DC
31
Deskundigheid op peil houden
1 Inleiding Als afgestudeerd helpende zorg en welzijn ben je deskundig voor het beroep waarvoor je bent opgeleid. Maar na je opleiding houdt het leren niet op. Onze samenleving verandert snel en dat geldt ook voor jouw beroep. Van een werknemer wordt tegenwoordig verwacht dat zij haar deskundigheid op peil houdt en ontwikkelingen binnen het beroep bijhoudt. Dat geldt ook voor jou. Hoe kun je je deskundigheid op peil houden? Daarover gaat dit thema.
De inhoud van dit thema: 2 Vakliteratuur en andere informatiebronnen 3 Intercollegiale consultatie, intervisie en supervisie 4 Functioneringsgesprekken 5 Opleidingen, cursussen en trainingen. 6 (Digitaal) portfolio 7 Tips voor de praktijk 1
HZW DC 31 Deskundigheid op peil houden
1
Wist je dat: • Wikipedia ook een rubriek ‘wist je dat’ heeft; • je uitzendingen die je gemist hebt op t.v. alsnog kunt kijken via de site: uitzending gemist; • een werkgever verplicht is om zijn personeel bij te scholen; • het woord ‘portfolio’ vroeger alleen werd gebruikt voor draagmappen met grote tekeningen van studenten die een kunstopleiding deden; • nu 894.000 hits krijgt bij Google als je ‘digitaal portfolio’ intikt; • de Europese Unie ‘lifelong learning’ hoog in het vaandel heeft staan voor de bevolking van Europa; • de Open Universiteit Nederland zichzelf de ‘lifelong learning university’ noemt; • Nederland streeft naar een kenniseconomie; • er op internet ook allerlei gratis cursussen over programma’s als Word en Excel te vinden zijn die zeer geschikt zijn voor zelfstudie; • er in Nederland ‘een week van het leren’ bestaat: de laatste week van september.
2 Vakliteratuur en andere informatiebronnen Door informatie te verzamelen en te lezen kun je de ontwikkelingen in je beroep volgen, zodat je deskundig blijft.
Deskundigheid op peil houden door: • vakliteratuur • krant en tv • internet • overige vormen
2
Vakliteratuur bestaat er in overvloed. Er zijn talrijke boeken en tijdschriften die over jouw werkveld, jouw beroep of jouw cliënten gaan. Op tijdschriften kun je je abonneren, maar ze zijn ook vaak op je werk te vinden. Daarnaast zijn er natuurlijk de kranten, de weekbladen en de tv. Ook hier vind je informatie over ontwikkelingen binnen de sector welzijn of de gezondheidszorg.
2
HZW Digitale Content
Sharda werkt als HZW in een grote instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Op 4 april leest ze het volgende berichtje. Het hangt op het prikbord in haar groep. Iemand heeft het uitgeknipt. Van integratie in de gewone wijk komt weinig terecht Ruim de helft van de uitgeplaatsten wil terug naar veiligheid instelling AMSTERDAM De Twentse Zorgcentra (TZC) halen zo’n honderd verstandelijk gehandicapten die al tien jaar gedwongen in gewone wijken wonen, terug naar de hoofdvestiging. ‘Een groot aantal van onze cliënten vereenzaamt. Van integratie met de wijk komt te weinig terecht’, aldus directeur Hans van der Molen van de TZC. Het besluit staat haaks op het streven van de overheid om verstandelijk gehandicapten zo veel mogelijk op te nemen in de maatschappij, in plaats van ze weg te stoppen in grootschalige instellingen in de bossen. Dat is sinds 1984 uitgangspunt van het beleid. Het is de eerste keer dat een grote zorginstelling in woord en daad afstand neemt van dit ideaal. ‘Voor een groot deel van onze populatie is het helaas niet haalbaar. Mensen met een zware geestelijke handicap, die soms ook nog doof of blind zijn, voelen zich veel prettiger op het veilige terrein van de instelling. Daar kunnen ze midden op straat blijven stilstaan en roepen of schreeuwen. In hartje Almelo kan dat niet’, aldus Van der Molen. ‘Daar durven ze de straat niet op en raken ze gevangen in hun eigen vrijheid.’ Het Platform Kritische Ouders vindt het moedig dat de Twentse Zorgcentra openlijk afstand durven te nemen van het ‘dogma’ dat verstandelijk gehandicapten zo veel mogelijk in gewone wijken moeten wonen. ‘Dit is not done in instellingenland. Hier maak je jezelf niet populair mee’, beklemtoont secretaris Piet Schuerman van het platform. In een reactie zegt het ministerie van Volksgezondheid dat bewoners keuzevrijheid moeten hebben. Dat geen sprake mag zijn van dwang. Maar dat is volgens betrokkenen een wassen neus. ‘Voor kleinschalige nieuwbouw in de wijk krijg ik gemakkelijk geld en een vergunning. Maar om te bouwen op het terrein van de instelling krijg ik geen toestemming’, aldus Van der Molen. Tien jaar geleden werden 180 bewoners van de Twentse Zorgcentra gedwongen uitgeplaatst. Aan hen is nu voor het eerst gevraagd wat hun voorkeur is. Ruim de helft wil terug naar de instelling.
Uit de Volkskrant
Sharda is niet verbaasd over het bericht. Ook bij haar instelling zijn bewoners naar een gewone wijk verhuisd, terwijl ze dat eigenlijk niet wilden. Ze vraagt zich af of het beleid in de toekomst zal veranderen.
HZW DC 31 Deskundigheid op peil houden
3
Naast krant en tv hebben we natuurlijk het internet. Sinds het ontstaan is het internet gigantisch gegroeid en hebben we een wereldwijd web met een schat aan informatie. Ook hier vind je allerlei sites over instellingen, over nieuwe ontwikkelingen, over de doelgroepen waarmee een HZW werkt. Met een goede zoekmachine zoals Google kom je heel ver als je informatie zoekt. Daarnaast is er de internetencyclopedie ‘Wikipedia’. Dit is een on-line encyclopedie waaraan iedereen een bijdrage kan leveren. Ondertussen hebben al heel veel mensen dit gedaan, waardoor het een belangrijke bron van informatie is geworden Sharda wil meer weten over ‘De ziekte van Pfeiffer’. Ze besluit eens te kijken bij Wikipedia. Haar startpagina op de computer is ingesteld op de zoekmachine ‘Google’. Ze tikt Wikipedia in en ziet de volgende aankondiging: Welkom. Wikipedia is een meertalige encyclopedie waarvan de inhoud vrij beschikbaar is en ook altijd zal blijven. Iedereen kan hier kennis toevoegen! Ze tikt ‘De ziekte van Pfeiffer in en leest het volgende over ‘risicogroepen’. De ziekte treedt meestal op bij kleine kinderen en jonge volwassenen. In het eerste geval blijven de symptomen vaag en wordt de diagnose vaak niet gesteld. 50% van de kinderen heeft de ziekte voor het 5e jaar al doorgemaakt. Bij jonge volwassenen zijn de symptomen soms ernstiger. Van de volwassenen heeft 80% antistoffen, wat betekent dat de meeste mensen deze infectie in hun leven doormaken. De meesten van hen weten dit niet - de ziekte is vrijwel onopgemerkt verlopen als een keelpijntje of een griepje.
Maar naast Wikipedia zijn er natuurlijk talloze andere sites, waarop je informatie over ‘De ziekte van Pfeiffer’ kunt vinden. Sharda zoekt verder en komt via Google terecht op diverse andere sites. Het nadeel kan zijn dat je zoveel informatie krijgt dat je er geen touw meer aan kunt vastknopen. In dat geval is het handig om één duidelijk artikel uit te printen en deze informatie eerst goed te lezen. We willen ook Kennisnet noemen. Dit is een site voor de scholen in Nederland. Ook hier vind je informatie over jouw beroep en je opleiding. Naast internet zijn er natuurlijk nog verschillende andere manieren om aan informatie te komen. Bezoek eens een bibliotheek, een gewone boekhandel of een tweedehands boekhandel.
4
HZW Digitale Content
3 Collegiale consultatie, intervisie en supervisie Je leest eerst iets over de betekenis van verschillende begrippen. Collegiale consultatie, intervisie en supervisie: • collegiale consultatie: een collega raadplegen • intervisie: het voorleggen van een probleem aan een groep collega’s, waarna anderen hun visie geven • supervisie: onderdeel van een leerproces op school onder begeleiding van een docent 3
Elkaar observeren en advies geven
HZW DC 31 Deskundigheid op peil houden
5
Collegiale consultatie
Een vorm van deskundigheidsbevordering is collegiale consultatie. ‘Consultatie’ betekent: raadplegen en ‘collegiaal’ betekent ‘van collega’s’. Wat je dus eigenlijk doet, is het raadplegen van collega’s met wie je werkt. In de groep van Sharda zit een jongetje. Hij heet Ruben en is erg beweeglijk. Hij kan geen moment stil zitten. Vandaag merkt Sharda dat hij zo druk is dat het bijna niet lukt om hem eten te geven. Na afloop is ze bekaf en Ruben heeft bijna niks gegeten. Ze zit ermee en besluit haar leidinggevende Irma om advies te vragen over hoe ze het beste kan omgaan met Ruben.
In dit voorbeeld zie je dat Sharda haar leidinggevende Irma gaat consulteren. Maar ze kan natuurlijk ook een collega om advies vragen. Het kan natuurlijk ook gebeuren dat iemand jou om advies vraagt. Dit is eveneens collegiale consultatie. Soms krijg je iemand aangewezen die je om raad kunt vragen. Intervisie
Een vorm van collegiale consultatie is ‘intervisie’. Intervisie betekent : Het voorleggen van een probleem aan een groep collega’s, waarna anderen hun visie geven. Je consulteert dus meerdere collega’s. Kenmerken van intervisie: 1 Bij intervisie gaat het vaak om een georganiseerde bijeenkomst. Bij sommige teams staat het eens per maand op de agenda op een vast tijdstip. Bij andere teams wordt het georganiseerd als er dringende vragen of problemen zijn. Of als er zich veranderingen hebben voorgedaan. 2 Vaak brengen medewerkers om de beurt een probleem of vraag in, zodat het niet altijd dezelfde persoon is die centraal staat. 3 Bij intervisie hoort een gespreksleider. 4 Belangrijk is dat het probleem van degene die inbrengt serieus wordt genomen. 5 Ook belangrijk is dat de deelnemers zich inleven in degene die iets inbrengt en in de situatie die aan bod komt.
6
HZW Digitale Content
Hoe verloopt een intervisiebijeenkomst in grote lijnen? 1 Iemand brengt een probleem of vraag in over het werk. 2 Door vragen te stellen en door samen te vatten wordt het probleem steeds duidelijker. 3 Er volgt een gesprek waaraan iedereen meedoet. 4 De inbrenger probeert zelf een conclusie te trekken. Als dat niet lukt, kan de gespreksleider dat doen. 5 De gespreksleider vraagt of de inbrenger tevreden is. 6 Als dat niet het geval is of als er nog vragen zijn, kan een nieuwe afspraak worden gemaakt. Sharda werkt in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking en vandaag moet zij een vraag of probleem inbrengen bij intervisie. Ze heeft een intervisiegroepje met drie collega’s. Sharda heeft even getwijfeld over haar inbreng. Ze heeft een probleem waar ze mee zit, maar het is nogal persoonlijk en intiem. Uiteindelijk heeft ze besloten om het toch maar te doen. Het is tijd voor intervisie en Sharda begint te vertellen. Het gaat over Willem, een bewoner met een verstandelijke beperking. Hij probeert haar regelmatig te betasten. Ze heeft tegen hem gezegd dat ze dat niet wil, maar toch blijft hij het doen. Haar collega’s stellen vragen zoals: ‘Is Sharda bang voor Willem?’ ‘Nee, dat is ze niet, maar ze merkt wel dat ze het lastig vindt om normaal met hem om te gaan. Ook merkt ze dat ze hem mijdt. Ze is steeds op haar hoede en ze heeft er zelfs een keer over gedroomd. Zou het misschien aan haar liggen dat Willem haar steeds wil betasten”, vraagt ze aan de anderen? “Is ze misschien te aardig? Kleedt ze zich te opvallend? Ze wordt er helemaal onzeker van!” Nadat Sharda haar verhaal heeft verteld en vragen heeft beantwoord, is ze opgelucht, maar ze is ook benieuwd naar de reacties van haar collega’s. Gelukkig reageren ze positief. Ze verzekeren haar dat het niet aan haar ligt. Willem doet het vaker, ook bij anderen. En met haar kleding is niks mis. Duidelijk is ook dat het gedrag van Willem niet toegestaan kan worden. Hij moet duidelijk weten waar de grenzen liggen en dat hij niet zomaar personeel mag betasten. De gespreksleider – leidinggevende Irma – geeft aan dat ze het zal aankaarten bij Willem en zal zeggen dat dit echt niet kan. Sharda is na afloop tevreden en opgelucht. Ze zegt dat ze haar hart heeft kunnen luchten en dat ze het fijn vindt dat ze steun krijgt van haar collega’s. Ook weet ze door enkele tips beter hoe ze met Willem moet omgaan. Haar onzekerheid is minder geworden.
HZW DC 31 Deskundigheid op peil houden
7
In het voorbeeld zie je dat het gaat om de gevoelens van Sharda. Het komt vaak voor dat het bij intervisie om de persoon van de helpende zorg en welzijn gaat. Dat is niet verwonderlijk. Een HZW gaat met mensen om en hierbij kunnen allerlei gevoelens een rol spelen. Het is goed hierover met je collega’s te praten. Vaak zul je merken dat anderen jouw vragen of problemen herkennen. Supervisie
Intervisie is iets anders dan supervisie. Supervisie kom je vaak tegen in schoolsituaties. Je leert bijvoorbeeld voor een beroep, loopt stage en op school kijk je terug op die ervaringen. Dit doe je in een groepje medestudenten onder begeleiding van een docent of supervisor. Bij supervisie gaat het vaak om het bespreken van je beroepshouding en om je leervorderingen.
4 Functioneringsgesprekken In een functioneringsgesprek gaat het over jouw functioneren. In zo’n gesprek heb je natuurlijk ook zelf inbreng, onder andere over jouw toekomst en jouw deskundigheidsbevordering. Je kunt aangeven dat je graag scholing wilt, welke scholing je wilt of op welke punten je je verder wilt ontwikkelen. Kortom: je kunt praten over jouw loopbaan. Gebruik zo’n gesprek voor het nadenken over je loopbaan en je ontwikkeling. Wat wil je? Wat zijn je wensen? Bespreek ze open met je leidinggevende.
Een functioneringsgesprek
8
HZW Digitale Content
5 Opleidingen, cursussen en trainingen. Een andere manier om je deskundigheid te bevorderen is het volgen van een (vervolg)opleiding, een cursus of een training. Wat is het verschil tussen deze drie begrippen. Opleidingen, cursussen en trainingen: • opleiding: scholing van langere duur met diploma • cursus: scholing van kortere duur met een certificaat of bewijs van deelname • training: korte scholing gericht op het onderhouden of aanleren van vaardigheden met een certificaat of bewijs van deelname 4
Opleiding
Een opleiding is vaak een scholing van langere duur die afgesloten wordt met een diploma. Helpende Zorg & Welzijn is een opleiding op niveau 2. Een gediplomeerde HZW kan hierna bijvoorbeeld een opleiding op niveau 3 gaan volgen, zoals Pedagogisch Werker of Medewerker Maatschappelijke Zorg. Cursus
Een cursus duurt vaak korter dan een opleiding. Er bestaan ontzettend veel verschillende cursussen en meestal worden ze afgesloten met een certificaat of een bewijs van deelname. Voorbeelden zijn: een cursus zelfverdediging of een cursus ‘anorexia bij mensen met een verstandelijke beperking’. Het kan zijn dat je werkgever wil dat je een bepaalde cursus gaat volgen, omdat het goed is voor je ontwikkeling als beroepskracht. Veel instellingen organiseren ook interne cursussen of huren een bureau in om medewerkers bij te scholen in verband met nieuwe ontwikkelingen.
HZW DC 31 Deskundigheid op peil houden
9
In de instelling waar Sharda werkt, komen steeds meer Turkse en Marokkaanse mensen wonen met een verstandelijke beperking. De andere achtergrond en de cultuur van deze cliënten maakt het soms moeilijk om gedrag te begrijpen en ermee om te gaan. Daarom heeft de directie besloten dat alle personeelsleden een cursus moeten volgen. Er is een gespecialiseerd bureau ingehuurd. De cursus duurt twee dagdelen en vindt plaats op het terrein van de instelling. Het leuke is dat enkele collega’s binnen de instelling, die van Turkse en Marokkaanse afkomst zijn ook een bijdrage leveren. Sharda schrijft zich in samen met haar collega Jenny.
Jij hebt als werknemer de plicht om je deskundigheid op peil te houden en jouw werkgever moet hieraan meewerken. Het kan zijn dat je graag een vervolgopleiding wilt gaan doen of een cursus ‘zelfverdediging’. Misschien vindt jouw werkgever dit wel een heel goed idee, omdat er behoefte aan is. De opleiding of cursus die je gaat volgen moet natuurlijk ook interessant zijn voor je werkgever. Misschien vind jij het wel spannend om een cursus ‘Chinese vechtsporten’ te doen, maar is hieraan binnen je werkplek geen enkele behoefte. Je kunt deze cursus dan wel in je vrije tijd voor jezelf doen. Trainingen
Tot slot onderscheiden we nog de trainingen. Een training is gericht op het onderhouden of aanleren van vaardigheden. Meestal zijn ze kort van duur en gericht op een bepaald onderwerp. In een training moet je vooral dingen doen. Het gaat dus niet zozeer om kennis. Voorbeeld van een training is ‘omgaan met agressie’ of ‘reanimeren’. Ook bij een training krijg je tegenwoordig vaak een bewijs van deelname of een certificaat.
Een training in reanimeren
10
HZW Digitale Content
6 (Digitaal) portfolio Je hoort tegenwoordig veel over portfolio. Waarschijnlijk ben je er via je opleiding mee in aanraking gekomen. Maar we vatten nog even samen wat een portfolio is. Een portfolio is een persoonlijke map waarin competenties zijn verzameld. (Digitaal) portfolio:
• porfolio: persoonlijke (digitale) map met competenties
• competenties: wat je moet kunnen voor je beroep
5
Competenties zijn - simpel gezegd – alle dingen die je moet kunnen om je beroep uit te oefenen. In een portfolio zitten bewijsstukken die aantonen dat iemand competent is. Zodra jij je diploma HZW hebt behaald, kun je je diploma opnemen in jouw portfolio. Een portfolio kan een gewone, papieren map zijn, maar de gegevens kunnen ook digitaal opgeslagen zijn. Waarom willen we het portfolio noemen bij het thema deskundigheidsbevordering? In jouw portfolio zijn de bewijzen verzameld van jouw deskundigheid. Tijdens je opleiding heb je gewerkt aan je portfolio, maar hiermee ben je er niet. Je leerproces gaat je leven lang door. Daarom is het belangrijk dat je de bewijzen van cursussen die je volgt of opleidingen die je gedaan hebt, bijhoudt in je portfolio. Je hebt ze nodig zodra je een vervolgopleiding gaat doen of wilt solliciteren naar een andere baan. Een portfolio op zich is dus geen deskundigheidsbevordering, maar bevat bewijzen van deskundigheidsbevordering. Verzamel dus alle bewijzen die getuigen van jouw deskundigheid.
HZW DC 31 Deskundigheid op peil houden
11
7 Tips voor de praktijk Je bent zelf verantwoordelijk voor het bijhouden en het op peil houden van jouw beroepsdeskundigheid. Een ander kan dat niet voor je doen. Wees actief! Een aantal algemene tips: •
Denk na over je arbeidstoekomst? Wat wil je in de toekomst? Wat is je doel? De tijd is voorbij dat iemand zijn leven lang bij dezelfde baas blijft. Je kunt je ontwikkelen. Daarvoor kun je een plan maken.
•
Denk na over wat je al kunt en wat je nog wilt leren.
•
Vraag bij je leidinggevende naar het scholingsplan van de instelling.
•
Vraag ook naar de hoeveelheid scholing waar je jaarlijks recht op hebt. Overleg met je leidinggevende welke scholing voor jou nuttig is. Deze scholing moet natuurlijk ook nut hebben voor de instelling.
•
Houd vakliteratuur bij. Kijk in je instelling welke tijdschriften aanwezig zijn en neem de tijd om ze bij te houden en te lezen.
•
Surf regelmatig op internet op zoek naar informatie over je werk en nieuwe ontwikkelingen.
•
Als je interessante informatie tegenkomt, hang deze dan op het prikbord in bijvoorbeeld de personeelskamer.
•
Wees niet bang om een collega te raadplegen als je iets niet weet of als je ergens mee zit. Maak gebruik van de ander en van collegiale consultatie. Dit bevordert ook je deskundigheid.
•
Probeer ook een collega te helpen die jou raadpleegt.
•
Informeer naar de mogelijkheden van intervisie binnen jouw instelling.
•
Wees niet bang dat het inbrengen van jouw persoonlijke ervaringen ‘raar’ is bij intervisie. Vaak zul je merken dat anderen met dezelfde problemen of vragen worstelen.
•
Sta ook open voor de inbreng van anderen tijdens intervisie. Er wordt wel eens gezegd: ‘Rare vragen bestaan niet’. Dat klopt. Een vraag stellen betekent dat je iets wilt leren en dat is een prima houding.
•
Je hebt recht op functioneringsgesprekken. Waarschijnlijk worden ze op je werk gehouden. Mocht dat niet het geval zijn: je kunt altijd een functioneringsgesprek aanvragen.
•
Bereid je goed voor op een functioneringsgesprek. Bedenk ook wat jij nog wilt leren en kaart dit aan tijdens het gesprek.
•
Als je een interessante opleiding, cursus of training tegenkomt die je deskundigheid bevordert, informeer dan eens bij je leidinggevende of je mag deelnemen. Zelf initiatief nemen wordt vaak gewaardeerd. Het is per slot van rekening in het belang van jouw toekomst.
•
Houd je (digitale) portfolio goed bij. Bewaar de bewijzen van deelname aan cursussen, trainingen of opleidingen. Bundel de bewijzen en houd je portfolio up to date.
•
Misschien wil je op een bepaald moment een andere baan of een andere werkgever. Let dan op vacatures in kranten of tijdschriften.
•
Bedenk dat ‘lifelong learning’ ook voor jou geldt. Leren houdt je bij de tijd en een mens is nooit te oud om te leren!
12
HZW Digitale Content