KWARTAALMAGAZINE OVER DE OPTIMALE WAARDE ® VAN SPORTFONDSEN NEDERLAND NV • JAARGANG 1, NR 3 DECEMBER 2005
DIENSTVERLENEND Winand Willingers
interim-manager met Sportfondsen
4
als backoffice
Wethouder zet de deur open voor
Sportfondsen Pekela
6
GEBUNDELDE KRACHT, GEDEELDE KENNIS
Branchespecialist in sporten recreatieverzekeringen
8
Veilig & Schoon
Alle neuzen
dezelfde kant op in Neede
10
CAO-Recreatie
Sportfondsen verloont medewerkers Sportbedrijf Amsterdam
Verlenging
exploitatieovereenkomst
14
12
VOORWOORD Sportfondsen: Optimale dienstverlening! Sportfondsen heeft een fantastisch jaar achter de rug. In 2006 gaan we verder op de ingezette koers. Een koers die nog eens uitgebreid aan de orde is geweest op de zeer succesvol verlopen Landelijke Managersdagen op 17 en 18 november. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat sleutel van het succes in handen ligt van de medewerkers. Jullie zorgen ervoor dat de klant 7 dagen per week, 52 weken per jaar, een leuke beleving bij ons heeft. Sportfondsen is naast exploitant ook dienstverlener en dat is misschien wat minder bekend. We zijn daarbij werkelijk van alle markten thuis: financiële administratie, exploitatiebegrotingen, accountancy, bouw, techniek, bedrijfsvoering, interimmanagement, marketing, automatisering, personeel, veiligheid... noem het maar op! Op ieder terrein heeft Sportfondsen zijn eigen specialisten. Specialisten die de zwemaccommodaties in Nederland graag van dienst zijn. De serviceverlening van Sportfondsen is breed en we hebben een maatschappelijk doel om het zwemmen centraal te houden en dat in optimale afstemming met gemeenten tot stand te brengen. De kracht van onze dienstverlening schuilt in de collectiviteit en de schat aan ervaring die we hebben opgedaan met onze eigen exploitaties. Het schaalvoordeel, de specifieke kennis en de vertrouwdheid met de branche stellen ons in staat accommodaties van dienst te zijn met hetzelfde ambitieniveau dat we hanteren bij de accommodaties waarvan we de volledige exploitatie op ons hebben genomen. In dit nummer van Sportfondsen Optimaal staat deze dienstverlening centraal. Lees alles over onze personele diensten, over verzekeringen en over het waarom gemeenten voor onze diensten kiezen. Tot slot van deze Sportfondsen Optimaal gaat mr. Annelies Neven in op de ins en outs van de aanbesteding van bestaande en nieuwe accommodaties. Een fenomeen waarmee Sportfondsen steeds vaker wordt geconfronteerd. Bij alles wat Sportfondsen doet is de kern van de Sportfondsen filosofie dat wij door samenwerking bij de exploitatie Optimale Waarde® kunnen creëren. Als rots in de branding bij tal van zaken die nu eenmaal altijd actueel zijn: van personeelszekerheid, publieksveiligheid en hygiëne tot verzekeringen, financiën en techniek. Tot slot wens ik jullie prettige kerstdagen en een gezond en gelukkig 2006. Drs. Robert J. Heusinkveld Marketing Manager Sportfondsen Nederland 2
Uitreiking 10-MILJOENSTE zwemdiploma Zaterdag 29 oktober ontving Robin Pouw uit IJsselstein het 10-miljoenste Nationale Zwemdiploma uit handen van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Pieter-Christiaan in het Efteling Theater in Kaatsheuvel. Robin zwom op 1 oktober 2005 af voor het A-diploma in Sportfondsen IJsselstein, zwembad De Hooghe Waerd. Alle kinderen die tussen augustus en half oktober afzwommen kregen in hun zwembad de Grote-Doe-Plaat van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. De mooiste kleurplaten en best opgeloste puzzels waren goed voor een dag in De Efteling. Daar werd per provincie een prijswinnaar geloot: de 12 gelukkigen kregen een prijzenpakket met onder meer een jaarabonnement op de Donald Duck en een lang weekend in een bungalow van Landal GreenParks. Omdat maandelijks gemiddeld 40.000 Nationale Zwemdiploma’s worden uitgereikt was het lastig te bepalen wie precies de 10-miljoenste had behaald. Uit de 12 winnaars werd door loting bepaald dat Robin Pouw het speciale diploma in ontvangst mocht nemen uit handen van Prins Pieter-Christiaan, de derde zoon van Prinses Margriet. Hij nam de honneurs waar voor zijn vader, Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, die wegens ziekte verhinderd was. ■
Samen op weg naar een
sportieve(re) samenleving Toen Sportfondsen in de jaren ’20 van de vorige eeuw werd opgericht, beschouwde men vrije tijd vooral als ‘resttijd’. Vrije tijd was belangrijk voor mensen, maar pas ver nadat ze voorzien waren van baan en inkomen. In de loop der jaren heeft vrije tijd echter veel meer aan betekenis gewonnen. Mensen vinden vrije tijd belangrijk en zijn bereid hier ook veel geld aan uit te geven. Het aanbod en de mogelijkheden om de vrije tijd te besteden, zijn logischerwijs dan ook enorm toegenomen. De vrijetijdsindustrie is niet langer de slagroom op de taart, maar een economische én sociale steunpilaar van onze samenleving.
Bijna 60% van de Nederlanders gaat tenminste 12 keer per jaar sporten. Onze structuur met ruim 29.000 sportverenigingen die 5 miljoen leden vertegenwoordigen, is uniek in de wereld. Door alle maatschappelijke veranderingen hebben de verenigingen het echter moeilijk om leden aan zich te binden. De meeste clubs kampen met een tekort aan (vrijwilligers)kader en worden bovendien vanuit de overheid geconfronteerd met steeds meer en complexere regelgeving. Verder krijgen de verenigingen in toenemende mate te maken met concurrentie van de ongeorganiseerde sport. Mensen willen zelf kunnen bepalen of en wanneer ze gaan sporten. Hierdoor komen er ook ‘nieuwe sporten’ bij. Joggen, skaten, golfen, skiën, fitness, aerobics en Nordic Walking zijn daar mooie voorbeelden van. Allemaal sporten met een overwegend recreatief karakter, die kunnen worden beoefend op een moment dat het uitkomt. Maar of het nu georganiseerd gebeurt of ongeorganiseerd: sport is en blijft voor veel Nederlanders belangrijk. Ook de overheid heeft met de nieuwe sportnota het maatschappelijk belang van sport nog eens vet onderstreept, zowel uit het oogpunt van gezondheid als van integratie en sociale samenhang. Sportverenigingen, gemeenten, onderwijs- en buurtinstellingen spelen een belangrijke rol om die sportieve samenleving in stand te houden en waar mogelijk nieuwe impulsen te geven. Ook wij zijn ons terdege bewust van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op dit gebied. Daarbij zoeken we nog meer dan voorheen de samenwerking op met gemeenten, met scholen, met het buurtwerk en natuurlijk ook met de sportverenigingen. Van oudsher heeft Sportfondsen een sterke band met vooral de zwemverenigingen. Deze blijven dan ook een aandachtsgroep. Wij kunnen en willen clubs en verenigingsbestuurders helpen hun activiteitenaanbod zo optimaal mogelijk af te stemmen op de wensen en eisen van hun (potentiële) leden. Met onze eigen clubconcepten (SportPlaza, Excellent Health Club, ClubAqua) willen
we daarnaast ook de ‘ongeorganiseerde sporter’ extra mogelijkheden bieden op structurele en gevarieerde sportbeoefening, al dan niet in groepsverband. Met name voor ouderen is dit dé manier bij uitstek om een sociaal isolement te voorkomen. Wij zijn van mening dat een sportieve samenleving in z’n totaliteit beter bestand is om tegenslagen op te vangen. Wij willen daar graag ons steentje aan bijdragen. Wat Sportfondsen doet is sociaal relevant. Via alle gezamenlijke activiteiten leveren wij een belangrijke bijdrage aan de fysieke en mentale conditie van onze miljoenen bezoekers. En naast de betekenis als werkgever stimuleert onze sector met zijn sportieve ontspanningsproduct de productiviteit van anderen en we bestrijden bovendien verzuim. Dat kweekt begrip en waardering en bevordert integratie. Of zoals Henk van Waveren, stadsdeelvoorzitter van De Baasjes in Amsterdam, het in de eerste Sportfondsen Optimaal zo treffend omschreef: “SportPlaza Mercator is een plek om elkaar te ontmoeten.” Wij nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid en we hopen dat de overheid, na stap 1 met de sportnota, ook nog enkele vervolgstappen wil zetten. Zo is het wenselijk dat de regels omtrent de verstrekking van bedrijfssport en –fitness worden versoepeld en het behoeft ook geen betoog dat gemeenten koste wat het kost moeten proberen het schoolzwemmen in stand te houden. Tot slot, en nu preek ik echt niet alleen voor eigen parochie, zouden veel gemeenten, sportbedrijven en sportstichtingen die zwembaden en sporthallen beheren, er verstandig aan doen deze accommodaties aan te laten sluiten bij een open en vertrouwenwekkende partner als Sportfondsen. En dus ook optimaal gebruik te maken van onze dienstverlening op maat. Gemeenten schudden daarmee niet alleen veel sores van zich af, maar het is ook een stap dichterbij een sportieve(re) samenleving. Wij geloven in Optimale Waarde door optimale samenwerking. Graag maak ik dan ook gebruik van deze column alle Sportfondsen betrokkenen: de ruim 90 gemeenten, vele sportverenigingen, de 25 miljoen bezoekers en 3300 accomodatiemedewerkers te bedanken voor hun betrokkenheid bij sport met de Sportfondsen Groep. Ik wens allen Prettige Feestdagen toe. Han Witvoet, algemeen directeur Sportfondsen Nederland 3
INTERIM-MANAGER met Sportfondsen als backoffice
Winand Willigers: “Als je via Sportfondsen gedetacheerd bent, kun je ook gebruik maken van de kennis en expertise”
4
Winand Willigers was vroeger een meer dan verdienstelijk zwemmer. Met zijn persoonlijke records van 50.9 en 1.53 op de 100 en 200 vrij behoorde hij tot de nationale top en met het estafetteteam was hij zelfs in de race om zich te plaatsen voor de Olympische Spelen van Seoel in 1988. Die missie slaagde niet. “Wij hadden toen nog geen Pieter van den den Hoogenband in onze ploeg”, lacht de 41-jarige inwoner van Eijsden, die overigens bij de Maastrichtse Zwem & Polo Club wel heeft (af)getraind onder leiding van Pieters huidige coach Jacco Verhaeren. Anno 2005 levert Winand Willigers overigens nog steeds een topprestatie. Niet als zwemmer, maar als directeur en interim-manager in Limburg. Hij is momenteel verantwoordelijk voor drie accommodaties in Born, Kerkrade en Maastricht. “Ik maak bij de bedrijfsvoering dankbaar gebruik van mijn eigen praktijkervaring als zwemmer én de dienstverlening van Sportfondsen.” Na achtereenvolgens het CIOS en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Sittard te hebben afgerond, werd Winand Willigers door een professor uitgenodigd om in Amerika te komen zwemmen én te studeren (nogmaals Lichamelijke Opvoeding plus Business Management). Hij bracht in totaal 4,5 jaar door in ‘The States’ en keerde in 1989 terug naar Nederland. Na een korte carrière in het onderwijs werd Willigers
bedrijfsleider van een zwembad(je) in Voerendaal. Na drie jaar kwam hij in aanraking met de Sportfondsen-organisatie en vervolgens was hij drie jaar lang clustermanager van De Does in Leiderdorp en Het Wedde in Voorschoten. “Inmiddels had ik een vriendin leren kennen in Maastricht en wilde ik weer terug naar het zuiden. Helaas waren de Sportfondsenbaden in Limburg op dat moment al voorzien”, aldus Willigers, die als ‘alternatief’ manager werd van drie vestigingen van Start Uitzendbureau.
Het Anker Maar het bloed kroop toch waar het niet gaan kon en in 1998 ging Winand Willigers in op een aanbod van de Raad van Beheer van Het Anker om een privatiseringstraject te begeleiden van sport- en recreatiecentrum Het Anker in Born (gemeente Sittard). “Dat proces was in 2001 voltooid. Sindsdien is Het Anker eigendom van drie partijen: Sportfondsen, Medisport
en ik heb zelf ook een deel van de aandelen”, vertelt Winand Willigers, die werd aangesteld als directeur. Ondertussen was hij in 2000 ook directeur geworden van recreatiecentrum D’r Pool in Kerkrade, eveneens een Sportfondsen-accommodatie. En alsof hij het nog niet druk genoeg had, ‘doet’ Winand sinds kort – net als in Kerkrade op detacheringsbasis – het interim-management van het gemeentelijk zwembad De Dousberg in Maastricht. “Toen de gemeente Maastricht mij benaderde voor deze klus, heb ik een constructie voorgesteld waarbij ik gedetacheerd zou worden vanuit Sportfondsen. Dat was verreweg de meest praktische oplossing, omdat ik ook voor Het Anker en D’r Pool al veel met Sportfondsen te maken heb en ik sowieso goed op de hoogte ben van de brede en gespecialiseerde dienstverlening die ‘wij’ bieden. Als je via Sportfondsen gedetacheerd bent, kun je ook gebruik maken van de kennis en expertise. Het is een prettig wetenschap dat je bij een eventuele calamiteit altijd kunt terugvallen op de kracht en omvang van ‘onze’ organisatie.”
Gunstige voorwaarden “In augustus heb ik met behulp van Sportfondsen een quick-scan van de accommodatie in Maastricht gemaakt en vervolgens voor 2006 een plan van aanpak opgesteld”, vervolgt Winand Willigers. “Pas als je in de keuken van een niet-Sportfondsen-organisatie kunt kijken, merk je pas hoe goed de zaken bij ‘ons’ zijn geregeld en hoe compleet de dienstverlening van Sportfondsen eigenlijk is. Ik denk dat de meeste medewerkers zich dat niet voldoende realiseren. Men vindt het al snel normaal, maar neem maar van mij aan, dat dat echt bijzonder is in deze branche. Ik loop in Maastricht nog regelmatig tegen problemen aan, waar Sportfondsen allang oplossingen voor heeft bedacht. Inmiddels maak ik met Maastricht al gebruik van sommige collectieve diensten en voorzieningen van Sportfondsen. Daarmee besparen we veel tijd en uiteraard ook geld. Want dankzij collectieve inkoopcontacten is Sportfondsen met een aantal leveranciers gunstige voorwaarden overeengekomen, waar wij in Maastricht eveneens van kunnen profiteren. Bij het opstellen van het Plan van Aanpak heb ik elk onderdeel vergeleken met de prijs-/kwaliteitsverhouding bij Sportfondsen. In een aantal gevallen bleek het veel verstandiger diensten voortaan uit te besteden aan Sportfondsen.” Hij mag dan veelal een beroep doen op de ondersteuning van Sportfondsen, maar toch zal het voor Winand Willigers geen gemakkelijke opgave zijn om zijn aandacht en vooral tijd goed te verdelen over ‘zijn’ drie accommodaties. “Op papier werk ik 5 dagdelen voor Het Anker, 3 dagdelen in Kerkrade, 2 dagdelen in Kerkrade en 3 dagdelen in Maastricht. In de praktijk komen daar zo links en rechts nog wel wat uren bij. Gelukkig kan ik gestructureerd werken en met een laptop en mobiele telefoon ben je natuurlijk ook niet zo gebonden aan een vaste werkplek. Bovendien liggen Kerkrade, Maastricht en Born binnen een straal van 35 kilometer, dus ik verlies niet veel reistijd. Daarbij is het ook een geruststellende gedachte om Sportfondsen als backoffice te hebben.” ■ 5
Bij wethouder Alko Lammersma in Pekela staat de deur altijd open. Als burgers iets op hun lever hebben, dan kunnen ze zo naar binnen lopen bij de man die tevens voorzitter is van de plaatselijke sportstichting. In die hoedanigheid heeft Lammersma sinds 1 juli 2005 ook voor Sportfondsen Nederland de deur opengezet. Als interim-manager van Sportcentrum Atlantis welteverstaan. Sterker nog, als het aan hem ligt krijgt Sportfondsen binnenkort definitief de sleutel van deze accommodatie. Zegt ook de gemeenteraad in januari ‘ja’, dan is Sportfondsen Pekela een feit.
Wethouder zet de deur open voor Sportfondsen Pekela Lammersma (bijna 63) is een van de twee fulltime-wethouders in de gemeente Pekela, sinds de herindeling in 1990 de eenheidsnaam voor Oude Pekela, Nieuwe Pekela en Boven Pekela, samen goed voor zo’n 13.500 inwoners. Hij heeft met ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, verkeer & vervoer, sport en milieu een zware portefeuille. Dat hij daarnaast ook nog de voorzittershamer van de sportstichting hanteert, is noodzaak, zo legt Lammersma uit. “Toen het vorige bestuur in januari 2005 ermee stopte, hebben we er als gemeente voor gekozen voorlopig een interim-bestuur aan te stellen met daarin enkele ambtelijke medewerkers en de verantwoordelijke wethouder sportzaken als voorzitter”, aldus Lammersma, die vroeger altijd in de energiesector heeft gewerkt. Na 16 jaar fractievoorzitter van de PvdA te zijn geweest en twee jaar raadslid, werd hij 4,5 jaar geleden wethouder. Daarnaast is hij zijn ‘hele leven lang’ al actief in de sport, eerst als beoefenaar en leraar van judo en jiujitsu (zwarte band!) en daarna als bestuurder van de judo- en handbalvereniging en de Sportraad Oude Pekela, de belangenorganisatie van alle sportverenigingen in het dorp.
Sporthart “Besturen en sport heeft mij altijd getrokken. Toen ik 18 jaar was zat ik al in het bestuur van de judovereniging in Winschoten. In totaal heb ik 42 jaar onafgebroken bestuursfuncties vervuld in de sport en de politiek. Toen ik fractievoorzitter werd van de PvdA moest ik na acht jaar stoppen als voorzitter van de Sportraad, om belangenverstrengeling te voorkomen. Men verweet mij wel eens dat ik sport als de heilige koe beschouwde. Daar zaten ze denk ik niet zo heel ver naast...” Hoewel Lammersma die eer niet naar zich toe wil trekken, kan het haast geen toeval zijn dat Pekela volgens de CBS-cijfers met 6
€ 78,- per hoofd van de bevolking per jaar bijna twee keer zo veel in sport investeert dan het landelijk gemiddelde. Hoe dan ook: het sporthart van Lammersma bleef ook na zijn vertrek bij de Sportraad wel gewoon doorkloppen en dus was het geen verrassing dat hij als wethouder ook de sport kreeg toebedeeld. En daarmee ook gelijk geconfronteerd werd met de exploitatieproblemen van Atlantis. Lammersma vertelt: “Bij de
herindeling in 1990 besloot de gemeenteraad de twee openluchtbaden in Oude Pekela en Nieuwe Pekela te sluiten en in plaats daarvan een nieuw, overdekt subtropisch zwembad te bouwen tegen de voormalige sporthal Wenakker aan. Het nieuwe complex, waarbij de sporthal werd geïntegreerd, werd Atlantis gedoopt en bood tevens ruimte voor een professionele dojo voor de judoclub. Sinds enkele jaren vallen het beheer van Atlantis en Sporthal De Spil onder de Sportstichting Pekela.”
Vak apart Omdat de sportstichting er maar niet in slaagde de jaarlijkse tekorten van vooral het zwembadgedeelte in Atlantis weg te werken, gaf de gemeenteraad de opdracht naar andere exploitatiemodellen te kijken. Maar wél onder één voorwaarde: het personeel mag niet (weer) in dienst komen van de gemeente. Lammersma: “We hebben toen met twee externe partijen gesproken en uiteindelijk kregen we ‘overall’ van Sportfondsen Nederland de beste indruk. Sinds 1 juli 2005 is Erik Koudijs verantwoordelijk voor het interim-management van Sportcentrum Atlantis. De samenwerking met Sportfondsen Nederland beviel zo goed, dat we het snel eens waren over de beoogde nieuwe constructie.” Lammersma is vol lof over de ondersteuning van Sportfondsen Nederland en van Erik Koudijs in het bijzonder. “Ze hebben ons heel erg goed geholpen om de trein weer op de rails te krijgen en ook bij het uitstippelen van de nieuwe koers. Het exploiteren van dit soort accommodaties is toch een vak apart. Daar heb je professionals voor nodig die het klappen van de zweep kennen. Die mensen zitten bij Sportfondsen en niet bij een gemeente. Of dat nou Pekela is of waar dan ook. Het grote probleem bij deze accommodaties is: ze worden neergezet door een gemeente en vervolgens begint het management zonder enig startkapitaal. Dan krijg je de eerste jaren onherroepelijk te maken met een exploitatietekort en dat is moeilijk weg te werken.”
Wethouder Alko Lammersma: “Ik zie de samenwerking helemaal zitten!”
Groen licht Dat de gemeenteraad bij de besluitvorming niet over een nacht ijs wil gaan, bewijst de wens om een bezoek te brengen aan een andere Sportfondsenaccommodatie. Lammersma: “Toen wij die behoefte kenbaar maakten bij Erik Koudijs, had hij in no-time geregeld dat we in Neede langs konden komen. De raad en het college waren daarbij nagenoeg voltallig aanwezig. Ik vind het goed van de raad dat men graag wil weten met wie we in zee gaan, alvorens ze een dergelijk besluit gaan nemen. Van Sportfondsen, op haar beurt, is het goed dat we zo snel welkom waren en men ons een uitgebreid kijkje in de keuken gunde. Dat geeft ook vertrouwen voor een prettige samenwerking in de toekomst!” De beoogde NV Sportfondsen Pekela wordt verantwoordelijk voor de exploitatie van Atlantis. Daarmee krijgen zes personeelsleden een andere werkgever. Lammersma: “We hebben eigenlijk over alles wel een akkoord bereikt met Sportfondsen. Wat mij betreft staan alle lichten op groen, de gemeenteraad is nu aan zet.” ■ 7
GEBUNDELDE KRACHT, GEDEELDE KENNIS
Branchespecialist
in sport- en recreatieverzekeringen
beter, slimmer of goedkoper zou kunnen.
Sportfondsen als verzekeringstussenpersoon voor de concurrent? “Ja, waarom niet?!” zegt Hans Lindeman, Hoofd Personeel & Organisatie bij Sportfondsen Nederland. “Mede dankzij de nauwe samenwerking met de onafhankelijke makelaar SEZ durven wij onszelf inmiddels branchespecialist in sport- en recreatievoorzieningen te noemen. Iedereen in de branche mag gebruik maken van onze expertise. Dat beperkt zich niet tot Sportfondsenaccommodaties. Ook gemeenten en particuliere organisaties die in de sporten recreatiesector actief zijn, kunnen bijvoorbeeld een beroep op ons doen. In totaal bieden wij zo’n 30 verschillende verzekeringen op het gebied van schade en zorg. Stuk voor stuk van een hoge kwaliteit en ‘op maat’ gemaakt voor de branche. En we hebben ondertussen ook de nodige expertise opgedaan in het buitenland, dus onze dienstverlening houdt niet op bij de landsgrenzen.”
Althans, men vroeg het zich misschien
Maatwerk
Het verzekeringsproduct is bij Sportfondsen tot voor kort altijd wat onderbelicht geweest. Natuurlijk, de gebruikelijke en meest noodzakelijke risico’s waren gedekt, maar niemand in de organisatie vroeg zich af of het
wel af, maar gezien de complexiteit van de materie ontbrak het vervolgens aan de kennis om het uit te zoeken. Die kennis is sinds 1 januari 2004 wel in huis in de persoon van Jessica Houtman. Zij heeft als gediplomeerd insurancemanager al een aantal interessante kortingen kunnen bedingen voor collectieve verzekeringen waar niet alleen Sportfondsenaccommodaties, maar ook andere partijen in de branche van kunnen profiteren. Sportfondsen Verzekeringen? Dat vraagt om nadere tekst en uitleg.
8
De combinatie van kennis van verzekeringen en de markt, dreef Sportfondsen Nederland en SEZ (Specialist in Employee Benefits en Zorgverzekeringen) in 2004 in elkaars armen. “Wij kennen SEZ-directeur Gerard Massaar al uit de tijd dat hij nog directeur was van Geové Verzekeringen, waar Sportfondsen Nederland en de aangesloten accommodaties vele polissen hadden ondergebracht. Vooral voor de ‘medische verzekeringen’, zeg maar ziektekosten, arbeidsongeschiktheid, ziekteverzuim en ongevallen. Bij SEZ hebben ze zich verder op dit gebied gespecialiseerd en daar hebben wij maximaal gebruik van gemaakt. Vandaar dat we ook besloten hebben onze krachten te bundelen en onze kennis te delen. Uiteindelijk is daar een maatwerkpakket voor de hele branche uit voortgekomen.” Het gaat Hans Lindeman wat ver om te stellen dat verzekeringen bij Sportfondsen in de 34 (!) jaar dat hij nu voor de organisatie werkt, altijd onvoldoende zijn geweest. “Maar het is een feit dat we er gewoon te weinig professionele begeleiding aan hebben gegeven. Want sinds de komst van Jessica hebben we toch al behoorlijk wat successen geboekt.” De insurancemanager vertelt: “We hebben in eerste instantie als team, samen met SEZ, al onze lopende verzekeringen doorgelicht. Waar is wat verzekerd? Vervolgens zijn we met diverse aanbieders gaan praten om zo veel mogelijk collectieve verzekeringen af te sluiten. In de meeste gevallen konden we lagere premies en betere voorwaarden bedingen.”
Leuk tarief Jessica Houtman noemt enkele voorbeelden van het ‘collectiviteitsvoordeel’: “We hebben het eigen risico van de collectieve brandverzekering voor beveiligde accommodaties kunnen halveren. Daarnaast is de premie voor de brand- én de aansprakelijkheidsverzekering sinds 1 januari 2005 met 10% gedaald. We verwachten dat we de premie voor aansprakelijkheid nog verder naar beneden kunnen krijgen. Dat zou best bijzonder zijn, want het is voor zwembaden bepaald niet eenvoudig om dit risico voor een leuk tarief te dekken. Daarnaast hebben we de afgelopen twee jaar nog een aantal collectieve verzekeringen opgestart, zoals het ziekenfonds voor werknemers (straks de basisverzekering), en verder hebben we de dekking van het ANW-hiaat (Algemene Nabestaanden Wet) bij onze medewerkers opnieuw onder de aandacht gebracht. Daar hadden we al een verzekering voor, maar er hebben zich nu veel nieuwe mensen voor aangemeld. Verder kunnen medewerkers van Sportfondsen Nederland en de accommodaties met korting een reisverzekering via ons afsluiten.” Maar dat is nog niet alles. Veel accommodaties hebben zich (vrijwillig en tegen een laag tarief) aangesloten bij de collectieve glasverzekering en ook de collectieve machinebreukverzekering is een stuk aantrekkelijker dan alle losse polissen die men had lopen. En dan was er ook nog de sterk verouderde bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, die dankzij de inspanningen van
Sportfondsen Verzekeringen weer is aangepast aan de moderne tijd. Jessica Houtman: “We hebben hiervoor een nieuw contract kunnen afsluiten met een hogere dekking.”
Behoefte “De collectieve inkoop scheelt gewoon in de prijs, maar ook de schadeafhandeling gaat op deze manier veel sneller dan bij al die verschillende polissen”, noemt Gerard Massaar nog maar eens een extra voordeel van Sportfondsen Verzekeringen. Hij vervolgt: “Wij hebben de laatste tijd op districtsvergaderingen veel presentaties voor lokale managers gehouden. Over de nieuwe zorgverzekering en andere ontwikkelingen waar ze mee te maken krijgen, zoals de nieuwe WAO-regeling. De medewerkers van Sportfondsen kunnen daarnaast ook gebruik maken van de speciale helpdesk die wij hebben ingericht om vragen over de nieuwe zorgverzekeringswet te beantwoorden.” Hans Lindeman, tot slot, is ervan overtuigd dat Sportfondsen Verzekeringen voorziet in een behoefte. “Onze verzekeringen zijn helemaal toegespitst op welzijn, sport en recreatie. Door de collectieve afname kunnen we lagere premies en betere voorwaarden bieden. Andere partijen hoeven daardoor niet meer het wiel opnieuw uit te vinden. Bovendien kunnen we, door onze kennis van de branche én de verzekeringswereld, direct inspelen op actuele wijzigingen.” ■ 9
Nicole Pierik voelt zich bij Sport-& Recreatiecentrum ’t Spilbroek in het Gelderse Neede als een vis in het water. ‘Haar’ accommodatie behaalde in februari 2005 het Keurmerk Veilig & Schoon en hoewel ze blij is met de bijbehorende stickers en andere uitingen, merkt Pierik vooral dat het keurmerk haar helpt bij haar taken als manager. “En het is ook voor de bezoekers goed om te zien, dat we hier continu werken aan de kwaliteit van het bad.”
Nicole Pierik: “Bezoekers voelen zich prettig als je de zaak intern op orde hebt”
Alle neuzen dezelfde Eigenlijk was Nicole Pierik voorbestemd om sportleraar te worden. Ze voltooide de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) in Zwolle, maar een zware knieblessure dreef haar een andere richting op. Uiteindelijk belandde Pierik als intercedente bij Randstad en daar werkte ze jarenlang met veel plezier vanuit de vestigingen Lichtenvoorde en Doetinchem.. “Maar op een gegeven moment wilde ik toch wat verder. Ik ben best ambitieus en toen het mij duidelijk werd, dat de doorgroeimogelijkheden bij Randstad beperkt waren, besloot ik te gaan solliciteren”, aldus de inwoonster van Lichtenvoorde, wiens oog viel op een vacature bij Sportfondsen Neede. “De combinatie van een organisatorische functie in een sportieve omgeving, sprak mij gelijk aan. Ik heb weliswaar geen echte zwemhistorie, maar wel een sportachtergrond, dus zo was er ook nog een link met mijn ALO-opleiding.” Ze werd aangenomen en kon in maart 2004 aan de slag in Neede. In eerste instantie als hoofd zwemzaken/plaatsvervangend manager. 10
Veilig & Schoon Vanaf 1 juli van dit jaar is de 34-jarige Pierik locatiemanager van het complete sport- en recreatiecentrum in Neede. Zwembad, sporthal en horeca. Met ingang van 1 januari krijgt ’t Spilbroek er ook een fitnessfaciliteit bij en wordt de locatie omgedoopt in SportPlaza Neede. Nicole Pierik: “Dat nieuws is vers van de pers. De fitnesszaal komt in het oude horecagedeelte, dat tot voor kort in gebruik was als vergaderruimte. Met fitness erbij zijn we hier helemaal compleet. De verwachting is dat we eind 2006 zo’n 400 SportPlazaleden hebben.” “Ik zit wel veel op kantoor om dingen te regelen, maar geef ook nog steeds 4 á 5 uur zwemles in de week. Dat vind ik niet alleen leuk om te doen, het is vaak ook nodig, want het is echt onze core business. Gemiddeld krijgen hier ongeveer 350 kinderen twee keer per week zwemles. Twee jaar geleden waren dat er ongeveer 250.” Naast de explosieve groei van de zwemlessen, is Nicole Pierik ook verguld met het behaalde Keurmerk Veilig & Schoon. “Je moet wel van alles heel gedetailleerd bijhouden in logboeken en dat kost wel
Het INK-model in een notendop Sandra Linders is bij Sportfondsen Nederland verantwoordelijk voor alles wat met kwaliteitsmanagement te maken heeft en dus ook met de invoering van het INK-model. Zij legt – in een notendop – de bedoeling uit: “Sportfondsen streeft in alle opzichten naar optimale waarde, zowel op het gebied van dienstverlening als de kwaliteit van de accommodaties. Om dat te bereiken maken we gebruik van het INK-managementmodel, dat voor een excellente onderneming uitgaat van vijf fundamentele succesfactoren: leiderschap met lef (vasthouden, doorzetten, beslissingen durven nemen, grenzen van kaders durven opzoeken), resultaatgerichtheid (meten, kwetsbaar durven opstellen, de balans zoeken tussen klanttevredenheid, medewerkerstevredenheid en financiële resultaten), continu verbeteren, transparantie (doorvertalen visie en missie naar de rest van het bedrijf) en samenwerking (benut ook het talent van de medewerkers en leveranciers). Sportfondsen heeft een aantal diensten ontwikkeld die aansluiten bij deze succesfactoren. Denk dan aan onderzoek, opleiding en een accommodatiescan waarin de accommodatie naar een concreet verbeterplan wordt begeleid. Wij willen het INK-model – een groeimodel dat langzaam en beheerst doorlopen kan worden - graag integraal toepassen bij al onze accommodaties, maar ook gemeentelijke accommodaties en andere exploitanten kunnen bij ons een beroep op deze dienstverlening doen.”
kant op in Neede wat extra werk, maar op den duur bespaart het je zeker tijd. Bovendien is het gewoon goed om bepaalde zaken op papier te hebben staan. Arbo- of personeelszaken, hygiëne, techniek en veiligheid, maar bijvoorbeeld ook een lijst met de diploma’s van alle medewerkers. Als je intern alles goed op orde hebt, dan straalt dat ook af naar de bezoekers.”
Spiegel Om de interne kwaliteit nog verder te verbeteren, werkt Sportfondsen Neede. sinds begin 2005 met het zogenaamde INK-model, een uit Amerika overgewaaide werkwijze die Sportfondsen Nederland in alle accommodaties wil introduceren. “Wij zijn nu als een van de eerste accommodaties bezig met een zelfevaluatie door middel van de Sportfondsen Monitor”, vertelt Nicole Pierik. “Het is een manier om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, inzicht te krijgen in je interne kwaliteit en meer als een team te functioneren. Door middel van een vragenlijst die door het managementteam is ingevuld, kwamen wij er bijvoorbeeld achter dat bepaalde informatie vanuit het managementteam bleef
‘hangen’. Sommige zaken bereikten de werkvloer niet. Dat hebben we nu ondervangen door de notulen van het Management Team vrij te geven. Daar is niets geheims aan en zo weet ook iedereen exact wat er besproken is.” “Met het INK-model word je een spiegel voorgehouden. Zo zijn wij erachter gekomen dat wij als team in grote lijnen wel hetzelfde denken, maar niet altijd hetzelfde doen. Er gebeurde nog steeds teveel ad hoc. Door het Keurmerk Veilig & Schoon is er al veel op dit gebied verbeterd, maar we moeten ons nog meer realiseren dat we het met z’n allen moeten doen. Daarom hebben we een overlegstructuur voor alle medewerkers en afdelingen ingevoerd, zodat we consequenter met elkaar rond de tafel zitten om dingen te bespreken. De mensen ervaren dat als prettig en het geeft ook meer werkplezier”, aldus Nicole Pierik, die zich inmiddels helemaal in haar element voelt in Neede. “Ik ben blij dat ik hier werk en ben ook gewoon trots op het bad dat een echte Sportfondsen-uitstraling heeft. Ik dacht dat ik altijd Randstad-blauw bloed had, maar het begint nu meer en meer te veranderen in Sportfondsen-blauwgroen!”
■ 11
Sebastiaan Baauw: “CAO-Recreatie past veel beter bij ons!”
Sportfondsen verloont medewerkers Sportbedrijf Amstelveen
Het is voor de 75 medewerkers van de Stichting Amstelveens Sportbedrijf (SAS) nog steeds wel een beetje wennen. Hun werk is niet veranderd, maar hun loonstrook krijgen ze voortaan van Sportfondsen Nederland. “Een nieuwe salarisstrook, een andere CAO en een andere datum waarop het salaris wordt uitbetaald. Je moet niet onderschatten hoeveel impact dat op mensen heeft. Zoiets vergt een gedegen voorbereiding en veel overleg”, kijkt Sebastiaan Baauw terug op de maanden die vooraf gingen aan D-Day, 1 april 2005, de datum van de overgang. “Het heeft ons vooral ook veel inzicht opgeleverd in ons eigen proces.” 12
Sebastiaan Baauw is personeelsfunctionaris ad interim van de SAS en nauw betrokken bij de uitbesteding van de verloning, net als Theo Schotanus, Hoofd Salarisadministratie & Personele Diensten bij Sportfondsen Nederland. Sebastiaan Baauw: “De SAS is medio 2001 ontstaan als een zelfstandige stichting vanuit de dienst Sport & Recreatie van de gemeente Amstelveen. Wij beheren sindsdien alle sportparken en –accommodaties in Amstelveen. Onze medewerkers vielen onder de gemeentelijke CAO (lees CAR-UWO), maar die sluit niet goed aan bij hun werkzaamheden. Het grootste deel van ons personeel, zo’n 90%, werkt in een zwembad of sporthal. Bij hen past de CAO-Recreatie eigenlijk veel beter, als je bijvoorbeeld kijkt naar inroostering, contractvormen en toeslagen.” Toen het besluit eenmaal was genomen om de SAS-medewerkers onder te brengen bij de CAO-Recreatie, kwam men in Amstelveen tot de conclusie dat de kennis ontbrak om de administratieve ‘rompslomp’ rondom deze overgang af te handelen. Baauw: “We hebben toen met verschillende organisaties gesproken en op directieniveau was er gelijk een ‘klik’ met Sportfondsen Nederland. Al pratende kwamen we op de oplossing uit om de betreffende medewerkers uiteindelijk ook via Sportfondsen Diensten te gaan verlonen.” Dit hield in, dat niet alleen de CAO veranderde per 1 april 2005, maar dat ook gelijk de salarisadministratie werd overgedragen. Voor die tijd moest er echter nog heel wat werk worden verzet. Overleg met de vakbonden, met de Ondernemingsraad en natuurlijk ook en vooral met de mensen zelf. Baauw: “Sportfondsen Diensten heeft ons tijdens dat hele traject uitstekend begeleid.”
Kennispartner Theo Schotanus: “Er komt, ook administratief, heel wat kijken bij een dergelijke stap. De SAS-medewerkers hadden allerlei afwijkende regelingen en toeslagen, dus daar moest een soort overgangsperiode voor komen”. Baauw zuchtend: “Oef, we hebben in die maanden heel wat keren bij elkaar gezeten om de boel te stroomlijnen. Op sommige dagen hebben we echt iedere individuele medewerker helemaal doorgenomen, om te kijken of we niets vergeten waren. Bij twijfel belden we elkaar direct. Korte lijnen. Check, check, dubbel-check. Achteraf ben ik wel blij dat we het zo gedaan hebben. Het was toen ontzettend veel werk, maar daarmee hebben we bij de invoering wel veel problemen weten te voorkomen.” Schotanus vult aan: “We kennen weliswaar alle ins en outs van de CAORecreatie. Maar een overgang van de ene naar de andere CAO, op een dergelijk grote schaal, was voor ons ook de eerste keer. Nu we deze ervaring eenmaal hebben, is Sportfondsen Diensten voor andere organisaties die gemeentelijke sportaccommodaties beheren, een aantrekkelijke kennispartner.”
Realistisch Er werd zowel door de SAS als Sportfondsen Nederland vol spanning uitgekeken naar de maand april. Beide partijen bleken echter niet voor niets zoveel tijd in de voorbereiding te hebben gestoken, want het hele proces ‘rondom’ de eerste nieuwe salarisstrook liep van een leien dakje. Nu de samenwerking eenmaal goed op gang is, merken Sebastiaan Baauw en ‘zijn’ medewerkers nog veel meer voordelen in de dagelijkse praktijk. Baauw: “Bij de gemeente moest je mutaties zes weken van tevoren doorgeven, bij Sportfondsen zijn ze in staat om kleine aanpassingen 24 uur voordat de loonstroken worden verstuurd, nog te verwerken. Een ander voordeel is, dat de SAS nu lid is van de branchevereniging RECRON, welke veel beter aansluit dan de VNG, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.” “Ik zeg niet dat we nooit meer fouten zullen maken, maar die proberen we uiteraard wel zo veel mogelijk te vermijden. Daarom sturen we de proefloonstroken voor de zekerheid toch nog even ter controle naar de SAS”, aldus Schotanus. Overigens zal de SAS waarschijnlijk ook als eerste niet-Sportfondsenaccommodatie gebruik gaan maken van het nieuwe Personeels Informatie Systeem dat Sportfondsen Diensten per 1 januari 2006 introduceert. Schotanus: “NAW-, CAO- en salarisgegevens staan allemaal in dezelfde database op een terminalserver, waar bijvoorbeeld de SAS mutaties zelf kan bijhouden. Daarmee wordt de kans op fouten nog verder teruggebracht.” Het moge duidelijk zijn: Sportfondsen en de SAS klikken nog steeds en allang niet meer alleen op directieniveau. Baauw: “Een van de overeenkomsten is dat we allebei een moeilijke klus durven aan te pakken en dat we ons bij eventuele tegenslagen niet uit het veld laten slaan. We zijn realistisch en helpen elkaars fouten te herstellen. Dat is de basis voor een succesvolle samenwerking.”
■ 13
Verlenging exploitatie-overeenkomst De laatste tijd krijgen gemeenten steeds vaker het advies, dat ze voor het verlengen van een exploitatiecontract met Sportfondsen verplicht zijn de regels van Europese aanbesteding te volgen. Volgens advocate Annelies Neven, gespecialiseerd in het aanbestedingsrecht, geldt deze verplichting echter lang niet voor alle contracten. “De materie is redelijk ingewikkeld en sommige gemeenten nemen daarom maar het zekere voor het onzekere. Maar dat hoeft niet. Althans, het verdient aanbeveling om de regelgeving goed te interpreteren, want Europees aanbesteden kost gemeenten niet alleen meer tijd, maar vaak ook meer geld.” Annelies Neven treedt namens haar kantoor Boekel De Nerée in Amsterdam op als advocaat van Sportfondsen Nederland als het gaat om aanbestedingszaken. “De vraag is meestal of een gemeente een aanbestedingsplicht heeft als de bestaande contracten tussen de gemeente en Sportfondsen worden opengebroken”, aldus de juriste, die voor de duidelijkheid nog even de algemene regelgeving uitlegt. “De bepalingen op het gebied van aanbestedingen staan in het EG-verdrag en zijn uitgewerkt in richtlijnen. Voor Europese aanbestedingen geldt sinds 1 december 2005 in Nederland de zogenoemde richtlijn 2004/18. Het gaat dan zowel om werken, leveringen en diensten en bij de diensten wordt weer onderscheid gemaakt in twee categorieën. In principe geldt voor alle opdrachten boven een bepaalde drempelwaarde een aanbestedingsplicht, met uitzondering van diensten ten behoeve van cultuur, sport en recreatie. Op deze zogenaamde 1b-diensten is een verlicht aanbestedingsregime van toepassing.”
Gezonde concurrentie Neven vervolgt: “Dit verlichte regime betekent dat er bij exploitatie-overeenkomsten van een multifunctionele (zwem)voorziening niet altijd een aanstedingsprocedure hoeft te worden gevolgd, zoals is beschreven in de richtlijn. De gemeente kan volstaan met het achteraf melden bij de Europese Commissie met welke partij een overeenkomst is gesloten. Maar het Hof van Justitie heeft wél bepaald dat de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht van toepassing zijn en dat betekent dat je als gemeente bij het gunnen van de opdracht een ‘passende mate van openbaarheid’ moet betrachten. In het kader van de gezonde concurrentie moeten in sommige gevallen dus toch meerdere partijen de kans krijgen mee te dingen naar een opdracht en moet je als gemeente vóóraf inzicht geven in de selectieprocedure. Maar toepassing van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht betekent niet dat alle overheidsop14
drachten nu zouden moeten worden aanbesteed. Zo kan het zijn dat de dienstverlening zo specifiek is, dat er helemaal geen andere concurrenten zijn en ook de relatief lage waarde van een opdracht kan een overweging zijn om alleen achteraf melding te doen. In feite moet je het dus van geval tot geval beoordelen.”
Contact De boodschap is duidelijk: gemeenten let op! Ook al willen sommige adviesbureaus u anders doen geloven, Europese aanbesteding is echt niet altijd noodzakelijk als het om exploitatie-, huur- en/of licentie-service-overeenkomsten in de sector sport en recreatie gaat. Schroom bij twijfel niet contact op te nemen via Sportfondsen Nederland. (
[email protected]) ■
Annelies Neven: “Europees aanbesteden is lang niet altijd verplicht.”
15
Sportfondsen Kort Sportfondsen Kort Sportfond JIP’S HALLOWEEN
Sportfondsen Landelijke Managersdagen 2005
groot succes in het Inge de Bruijn Sportfondsenbad. In het Inge de Bruijn Sportfondsenbad Jip’s Halloween georganiseerd met een disco voor kinderen tot en met veertien jaar. Voor dit feest werd het zwembad omgetoverd tot een griezelparadijs. Het personeel bestond uit enkele heksen en monsters die kaartjes verkochten, patatjes serveerden of toezicht hielden langs de badrand. Voorafgaand aan de Jip’s Halloween konden de kinderen meedoen aan een echte kleurwedstrijd. Tien kinderen wonnen met deze kleurwedstrijd kaartjes voor Jip’s Halloween en konden gratis naar binnen. Om zeven uur begon Jip’s Halloween in het zwembad. Enkele kinderen mochten echter al eerder naar binnen, omdat zij een kinderfeestje hadden geboekt bij de disco. Zij konden voor aanvang van de disco al genieten van een echt griezelmenu. Om zeven uur barstte het feest los. Met een echte DJ, feestverlichting en veel gegriezel kon de avond niet meer stuk. Veel kinderen stonden op de badrand lekker te dansen, terwijl anderen op zoek waren naar het monster dat een aantal kinderen de stuipen op het lijf had gejaagd in de kleedkamer. Maar natuurlijk konden de kinderen ook gewoon lekker zwemmen en van de glijbaan. Halverwege de avond mochten de kinderen een lekker glaasje heksendrank komen halen bij de horecagelegenheid en aan het eind van de avond wachtte hen nog de smakelijke verrassing. Speciaal voor Jip’s Halloween werd een tarief gevraagd van €7,50 (normaal is een los bad € 3,50). Jip’s Halloween trok maar liefst 210 bezoekers, waardoor het financieel ook een succes is geworden. Gebleken is dat de consument bereid is te betalen als er een belevenis geboden wordt. Misschien een idee voor anderen om mee te nemen. Jip’s Halloween was fun, een beleving en was dan ook een echt succes. ■
Op 17 en 18 november waren de Landelijke Managersdagen van Sportfondsen. Dit is zeer succesvol verlopen en de managers hebben genoten van de actieve deelname aan het spel, de algemene sfeer, de sprekers, het optreden van de hoofdrolspelers van Merlijn en de gastvrijheid van SportPlaza Moerdijk. ■
HEROPENING
Sportfondsen Leiderdorp Na een verbouwing waarin tevens het groot onderhoud is meegenomen, is Sportfondsen Leiderdorp weer open. Met loshalen van een lint openden de voorzitter van de Raad van Beheer (de heer Rademaker) en de wethouder (de heer Stuyt) symbolisch de deur. Na de officiële opening, waar onder grote belangstelling van genodigden vol lof werd gesproken over de schitterende metamorfose die Sportfondsen Leiderdorp heeft ondergaan, werd het startsein gegeven voor de Feestweek. Deze vond plaats tijdens de Herfstvakantie van 15 tot en met 21 oktober; allerlei leuke activiteiten voor de jeugd waren georganiseerd, er waren voordeelacties voor de verschillende doelgroepen en kleine attenties werden weggegeven zowel in het zwembad als in de horeca. ■
Sportfondsen Optimaal is een uitgave van: Sportfondsen Nederland NV Postjesweg 175. Postbus 90367, 1006 BJ Amsterdam, Telefoon: 020 3550 555 Fax: 020 3550 666, E-mail:
[email protected] www.sportfondsen.nl Concept, ontwerp en productie: The KEY Agency, Amsterdam Eindredactie: Robert Heusinkveld 16
■
Interviews: Hans Nieuwenburg
■
Fotografie: Wim Hollemans