DERMATOLOGIE
Desensibilisatie bij insectengifallergie
BEHANDELING
Desensibilisatie bij insectengifallergie De dermatoloog heeft bij u een allergie voor wespen- en/of bijengif vastgesteld. Omdat u in het verleden een forse reactie hebt gehad op een insectensteek, heeft de arts in overleg met u besloten tot ‘semi-rush desensibilisatie’ voor het gif van dit insect. In deze folder leest u wat desensibilisatie inhoudt, hoe de gang van zaken is en wat de consequenties van deze behandeling zijn. Daarna gaat u over op de onderhoudsbehandeling. U bent dan beschermd tegen een eventuele insectensteek.
Desensibilisatie Doel De bedoeling van desensibilisatie is dat u geleidelijk ‘went’ aan het insectengif waarvoor u allergisch bent. Als u daarna nog eens door dit insect wordt gestoken bent u beschermd en krijgt u niet weer zo’n ernstige reactie. Andere woorden voor desensibilisatie zijn hyposensibilisatie of immunotherapie.
Semi-rush desensibilisatie Met de semi-rush desensibilisatie gebeurt het grootste deel van de totale desensibilisatie in 1 dag. U bent dan al zo goed beschermd tegen een eventuele insectensteek, dat de dreiging van een ernstige reactie sterk verminderd is. Na deze eerste dag komt u nog zesmaal, één keer per week, op de poli terug om de opdoseerfase af te maken. Verderop in deze folder komen we hier uitgebreid op terug.
Normale desensibilisatie-behandeling De normale desensibilisatiebehandeling houdt in dat u wekelijks onderhuidse prikjes met insectengif krijgt in steeds hogere doseringen. Hiervoor komt u steeds naar de poli Dermatologie. Afhankelijk van het doseringsschema dat voor u is opgesteld, zijn gemiddeld 10 tot 20 behandelingen nodig tot de hoogste dosering is bereikt.
1
Bijwerkingen
begeleiden. De verpleegkundige brengt voor de behandeling begint een infuus bij u in (een naaldje in uw arm). Dit gebeurt voor de zekerheid: als er bijwerkingen optreden kunt u door dit infuus snel medicijnen krijgen.
Bijwerkingen kunnen zijn: • plaatselijke reacties, zoals (grote) bulten op de plaats van de injecties; • benauwdheid; • misselijkheid; • darmkrampen; • diarree; • (in het ergste geval) shock.
U krijgt in totaal zeven maal een onderhuidse prik met insectengif, steeds met één uur tussenpauze. De verpleegkundige meet vóór en na iedere injectie uw bloeddruk en polsslag. Ook blijft hij/zij na iedere injectie een half uur bij u in de kamer. Merkt u veranderingen bij uzelf (wordt u bijvoorbeeld benauwd of misselijk) vertel dit dan direct aan de verpleegkundige!
Deze bijwerkingen kunnen zowel bij de gewone desensibilisatie als bij de semi-rush desensibilisatie voorkomen.
Gang van zaken semirush desensibilisatie
Tijdens de hele behandeling moet u op de afdeling blijven. Als u dit wilt kunt u een boek, tijdschrift of iets dergelijks ter afleiding meenemen. ‘s Avonds kunt u bezoek ontvangen, net als andere patiënten.
Voorbereiding U krijgt van de dermatoloog op de poli een recept mee voor cetirizine (Zyrtec®) (tab.5 mg). Met dit recept gaat u naar uw eigen apotheek. Verder zal de dermatoloog u vragen een toestemmingsformulier te ondertekenen, waarin de procedure beschreven staat. De dermatoloog geeft uw naam en telefoonnummer door aan het hoofd van verpleegafdeling Hematologie/Interne Geneeskunde. Die zal u vervolgens bellen om de datum door te geven waarop u in het ziekenhuis verwacht wordt voor de semi-rush desensibilisatie.
U blijft in het ziekenhuis tot de volgende morgen 09.00 uur. Wij raden u aan vooraf te regelen dat u opgehaald wordt (eventueel kunt u een taxi regelen). Verder is het beter dat u zich deze ontslagdag verder niet overmatig inspant.
Dag van opname Op de dag van opname neemt u om 07.30 uur ‘s ochtends één tablet cetirizine (Zyrtec®) (tab.5 mg). U wordt om 08.30 uur verwacht op afdeling Hematologie/ Interne Geneeskunde. Daar maakt u kennis met de verpleegkundige en de arts die u die dag
2
Nazorg
Shock Op de laatste pagina van deze folder staat vermeld wat de huisarts (of ambulancepersoneel) moet doen in geval van shock. Shock is een ernstige toestand: de bloeddruk daalt sterk, waardoor organen niet goed meer kunnen werken. Bij mensen met een insectenallergie kan deze toestand ontstaan omdat het insectengif zorgt voor een verwijding van de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk.
Huidreactie? Als u thuis een forse huidreactie krijgt (bulten) dan kunt u één tablet cetirizine (Zyrtec®) (tab.5 mg) nemen. Helpt dit niet neem dan direct contact op met de poli Dermatologie. Als het buiten kantoortijden gebeurt, belt u het algemene nummer van het ziekenhuis. U vindt het telefoonnummer in het adreskader achterin deze folder. Vraag naar de dienstdoende dermatoloog.
Opdoseerfase Na deze semi-rush behandeling wordt de dosis van het insectengif verder opgehoogd tot een dosis die overeenkomt met die van een gewone insectensteek. Hiervoor komt u eenmaal per week naar de polikliniek Dermatologie. U krijgt hiervoor tijdens de opname een recept mee. Met dit recept gaat u naar uw eigen apotheek. Doe dit direct na de opname: de injectievloeistof moet namelijk door uw apotheek nog besteld worden en dit kan enkele weken duren. Bij uw volgende bezoeken aan de poli Dermatologie neemt u het flesje mee.
Benauwd of misselijk? Krijgt u een hevige algemene reactie (benauwdheid, misse-lijkheid en dergelijke) en cetirizine (Zyrtec®) (tab.5 mg) helpt niet, dan kunt u zich melden op de Spoedeisende Hulp. U vindt het telefoonnummer in het adreskader achterin deze folder. Ook kunt u uw eigen huisarts vragen om te komen.
Na elke behandeling moet u nog een half uur op de poli blijven in verband met een mogelijke reactie op de injectie.
3
Onderhoudsbehandeling
Voor uw huisarts of ambulancepersoneel
Zodra de dosis bereikt is die overeenkomt met die van een gewone insectensteek, hoeft u niet meer elke week terug te komen. Het wordt dan eens per vier weken. Meestal kan uw huisarts deze maandelijkse onderhoudsbehandeling doen. Deze duurt meestal vijf jaar.
Handelwijze bij shock/systemische reacties: • Bij snel toenemende roodheid, zwelling en galbulten: 1 ampul van 2 mg clemastine (Tavegil®) i.v. geven. • Bij lichte/matige dyspnoe salbutamol (Ventolin®) 2 x dosis aërosol van 200 µg, zonodig herhalen) laten inhaleren met voorzetkamer. • Bij lage tensie en/of ernstige dyspnoe: - 0,5 ml adrenaline i.m. geven, zonodig vaker 0,5 ml adrenaline i.m. geven (mag iedere 3 min.). - Daarna 1 ampul (2ml = 2 mg) clemastine (Tavegil®) i.v. geven. - Reanimatieteam bellen. Daarna dient patiënt naar een bewaakte afdeling overgeplaatst te worden, in overleg met leden van het reanimatieteam. - Ter voorkoming van een late reactie hydrocortison (Di-Adreson-F aquosum) 100 mg in 100 ml fysiologisch zout oplossen en dit i.v. via infuus laten inlopen.
Het is de bedoeling dat u eenmaal per jaar op de poli Dermatologie terugkomt voor adviezen en om door te spreken wat uw ervaringen zijn.
Vragen Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan gerust contact op met de poli Dermatologie.
4
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Dermatologie 088 - 320 54 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
5
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
DERM 06/05-’13
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis