Die Zauberflöte
Op zoek naar waarden voor een nieuwe tijd
Die Zauberflöte Een zangspel met waarden en normen voor een nieuwe tijd De Zauberflöte is eigenlijk geen opera. Het is een “Singspiel”, een zangspel. Kenmerken: - Tekst in de landstaal - Gesproken dialogen - Gemakkelijk aansprekende inhoud. De inhoud van de Zauberflöte is enerzijds gemakkelijk aansprekelijk, anderzijds van een diepe inhoud. Dat maakt dit werk bijna uniek. Het zangspel is eigenlijk een soort prototype voor operette en musical.
Wolfgang Amadeus Mozart 1756 - 1791 Mozart wordt beschouwd als één van de grootste componisten aller tijden. Hij begon zijn loopbaan in Salzburg al vroeg als gevierd wonderkind.
Hij stierf, veel te vroeg, door bijna een ieder onderschat, in Wenen.
Werken van Mozart
Mozart schreef ongelooflijk veel. De muziekhistoricus von Köchel maakte een index met 626 werken: KV: Köchel –Verzeichnis. De Zauberflöte is KV 620. Het Requiem is z‟n laatste werk: KV 626. Mozart schreef o.m. symfonieën, concerten, kamermuziek, religieuze koorwerken en opera‟s. Velen zien Mozarts opera‟s als het belangrijkste wat hij schreef. “Mozarts opera‟s begrijpen = Mozarts muziek begrijpen!”
Opera’s van Mozart
Mozart schreef ongeveer 20 opera‟s. Ongeveer de helft hiervan wordt nog regelmatig uitgevoerd. De belangrijkste zijn: Le nozze di Figaro, Don Giovanni, Cosi fan tutte en die Zauberflöte.
Het verhaal van de Zauberflöte 1a Eerste bedrijf De prins Tamino verdwaalt als hij op de vlucht is voor een reuzenslang. Hij roept om hulp en stort uitgeput en bewusteloos ter aarde. Drie betoverende vrouwen redden hem en doden het monster. De vogelvanger Papageno schept tegenover Tamino op dat hij het ondier heeft gedood. Maar de drie vrouwen komen terug en straffen de opschepper door zijn mond met een slot te verzegelen. Zij maken zich bekend als vrouwen uit het gevolg van de Koningin van de Nacht, heerseres over het land waar de prins verzeild is geraakt. De koningin heeft hulp nodig, want haar dochter is ontvoerd. Zij geven de prins een portret van Pamina en Tamino‟s hart staat meteen in vuur en vlam. Dan verschijnt de Koningin van de Nacht zelf en zij belooft de prins Pamina‟s hand als hij haar uit de klauwen van de slechte Sarastro bevrijdt. Tamino gaat akkoord en krijgt Papageno mee als reisgezel. Als hulpmiddel krijgt Tamino een toverfluit en Papageno een klokkenspel. Het slot van Papageno‟s mond wordt verwijderd en drie knapen zullen het duo wegwijs maken in Sarastro‟s rijk.
Het verhaal van de Zauberflöte 1b
Terwijl de heer des huizes afwezig is, wil de slavenopzichter Monostatos in Sarastro‟s paleis zijn liefde opdringen aan Pamina. Papageno stuit bij toeval op Pamina en redt haar (eigenlijk meer per ongeluk) van Monostatos. Pamina is erg verheugd als ze van Papageno verneemt dat Tamino haar weldra definitief zal bevrijden. De prins is inmiddels in de tempel der wijsheid gearriveerd en hoort dat dit het domein is van Sarastro en dat deze derhalve geen slecht mens kan zijn. Hij probeert met zijn toverfluit contact te maken met Pamina. Dankzij de panfluit van Papageno kan hij de juiste route vinden. Pamina en Papageno proberen te vluchten, maar dat wordt verijdeld door Monostatos en zijn slaven. Papageno betovert de wachters met zijn klokkenspel, waardoor zij gaan dansen en niet meer kunnen stoppen. Maar op het moment dat de vluchtpoging alsnog lijkt te slagen. keert Sarastro van de jacht terug. Hij vergeeft Pamina, straft de Moren en stuurt Tamino en Papageno naar de tempel der beproevingen.
Het verhaal van de Zauberflöte 2a
Tweede bedrijf Sarastro vertelt zijn medepriesters dat Tamino en Pamina voor elkaar bestemd zijn. Dat is ook de reden waarom hij Pamina heeft weggehaald van de slechte invloed van haar moeder. Tamino heeft echter nog een reis met beproevingen voor de boeg eer hij opgenomen kan worden in de tempel der wijsheid en zo Pamina waardig zal zijn. Tamino is vastbesloten om met gevaar voor eigen leven de beproevingen te ondergaan. Papageno is een echtgenote in het voor uitzicht gesteld, dus gaat hij mee. Het eerste gebod is absolute zwijgzaamheid. De drie dames van de Koningin van de Nacht waarschuwen beide mannen voor mogelijke listen van de priesters en een dodelijke afloop. Maar Tamino en Papageno laten zich niet in de luren leggen. Monostatos besluipt de slapende Pamina. Ook de Koningin der Nacht bezoekt haar dochter en zij eist dat Pamina Sarastro vermoordt om daardoor de zevenvoudige zonnecirkel, het symbool van grote macht, terug te veroveren.
Het verhaal van de Zauberflöte 2b Monostatos ontfutselt Pamina de dolk die zij van haar moeder heeft gekregen en stelt haar voor de keuze „de liefde of de dood‟. Sarastro redt Pamina en jaagt de Moor op de vlucht. Pamina biecht dan het moordbevel van haar moeder op en vraagt Sarastro om vergeving. De eerste beproeving behelst het naleven van het spreekverbod. Papageno faalt. Maar Tamino zwijgt zelfs tegenover een smekende Pamina die slechts een enkel woord van liefde horen wil. Zij denkt dat Tamino haar verraden heeft en ze wil zelfmoord plegen. De drie knapen nemen haar echter de dolk af en brengen haar naar Tamino. Papageno wil ook sterven omdat hij geen recht meer heeft op de beloofde beloning. Hij omarmt het leven echter weer gaarne als de drie knapen hem bij Papagena brengen Pamina en Tamino doorstaan de vuur- en waterbeproeving. Onder leiding van Monostatos dringen de Koningin van de Nacht en haar gevolg het rijk van Sarastro binnen, maar zij worden vernietigd. Pamina en Tamino worden opgenomen in de broederschap der ingewijden.
Veranderende tijden
Mozart leefde grotendeels in de tijd die direct vooraf ging aan de Franse revolutie. (1756 – 1791). De revolutie begon in 1789. In de laatste opera‟s van Mozart is te horen hoe de rationele en ietwat lichtzinnige geest van de 18e eeuw plaats begint te maken voor grote nieuwe idealen: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Maar ook: natuurlijkheid, liefde, waarheid, rechtvaardigheid. Men kan Beethovens 9e symfonie (1824, met slotkoor “alle Menschen werden Brüder”) als het einde van deze ontwikkeling zien.
De personages Alle belangrijke personages zijn eigenlijk ideeën van vlees en bloed: Prins Tamino: Prinses Pamina: Hogepriester Sarastro: Vogelvanger Papageno: Nachtkoningin: Slavenbaas Monostatos:
zuiverheid en liefde reinheid en liefde wijsheid en liefde vitaliteit en hartstocht haat driftmatigheid en dom egoïsme
Tamino, lyrische tenor
Prins, een echte sprookjesprins Op zoek naar zuivere liefde Maakt een ontwikkeling door (van jongen tot man?) Voelt intuïtief wat echte liefde is Wordt uiteindelijk, hoop voor de wereld, de nieuwe leider
Pamina, lyrische sopraan
Dochter van de nachtkoningin? Door Sarastro bij de boze moeder weggehaald? Klassiek voorbeeld van de prinses die door de goede prins tot haar bestemming komt. Liefdevol en zachtaardig Maar ook afhankelijk Wordt de gemalin van Tamino
Sarastro, bas
Hogepriester van de tempel van wijsheid Gescheiden van de nachtkoningin? (Volgens Ingmar Bergman) Symbool voor wijsheid, goedheid, liefde en geduld. Staat zijn positie af aan de jonge prins Tamino.
Papageno, bariton
De gewone man Leeft van dag tot dag. Vogeltjesverkoper Leeft voor eten, drinken en genot Maakt ongewild ook een ontwikkeling door: Ontmoet “zijn” Papagena Bestemming: gelukkig leven en kinderen krijgen Instrument: Panfluit. De associatie met de Griekse God Pan (half dier,half mens) is zeker niet toevallig
Nachtkoningin, coloratuursopraan
Lijkt eerst goed, maar blijkt het symbool van de haat tegen het goede Gescheiden van Sarastro? Probeert haar dochter (Pamina) terug te krijgen Zet Pamina aan tot moord op Sarastro Pleegt uiteindelijk een mislukte staatsgreep
Monostatos, tenor
Hoofdman over de slaven. Likken naar boven, trappen naar onderen Gedreven door ongeremde begeerte
Drie dames sopraan, mezzo-sopraan en alt
Charmante dienaressen van de koningin van het kwaad Afbeeldingen: Scène uit een uitvoering in 1791 en uit een moderne enscenering
Drie jongetjes
Eigenlijk goddelijke boodschappers Treden soms op als “Deus ex machina”: goddelijke verschijning die onmogelijke situaties oplost. Geven letterlijk de goede richting aan:
wijzen de weg
Geven ook figuurlijk de goede richting aan:
wijzen op waarden en normen
Papagena, lichte sopraan
Onverdiend godsgeschenk voor Papageno Lief, mooi, lichamelijk, eenvoudig Bestemming: menselijk geluk, menselijke liefde en kinderen krijgen.
Twee geharnasten
Geheimzinnige figuren bij de vuur- en waterproef. Wijzen op oeroude waarheden
De wereld van Isis en Osiris
Mozart en tekstschrijver Schikaneder plaatsten hun opera tegen de achtergrond van een Egyptisch decor. In de laatste decennia van de 18e eeuw nam de belangstelling voor de Egyptische godenwereld enorm toe. Deze belangstelling kreeg hier en daar, tot op de huidige dag, buitenissige en modieuze trekjes. In een door rationele twijfel beheerste tijd, voldeed de nieuw ontdekte religie voor velen aan de behoefte aan mystiek en zingeving. Isis was de belangrijkste Egyptische moedergodin: zij was gehuwd met Osiris en moeder van Horus.
Waarden en normen
(Gedrags-)normen worden van waarden afgeleid. De filosoof Andreas Kinneging onderscheidde in een artikel in Trouw van 27 september j.l. de volgende waarden: Morele waarden Esthetische waarden Economische waarden Vitale waarden Religieuze waarden
Enkele morele waarden Persoonswaarden, in de persoon aanwezig, van de handelende persoon
rechtvaardigheid naastenliefde dapperheid trouw bescheidenheid oprechtheid vriendelijkheid
Enkele esthetische waarden
Schoonheid Evenwicht Harmonie
Economische waarden
Winst Groei
Vitale waarden
leven bewustzijn activiteit kracht macht geluk
Religieuze waarden
geloof hoop het heilige vergeving verlossing
En dan dit nog over waarden (nog steeds naar Kinneging):
Niet alle waarden zijn gelijkwaardig. Zo kunnen morele waarden boven economische of esthetische waarden staan. En vitale waarden zullen in de praktijk boven morele waarden worden gesteld. (Lijfsbehoud als ultieme waarde?) Christus (en al eerder Socrates) plaatste morele waarden boven vitale waarden. Kinneging somt op: Socrates – Christus – Kant. Kant:“Dat de mens zich bewust is dat hij dit kan (namelijk morele waarden laten
prevaleren ten koste van zichzelf) omdat hij het moet, legt in hem een diepte bloot van goddelijke mogelijkheden, die hem als het ware een heilig vuur laten voelen wegens de grootsheid en verhevenheid van zijn ware bestemming.” Voor Socrates, Christus en Kant kan het heilige alleen worden bereikt langs de weg van de moraal. Waarden zijn veelal universeel. Achter conflicterende normen kan dezelfde waarde schuil gaan. Tegenwoordig worden morele waarden niet meer serieus genomen. Dit is de bron van onze discussie over “waarden en normen”. Esthetische, economische en vitale waarden worden hoger geplaatst dan morele.
Over morele waarden in de Zauberflöte, eerste akte intro
pap
tam
kon
kwintet
rechtvaardigheid
terzet
duet
finale x
naastenliefde
dapperheid
trouw
x
x
bescheidenheid
oprechtheid
vriendelijkheid
x
koor
Morele waarden in de tweede akte
aria
duet
kwintet
aria
haataria
aria
terzet
aria
koor
terzet
aria
finale
rechtvaardigheid
naastenliefde
dapperheid
x
x
trouw
x
bescheidenheid
oprechtheid
vriendelijkheid
x
x
x
Esthetische waarden in de Zauberflöte
Schoonheid in nr. 3, 8, en 21
Meer waarden in de Zauberflöte
De volgende drietallen:
Onschuld
Rede (Klugheit)
Wijsheid
Arbeid
Vroomheid
Kunst
Standvastigheid Geduldigheid Zwijgzaamheid Deugdzaamheid Zwijgzaamheid Weldoende
Edelheid Zuiverheid Reinheid
En ook nog:
Gerechtigheid Liefde Vergeving
Nieuwe waarden in opera’s van Mozart 1
Le nozze di Figaro. 1786. Naar het revolutionaire toneelstuk van Beaumarchais “Le barbier de Séville”, 1784. Privileges van heersers, o.m. “het eerste-nachtrecht”, worden ter discussie gesteld. Het werk wordt in veel landen verboden. De verlichte keizer van Oostenrijk verbood het werk van Mozart echter niet.
Don Giovanni. (“De losbol gestraft”) 1787. Hoe er uiteindelijk verzet ontstaat, en georganiseerd wordt, tegen een onverbeterlijke (maar charmante) vrouwenversierder. Don Giovanni zal branden in de hel.
Nieuwe waarden in opera’s van Mozart 2
Cosi fan tutte ( “Zo doen ze allen”), 1790. Weer helemaal terug in de 18e eeuw. Een ondeugende, maar mild-menselijke vertelling over ontrouw en jaloezie in de liefde. Die Zauberflöte, 1791. Een belerend sprookje over echte liefde, broederschap, moed, opoffering en vergevingsgezindheid.
De muziek
Over Mozarts muzikale stijl (“zingend allegro”) zijn boeken vol geschreven. Zijn muziek is volstrekt uniek in de muziekgeschiedenis. Mozarts muziek sluit voor een belangrijk deel aan bij de idealen van zijn tijd (Rousseau) De muziek moest vooral natuurlijk (nazingbaar) en ongecompliceerd (homofoonmelodienoten boven op drieklank) zijn. Het grote publiek wilde echter, onder invloed van de Italiaanse muziek, muzikale hoogstandjes. In de Zauberflöte zijn concessies aan de Italiaanse smaak van het Weense publiek vooral te horen in de coloratuuraria‟s van de Koningin van de nacht.
Muziek: geen leidmotieven!
De muziek heeft bij Mozart (zoals later bij Wagner) geen betekenisondersteunende rol. Ook zonder woorden en handeling zou de muziek van betekenis kunnen zijn. Daarom hier geen verhandeling over de verschillende melodieën in de opera. Niettemin: De muziek is vaak van een overgetelijke schoonheid:
Papageno : Der Vogelfänger bin ich ja … Tamino: Dies Bildnis is bezaubernd schön … Pamina/Papageno: Bei Männern welche Liebe fühlen… Drie jongetjes: Zum Ziele führt dich dies Bahn … Nachtkoningin: Der Hölle Rache kocht in meinem Herzen… Sarastro: In diesen heil‟gen hallen … Pamina: Ach, ich fühl es … Sarastro en koor: O Isis und Osiris … Papageno: Ein Mädchen oder Weibchen … Drie jongetjes: Bald prangt , den Morgen zu verkünden … Papageno/Papagena: Pa-Pagena, Pa-Pageno…!
De vrijmetselarij
De Zauberflöte is sterk beïnvloed door het ideeëngoed van de vrijmetselarij, waarvan Mozart lid was. De vrijmetselarij belichaamt niet zozeer een geestelijke stroming of levens-beschouwing als wel een beweging tot ideëel en praktisch streven naar een gezamenlijke én persoonlijke bezinning op de levenshouding. Daartoe beoefent zij in haar „werkplaatsen‟ of „loges‟ (v. Eng. lodge = bouwkeet) „levenskunst‟ en tracht een bron te zijn van vriendschap en saamhorigheid. Essentieel is haar „arbeid met behulp van symbolen en rituelen‟, waarbij symbolen worden voorgehouden die de band met elkaar én de persoonlijke bezinning stimuleren en „wereld en leven doen zien als een te voltooien bouwwerk‟, aldus het belangrijkste maçonnieke wetboek, de Constituties van James Anderson (Londen, 1723). In gezamenlijk verband arbeidt ieder aan zijn „ruwe steen‟, zichzelf, teneinde deze geschikt te maken om te worden ingepast in het bouwwerk, dat dan gezien kan worden als een „tempel van levende bouwstenen‟, waarin eenieder de eigen plaats dient in te nemen.
Mozart als vrijmetselaar
De inwijding van een geblinddoekte kandidaat in de vrijmetselaarsloge “Zur gekrönten Hoffnung”rond 1786. Mozarts waarschijnlijk eerste van rechts met “Freundschaftsmasche”(vriendschapsstrik)
Drie toverinstrumenten: “blik-openers” van het goede
Tamino: Fluit: Gesneden door de vader van Pamina uit de kern van een duizendjarige eik. Uit regieaanwijzingen blijkt dat de fluit verguld moet zijn en een zonnesymbool is. Papageno‟s hogere (menselijke) ik: Klokkenspel (Mozart bespeelde dit instrument bij de première) Papageno‟s lagere (dierlijke) ik: Panfluit