATIE (K.B. van 25 januari 2001) De aanbestedende overheid, vertegenwoordigd door zijn Adviseur-generaal, de heer Hubert DE CLERCQ, en zijn directie Logistiek heeft de heer Albert COLMAN (tel. 02 546 44 54 en telefax 02 512 10 75) aangesteld tot Coördinator ontwerp en Coördinator verwezenlijking.
6.
AARD VAN EN WIJZE WAAROP DE OPDRACHT WORDT GEGUND
Deze opdracht voor aanneming van werken zal worden toegekend via een algemene offerteaanvraag.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/4
7.
TOEPASSELIJKE REGLEMENTAIRE BEPALINGEN
1. Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. 2. Koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. 3. Koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. 4. Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken, bijgevoegd bij het vorig besluit. 5. Koninklijk besluit van 29 januari 1997 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en van hun uitvoeringsmaatregelen. 6. De voorschriften vervat in dit bestek. De aannemer kan de standaardbestekken van de Staat niet inroepen tegen wat in dit bestek is beschreven en gespecificeerd. 7. De wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken evenals haar uitvoeringsbesluiten, inzonderheid het koninklijk besluit van 26 september 1991, tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de voornoemde wet. 8. Het artikel 400 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 en het artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1994 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, evenals de uitvoeringsbesluiten (in het bijzonder koninklijk besluit van 26 december 1998). 9. De wetten en besluiten betreffende het bijhouden van sociale documenten (inzonderheid het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978), onder andere de individuele fiche. 10. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. van 18/09/1996) en zijn uitvoeringsbesluiten. 11. Het KB van 22 juli 1991 met betrekking tot de procedure voor occasionele werken aan asbesthoudende materialen. 12. Alle wijzigingen in voornoemde wetten, besluiten en artikels die in werking traden tijdens het uitschrijven van deze opdracht. 13. Alle andere terzake geldende wetten, besluiten en reglementen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/5
8.
TECHNISCHE SPECIFICATIES EN NORMEN (art. 82 tot 85 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996)
Voor zover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen van het Bijzonder Bestek dat onderhavige opdracht regelt, zijn ook van toepassing : 1. de volgende publicaties, voor zover de opdracht werken bevat die er het voorwerp van uitmaken :
het typebestek 100 : permanente administratieve bijlage bij de bijzondere bestekken betreffende de overeenkomsten van bouwwerken : algemene administratieve bepalingen ;
het typebestek 101 : bijlage bij de bijzondere bestekken betreffende de mechanische en elektrische installaties en constructies : algemene administratieve en contractuele bepalingen ;
het typebestek voorschriften ;
het typebestek 105 : centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling ;
het typebestek 200 : wegenwerken ;
het typebestek 400 : aanneming van mechanische en elektrische installaties en constructies ;
het typebestek 901 : onderhouds-, verbouwings- en aanpassingswerken aan gebouwen en omliggende ;
het bestek 800 van 1967 en toelichtingsnota’s : voorlopige voorschriften voor het werk bij vriesweer ;
het algemeen reglement betreffende de elektrische installaties (AREI) ;
het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) ;
de CODEX op het welzijn bij het werk
de ééngemaakte technische specificaties (STS) ;
de NBN-normen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie ; zijn van toepassing : de gehomologeerde of geregistreerde Belgische normen ;
Europese norm : de norm die door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) of het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (CENELEC) als “Europese norm” (EN) of “Harmonisatiebescheid” (HD) is goedgekeurd volgens de gemeenschappelijke regels van deze organisaties of die is goedgekeurd door het Europees Normalisatie-Instituut voor de Telecommunicatie (ETSI) als een “Europese telecommunicatienorm (NET)” ;
de documenten van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum van de Bouwnijverheid (W.T.C.B.) ;
104 :
aanneming
van
bouwkundige
werken :
technische
2. de voorschriften van de nutsbedrijven (water, gas, elektriciteit, kabeldistributie en telefonie) en de plaatselijke voorschriften van de Brandweer ; Alle latere aanvullingen en/of wijzigingen op de bovenvermelde toepasselijke documenten zijn eveneens op deze opdracht van toepassing voor zover ze ten laatste van kracht waren op de datum van de bekendmaking van deze opdracht. Al deze documenten vullen elkaar aan en maken deel uit van de opdracht.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/6
9.
VOORSTELLING VAN DE OFFERTE
De offerte wordt in drievoud (één origineel en twee kopieën) opgesteld overeenkomstig het bijgevoegde inschrijvingsbiljet. Het origineel exemplaar draagt de vermelding "ORIGINEEL". Dit exemplaar zal gelden in geval van tegenspraak met de andere exemplaren. Ze wordt naar keuze in het Nederlands of het Frans opgesteld en is voorzien van alle documenten die in dit bestek worden opgevraagd.
10. VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE (art. 89 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij voor het opmaken van zijn offerte en het invullen van de samenvattende opmetingsstaat, gebruik moet maken van het bij het bestek behorende formulier. De offerte of samenvattende opmetingsstaat die op een ander document is gemaakt, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die op ieder van deze documenten moet verklaren dat het document conform met bij het bestek behorende model is. Indien de offerte ingediend wordt door een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht door verschillende natuurlijke of rechtspersonen, moet ze ondertekend zijn door elk van deze personen die verplicht zijn zich hoofdelijk te verbinden en in hun midden een persoon aan te wijzen die belast wordt met de vertegenwoordiging van de vereniging bij de aanbestedende overheid.
11. INHOUD VAN DE OFFERTE (art. 90 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) A) De offerte moet absoluut volgende gegevens bevatten : 1. De identificatie van de inschrijver : Te vermelden inlichtingen op het inschrijvingsbiljet : handelsnaam, rechtsvorm van de vennootschap, nationaliteit, maatschappelijke zetel, ondernemings-, het BTW- en RSZ-nummer, identificatie van de vertegenwoordiger, nummer en benaming van de rekening waarop de betalingen moeten worden uitgevoerd, oorsprong van de te leveren producten. 2. De geldigheidsduur van de offerte (zie artikel 15 van dit bestek). 3. De prijs, in EUR (zie artikel 16). 4. De verbintenissen die zijn vervat in het inschrijvingsbiljet.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/7
B) Bij de offerte moeten volgende documenten zijn gevoegd : 1. Het inschrijvingsbiljet en de samenvattende opmetingsstaat. 2. Al de stukken die vereist zijn in de algemene aannemingsvoorwaarden, het bestek en de samenvattende opmetingsstaat. 3. Al de stukken die vereist zijn voor het onderzoek van de selectiecriteria (artikels 21 tot 24 van dit bestek) en de toestand inzake de sociale wetgeving (artikel 27). 4. Al de stukken die vereist zijn voor het onderzoek van de gunningscriteria (artikel 29 van dit bestek). 5. Verklaring met bijhordende meetstaat met betrekking tot veiligheidscoördinatie.
12. DRAAGWIJDTE VAN DE OFFERTE Door het indienen van een offerte erkent de leverancier dat :
hij de clausules van dit bestek naleeft ;
hij afziet van zijn algemene en bijzondere verkoopsvoorwaarden, zelfs indien deze op de ene of de andere manier in de offerte voorkomen ;
zijn voorstellen te beschouwen zijn als verbintenissen van zijn kant en dat de inhoud van zijn offerte integraal deel uitmaakt van de overeenkomst die hem, als opdrachtnemer, met de aanbestedende overheid verbindt. Hetzelfde geldt voor de preciseringen die het geeft op eventuele vragen tot verduidelijking ;
hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals bepaald in 1° tot en met 7° van artikel 17 van het KB van 8 januari 1996 (zie hiervoor artikel 22 van het bestek).
13. INDIENING VAN DE INSCHRIJVINGEN (art. 104 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) De inschrijvingen worden gestoken in een definitief gesloten omslag waarop is vermeld : Voorwerp van de opdracht : Vervangen van lift – gebouw Waterloolaan. Bestek nummer : 2012/515/CCH/TW/A. Datum van opening van de inschrijvingen : 1 juni 2012 om 14 uur. Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, wordt die gesloten omslag in een tweede omslag geschoven met de vermelding “inschrijving” Bestek 2012/515/CCH/TW/A en geadresseerd aan : RSVZ t.a.v. de heer Patrick AMEEUW adviseur Jan Jacobsplein 6 1000 BRUSSEL
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/8
In geval van indiening per drager zal de offerte overhandigd worden aan de heer Patrick AMEEUW, of neergelegd worden in zijn bureau (W/1-8) op de 1ste verdieping van het gebouw te Waterloolaan 77 te 1000 BRUSSEL. In dat geval geldt het ontvangstbewijs door hemzelf gedateerd en ondertekend of van een ambtenaar van de aanbestedende overheid door hem aangeduid, als rechtsgeldig. De uiterste datum van de ontvangst van de inschrijvingen wordt op 1 juni 2012 om 14 uur bepaald.
14. OPENING VAN DE INSCHRIJVINGEN (art. 106 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) De Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde zal overgaan tot de opening van de inschrijvingen op 1 juni 2012 om 14 uur in de vergaderzaal op de 1ste verdieping van de Waterloolaan 77 te 1000 BRUSSEL. Er zal geen afkondiging van de prijzen zijn.
15. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OFFERTE (art. 116 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) In afwijking van voornoemd artikel 116 blijft de inschrijver door zijn inschrijving gebonden gedurende een termijn van 90 kalenderdagen, ingaande de dag na de opening van de offertes.
16. PRIJSBEPALING (art. 86 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 en art. 24 en 25 van de algemene aannemingsvoorwaarden) De prijzen, in EUR, worden vastgesteld volgens de gemengde opdracht. Ze moeten voluit in letters vermeld worden.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/9
17. PRIJSHERZIENING (art. 13 van de algemene aannemingsvoorwaarden) PRIJSHERZIENING WERKEN Volgens standaardbestek van 2004 betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie, is de volgende prijsherziening van toepassing
Waarbij de parameters als volgt zijn vastgesteld; a
= 0,40
b1 = 0,12 b2 = 0,28 c
= 0,20
isti = waarde bij de herziening van de prijzen ISTI = initiële waarde PRIJSHERZIENING ONDERHOUD De jaarlijkse vergoeding zal in functie van de evolutie van het standaard uurloon in de metaalverwerkende nijverheid, vermeerderd met de sociale lasten en verzekeringen, schommelen volgens de formule P = P0 (0,80 S/S0 + 0,20). Het beginuurloon (S0) is deze van de maand september voorafgaand aan de aanvangsdatum van de onderhoudsovereenkomst die aanvangt onmiddellijk na de waarborgperiode.
18. –
19. –
20. AANMERKINGEN VAN DE INSCHRIJVER Indien de inschrijver in het bestek of in de aanvullende documenten van de opdracht vergissingen of leemten vaststelt, wordt hij verzocht deze bij zijn inschrijving mee te delen met de vermelding “Aanmerkingen van de inschrijver”.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/10
21. SELECTIECRITERIA (art. 16 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) Enkel de inschrijvingen die niet worden uitgesloten en die aan de financiële, economische en technische minimumeisen voldoen, komen in aanmerking voor verder onderzoek van de offertes.
22. SELECTIECRITERIA : REDENEN VOOR EEN UITSLUITING (art. 17 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) Kan van de deelneming aan de opdracht uitgesloten, elke inschrijver die zich bevindt in een van de gevallen vermeld onder de punten 1° tot 7° van voornoemd artikel.
Impliciete verklaring op erewoord Door eenvoudig deel te nemen aan de onderhavige overheidsopdracht verklaart de kandidaat/inschrijver zich niet in één van de uitsluitingsgevallen te bevinden die onder de punten 1° tot en met 7° van artikel 17 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 staan vermeld. De juistheid van de impliciete verklaring op erewoord zal worden onderzocht door de aanbestedende overheid in hoofde van de inschrijver wiens offerte het beste gerangschikt is. Daartoe zal zij de betrokken inschrijver via de snelste middelen, en binnen de termijn die de aanbestedende overheid aanduidt, verzoeken de inlichtingen of documenten af te leveren die toelaten zijn persoonlijke toestand na te gaan. Deze inlichtingen of documenten zullen door de aanbestedende overheid zelf worden opgevraagd indien deze kosteloos en via elektronische middelen bij de gegevensbeheerder kunnen worden bekomen.
23. SELECTIECRITERIA : FINANCIELE EN ECONOMISCHE DRAAGKRACHT (art. 18 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) Onverminderd de bepalingen betreffende de erkenning van aannemers van werken, kan de financiële en economische draagkracht van de aannemer, over het algemeen, aangetoond worden door één of meer van de volgende referenties : 1° door passende bankverklaringen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/11
24. SELECTIECRITERIA : TECHNISCHE BEKWAAMHEID (art. 19 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) Teneinde de technische bekwaamheid van de inschrijver na te gaan, moeten de volgende inlichtingen worden bijgevoegd.
Hoofdaannemer – Installateur lift
een kopie van het getuigschrift van registratie ;
een kopie van de inschrijving op de lijst van erkende aannemers met categorie, ondercategorie en klasse ;
Onderaannemer(s)
een kopie van het getuigschrift van registratie ;
25. ERKENNING Ondercategorie N1 Klasse 2 is vereist.
26. REGISTRATIE De voor deze opdracht vereiste registratiecategorie is 25.
27. SOCIALE WETGEVING De inschrijver moet tevens aan alle verplichtingen voldoen, die voortvloeien uit de wetgeving betreffende het sociaal statuut der zelfstandigen (in het kader van een vennootschap geldt dit eveneens voor de mandatarissen en de vennoten).
28. ONDERAANNEMING (art. aannemingsvoorwaarden)
10
van
de
algemene
De aannemer dient het bewijs voor te leggen dat, als hij een deel van zijn opdracht aan een onderaannemer toevertrouwt, deze voldoet aan de wetgeving houdende regeling van de registratie en de erkenning van aannemers, in verhouding tot het deel van de opdracht dat hij zal uitvoeren. De aandacht van de inschrijver wordt gevestigd op het feit dat artikel 17, 5° van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, dat de sociale zekerheid der arbeiders betreft, ook van toepassing is op de onderaannemer.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/12
Bovendien moet de onderaannemer aan alle verplichtingen voldoen, die voortvloeien uit de wetgeving betreffende het sociaal statuut der zelfstandigen (in het kader van een vennootschap geldt dit eveneens voor de mandatarissen en de vennoten). Zolang de gevraagde bewijzen niet zijn voorgelegd, mag de onderaannemer niet deelnemen aan de opdracht. Elke inbreuk op die verplichtingen zal beschouwd worden als een tekortkoming van de aannemer aan de bepalingen van zijn contract. De aanbestedende overheid kan zonder ingebrekestelling de onmiddellijke stopzetting bevelen van elk werk dat door een niet erkende onderaannemer wordt uitgevoerd, en in dat geval draagt de aannemer al de gevolgen van de schorsing. De aannemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden.
29. GUNNINGSCRITERIA (art. 115 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996) De criteria die in aanmerking worden genomen voor de gunning van de opdracht, worden onderzocht volgens onderstaande criteria :
De prijs (werken + onderhoud)
40 punten
De berekening van de toegekende punten voor de prijs zal gebeuren voor elke inschrijver procentueel in functie van zijn inschrijvingen en dit volgens onderstaande formule : P = % - (INS – L) : R R=L:% P = toegewezen punten R = referentiecijfer L = laagste offerte % = verdeelsleutel (in het huidig geval is de verdeelsleutel 50) INS = bedrag van de offerte van de inschrijver
De technische waarde van het voorgestelde materiaal
40 punten
De inschrijver zal alle gegevens en documentatie toevoegen die de ontwerper moet toelaten de technische waarde van de aangeboden lift te beoordelen. De inschrijver zal opgeven
Motortype en vermogen
Aanloop en normaalstroom
Aantal toegelaten verplaatsingen per uur, zonder overbelasting of verhitting van de motor.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/13
De nuttige last van de lift
Aantal personen
De nominale snelheid in m/sec
De stopnauwkeurigheid
De kooi- en deurafmetingen
De liftoppervlakte
De esthetische waarde van het voorgestelde materiaal
10 punten
De inschrijver zal alle gegevens en documentatie toevoegen die de ontwerper moet toelaten de esthetische waarde van de aangeboden lift te beoordelen. Het moet voor de ontwerpers mogelijk zijn door middel van uitvoerige documentatie, plannen of schetsen een duidelijk beeld te vormen en kennis te hebben van de aangewende materialen voor;
Vloer
Wanden
plafond
Bedieningspaneel
Handgrepen
Onderhoud
10 punten
De inschrijver omschrijft de modaliteiten voor het onderhoud volgens de aanbevelingen van Fabrimetal die in vier onderhoudsbeurten per jaar voorzien. Moeten inbegrepen zijn : uurlonen, verplaatsingskosten en kleine vervangstukken tot een waarde van € 50 exclusief BTW. De modaliteiten worden beoordeeld op de resultaatsverbintenissen.
30. BORGTOCHTSTELLING (art. 5 en volgende van de algemene aannemingsvoorwaarden) De borgtochtstelling bedraagt 5 % van de prijs van de opdracht bij de gunning ervan (werken + onderhoud).
31. OPLEVERING (art. 43 en aannemingsvoorwaarden)
volgende
van
de
algemene
In afwijking van voornoemd artikel, worden de termijnen van de voorlopige oplevering van vijftien op dertig kalenderdagen gebracht. Enkel de leidend ambtenaar – of zijn afgevaardigde – is bevoegd om het proces-verbaal van oplevering op te maken.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/14
32. UITVOERINGSTERMIJN (inzonderheid art. 28 van de algemene aannemingsvoorwaarden) In toepassing van voornoemd artikel is de aanvangsdatum voor vermelde opdracht vastgesteld tussen de vijftiende en vijfentwintigste kalenderdag volgend op de dag van de gunning van de opdracht (bestelbondatum). De uitvoeringstermijn bedraagt maximaal 50 kalenderdagen.
33. GEBREKKIGE UITVOERING EN MIDDELEN VAN OPTREDEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID (art. 16, 20, 48 van de algemene aannemingsvoorwaarden) Zoals voorzien in voornoemde artikelen.
34. BETALING (art. 15 van de algemene aannemingsvoorwaarden) Zowel voor de betalingen in mindering als voor de betaling van het saldo (na voorlopige ooplevering) of van de enige betaling van de aannemingssom, is de aannemer verplicht een gedagtekende en ondertekende schuldvordering over te leggen die steunt op een gedetailleerde cumultatieve staat van de opdracht, welke zijn inziens, de gevraagde betalingen rechtvaardigen. In tegenstelling tot sommige bepalingen van voornoemde artikel mag de factuur, met hetzelfde bedrag als de schuldvordering, terzelfdertijd met deze schuldvordering worden ingediend, voor opdrachten waarvan de totale aannemingssom lager is dan 14.876,61 EUR zonder belastingen op de toegevoegde waarde. Voor al de bijwerken zullen afzonderlijke schuldvorderingen en cumulatieve staten opgesteld worden voor de periode van uitvoering gelijklopend met de vorderingsstaten van de oorspronkelijke aanneming. Zowel de schuldvordering als de factuur worden in twee exemplaren opgemaakt ter attentie van : RSVZ Dienst Logistiek (voor de schuldvordering) Dienst Financiën (voor de facturen) Jan Jacobsplein 6 1000 BRUSSEL Bovendien moet elke factuur voor echt verklaard worden, met opgave van het bedrag in letters en ondertekend worden ofwel de vrijstelling van de echtverklaring vermelden. De schuldvorderingen en facturen worden opgemaakt in EUR. De betalingstermijnen bedragen 50 dagen
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/15
35. HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID Met toepassing van artikel 30 bis van de wet van 27 juni 1969 moet de opdrachtnemer, wiens activiteit overeenstemt met de bepalingen van voornoemd artikel, bij het afsluiten van de overeenkomst en bij elke betaling betreffende deze opdracht, aan de aanbestedende overheid het bewijs leveren dat hij geregistreerd is. Bovendien moet de opdrachtnemer, in de gevallen bepaald door dit artikel, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de vereiste inlichtingen meedelen over de werkzaamheden die het voorwerp zijn van deze opdracht.
36. OVERMACHT Als geval van overmacht worden enkel die feiten beschouwd die als dusdanig door de wet of de rechtspraak worden erkend.
37. –
38. NAZICHT VAN DE PRIJZEN (art. 88 van het K.B. van 8 januari 1996) Op verzoek van de aanbestedende overheid, moeten de inschrijvers, vóór het gunnen van de opdracht, alle nodige inlichtingen bijvoegen om het onderzoek van de prijzen mogelijk te maken.
39. VERZEKERINGEN (art. aannemingsvoorwaarden)
38
van
de
algemene
Zoals voorzien in voornoemd artikel.
40. PLAATSBEZOEK Teneinde zijn offerte met kennis van zaken te kunnen opmaken, is het wenselijk dat de inschrijvers zich ter plaatse begeven en zich vergewissen van de omstandigheden waarin de prestaties dienen te worden uitgevoerd. Ze krijgen hiervan een bewijs hetgeen bij de offerte dient gevoegd te worden.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 1/16
DEEL 2 TECHNISCHE BEPALINGEN
INHOUDSOPGAVE 76.
ELEKTROMECHANICA / LIFTEN ........................................................................... 2
76.00.
elektromechanica / liften - algemeen ....................................................................... 2
76.01.
algemeen - grenzen van de aanneming |PM|........................................................... 7
76.02.
algemeen - controle op afmetingen |PM| ................................................................. 7
76.03.
algemeen - documentatie & studie |PM|................................................................... 7
76.04.
algemeen - werfinstallatie & organisatie |PM| .......................................................... 8
76.05.
algemeen - onderhoud tijdens waarborgperiode |PM|.............................................. 9
76.10.
Afbraak bestaande personenlift ............................................................................. 10
76.11.
bestaande installaties - afbraak |FH|SOG .............................................................. 10
76.30.
elektrische liften - algemeen .................................................................................. 13
76.31.
elektrische liften - met machinekamer |FH|st.......................................................... 13
76.40.
kooiuitrusting - algemeen ....................................................................................... 15
76.41.
kooiuitrusting - personenlift |PM| ............................................................................ 15
76.50.
deuren & fronten - algemeen ................................................................................. 16
76.51.
deuren & fronten - personenlift |PM| ...................................................................... 17
76.60.
bedienings- & signalisatiepanelen - algemeen ....................................................... 17
76.61.
bedienings- & signalisatiepanelen - personenlift |PM| ............................................ 18
76.90.
onderhoudsovereenkomst - algemeen................................................................... 20
76.91.
voorstel onderhoudsmodaliteiten - personenlift |FH|/J ........................................... 20
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/1
76.
ELEKTROMECHANICA / LIFTEN
76.00. elektromechanica / liften - algemeen Omschrijving De post “elektromechanica - liften” omvat alle elementen, werken en leveringen, conform de geldende reglementeringen en de hiernavolgende bepalingen en kenmerken, voor het realiseren van de in het bijzonder bestek omschreven liftinstallaties. Het in bedrijfstellen, de wettelijk vereiste keuringen, het onderhoud en de waarborg gedurende 12 maanden zijn inbegrepen in de aanneming. In overeenstemming met de algemene en/of specifieke bepalingen van het bijzonder bestek, dienen de onder deze post begrepen eenheidsprijzen, hetzij in hun totaliteit, hetzij volgens uitsplitsing in de samenvattende opmeting, te omvatten :
het leveren en plaatsen van alle uitrustingen van de liftschacht en de machinekamer zoals toegangsluiken, schachtladders, schachtdeuren en -fronten (bordesdeuren), verluchtingsroosters, veiligheidsen schachtverlichting, bedieningsen veiligheidsschakelaars, contactdozen, stroomonderbrekers, liftbesturingen en beheerssysteem, aanloopstroombeperker, signaal "buitendienst", vergrendeling kooideur, TV- en radio-ontstoring, reserveonderdelen, e.d..
het leveren en monteren van de lift met alle toebehoren; het leveren en plaatsen van de kooiuitrusting, inclusief de bekabeling, noodverlichting, communicatieaansluiting, aansluiting van technische alarmen, e.d.. het leveren en plaatsen van bedieningspanelen, opschriften en informatiepanelen buiten de liftkooi;
alle noodzakelijk elektriciteitswerken;
het leveren en plaatsen van de vereiste geluidsisolatie en brandwerende isolatie;
het dichten van de wachtopeningen en volledig herstellen van alle beschadigingen veroorzaakt tijdens de werken;
het wegvoeren van alle afval en puinstof voortkomend uit de werken en het opkuisen van de werkomgeving;
het schilderwerk en definitieve afwerking van de installaties;
het periodiek wettelijk onderhoud en het depanneren van de installaties gedurende de waarborgperiode, het opleiden van het Bestuur of afgevaardigden voor de werken van klein onderhoud en het verlossen van opgesloten personen.
REFERENTIENORMEN NBN EN 81-1 - Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en het aanbrengen van personenliften - Deel 1: Elektrische personenliften (1998) NBN EN 81-2 - Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en het aanbrengen van personenliften - Deel 2: Hydraulische personenliften (1998) NBN EN 81-28 - Veiligheidsregels voor het vervaardigen en het aanbrengen van liften - Liften voor het vervoer van personen en goederen - Deel 28: Afstandsalarm voor personen- en personen-goederenliften (2003) NBN EN 81-58 - Veiligheidsregels voor het vervaardigen en het aanbrengen van liften - Onderzoek en beproevingen - Deel 58 :
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/2
Beproeving van brandwerendheid van schachtdeuren (2003) NBN EN 81-70 - Veiligheidsregels voor het vervaardigen en het aanbrengen van liften - Deel 70 : Bijzondere toepassingen voor personenliften en goederenliften - Toegankelijkheid van liften voor personen inclusief personen met een handicap (2003) NBN EN 81-72 - Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van liften - Bijzondere toepassingen voor personenliften en personen-goederenliften - Deel 72: Brandweerliften (2003) NBN EN 81-80 - Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van liften - Bestaande liften - Deel 80 : Regels voor de verhoging van veiligheid van bestaande personen- en personen-goederenliften (2004) NBN EN 1366-5 - Beproeving van de brandwerendheid van installaties in gebouwen - Deel 5: Dienstleidingen en schachten (2003) NBN EN 13015 - Onderhoud van liften en roltrappen - Regels voor onderhoudsinstructies (2001) KB van 19 december 1997 inzake de basisnormen brand en aanvullingen KB van 10 augustus 1998 - KB tot uitvoering van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende liften KB van 9 mei 1977 in uitvoering van de wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek (1977) NBN ISO/TR 9527 Bouwwezen - Eisen voor gehandicapten in gebouwen - Ontwerprichtlijnen KB van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften (2003) KB van 4 april 2003 - KB tot wijziging van het KB van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen De specifieke eisen gesteld in het A.R.E.I., Eisen van de brandweer, Lokale Voorschriften Trillingsarme opstelling en geluidsarme werking volgens NBN S 01-400
Materialen & Uitvoering ALGEMEEN De liftinstallateur dient gecertificeerd te zijn zoals bepaald in het KB van 9 maart 2003.
SCHACHTUITRUSTING
Alle stalen gedeeltes (kooigeleiders, ...) geplaatst in de schacht, zijn bij aankomst op de werf roestwerend behandeld. De beschadigde gedeeltes van de roestwerende behandeling dienen grondig ontroest en bijgewerkt te worden.
Schachtverlichting met minimum verlichtingssterkte 50 lux. Bediening vanuit machinekamer, kooidak en schachtput door middel van drukschakelaar met verlichte drukknop. De afstand tussen de lichtpunten van de schachtverlichting bedraagt maximaal 5m. Toesteltype : waterdichte FL -verlichtingsarmatuur, beschermingsgraad IP54.
Tweepolige wandcontactdoos 230 V / 16A, beschermingsgraad IP54 te voorzien in de schachtput.
Een lasthaak voor een last van minstens 1.000 kg is te voorzien bovenaan de schacht.
De schachtput is voorzien van een vaste ladder in geanodiseerde aluminium / .... Deze ladder mag niet in de baan van bewegende delen van de lift komen.
De liftschacht is voorzien van een regendichte, insectenwerende verluchtingsopening, met afmetingen tenminste gelijk aan 1% van de horizontale schachtdoorsnede.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/3
MACHINEKAMER
Verhoogde delen zijn bereikbaar via een vaste ladder in geanodiseerde aluminium.
Aan de toegang van de machinekamer van de personenlift wordt door de liftconstructeur een beglaasd kastje met sleutel van de machinekamer voorzien.
De machinekamer is voorzien van een regendichte, insectenwerende verluchtingsopening. De omgevingstemperatuur zal begrepen zijn tussen + 5°C en +40°C, vorstbeveiliging door middel van een elektrische convector.
Verlichting d.m.v. armaturen identiek als deze voor de schachtverlichting.
De machinekamer is voorzien van een automatische poederblusser.
De nodige opschriften zoals "Verboden toegang voor onbevoegden", ... worden door de liftaannemer nabij de machinekamer of op de toegangsdeur aangebracht.
LIFTMOTOR
De liftmotor is voorzien van een remsysteem, met geluidsarme werking. De draagpunten zijn stevig gebouwd en de remschoenen zijn regelbaar. Wanneer de rem bediend wordt door een servomotor, dienen de nodige voorzorgen genomen om bij het invallen van de rem, de doorgang van het mechanisme voorbij zijn ruststand, te voorkomen. De rem werkt bij iedere stroomonderbreking. Een mechanische remopener is te voorzien. De mechanische rem wordt alleen gebruikt om de kooi op de stopplaats te blokkeren.
Het chassis wordt geïsoleerd opgesteld door middel van trillingsdempers.
KOOICONSTRUCTIE (KOOI, OPHANGRAAM EN TEGENGEWICHT)
De definitieve uitvoeringswijze in constructie is ter goedkeuring voor te leggen aan het Bestuur.
De kooi is van verzorgde en stevige constructie in blank staal van minstens 2 mm dikte met versterkte kooipanelen. De platen van het dak en de vloer zijn minstens 3 mm dik en zijn eventueel verstijfd door middel van profielen.
De kooiconstructie zal zo uitgevoerd worden dat de aangegeven belasting zonder schade of wezenlijke vervorming van de kooi kan gebeuren en dat onder de zwaarste bedrijfsvoorwaarden.
De panelen van de wanden, dak en vloer zijn individueel uitneembaar en hebben verborgen bevestigingen.
ELEKTRISCHE UITRUSTING
Voor de lift wordt een afzonderlijke stroombaan voorzien naar de machinekamer en een afzonderlijk schakelbord dat aangesloten is op de gemeenschappelijke meter voor drijfkracht. De aanloopstroom zal binnen de reglementaire grenzen worden gehouden. De doorsnede zal berekend worden met een maximum spanningsval van 2,5 %. De
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/4
nodige inlichtingen, over het werk dat de installateur elektriciteit dient uit te voeren, zullen ingewonnen worden bij de constructeur van de lift.
Nabij de hoofdschakelaar van de lift moet voor elke kooi een schakelaar zijn aangebracht waarmee de voeding van de verlichting en de wandcontactdozen van de kooi kan uitgeschakeld worden.
Nabij de toegang van de machinekamer moet een schakelaar staan, die alle verlichting en wandcontactdozen van de schacht en de schachtput uitschakelt. Deze kringen worden afzonderlijk beveiligd. De voeding van de verlichting van de kooi, schacht en machinekamer wordt voor de hoofdschakelaar afgetakt en voorzien van een afzonderlijk bord.
APPARATUURKAST
De volledige apparatuurkast van de bedienings- en stuurinrichting, gemonteerd in een metalen kast, wordt opgesteld in de machinekamer en is gemakkelijk bereikbaar.
Een schakelaar voor het onderhoudspersoneel bedient de signalisatie "Buiten dienst" en onderbreekt de kring van de bordes- en kooiknoppen.
ALARMINRICHTING
De alarmdrukknop in de kooi dient verbonden met een schel of sirene op het dak van de kooi.
De overbelasting van de kooi verhindert elke beweging van de lift en wordt in de kooi aangegeven door middel van een seinlicht en een zoemer.
Elke kooi wordt voorzien van een automatische doorkiezer bediend door middel van een geïntegreerd communicatietoestel met één drukknop en microfoon en luidspreker. Dit systeem laat toe, zonder om het even welk ander nummer tot stand te brengen, in contact te komen met een externe nooddienst.
De aansluiting aan het telecommunicatienet is niet begrepen in de opdracht. De nodige leidingen tussen communicatietoestel en machinekamer wel.
Volgende werking dient te worden gegarandeerd :
Na het indrukken van een alarmknop, zal het toestel na drie seconden een eerste voorgeprogrammeerd nummer automatisch lezen. Bij bezettoon of niet beantwoorden van deze oproep zal het toestel na een instelbare tijd minstens twee volgende nummers vormen. Het toestel zal automatisch, weer na een instelbare tijd, uitschakelen. Met deze afschakeling blijft het toestel altijd bediend en/of bereikbaar. Bij oproep naar het toestel zal deze na twee akoestische signalen automatisch de verbinding tot stand brengen. Het toestel zal in beide gevallen het gesprek controleren en bij het einde van het gesprek de verbinding automatisch verbreken.
Het communicatietoestel laat toe dat beide gesprekspartners gelijktijdig kunnen spreken en luisteren en dit in de beide richtingen. Het toestel is aansluitbaar op zowel een gebouwencontrolesysteem als volledig onafhankelijk op het telecommunicatienet. De oproepnummers kunnen voorafgaandelijk of ter plaatse geprogrammeerd worden. Het codeklavier is echter enkel toegankelijk door de technisch verantwoordelijken van het gebouw.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/5
Keuring VOORAFGAANDELIJKE KEURINGEN De lift zal in al zijn onderdelen onderworpen worden aan de voorafgaandelijke technische keuringen in de werkhuizen van de fabrikant. Geen enkel apparaat, elektrische schakelinrichting, kooi, e.d. zal op de werf verwerkt worden zonder voorafgaandelijke keuring of akkoord van de werfdirectie. De keuringen zullen gebeuren conform het KB van 09-03-2003. De liftinstallatie draagt een CE-label.
KEURINGEN OP DE WERF De aannemer is gehouden zijn werken te onderwerpen aan het nazicht door een EDTC (erkende dienst voor technische controle) aanvaard door de opdrachtgever waarvan het keuringsverslag dient overgemaakt. Dit nazicht behelst ondermeer :
de overeenstemming met de vigerende normen;
de overeenstemming met het KB van 09 maart 2003 en het A.R.E.I.
Het niet voorleggen van een aanvaardingsattest, zonder opmerkingen, geleverd door het keuringsorganisme, geeft aanleiding tot het niet toestaan van de voorlopige oplevering. Opmerking: Het hiervoor vermeld nazicht is onafhankelijk van het nazicht, uitgevoerd door het Bestuur. Deze keuringen zijn ten laste van de installateur.
KEURINGEN TIJDENS DE WAARBORGPERIODE Tijdens de waarborgperiode zal de keuring 3 maandelijks gebeuren ten laste van de inschrijver.
OPLEVERING De aannemer nodigt het Bestuur uit op de voorlopige en definitieve oplevering en dit ongeveer één maand voor het werkelijke einde van de werken. Van dan af is de aannemer in staat zijn installatie te laten onderzoeken. De kosten van deze controle en alle verdere controlekosten zijn ten laste van de aannemer. Na volledige beëindiging van de werken en na aflevering van een keuringsattest zonder opmerkingen wordt de lift aan een nieuw onderzoek door ontwerper en bouwheer onderworpen en wordt er een proces-verbaal van definitieve oplevering opgemaakt. De tienjarige aansprakelijkheid neemt een aanvang bij de definitieve aanvaarding, dewelke één jaar na de voorlopige aanvaarding plaats heeft.
AS-BUILT DOSSIER Overeenkomstig de bepalingen van M.B. 10.08.1977 - Artikel 43 1 zal de aannemer bij de voorlopige aanvaarding het as-built dossier in drie exemplaren overhandigen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/6
76.01. algemeen - grenzen van de aanneming
|PM|
Algemeen
De inschrijver / installateur wordt verondersteld alle afmetingen ruwbouw vooraf op de plannen (en nadien ter plaatse op de werf) te controleren, zowel m.b.t. de voorziene schachtafmetingen, als beschikbare ruimte voor machinekamer, liftputten, e.d.. Bij gebeurlijke ontoereikendheden en/of vastgestelde afwijkingen, die een perfecte montage en/of afwerking in het gedrang kunnen brengen, zal hij deze als opmerking bij zijn inschrijving voegen. Zo naderhand toch wijzigingen zouden worden opgelegd tijdens de uitvoering van de ruwbouw, zijn deze volledig ter zijner laste.
Onderstaande werken maken in principe geen deel uit van de opdracht:
de bouwkundige werken;
de aanvoer van de stroom tot in de machinekamer of aangeduide plaats in de liftschacht;
de verlichting van de machinekamer en de bordessen;
het voorzien van een vaste toegangsdeur tot de machinekamer met inbegrip van een reglementair afsluitbare toegangsdeur of luik met vereiste brandweerstand;
76.02. algemeen - controle op afmetingen
|PM|
Algemeen
De door de ontwerper opgemaakte uitvoeringsplannen worden door de aannemer van de liftwerken nagezien en aangevuld met de nodige correcties of specificaties, met betrekking tot de verdiepingshoogtes, maatvoeringen van de liftschacht, de liftput en de machinekamer. De aannemer zal alle gegevens ter plaatse controleren en zijn aanmerkingen schriftelijk overmaken aan de ontwerper.
Ingeval van een afzonderlijke aanbesteding of bij renovatiewerken is de inschrijver verplicht, om voor het opmaken van zijn bieding, ter plaatse de installatie grondig te onderzoeken. Hij kan zich later niet beroepen op onvoldoende kennis van de bestaande toestand.
Voor alle bijkomende inlichtingen zal men zich wenden tot de ontwerpers.
76.03. algemeen - documentatie & studie
|PM|
Algemeen
De aannemer bezorgt tijdig en vóór uitvoering :
Een volledige technische documentatie van al het materieel dat hij wenst aan te wenden.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/7
Stalen van de afwerking van kooien en van bordesdeuren en modellen van drukknoppen, signalisatie, bedieningspanelen, … en onderdelen m.b.t. vandalismewering.
Alle uitvoerings-, detailplannen en berekeningsnota's van de installaties. De definitieve installatieplannen worden opgemaakt volgens de maten die de constructeur ter plaatse en op zijn verantwoordelijkheid heeft opgenomen.
De ter goedkeuring voorgelegde documenten zullen ondertekend en gedagtekend zijn door een industrieel of burgerlijk ingenieur. De aannemer mag in geen geval werken uitvoeren voor de definitieve beoordeling van de desbetreffende documenten door het Bestuur. Zij behoudt het recht om het even welke levering of uitvoering te weigeren, waarvoor geen voorafgaandelijk akkoord werd gegeven.
Op de werf dient steeds een exemplaar van een volledig goedgekeurd stel plannen en technische documentatie ter beschikking te zijn.
In de machinekamer is een handleiding, waarin duidelijk de uit te voeren bedieningen ingeval van nood omschreven zijn, aanwezig. Deze handleiding is vergezeld van een attest, door de onderhoudsdienst ondertekend, dat dit personeel toelaat tussen te komen. De lijst van de personeelsleden, die gemachtigd zijn om tussen te komen en de handleiding met de onderrichtingen, die hen verstrekt werden, worden aan het Bestuur meegedeeld. Het Bestuur wordt onmiddellijk verwittigd van elke verandering die aan deze documenten aangebracht wordt.
76.04. algemeen - werfinstallatie & organisatie
|PM|
Algemeen
De liftinstallateur neemt op eigen risico en gevaar alle maatregelen opdat alle bevestigingen en doorboringen van betonwanden of muren volgens de regels van het vak zouden gebeuren. Gaten, doorgangen, sleuven, enz., die te verwezenlijken zijn in gewapend beton, metselwerk of eender welk ander materiaal, dienen mechanisch te worden geboord of gezaagd (uitsluitend met diamantboor of diamantschijf).
Voor het maken van grote openingen dient voorafgaandelijk een berekening in verband met de stabiliteit van het gebouw, uitgevoerd door een erkend studiebureau, voorgelegd te worden. In ieder geval mag de mechanische stabiliteit van de bouw niet in het gedrang gebracht worden.
Het is verboden openingen of boringen te maken in de keldervloer en in de buitenwanden van de ondergrondse verdiepingen.
Iedere schade aan de bouwconstructie, veroorzaakt door de inschrijver (of zijn personeel) zal door zijn zorgen en op zijn kosten hersteld worden.
HERSTELLINGSWERKEN
Deze werken omvatten ondermeer het dichten van gemaakte openingen met aangepaste mortel en het in oorspronkelijke toestand brengen van alle beschadigingen, aan schrijnwerken, aan smeed- en ijzerwerken, aan bekledingen, aan schilderwerken, e.a., ...
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/8
Deze werken dienen te worden uitgevoerd door bekwame werklieden en dit tot volledige voldoening van het Bestuur.
76.05. algemeen - onderhoud tijdens waarborgperiode
|PM|
Algemeen
De constructeur zal in een periode van 12 maanden (ingaande vanaf de voorlopige oplevering) de goede bouw, de nauwkeurige uitvoering en de volmaakte werking van zijn apparaten waarborgen. Gedurende deze periode zal hij op zijn kosten en binnen de kortst mogelijke tijd elk onvolmaakt stuk vervangen.
Het nazicht en onderhoud, van alle elektrische, hydraulische en mechanische onderdelen van de installatie, gebeurt minstens één maal per drie maand door bevoegd personeel, zodat de installatie in een onberispelijke staat van onderhoud gehouden wordt.
De waarborg omvat de levering van kleine wisselstukken zoals spoelen, relais, veiligheidscontacten, smeltveiligheden, lampen, drukknoppen, schroeven, lamellen en de nodige onderhoudsproducten en smeermiddelen. Het leveren van materiaal, het presteren van werkuren en de verplaatsingskosten tijdens deze periode zijn begrepen in de waarborg.
De herstellingswerken, met inbegrip van het vervangen van wisselstukken, dienen binnen de 8 dagen na de opvordering (eventueel mondeling) begonnen te worden en ononderbroken voortgezet. Het overmaken aan de onderhoudsdienst van de opmerkingen vermeld in de verslagen van het organisme, belast met het wettelijk toezicht geldt als opvordering; een mondelinge opvordering wordt schriftelijk bevestigd.
De lift wordt onderworpen aan een driemaandelijkse preventieve inspectie door een EDTC conform de bepalingen van het KB van 09-03-2003. In geval de gespecialiseerde onderhoudsfirma houder is van een ISO 9001 certificaat volstaan een jaarlijkse preventieve inspectie en een halfjaarlijkse inspectie.
De waarborg omvat tevens
de tussenkomst voor ontstoring van het toestel dient binnen de 2 uur na de schriftelijke of mondelinge opvordering te beginnen en ononderbroken voortgezet; in geval van hoogdringendheid geschiedt deze tussenkomst 24 uur op 24 uur, alle dagen van het jaar, met inbegrip van alle feestdagen.
tijdens het onderhoud wordt de aanwezigheid van de handleiding in de machinekamer gecontroleerd. Deze handleiding met onderrichtingen ingeval van nood is vergezeld van een attest, een lijst van de gemachtigde personeelsleden.
het vermelden in een liftboek van de aard, de tijdsduur, de datum en het uur van alle tussenkomsten (nazicht, onderhoud, herstelling, ontstoring); na elke tussenkomst wordt de opgetekende vermelding in het liftboek geparafeerd door de afgevaardigde van de gebruiker van de installatie.
het vooraf schriftelijk verwittigen van het Bestuur en de bewoners bij elke buitendienststelling om veiligheidsredenen, evenals van iedere wijziging aan de liftinstallatie, die voor de indienststelling de tussenkomst van het wettelijk toezichtorganisme vereist. Indien de omstandigheden een onmiddellijke buitendienststelling opleggen, zal de gebruiker hiervan onmiddellijk gewaarschuwd worden en vervolgens een schriftelijke bevestiging ontvangen. De verwittiging van
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/9
de buitendienststelling, geheel onderbrekingsduur vermelden.
of
gedeeltelijk,
zal
de
waarschijnlijke
Het aanbrengen op alle bordesdeuren van de nodige verwittigingplaten bij buitendienststelling.
Alle arbeidsprestaties voor zowel onderhoud als herstelling en ontstoring en dit zowel voor de prestaties gedurende als buiten de normale diensturen.
76.10. Afbraak bestaande personenlift 76.11. bestaande installaties - afbraak
|FH|SOG
Algemeen De AANNEMER SLOOPWERKEN geeft zich voor aanvang van de opdracht rekenschap van de staat en omvang van de afbraak- en stutwerken. Hij zal zich daartoe voorafgaandelijk van de plaatselijke omstandigheden vergewissen. Voor aanvang van de sloopwerken dient de AANNEMER SLOOPWERKEN het sloopplan ter goedkeuring voor te leggen aan de bouwdirectie. Dit sloopplan bevat minimaal; een gedetailleerde omschrijving van de uitvoeringswijze, de keuze van afbraakmethode, de risicoanalyse en bijhorende preventieve maatregelen en een opsomming van de arbeidsmiddelen en bouwplaatsinstallaties. Voorafgaand aan de opdracht zal de AANNEMER SLOOPWERKEN nagaan of er een asbestinventaris is opgesteld en of er zich geen schadelijke of asbesthoudende stoffen bevinden in de te slopen bouwelementen. Indien er een asbestinventaris opgesteld is, wordt deze door de OPDRACHTGEVER met kopij aan de Coördinator veiligheid en gezondheid overgemaakt aan de aannemer sloopwerken. Bij het ontbreken van een dergelijk asbestinventaris of wanneer het asbestinventaris niet specifiek werd opgesteld ter voorbereiding van de sloop- saneringswerken van de lift, zal de AANNEMER SLOOPWERKEN een aanvullende asbestinventaris opstellen via destructieve staalname. De aannemer zal alle bijkomende twijfelachtige bouwmaterialen door een erkend analysebureau vooraf laten analyseren. Het verwijderen van asbesthoudende materialen dient te gebeuren door een erkend asbestverwijderaar en conform de vigerende wetgevingen KB van 16/03/2006 en KB van 08/06/2007. Voorafgaand aan de opdracht zal de AANNEMER SLOOPWERKEN nagaan of alle nutsaansluitingen ontkoppeld werden en voldoende beveiligd. Tijdens de sloopwerken zal de AANNEMER SLOOPWERKEN alle voorzorgsmaatregelen treffen om geen enkele schade te veroorzaken aan het gebouw, door neervallende brokstukken, het opstellen van werktuigen, stellingen of welke handeling ook. Het uitvoeren van alle afbraak en stutwerken geschiedt onder volledige verantwoordelijkheid van de AANNEMER SLOOPWERKEN. Deze zal de afbraakwerken met de grootste voorzichtigheid uitvoeren. Bij de keuze van de afbraakmethode wordt voorrang verleend aan het gecontroleerd afbreken en vallen van afbraakmateriaal, boven het ongecontroleerd afbreken en vallen van afbraakmateriaal. Bij brand- en explosiegevaar wordt voorafgaand aan de opdracht door de COÖRDINATOR VEILIGHEID & GEZONDHEID een VUURVERGUNNING opgesteld. De werkzones voor de lift wordt met omheiningen afgebakend en de open liftschachten voorzien van een volledig gesloten collectieve valbeveiliging met aanduiding van een
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/10
toegangsverbod voor onbevoegden. De algemene richtlijnen in verband met de werfinrichting, inzonderheid het collectief afsluiten van de liftschacht, worden nauwkeurig uitgevoerd en opgevolgd. Tijdens de sloopwerken zal de AANNEMER SLOOPWERKEN de nodige maatregelen treffen om milieunadelige effecten zoals stof, puin en lawaaihinder tot een minimum te beperken.
Planning De aannemer zal minstens één maand voor de aanvang van de opdracht een werkplanning ter goedkeuring voorleggen aan het bouwdirectie. Het bestuur houdt zich het recht voor hieraan correcties aan te brengen, waarmee de aannemer zal rekening houden.
VOORZORGEN - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Het uitvoeren van alle afbraakwerken en beveiligingswerken geschieden onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer en voldoet aan de geldende reglementeringen van het A.R.A.B. De aannemer zal de afbraakwerken met de grootste voorzichtigheid uitvoeren, op zijn kosten, risico en gevaar. Alle schade door de afbraakwerken veroorzaakt aan het gebouw, moet door zijn toedoen hersteld of vergoed zijn vooraleer tot de voorlopige oplevering wordt overgegaan. Algemeen gelden de welzijnswet van 4/8/1996, met de algemene preventieprincipes, de meest recente voorschriften van het A.R.A.B. (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming), CODEX en publicaties van het NAVB (Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf - http://www.navb.be/), de reglementering op persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en arbeidsmiddelen (art 52 KB), overige bepalingen inzake welzijn van de werknemers bij uitvoering van hun werk (art 51 KB).
AFBRAAKMATERIALEN - AFVOER VAN LIFTONDERDELEN Alle afbraakmaterialen, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding in het bijzonder bestek, zijn na afbraak eigendom van de aannemer. Het is verboden de gangen en evacuatiewegen te belemmeren met de van de afbraak voortkomende materialen. Deze moeten naargelang van de vordering van de werken worden weggevoerd. De aannemer zorgt voor de afvoer van alle puin en afbraakmaterialen naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra, hij dient hiervoor de nodige bewijzen af te leveren aan het Bestuur. Onder geen beding zullen afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten worden.
Meting Overeenkomstig de specifieke aanduidingen in het bijzonder samenvattende opmeting wordt de meting als volgt opgevat :
bestek
en/of
de
aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH)
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/11
Uitvoering Het betreft het slopen en verwijderen van een personenlift met volgende technische kernmerken; Aard:
Personenlift
Merk:
kone
Type:
Electrisch
Bouwjaar:
Na 1958
Fabricagenummer:
B49/14391-01
Aantal toegangen:
13
Nominale last:
1.200 kg
Aantal personen:
16
Nominale snelheid:
1,25 m/s
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/12
76.30. elektrische liften - algemeen Meting Overeenkomstig de specifieke aanduidingen in het bijzonder samenvattende opmeting wordt de meting als volgt opgevat :
bestek
en/of
de
aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH)/stuk
76.31. elektrische liften - met machinekamer
|FH|st
Materiaal Specificaties
Algemeen :
Bestemming : personenlift voor transport van personen en goederen
Aantal liften : 1
Aandrijfsysteem : elektrisch
Snelheidsregeling : variabele frequentie
Nuttige last : 1.200 kg
Aantal personen : 16 personen
Aantal stopplaatsen : 13 stopplaatsen
Nominale snelheid : 1,6 m/sec
Totale hefhoogte : …± 40 m
Bestuurssysteem : registreerbesturing in dalende zin
Maximum aantal aanlopen/uur : 150
Stopnauwkeurigheid : ± 5 mm
Beschikbare spanning : 3 x 400 V
Aansluitvermogen : 20 A per lift
Inplanting machinekamer : boven en over de schacht in aparte technische ruimte
Schacht : (afmetingen te controleren door de installateur)
Schachtputdiepte : 1250 mm
Hoogte onder schachtplaat : 3250 mm (boven peil hoogste stopplaats)
Schachtafmetingen :
Breedte : 2160 mm
Diepte : 2350 mm
Schachtverlichting : minimum 50 lux
Kooi :
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/13
Aantal kooitoegangen : 1 – steeds aan dezelfde zijde
Kooiafmetingen : (binnenafmetingen) Breedte : 1680 mm
Diepte : 1740 mm
Hoogte : 2400 mm
Deuren :
Aantal schachtdeuren : 13
Type kooideur : automatisch, zijdelings openende schuifdeur
Type schachtdeur : automatisch, zijdelings openende schuifdeur
Vrije doorgang deuren :
Breedte : 1000 mm
Hoogte : 2100 mm
Bordesopeningen
Breedte : 1000 mm
Hoogte : 2100 mm
De opschriften dienen aangebracht en een gewichtsbegrenzer dient voorzien met aanduiding in de lift voor overbelasting.
Aanvullende specificaties
De personenlift is geschikt voor gehandicapten en heeft o.a. volgende voorzieningen :
handvat op 90 cm hoogte rondom;
oproepknoppen niet hoger dan 1,30 m;
aangepaste openings- en sluitingstijd van de deuren;
bedieningsbord in de kooi langs beide zijden aangebracht;
gevoelige randen.
Uitvoering Overeenkomstig artikel 76.00 elektromechanica / liften - algemeen, de vigerende normen en de voorschriften van de fabrikant.
Aanvullende uitvoeringsvoorschriften
Volgende werken maken geen deel uit van de opdracht :
de bouwkundige werken
de stroomaanvoer machinekamer schacht
verluchting machinekamer en liftschacht
verlichting machinekamer
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/14
verlichting bordessen
toegangsluik machinekamer
Toepassing Personenlift gebouw Waterloolaan.
76.40. kooiuitrusting - algemeen Materialen
De kooi is aan de buitenzijde geluiddempend gemaakt door middel van onbrandbare materie.
Alle gebruikte afwerkingsmaterialen dienen niet of middelmatig ontvlambaar te zijn. Attesten voor te leggen.
Kooideuren : zie artikel 76.50 deuren & fronten - algemeen.
Kooiwanden : de bekleding van iedere kooiwand is steeds verdeeld in meerdere panelen individueel vervangbaar. De bedieningspanelen en communicatietoestel zijn geïntegreerd in een wandpaneel.
Vloerafwerking : de kooivloer bestaat uit een stevig raamwerk van profielijzer waarop een gladde staalplaat is aangebracht.
De inwendige wanden van de kooien worden de ganse duur van de werken en dit tot aan de voorlopige aanvaarding van de werken, of eventueel op verzoek van het Bestuur tot na de voorlopige oplevering, voorzien van beschermingspanelen en volledig stofdichte folie.
De gehele afwerking van de kooi wordt ter goedkeuring aan het Bestuur voorgelegd.
76.41. kooiuitrusting - personenlift
|PM|
Materiaal Specificaties
Wanden : de afwerking bestaat uit volkern met een minimum dikte van 12mm
Vloer : de afwerking bestaat uit linoleum met een minimum dikte van 3,2 mm
Plinten : de kooi wordt voorzien van een plint met hoogte 12 cm uit geanodiseerde aluminiumplaat, dikte minimum 3 mm
Plafond : de bekleding bestaat uit gemoffelde staalplaat met te kiezen afwerking uit het standaardgamma van de fabrikant;
Verlichting : de verlichtingssterkte zal minstens 200 lux bedragen. De kooiverlichting dooft uit na 2 minuten. Onder deze verstaat men dat de verlichting werkt zodra een bordesoproep gegeven wordt of wanneer de kooideur wordt geopend.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/15
De verlichting van de kooi bestaat uit 2 plafondtoestellen met fluorescentielampen, type snelle ontsteking.
De verlichtingstoestellen worden aangebracht in het plafond van de kooi.
De noodverlichting van de kooi bestaat uit een ingebouwde noodverlichting van min. 100 lumen met autonome brandtijd min. 3 uur.
Aanvullende specificaties
Leuning : rondom, op 90 cm hoogte in roestvrij staal.
76.50. deuren & fronten - algemeen Materialen De bordesdeuren (en kooideuren) bestaan standaard uit telescopisch schuifdeuren, met automatische opening en sluiting. Zij zijn opgehangen aan een metalen rail met kogelgelagerde looprollen. Aan de onderzijde wordt het deurblad geleid via een kunststofschoen in een ingewerkte rail.
Kooivoorwand & kooideur vormen één geheel, het geheel moet zeer stijf en onvervormbaar zijn. De samenstelling van de deuren is esthetisch verzorgd en wordt geluiddempend gemaakt met een duurzame stof. Het gebruik van hout of kunststof bij de constructie van de deuren is niet toegelaten. De plaatdikte van de deur bedraagt minimum 1,5 mm, deze van de omlijsting en bordesvoorwand minimum 2 mm. De platen zijn volledig vlak en gesloten.
De brandweerstand van de deuren bedraagt minimum Rf 30’.
De deuraandrijving is voorzien van een doeltreffend snelheidsregelsysteem, waardoor een geruisloze en schokvrije deurbeweging verzekerd wordt. De schachtdeuren openen en sluiten gelijktijdig met de kooideur. De openings- en sluitingstijd, alsook de wachttijd met geopende deuren moeten regelbaar zijn. De automatisch openende schuifdeuren met hoog rendement worden daartoe aangedreven door een elektromechanische operator met veranderlijke snelheid :
de minimum instelbare openingstijd bedraagt 1,5 seconde;
de minimum realiseerbare sluitingstijd bedraagt 2,5 seconde;
Vergrendeling van de deuren is mogelijk d.m.v. een sleutelcontact.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Iedere mogelijkheid tot tussenklemmen of kwetsen van personen moet uitgesloten zijn. Bij weerstand van de panelen heropenen de deuren automatisch. De deuren zijn daartoe voorzien van een fotocel, gevoelige veiligheidsrand en/of gelijkwaardig. De kooideur wordt mechanisch vergrendeld zodanig dat het van in de kooi onmogelijk is om de deuren te openen wanneer de kooi niet op de verdieping staat.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/16
Uitvoering Het deurkader wordt stevig in de deuropening bevestigd d.m.v. aangepaste steunijzers en verankerd aan de ruwbouwconstructie. De tolerantie op de loodrechte stand van de deurrand t.o.v. de beneden- en bovendrempel mag niet meer bedragen dan 2 mm. De aansluitingen tegen de muren zijn verzorgd af te werken met brandvrije materialen.
76.51. deuren & fronten - personenlift
|PM|
Materiaal Specificaties
Type : telescopische schuifdeuren
Openings-, wacht- & sluitingstijd :
minimum instelbare openingstijd : 1,5 sec
minimum realiseerbare sluitingstijd : 2,5 sec
Veiligheidsvoorzieningen : fotocel, gevoelige veiligheidsrand en/of gelijkwaardig systeem
Kooivoorwanden & kooideur : gemoffeld staal
Plaatdikte deuren : minimum 1,5 mm
Plaatdikte omlijstingen en bordesvoorwanden : minimum 2 mm
Brandweerstand : minimum Rf 30’
Toepassing Personenlift gebouw Waterloolaan.
76.60. bedienings- & signalisatiepanelen - algemeen Materialen De bedienings- & signalisatiepanelen worden uitgevoerd in duurzame materialen, volgens het geëigend systeem van de liftbouwer.
Uitvoering
Het bedieningspaneel in de liftkooi is een geïntegreerd bedieningspaneel welk perfect aansluit aan de randprofielen van de bekledingsplaten. Het paneel omvat alle bedieningsknoppen, signalisatiescherm(en), inlichtingen en een communicatietoestel.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/17
Al de vereiste mededelingen in de kooi en op de bordesvlakken zijn op de bedieningspanelen onuitwisbaar aan te brengen. Alle teksten zijn in het Nederlands en het Frans gesteld. De teksten en de schikkingen van teksten en bedieningsknoppen dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het bestuur.
Informatieplaatje met vermelding van toegelaten aantal personen, maximale kooibelasting, fabricagejaar, noodoproepnummer, … De nodige opschriften en een gewichtsbegrenzer met signaal in de lift in geval van overbelasting.
Alle bedieningsknoppen zijn standaard voorzien van brailleschrift.
76.61. bedienings- & signalisatiepanelen - personenlift
|PM|
Materiaal
Bedienings- & signalisatiepanelen : roestvast staal (RVS)
Signalisatiescherm : LED
Het bedienings- & signalisatiepaneel in de kooi is standaard voorzien van :
1 drukknop voor elk verdiepingsnummer,
bediend
verdiep,
voorzien
van
overeenstemmend
een stilstanddrukknop,
een alarmdrukknop die de noodsirene of -bel in werking stelt,
een signaal "overbelast" met zoemer,
1 drukknop of schakelaar voor bestendige kooiverlichting,
1 drukknop voor het openhouden van de deuren,
een informatiescherm met niveauaanduiding, richtingsaanwijzer en weergave volgende stopplaats,
een informatieplaatje met vermelding van toegelaten aantal personen, maximale kooibelasting, fabricatiejaar en contractnummer.
Aanvullende specificaties
1 drukknop voor het versneld sluiten van de deuren,
1 prioriteitsschakelaar met sleutel te bedienen,
geïntegreerde verlichting in of rondom paneel,
horizontaal opgestelde toetsen.
De bedienings- & signalisatiepanelen buiten de kooi zijn standaard voorzien van
1 drukknop voor het aanroepen van de lift. Een verlichting, in de knop of afzonderlijk, bevestigt visueel het aanvaarden van het commando.
een aanduiding 'buiten dienst" die verlicht wordt bij onderbreking van een veiligheidscontact en bij onderhoudswerkzaamheden.
een informatiescherm met niveauaanduiding en richtingsaanwijzer van de liftkooi.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/18
Aanvullende specificaties geëst door het bestuur
een voorrangsleutelschakelaar op alle verdiepingen.
De sturing van de personenlift aansluiten op het branddetectiesysteem SIEMENS van de opdrachtgever. Dit zal gebeuren in coördinatie met de projectverantwoordelijke en de installateur van het branddetectiesysteem.
Toepassing Personenlift gebouw Waterloolaan.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/19
76.90. onderhoudsovereenkomst - algemeen Meting Overeenkomstig de specifieke aanduidingen in het bijzonder samenvattende opmeting wordt de meting als volgt opgevat :
Onderhoudskosten per jaar.
Forfaitaire uurloon van een onderhoudstechnicus
Forfaitaire reiskosten
bestek
en/of
de
Algemeen De inschrijver zal een voorstel van de verschillende mogelijke onderhoudsovereenkomsten ter evaluatie toevoegen aan zijn inschrijving.
76.91. voorstel onderhoudsmodaliteiten - personenlift
|FH|/J
Gevraagde prestaties
De inschrijver verbindt zich ertoe om de lift te onderhouden volgens een aangepast voor te stellen programma van preventief onderhoud.
De onderhoudsfirma zorgt voor de veiligheid en de handhaving van het prestatieniveau. Dankzij een permanente vorming van zijn onderhoudspersoneel en het gebruik van originele wisselstukken van hoge kwaliteit.
De onderhoudsfirma verzekert een optimaal en doeltreffend onderhoud van de lift en waarborgt hierdoor de veiligheid, levensduur en beperkte stopzetting bij herstellingen.
De lift is uitgerust met een communicatiesysteem dat instaat voor de ontvangst en behandeling van oproepen van personen die in de liftkooi geblokkeerd zijn. De telefoonverbinding met het servicecenter van de onderhoudsfirma is 24u/24 en 365d/jaar beschikbaar.
Het communicatiesysteem van het servicecenter zal de lift permanent controleren en evalueren via telebewaking en zal dan ook automatisch een onderhoudstechnicus van de onderhoudsfirma en de eigenaar van de lift waarschuwen bij bepaalde technische functiestoornissen.
De inschrijver zal een limititatieve lijst opmaken van mogelijke interventies en onderdelen die per type onderhoudscontract voorzien zijn.
Indien een persoon in de liftkooi geblokkeerd is, bedraagt de interventietermijn maximaal 60 minuten, na ontvangst van de oproep door het servicecenter.
Bij functiestoornissen, gemeld door de klant of door het telebewakingssysteem, bedraagt de interventietermijn van de onderhoudstechnicus tijdens normale werkuren, maximaal 4 uur - 7d/7d.
Het onderhoud strekt zich uit over een duur van vijf jaar en vangt aan onmiddellijk na de definitieve oplevering van de lift.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/20
De inschrijver zal minimaal de volgende resultaatsverbintenissen opnemen;
Tussenkomsten ter plaatse van een technicus indien een persoon die in de lift geblokkeerd is een oproep doet, maximaal één uur na ontvangst van de oproep door het servicecenter. Interventietermijn bedraagt maximaal 4 uur – 7d/7d. Geen herhaling van een panne (lift buiten dienst) binnen de 7 dagen na een eerste depannagetussenkomst.
Geen panne (lift buiten dienst) binnen de 7 dagen na onderhoud.
Beschikbaarheidspercentage van de lift ≥ 99,50%
De inschrijver zal vier onderhoudsbeurten per jaar voorstellen. Moeten minimaal inbegrepen zijn : uurlonen, reiskosten, smeermiddelen en kleine vervangstukken tot een waarde van € 50 exclusief BTW. De offerte vermeldt ook de voornoemde resultaatsverbintenissen. Overigens vermeldt de offerte het forfaitaire uurloon en de reiskosten van een onderhoudstechnicus voor interventies die buiten de standaardovereenkomst vallen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 2/21
DEEL 3 VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE10-515
Deel 3/1
BESTEK : 2012/515/CCH/TW/A
Vervangen van lift
AANBESTEDENDE OVERHEID : RSVZ Jan Jacobsplein 6 1000 BRUSSEL
VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR :
ONTWERPER : RSVZ Directie Logistiek Gebouwen en Materieel Waterloolaan 77 1000 BRUSSEL
RSVZ Colman Albert Waterloolaan 77 1000 BRUSSEL
VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Conform de Europese Richtlijn 92/57 EEG de Wet op het Welzijn 04/08/1996 en het KB 25/01/2001 “tijdelijke of mobiele bouwplaatsen”
ADRES OPDRACHT: RSVZ – Waterloolaan 77, 1000 BRUSSEL
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3–Hoofdstuk 00/1
HOOFDSTUK 0. Inhoudstafel Inhoudstafel HOOFDSTUK 0.
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1.
BELEIDSVERKLARING
HOOFDSTUK 2.
TOEPASSINGSGEBIED
HOOFDSTUK 3.
ALGEMENE INLICHTINGEN – PLANNING VAN DE OPDRACHT – SAMENVATTING VAN DE VOORNAAMSTE TAKEN VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN
HOOFDSTUK 4.
NAMEN EN ADRESSEN VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN
HOOFDSTUK 5.
WETTELIJKE TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN, BEVOEGDHEDEN EN MOGELIJKE AANSPRAKELIJKHEDEN VAN ALLE TUSSENKOMENDE PARTIJEN OP TMB
HOOFDSTUK 6.
RISICOANALYSE EN INTEGRATIE VAN DE PREVENTIEPRINCIPES
HOOFDSTUK 7.
ORGANISATIE VAN DE VEILIGHEID EN GEZONDHEID
HOOFDSTUK 8.
ORGANISATIE VAN DE HULPVERLENING
HOOFDSTUK 9.
BOUWPLAATS REGLEMENT
HOOFDSTUK 10.
ALGEMENE PREVENTIEMAATREGELEN
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3–Hoofdstuk 00/2
HOOFDSTUK 1.
1.1
Beleidsverklaring
Preventie op de bouwwerf
Voor ons, ondertekenaars van deze verklaring, is het beperken van risico op het vlak van veiligheid en gezondheid van primordiaal belang. Wij verbinden ons tot het toepassen en doen opvolgen van een preventiepolitiek, geïntegreerd in alle stadia van de werkuitvoering. Alle bij het bouwproces betrokken leden zijn voortdurend bezorgd in het toepassen van deze geïntegreerde preventiemaatregelen en in het bijzonder voor het hun toegewezen deel van het project. Onze doelstelling is het streven naar het uitschakelen van alle voorzienbare gevaren, die zouden kunnen leiden tot een letsel, beroepsziekte en / of schade aan derden. Alle betrokkenen zullen hun werkzaamheden overeenstemming met de veiligheidsprocedures.
op
de
juiste
wijze
uitvoeren,
in
Tot het welslagen van dit gezamenlijk streefdoel, bundelen wij onze ervaring en kennis in het ontwikkelen van een wederzijds vertrouwen en aandacht voor de veiligheid.
1.2
Veiligheidsbeleid en doelstelling
U als bedrijfsleider en ik als Veiligheidsdeskundige hebben de wettelijke en morele plicht al het mogelijke te doen voor de veiligheid en de gezondheid van het personeel waar wij verantwoordelijk voor zijn. Tijdens de uitvoering van de opdracht willen wij een veiligheidsbeleid voeren voor het personeel van de aannemers, alsook voor het personeel van de bouwheer, door te streven naar optimale arbeidsomstandigheden. Veiligheid vormt een geïntegreerd deel van elke opdracht. Het naleven van deze veiligheidsvoorschriften is één van de absolute voorwaarden waaronder de werkzaamheden mogen uitgevoerd worden. Het niet naleven van deze voorschriften kan de goede samenwerking tussen de aannemers in gevaar brengen. Daarom zullen alle verantwoordelijken er op toezien dat de regels, zoals ze werden vastgelegd en ondertekend, strikt worden nageleefd. Bij het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan het contract met de betrokken aannemer verbroken worden. Het gevoerde beleid is dan ook gesteund op ieders plicht onveilige situaties onmiddellijk te melden indien ze niet zelf kunnen verholpen worden. Het is bijgevolg verboden om in onveilige omstandigheden het werk uit te voeren.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - V&G-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 1/1
In het kader van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), de CODEX en het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) worden in het Veiligheids- en Gezondheidsplan alle veiligheids- en gezondheidsinstructies opgenomen die strikt nageleefd moeten worden op de bouwplaats. Het Veiligheids- en Gezondheidsplan moeten samen met het veiligheidsdagboek steeds op de bouwplaats aanwezig zijn.
Gedaan te Brussel op 01/04/2012
Het Ondernemingshoofd,
De Veiligheidscoördinator,
Albert COLMAN
1.3
Aanpassingen aan het veiligheids- & gezondheidsplan
A
Bestek
01/04/2012
Coördinator ontwerp
B
................................................................................................
....................................
.........................................................................
C
................................................................................................
....................................
.........................................................................
D
................................................................................................
....................................
.........................................................................
E
................................................................................................
....................................
.........................................................................
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - V&G-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 1/2
HOOFDSTUK 2.
2.1
Toepassingsgebied
Toepassingsgebied
De Europese Richtlijn 92/57 EEG
De Welzijnswet van 4 augustus 1996
Het KB van 25 januari 2001 “Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen”
Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming – ARAB
De CODEX Welzijn op het werk
Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installatie – AREI
KB Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen van 7 augustus 1995
KB Arbeidsmiddelen van 12 augustus 1993
KB Gebruik van mobiele arbeidsmiddelen van 4 mei 1999
KB Gebruik van arbeidsmiddelen voor heffen en hijsen van lasten van 4 mei 1999
KB Machinerichtlijn van 5 mei 1995
Wet betreffende arbeidsongevallen van 10 april 1971
...
2.2
Wetgeving
Een kopie van alle in het bestek en/of Veiligheids- en Gezondheidsplan vermelde wetten, decreten, uitvoeringsbesluiten, reglementen, normen, enz. kunnen gratis aangevraagd worden bij de bouwdirectie of de veiligheidscoördinator.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 2/1
2.3
Doelgroep Veiligheids- & Gezondheidsplan
Dit Veiligheids- & Gezondheidsplan is van toepassing op alle interveniërende partijen, inzonderheid het personeel van de bouwdirectie belast met de uitvoering, het personeel van zijn onderaannemingen, alle nevenaannemingen, zelfstandigen, leveranciers en alle occasionele of sporadische bezoekers. Dit Veiligheids- & Gezondheidsplan is eveneens van toepassing op het personeel van de opdrachtgever die toegang hebben tot de bouwplaats.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 2/2
HOOFDSTUK 3.
3.1
Algemene inlichtingen
Algemene inlichtingen van de bouwplaats
BOUWPLAATS
RSVZ - INASTI
Straat
Waterloolaan
Nummer
77
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
GSM.
0495 78 78 77
Fax
02 512 10 75
E-mail.
[email protected]
Vermoedelijke aanvangsdatum
01/01/2012
Duur
75 kalenderdagen
Gemiddelde bezetting
5 personen
Maximum
8 personen
3.2
Omschrijving van de totale opdracht en het bouwwerk
Deze opdracht voor aanneming van werken heeft betrekking op het renoveren van twee stookinstallaties.
3.3
Planning van de opdracht - uitvoeringstermijn
De bouwdirectie belast met de uitvoering zal verzocht worden een gedetailleerde planning van de opdracht in reële kalenderdagen aan het bestuur ter goedkeuring voor te leggen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 3/1
HOOFDSTUK 4.
4.1
Namen en adressen van de tussenkomende partijen
Bouwheer – opdrachtgever
BOUWHEER
RSVZ
Straat
Jan Jacobsplein
Nummer
6
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 546 42 11
Fax
02 512 10 75
Afgevaardigde(n)
Hubert DE CLERCQ, adviseur-generaal
4.2
Bouwdirectie belast met het ontwerp
BOUWDIRECTIE
RSVZ
Straat
Jan Jacobsplein
Nummer
6
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 546 42 11
Fax
02 512 10 75
GSM
................................................................
E-mail
.................................................................
Afgevaardigde(n)
Johan PAEME - Patrick AMEEUW
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 4/1
4.3
Bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering
PROJECTMANAGER
RSVZ
Straat
Waterloolaan
Nummer
77
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 546 44 54
Fax
02 512 10 75
GSM
0495 78 78 77
E-mail
[email protected]
Afgevaardigde(n)
Albert COLMAN
4.4
Controleorganisme
CONTROLEORGANISME
......................................................................................................................................................
Straat
................................................................
Nummer
.................................................................
Postnummer
................................................................
Gemeente
.................................................................
Tel.
................................................................
Fax
.................................................................
Verantwoordelijke(n)
............................................................................................................................................................................
Verantwoordelijke(n)
............................................................................................................................................................................
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 4/2
4.5
Bouwdirectie belast met de uitvoering
ONDERNEMING
......................................................................................................................................................
ACTIVITEIT
......................................................................................................................................................
Straat
................................................................
Nummer
.................................................................
Postnummer
................................................................
Gemeente
.................................................................
Tel.
................................................................
Fax
.................................................................
Aanvangsdatum
................................................................
Einddatum
.................................................................
Gemiddelde bezetting
................................................................
Maximum
.................................................................
Directie
................................................................
Tel.
.................................................................
Projectverantw.
................................................................
GSM
.................................................................
Hulpverlener
................................................................
GSM
.................................................................
Preventieadviseur
................................................................
GSM
.................................................................
BTW-nummer RSZ-nummer
............................................................................................................................................................................
Registratie
............................................................................................................................................................................
Erkenning
............................................................................................................................................................................
4.6
Coördinator veiligheid en gezondheid
COÖRINATOR
RSVZ
Straat
Waterloolaan
Nummer
77
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 546 44 54
Fax
02 512 10 75
Coördinator
Albert COLMAN
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 4/3
4.7
Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
PREVENTIEADVISEUR
RSVZ
Straat
Waterloolaan
Nummer
77
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 546 44 93
Fax
02 512 10 75
Preventieadviseur
Philippe DEFRAENE
4.8
Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk
EXTERNE DIENST
CESIKMO
Straat
Koningstraat
Nummer
75 bus 3
Postnummer
1000
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 250 00 55
Fax
050 44 07 58
Arbeidsgeneesheer
Dokter Anne JACOBS
4.9
Toezichthoudende overheden
TECHNISCHE INSPECTIE FOD WASO – District - DIRECTIE BRUSSEL Straat
Belliardstraat
Nummer
51
Postnummer
1040
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 233 45 46
Fax
02 233 45 23
Contactpersoon
............................................................................................................................................................................
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 4/4
4.10
Toezichthoudende overheden
MEDISCHE INSPECTIE
FOD WASO – District - DIRECTIE BRUSSEL
Straat
Belliardstraat
Nummer
51
Postnummer
1040
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 233 46 09
Fax
02 233 46 40
Contactpersoon
............................................................................................................................................................................
4.11
Toezichthoudende overheden
SOCIALE INSPECTIE
FOD WASO – District - BRUSSEL HOOFDSTAD
Straat
Belliardstraat
Nummer
49
Postnummer
1040
Gemeente
BRUSSEL
Tel.
02 233 48 00
Fax
02 233 48 01
Contactpersoon
............................................................................................................................................................................
4.12
Adviserende organen NATIONAAL ACTIECOMITE VOOR VEILIGHEID EN HYGIËNE IN HET BOUWBEDRIJF
N.A.V.B. Straat
Sint-Jansstraat
Nummer
4
Postnummer
1000
Gemeente
Brussel
Tel.
02 552 05 00
Fax
02 522 05 05
Afgevaardigde(n)
............................................................................................................................................................................
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 4/5
4.13
Onderaannemers
ONDERNEMING
......................................................................................................................................................
ACTIVITEIT
......................................................................................................................................................
Straat
................................................................
Nummer
.................................................................
Postnummer
................................................................
Gemeente
.................................................................
Tel.
................................................................
Fax
.................................................................
Aanvangsdatum
................................................................
Einddatum
.................................................................
Gemiddelde bezetting
................................................................
Maximum
.................................................................
Directie
................................................................
Tel.
.................................................................
Projectverantw.
................................................................
GSM
.................................................................
Hulpverlener.
................................................................
GSM
.................................................................
Preventieadviseur
................................................................
GSM
.................................................................
BTW-nummer RSZ-nummer
............................................................................................................................................................................
NACE-code
............................................................................................................................................................................
Registratie
............................................................................................................................................................................
Erkenning
............................................................................................................................................................................
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 4/6
HOOFDSTUK 5.
5.1
Wettelijke taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en mogelijke aansprakelijkheden van alle tussenkomende partijen
Wetgeving
Een opsomming van alle wettelijke taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en mogelijke aansprakelijkheden van alle interveniërende partijen kan gratis aangevraagd worden bij de aanbestedende overheid of de coördinator veiligheid en gezondheid.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 5/1
HOOFDSTUK 6.
6.1
Risicoanalyse en integratie van de preventieprincipes
Primaire diagnose – Knelpuntenanalyse
Voor het identificeren van de gevaren en het inventariseren, analyseren en evalueren van de risico’s eigen aan de opdracht, als ook voor de risico’s als gevolg van de wederzijdse inwerking of opeenvolging van de verschillende bouwactiviteiten wordt, in de studie- en uitwerkingsfase van de opdracht, een primaire diagnose of knelpuntenanalyse opgesteld door de coördinator ontwerp. Deze primaire diagnose is de basis voor het uitwerken van het coördinatiebeleid. De primaire diagnose omvat een opsomming van de potentiële risico’s en gevaren eigen aan de uitvoering van de opdracht, en de potentiële risico’s en gevaren eigen aan de bouwplaats.
6.2
Risicoanalyses eigen aan de uitvoering van de opdracht
Voor het inventariseren, analyseren en evalueren van de risico’s eigen aan de opdracht, wordt in de verwezenlijkingfase gebruik gemaakt van het veiligheids- gezondheidsplan van de bouwdirectie belast met de uitvoering en de veiligheids- en gezondheidsplannen van de eventuele onderaannemingen. Dit globaal veiligheids- en gezondheidsplan wordt na gunning van de opdracht overgemaakt aan de veiligheidscoördinator. De coördinator verwezenlijking legt na evaluatie van de restrisico’s, indien nodig, extra preventieve en correctie maatregelen op aan de bouwdirectie belast met de uitvoering, de nevenaannemingen of zelfstandigen.
6.3
Risicoanalyse eigen aan de bouwplaats
Deze risicoanalyse inventariseert, analyseert en evalueert de verschillende risico’s als gevolg van de wederzijdse inwerking en opeenvolging van activiteiten, als ook de wederzijdse inwerking van alle installaties tijdens de uitvoering van de opdracht. Deze risicoanalyse heeft dus uitsluitend betrekking op de risico’s eigen aan de bouwplaats en de nevenactiviteiten. Deze risicoanalyse en bijhorende correctieve en coördinerende maatregelen wordt opgemaakt door de coördinator verwezenlijking na evaluatie van het globaal veiligheids- en gezondheidsplan, opgesteld door de bouwdirectie belast met de uitvoering, de nevenaannemingen of zelfstandigen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 6/1
HOOFDSTUK 7.
7.1
Organisatie van de veiligheid en gezondheid
Coördinatieverplichtingen van de interveniënten
1. Het voorkomen van gevaren en beheersen van risico’s op het vlak van veiligheid en gezondheid van primordiaal belang. Doelstelling van alle interveniënten is het streven naar het uitschakelen van alle voorzienbare gevaren, die zouden kunnen leiden tot een arbeidsongeval, beroepsziekte en / of schade aan derden. 2. De bouwdirectie belast met de uitvoering zal het coördinatiebeleid toepassen en doen opvolgen, geïntegreerd in alle stadia van de werkuitvoering. De bouwdirectie belast met de uitvoering zal zijn werkzaamheden op de juiste wijze uitvoeren, in overeenstemming met de veiligheidsprocedures en instructies opgelegd door de veiligheidscoördinator. 3. De bouwdirectie belast met de uitvoering is verantwoordelijk voor het toepassen van de algemene preventieprincipes zoals beschreven in artikel 5 van de Welzijnswet, rekeninghoudende met de preventiehiërarchie conform artikel 9 van het KB van 27 maart 1998. 4. In het kader van de Welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), de CODEX en het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) worden alle in het Veiligheids- en Gezondheidsplan opgenomen veiligheids- en gezondheidsinstructies, door de bouwdirectie belast met de uitvoering en zijn eventuele onderaannemingen strikt nageleefd op de bouwplaats. 5. De bouwdirectie belast met de uitvoering zal zijn verplichtingen op het gebied van Welzijn, Veiligheid, Gezondheid en Milieu strikt na te leven. Inzonderheid dient hij de wetten en Europese richtlijnen i.v.m. Welzijn, Arbeidsmiddelen, Machinerichtlijn, het gebruik van P.B.M.'s en de milieu- en afvalstoffenwetgeving strikt toe te passen. 6. Het naleven van de veiligheids- en coördinatievoorschriften en veiligheidsprocedures is één van de absolute voorwaarden waaronder de werkzaamheden mogen uitgevoerd worden. Het niet naleven van deze voorschriften en procedures kunnen de goede samenwerking tussen de bouwdirectie belast met de uitvoering en de opdrachtgever in gevaar brengen. Daarom zal de bouwdirectie belast met de uitvoering er op toezien dat de maatregelen en instructies, zoals ze werden vastgelegd in het VGP en het coördinatieverslag, strikt worden nageleefd. 7. Bij het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften of procedures kan de overeenkomst met de bouwdirectie belast met de uitvoering eenzijdig verbroken worden door de opdrachtgever. 8. De bouwdirectie belast met de uitvoering moet zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van zijn personeel en het milieu, maar ook voor eventuele derden die tijdens de uitvoering van zijn opdracht op de bouwplaats aanwezig zijn.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 7/1
9. De bouwdirectie belast met de uitvoering dient deel te nemen aan de voorafgaande coördinatievergadering als ook aan de periodieke coördinatievergaderingen voor die welke de opdrachtgever of veiligheidscoördinator hem uitnodigt. 10. Vóór de aanvang van de werken neemt de bouwdirectie belast met de uitvoering, de aannemer of de zelfstandige contact op met de veiligheidscoördinator voor het aanvullen of invullen en bespreken van zijn globaal veiligheids- en gezondheidsplan. Om zo samen de specifieke risico’s en gevaren eigen aan de opdracht te analyseren, te evalueren en te kwantificeren. In functie van de geanalyseerde en geëvalueerde risico’s kan de veiligheidscoördinator bijkomende preventiemaatregelen adviseren en bewarende coördinatiemaatregelen opleggen. 11. Verder zullen de verschillende risico’s als gevolg van de wederzijdse inwerking en opeenvolging van activiteiten, als ook de wederzijdse inwerking van alle installaties tijdens de uitvoering van de opdracht besproken worden. Deze risicoanalyse heeft dus uitsluitend betrekking op de risico’s eigen aan de bouwplaats en de nevenactiviteiten. De door de Coördinator verwezenlijking aan de onderneming opgelegde bijkomende preventiemaatregelen zijn ten laste van de bouwheer. Ze worden dan ook opgenomen in de meetstaat van de architect in een aparte rubriek. 12. De opdrachtgever en of de Coördinator verwezenlijking hebben steeds het recht iedere persoon (aannemer, onderaannemer, zelfstandige, werknemer of leverancier) die de veiligheidsvoorschriften niet naleeft, zichzelf en of andere personen in gevaar brengt of die onder invloed is van drank of overdreven medicatie, onmiddellijk weg te zenden en hem de toegang tot de bouwplaats tijdelijk te ontzeggen. 13. De opdrachtgever, bouwdirectie belast met de controle en de Coördinator verwezenlijking hebben steeds het recht en de plicht:
de werkzaamheden en de naleving van de verplichtingen betreffende veiligheid en gezondheid, welzijn en milieu te controleren;
na in gebreke stelling van de bouwdirectie belast met de uitvoering, de werkzaamheden te stoppen indien naar haar mening het materieel, de werktuigen en / of werkmethodes zelf of de wijze van uitvoering onaanvaardbare risico's inhouden voor de mens, uitrusting of omgeving;
de werkzaamheden mogen slechts opnieuw hervat worden nadat de bouwdirectie belast met de uitvoering bewezen heeft bekwaam te zijn om in normale en veilige omstandigheden te werken. Het opnieuw aanvatten van de opdracht kan enkel na schriftelijk akkoord van de opdrachtgever;
om zelf de nodige maatregelen op het gebied van veiligheid en gezondheid te treffen, voor rekening van de bouwdirectie belast met de uitvoering die in gebreke is gebleven.
14. Iedereen heeft de morele en de wettelijke plicht tekortkomingen of onveilige situaties, waarvan hijzelf de oorzaak niet is, onmiddellijk te melden aan de opdrachtgever of de veiligheidscoördinator. . Elke melding zal met de nodige aandacht door de Coördinator verwezenlijking worden geregistreerd in het coördinatieboek. De noodzakelijke acties zullen ondernomen worden om een bevredigende oplossing te bieden voor het gestelde probleem. Indien de oplossing als onvoldoende wordt ervaren, zal het punt besproken worden tijdens de eerstvolgende coördinatievergadering op de bouwplaats.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 7/2
7.2
Interne communicatie, voorlichting en instructies
7.2.1 Onthaal van de aannemer of zelfstandige op de bouwplaats Elke aannemer of zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert zal, voorafgaandelijk aan de opdracht, door de veiligheidscoördinator op de hoogte gebracht worden van :
de toegekende uitvoeringstermijn in reële kalenderdagen,
het bouwplaatsreglement,
de veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften die gelden op de bouwplaats,
de risico’s voor wat betreft het gelijktijdig of opeenvolgend uitvoeren van de opdracht,
de organisatie van de hulpverlening,
de algemene en specifieke preventiemaatregelen die gelden op de bouwplaats.
Deze voorlichting en instructies worden meegedeeld op de verplichte voorafgaande veiligheidsmeeting. De veiligheidscoördinator is belast met het opmaken van een verslag van deze vergadering.
7.2.2 Onthaal van de werknemers op de bouwplaats Elke werknemer die op de bouwplaats wordt tewerkgesteld zal door de verantwoordelijke ondernemer of zijn veiligheidsverantwoordelijke voorafgaandelijk op de hoogte worden gebracht van :
het bouwplaatsreglement,
de veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften die gelden op de bouwplaats,
de risico’s voor wat betreft het gelijktijdig of opeenvolgend uitvoeren van de opdracht,
de organisatie van de hulpverlening,
de algemene en specifieke preventiemaatregelen die gelden op de bouwplaats.
De aannemer is belast met het opmaken van een, door alle op de bouwplaats tewerkgestelde werknemers ondertekend, attest waaruit blijkt dat deze werknemers de nodige veiligheidsinstructies en voorlichting ontvangen en begrepen hebben.
7.2.3 Onthaal van de leveranciers en bezoekers op de bouwplaats Alle op de bouwplaats aanwezige aannemers, zelfstandigen of werknemers dienen elke sporadische bezoeker of leverancier onmiddellijk op de hoogte brengen van de belangrijkste veiligheids-, gezondheids- en milieuvoorschriften die gelden op de bouwplaats, als ook van de voornaamste risico’s waaraan ze op de bouwplaats worden blootgesteld.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 7/3
7.2.4 Vergaderingen werforganisatie, agendapunten veiligheid De interveniërende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke veiligheidsvergaderingen. Deze coördinatievergaderingen kunnen eventueel worden bijgewoond door afgevaardigde van de Technische- en Medische Arbeidsinspectie of het N.A.V.B.
een
7.2.5 Overmaken van documenten – vergunningen – attesten – certificaten, enz. De interveniërende partijen verbinden zich ertoe steeds een kopie van alle documenten – vergunningen – attesten – certificaten, enz. onmiddellijk over te maken aan de veiligheidscoördinator. Deze bescheiden zullen gebruikt worden voor het systematisch aanvullen van de bouw- en coördinatiedocumenten (VGP – CDB – PID). Bij de eerste gezamenlijke werf- en coördinatievergadering, en in ieder geval vóór aanvang van de uitvoeringsfase, zullen alle interveniërende partijen de procedure vastleggen voor het overmaken van de bouw- en coördinatiedocumenten en bijhouden van het VGP en CDB op de bouwplaats. Deze procedure wordt opgenomen in het coördinatieverslag.
7.2.6 Bijhouden van de coördinatiedocumenten op de bouwplaatsen Voor aanvang van de opdracht ontvangt de bouwdirectie belast met de uitvoering van de coördinator verwezenlijking een kopij van het geactualiseerde VGP en CDB. De originele coördinatiedocumenten worden bewaard bij coördinator verwezenlijking. De bouwdirectie belast met de uitvoering is gehouden deze kopij van de coördinatiedocumenten op de bouwplaats te bewaren op een veilige droge plaats. Voornoemde documenten dienen steeds aanwezig te zijn op de bouwplaats en worden systematisch en periodiek aangevuld en geactualiseerd door de veiligheidscoördinator verwezenlijking, dit in toepassing van Afd. IV van het KB Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen. Bij oplevering van de opdracht worden alle coördinatiedocumenten en bijlagen door de bouwdirectie belast met de uitvoering overgemaakt aan de coördinator verwezenlijking. Bij verlies of diefstal van deze coördinatiedocumenten zal de coördinator verwezenlijk voor rekening van de bouwdirectie belast met de uitvoering een reproductie maken tegen kostprijs.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 7/4
7.3
Bouwplaatsinrichting
1. Het inrichten en de organisatie van de bouwplaats geschiedt voor de aanvang van de werken en zijn in overeenstemming met :
De minimumvoorschriften op het gebied van veiligheid en gezondheid van toepassing op de bouwplaatsen zoals beschreven in bijlage III van het KB van 25 januari 2001. Zie hoofdstuk 10 “Algemene preventiemaatregelen” van het VGP.
Artikel 76 en volgende van het A.R.A.B.
De bepalingen van STS 11 uitgave 1990.
De C.A.O. van 5 januari 1984 – KB van 1 mei 1984.
De “specifieke preventiemaatregelen” zoals vermeld in hoofdstuk 11 van het VGP.
2. Het inrichten van de bouwplaats is ten laste van de bouwdirectie belast met de uitvoering. 3. De bouwdirectie belast met de uitvoering is verantwoordelijk voor het inrichten, periodiek reinigen en instandhouden van de veiligheids- en gezondheidsinrichtingen. 4. De bouwdirectie belast met de uitvoering, zal zich voor het inrichten van de bouwplaats schikken naar de onderrichtingen van de veiligheidscoördinator. 5. Indien er geen specifieke voorschriften inzake werfinrichting zijn opgelegd door de veiligheidscoördinator, wordt de concrete planning en inplanting van de bouwplaats overgelaten aan het initiatief en de verantwoordelijkheid van de aannemer. In ieder geval zal de aannemer bij het ontbreken van een concreet inplantingsplan, opgesteld door de veiligheidscoördinator, vooraf een schets ter goedkeuring voorleggen met minimaal de volgende gegevens :
bouwplaatsomheining,
toegangen, wegen, rijrichting en parkings,
ligging van nutsleidingen (H.S., L.S., telefoon, water, gas, enz. ,
zones voor gezondheidsinrichtingen, stockeren van materieel, werkplaatsen, enz. ,
inplanting hijstoestellen en draaicirkel,
opgestelde elektrische verdeelborden,
E.H.B.O. post.
6. Verder is de aanneming gebonden de nodige schikkingen te treffen met de Openbare diensten voor het wegnemen of verplaatsen van boven- en ondergrondse leidingen. De aannemer schikt zich volgens de vigerende politievoorschriften en aanwijzingen van de diensten voor het wegverkeer. 7. Voor aanvang van de werken plaatst de aannemer een voorlopige bouwplaatsomheining volgens de voorschriften van art. 11.21 van STS 11 – uitgave 1990. Deze omheining is voorzien van de nodige afsluitbare toegangen. De inplanting, materiaal, afmetingen en uitrusting zijn in overeenstemming met de onderrichtingen van de coördinator en de geldende gemeentelijke voorschriften. De omheining bestaat minimaal uit geprefabriceerde panelen uit stalen buizen, waartegen een verzinkt draadnet is bevestigd. De hoogte van de omheining is tenminste 1,80 m. De omheining wordt voorzien van de nodige signalisatie, verlichting en beveiliging volgens de geldende reglementering en in overeenstemming met de voorschriften van artikel 11.24 van STS
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 7/5
11 – uitgave 1990. Het bekomen van de nodige vergunningen en taksen zijn ten laste van de verantwoordelijke aannemer. 8. De bouwplaatsinrichting bestaat minimaal uit :
Het plaatsen en instandhouden van de collectieve beschermingsmiddelen.
Het leveren onderhouden beschermingsmiddelen.
Het aanvragen en het instandhouden van de volgende tijdelijke bouwplaatsaansluitingen; wateraansluiting, energiedistributie, rioolaansluiting.
Het leveren en instandhouden van de noodvoorzieningen, signalisatie en E.H.B.O.post of reglementaire verbanddoos.
Het plaatsen en periodiek reinigen van voldoende reglementaire en gemeubelde werfwagens of werfcontainers.
Het leveren en periodiek reinigen en ledigen van een Wc-container met lavabo.
Het plaatsen en periodiek onderhouden van een materieel- of materiaalwagen of container.
Het aanbrengen van een werfbord met naampanelen van de opdrachtgever, architect, het studiebureau en de veiligheidscoördinator.
Het plaatsen en instandhouden van bouwplaatsverlichting.
Een dagelijkse veiligheidsrondgang op de bouwplaats + een controle van de collectieve beschermingsmiddelen en de evacuatiewegen.
Het plaatsen en instandhouden van een reglementaire bouwplaatsomheining.
Het bijhouden, systematisch aanvullen coördinatiedocumenten op de bouwplaats.
7.4
en
toezien
op
en
het
gebruik
veilig
van
opbergen
persoonlijke
van
alle
Wettelijke keuringen en oplevering van de arbeidsmiddelen, de CBM’s en de PBM’s
1. Bijzondere aandacht dient besteed aan de hiernavolgende wettelijke opdrachten :
de oplevering en periodieke keuring van hefwerktuigen en het hijsgereedschap ;
de oplevering van installaties conform het voorkomingsbeleid zoals voorzien in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, meer bepaald in de wetgeving inzake de Arbeidsmiddelen ;
het gelijkvormigheidonderzoek van elektrische installaties conform de artikelen 270 en 272 van het AREI (Algemeen reglement op de elektrische installaties) ;
het gelijkvormigheidonderzoek van het werfbord conform de artikelen 87 en 88 van het AREI (Algemeen reglement op de elektrische installaties) ;
de oplevering van de PBM's conform de bepalingen in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, en meer bepaald in de wetgeving betreffende de Persoonlijke beschermingsmiddelen ;
de oplevering van de CBM's conform de bepalingen in de Wet op het welzijn en zijn uitvoeringsbesluiten, en meer bepaald in de wetgeving betreffende de Collectieve beschermingsmiddelen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 7/6
HOOFDSTUK 8.
8.1
Organisatie van de hulpverlening
Maatregelen in geval van een ongeval
8.1.1 E.H.B.O. 1. De aannemer kan gebruik maken van de E.H.B.O.-post van het RSVZ, de juiste locatie van de E.H.B.O.-post wordt aan de werknemers meegedeeld bij het onthaal van de werknemers op de bouwplaats. Zie ook art. 7.3 2. Een geschikt lokaal met minstens één gekwalificeerde E.H.B.O.-hulpverlener en een volledige E.H.B.O.-post wordt ter beschikking gesteld van de werknemers. 3. Dit lokaal is gemakkelijk toegankelijk met een draagberrie en vlot bereikbaar voor de hulpdiensten. 4. Toch heeft iedere aannemer steeds een volledige conforme verbanddoos ter beschikking op de werf. Deze verbanddoos wordt bijgehouden en beheert door de door hem aangestelde verantwoordelijke. 5. Minstens één gekwalificeerde E.H.B.O.-hulpverlener is permanent op de bouwplaats aanwezig, van zodra er twintig werknemers gelijktijdig op de bouwplaats aanwezig zijn. 6. Hierna vindt u een lijst van de belangrijkste telefoonnummers bij een ongeval.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 8/1
8.2
Belangrijke telefoonnummers bij een ongeval
BIJ ONGEVAL Ziekenwagen
100 of 112
Ziekenhuis
SINT PIETER U.M.C Hoogstraat 322, 1000 BXL
02 535 31 11
Dokter
Wachtcentrale
02 648 80 00
Dokter
DE VIGNE J.P. Jan Jacobsplein 8/14, 1000 BXL
02 512 11 27
Dokter
DICKSTEIN J.P. Waterloolaan 113, 1000 BXL
02 537 27 11
Verpleegzaal
Jan Jacobsplein 6, lokaal 11
02 546 42 92 - 6000
Hulpverlener RSVZ Nederlandstalig
BAEYENS Vera
6000
Hulpverlener RSVZ Franstalig
VANDEN ELSHOUT Françoise
6000
Preventieadviseur RSVZ
DEFRAENE Philippe
02 546 44 93
Veiligheidscoördinator RSVZ
COLMAN Albert
02 546 44 54
Brandweer
101
Rijkswacht
100 of 112
Politie
Waterloosesteenweg 674, 1180 BXL
Het Rode Kruis
105
Apotheek
MULTIPHARMA Hoogstraat 347, 1000 BXL
Antigifcentrum
070/245.245
Brandwondencenter
02/268.62.00
SIBELGAS
Gasreuk Elektriciteit Klantendienst
02 517 96 11
02 511 33 64
02 274 40 44 02 274 40 44 02 549 41 00
Brusselse Water Maatschappij Storingen
02 739 52 11
Belgacom
0800 33 7 00
Storingen
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 8/2
8.3
Maatregelen in geval van een arbeidsongeval
8.3.1 Instructies
Bij een arbeidsongeval wordt onmiddellijk een hulpverlener verwittigd, met vermelding van de ernst van het ongeval en de plaats.
Verpleegzaal :
Mevrouw VANDERKELEN
Tel. 6000
Nederlandstalige hulpverlener :
Mevrouw BAEYENS
Tel. 6000
Franstalige hulpverlener :
Mevrouw VANDEN ELSHOUT
Tel. 6000
Bij een niet ernstig arbeidsongeval zal de hulpverlener het slachtoffer verzorgen, en eventueel doorverwijzen naar dokter of ziekenhuis.
Bij een ernstig arbeidsongeval zullen de eerste zorgen door de hulpverlener ter plaatse gegeven worden. Tezelfdertijd worden de hulpdiensten verwittigd. De nodige maatregelen worden getroffen om deze naar de plaats van het ongeval te begeleiden.
Bij twijfels over de staat van het slachtoffer (bijvoorbeeld na val van hoogte en/of risico's voor de wervelkolom) het slachtoffer niet verplaatsen maar wachten op de hulpdiensten of de gekwalificeerde hulpverlener.
8.3.2 Kennisgeving van arbeidsongevallen Ernstige arbeidsongevallen moeten onmiddellijk gemeld worden door de werfleider aan de opdrachtgever, zijn eventuele preventieadviseur en de Coördinator verwezenlijking. De werkgever van de betrokken gekwetste wordt eveneens ingelicht die het arbeidsongeval onmiddellijk moet melden aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar, namelijk :
Binnen de 10 kalenderdagen in geval van een tijdelijke werkonbekwaamheid van minder dan 30 kalenderdagen,
Binnen de 2 kalenderdagen in geval van een tijdelijke werkonbekwaamheid van meer dan 30 kalenderdagen, of
Onmiddellijk in geval van een dodelijk werkonbekwaamheid van meer dan 25%.
arbeidsongeval
of
bij
blijvende
8.3.3 Meldingsformulier ernstige ongevallen aan de Technische Inspectie De melding van een arbeidsongeval moet gebeuren met het voorgeschreven meldingsformulier “Aangifte van arbeidsongeval” van de verzekeraar. De aangifte dient te gebeuren aan de verzekeraar en de Technische arbeidsinspectie van de plaats van het ongeval, binnen de 10 werkdagen volgend op het ongeval.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 8/3
8.4
Specifieke instructies in geval van een brand, bomalarm, of explosie
8.4.1 Instructies in geval van brand of een explosie Volgens de maatregelen getroffen in het kader van het Tucht- en dienstreglement van het RSVZ, moeten al de personeelsleden, de bezoekers, de leveranciers of de werklui van aannemingen, met uitzondering van de leden der brandbestrijdingsploegen, in geval van waarschuwing Claxongeluid het gebouw onmiddellijk verlaten via de voor hun verdieping bestemde trap. Het gebruik van de liften is hierbij ten strengste verboden !! Brandmelding :
Via drukknop op alle verdiepingen, zie inplantingplan Tel. economaat
Tel. 4555
Aanbevolen trap :
Hoofdtrap voor of naast de liften
Noodtrap :
Zijtrap naast de goederenlift
Verzamelplaats :
Park Jan Jacobsplein
Brandmeester :
De heer COLMAN
Tel. 4454
De in de parkings geparkeerde wagens moeten bij de ontruiming blijven staan. Ze mogen slechts worden buiten gereden wanneer hiertoe opdracht wordt gegeven door de brandbestrijdingsploeg. Van zodra het alarmsignaal sirene geluid in werking wordt gezet verlaten ook alle brandbestrijdingsploegen het gebouw.
8.4.2 Te nemen maatregelen in geval van brand of een explosie Deze instructies zijn enkel informatief. Enkel de brandbestrijdingsploegen van het RSVZ mogen deze instructies uitvoeren onder leiding van de brandmeester. Zo dit niet reeds gebeurd is, het waarschuwingssignaal in het hele gebouw in werking zetten door de drukknop in te drukken. De brand bestrijden - ten minste 3 ploegleden - met de brandbestrijdingsmiddelen die op de verdieping ter beschikking zijn, na advies van de brandmeester en volgens zijn instructies. Een wachtpost opstellen in een kantoor op een geringe maar veilige afstand van de vuurhaard.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 8/4
Een telefoonverbinding tot stand brengen met de brandmeester. Hiertoe het toestel 4555 opbellen. Deze verbinding moet permanent zijn. Zij zal het mogelijk maken aanduidingen te geven i.v.m. : a) de plaats waar de brand is ontstaan : door al de nodige bijzonderheden te verstrekken, o.a. het nummer van het lokaal ; b) de omvang van de ramp : in beginsel belt de brandmeester van ambtswege de brandweerdienst (telefoonnummer 100) op, behoudens wanneer de brandbestrijdingsploeg van de verdieping uitdrukkelijk vraagt zulks niet te doen ; c) de evolutie van de ramp : de ploeg van de verdieping houdt de brandmeester op de hoogte van de evolutie van de ramp, wat deze laatste in de gelegenheid zal stellen : versterking te sturen, de brandweer op te bellen indien het nog niet gedaan is, het alarmsignaal in werking te zetten en de brandbestrijdingsploegen de opdracht te geven het gebouw volledig te ontruimen. De personeelsleden verzoeken hun verdieping in alle kalmte te verlaten via de trap die voor deze verdieping is aangewezen. De valide personeelsleden moeten hulp verstrekken aan de andere personeelsleden of aan die welke in paniek dreigen te raken. Deze taak kan worden toevertrouwd aan personen die geen deel uitmaken van de ploeg van de verdieping. Nagaan of de branddeuren en de ramen wel degelijk gesloten zijn. Van zodra het alarmsignaal (sirene geluid) in werking wordt gezet verlaten al de brandbestrijdingsploegen het gebouw.
8.4.3 In geval van bomalarm In een dergelijke situatie is ertussen het bomalarm en het ontploffingsgevaar gewoonlijk voldoende tijd om te ontruimen. Alvorens het alarmsignaal onmiddellijk in werking te zetten, zal de brandmeester bijgevolg de ploegleider van de brandbestrijdingsploegen van iedere verdieping telefonisch verwittigen om alle paniek te vermijden. De ploegen zullen hun verdieping pas verlaten nadat ze hebben nagegaan of al de personeelsleden, de bezoekers, de leveranciers of de werklui van aannemingen, hun verdieping wel degelijk verlaten hebben. Ook zullen ze al de ramen openen en de branddeuren sluiten.
8.5
Specifieke instructies in geval van een elektrocutie
In geen geval mogen er werken uitgevoerd worden onder spanning of handelingen verrichten die strijdig zijn met het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Wanneer er zich toch een geval van elektrocutie voordoet bent u gehouden de volgende instructies in acht te nemen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 8/5
8.5.1 Voor alles waarborg uw eigen veiligheid Niet, zonder beschermende uitrusting of aangepaste voorzorgsmaatregelen, in de nabijheid komen of aanraken van leidingen, voorwerpen of personen die onder spanning staan. Wanneer u niet onmiddellijk op een veilige manier kunt tussenkomen, is het aangewezen voor tussenkomst andere collega’s vooraf te verwittigen. Indien mogelijk sluit onmiddellijk de stroom af, door middel van een noodstop, een schakelaar, een zekering, enz. Behalve wanneer het uitschakelen van de stroom een ernstig val voor het slachtoffer teweeg kan brengen. In dit geval moet u eerst de val breken. Indien het afsluiten van de stroom op een veilige manier onmogelijk is, ontrekt u het slachtoffer van de stroom door hem te isoleren van de actieve delen of van de aardsluiting, door gebruik te maken van een aangepaste uitrusting. Onmiddellijk een hulpverlener verwittigen, met vermelding van de ernst van het ongeval en de plaats.
Verpleegzaal :
Mevrouw VANDERKELEN
Tel. 6000
Nederlandstalige hulpverlener :
Mevrouw BAEYENS
Tel. 6000
Franstalige hulpverlener :
Mevrouw VANDEN ELSHOUT
Tel. 6000
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 8/6
HOOFDSTUK 9.
9.1
Bouwplaats reglement
Organisatie van de preventie en bescherming
1. De Coördinator verwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaats moeten eerst door de coördinator verwezenlijking goedgekeurd worden. 2. Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, zijn risicoanalyse onderneming tijdens een geplande VOOFAFGAANDE VEILIGHEIDSVERGADERING met de coördinator verwezenlijking bespreken. 3. De tussenkomende partijen verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke COÖRDINATIEVERGADERING V.&G. gehouden door de coördinator verwezenlijking. 4. Elke onderneming aan wie een werk wordt toegewezen is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is. 5. Elke onderneming voorziet in het houden van taakgebonden opleidingen op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken, en dit minstens één maal per maand. Zij overhandigt een kopie van het verslag en de aanwezigheidslijst aan de coördinator verwezenlijking. Zie bijlage “Toolboxmeeting”. 6. Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding, beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (inclusief verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinatorverwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor. 7. De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen.
9.2
Noodprocedures
1. Elke onderneming zal de procedures inzake E.H.B.O. en arbeidsongevallen, opgesteld door de Coördinator verwezenlijking respecteren. 2. Van elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding gemaakt worden. Voor de arbeidsongevallen moet daarenboven een arbeidsongevallenrelaas aan de Coördinator verwezenlijking overhandigd worden.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 9/1
3. Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal. 4. Op de bouwplaats is ten minste één E.H.B.O.-hulpverlener permanent aanwezig. 5. Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken. Voor sommige werken is, in afspraak met de Coördinator verwezenlijking, een vuurvergunning verplicht. Zie artikel ook artikel 12.2 “Werkzaamheden met risico voor brand – vuurvergunning”. 6. De Coördinator verwezenlijking stelt een evacuatieprocedure op.
9.3
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
1. Het dragen van aan het werk aangepaste P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht. 2. Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en voor de bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde. 3. De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen en onderhouden.
9.4
Collectieve beschermingsmiddelen (C.B.M)
1. Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van de PREVENTIEBEGINSELEN vastgelegd in hoofdstuk II « algemene beginselen » van de wet op het welzijn, waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming boven persoonlijke bescherming. (4 augustus 1996. - Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (B.S. 18/09/1996) gewijzigd bij de Wet van 13/2/1998 (B.S. 19/02/1998)). 2. Het plaatsen en of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN SAMENSPRAAK met de Coördinator verwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. 3. Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de Coördinator verwezenlijking gemeld worden.
9.5
Orde en netheid
1. Elke onderneming moet ten minste dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De Coördinator verwezenlijking kan, op kosten van de onderneming die in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te ruimen.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 9/2
2. De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. 3. Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden, in afspraak met de coördinator verwezenlijking, in de voorziene zones gestapeld worden.
9.6
Milieu
1. Het verbranden van afval is op de bouwplaats verboden. 2. Het verwijderen van afval en/of verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgenomen in het veiligheids- en gezondheidsplan. 3. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bodem-, lucht- en watervervuiling.
9.7
Bouwplaatsinrichting
1. Het inplantingplan ligt ter inzage in het dossier V & G op de bouwplaats. Het vermeldt ten minste volgende gegevens :
toegangen, wegen, rijrichting en parkings,
ligging van nutsleidingen (H.S., L.S., telefoon, water, gas ...,
zones voor gezondheidsinrichtingen, stockeren van materieel, werkplaatsen ...,
inplanting hijstoestellen en draaicirkel,
opgestelde elektrische verdeelborden,
E.H.B.O. post.
2. Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 5/1/84 - K.B. van 1/5/84 A.R.A.B. art. 76 en volgende.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 3. Het gebruik van de installatie van de opdrachtgever is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen. 4. Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen, enz. mag enkel conform het inplantingplan en in overleg met de Coördinator verwezenlijking gebeuren.
9.8
Elektrische installatie
1. De elektrische installatie moet door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I. Elk defect moet ONMIDDELLIJK aan de Coördinator verwezenlijking gemeld worden. Het keuringsattest wordt aan het coördinatiedagboek toegevoegd.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 9/3
2. Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker - stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. 3. Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. 4. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. De Coördinator verwezenlijking organiseert de algemene verlichting en eventuele noodverlichting.
9.9
Arbeidsmiddelen en toebehoren
1. Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. 2. Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse onderneming. 3. De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn gekeurd door een bevoegd persoon zodat steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en worden.
voor het uit te voeren werk en regelmatig bij het gebruik de veiligheid en gezondheid de coördinator verwezenlijking moeten de gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd
4. Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid. 5. Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen : a) Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. b) Een kopie van de keuringsattesten moet aan de Coördinator verwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis heeft de Coördinator verwezenlijking het recht de toestellen buiten dienst te stellen. c) Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet, in overleg met de coördinator verwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. 6. Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt. 7. Bij het gebruik van stellingen gelden volgende specifieke bepalingen : a) Elke stelling vanaf 2 m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. b) De toegang tot de werkvloeren gebeurt door middel van trappen(torens) of ladders.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 9/4
c) Voor de ingebruikname en minstens één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. d) Voor stellingen hoger dan 8 m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota's voorgelegd worden aan de Coördinator verwezenlijking.
9.10
Gevaarlijke producten
1. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse van de onderneming vermeld staan. 2. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving en in afspraak met de Coördinator verwezenlijking te gebeuren. 3. Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinator verwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat ten minste :
naam van de fabrikant
gevaren/verschijnselen
fysische eigenschappen
preventie
bijzondere kenmerken
blusstoffen/eerste hulp/evacuatie.
4. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen of gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse van de onderneming. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden. Met de Coördinator verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen en de gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie, enz.)
9.11
Werken met open vlam
1. Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de Coördinator verwezenlijking of een vuurvergunning vereist is. 2. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon. 3. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. 4. Bij werken met open vlam hoort een ABC- blusapparaat van minimum 6 kg.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 9/5
HOOFDSTUK 10.
10.1
Algemene preventiemaatregelen
Algemene preventiebeginselen
Onverminderd de verplichtingen die zij hebben ingevolge andere bepalingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, passen de aannemers de algemene preventiebeginselen toe bedoeld in artikel 5 van de wet, inzonderheid, wat betreft : 1. het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de bouwplaats; 2. de keuze van de plaatsing van de werkplekken rekening houdend met de toegangsmogelijkheden tot de werkplekken, en de vaststelling van verplaatsings- of verkeerswegen of -zones; 3. de voorwaarden van intern transport en interne behandeling van de materialen en het materieel; 4. het onderhoud, de controle voor inbedrijfstelling en de periodieke controle van de installaties en toestellen, ten einde gebreken te voorkomen die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen; 5. de afbakening en inrichting van zones voor definitieve en tussenopslag van verschillende materialen, in het bijzonder wanneer het gaat om gevaarlijke materialen of stoffen; 6. de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen; 7. de opslag en de verwijdering of afvoer van afval en puin; 8. de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de verschillende soorten werken of werkfasen, afhankelijk van de evolutie van de bouwplaats; 9. de samenwerking tussen de aannemers; 10. de wederzijdse inwerkingen met exploitatie- of andere activiteiten ter plaatse op, of in de nabijheid van, de bouwplaats. Hiertoe passen zij de voorschriften toe bedoeld in de bijlage III van het kb van 25/01/2001, te weten :
Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op de bouwplaatsen.
Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op de arbeidsmiddelen.
Een kopie van deze minimumvoorschriften kunnen gratis aangevraagd worden bij de bouwdirectie of de veiligheidscoördinator.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515 - VGP-Plan
Deel 3-Hoofdstuk 10/1
DEEL 4 INSCHRIJVINGSBILJET EN BIJLAGEN
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4/1
BENAMING VAN DE OPDRACHT : Vervangen van personenlift 2012/515/CCH/TW/A
AANBESTEDENDE OVERHEID : RSVZ Jan Jacobsplein 6 1000 BRUSSEL
ONTWERPER : RSVZ Directie Logistiek Waterloolaan 77 1000 BRUSSEL
INSCHRIJVINGSFORMULIER
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/2
IDENTIFICATIE INSCHRIJVER Naam of handelsnaam:
Beroep of hoedanigheid (enkel voor natuurlijke personen) : Rechtsvorm (ingeval van tijdelijke vereniging zie eveneens bijlage 1 ): Nationaliteit : Maatschappelijke zetel of Woonplaats: Ondernemingsnummer: BTW – Nummer: RSZ – Nummer: Nummer en benaming van de rekening waarop de betalingen moeten worden uitgevoerd:
IDENTIFICATIE VERTEGENWOORDIGER Identiteit van de vertegenwoordiger : In hoedanigheid van:
ERKENNING De inschrijver verklaart dat de erkenning overeenstemt met de (sub)categorie en klasse bepaald door het bestek en het bedrag van de inschrijving en voegt de nodige bewijsstukken aan de inschrijving toe. Erkenningsnummer: Erkennings(sub)categorie: Erkenningsklasse:
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/3
REGISTRATIE Registratienummer : De inschrijver voegt ter staving een kopie van de registratie aan zijn inschrijving toe.
MATERIALEN Zie bijlage 2 ingeval de te leveren producten en de te verwerken materialen niet afkomstig zijn uit een E.G. lidstaat.
PRIJS (valuta EUR) Tegen de prijs van : (in cijfers exclusief BTW): (in letters exclusief BTW): als volgt gedetailleerd :
VARIANTEN
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/4
ONDERAANNEMING (zie ook bijlage 3) Het bedrag van de werken die zullen worden opgedragen aan mijn onderaannemers : 1. onderdanen van een EU-lidstaat, 1. beloopt (per land) :
EUR
2. onderdanen van een ander land, 2. beloopt (per land) :
EUR
TAAL Voor de interpretatie van het contract, wordt de Nederlandstalige/Franstalige1 tekst van het bestek gekozen.
TERMIJNEN
Uitvoeringstermijn:
………………………………… kalenderdagen
Aanvangsdatum :
De werken zullen aanvangen binnen de ………………………………… kalenderdagen vanaf ontvangst bestelbon
Bij deze inschrijving zijn eveneens gevoegd :
•
De bescheiden, gedateerd en ondertekend, die luidens het bijzonder bestek moeten worden overgelegd.
Aanmerkingen van de inschrijver (art. 20 bestek):
1
schrappen wat niet past
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/5
Bijkomende opmerkingen van de inschrijver :
Gedaan te ………………………………………………………………………………………………. Op . . / . . / . . . . De inschrijver(s),
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/6
BIJLAGE 1 : VOOR EEN VERENIGING ZONDER RECHTSPERSOONLIJKHEID OPGERICHT DOOR MEERDERE NATUURLIJKE EN/OF RECHTSPERSONEN De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) 2:
eventueel vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) 3 :
die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming onder de naam: …………………………………………………………………………………………………………… verbindt of verbinden zich op zijn (haar) (hun) roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het bestek, van de opdracht met betrekking tot de aanneming van de werken.
2
Voor ieder van hen dienen dezelfde gegevens te worden ingevuld als onder blz 3 van dit inschrijvingsbiljet en dit naargelang het een natuurlijke of en rechtspersoon betreft.
3
Dezelfde gegevens als onder blz 3 van dit inschrijvingsbiljet dienen te worden ingevuld.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/7
BIJLAGE 2 : MATERIALEN A. De te leveren producten en de te verwerken materialen die NIET afkomstig zijn van de lidstaten van de E.G.: 1. hebben als land van oorsprong:
2. en vertegenwoordigen een waarde4 van (in EURO):
B. De te leveren producten en de te verwerken materialen die NIET afkomstig zijn van de lidstaten van de E.G. MAAR die op het grondgebied van de lidstaten van de E.G. worden afgewerkt of verwerkt: 1. vertegenwoordigen een waarde5 van (in EURO):
4
Exclusief douanerechten.
5
Exclusief douanerechten.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Inschrijving/8
BIJLAGE 3 : IDENTIFICATIE ONDERAANNEMER Onderneming
Ondern. nr.
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
B.T.W.- nr.
R.S.Z.– nr.
Registratienr.
Erkenning
Deel 4-Inschrijving/9
VERKLARING VAN DE INSCHRIJVER
Verklaring - conform art 30 1° van het KB TMB Ondergetekende bevestigt dat hij het Veiligheids- en Gezondheidsplan van toepassing op deze opdracht grondig heeft doorgenomen en verklaart zich akkoord met de inhoud ervan. Ondergetekende zal de preventieve, coördinerende technische en organisatorische maatregelen van het Veiligheids- & Gezondheidsplan strikt naleven en doen naleven door zijn personeel en zijn onderaannemingen. Ondergetekende is verantwoordelijk voor het informeren en instrueren van zijn werknemers, leveranciers en onderaannemingen over de inhoud van het Veiligheids- & Gezondheidsplan. Ook zullen de bepalingen van de Welzijnswet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), de CODEX en het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.), door het personeel en onderaannemingen van ondergetekende strikt worden nageleefd op de bouwplaats.
Samenvattende meetstaat - conform art 30 2° van het KB TMB Ondergetekende verklaart dat hij het Veiligheids- en Gezondheidsplan van toepassing op deze opdracht grondig heeft doorgenomen en bij het opmaken van zijn prijsofferte, rekening heeft gehouden met de veiligheids- en coördinatievoorschriften en veiligheidsprocedures van het Veiligheids- & Gezondheidsplan. En zal dus tijdens de uitvoering van de opdracht geen enkele meerprijs aanrekenen voor het uitvoeren van de veiligheids- en coördinatieverplichtingen van het Veiligheids- & Gezondheidsplan. Bij mijn offerte – inschrijving werd “een afzonderlijke prijsberekening toegevoegd” ter uitvoering van de in het Veiligheids- & Gezondheidsplan opgenomen preventieve, coördinerende maatregelen en –middelen, inbegrepen de buitengewone collectieve en individuele beschermingsmaatregelen en – middelen. De kosten voor het uitvoeren van de Wettelijk verplichte maatregelen en beschermingen ter uitvoering van de Algemene preventieprincipes, zijn ingecalculeerd in mijn eenheidsprijzen, gezien die als vaste kosten worden aanzien. Ondergetekende – (datum, naam en functie + handtekening)
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Verklaring inschrijver/10
Dienst Logistiek
Vervangen van personenlift Bestek : 2010/515/CCH/TW/A
Verklaring Voorafgaandelijk bezoek De aannemer wordt geacht de toestand ter plaatse grondig bestudeerd te hebben, en met die toestand rekening te hebben gehouden in zijn offerte. Aanvragen om vergoeding wegens feiten of omstandigheden die hem konden bekend zijn, zijn dan ook niet ontvankelijk. Een voorafgaandelijk bezoek is raadzaam. Het voorafgaandelijk bezoek ter plaatse moet per telefax bevestigd worden aan de heer Albert COLMAN, telefax 02 512 10 75. Het attest van voorafgaandelijk bezoek zal door de leidend ambtenaar - of zijn afgevaardigde - tijdens dit bezoek afgetekend worden.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De heer, afgevaardigde van de leidend ambtenaar, verklaart dat de heer
.........................................................................................................................................................................................
in de hoedanigheid van
.........................................................................................................................................................................................
voor de aanneming
.........................................................................................................................................................................................
een voorafgaandelijk bezoek heeft gebracht op de volgende datum :........................................................................
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Verklaring/11
Dienst Logistiek
Bijlagen De volgende bijlagen worden bij mijn inschrijving gevoegd : Bijlage 1
Opdat zijn offerte als regelmatig zou kunnen worden beschouwd, dient de inschrijver voldaan te hebben aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de artikel 17bis.
Bijlage 2
Een bewijs dat de inschrijver voldaan heeft aan zijn verplichtingen betreffende de betaling van zijn belastingen en heffingen overeenkomstig de wetgeving van het land waar hij is gevestigd.
Bijlage 3
Een passende bankverklaring.
Bijlage 4
*/*
Bijlage 5
Een kopie van het getuigschrift van registratie.
Bijlage 6
Een kopie van de inschrijving op de lijst van erkende aannemers met categorie, ondercategorie en klasse.
Bijlage 7
*/*
Bijlage 8
Verklaring & meetstaat veiligheidscoördinatie.
Bijlage 9
De lijst van het materiaal of de materialen (handelsmerk en type) die de inschrijver heeft gekozen voor de posten vermeld in de meetstaat.
Gedaan te
.......................................................................................................
De inschrijver(s),
11/06/12 – 2012/515/CCH/TW/A – BE12-515
Deel 4-Verklaring/12
SAMENVATTENDE MEETSTAAT Aan de inschrijver wordt gevraagd de fouten te verbeteren en de lacunes aan te vullen die hij zou kunnen vastgesteld hebben in de samenvattende meetstaat ten opzichte van de plannen en het technisch bestek gemaakt door de auteur van het project. POST
OMSCHRIJVING
EENHEID
KWANTITEIT
PRIJS PER EENHEID
TOTALE PRIJS
76.10
Afbraak van bestaande lift
SOG
1
€ 0,00
€ 0,00
76.30
Elektrische lift met machinekamer
FH/St
1
€ 0,00
€ 0,00
76.90
Onderhoudsovereenkomst
FH/J
5
€ 0,00
€ 0,00
76.91
Uurloon onderhoudstechnicus voor interventies buiten het onderhoudscontract
FH/h/5J
50
€ 0,00
€ 0,00
76.92
Verplaatsingskosten voor interventies buiten het onderhoudscontract
FH/5J
15
€ 0,00
€ 0,00
De inschrijver
Totaal excl. btw
€ 0,00
btw 21%
€ 0,00
Algemeen totaall
€ 0,00
TOTALE PRIJS IN LETTERS
Gezien, onderzocht en aangevuld met de prijzen per eenheid, deelsommen en de totale som die gediend hebben om het bedrag vast te leggen in onderhavige inschrijving en die bestemd is om gevoegd te worden bij mijn inschrijvingsbiljet
Page 1 of 1