DETECTOR MAGAZINE IS HET VERENIGINGSBLAD VAN
december 1998
a g a m
42
Delfts oud IV De sceatta’s gewogen De Romeinse heirbaan Vondsten van het jaar
D E D E T E C T O R A M AT E U R
DETECTOR zine
Inhoud
Detector magazine is het verenigingsblad van "De Detector Amateur" en verschijnt elke 2 maanden.
December 1998
ISSN: 1386-5935 ■ Redactieadres De Detector Amateur Hanebalken 153 9205 CL Drachten Tel. (0512) 54 53 77 (uitsluitend na 18.00 uur) Fax (0512) 54 51 17 E-mail:
[email protected] ■ Advertenties Tarieven op aanvraag bij de redactie. Het bestuur behoudt zich het recht voor advertenties zonder opgave van redenen te weigeren.
42
Van het bestuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 De Romeinse heirbaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Delfts oud IV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 De sceatta’s gewogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Kleine Vlaamse kunstwerkjes, laat-middeleeuwse modetrend? . . . . . . . . 18 Vraagbaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Van onze correspondent . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
■ Redactie C.B. Leenheer (hoofdredacteur) N. Leenheer A. Folkerts G. Gesink D. Eekhof W. Kuypers ■ Adviseurs en medewerkers redactie: J. Zijlstra H.E.J. van Beuningen D. Dijs Dhr. K.P.H. Faber M.A. Holtman
Vondsten van het jaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
■ Vormgeving en layout: Grafisch buro Creatype, Drachten ■ Druk: Necumdruk , Drachten
© Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de redactie.
Sluitingsdatum kopij: 3 februari 1999
1
Voorwoord Van het Bestuur Dit is al weer het laatste nummer van 1998. Een jaar dat al weer snel aan ons voorbij is gegaan. Het te natte najaar heeft velen onder ons parten gespeeld bij het zoeken. Vele landerijen stonden of staan noch steeds onder water zodat zoeken onmogelijk is. Gezien de vondstmeldingen zijn er gelukkig toch voldoende akkers aanwezig waar wij onze mooie hobby uit kunnen oefenen. Tijdens het schrijven van de bijdragen aan dit nummer komt er nog eens bij dat we de schaatsen uit het vet kunnen halen. Hoelang deze periode duurt kunnen we niet zeggen echter van zoeken komt nu niets meer.
Adressen! Veel brieven, vragen enz. komen nogal eens bij de verkeerde personen van de vereniging terecht. Vandaar dat we de adressen weer eens op een rijtje zetten. Wilt u zoveel mogelijk schrijven in plaats van bellen?!!
■ Vragen Vragen over de vereniging kunt u kwijt bij onze secretaris: D. Smilde, Pr. Bernhardweg 31, 8453 XC Oranjewoud, tel. (0513) 631978. ■ Ledenadministratie Opgave van leden, vragen over de contributie bij: W. Woudstra, Melkemastate 16, 8925 AP Leeuwarden. ■ Activiteitencommissie Voor vragen, suggesties enz. over zoekdagen, determinatiedagen kunt u terecht bij: G. Lukassen, Meerpaal 218, Groningen, Tel. (050) 5413396 ■ Advertenties, Opgravertjes, Occasions Opgave uitsluitend schriftelijk aan: C.B. Leenheer, Hanebalken 153, 9205 CL Drachten. Fax (0512) 545117. E-mail:
[email protected] ■ Vraagbaak Voor determinatie van door u gevonden voorwerpen dient u een foto of duidelijke zwart-wit tekening op te sturen naar: D. Eekhof, Pealskar 47, 8501 TL Joure. ■ Kopij Verhalen, inzendingen voor de vondst van het jaar, enz. C.B. Leenheer, Hanebalken 153, 9205 CL Drachten Fax (0512) 545117. E-mail:
[email protected] ■ Vondstaanmeldingen Stuur een fotokopie van het formulier, dat u naar een van de officiële instanties heeft gestuurd naar ons secretariaat: D. Smilde, Pr. Bernhardweg 31, 8453 XC Oranjewoud
2
Over de tentoonstelling is weer voldoende te melden. Een ieder die hierin is geïnterresseerd en zijn we dat niet allemaal, raad ik aan dit magazine goed te lezen.
met te weinig deelname. Ik vind dit jammer en zeer sneu voor al die mensen die in de voorbereiding hiervan heel veel tijd, geld en energie hebben gestoken. In het bestuur zullen we van gedachten gaan wisselen hoe we zelf actief met dit gegeven verder aan de slag zullen gaan. De ledenwerfactie die wordt gehouden onder de importeurs en hun dealers begint vruchten af te werpen. Hierdoor kunnen we per ingaande 1 januari 1999 verschillende nieuwe leden, waaronder ook uit België, als lid in ons bestand bijschrijven.
Het symposium Metaaldetectie: schatgraverij of prospectiemethode, dat georganiseerd zou worden door de Drents Prehistorische Vereniging is niet doorgegaan. Bij monde van de heer W. van der Sande werd ons medegedeeld dat het symposium werd afgeblazen in verband
Tot slot wil ik een ieder de beste wensen voor 1999 over brengen ook namens het bestuur en wij hopen velen te mogen ontmoeten bij de openingen van onze tentoonstelling in het land.
Bestuursleden en/of redactieleden gevraagd m/v
Adreswijzigingen graag doorgeven aan:
Het bestuur en de redactie hebben dringend hulp nodig. Momenteel wordt teveel werk door te weinig mensen gedaan. Kandidaten voor bestuurslid en/of redactielid dienen bij voorkeur in het bezit te zijn van een computer. Reacties graag uitsluitend schriftelijk richten aan: J. Koning, Roodborststraat 20, 8916 AG Leeuwarden.
J. Koning
Ledenadministratie DDA Melkemastate 16, 8925 AP Leeuwarden
Een gemiste kans De voorzitter schreef het al in zijn voorwoord dat het symposium in Assen, door gebrek aan belangstelling niet kon doorgaan. Jammer dat er voor dit zo belangrijke initiatief zo weinig belangstelling werd getoond. Maar niet alleen jammer, ook een gemiste kans om van gedachten te wisselen, om elkaars standpunten aan te horen. De reden voor het gebrek aan belangstelling weet ik niet. De Reuverdagen waren in dezelfde week als het symposium. Was het symposium teveel van het goede? Of leeft in het archeologisch veld het ‘probleem van de metaaldetectorzoekers’ dan toch niet zo erg, als regelmatig wordt verondersteld? Uiteraard wil de DDA volgend jaar weer met de diverse archeologische instanties om tafel. Wij hebben sinds de oprichting van de vereniging ‘De Detector Amateur’ geprobeerd een opening te creëren
in de toen bestaande controverse tussen de archeologie en de detectorzoekers. Er wordt nu met elkaar gepraat en naar elkaar geluisterd en er is de wil om aan oplossingen te werken. Zo moeten er over een aantal dingen, zoals o.a. de vondstaanmeldingsproblematiek meer duidelijkheid komen. De DDA heeft daar duidelijke ideeën over en wil daar met de desbetreffende instanties over praten. Aan de DDA zal het in ieder geval niet liggen. Kees Leenheer
Uiterste inzenddatum: vondst van het jaar 1998,
3 februari 1999
huishoudelijk reglement ■ Vraag altijd toestemming tot zoeken aan
■ Maak alle gaten weer netjes dicht en wel
de landeigenaar of beheerder van de grond.
zo, dat er geen schade zichtbaar is (bijvoorbeeld aan een eventuele grasmat).
Bestuur
Bedankt Al weer een jaar voorbij. 6 magazines per jaar, 42 magazines alweer in totaal. Voor de meeste mensen is het vanzelfsprekend dat het magazine elke 2 maanden bij ze in de bus valt. Je betaalt er toch voor. Toch is het niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Wij zijn een vereniging en geen grote uitgeverij, dus elke keer komt er weer een heleboel voor kijken voordat zo’n blad klaar is. Wij zijn ook afhankelijk van de medewerking van u, van de leden dus. Gelukkig kregen we ook in 1998 weer een heleboel hulp, veel kopij en niet te vergeten ook de nodige stimulans d.m.v. schouderklopjes. Dus Wil, Dick, Gert, Albert, Jan, Klaas, Rio, Denny, Niels, Ina, Arjen, Wiesje, Johan, Dirk, Wim, Wilhelm, Coen, Gerard, Alexander, Evert, Patrick, André, Alex, Will, Ruud, Nick, Leo, Frans, Benno, Mart, Eddy, Sjefke en véle anderen, de beste wensen voor 1999, bedankt voor jullie steun en geduld. Zonder jullie hulp was het niet gelukt om elke keer weer een magazine te laten verschijnen.
■ Legitimeer je met je lidmaatschapskaart (ledenpas).
■ Vondsten, waarvan men redelijkerwijs kan aannemen of vermoeden dat deze van
■ Wees voor onze vereniging
wetenschappelijke cultuurhistorische
“de Detector Amateur” een
waarde zijn, moeten binnen drie dagen
detectorambassadeur.
gemeld worden bij de burgemeester van de plaats waartoe het gebied behoort.
■ Laat munitie liggen; indien nodig de plaats markeren en de politie waarschuwen.
■ Bovengenoemde vondsten moeten eveneens worden aangemeld bij de
■ Zoek nooit op archeologische terreinen,
desbetreffende archeologische in-stanties,
mits je toestemming hebt verkregen van de
zoals de ROB en het KPK.
bevoegde instanties om mee te helpen bij een archeologische opgraving.
■ Het ‘s nachts zoeken zonder toestemming van de landeigenaar is verboden.
■ Neem zoveel mogelijk het metalen afval,
Iemand die ‘s nachts zoekt is verdacht
zoals lood en koper mee. Denk om het
bezig.
milieu.
Kees Leenheer
Het bestuur, de redactie, auteurs en de activiteitencommissie wensen ieder een voorspoedig en een gezond 1999 toe. P.s. met uiteraard de nodige leuke vondsten. 3
■ Voorzitter: J. Koning Roodborststraat 20 8916 ag Leeuwarden Tel. / fax (058) 216 55 73 ■ Vice-voorzitter & hoofdredacteur C.B. Leenheer Hanebalken 153 9205 CL Drachten Tel (0512) 54 53 77 (na 18.00 uur) Fax (0512) 54 51 17 E-mail
[email protected] ■ Secretaris: D. Smilde Pr. Bernhardweg 31 8453 XC Oranjewoud Tel. (0513) 63 19 78 Fax (0513) 63 29 27 E-mail
[email protected] ■ Bestuurslid: J. Bosma Zwemmer 13 9204 GA Drachten Tel. / fax (0512) 51 51 12 ■ Bestuurslid: D. Eekhof Pealskar 47 8501 TL Joure Tel. / fax (0513) 41 66 70 ■ Penningmeester & ledenadministratie W. Woudstra Melkemastate 16 8925 AP Leeuwarden Tel. / fax (058) 266 18 18
Lidmaatschap Het lidmaatschap van deze vereniging loopt altijd per kalenderjaar en wordt zonder opzegging altijd stilzwijgend verlengd met een jaar. Degenen die in de loop van het jaar toetreden, ontvangen alle reeds eerder verschenen nummers van het lopende jaar. Opzegging dient uiterlijk op 1 augustus schriftelijk binnen te zijn. De contributie per lid bedraagt f 50,— per jaar. Voor gezinsleden geldt een aantrekkelijke korting.
Postbank 1675000 ING Bank 67 80 04 900 t.n.v. De Detector Amateur, Leeuwarden
Mijn eerste gouden munt
In dit laatste nummer staan weer vele aanmeldingen voor de vondst van het jaar. Nog steeds zijn er leden die denken dat ze alleen met gouden en zilveren voorwerpen in de prijzen kunnen vallen of meedoen. Natuurlijk allemaal onzin. Het gaat er om dat je vondsten laat zien met een verhaaltje eromheen. Het hoeft zelfs niet van metaal te zijn. Vaak worden er bijvondsten gedaan die zorgen dat je een mislukte zoekdag nog lang in je herinnering vast houdt. Zo zijn er ook verschillende categorieën in het leven geroepen die ik nogmaals zal vermelden. Sieraden. Munten. Gebruiksvoorwerpen. Militaria. Religie / Devotionalia. Diversen. Het moet niet zo zijn dat een inzender automatisch iets wint omdat hij of zij de enige in een categorie is. Immers, de leden zullen door middel van het inzenden van de kaartjes volgend jaar moeten beslissen wat de mooiste vondst was. Een gouden voorwerp is zeer zeker geen zekerheid voor een prijs. Het verhaal over en om de vondst heen is vaak belangrijker dan het voorwerp zelf. We treffen telkenmale leden die denken dat ze met een koperen of bronzen voorwerpje, waar toch een leuke anekdote over verteld kan worden, niet mee kunnen doen. Dus mensen schroom niet, pak pen en papier en schrijf. In het februarinummer zullen alle nog binnengekomen meldingen van 1998 worden opgenomen. J. Koning
Om mee te doen met de “vondst van het jaar” dient u een verhaal, van tenminste 150 woorden, te schrijven over het door u gevonden object. Natuurlijk stuurt u duidelijke foto’s van het voorwerp mee. Voorwerpen van archeologische waarde dienen te worden aangemeld.
Ik was al jaren geïnteresseerd in het zoeken met een metaaldetector. En oktober 1994 was het eindelijk zover, dat ik mijn metaaldetector, een White’s Classic I, kon aanschaffen. Hiermee heb ik ongeveer twee jaar gezocht. In de buurt van mijn woning liggen diverse maisakkers waar ik mag zoeken. Een van die maisakkers ligt op loopafstand van mijn woning. Vanaf augustus 1995 heb ik dit stukje land regelmatig afgezocht. De toenmalige eigenaar had er niet veel vertrouwen in, dat ik daar veel zou vinden, maar ik dacht er anders over. Ik had namelijk gezien, dat er veel scherven, pijpenkoppen etc. lagen. Dit zegt nog niet alles, maar dan weet je maar nooit. De vondsten tot aan mei 1998 vielen wel mee. In totaal had ik 15 munten gevonden, zoals 2 nikkelen guldens, een nikkelen rijksdaalder, diverse versleten duiten, een halve cent, versleten halve centen van Willem I, een cent van 1920 en 1937, een zinken kwartje, een uniformknoop (ontploffende granaat), diverse knoopjes, een gesp, 3 musketkogels en een gordelsluiting. Na een morgen in mijn tuin gewerkt te hebben, had ik zin om iets voor mijzelf te gaan doen. Het was op 20 mei jl. prachtig weer en ik besloot om erop uit te gaan. Sinds oktober 1996 ben ik in het bezit van een White’s Spectrum XLT en ik had er al redelijke resultaten mee geboekt. Ik besloot dus het laatste stukje maisakker af te zoeken. Na een poosje kreeg ik een helder signaal. Op de display gaf mijn detector het cijfer 20 aan. Ik had het idee dat het wel rommel zou zijn. Nadat ik de juiste peiling had gemaakt, groef ik het nog onbekende voorwerp op. Ik liet de grond voorzichtig van mijn pionierschep afglijden en ik zag iets goudkleurigs blinken. Ik pakte het voorwerp op en de grond viel er onmiddelijk vanaf. Meteen had ik in de gaten dat het een gouden munt was. Helaas iets samengevou-
4
wen. Een wapen en een kruis kon ik zien. Ik was in alle staten. Wat was ik blij met mijn eerste gouden munt. Ik had hier al zo vaak gelopen en nu dit resultaat. Daarna nog verder gezocht en ik vond nog 50 centimes uit 1922 van Frankrijk. Inmiddels was het etenstijd geworden en ik ging snel naar huis. Thuis vroegen ze wat ik gevonden had en ze wilden me eerst niet geloven, maar ik had het bewijs in mijn handen. Een paar dagen later heb ik het allerlaatste stukje van de akker nog afgezocht. Over het resultaat mocht ik wederom niet klagen. Ik vond nog de helft van een zilveren munt van 1617, 1 zinken munt, 1 versleten duit en 1 duit van Overijssel uit 1769. Deze duit was nog in goede staat. Mijn gouden munt heb ik voor onderzoek opgestuurd naar het KPK te Leiden. Na bijna 3 maanden van spanning kreeg ik mijn munt weer terug. Het betrof een gouden escudo uit Spanje. Verder gegevens zijn: autoriteit Johanna en Karel (1506 1516), datering z.j., muntplaats Sevilla, gewicht 3,30 gram. Genoemde munt werd onderzocht en beschreven door drs. B.J. van der Veer. Na dit onderzoek werd de munt nog onder de microscoop bekeken. In de munt zaten wat haarscheurtjes en er werd geen risico genomen om de munt weer recht te buigen. Desondanks ben ik heel blij met mijn eerste gouden munt en ik zou graag met dit verhaal mee willen dingen naar ‘de vondst van het jaar’. Arjan Bouwman, Colmschate
Merovingische munt Tussen de regen en de stormen in september was er toch een droge dag. Snel in de auto van Hoorn/Enkhuizen richting Overijssel gegaan. Ik wilde toch weten of het gewas van een paar zoekvelden er al af was en zo ja, dan even zoeken. Daarna had ik de bedoeling richting Friesland te gaan en dan terug over de Afsluitdijk. Helaas waren de mais en de suikerbieten daar nog in de grond. Dus ging ik verder noordelijk. Na een aantal kilometers heb ik een kleiner veld afgezocht, waarbij ik alleen een klein gewichtje heb kunnen vinden. Dus toen ben ik nog verder omhoog gereden. Op een gegeven moment kreeg ik toch een beetje honger en dorst, dus besloot ik even te stoppen op een volgende geschikte plaats. Na een aantal kilometers reed ik een klein dorp binnen en wilde daar stoppen. Toen zag ik een kleine afgraving (voor onderhoud of vernieuwing van iets) met twee kleine modderbulten langs de weg, dus daar parkeerde ik mijn auto. Na een broodje en drankje pakte ik mijn XLT en ging naar die eerste bult. Daar vond ik een munt, een duitje, dat had ik toch niet gedacht. Toen de tweede bult en met de eerste zwaai van de schotel een goed klein signaal. In die bult op nog geen 4 cm diepte was een heel fraai klein muntje. Ik zag direct dat het zilver was en nog van een hele goede kwaliteit ook. Verder heb ik de bulten nogmaals afgezocht, maar niks meer gevonden. Daarna ben ik verder gegaan richting Afsluitdijk en ik was rond 4 uur weer in Hoorn. Thuis gekomen, ben ik de munten verder gaan
bekijken, het was een heel fraai muntje. Ik heb het ingescand, een JPG gemaakt en via Internet bij het KPK aangemeld. Het antwoord dat ik een paar weken later kreeg, luidde: De foto’s tonen een zeer interessante munt uit de merovingische periode (ca. 700). Het muntje is een
Franse ‘collega’ van de Friese sceatta en wordt in het Frans denarius genoemd. Mogelijk is dit stuk geslagen in Averneum (Clermont-Ferant). Ik heb geen exacte parallel in de literatuur kunnen vinden. P.S. Ik moet nog steeds een keer terug naar die vindplaats. Dom maar ik was vergeten de naam van het dorp te noteren. En het KPK wil graag de exacte vindplaats weten!! Earl Specht, Zwaag
Newbury, nooit van gehoord! Ik was nog nooit aan de overkant geweest, maar nu is het toch gebeurd. Drie dagen zoeken op een eiland met een behoorlijke geschiedenis. Het was gezellig, maar de vondsten waren matig. De derde dag had ik bijna de moed opgegeven. ‘s Middags nog één zoekactie. Een akker waar je het einde bijna niet van kon zien. Dan vraag je je echt af waar je moet gaan beginnen. Nou, ik had voor het midden gekozen. Gewoon een plekje in de lange lijn zoekers en de detector aangezet. Dan het startschot. Je zult het niet geloven, maar de tweede zwaai was raak. En deze keer goed. Na 19 jaar zoeken, haalde ik mijn eerste
5
gouden munt uit de grond, een Keltische nogwel. Zo zie je maar, nooit de moed opgeven. R. Jongejan, Den Haag
De gouden vijver Ik zoek al sinds een kleine 2 jaar met de metaaldetector en ben lid sinds zo’n 1 1/2 jaar. Mijn eerste metaaldetector was een White’s Coinmaster en ik ben nu in het bezit van een Tesoro Toltec II. Met mijn eerste detector heb ik ook al eens goud gevonden, nl. een gouden trouwring. Maar met de Tesoro heb ik voor mezelf de vondst van het jaar gedaan, nl. een gouden munt. De laatste jaren zoek ik regelmatig in de omgeving van mijn woonplaats in de provincie Utrecht en heb al een aantal leuke vondsten gedaan, zoals duiten, oorden, lakenloden, meelzakloden en vele andere voorwerpen. Maar om een lang verhaal niet al te lang te maken, begin ik dus: Mijn zus en zwager hadden vorig jaar
een huis gekocht met een gote stal en boomgaard achter het huis. Bunnik, dacht ik, vlak bij de Vecht, je weet maar nooit, misschien ligt er wel Romeins. Na toestemming te hebben gevraagd, liep ik dus al gauw in de boomgaard. Het gras was eigenlijk veel te hoog en dat maakte het zoeken er niet gemakkelijker op. Na wat gespen, ouder ijzer en het bekende afval te hebben gevonden, zei ik: “ Ik kom wel terug als je het gras gemaaid hebt.”. Mijn zwager antwoordde: “ Nog even geduld, want ik ben van plan om een vijver aan te leggen, dan wordt er gegraven en dan kun je je uitleven.”. Toen het zover was, ging ik direct kijken en daar lag een groot gat van 15 x 5 meter en zo’n 1,5 meter diep. Daarnaast lag een grote berg grond. Na te hebben gezocht en eigenlijk niets te hebben gevonden, ging ik weg. Een aantal dagen later was
Aantrekkingskracht Iedereen heeft wel eens een akker, waar je eigenlijk niets bijzonders vindt, maar die je toch aan blijft trekken. Zo heb ik al ruim vier jaar op een kleine akker bij ons in de gemeente gezocht, maar op een paar slechte duiten en wat rotzooi na, heb ik er eigenlijk niets bijzonders gevonden. Zo was ik op een morgen bij een kennis op bezoek geweest. Op de terugweg kwam ik weer langs het bewuste akkertje. Ik ben er gestopt, maar toen begon het te regenen. Bij mezelf dacht ik: er zal toch wel een keer iets goeds vanaf komen. Dus toch de metaaldetector uit de kofferbak van de auto gehaald. Na ruim drie uur gezocht te hebben, had ik zeggen en schrijven vijf slechte duiten, zes musketkogels, enkele knopen en wat lood en koper gevonden. Het regenwater liep me al over de rug. Maar nou ben ik iemand die niet zo gauw opgeeft en na nog even gezocht te hebben, kreeg ik een mooi signaal. Ik dacht nog: dit moet wel iets heel bijzonders zijn, wil ik hier nog eens terugkomen. Dus de schep de grond in. Na enig zoekwerk in het natte zand, lag daar een zilveren kledinghaakje. Toen dacht ik: hé, toch nog iets fatsoenlijks! Dus terug naar huis. Daar heb ik het haakje schoongemaakt, maar ik kreeg het bloemetje dat erop zat niet schoon. Dus heb ik het naar de zilversmit gebracht om het schoon te laten maken. De volgende morgen kon ik het weer ophalen. Tot mijn stomme verbazing zei de zilversmid dat het uit de 16e eeuw was en nog zeldzaam ook. Zo zie je maar weer, dat de aantrekkingskracht van een akker waar je jaren niets vindt, toch een hele mooie vondst op kan leveren.
alle grond uitgespreid in de tuin en ging ik weer zoeken. Na ongeveer 10 minuten, kreeg ik een helder signaal in de koptelefoon en sloeg de meter uit. Ik dacht: het zal wel niets bijzonders zijn, maar nieuwsgierig als ik ben bukte ik toch om te kijken wat het was. Ik zag iets goudkleurigs en dacht het zal wel aluminiumfolie zijn met een goud kleurtje. Tot mijn grote verbazing zag ik dat het een gouden munt was, ik raakte helemaal opgewonden en mijn hartslag begon zich te versnellen. Ik riep mijn zus en zwager erbij en liet hun enthousiast mijn munt zien. Ze feliciteerden me en zeiden: “Nu nog de rest.”.Daarna ging ik verder met zoeken, maar ik heb niets meer gevonden. Je vraagt je af hoe zo’n munt daar komt. Heeft er vroeger een antieke boerderij gestaan, is de munt hier verstopt of heeft iemand deze verloren? Dit zal je nooit te weten komen. Thuis liet ik de munt aan mijn vrouw zien, die hem ook heel mooi vond. Zij wilde weten wat het eigenlijk voor munt was, maar dat wist ik ook niet precies. In augustus zijn we ermee naar het KPK gegaan waar het zeer druk was. Ik heb de munt er laten zien en al snel werd duidelijk wat het was. Het bleek een St. Maartens Goudgulden te zijn van bisschop Rudolph van Diepholt, bisschop van Utrecht uit 1431 - 1455. Ook had ik nog een duit van Culemborg meegenomen uit 1590. Deze werd ook genoteerd, omdat ze toch vrij zeldzaam zijn. Het was pas de tweede die men ooit gezien had. Na mijn laatste munt te hebben laten zien, nl. een rekenpenning uit Utrecht uit de 80-jarige oorlog van 1629 met een heel verhaal op deze penning in het Latijn, wat betekende dat de Spanjaarden verslagen werden bij Amersfoort door Prins Hendrik zijn we naar huis gegaan. Ik ben heel blij met de informatie die ik bij het KPK heb gekregen, omdat ik nu weet wat het is.
J. Beijk, Weert John Bakker
6
Te laat??? Het was zondag, 13 september. Van mijn vrouw hoorde ik dat haar zwager (is mijn nieuwe zoekmaat) waarschijnlijk een uurtje zou gaan zoeken. Ik was best wel een beetje verontwaardigd dat hij mij niet meevroeg, want als ik ga zoeken, dan bel ik hem namelijk wel op met de vraag of ie mee wil. Dan ga ik ook maar een uurtje alleen zoeken, dacht ik. Toevallig zijn ze bij ons voor de deur een nieuwe weg aan het aanleggen en deze wordt circa anderhalve kilometer lang. Over een lengte van circa 1 km komt deze weg te liggen door de oude akkers van Rolduc. Ik had er al een paar maal gezocht en in het begin al 5 keer zilver gevonden; 4 zilveren dubbeltjes, waaronder 1 dubbeltje van Willem II, 1849, en 1 zilveren kwartje. De laatste 4 keren had ik echter niets meer gevonden, dus ging ik eigenlijk met tegenzin naar deze zoekstek. Ik had wel gezien dat men ergens op een stukje weiland nog een afslag ging maken en dat men er ca. 40 cm van de bovenlaag had weggenomen. Dit stukje wilde ik eigenlijk al 2 weken eerder afzoeken, maar ik verwachtte hier eigenlijk helemaal geen vondsten. Daar aangekomen bleek echter dat men dit stuk (50 x 10 meter) nog verder uitgediept had en dat men er de onderlaag van de nieuwe weg al gestort had. Helaas, ik was te laat!! Naast de nieuw aangelegde afslag lagen echter nog 2 heuvels met aarde. Een van de bovenlaag (donkere aarde) en een van de dieper gelegen aarde (kleigrond). Ik begon te zoeken in de donkere aarde. De eerste 10 minuten vond ik alleen maar veel troep (trekringen, blikjes, flessendoppen enz.). Toen kreeg ik een signaal waarvan ik dacht dat het wel een musketkogel zou zijn
(ik zoek met een Fisher SZ-6) en deze gaf een munt of Zink aan. Toch maar even graven, dacht ik en ziedaar een mooi loodje. Toen ik het loodje schoonwreef, stokte mijn adem. Het bleek een zeer mooie, zilveren. republikeinse denarius te zijn. Mijn eerste denarius gevonden in Nederland. Ik heb er al eens 2 in Duitsland en 1 in Italië gevonden. Mijn dag kon absoluut niet meer stuk. Ik wilde eigenlijk alleen nog maar weten hoe oud hij eigenlijk was. Ik wist wel dat ie ouder was dan 27 jaar v. Chr.. Ik besloot toch maar om nog verder te zoeken. Na ca. 10 minuten weer een goed signaal. Schep in de grond en een groot “stuk” in de klei. Ik zei tegen mezelf al: “een Romeins beeldje”, want het was tamelijk zwaar. En jawel, het was inderdaad een tamelijk groot Romeins beeldje. Hierna ben ik nog ca. 3 uur blijven zoeken, maar heb niets meer gevonden. Beide vondsten heb ik in de donkere (bovenlaag) gevonden. Thuis aangekomen, heb ik als eerste mijn oude zoekmaat (helaas verhuisd naar Haarlem) gebeld om hem het nieuws te vertellen. Deze was zeer enthousiast. Ik vertelde hem meteen de exacte plaats waar ik het gevonden had. Hij wist zowaar te vermelden dat op die plaats enkele weken tevoren veel is gezocht en gegraven door onbekende detectoramateurs. Wie weet wat zij nog allemaal gevonden hebben. De denarius bleek van 50 v. Chr. te zijn. Voorzijde: hoofd van Libertas naar rechts. Tekst: Q Cassivs Libert. Keerzijde: Tempel van Vesta, met Curulische zetel, urn en schrijftablet. (Nummer 303 in Roman conins & their values van David R. Sear, 4e vernieuwde editie 1988.) Het beeldje mist het linker handje en het linker voetje. De achterkant is nog van zeer goede kwaliteit. De
7
voorkant is helaas iets aangetast. De hoogte is ca. 12 cm. De volgende dag heb ik het beeldje reeds telefonisch aangemeld bij de heer Horbach (Bonefantenmuseum en ROB). Deze is het beeldje persoonlijk komen bezichtigen en zal dit, samen met de exacte coördinaten van de vindplaats aanmelden bij de ROB, Amersfoort. Van de munt heb ik duidelijke foto’s gemaakt en deze naar het KPK gestuurd. Met beide vondsten zou ik graag mee willen doen met de vondst van het jaar. John Ferri, Kerkrade P.S. Voor degenen die mij niet meer van naam kennen. Ik ben degene die in Engeland (laatste Newbury Rally) deed alsof ik de 1000 pond gewonnen had.
De Romeinse heirbaan Vrijwel alle door de Romeinen in Gallië aangelegde wegen, paden en heirbanen staan vermeld in een schitterend en gedetailleerd Frans boek: “Tracés d’itineraires en Gaule Romaine”.
H
et heden ziet er natuurlijk heel anders uit dan in de tijd van de Romeinen, maar zeer nauwkeurige informatie laat voor ons antieke steden, dorpen, nederzettingen en pleisterplaatsen herleven. Veel van deze plekken zijn totaal verdwenen, althans niets meer van te zien aan de oppervlakte. Van sommige zijn de overblijfselen nog zichtbaar en met enige moeite terug te vinden, soms tussen de moderne bebouwing. In het boek staan oude kaarten tegenover moderne en zo wordt het gemakkelijker gemaakt om oorspronkelijke plaatsen terug te vinden. Ik heb het geluk om in de zomermaanden in Noord-Frankrijk te kunnen wonen en vlak bij ons huis in die schitterende Franse Ardennen loopt zo’n oude Romeinse weg. Deze weg maakt gedeeltelijk deel uit van een gemarkeerde wandeling
en heet, heel origineel: Chemin des Romains (Romeinenweg). Ten westen van Mouzon en door het stadje Carignan loopt het herkenbare deel van de weg naar het oosten, om te eindigen bij de voormalige pleisterplaats Chameleux vrijwel bovenop de grens Frankrijk/België. De weg maakte ooit deel uit van de belangrijkste verbinding tussen Reims en Trier. Talrijke overblijfselen benadrukken de belangrijkheid van de route. Het meest westelijke deel van deze heirbaan is nu provinciaal asfalt en daar is weinig aan te zien en beleven, maar het steenslagpad oostelijk van Carignan is voor de liefhebber van wandelen, rust en natuur van grote schoonheid. Voor de detectoramateurs is er ook wel wat te beleven, dacht ik zo. Op een dag liep ik langs de wegkant te zwaaien, komt er dwars door het land een grote tractor met ploeg mijn kant op. Het gevaarte stopt en
8
Een detail
de inzittende agrariër klimt uit zijn machine. Ik liep niet op zijn grond, dus hoefde ik niet beducht te zijn voor één of andere negatieve reactie. In tegendeelk, de man was zo vriendelijk en hoogst geïnteresseerd dat ik nauwelijks hoefde te vragen of ik ook eens op zijn akker mocht zoeken. “Zolang er niet gezaaid is, altijd welkom”. “Wel uitkijken voor munitie” voegde hij er nog aan toe. Talrijke scherpe geweerpatronen heb ik daar inmiddels gevonden, patroonhulzen en veel granaatscherven, niet direct interessant dus. Van wat de Romeinen honderden jaren lang op dit pad aan munten en sieraden hebben lopen morsen, heb ik nog niets gevonden. De totale buit op en langs de chemin des Romains is een 1 Pfennig muntje uit 1914. Het pad bestaat uit een keiharde steenslag en detectorsignalen
Hier en daar grenzen flinke akkers aan het pad.
Vondsten uit eigen tuin.
De blootgelegde restanten.
beantwoord ik met een klein houweeltje, waarbij ik mij dikwijls een verdwaalde dwangarbeider voel. Veel gemakkelijker gaat het als ik in mijn eigen Franse tuin zoek. In het zeer nuttige boekje “ Succesvol zoeken met de metaaldetector”, schrijft Gert Gesink dat je je eigen tuin niet moet vergeten. Zodoende. In een tijd dat het ophalen van huisvuil nog niet was uitgevonden, begroeven vorige eigenaren van ons huis alles wat niet wilde branden.
Zeer veel troep dus onder ons toch al zwakke gazon, maar ook een grote, groen geëmailleerde pan met een barst in de bodem, de ijzeren spaan van een metselaar en een heel zwaar rond metalen ding, 15 cm hoog en een doorsnede van 7 cm. Er steekt een dikke, vastgeroeste bout boven uit. Het lijkt me een soort contragewicht. Voor de goede orde heb ik er een foto van gemaakt, want als er een catagorie nutteloze huishoudelijke rotzooi bestaat, wil ik daar best een prijs
9
mee winnen. Op de foto ontbreken nog enkele later gedane vondsten, die echt wel leuk zijn, nl. een 20 Francstuk uit 1950, een 50 Francstuk uit 1953 en ook nog een klein en scheef flesje. Binnenkort moeten er wat grotere graafwerkzaamheden plaatsvinden in onze tuin. Ik zal er met de detector bovenop staan. J.H. Cats
Delfts oud iv
E
r had al een kleine archeologische opgraving plaats gevonden en er was nog een vervolgcampagne in de planning opgenomen. Het sloopbedrijf was inmiddels begonnen om de resterende recente kelders weg te breken. Omdat ik geen grondsporen kon verstoren, leek het me verstandig en leuk om er eens te gaan zoeken. Op het moment dat ik er kwam lag er net een grote berg
grond met van alles er in. Maar om te zeggen dat er goed te zoeken was, nee. Er lagen hele einden kabel, ijzeren pijpdelen en betonijzer in. Tussen de gemengde grond zaten ook oude lagen die aardewerk bevatten uit de 16e en 17e eeuw. Ik ben me toen op een hoek gaan concentreren waar ik de minste storingen verwachtte. Uit dit hoekje kwamen een loodje, twee gespen waarvan een met een kopje op de beide uiteinden (afb.1), twee munten en een op een armenlood lijkend loodje (afb.2). Na het zoeken ben ik nog even langs de stadsarcheoloog geweest om het loodje te laten zien. Na een bakje koffie vroeg Epko of ik nog
afb.11: Speelgoed grape uit 16e eeuw.
[ Mart Hoffmann ]
Het was eind oktober 1996 toen ik aan Epko Bult, gemeentelijk archeoloog van Delft vroeg, of ik misschien kon gaan zoeken op de Westvest. Hier lag een groot gapend gat waar voorheen het politiebureau had gestaan. Op deze plek werd in het begin van de vijftiende eeuw het Sint Barbaraklooster gebouwd. Delen van het klooster hebben de tand des tijds weten te overleven en zijn nog zichtbaar als men vanuit het station rechtdoor gaat en via een smal steegje de binnenstad inloopt. In deze steeg ziet men aan de linkerzijde het oude kloostergebouw. Vanaf het einde van de zestiende eeuw werden de kloostergebouwen gebruikt als weeshuis (fig.1). Momenteel wordt het gebouw als studentensociëteit gebruikt.
10
afb.5:
wat had gevonden op het terrein van het voormalige politiebureau. Gelijk vroeg ik of hij me er toevallig had zien zoeken. Dat had hij niet, maar wel diverse anderen mensen die hem direct hadden gebeld. Nadat de bellers mijn figuur hadden omschreven kon Epko de bellers gerust stellen, waardoor ik op mijn gemak verder had kunnen zoeken. Zo zie je maar weer dat als je samenwerkt met een plaatselijke archeoloog, je niet direct van je zoekplek wordt gestuurd. In de weken daarna was er niet zoveel veranderd, wat wel zo prettig was, want zo kon ik alles goed nazoeken. Dat leverde toch nog wat leuke vondsten op, waaronder twee rekenpenningen. Ook vond ik tussen alle rotzooi nog een boekbeslag (afb.3) en de bekroning van een mesheft (afb.4). In augustus 1997 werd er verder gegraven door de archeologische dienst van Delft. Er werden twee grote slachtmessen uit de late Middeleeuwen gevonden en een rekenpenning. De grond uit deze put werd er in eerste instantie naast gegooid voordat het werd afgevoerd. Nadat de opgraving was afgerond, ben ik op een zaterdagochtend zeer vroeg op de grote berg naast de put gaan zoeken. Nu was het tijd om eens goed te gaan zoeken daar de oudere grondlagen goed zichtbaar waren. Helaas lagen er nog steeds grote stukken kabel en recente rotzooi in de uitgereden grond. Het was af en toe gokken om wel of niet te graven op een ‘groot’ signaal. Dat het de moeite loonde, blijkt wel uit de vondst van een laat middeleeuwse hartvanger (afb.5). Naast de berg grond vond ik nog een raar voorwerpje wat veel weg had van een fluitje met gotische letters. Na determinatie van de heer Dijs van de Detector Amateur bleek dat het om het uiteinde van een laat- middeleeuwse tinnen lepel ging (afb.6). Een fraaie ring (afb.7),
Fig.1: Detail uit de Kaart Figuratief uit 1667 waarop afgebeeld het Weeshuis.
Hartvanger uit de 15e eeuw.
ook laat- middeleeuws, kwam uit een oude beerlaag. Uit deze laag werden overigens de meeste vondsten geborgen, zoals een mooie bronzen tap (afb.8) en een deel van een mantelsluiting (afb.9). Munten heb ik deze dag niet gevonden. Achteraf vind ik dat er over de hoeveelheid grond die is afgezocht weinig munten zijn gevonden. Helaas heeft de grote berg er maar voor korte duur gelegen, omdat het als verontreinigde grond moest worden afgevoerd. Nadat de grote berg was afgevoerd, ben ik nog twee keer wezen zoeken. Helaas kwam er niet zoveel meer uit. Er was tussentijds ook door anderen gezocht. Ik heb er enkel een knoop (afb.10) tussenuit kunnen halen. Mijn zoontje van 4 die ook weleens mee gaat zoeken en dan met zijn tractor en een schep aan het spelen is, vond toch een speelgoed grape van roodbakkend aardewerk uit de zestiende eeuw (afb.11).
Geraadpleegde literatuur: Baart, J.M., 1977: Opgravingen in Amsterdam. Twintig jaar stadskernonderzoek. Bos, W.S., 1995: Oord en duit uit Noord en Zuid. Heeringen, R.M., H. Hendrikse & J.J.B. Kuipers (red.) 1992: Geld uit de belt. Archeologisch onderzoek in de bouwput van de gemeentelijke parkeerkelder en het belastingkantoor aan de Kousteensedijk te Middelburg. Foto’s: A.M. Huf, gemeente Delft, sectie Monumenten en Archeologie. Judith Abraham. Met dank aan: Epko J. Bult, gemeente Delft, sectie Monumenten en Archeologie. Drs.B.J. van der Veen, Rijksmuseum het koninklijk penningkabinet (K.P.K.). Dhr. N. Arkesteyn. Dhr. J.P. Puype, hoofd conservator, Leger en Wapenmuseum Generaal Hoefer, te Delft. Dhr. D. Dijs.
afb.7: Messing ring, 15e eeuw.
11
EEN LEUKE VONDST MAAR WAT IS HET EIGENLIJK ? Het leuke is natuurlijk het zoeken en vinden van voorwerpen, en thuis gekomen het schoonmaken en determineren. In de regel kan ik de meeste voorwerpen wel determineren of in een bepaalde periode plaatsen. Toch komt het voor dat je voorwerpen hebt waar je eigenlijk niet helemaal uit kunt komen. Ik registreer alle voorwerpen in een dataprogamma, omdat die dan aan de opgravingsgegevens kunnen worden gekoppeld. Hierdoor ben je eigenlijk meer gedreven om op een kortere termijn te weten te komen wat de onbekende voorwerpen zijn. Voor de munten en penningen ga ik naar het penningkabinet in Leiden, daar laat je alles bekijken en je krijgt uitgebreid alle informatie over de voorwerpen mee. Maar met het loodje van (afb.2) lag het moeilijker. En dhr. B.J. van de Veen van het penningkabinet adviseerde me om contact te zoeken met dhr. Arkesteyn uit Delft vanwege zijn kennis over Delftse munten, penningen en lakenloden. Hij kon weinig zeggen over wat het kon zijn. Een munt was het niet, omdat die nagenoeg alle bekend zijn. Een lakenlood was het ook niet, omdat het loodje niet uit twee delen bestaat. Feit is wel dat het om een officieel lood van de gemeente gaat omdat het Delftse wapen er ingeslagen is. Naar mijn idee betreft het een armenloodje maar dat zou archiefonderzoek moeten uitwijzen of meerdere van deze loodjes zouden op kloosterlocaties moeten worden gevonden. Omdat dhr. Dijs een keer bij me langs kwam vroeg ik of hij kon vertellen wat het tinnen ‘fluitje’ (afb.6) kon wezen. Dat was snel bekend. Hij zei dat het om een
afb.8: Bronzen tap, 16e eeuw.
afb.9: Mantelsluiting 16e eeuw.
afb.3: Boekbeslag begin 17e eeuw.
afb.6: Op een fluitje lijkend uiteinde van een laat- middeleeuwse tinnen lepel. afb.4: Bekroning van een mesheft uit de 15e eeuw.
afb.1: Gesp uit de 16e eeuw met gezichtjes op de uiteinde.
afb.10: Knoop uit de 17e eeuw.
afb.2: Lood met aan de v.z. het wapen van Delft en aan de k.z. twee gotische letters. Datering: 15e eeuw.
12
uiteinde van een tinnen lepel ging. Wat ingewikkelder voorwerp was de hartvanger (afb.5). Op het moment dat ik het had gevonden dacht ik dat het een mes betrof. Toen ik het thuis had schoongemaakt leek het me dat het wel eens een dolk kon zijn. In boeken over de Delftse middeleeuwen stond dat de kling niet langer mocht zijn dan 34 cm. Daar de kling was afgebroken, leek het me verstandig om naar het legermuseum te gaan voor meer informatie. Daar kwam ik in contact met dhr. Puype. In eerste instantie zei de heer Puype dat het misschien een huisweer kon zijn. Dit is een klein type zwaard dat men in huis had om ongenode gasten te weren. Nadat ik de dia’s die Epko had laten maken, had uitvergroot, ben ik weer naar dhr. Puype, hoofdconservator van het Legermuseum gegaan. Maar na verdere studie van het wapen zei hij dat het een hartvanger betrof. U begrijpt dat het uitzoeken van (voor zover mogelijk) alle gegevens over de gevonden voorwerpen veel tijd vergt. Daarentegen kom je wel in contact met mensen die bekend zijn op het gebied waar je wat over wilt weten. Het is me nog geen enkele keer overkomen dat men me niet te woord stond of dat het niet tot een afspraak kwam. Toegegeven soms duurt het een tijdje voor er een afspraak is. Maar dan kun je wel van alles vragen en zien, en je krijgt een duidelijke uitleg over de gevonden voorwerpen. In veel gevallen kun je meerdere voorbeelden zien van diverse voorwerpen, die betrekking hebben op jouw vondst of vraag. Wanneer je een herkenbaar voorwerp hebt gevonden dat je niet kunt thuis brengen en je wilt er meer over weten zal je toch eens moeten proberen om een deskundige te raadplegen. Je zult zien dat het loont.
ZOEKWEEKEND 27 EN 28 MAART 1999
OOTMARSUM Hallo beste zoekers, nog even en 1998 is weer voorbij. De activiteitencommissie is ondanks dat het misschien nog wel eventjes duurt al weer volop bezig met een zoekweekend. Deze keer hebben we een locatie gevonden in Reutum. Een klein Twents plaatsje in de buurt van het eeuwenoude stadje Ootmarsum. In het weekend van zaterdag 27 en zondag 28 maart zijn we welkom in caférestaurant ‘De Molenberg’. Vlakbij deze heel oude pleisterplaats met ±100 jaar oude speeltuin liggen een paar enorme grote akkers (±30 ha.). Overdag zoeken op de supergrote velden, ’s avonds kunt u gezellig naar de DDA-bingo of met collega-zoekers bijpraten aan de bar. Kamperen Op het terrein is volop de mogelijkheid om vanaf vrijdagmiddag te kamperen. Elektriciteit en sanitair zijn aanwezig. Kosten ƒ 10,— per nacht. Kampeerboerderij In de kampeerboerderij zijn 2 grote slaapzalen aanwezig. Kosten van een bed: ƒ 10,— per nacht. Slaapzak meenemen. Reservering bij G. Lukassen, tel. (050) 54 13 396. Hotels en pensions in Ootmarsum H.C.R. Oald-Oatmôske, tel. (0541) 29 13 62. Overnachting: ± ƒ 50,— p.p. per nacht. H.R. ’T Posthoes, tel. (0541) 29 19 63. Overnachting: ± ƒ 60,— p.p. per nacht. Voor meer informatie over de aanwezige accommodatie in deze omgeving: VVV Ootmarsum, tel. (0541) 29 21 83.
In het volgende magazine zullen de overige gegevens, zoals programma, prijzen, enz. worden gepubliceerd.
Een streek met een rijke historie Ootmarsum is een van de oudste stadjes in Twente. De oorsprong ligt reeds vóór onze jaartelling, toen een nomadenstam een Berghfrede stichtte. De nederzetting die hier later uit ontstond kreeg de naam van de (legendarische) Frankenkoning Othmar: Othmarsheim. Deze naam werd in de loop der eeuwen Ootmarsum. Rond 700 kwamen de eerste geloofsverkondigers naar deze streek en bouwden hier hun houten kerkjes. Vanwege zijn strategische ligging kreeg Ootmarsum rond 1300 van de bisschop van Utrecht stadsrechten en omstreeks 1400 was het een vestingstadje met en dubbele ring wallen en grachten en twee poorten. Tastbare herineringen aan dat verleden zijn op de vele andere punten aanwezig, zoals de kogel in de r.k. kerk die herinnert aan de 80-jarige oorlog, waarin Ootmarsum in 1597 door Maurits op de Spanjaarden werd heroverd. Ook de loop van de stadswallen en grachten is nog duidelijk te volgen. Het belang van het stadje aan de voet van de Kuiperberg werd nog eens onderstreept door de bisschop van Utrecht die er omstreeks het jaar 1000 de hoofdhof van de 6 Twentse meijerhoven vestigde.
13
De sceatta’s [ Drs. K.P.H. Faber ]
Foto LC/Paul Janssen
Vikingweegschaal uit ca 900; ze accepteerden buitenlands geld wel, maar thuis hakten ze het in stukken en wogen het zorgvuldig na. Uiteindelijk geloofden ze alleen in eigen onderzoek.
Afb.1
1
2
3
4
In november vorig jaar begon het eerste deel van mijn promotieonderzoek: het (letterlijk) in kaart brengen van de Friese vondsten Hallum, Franeker en Terwispel. Op afbeelding 1 de locaties en de types daar gevonden. Type 3, het wodanmonster type, overheerst in Hallum en Terwispel bestaat praktisch geheel uit Ae-sceatta’s die na de vondst zijn afgeschaafd om te kijken of er geen zilver onder al dat brons zat. Luguber detail: de munten in Terwispel zaten in het lijkenvet van de bezitter. Franeker bestaat grotendeels uit zogenaamde porcupines (stekelvarkens), zo genoemd omdat enkele Engelse onderzoekers er een stekelvarken in zagen.
14
In feite komt dit type voort uit een verbasterde kop; ongeveer zoals Boeles dacht. Al is het ingewikkelder dan hij zich voorstelde. Waarom moeten de sceatta’s nu gewogen worden. Misschien dat afbeelding 2 u ervan overtuigt dat het moeilijk is een indeling qua type te maken. Ik heb bij een lezing over sceatta’s gehoord: “gooi het maar in mijn pet”, maar zo’n houding kan een promovendus zich niet permitteren. Toch besloop ook mij een lichte huiver toen de heer Mensonius van het Fries Museum (die meer administratief genie in
Afb.3
gewogen
Hallum zeer goed. Ook het zilver lijkt heel behoorlijk vergeleken met de vondsten in Zeeland bijvoorbeeld.
zuiver zilver; de tremis/triens (1/3 solidus) komt dan uit op 1.133 gram. De sceatta’s van Franeker wogen dat ongeveer; ergo de tremis (oorspronkelijk een gouden muntje van 1/3 solidus) wordt de nieuwe zilveren Friese munt, bijgenaamd sceatta. Eigenlijk zou een betere naam penning of denarius of penny zijn, maar daar zijn er al zoveel van in de rest van de middeleeuwen, dat sceatta (Fr) of skat =schat (meervoud skatta) een goed typerende naam is voor een origineel Fries (lees Noordnederlands) product. De Engelsen noemen het skeats.
Eigenlijk kan ik (alleen gedetaileerder) het onderzoek van Hooft van Iddekinge bevestigen. Hij had in ca. 1870 de 158 vondstexemplaren van Franeker gewogen en kwam toen uit op een gemiddelde van 1.1367 gram. Iets hoger dan mijn bevindingen. Op grond daarvan ontwikkelde hij de theorie dat de solidus genoemd in de Lex Frisionum een rekeneenheid is van 3.41 gram
Ik denk dat Hooft van Iddekinge gelijk heeft. Zie afbeelding 3 het bekende type Medelinus-Dorestad, een gouden tremis rond 640 in Dorestad door een bonafide monetarius geslagen, wordt gedurende een lange periode in Dorestad en elders geïmiteerd en ondergaat geleidelijk de overgang van goud naar zilver tot zilver met bronstoevoegingen. Ook afbeelding 4 toont
1 met runen-inscriptie PADA uit Engeland; 2 TIC/A, uit Dorestad; 3 APA. uit Domburg; 4 variant; 5 prototype v. 6, uit Domburg; 6 profiel-standaard type, vondst Franeker.
zijn pink heeft dan ondergetekende in zijn hele lijf) enkele handenvol wodan-monsters voor mij uitstrooide en me uitdaagde om ze aan de hand van de foto’s terug te vinden. Honderd wodan-monsters staarden me aan: een vreselijke aanblik. Met het wegen waren twee doelen gediend. Misschien kon met het Mettler apparaat (drie cijfers achter de komma) (zie foto) worden bereikt dat er een indeling op gewicht kon worden gemaakt. Helaas kon dat niet omdat er teveel sceatta’s hetzelfde gewicht hadden. Het tweede doel was: zien of de Friese sceatta’s goed op gewicht zaten. Met Hill ga ik er voorlopig vanuit dat het hier een lokaal product beteft van bonafide munters die voor handelsdoeleinden en van groothandelaren een degelijk product moesten leveren (atelier Oostergo/Westergo). De metaalanalyse komt er nog aan, dus kan er nog geen uitspraak worden gedaan, maar de indruk overweegt dat Hill goed zat met zijn observaties. De precieze details van het wegen mag u in mijn proefschrift lezen. Ook ga ik u grafische voorstellingen besparen, maar gemiddeld zaten de vondstexemplaren van Franeker en
Afb.4
15
Afb.5
de overgang, het laatste muntje is van gemengd zilver en weegt 0,4 gram! Van tremis tot denarius tot gedegenereerde denarius: dit alles zo tussen 650-690. Afbeelding 5 nog eens in het groot de bijna AE sceatta-achtige imitatie vanaf het Madelinus-Dorestadtype. Het wegen zelf werd dus mogelijk gemaakt door Mettler Toledo in aanwezigheid van de Leeuwarder Courant. Evert Kramer, die van meet af aan de grote supporter van het sceatta-onderzoek is geweest, kwam wat herfstig binnen, maar begon te stralen toen Mettler Toledo het Fries Museum en ook aan ondergetekende een precisieweegschaal cadeau deed om voortaan het wegen met drie cijfers achter de komma mogelijk te maken. Toen er ook nog een bloemetje was voor deze sympathieke
Afb.2
archeoloog/conservator van het Fries Museum kon de dag niet meer kapot. Het sceatta-project was definitief van start.
16
Eindelijk is het zo ver. Na haast twee jaar van overleg en het doorpraten van elkaars ideeën start op zaterdag 16 januari 1999 de tentoonstelling SCHATTEN ONDER DE SCHOTEL in het Fries Museum te Leeuwarden. Het idee voor de tentoonstelling is ontstaan uit gesprekken tussen de heer Evert Kramer van het Fries Museum en onze oud-voorzitter Luitzen Haak. Voordat we zo ver waren als nu, zijn heel wat mogelijkheden en ideeën besproken die heel goed uitvoerbaar zouden zijn maar toch door de financiële budgetteringen geen haalbare kaart bleken te zijn. Daarom werd er voor een samenwerkingsverband met andere musea gekozen. Partners zijn nu: Het Historisch Burgerweeshuis in Arnhem en het Goois Museum in Hilversum. Wat is er nu te zien op deze tentoonstelling? Getracht is om een overzicht van 4000 jaar metaal in Nederland te laten zien. Dit is moeilijk omdat vanuit de ijzertijd er maar weinig ijzeren materiaal gedetecteerd wordt. We laten op een aantal panelen zien wat er uit de verschillende perioden gevonden wordt. Na een inleidend verhaal lopen we langs brons- en ijzertijd, en kijken naar voorwerpen van de Kelten en Romeinen. Daarna duiken we de vroege middeleeuwen in om te eindigen in de 19e eeuw. Ook zijn er enkele panelen en/of vitrines waarin bepaalde groepen
Tentoonstelling detectie archeologische vondsten van vondsten bij elkaar zijn gebracht. Voorbeelden hiervan zijn: Kelten in de Betuwe, Romeinen in Vechten, Romeinen langs de rijksgrens tussen Lobith en Maurik. Middeleeuws boekbeslag gevonden rond een klooster. Daarnaast kunnen we ons vergapen aan een leuke collectie keizers op Romeinse munten, gewichten, pelgrimsinsignes, kinderspeelgoed, zegelstempels, sloten en sleutels. Tot de topvondsten die getoond zullen worden, behoren een Romeins gezichtsmasker, een bronzen uitheemse bronzen bijl, de fibula van Wynaldum. Voor elk is er wat te zien op deze tentoonstelling, die een ieder die geïnteresseerd is in bodemvondsten gedaan met de metaaldetector niet mag missen. Van een gedeelte van het gefotografeerde materiaal is een catalogus samengesteld die voor determinatie van bodemvondsten kan worden gebruikt. Als deze uitgave aanslaat, zullen we proberen om van het overige van het materiaal aangevuld met nieuwe foto’s en of tekeningen een tweede uitgave het licht te doen zien.
4000 jaar metaal in Nederland 2
nt van Keizer enz -117 na Chr.) Traiant van Keizer n na Chr.) Goude (98eizer Traianus ) enz enz. enz.
munt van Keizer na (27 voor Chr.-14 z. 17 na Chr.) enz.en enz. enz. enz.
munt van Keizer (9898-117 na Chr.) Chr.) hr.) (98-117 na enz. enz. enz. enz.
van Keizer 7 Gouden munt na Chr.) enz Traianus (98-117 van Keizer TraiaGouden munt Chr.) Gouden nus (98-117 na Traianus (98munt van Keizer enz. enz. 117 na Chr.) enz
4
van Keizer 8 Zilveren munt voor Chr.-14 na Augustus (27 Chr.) enz.enz. Chr. (98-117 na enz. enz. enz. enz. enz. van Keizer 9 Gouden munt na Chr.) (98Traianus (98-117 na Chr.) 117 na Chr.) (98-117 enz. enz. enz. enz. enz. enz.enz.
5
enz.
n munt van Keizer Chr.) us (98-117 na enz.(27 -117 na Chr.) z. enz. hr.-14 na Chr.en
Keizer en munt van Chr.) us (98-117 na na 7 na Chr.) (98-117 enz. enz. enz. enz.enz. enz. enz.
25
tijd ken in de ijzer wonen en wer
Keizer ren munt van Chr.-14 na ustus (27 voor z. enz. enz. enz. enz.en
6 9
7
1
3
8
Ter gelegenheid van de expositie in het Fries Museum, Het Burgerweeshuis en het Goois Museum heeft de DDA in samenwerking met bovengenoemde musea een catalogus in een beperkte oplage uitgegeven. In dit in full-color gedrukte boekje zijn ±180 voorwerpen uit de expositie, afgebeeld en beschreven. Een boekje dat eigenlijk bij geen enkele zoeker of archeoloog in de boekenkast mag ontbreken.
Prijs: ƒ 16,50 gedurende de expositie bij de 3 musea.
U kunt het boekje ook bestellen door ƒ 20,— (incl. porto) over te maken naar postbank nr. 1675000 of ING Bank nr. 67 80 04 900 t.n.v. De Detector Amateur, met vermelding van ‘boekje expositie’. Het boekje wordt u dan in januari toegezonden.
cartoon
© André Baraké & Alex Feijt Cartoon.
21
Zoeken in België Zo nu en dan krijgen wij telefoontjes van Belgische leden van onze vereniging met de vraag of wij een door hun gevonden munt kunnen determineren. Meestal blijkt uit het dan volgende gesprek dat de Belgische zoekers de door hun gevonden munten en voorwerpen graag zouden aanmelden bij een of andere instantie maar dat dat in België moeilijk, zoniet onmogelijk is. Natuurlijk willen wij de munt determineren maar aanmelden in Nederland bij het KPK kan niet. In België is het sinds een paar jaar verboden om met een metaaldetector te zoeken. En vondsten aanmelden, gedaan met iets wat verboden is, kan dus niet. Probeer je dat toch te doen, dan ben je je vondsten meestal ook gelijk kwijt. Jammer want op deze manier blijven vondsten en vindplaatsen onbekend voor de wetenschapper. Voor de wetenschapper en de serieuze detectoramateur een frustrerende situatie. Het detectorverbod in België werkt dus in z’n geheel niet. Toen het verbod van kracht werd zijn er natuurlijk wel een aantal zoekers gestopt, maar de meeste zoekers lappen inmiddels het verbod aan hun Belgische laars en zoeken als vanouds. Alleen zoek je veel lekkerder als het gewoon toegestaan is.
Kleine een
Vedelspeler, bodemvondst Bollaertbeek Verdronken Weiden, Ieper, lood-tin, datering 1325-1350.
Patrick van Wanzeele, een van onze vaste auteurs heeft onlangs van de stad Ieper een vergunning gekregen om daar onderzoek te doen met de metaaldetector. Dus misschien is er toch nog hoop. Onderstaand de brief van Patrick.
Geachte heer Leenheer, Hartelijk dank voor het publiceren van mijn artikelen over metaalvondsten. Dit heeft zeker ertoe bijgedragen dat wij nu nog steeds in Vlaanderen met metaaldetectie bezig zijn. De tegenstanders van de metaaldetector hebben ongelijk gekregen. Ik heb dan ook al verschillende malen een klacht ingediend bij het I.A.P. en het stadsbestuur van Ieper. 99% van ons patrimonium gaat door de voorbijgestreefde weigering nu voorgoed verloren. Zoals u ziet werden er ook door druk van het Iepers stadsbestuur vergunningen aangeboden. We moeten natuurlijk afwachten en uitkijken of er samenwerking mogelijk is. En of het opnieuw geen misleiding is. Vriendelijke groeten, Patrick van Wanzeele
22
Laars, Rijselstraat, zilverblik, 1325-1350.
[ Patrick Van Wanzeele ]
Vlaamse kunstwerkjes, laat-middeleeuwse modetrend? werken verschafte ons een schat aan zeldzame metalen miniaturen. Eens te meer werd hier het bewijs geleverd dat ook de stad Ieper, als laatste van een hele reeks onderzochte Vlaamse steden, prat kan gaan op een bijzonder rijk bodem– archief, dit niettegenstaande de enorme vernietigingen die de stad onderging tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een eerste reeks voorwerpen betreft een aantal modellen uit het middeleeuws huishouden die in miniatuur werden gekopieerd. We vinden onder andere kannetjes, kruikjes, voorraadpotjes, rieten mandjes, sleutels, schoenen, laarsjes en grapen. Alles is minutieus uitgevoerd, aanvankelijk in zilverblik en De voorbije jaren werden er te Ieper, net zoals in vele andere Vlaamse steden, heel wat inspanningen geleverd tot verbetering van de stedelijke infrastructuur. Niet alleen werden er een aantal straten van een nieuwe wegbedekking voorzien, maar er werden ook belangrijke rioleringswerken uitgevoerd. Vanaf 1989 kregen wij van het Ieperse stadsbestuur de toestemming, en tevens ook de kans om deze grondwerken van nabij te volgen. Tijdens grafwerken in 1991, voor de aanleg van nieuwe rioleringen in de Menenstraat, de H. Cartonstraat, de Picanollaan en de Rijselstraat ontdekten wij een enorme schat aan tot nu toe onbekende middeleeuwse voorwerpen. Voor het eerst sedert de middeleeuwen werden de verschillende historische ophogingen van de straatniveaus weggegraven en afgevoerd. Het dagelijks nauwgezet opvolgen van de graaf-
23
Persoon en gebouw, bodemvondst H. Cartonstraat, Ieper, tin, datering 1250-1275.
later in lood, tin en brons. We kunnen ze dateren tussen 1250 en 1350. Al deze kleinoden zijn werkelijk verfijnde kleine kopieën van keukengerei en andere gebruiksvoorwerpen uit de betreffende periode. Merkwaardig is wel dat bij het aansnijden van jongere lagen en ophogingspakketten de voorwerpen als het ware de evolutie in het keukengerei op de
Ridder te paard, bodemvondst Rijselstraat, Ieper, lood-tin, datering 1275-1300.
Tinnen schaaltje, Komenpoort, 1300-1325.
Soldenier te paard, bodemvondst Bollaertbeek tussen de Picanollaan en de Majoorgracht, Ieper, tin, datering 1300-1325.
Ridder te paard en draak, bodemvondst St. Pieterskerk, Ieper, l ood-tin, datering 1275-1300.
Verdronken Weiden, H. Cartonstraat, 1275-1350. Brons en zilverblik.
24
voet volgden. Vanaf 1300 tot 1325 verschijnen dan ook steevast de tinnen borden en de tinnen miniatuurlepels. De tweede markante groep voorwerpen omvat een aantal tot nog toe totaal onbekende voorstellingen van combinaties van uitbeeldingen en figuren met symbolische betekenis. Soms in een onlogisch of irreëel verband. Ze zijn eveneens in miniatuur uitgevoerd en bestaan uit, voor ons vooralsnog, onbegrijpelijke taferelen. Als voorbeeld geven wij hier de voorstelling van een (kerk)gebouw met, boven het gebouw uittorenend, een menselijk figuurtje. Het spreekt vanzelf dat een duidelijke uitleg voor deze miniaturen voorwerpen voorlopig nog niet gegeven kan worden. Het valt moeilijk om al de gevonden voorstellingen te catalogeren. De grote diversiteit van de modellen stelt ons tal van onopgeloste vragen.
Molenwieken en hert, bodemvondst Rijselstraat, Ieper, tin, datering 1275-1300.
Een derde groep zou dan misschien de duidelijk visuele uitbeeldingen kunnen omvatten. Hierin vinden we de vaandeldragers, de heiligen, de soldeniers, de herauten, de engelen, de boogschutters, de narren, de vedelspelers en de ridders te paard. Van deze laatste groep werd er, geleidelijk aan, bijna een klein legertje opgegraven. Tijdens de opgravingen in de Rijsel-
Ridder te paard, bodemvondst Bollaertbeek Verdronken Weiden, Ieper, lood-tin, datering 1275-1300.
straat konden wij moeiteloos deze ridderfiguurtjes dateren tussen 1275 en 1350. Vanaf 1325 tot 1350 kunnen we stellen dat de productie haar hoogtepunt bereikte, terwijl tegelijkertijd kan worden vastgesteld dat men nu ook geleidelijk aan de kleine ridderminiaturen als draagspeld is gaan uitvoeren. Deze en veel nieuwe modellen werden van toen af in toenemende mate ook op de kledij gedragen. Voorlopig hebben we dus duidelijk meer vragen dan antwoorden aangaande deze toch wel merkwaardige mode en gebruiken van onze illustere stedelijke voorouders. Vanaf 1993 is het onderzoek naar middeleeuwse metalen archeologische voorwerpen door amateurarcheologen, wetmatig verboden. Laten we hopen dat men dit verlies aan bodemvondsten tijdig inziet en wij opnieuw kunnen bijdragen tot de kennis van ons Vlaams patrimonium
Alle vondsten, hier afgebeeld zijn uit de verzameling van P.V.W.. Dankzij het stadsbestuur van Ieper kon dit gebeuren. Als enige tegenprestatie moesten wij onze vondsten in het stedelijk museum documenteren ofwel in bruikleen geven. Later volgt uiteraard een meer uitgebreide publicatie van alle stukken.
25
Lood-tin, datering 1300-1325, vindplaats Verdronken Weiden, Ieper, verzameling van P.V.W., hoogte 60 mm, breedte 20 mm.
van onze
correspondent...
Enkelbrekers ontdekt in De Schuytgraaf Sinds juni van dit jaar is stadsarcheologe Mieke Smit met haar zeven medewerkers bezig om de archeologie van de toekomstige woonwijk De Schuytgraaf in Arnhem gedetailleerd in kaart te brengen. Reeds eerder heeft de Stichting RAAP met behulp van booronderzoek de verschillende archeologische vindplaatsen in dit historisch interessante gebied globaal getraceerd. Tot op heden zijn de weergoden de Arnhemse onderzoekers niet bepaald gunstig gezind geweest. Een onverwachte meevaller was de helpende hand die een tiental leden van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN) heeft geboden. Het onderzoeksgebied ligt nabij een Romeins castellum waarvan de resten in het Arnhemse natuurgebied Meinerswijk liggen. De onderzoekers verwachten dat er in De Schuytgraaf een militaire voorpost heeft gestaan. Deze hypothese wordt onderstreept door de ontdekking van een aantal “enkelbrekers”. Om de vijand te verrassen of letterlijk uit hun evenwicht te brengen, brachten de Romeinen gaten aan in ondiepe, op het eerste oog eenvoudig te doorwaden greppels. Met een beetje pech brak een opponent dan tot zijn schrik een enkel in zo’ n gat. De grootste vijand van de onderzoekers komt uit een onverwachte hoek. De gangen van de eveneens gravende mol blijken soms op het eerste gezicht de nodige overeenkomsten te vertonen met een oude afzetting......
Detectoramateurs betrokken bij tentoonstelling De Historische Kring Gente heeft in haar kringgebouw “Marca XX” aan de Markt 20 te Gendt (vlakbij Nijmegen) onlangs een nieuwe, gratis toegankelijke, tentoonstelling geopend. In de vitrines zijn een aantal vondsten uitgestald, die afkomstig zijn van het terrein van De Loohof aan de Flierenstraat te Gendt. De Loohof staat te boek als een archeologisch monument en is één van de oudste bewoningsplaatsen in dit Betuwse dorp. Twee lokale detectoramateurs, Henk Leensen en Wim Otemann, hebben de vitrines ingericht. Er zijn dan ook de nodige oudheidkundige voorwerpen van metaal te zien. De openingstijden van Marca XX zien er als volgt uit: iedere maandag van 20 - 22 uur en iedere woensdag van 9.30 - 12.00 uur.
Romeinse resten zichtbaar in Nijmeegse straat De gemeente Nijmegen wil op een aantal plaatsen in de stad de sporen van het Romeinse verleden niet helemaal uitwissen. Zo is in de Biezenstraat met behulp van speciaal straatwerk zichtbaar gemaakt waar zich in het verleden een Romeinse vestingmuur en gracht bevonden. Op het aangrenzende Keyterrein waar, vooruitlopend op toekomstige woningbouw, uitgebreid archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden, komen soortgelijke verwijzingen naar het rijke Romeinse verleden van “Noviomagum” (de Romeinse benaming van Nijmegen).
Granaten in plaats van oudheden
De zestienjarige Betuwse detectoramateur Wouter van den Brandenhof heeft tijdens de recente zomer de schrik van zijn leven gehad. Tijdens de renovatie van de heerlijkheid Hemmen was een behoorlijke hoeveelheid puin en grond uit de voormalige slotgracht van de huidige ruïne in het Hemmense bos naar boven gekomen. De Stichting Het Lijndensche Fonds, die de resten van het voormalige Huis Hemmen wil conserveren en consolideren voor het nageslacht, vroeg Van den Brandenhof of hij met zijn metaaldetector het grachtmateriaal wilde onderzoeken. Helaas stuitte de onfortuinlijke Betuwnaar niet op archeologische objecten maar op talrijke gevaarlijke granaten van verschillend kaliber. In de Tweede Wereldoorlog
27
was het voormalige huis van Hemmen tot twee keer toe het doelwit van oorlogshandelingen met de granaten als stille getuigen van de schermutselingen. Om veiligheidsredenen kunnen detectoramateurs het Hemmense bos voortaan beter mijden: om fosfor- of mortiergranaten op je schop te hebben liggen, lijkt me niet zo’n prettig idee. De gevonden munitie is voorlopig opgeslagen om te zijner tijd door de EOD onschadelijk gemaakt te worden. Het bizarre is dat deze opslag op het grondgebied van de gemeente Doodewaard ligt, terwijl de vondsten zijn gedaan op Valburgs grondgebied. Beide gemeenten en de opdrachtgever, de stichting Het Lijndense Fonds, zijn nu in conclaaf wie de rekening van het onschadelijk maken van de munitie voor zijn rekening zal moeten nemen. Ook de op stapel staande herindeling biedt geen uitkomst: Valburg gaat rond de eeuwwisseling samen met Heteren en Elst één gemeente vormen, terwijl Doodewaard zijn blik op de WestBetuwe heeft gericht.....
van onze
correspondent...
Always look at the bright side of life Soms hebben barre weersomstandigheden ook een positieve kant. Als detectoramateur is de verleiding dan wat groter om een museum te bezoeken, uiteraard wel een waar je kunt genieten van een aantrekkelijke collectie archeologische
Nijmegen definitief oudste stad van Nederland Met de vondst van een groot laat-Romeins grafveld meent Nijmegen het bewijs in handen te hebben, dat zij de oudste stad van Nederland is. Het argument van “opponent” Maastricht dat zij weliswaar jonger is, maar zich wel kan beroepen op doorlopende bewoning, snijdt door voornoemde vondst geen hout meer. Het skeletmateriaal dat bij het verplaatsen van bomen op de Nijmeegse Gruitberg en Mariënburg is blootgelegd, dateert uit de periode tussen de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. Tot voor kort werd aangenomen dat Nijmegen tussen de vierde en achtste eeuw niet continue werd bewoond.
Soms denk je..... In ons blad lees je alles over schitterende vondsten. Leuk, in ‘t vorige nummer hadden we een artikel van een meneer over alle geweldige niet-vondsten. Het overkomt ons allemaal, maar we lezen dat niet in ons blad; dat verdwijnt allemaal in de oud ijzerbak. Ik wil ook nog wel even zo’n verhaal kwijt over een geweldige nietvondst. In een stukje grasland vond ik al een uur lang niets anders dan bierdoppen, centen, een theelepeltje en een autootje. Opeens kwam er een dikke bronzen/koperen? munt naar boven. Hij was gaaf, dat zag ik meteen. Een beetje spuug erop en even wrijven en ik zag een ruiter te paard en allemaal letters zoals op bijv. rijderschellingen staan. Op de keerzijde zag ik allemaal golfjes in het midden.
M’n hart begon te bonzen en ik dacht: als dit echt is, heb ik vast iets unieks, nog nooit zoiets gezien. Thuis heb ik de munt schoongemaakt en zag dat de golfjes haren waren van een meneer die en-profiel op de munt stond. Randschrift gaaf, ruiter en kop gaaf. In het randschrift zat een gaatje. Ze hebben er een hanger van gemaakt, dacht ik. Ik ben ‘s avonds nog naar Appie Lankman gegaan met mijn geweldige vondst. Zijn commentaar: “Mooi, Annemiek, ik herken het niet, maar het is wel erg gaaf nog.”. Ik heb de volgende dag het KPK gebeld, met bonkend hart. Toen ik meneer Van Veen aan de lijn had, begon ik enthousiast te vertellen. Al snel
29
bodemvondsten (vooral van metaal). Persoonlijk ben ik zeer gecharmeerd van het Museum Kasteel Wychen. Naast de permanente tentoonstelling van de archeologische verzameling van Frans Bloemen, kan men regelmatig een archeologische thema-expositie bekijken in dit prachtige historische gebouw dat onlangs van binnen is aangepast aan de tegenwoordige eisen des tijds. Tot 2 mei 1999 is er een tentoonstelling te zien over De Bataven die in het rivierengebied woonachtig waren en in het Romeinse leger dienden, met name bij de ruiterij-afdelingen. De tentoonstelling met het thema “Man te paard” is opgezet door de AWN afd. Nijmegen, die op deze wijze uiting geeft aan zijn dertigjarig bestaan. De paarden van de Romeinse cavaleristen waren getooid met allerlei bronzen voorwerpen. Een aantal van deze objecten zijn te bezichtigen evenals het nodige aardewerk, glas, munten, fibula’s e.d. uit een nederzetting uit de eerste eeuw. Een van de topstukken is een 10000 jaar oude visspeer. In het museum aan de Kasteellaan 9 is tevens een collectie moderne schilderijen te bezichtigen. Het contrast van archeologische vondsten enerzijds en moderne kunst anderzijds, is heel apart. De openingstijden zijn: vrijdag tussen 11.00 en 17.00 uur en zaterdag/zondag tussen 13.00 en 17.00 uur. Voor informatie: (ma. t/m do.), (026) 6492223
onderbrak hij me en vroeg: “Staat er op de andere kant een ruiter te paard?”. Ik zei: “Ja” en toen zette meneer Van Veen me met 2 benen op de grond. “Wat jij hebt, heb ik aan mijn sleutelbos zitten, om het aan de mensen die hier komen te laten zien, het is namelijk gewoon een sleutelhanger. In 1973 heeft Gilette scheerschuim deze penningen cadeau gedaan als je een artikel van hen kocht. Het ziet eruit als een oude munt, maar ‘t is dus niks”. Je snapt, dat m’n plof op aarde hard aankwam, maar ik heb de penning in een hoesje gedaan en hij staat te pronk tussen mijn echte munten. Veel zoekplezier. Annemiek Engwerda
DSH introduceert weer twee nieuwe toppers: De Classic SL III IDX van White’s en de Relic Hawk van Minelab. Detector Nieuws
White’s SL III IDX De SL III IDX is uitgevoerd met een beeldscherm maar wordt met knoppen bediend. Naast het beeldscherm en de vernieuwde 950 Blue Max deepscan schotel is ook het dieptebereik vergroot en is er de mogelijkheid om een TURBO pakket aan te sluiten. (30 tot 35% meer diepte). Specificaties: Regelbare discr. en gevoeligheid (diepte). Pinpointschakelaar. Regelbare zoek frequentie (6,1 t/m 6,8). Anti mineralisatieschakelaar. 8 penlites voor 80 uur zoeken. Vernieuwde 950 deepscan schotel. Digitaal beeldscherm. Gewicht: 1,3 kg.
Minelab Relic Hawk De Relic Hawk van Minelab is een professionele metaaldetector in VLF+ techniek. Hij kan gebruikt worden voor zowel losse, kleine. op zich staande vondsten (munten etc.) alswel op grote voorwerpen op zeer grote diepte. De detector wordt geleverd in een militaire schutkleuren uitgevoerde rugzak waar tevens alle accessoires hun eigen vaste plaats hebben. De electronica is geplaatst in een legergroene behuizing waar de knoppen en schakelaars een logische plaats hebben (zie specificaties). Deze kast kan als heupmodel aan een riem gehangen worden in de bijgeleverde tas (ook in schutkleuren uitgevoerd). De stroombron is een 12V droge loodaccu (25 uur zoektijd) die ook in een heuptas is geplaatst. De schotel is een open superlichte widescan (2D) die er voor zorgt dat
negatieve grondinvloeden geminimaliseerd worden. Deze schotel heeft een doorsnee van 15 inch en is bijzonder licht. Indien de detector als heupmodel wordt gebruikt heeft u slechts 1,7 kg in uw handen. De electronica is VLF+ techniek met een zoekfrequentie van 5 Khz. De grondbalans (die nodig is om mineralisatie uit te schakelen) kan in de automaatstand gezet worden. Het is echter ook mogelijk een handmatige grondbalans uit te voeren om de grondeffecten 100% uit te schakelen. Specificaties: Power (aan/uit): Discriminatie: All metal/Discr.: Grondbalans:
schakelaar traploos/knop schakelaar automaat of handmatig/knop Gevoeligheid: traploos (diepte) Keuzeschakelaar: S(kleine) M(middelmatig) L(grote) voorwerpen Pinpoint: 3 standen schakelaar/ plaatsbepaling v/h voorwerp Frequentie: VLF+ 5Khz
C.Scope CS-1M Binnenkort is in Nederland de CS1M leverbaar. Een goedkope motion detector voor beginners. Makkelijk in gebruik, maar toch een goede stabiele detector in de vernieuwde C.Scope behuizing. Prijs nog niet bekend.
30
Accessoires (standaard): oplaadbare loodaccu (25 uur zoektijd), een extra (reserve) accu kost ƒ 180,—, hoofdtelefoon met volumeregelaar (8 Ohm), oplader 220v/12v, rugzak, schotel, beschermkap. Inlichtingen: DSH, tel. (038) 36 36 591
Kooistra metaaldetectors in Lippenhuizen is voor Nederland importeur geworden van een vrij nieuw merk metaaldetector; DetectorPro, innovative treasure hunting concepts. Kooistra brengt 2 nieuwe apparaten van dit merk op de markt volgens een geheel nieuw concept. Dat de electronica in metaaldetectoren steeds kleiner en lichter wordt wisten we al, maar dit is toch iets geheel nieuws. Metaaldetectoren zonder het bekende kastje aan de steel, maar met de electronica en batterijen in de koptelefoon. Ook de bediening (knoppen) zitten op één van de oorschelpen. De compacte waterdichte koptelefoon heeft zachte comfortabele oorkussens die de omringende geluiden perfect buitensluiten. Beide apparaten zijn uitgerust met een open 8 inch concentrische Megadepth schotel en hebben een groot dieptebereik. De gele Headhunter diver is een professionele lichtgewicht onderwater metaaldetector uitermate geschikt voor duikers die op grote diepten zoeken. Prijs: ƒ 2125,— De blauwe Headhunter wader is een professionele lichtgewicht water-strand/land detector voor het waterzoeken aan stranden, maar ook een apparaat waar de akkerspecialist uitstekende resultaten mee kan halen. Uiteraard heeft u met deze detector van een regenbuitje geen last meer. Prijs: ƒ 1825,—
Specificaties: Zoekfrequentie: Zoekschotel:
Audio frequentie: Knoppen:
Gebruik op: Duikvermogen:
Batterijen:
Batterijgebruik: Steel:
2,4 Khz. quartz crystal controlled Open 8 inch Megadepth concentrische schotel met groot negatief drijfvermogen 400 Hz volume, discriminatie en gevoeligheid met click-positie Zout water, zoet water en land diver, waterproof tot ± 300 meter wader, waterproof tot ± 2 meter (niet geschikt voor duiken) 2 x 9-Volt alkaline of oplaadbare batterijen tot ± 50 uur met alkalinebatterijen 3-delig geanodiseerd aluminium
C.Scope CS-330 Voor beginners brengt C.Scope de CS-330, een non motion detector, op de markt. Een kleine goed in de hand liggende lichtgewicht detector met een goed discriminatiesysteem. Door de push-button (re-tune) in te drukken gaat de electronica bij storing weer naar de vooraf ingestelde stand. Ideaal voor de beginner, maar ook een leuk klein apparaat om mee te nemen op vakantie. Prijs: ƒ 349,— Inlichtingen: Gelan Metaaldetectiesystemen BV, tel. (073) 551 29 49
Inlichtingen: Kooistra metaaldetectors, tel. (0513) 46 50 93
31
Inzendingen graag sturen naar: het Vraagbaak-team, p/a Dick Eekhof, Pealskar 47, 8501 TL Joure. Vragen voor de rubriek “Vraagbaak” altijd voorzien van duidelijke zwart-wit tekeningen (niet op lijntjes papier) of foto’s. Vermeld bij uw vraag, het materiaal, eventueel gewicht en maten. Potlood-overtrekken van bv. munten, en donkere fotokopieën zijn niet bruikbaar voor determinatie en het afdrukken in het magazine. Inzendingen dienen te zijn voorzien van een gefrankeerde retourenvelop. Vanwege de grote hoeveelheid inzendingen en/of de moeilijkheid van uw vraag kan het
en achterkant een jacobsschelp. Materiaal koper? Als ik me niet vergis, lijkt het voorwerp zwart van kleur. Aan uw beschrijving te oordelen twijfelt u zelf ook. We gaan er echter vanuit dat we te maken hebben met een koperen voorwerp en wel een cachet. Dit cachet behoorde bij een signettenketting. Vaak waren in deze cachetten de monogrammen van de bezitter gegraveerd. Datering 18e / 19e eeuw. Bekijk het voorwerp zelf nog eens goed, het is best mogelijk dat we te maken hebben met een zilveren voorwerp, doch dit is niet van de scan af te lezen.
antwoord soms wel eens wat langer op zich laten wachten.
Ten eerste wil ik nog even terug komen op vraagbaak nr. 41. Hierin werd een zegellood van de heer H. Voorn uit Amsterdam besproken. Volgens onze specialist op dit gebied de heer Jansen uit Beilen hebben wij het bij het juiste eind. Dan nu antwoord op vragen die bij ons team binnen kwamen van de heer Hans Duvel uit Groenlo. Het gaat om de volgende voorwerpen:
Voorwerp nr. 1 is al een tijdje in mijn bezit en het is gevonden in Rhenen. De voorkant lijkt mij van barnsteen te zijn, van de achterkant kan ik moeilijk bepalen welk materiaal het is, messing of verguld? Aan de achterkant zitten nog vier punten waar iets aan heeft gezeten.
Voorwerp nr. 3 is een hangertje en is ook gevonden te Groenlo. Er hebben waarschijnlijk nog op de plaats van de vier gaatjes steentjes gezeten. Materiaal koper? Dit is een fraai koperen kledinghaakje. De vier gaatjes dienden om het op een kledingstuk te bevestigen. Datering 18e eeuw.
Voorwerp nr. 4 is naar mijn mening een koperen passer met ijzeren benen geweest die zijn vergaan. Datering 19e eeuws. Vanwege de vleugelmoer.
Voorwerp nr. 1 is weer zo`n voorwerp dat je eigenlijk zelf in de handen moet hebben. Na de kleurenscan gezien te hebben, kan het voorwerp verguld zijn geweest. In de groeven is dit dan nog aanwezig. Wij gaan er vanuit dat we te maken hebben met een messing knoopzetting die vermoedelijk is gevuld met een maansteen.
Voorwerp nr. 2 lijkt mij leerbeslag en is gevonden te Groenlo. Aan de achterkant zijn duidelijk twee krammen te zien. Materiaal koper? Dit is inderdaad leerbeslag en wel van brons met een datering tussen 17e en 19e eeuw.
Uw vermoeden is geheel juist. Gezien de opening onder in de passerbenen kan het niet anders zijn dan dat deze zijn bedoeld voor een vleugelmoer montering.
Bij voorwerp nr. 5 tast ik volledig in het duister. Bovenaan zit zoals het lijkt een ophangoog en de onder-, voor-, achter- en zijkanten zijn opengewerkt, met op de voor-
32
Voorwerp nr. 6 lijkt me ook leer- of kastbeslag te zijn in de vorm van een leeuwenkop. Aan de achterzijde is nog een stukje pin te zien waardoor het bevestigd werd. Materiaal koper? Uw voorwerpje is een bronzen kastbeslag stukje dat we dateren 18e /19e eeuw.
Het laatste voorwerp is zoals u ziet een anker, met op de achterkant 2 bevestigingsogen. Materiaal koper? Gezien de vorm, een ankertje, denken we aan een koperen / bronzen kistbeslag, dat op een scheepskist gezeten kan hebben. Datering 19e eeuw.
Vertrouw altijd op je voorgevoel, ook als je op vakantie gaat!!! Drie jaar geleden, ging ik samen met mijn vriendin naar Benidorm in Spanje. Ik had eigenlijk mijn metaaldetector mee willen nemen, want ik had zo’n voorgevoel dat ik misschien wel iets zou kunnen tegenkomen, maar mijn vriendin was daar niet zo blij mee. Ze dacht dat ze me dan ook op vakantie constant kwijt zou zijn. Dus geen metaaldetector mee naar Spanje. Op een dag gingen we naar Calpe voor een beetje sight-seeing toen we een soort vuurtoren uit de 19e eeuw tegenkwamen. Het gebied rond de toren was afgebakend, want ze waren van plan om daar een hotelcomplex te bouwen. We zaten een beetje rond te kijken en ons te verbazen hoe smerig die Spanjaarden zijn (het gebied lag vol met blikjes, papier en plastic) tot mijn blik op een groen muntje viel en na wat acrobatische toeren had ik het muntje te pakken. Helaas was het muntje zwaar aangetast, maar ik kon nog wel zien dat het Romeins was. Op dat moment realiseerde ik mij dat ik geen detector bij me had en dit de kans was geweest om leuke dingen te vinden, want als je een Romeins muntje zo op de grond ziet liggen, wat moet er dan niet onder liggen, nietwaar? U kunt wel begrijpen, dat ik de rest van de dag niet echt vrolijk was, terwijl mijn vriendin er niets van begreep. De volgende dag was ik al wat vrolijker en de rest van de vakantie heb ik er niet meer aan gedacht.
Een maand geleden zijn we weer op vakantie geweest en nu naar Javea, wat in de buurt van Calpe ligt. Nu wou ik mijn detector persé mee hebben, want die Spanjaarden kennende, waren ze misschien nog niet bezig met de bouw. En wederom was mijn vriendin erop tegen, want ze was ervan overtuigd dat ze al bezig waren met de bouw en al waren ze niet bezig, dan had ze het liever niet in verband met de problemen die het op zou kunnen leveren met de politie, want de Spaanse agenten staan erom bekend dat het geen lieverdjes zijn. We weten allemaal hoe vrouwen zijn en ik ging zonder detector naar Spanje. Inderdaad, mijn vrouw had gelijk, ik kon niet zoeken in Calpe, maar niet om de redenen, die mijn vrouw aangaf. Toen ik weer naar de toren in Calpe ging kijken, kon ik mijn ogen niet geloven. Op de plaats waar ik mijn Romeinse munt had gevonden, waren archeologische opgravingen bezig, net aan de oppervlakte. De opgraving was grootschalig opgezet; alles was bij elkaar zo’n 1,5 km lang en 10 meter breed. Het was te gek voor woorden, ze hadden een compleet Romeins dorp gevonden. Ik heb hier 3 jaar geleden een unieke kans laten liggen. U begrijpt wel dat ik baalde en best kribbig was ten opzichte van mijn vriendin. Het liefst was ik teruggegaan naar Javea, maar mijn vriendin wou nog graag door Calpe lopen en na wat omzwervingen kwamen we terecht
Detection Systems Holland (Ruud de Heer)
bij een museum waar toevallig een aantal gevonden voorwerpen van die opgraving waren tentoongesteld. Ik werd steeds triester met al dat moois wat ik zag, want voor hetzelfde geld had ik een aantal van die voorwerpen kunnen vinden. Maar aan de andere kant was het wel boeiend om al dat moois zo bij elkaar te zien liggen. Zoveel mooie kruiken, terra cotta, olielampjes versierd met allerlei afbeeldingen, munten, fibula’s enz. enz. Helaas was het verboden om foto’s te maken want ik had er zeker een aantal fotorolletjes doorheen geschoten. Ik had u graag wat meer verteld over de Romeinse opgraving, maar mijn Spaans/Catalaans is niet zo goed en helaas hadden ze niets in het Engels vertaald. Ik heb er wel van geleerd te luisteren naar mijn voorgevoel en al gaan we op vakantie, de detector gaat gewoon mee (al zal mijn vriendin er ongetwijfeld anders over denken!!!!!). Michel Krijgsman, Rotterdam
www.ish.nl/detect Dè detectorsite van Nederland Nederland heeft sinds het voorjaar ook zijn eigen internet site over metaaldetectors en alles wat er mee te maken heeft. De site is gemaakt en wordt onderhouden door dhr. W. Bos. Op deze site zijn diverse rubrieken op detectiegebied te vinden: vraagbaak, de vereniging, een forum, wat is dit, te koop, dealers, enz. Verder heeft de site nog diverse links naar andere sites in binnen- en buitenland, dealers, importeurs en fabrikanten zijn allen vertegenwoordigd.
Het bestuur op de digitale snelweg Ook het bestuur en de redactie zijn tegenwoordig te bereiken via e-mail: Kees Leenheer (redactie):
[email protected] Dirk Smilde:
[email protected]
33
n a v d i l r u u n e t t a m A Word tor
c e t e De D
Wordt nu lid en krijg het nieuwste Detector Magazine om de twee maanden in de bus! Kijk voor meer informatie op www.detectoramateur.nl