● Wilhelmina v. Pruisenweg 104
● telefoon 070 333 4000
● Postbus 97763
● e-mail:
[email protected]
2509 GD Den Haag
● www.landelijkeclientenraad.nl
Aan Vaste Tweede Kamer Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 20018 2500 EA Den Haag
Den Haag, 31 maart 2011 Betreft: AO taakstelling SZW-domein Referentie: LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
Geachte dames en heren, Op 6 april aanstaande heeft u een overleg met minister Kamp over de taakstelling op het SZW domein. De LCR wil hierbij vanuit cliëntperspectief haar opvatting over de voorgestelde maatregelen geven. Inleiding Bij de totstandkoming van de Wet SUWI werden de volgende doelstellingen geformuleerd: - werk boven inkomen in een activerend stelsel van sociale zekerheid; - een klantgerichte dienstverlening; - en een doelmatige en rechtmatige uitvoering. Deze doelstellingen staan zwaar onder druk door de voorgestelde taakstelling op het SZW-domein. In de Wet SUWI wordt, evenals in de diverse materiewetgeving op het terrein van de sociale zekerheid, de verantwoordelijkheid van de cliënt centraal gesteld. De eigen verantwoordelijkheid die in de sociale zekerheid zo centraal staat, kan voor de cliënt een zegen zijn. Het erkennen van de eigen verantwoordelijkheid geeft hem of haar één van de elementaire kenmerken van burgerschap. In deze positieve betekenis van de eigen verantwoordelijkheid staat de regie over het eigen leven centraal. Ook wanneer iemand, tijdelijk of definitief, afhankelijk is van de arrangementen van sociale zekerheid. Iemand deze eigen verantwoordelijkheid ontzeggen, betekent niets meer en niets minder dan zeggen dat hij of zij handelingsonbekwaam is en vormt dus een alibi voor betutteling en paternalisme. Eigen verantwoordelijkheid is echter een begrip met een dubbele bodem. Als eigenlijk wordt bedoeld dat gebruik van de sociale zekerheid, hoewel een recht, maatschappelijk ongewenst is, dat men zelf verantwoordelijk is voor de situatie dat men er gebruik van moet maken, dan krijgt eigen verantwoordelijkheid ineens een andere lading. Het wordt dan eigen schuld. De LCR moet helaas constateren dat het kabinet de laatste interpretatie van eigen verantwoordelijkheid hanteert.
LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
1
De LCR heeft bij herhaling aangegeven dat de eigen verantwoordelijkheid van de burger op het domein van de sociale zekerheid moet worden geborgd door het stellen van een aantal randvoorwaarden: • recht op een oriëntatiefase; • recht op onafhankelijke informatie en advies; • een goede diagnose op de kop van het proces, waarbij de diagnose met de cliënt wordt besproken; • recht op een second opinion; • recht op inspraak bij de invulling van het re-integratietraject; • recht op inspraak bij de inkoop van afzonderlijke producten; • recht op keuzevrijheid tussen gekwalificeerde re-integratiebedrijven (ook voor de inkoop van afzonderlijke producten); • recht op IRO of PRB voor alle uitkeringsgerechtigden; • recht op scholing; • recht om te veranderen van werkcoach. Zonder deze randvoorwaarden kan de cliënt zijn eigen verantwoordelijkheid onvoldoende waarmaken. De genoemde randvoorwaarden zijn ook in de huidige SUWI wetgeving onvoldoende geborgd. De taakstelling op het SZW domein zal er toe bijdragen dat de randvoorwaarden nog meer verwateren of zelfs geheel verdwijnen. Gevolgen voor de dienstverlening De taakstellingen voor SVB en UWV kunnen zeker niet in hun geheel worden gerealiseerd door verbetering van de efficiency. Het wordt dus snijden in de dienstverlening. Daarmee worden de kwetsbaren in de samenleving hard getroffen. De dienstverlening aan werkzoekenden wordt onder een aanvaardbaar minimum gebracht. Voor werkzoekenden betekent het: 1 geen face to face gesprekken voor alle WW-ers in eerste drie maanden WW; 2 geen face to face dienstverlening voor 90% van de WW-ers; 3 geen papieren intake WWB; 4 geen papieren intake WW; 5 geen re-integratietrajecten voor WW-ers; 6 UWV trekt zich terug op 30 werkpleinen; 7 tijdelijke projecten zoals Talent 45+ verdwijnen. Het vinden van werk wordt aan de werkzoekende overgelaten. Digitale coaching en verplicht inschrijven bij uitzendbureaus is wat resteert. Als scholing noodzakelijk is moet de werkzoekende dit op eigen kosten doen. In het licht van de doelstelling van het kabinet om armoede te bestrijden door het verhogen van arbeidsparticipatie werken de voorgestelde maatregelen averechts. Zoals bekend is het doorstroompercentage naar vast werk vanuit een uitzendbaan bijzonder laag. Flexibele arbeid geeft een geringe kans op permanente arbeidsparticipatie. Uit onderzoek blijkt dat de kans om duurzaam uit de armoede te raken groeit naarmate iemand, die vanuit een armoedesituatie aan het werk is gegaan, langer aan het werk blijft. Voor laaggeschoolden die aan de onderkant van de arbeidsmarkt ‘blijven hangen’ is het risico van pendelarmoede erg groot. Mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn komen ook niet meer in aanmerking voor re-integratie immers zij hebben geen recht op WGA en komen bij werkloosheid in de WW.
LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
2
Dit kunnen mensen zijn met zeer ernstige beperkingen. Bij de discussie over het nut en de noodzaak van re-integratie is in uw Kamer verwoord dat ondersteuning bij de toeleiding naar werk van mensen met arbeidsbeperkingen niet ter discussie stond. Met de huidige voorstellen geldt dit wel voor mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn. Digitale dienstverlening E-dienstverlening is een wenselijke aanvulling in het dienstverleningspakket. Echter, bij de invoering van digitale dienstverlening is altijd nadrukkelijk aangegeven dat het uitgangspunt is dat de cliënt bepaalt op welke wijze hij toegang wil krijgen tot de dienstverlening (multichannelling). Dat principe wordt nu geheel los gelaten. Digitale dienstverlening wordt de enige vorm. Wat zijn de gevolgen voor mensen die geen computer hebben, voor laaggeletterden en digibeten? De schatting dat 90% van de cliënten het redt met digitale dienstverlening is zeer optimistisch. In dit verband maakt de LCR zich ernstig zorgen over de gevolgen voor mensen met meervoudige problemen en psychische handicaps. De invoering van e-dienstverlening moet zorgvuldig plaatsvinden. Bij de uitwerking van deze dienstverlening dienen de cliëntenraden van UWV en gemeenten nadrukkelijk te worden betrokken. Cliënten mogen niet de dupe worden van het falen van ICT. De gevolgen van het uitvallen van ICT waardoor cliënten niet tijdig de gevraagde informatie zoals werkbriefjes en urenverantwoording kunnen aanleveren, mogen niet op de cliënt worden afgerekend. Verdwijnen expertise De LCR maakt zich ernstig zorgen dat de deskundigheid van UWV, bijvoorbeeld op het terrein van ouderen, zal verdwijnen. Het kabinet, dat van mening is dat er langer moet worden doorgewerkt, zet de betreffende infrastructuur overboord. Integrale dienstverlening verdwijnt De geïntegreerde dienstverlening op werkpleinen, inzet van het vorige kabinet naar aanleiding van de evaluatie SUWI in 2006, wordt alweer terzijde geschoven. De inspanningen op de werkpleinen om deze vorm van dienstverlening te realiseren worden met één pennenstreek teniet gedaan. De LCR maakt zich ernstig zorgen over wat dit betekent voor mensen met meervoudige problemen. De gewenste verknoping van schuldhulpverleningstrajecten met toeleiding naar werk komt hiermee onderdruk te staan of komt niet meer tot stand. Schrappen evaluatie SUWI De evaluatie SUWI wordt geschrapt. Juist nu er zulke ingrepen in de dienstverlening worden gedaan is het van belang de evaluatie SUWI te laten plaatsvinden. Zodat we kunnen leren van de ervaringen in de afgelopen jaren en deze kunnen meenemen bij het herinrichten van de dienstverlening. Langer fit doorwerken staat onder druk Er worden tal van maatregelen op het terrein van toezicht aangekondigd: • Er zal selectiever worden omgaan met onderzoek van klachten, bedrijfsongevallen en sectoren arbeidsomstandigheden; • Er wordt overwogen de Aanvullende Risico-Inventarisatie en Evaluatie (ARIE) te schrappen; • Het stoppen van monitors en voortgangsrapportage op het terrein van de arbeidsomstandigheden.
LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
3
Langer gezond doorwerken komt hiermee wel in een bijzonder daglicht te staan. Het risico dat mensen uitvallen door arbeidsongeschiktheid neemt hiermee toe. En vervolgens is de werkeloze arbeidsongeschikte het kind van de rekening. Dienstverlening aan werkgevers wordt versoberd Het UWV moet zich voor maatwerk bij vacaturevervulling uitsluitend richten op vacatures die geschikt zijn voor moeilijk plaatsbaren. Werkgevers die andere vacatures melden worden verwezen naar de website. De LCR vraagt zich af hoe dat er in de praktijk moet uitzien. Hoe wordt beoordeeld of een vacature geschikt is voor moeilijk plaatsbaren? Zal een werkgever die naar de website wordt verwezen zich een volgende keer nog melden? Werkgevers moeten worden gewonnen om moeilijk plaatsbaren in dienst te nemen. Eén van de mogelijkheden om hen hiervoor te winnen is hen ook te bedienen bij het vervullen van vacatures die niet geschikt zijn voor moeilijk plaatsbaren. Het instrument jobcarving, om moeilijk plaatsbaren aan het werk te helpen, komt met deze maatregel in het geding. Het creëren van een functie voor een moeilijk plaatsbare door functies te splitsen komt niet in beeld als de werkgever de website gebruikt. De LCR vraagt zich af of werkgevers zich nog zullen melden voor dienstverlening via de website van UWV. Er zijn al vele websites voor het werven van personeel. De vraag is of het UWV zich hierin zodanig kan onderscheiden dat een werkgever voor de website van het UWV kiest. Kortom de contacten met werkgevers verschralen en dit gaat te koste van demogelijkheden om moeilijk plaatsbaren aan het werk te helpen Vereenvoudiging WIA Onder de noemer ‘Vereenvoudigen van de WIA’ worden de volgende punten genoemd: • Het kostendekkend maken van backoffice-activiteiten door UWV voor eigen risicodragers in de WGA. De keuring voor werknemers die bij eigen risicodragers werken wordt door het UWV gratis verricht. Het rekenen van een vergoeding voor deze dienstverlening klinkt niet onredelijk. Wij vragen ons echter wel af of dit juridisch mogelijk is omdat de keuring door UWV wettelijk verplicht is. •
Het meer kostendekkend maken van deskundigenoordelen UWV voor werkgevers en werknemers. Een deskundigenoordeel aanvragen kost nu € 50,=. Dat is bij lange na niet kostendekkend. De LCR is van mening dat de prijs van een deskundigenoordeel niet zo hoog mag zijn dat mensen ervan af zien om hun recht te halen. Verhoging van de kosten voor de werknemerskant vindt de LCR volstrekt onwenselijk.
•
Bezien of efficiency kan worden bereikt bij het toetsen van re-integratieverslagen. Bijvoorbeeld door de verslagen selectiever te toetsen of door het opleggen van één format voor re-integratieverslagen door werkgevers. Het verbeteren van administratieve processen is toe te juichen maar selectiever toetsen vindt de LCR geen goed idee vanwege de zorgvuldigheid van de re-integratie van de individuele werknemer. Het wringt des te meer omdat als de re-integratie mislukt er geen dienstverlening van UWV beschikbaar is als de werknemer werkloos wordt.
LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
4
Inkomenseffecten AOW en ANW Er wordt een aantal voorstellen gedaan op het terrein ‘vereenvoudiging wet-en regelgeving’ zodat er totaal 8,3 miljoen euro kan worden bezuinigd op uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank. Deze bezuinigingen zullen echter, naast effecten op de uitvoering, ook inkomenseffecten hebben voor een beperkte groep mensen met AOW en ANW. Het betreft hier in het bijzonder de vereenvoudigingvoorstellen rond deze regelingen. De LCR is verbaasd dat er ook bezuinigingen op uitkeringen worden doorgevoerd en zou graag inzicht willen krijgen in hoe groot deze inkomenseffecten zullen zijn. Vereenvoudigen uitkeringsvaststelling. De minister wil het vaststellen van de uitkering en in het vervolg daarop ook het wijzigen van de uitkering indien iemand weer aan het werk gaat (het zgn. “continueren”) zoveel mogelijk geautomatiseerd laten verlopen. Dit zou onder andere bereikt kunnen worden door de dagloon vaststelling volledig op de polisadministratie te baseren, door eenvoudiger regels voor daglonen en maatman lonen, en door het wegnemen van uitzonderingsbepalingen. De LCR kan niet overzien of dit inkomenseffecten tot gevolg zal hebben en wil hier graag duidelijkheid over krijgen. Cliëntenparticipatie Wanneer ingrijpende maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid en de uitvoering daarvan worden getroffen, mag de stem van de cliënt bij de uitwerking hiervan niet ontbreken. In algemene zin moet de betrokkenheid van cliënten bij beleid en uitvoering van de sociale zekerheid worden verbeterd. Vergroting van cliëntenparticipatie en verbeteren van de randvoorwaarden zodat cliëntenparticipatie verder tot bloei kan komen is dringend noodzakelijk. Conclusies Met deze taakstelling wordt de doelstelling van het kabinet, verhoging arbeidsparticipatie, niet gehaald. De verstrekkende gevolgen voor het toezicht op de arbeidsomstandigheden staan haaks op de doelstelling van langer doorwerken. Gezond werken onder goede arbeidsomstandigheden is een belangrijke randvoorwaarde om langer te kunnen doorwerken. De zwakste groepen op de arbeidsmarkt, waaronder ouderen en minder dan 35% van de arbeidsongeschikten, worden het kind van de rekening van de verschraling van de dienstverlening. Dit leidt op termijn tot extra druk op de WWB/de nieuwe Wet Werken naar Vermogen. Wat weer tot gevolg heeft dat binnen deze regeling de zwaksten niet aan het werk zullen worden geholpen. Vanuit kostenoogpunt is het zeer de vraag of de voorgestelde maatregelen wel de gewenste besparingen opleveren. Bij de uitwerking van de plannen dient de stem van de cliënt te worden gehoord. Cliëntenraden bij UWV, SVB en op landelijk niveau de LCR, moeten worden betrokken bij de uitwerking van deze maatregelen.
LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
5
Tot slot wil de LCR één positief punt noemen. Wij zijn blij dat de brutering bij de invordering van de uitkering wordt afgeschaft. De LCR is gaarne bereid tot een nadere toelichting van deze brief. Met vriendelijke groet,
G. van der Meer Voorzitter
•
•
•
Samenstelling Landelijke Cliëntenraad Landelijke cliëntenorganisaties: Vakcentrale voor Middengroepen en Hoger personeel / Christelijk Nationaal Vakverbond (MHP/CNV), Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad), Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, private sector),Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA), Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden (LOM), cliëntenorganisaties GGZ, Platvorm VG. vertegenwoordigers van cliëntenraden: cliëntenraden SVB en UWV vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Landelijk Netwerk Cliëntenorganisaties/Samenwerkingsverband Mensen Zonder Betaald Werk (LNCO/SMZBW), Landelijke Vereniging Thuislozen (LVT), Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ).
LCR/TK/11-0022/GvdM/ER
6