Warming - up (15 minuten) B.v. D jeugd De spelers spelen de bal naar de speler die alleen staat en lopen om de speler heen. Op de terugweg voeren zij allerlei dynamische rekvormen uit. Iedere vorm doen zij twee maal. Passen • kan op verschillende manieren : onder voetzool binnenkant voet op borsthoogte lob links en rechts Organisatie • je kunt de afstanden vergroten of verkleinen • je kunt met een voor beweging zijwaarts • Didactiek • Wanneer gebruik je welke pass? • Wat betekent de snelheid van de pass voor het bewegen?Waarom onder de voetzool aannemen? • Waarom een voorbeweging zijwaarts? De leerlingen kunnen bij een lessenserie de warmingup zelfstandig doen.
Deze circuitvorm duurt 40 minuten. De leerlingen wisselen na 12 minuten van vak. In vak 3 blijven de 3 spelers staan die in het midden staan. Bij de volgende les kan de vorm in een vak anders zijn.
Organisatie: Station 1: met 6 leerlingen • 4 : 2 spelen met een bedoeling • 1 bal , 2 hesjes Opdrachten : "Zorg er voor dat de 2 spelers de bal niet kunnen krijgen "(aanvallen) " Probeer de bal tussen de 2 spelers door te spelen " (aanvallen) " Probeer de bal zo snel mogelijk van de 4 spelers af te pakken"(verdedigen) Regels : • •
Bal buiten lijn is uit Wissel de twee spelers na 2 minuten
Puntentelling: • •
Het aantal malen dat de vier spelers de bal raken is een punt Als de 2 spelers de bal raken of afpakken is een punt
Loopt het ? • •
De bedoeling is de spelers duidelijk De spelers kunnen de opdracht uitvoeren
- scoren punten - eventueel 4 : 1
Lukt het? • • • • • • •
de spelers kiezen voor een goede positie om de bal te krijgen de spelers spelen de bal op de juiste manier na de medespeler de spelers nemen de bal aan en kunnen een andere speler aanspelen de spelers zorgen voor voldoende afstand van elkaar de verdedigers werken samen bij het afpakken van de bal de verdedigers zorgen ervoor dat de bal niet makkelijk naar de andere kant gespeeld kan worden de verdedigers kunnen op het juiste moment de bal veroveren
Leeft het? • • •
wordt er voldoende gescoord de spelers hebben plezier zijn er voldoende onderscheppingen
Didactiek Aanvallers • Hoe kunnen we de bal makkelijker naar elkaar toe spelen ? • Op welke wijze kun je bal het beste aannemen ? • Moet je hard of zacht naar elkaar toespelen ? • Waar kan je beste staan om de bal te krijgen ? • Moet je het veld kleiner of groter maken? • Moet je de bal vlug naar de ander spelen? Verdedigers • Hoe kan je samenwerken ? • Hoe kan je er voor zorgen dat ze de bal niet naar de overkant spelen? • Wanneer kan je bal afpakken ? Differentiatie • • •
De ruimte groter of kleiner maken Aantal verdedigers verminderen Het aantal malen raken van de aanvallers beperken
Organisatie: Station 2: met 4 leerlingen . • 2 : 2 met 2 kaatsers • 1 bal ; 2 hesjes Opdrachten : "Probeer de bal naar de spelers op de korte zijde te spelen " Regels : • • •
de bal is uit wanneer hij buiten het vak is eerste bal is vrij bij de intrap spelers wisselen na 2 minuten
Puntentelling: • •
krijgt de partij de bal terug is het een punt krijgt de speler-die- de -bal -niet- past de bal terug dan 2 punten
Loopt het ? de spelers snappen de bedoeling • de spelers scoren punten Lukt het ? • • • • • • •
de spelers spelen op het juiste moment de bal naar de spelers op de korte zijde de spelers spelen de bal met voldoende snelheid naar de speler de spelers bewaken de afstand tussen elkaar de spelers maken een voorbeweging om de bal te krijgen de spelers kunnen na de bal in een keer doorspelen de spelers maken gebruik van de lob-techniek de spelers lopen op het juiste moment om de bal te krijgen
Leeft het? • •
de spelers hebben veel plezier er wordt voldoende gescoord
Didactiek Aanvaller • • • • • •
Wanneer speel je bal naar de speler op de korte zijde ? Hoe kan je het makkelijkste de bal krijgen van je medespeler? Hoe kan je het snelste de bal doorspelen? Welke techniek kan je gebruiken om de bal door te spelen? Welke speler kan het beste lopen? Hoe zorgen we voor de juiste afstanden?
Verdediger • Hoe kan je voorkomen dat de andere spelers scoren? • Hoe kan je elkaar helpen ? • Wanneer kan je de bal makkelijk veroveren? • Waar let je op bij de aanvaller?
Differentiatie • •
Je kunt met een kameleon werken je kunt de ruimte kleiner of groter maken
Organisatie Station 3: met 9 leerlingen 1 bal en 3 hesjes Opdrachten "Probeer de bal naar de andere groep spelers te spelen" Regels • • • • • •
de bal uit is een punt voor de verdedigers de bal mag ook met een lob naar de overkant gespeeld worden het aantal malen dat je samenspeelt, kan beperkt of uitgebreid worden de middelste spelers krijgen een nummer en zetten op nummer druk op de groep spelers de twee andere spelers verdedigen op de lijn en proberen de bal te onderscheppen je mag pas lopen als de bal bij de andere groep is aangenomen
Puntentelling iedere bal naar de overkant gespeeld is een 1 punt
de middenspelers kunnen na een aantal onderscheppingen (bijv.3) wisselen. Loopt 't • • •
de spelers scoren punten de middenspelers veroveren de bal de bal gaat niet vaak uit
Lukt 't • • • • • •
de spelers spelen da bal langs de middenspelers op verschillende manier de spelers spelen elkaar de bal toe de spelers kiezen op de juiste manier positie de jagende speler zet druk op bal de jagende speler kan na een paar keer nog steeds druk zetten de jagende speler is in staat ballen te onderscheppen
Leeft 't • • •
de spelers hebben plezier de spelers tellen mee de spelers moedigen elkaar aan
Didactiek • • • • • • •
Hoe kan je de bal naar de andere kant spelen? Waar moet je op letten? Hoe kan je de bal het beste aannemen? Waar kan je het beste staan? Hoe speel je elkaar aan? Moet je de bal veel rondspelen of zo snel mogelijk naar de andere kant? Hoe verdeel je de ruimte in het vak?
Differentiatie • Aantal verdedigers verminderen • ruimte groter maken Partijvormen. Organisatie Het aantal leerlingen bepaald het aantal teams.(bij 20 leerlingen zijn er 4 teams) • een bal • 5 hesjes Na 4 minuten wisselen van twee ploegen is het gelukt?