Dertig meter
Jan van der Meer Mei 2004
Dertig meter Foto 1 Lente in Chamonix ......................................................................................... 3 Foto 2 Steil omhoog door het bos ............................................................................. 4 Foto 3 Sneeuwschoenparadijs Plan de Aiguille.......................................................... 5 Foto 4 Bivak in het kabelbaantussenstation................................................................ 6 Foto 5 Ontbijtje achter de kiosk................................................................................. 7 Foto 6 Eindeloze traverse naar La Junction................................................................ 8 Foto 7 La Junction..................................................................................................... 9 Foto 8 Rotspassage naar de Grand Mulets hut...........................................................10 Foto 9 Afgepeigerd op de hut ...................................................................................11 Foto 10 Mont Blanc vanaf de Mulet hut. Een aanrader. ............................................12 Foto 11 Seracs!.........................................................................................................13 Foto 12 Stephan is bijna klaar voor vertrek richting Vallot .......................................14 Foto 13 Stephan .......................................................................................................22 Foto 14 Dit GPS overzicht brengt onze zoektocht in kaart. Locatie 005 is slechts dertig meter verwijderd van de Vallot hut. ........................................................23
Broad Peak 2006
-2-
Als voorbereiding op een heuse Himalaya beklimming later dat jaar besloten Stephan en ik om samen de Mont Blanc te beklimmen. Doel van de tocht is niet alleen het halen van de top maar vooral ook om de conditie te testen en wat materialen voor Cho Oyu uit te proberen. Het is eind april 2005. In Chamonix is het voorjaar ingetreden. Er heerst een heerlijk temperatuurtje. Het is pakweg 20˚C en er zijn heel weinig toeristen. De bewoners van Chamonix halen hun boodschappen op de mark. De hoteliers doen groot onderhoud. Kortom, een relaxed sfeertje daar. Het skiseizoen is afgelopen en voor de klimmers is het nog te vroeg.
Foto 1 Lente in Chamonix
Als oefentoer hebben we de Mont Blanc winternormaalroute uitgekozen. Een landschappelijk veel mooier traject dan bijvoorbeeld de Goûter route. Nadat we op ons elfendertigst nog wat laatste boodschappen hebben gedaan pakken we de rugzak maar eens in. We twijfelen over wat mee te nemen. Het is geen zomer en het is geen winter. Lastig allemaal. Wat kan een mens toch een grote problemen hebben. Ik besluit tot een compromis: De donsjas en donsbroek blijven thuis maar de Millet Everest boots, volgens fabriekopgave geschikt voor temperaturen tot min 60˚C, gaan wel mee. Oh oh, wat zal later blijken hoe belangrijk deze keuze is! Tegen de middag sloffen we Chamonix uit. De route start vlak achter het kabelbaanstation naar Aiguille du Midi. Wij boycotten de kabelbaan. Purist als ik ben heeft een Mont Blanc beklimming geen waarde als er gebruik gemaakt wordt van die kabelbaan of allerlei treintjes. Van mij mogen die dingen dan ook gesloopt worden. Na enige tijd vinden we het bospad dat ons omhoog voert.
Broad Peak 2006
-3-
De Millets mogen dan voor lage temperaturen geschikt zijn, hier bij 20˚C is het een verschrikking om die dingen aan mijn voeten te hebben. Al na vijftig hoogtemeters is de temperatuur ondraaglijk. Gelukkig heb ik op het laatste moment nog een paar flinterdunne kantoorsokjes in mijn rugzak gegooid. De dikke sokken worden vervangen en de gamachen, die met de schoen geïntegreerd zijn, trek ik zo ver mogelijk naar beneden. Het help een beetje maar de hitte blijft afschuwelijk. Bij het eerste de beste sneeuwveldje schep ik zo veel mogelijk sneeuw in de schoenen. God, wat een opluchting. Klotsend in het smeltwater stap ik een stuk vrolijker verder. Stephan heeft gekozen voor gewone D-schoenen en kijkt mijn geknoei met verbazing aan. Tot een hoogte van pakweg 1700 is het pad sneeuwvrij maar daarna is het pad snel verdwenen. We staan een beetje om ons heen te kijken. Hoe nu verder. We besluiten om de simpelste route te kiezen: recht omhoog. Maar het valt allemaal niet mee. Het wordt echt loeisteil en de sneeuw is soms heupdiep.
Foto 2 Steil omhoog door het bos
Misschien was die kabelbaan toch niet zo’n slecht idee geweest. Afwisselend trekken we de sneeuwschoenen aan en uit. Zonder zakken we echt diep weg. Met sneeuwschoenen is ook niks want het landschap is veel te steil. Na veel geploeter bereiken we het Plan de Aiguille. Nu leent het landschap zich veel beter voor sneeuwschoenen en we lopen dan ook probleemloos op ons eerste doel af: het kabelbaantussenstation op Plan de Aiguille.
Broad Peak 2006
-4-
Foto 3 Sneeuwschoenparadijs Plan de Aiguille
Bij aankomst is de boel hermetisch gesloten. Met enige moeite klimmen we op een platformpje dat gebruikt wordt om de toeristen in en uit de gondel te laten stappen. Een mooi droog en vlak stukje beton met een dak er boven. Wat wil je nog meer. Brander opgetuigd, de maaltijd bereid en het bed opgemaakt. Het gaat allemaal lekker nu zo met het avondzonnetje er bij. Het uitzicht is prachtig. Echt genieten hier.
Broad Peak 2006
-5-
Foto 4 Bivak in het kabelbaantussenstation
Zodra de zon onder gaat liggen we in onze slaapzak. Maar slapen is er niet echt bij. Mijn mond smaakt naar olie. Overal gaan ventilatoren aan en uit en ik hoor voortdurend allerlei relais schakelen. De gondel waar we vlak naast liggen bonkt zo nu en dan tegen het perron. Ik heb het idee dat we doorlopend bespied worden. Volgens mij moeten er tenminste vier camera’s op ons gericht zijn. Het is verder een bijzonder rustige nacht. Geen zuchtje wind. Aan Stephan’s ademhaling hoor ik dat hij ook de slaap niet kan vatten. Blijkbaar lukt het uiteindelijk toch want opeens worden we wakker door een luide knal. Er is een gondel aangekomen. We waren wel zo snugger om op het perronnetje te gaan liggen voor afdalend verkeer zodat de mensen ‘s ochtends bij aankomst geen last van ons hebben. De passagiers blijken mensen te zijn die op het station van Aiguille du Midi werken. Le Patron stapt als eerste uit. Hij draait zich om. Vervolgens komen de ondergeschikten uit de gondel. Eén voor één geven ze le Patron een hand. Deze op zijn beurt wenst ze een goede dag. Het is een vermakelijk schouwspel. Dit alles gebeurt zonder dat ze ons een blik waardig te gunnen. Maar het is wel duidelijk dat we ongewenste bezoekers zijn. We springen uit onze slaapzakken en ontruimen het perron. Alles is in no-time gepiept. Le Patron is zichtbaar tevreden met onze verrichtingen. Er kan een ingetogen glimlach van af. Als alles aan kant is knoopt hij zelfs een gesprekje aan. Wat we gaan doen en zo.
Broad Peak 2006
-6-
Achter het station is een kiosk met een terrasje. Een prachtige plek om een ontbijtje te gebruiken. Het is schitterend weer. Het belooft wederom een mooie dag te worden.
Foto 5 Ontbijtje achter de kiosk
Stephan is inmiddels wat meer aan zijn sneeuwschoenen gewend geraakt. Hij kankert tenminste iets minder dan gisteren. Maar nadat we het plateau verlaten hebben wordt het toch allemaal weer erg lastig. We hebben een lange traverse van de Plan de Aiguille naar La Junction voor de boeg. En er kan veel met sneeuwschoen, maar traverseren hoort daar niet bij. De brede platen passen zich aan aan de hellingshoek van de berg en nemen je enkels voor het gemak mee. Met een zware rugzak is het een slopende affaire. De toerskiërs om ons heen hebben het hier veel gemakkelijker. Zoveel is wel duidelijk.
Broad Peak 2006
-7-
Foto 6 Eindeloze traverse naar La Junction
Na een hoop geploeter komen we aan bij La Junction. Hier komen twee gletsjers bij elkaar. Het gevolg is een wirwar van spleten en enorme seracs. Maar er is ook een drukzone tussendoor. Prachtig vlak terrein waar we zo doorheen lopen. Het laatste stuk is draaien en keren tussen de seracs. Hier zijn sneeuwschoenen in het voordeel en lopen de skiërs zwaar af te zien.
Broad Peak 2006
-8-
Foto 7 La Junction
Een oudere man komt van boven. Duidelijk geen grootheid op ski’s. Met veel te veel vaart gaat hij vlak langs een erg diepe spleet. De schrik is te zien in zijn ogen. Maar het gaat nog net goed. Even later stopt hij en neemt een houding aan van: “Kijk mij nou eens. Alles onder controle. Dat kan ik nog allemaal op mijn leeftijd”. In werkelijkheid is de sukkel ternauwernood aan de dood ontsnapt. Na La Junction gaat het steiler omhoog. Het blijkt dat de lange traverse van Plan de Aiguille naar La Junction veel van ons heeft gevergd. Te veel. De zon brandt inmiddels genadeloos boven ons. Het wordt werkelijk bloedheet en er is geen zuchtje wind. De laatste paar honderd meters naar de Grand Mulets hut worden een martelgang. Ik weet van gekkigheid niet wat ik moet doen tegen de vreselijke dorst en de hitte. Ik neem sneeuw in mijn mond en stop het in mijn schoenen. Het is veel te heet voor een muts maar door het ding te vullen met sneeuw kan ik mijn schedeldak en mijn hersenen wat afkoelen. Over de laatste honderd hoogtemeters doen we een uur. Het grootste probleem is uitdroging. De tong plakt aan het gehemelte. Maar uiteindelijk staan we dan toch voor de rots waar de Grand Mulets hut op gebouwd is. De gletsjer is hier pakweg 50 meter lager dan toen de hut gebouwd werd. Nu staat de hut vijftig meter boven de gletsjer. Om er te komen moet een leuke rotspassage genomen worden. Gelukkig is er een klettersteig-achtige constructie aangelegd.
Broad Peak 2006
-9-
Foto 8 Rotspassage naar de Grand Mulets hut
Stephan is zo lam dat hij weigert om verder te klimmen. Ik ga wel. Aangekomen op de hut ruk ik mijn stijgijzers van de schoenen. Meestal wordt het niet zo gewaardeerd als je met die dingen de hut binnen stuitert. Gelukkig staat er geen rij voor de balie. We zijn op Grand Mulets en niet in dat Goûter gekkenhuis. Met moeite lukt het me om twee woorden uit te brengen. Water please. Are you a member of the alpine club? Is het antwoord. Dit trek ik niet. Ik zeg wederom: Water! Do you have a reservation? Water! Did you make a phone call prior to your arrival? Water! How many people is your party? Water! Are you the guide? Water! Ik begin nu link te worden. I want water now and we can do the administration later. Het kwartje valt. Ze geeft me een fles lauw smeltwater. Eindelijk.
Broad Peak 2006
- 10 -
Ondanks de dorst krijg ik het vocht maar met moeite door mijn keel. Mensen kinderen wat ben ik verrot zeg. Tegen de tijd dat de fles bijna leeg is komt Stephan de hut binnengestrompeld. Ik geef hem het restant water. Hij kankert op die lastige rotspassage voor de hut maar ik hoor hem nauwelijks. Hij ziet er niet fris uit. Na een tijdje ga ik maar weer eens naar de juffrouw achter de balie en regel de administratie. Ze vraagt of ik wil eten in de hut. Ja graag, is het antwoord. Dan zegt ze dat dat niet gaat omdat we niet gereserveerd hebben. Ik lig er niet wakker van want we hebben genoeg voer bij ons. Nadat Stephan weer wat bij zijn positieven is gekomen besluiten we naar buiten te gaan en het laatste zonlicht te benutten om een maaltijd in te bereiden. Het smaakt redelijk. Net als we de brander weer hebben ingepakt komt de huttenjuf weer bij ons staan. We kunnen aan tafel want het eten is klaar...
Foto 9 Afgepeigerd op de hut
’s nachts doe ik weer geen oog dicht. Ik voel mijn hart in mijn keel bonken. Dat is de hoogte, dat ken ik. Ik maak me geen zorgen want ik weet dat we morgen een rustdag hebben en op de hut blijven om een beetje aan de hoogte te wennen en om van wat welverdiende rust te genieten. We slapen tot diep in de ochtend en genieten daarna van een ontbijtje dat voor ons neergezet wordt. Wat een luxe. We besteden de dag aan rondhangen, eten en maken nog wat foto’s. We bestuderen de route die we de volgende nacht willen volgen. De huttenjuf blijkt nu best een leuk mens te zijn. De omgeving is hier werkelijk fantastisch.
Broad Peak 2006
- 11 -
Foto 10 Mont Blanc vanaf de Mulet hut. Een aanrader.
De Aiguille du Midi staat links. Voor ons is de Mont Blanc zelf te zien en rechts de Dôme en de Aiguille du Goûter. Daartussen bevinden zich geweldige gletsjers met enorme seraczones. Werkelijk spectaculair.
Broad Peak 2006
- 12 -
Foto 11 Seracs!
De nacht daarop slaap ik al veel beter. Het is verbazingwekkend hoe snel het lichaam zich heeft aangepast aan de hoogte van 3000m. We staan vroeg op. Maar dan volgt er een teleurstelling. Het weer is niet goed. Het is werkelijk aardedonker. Geen sterren en geen gezellige lichtjes uit Chamonix. Het is zwaarbewolkt en het sneeuwt een beetje. De temperatuur is iets boven nul. Maar het is ook absoluut windstil. Er zijn zeven touwgroepen in de hut. Twee daarvan besluiten op te staan. Alle tourskiërs blijven in hun mandje liggen. Slappelingen zeg ik tegen Stephan. Mooiweer mensen. Het andere team gaat na het ontbijt maar eens even buiten polshoogte nemen om de actuele weerssituatie te beoordelen. Men besluit dat het bedje aantrekkelijker is dan het zwarte gat buiten en men vertrekt niet. Nu staan we nog maar met zijn tweeën in de eetruimte. Omdat de laatste groep nu afhaakt begint Stephan ook te twijfelen. Ik zie de onzekerheid in zijn ogen en hij mompelt iets over zijn vroegere bergsportvriendjes die in deze situatie zeker niet zouden vertrekken. Maar ik wil gaan. Bepalend voor mij is dat er absoluut geen zuchtje wind staat. Bij een eerdere beklimming, vanaf de Italiaanse kant, zijn we ook in dikke sneeuw vertrokken. Het werd toen uiteindelijk goed weer en we hebben de top gehaald. Dus wil ik nu ook gaan. Om geen discussie op gang te brengen trek ik resoluut mijn gordel aan en hang de rugzak om mijn schouders.
Broad Peak 2006
- 13 -
Vervelend is wel dat we eerst die rotspassage weer af moeten. Het is zaak om nu dus goed wakker te zijn. Hier blijkt eens te meer dat het dooit want er hangt water aan de stalen klettersteig. Ik trek mijn handschoenen uit om ze droog te houden maar Stephan doorweekt de zijne. Niet zo handig. Zonder verdere incidenten bereiken we de gletsjer. Nu we uit het licht van de hut zijn, blijkt hoe donker donker kan zijn. Gelukkig hebben we de vorige dag vanaf de hut goed het eerste deel van de route kunnen bestuderen. Daar hebben we nu een hoop plezier van. Het is eigenlijk veel te warm voor die Gore-tex jas. Met de jas aan loopt het zweet over de rug naar beneden. Met de jas uit wordt je nat door de sneeuw. Het is een beetje zoeken.
Foto 12 Stephan is bijna klaar voor vertrek richting Vallot
Tot de eerste seraczone is er niks aan de hand. We gaan snel naar boven. Ik herinner me hoe afgepeigerd we twee dagen geleden op de hut aankwamen. Een schril contrast, want ik voel me nu supersterk. Om op de route naar Petit Plateau te komen moeten we door een spletenzone. Stephan leidt de dans en vindt een uitstekende route die ons zonder grote inspanning door de gevarenzone voert. Vakwerk. Tegen de tijd dat het een beetje licht wordt, wordt het terrein steiler. Bovenaan de helling ligt een vlakker gedeelte wat Petit Plateau wordt genoemd. Stephan heeft geen trek in de steile helling naar het plateau en besluit een links omtrekkende beweging te maken. We komen wederom in een spletenzone terecht. Maar ook nu vindt Stephan een acceptabele route, al moeten we wel een paar dubieuze sneeuwbruggen over. We
Broad Peak 2006
- 14 -
bereiken Petit Plateau zonder kleerscheuren. Het is inmiddels redelijk licht. We zijn dik tevreden over de voortgang en de hoogte die we gewonnen hebben in zo’n korte tijd. Het waait nog steeds niet of nauwelijks. Het sneeuwen houdt helaas aan al wordt het wel wat dunner. Het zicht is niet geweldig maar goed genoeg om de weg over Petit plateau te vinden. Boven hangen geweldige seracs aan de Dôme . Dat is ook de reden waarom deze route bij gidsen niet populair is. Er kan natuurlijk altijd eentje naar beneden komen. Ik vind het nogal overdreven. Er zijn inderdaad sporen te zien van vallend ijs maar die halen bij lange na niet de route waar wij lopen. Dergelijk terrein is natuurlijk nooit helemaal veilig te noemen, maar ik vind deze route ondergewaardeerd ten opzichte van het afzichtelijke Goûter gebeuren. Na de oversteek van het Petit Plateau komen we aan bij een zonder meer steile helling die ons naar Grand Plateau zal voeren. Door de steilte van het terrein en door de grote hoeveelheid verse sneeuw is dit een waar beulswerk. Stephan heeft al aardig wat van zijn krachten gebruikt door het sporen tot zo ver. Ik besluit verder voor te gaan want ik voel dat ik fysiek sterker ben. Met forse inspanning en met de juiste sneeuwschoentechniek baan ik me een weg naar boven. Stephan volgt onder luid protest omdat ik het spoor zodanig verniel dat hij er niet meer over omhoog kan. Ik kan er niks mee en beul verder omhoog. Uiteindelijk gaat het terrein over van zeer steil naar gewoon steil. We besluiten even een pauze te nemen om op adem te komen. Omdat ik de sneeuw te veel verniel, bied ik aan dat Stephan weer voorop gaat. Hij vindt het een goed idee en zo vervolgen we onze weg. Inmiddels heeft mijn elektronische hoogtemeter/kompas de geest gegeven. De hoogteaanduiding springt met vele honderden meters op en neer. Ik maak me geen zorgen want ik weet exact waar we zijn, hoe hoog we zitten, waar we naar toe moeten en wat we nog tegen zullen komen. Bovendien zit er ook nog een hoogtemeter in mijn GPS. Wat wel minder is, is dat het zicht slecht wordt. Stephan begint weer te pruttelen. Waarschijnlijk ook, omdat we weer een lange afstand moeten traverseren over de flanken van de Dôme . Hij klaagt dat hij niks meer ziet. Toegegeven: het zicht is slecht, maar ik zie nog steeds goed. Keer op keer vraagt hij waar we naar toe moeten. Ik pak de GPS er weer bij. Thuis heb ik de coördinaten van de Col du Dôme ingevoerd en daar lopen we, volgens de GPS recht op af. Het apparaat twijfelt niet. Resoluut rechtdoor. Het is inmiddels half elf. We willen vandaag de Vallot hut bereiken om er te overnachten. Daar zijn we nu zo dicht bij dat we die afstand wel kunnen kruipen voor het echt donker wordt. Er steekt, bijna ongemerkt, een windje op. Het zicht wordt almaar slechter. Het wil ook maar niet echt licht worden. Het blijft schemerig. Stephan ziet nu helemaal niks meer. Ik wel dus we besluiten dat ik verder voorop ga. Volgens de GPS is het niet ver meer naar Col du Dôme . Maar nu we daar in de buurt komen wordt het weer steeds slechter. De wind is nu gewoon hard. De sneeuw is veranderd in hagel en roffelt op de Gore-tex capuchon van mijn jas. De temperatuur is volgens mij veel verder gedaald dan je aan de hand van het hoogteverschil zou mogen
Broad Peak 2006
- 15 -
verwachten. Het zicht is nog zo’n vijftien meter. We lopen tien meter uit elkaar dus we kunnen elkaar nog net zien. Het gaat steeds langzamer. Door de sneeuwdrift kunnen we niet meer zien waar we onze voeten neerzetten. Bij elke stap is het afwachten of het terrein omhoog gaat, naar beneden en onder welke hoek. Het kompas in de GPS blijkt alleen te werken als je beweegt. Als je stilstaat wijst de naald alle kanten op. We zijn eindeloos op zoek naar de Col du Dôme . We dwalen maar wat rond maar komen niet dichter bij. Het weer is nu onvoorstelbaar slecht. Zulke omstandigheden komen in Nederland helemaal niet voor. Het gebulder van de wind maakt een gesprek onmogelijk. Zo nu en dan schreeuwen we iets naar elkaar maar we verstaan elkaar niet. De hagel striemt op de Gore-tex jas. Godzij dank beschermt die jas me nu als een pantser. Het is midden op de dag maar het is nog steeds half donker. Bliksemschichten schieten van links naar rechts door de lucht maar het geluid van de donder hoor ik niet. Na veel omzwervingen komen we op een wat vlakker gedeelte. De lucht is donkergrijs geworden. Omdat het nu echt bizar hard waait concludeer ik dat we op de Col du Dôme zijn. Ik durf niet verder want ik weet dat de Italiaanse kant vrijwel loodrecht naar beneden gaat. Voor mij staat een ijswal van pakweg 3 meter hoog. Ik twijfel waar we tegen aan kijken. Het lijkt op een bergschrund. Maar van mijn eerste beklimming herinner ik me dat het traject van de Col du Dôme naar de Vallot hut behoorlijk steil is, maar geen spletenzone of seracs heeft. Misschien staan we wel tegen de Dôme aan te kijken, daar hangen wel seracs onder. Ik ben elk gevoel voor richting kwijt. Het kompas in de GPS ook: de kompasnaald draait alle kanten op terwijl ik stil sta en het apparaat niet beweeg. Stephan is inmiddels ten einde raad. Op een gegeven moment gaan we maar dicht bij elkaar staan om elkaar te kunnen verstaan. Hij slaat wartaal uit. Dat doen hoogtezieke mensen wel vaker. Het is geen goed teken. “Laten we naar huis gaan” stelt hij voor. “Ja, dat is nu even lastig” antwoord ik. Laten we afdalen en naar de Goûter hut gaan. We zijn tweehonderd meter verwijderd van de Vallot hut. De Goûterhut is vijf kilometer in onbekende richting. Ik leg hem uit dat dat ook niet gaat. Hij komt met nog meer onzinnige voorstellen. Ik steek hier maar geen energie meer in. Het is wel duidelijk dat ik het voortouw moet nemen en dat ik van Stephan niks meer mag verwachten. De arme jongen is veranderd in een waggelende zombie. Als we hier nog uit willen komen zal ik het verder zelf moeten doen. Na alle gepruts met de GPS is het me duidelijk dat het kompas alleen werkt als je je met voldoende snelheid beweegt. De afstand naar de Col du Dôme is volgens de GPS nog 50 meter. Maar de col zelf is zo groot als een voetbalveld. Ik bestuit dat we die Col verder maar vergeten en ons moeten richten op de coördinaten van de Vallothut. Ik vertel Stephan dat we het volgende gaan doen. We lopen in een rechte lijn in een willekeurige richting. Net zo lang totdat de GPS een vaste richting geeft voor de Vallothut. Deze richting volgen we dan net zo lang tot we er zijn. Stephan mompelt dat het allemaal geen zin meer heeft maar komt gelukkig toch achter me aan.
Broad Peak 2006
- 16 -
We voeren het plan uit. Op een gegeven moment is de GPS er uit en geeft aan in welke richting we moeten lopen richting Vallot hut. Het is nog 230m naar Vallot. We waggelen voort. Nog 210meter. Nog 200. Nog 190, 180... En dan verandert de GPS van mening. De pijl draait 180 graden om en de GPS vindt dat we moeten omdraaien. Dit past niet in mijn plaatje, ik steek de GPS weg en ik doe alsof ik het niet gezien heb. Na een minuutje pak ik het apparaat weer tevoorschijn. Gelukkig is hij weer van mening veranderd en wijst weer in de oorspronkelijke richting. Vervelend is wel dat het traject van Col du Dôme naar Vallot omhoog gaat. En de GPS stuurt ons naar beneden. Maar goed, ik blijf aan het plan vasthouden en we gaan verder. De traverse wordt steeds gevaarlijker. Ook dat klopt niet want we zouden over vlak oplopend terrein omhoog moeten gaan. Maar de afstand naar Vallot wordt steeds kleiner. 120 meter, 110, 100. We zien nog steeds niks maar het kan nu echt niet ver meer zijn. Nog 80 meter en Ja! Tussen de flarden bewolking zie ik de hut! Ik draai me om en schreeuw het goede nieuws naar Stephan. Hij tilt zowaar zijn hoofd even op. Als ik weer vooruit kijk is de hut allang weer in de mist verdwenen. Opeens is het ding weer zichtbaar. We staan onder aan de rots waar Vallot op gebouwd is. Tachtig graden rots, zestig meter hoog. Dat kan ik in de zomer bij mooi weer nog niet eens beklimmen. Slechts zeventig horizontale meters scheiden ons van de knusse Vallothut. Godsonmogelijk om er te komen, maar goed nieuws is er ook. Door de rots een seconde gezien te hebben, is mijn gevoel voor oriëntatie helemaal terug. Ik weet waar we zijn en hoe we wel op de Vallothut kunnen komen. Het is nu ook duidelijk waarom we hier moeten traverseren en niet gewoon omhoog hebben kunnen lopen. De route is nu duidelijk. Tweehonderd meter terug. Dan toch scherp linksaf de ijswal beklimmen en vervolgens op de graat blijven tot pakweg 4370m. Dan iets links aanhouden en de hut staat voor je neus. En zo gaan we terug. Stephan zegt niet veel meer, maar ik zie dat de teleurstelling hem gebroken heeft. Ik trek hem aan het touw vooruit. Op een gegeven moment, na pakweg 100meter op de terugweg vinden we een soort kuil in het landschap ter grootte van een half tennisveld. De kuil is omgeven door meters hoge ijswallen. Precies waar wij staan is een opening in de ijsmuur. Er zijn zat mensen omgekomen op steeworp afstand van de Vallot hut. Dat gaat ons niet gebeuren. De gedachte maakt hernieuwde strijdlust in me los. We lopen naar binnen en vinden enige beschutting tegen de orkaan. Ik ben hondsmoe. Maar Stephan is totaal uitgeput. Hij kan en wil echt niet meer verder. En ik ben zelf niet bij machte om hem naar boven te slepen. Hij ziet er verschrikkelijk uit. Hij staat voorover gebogen en is de controle over zijn motoriek kwijt. Hij staat te schudden op zijn benen. Een mens gaat niet zomaar dood maar ik ben echt bang dat ik hem ga verliezen. Ik besluit zonder overleg dat we een bivak gaan inrichten in dit hol. We hebben geen tent en geen schep bij ons. Maar ik heb mijn Himalaya-slaapzak bij me en een Thermarest matje. Stephan heeft een bivakzak, een matje en een slaapzak. Als we een sneeuwhol kunnen maken, moet dat genoeg zijn.
Broad Peak 2006
- 17 -
Het is duidelijk dat ik van Stephan niks meer kan verwachten. Ik sommeer hem al zijn kleren aan te trekken en in zijn slaapzak te kruipen. Dat doet hij. Terwijl ik bezig ben een sneeuwhol te graven, waait mijn slaapzak weg. De slaapzak stuitert vrolijk het licht hellende tennisveld af. Spleten of niet, ik zet een sprintje in en haal de slaapzak terug. Ik klem hem vast tussen de ijswand en mijn rugzak. Stephan roept dat we de reddingsdienst moeten bellen, maar mijn eerste reactie is dat dat totaal zinloos is. Die lui vliegen echt niet uit bij twee meter zicht. Maar het lijkt mij niet slim om dat Stephan te vertellen. Dus duik ik de telefoon op uit mijn rugzak en met stevige tegenzin, want ik ervaar het als een nederlaag. Als persoonlijk falen. Ik wil nog niet toegeven dat we in zo’n fiasco terecht zijn gekomen maar er zijn zo van die momenten dat het beter is om persoonlijke trots even in te slikken. De telefoonnummers van de bergredding heb ik thuis al achter op de kaart geschreven. Maar de kaart is inmiddels veranderd in een vieze, natte prop papier en als ik dat ding ga uitvouwen waait hij gegarandeerd aan flarden. Dus dat gaat niet werken. Ik kies voor 112. Ik hoor dat de telefoon aan de andere kant opgenomen wordt, maar ik versta verder niet wat er gezegd wordt. Maakt niet uit ook. Ik schreeuw zo hard als ik kan: Hello there. This is Jan van der Meer from the Netherlands speaking. We are high on Mont Blanc en we have troubles. We are close to the Vallot hut but we cannot find it. The weather is extremely bad and we cannot go further. We need help! So, you are from Holland heh? Yes. Wat maakt dat uit man, denk ik nog. Hij vervolgt: You are calling the Swiss rescue service. The Swiss languages are French, German and Italian. You must speak one of those languages otherwise we cannot help you. What? Ik heb even de neiging om die kerel stijf te vloeken. In het Nederlands. Maar ik realiseer me snel dat dat nu even niet slim is. Wat zei hij? Ook Duits? Dat spreek ik ook. Meine nahme ist Jan van der Meer. Wir sind jetzt sehr hoch am Mont Blanc. In der nahe von der Vollot hutte. Aber wir konnen den hutte nicht vinden. Wir brauchen hilfe. Kunnen sie uns bitte helfen? Zo. Dat kwam er nog vlotjes uit. En dat in deze omstandigheden. Ik ben trots op mezelf. Onze Zwitser vervolgt het gesprek: That is Funny, you are from the Netherlands and you speak both English and German. Tegen zoveel onzin ben ik niet opgewassen. Die kerel denkt dat we hier op het strand van Torremolinos liggen. Ik zeg even niks meer. Dat hoeft ook niet want de telefoon valt uit. De batterij kan niet tegen lage temperaturen. Na een tijdje probeer ik het nog maar een keer. Iemand anders neemt nu de telefoon aan. Weer het hele verhaal. Maar tegen de tijd dat ik uitgesproken ben, hoor ik vanaf de andere kant al niks meer omdat de telefoon weer gestopt is.
Broad Peak 2006
- 18 -
En nog maar een keer. Weer iemand anders. Hoeveel mensen hebben ze daar zitten, vraag ik me af. De telefoon houdt er nu na een paar seconden al mee op. Zodra de namen en beleefdheden uitgewisseld zijn is het al weer over. Dit help niet. Om de telefoon wat op te warmen rits ik mijn jas een stukje open en druk de GSM ergens tussen mijn kleren. In een paar seconden vormt zich zo veel ijs op de ritsstuiting en op het klitteband dat ik hem niet meer dicht krijg. Wat een ellende. Sta ik hier in de storm met mijn jas half open. Alles houdt er mee op, we komen in een negatieve spiraal terecht. De hoogtemeter is stuk. Het kompas ook. De GPS is niet meer bruikbaar. De batterijen zijn op en de mini joystick zit vastgevroren aan de behuizing. De kaart is verandert in een natte prop. En dan nu die jas nog. Na een tijdje proberen we toch maar weer te bellen. Ik wil die lui nog de GPS coördinaten doorgeven. Weten ze in ieder gaval waar we zijn als ze ons willen zoeken. Om kostbare seconden te sparen begin ik de coördinaten te schreeuwen zodra daar de telefoon opgenomen wordt. Dat wordt niet geaccepteerd. Terwijl ik de coördinaten opnoem hoor ik aan de andere kant iemand verontwaardigd vragen waar dit allemaal op slaat en wat er aan de hand is. En weg is de verbinding. Vervolgens ga ik door met mijn poging om met mijn pikkeltje een hol te graven. Het lukt niet. Ik vind alleen maar poedersneeuw of keihard is. Onmogelijk. Na een tijdje geef ik het op. Stephan is helemaal ondergedoken in zijn bivakzak. Ik vraag hem of hij koud is, maar dat is gelukkig niet zo. Door het stilstaan ben ik inmiddels aardig koud geworden. Misschien moest ik ook maar eens in mijn slaapzak kruipen. Ik draai me om en buk om de slaapzak te pakken. Shit. De slaapzak is weg. Tijdens ons gesprek met die Zwitsers is het ding opnieuw weggewaaid. Alleen, nu zie ik hem niet meer. Kompas stuk, GSP stuk, kaart kapot, de jas wil niet meer dicht en nu ook nog de slaapzak foetsie. Ik begin nu lichtelijk in paniek te raken. Het tennisveld loop af in een spleet. Waarschijnlijk is mijn slaapzak in die spleet geblazen, maar zeker weten doe ik het niet. De wind komt hier van alle kanten. Ik daal zo ver als ik durf af richting spleet en probeer mijn slaapzak te ontwaren. Ik zie niks. Het is volkomen donker in het hol en door de sneeuwval lukt het niet om iets te zien. Die slaapzak moet terug, ander vries ik hier kapot. Ik vraag Stephan om me te helpen. Tegen mijn verwachting in komt hij uit zijn slaapzak. Ik wil in de spleet afdalen en vraag Stephan om mij te zekeren. Hoe moet dat dan? Wat moet ik dan doen? Vraagt hij. Ik leg hem uit dat ik een ijsboor wil zetten en dat hij me dan gezekerd laat afdalen. Een handeling die elke Alpinist met ogen dicht kan uitvoeren. Maar ik zie een onzekere blik in Stephan’s ogen. Hij begrijpt niet waar ik het over heb. Ik denk nog, die gaat mij niet helpen in deze toestand. Ik kom nooit meer uit die spleet als ik van hem afhankelijk ben. Ik besluit het risico niet te nemen. Laat ook maar zitten zeg ik tegen Stephan. Hij kruipt snel weer in zijn slaapzak. Ik sta om me heen te kijken hoe het nu langzaam donker wordt. De ijzige wind zuigt de warmte uit mijn lichaam en ik voel me snel afkoelen. Nu de adrenaline weggevloeid is, begint alles pijn te doen. Bij gebrek aan een slaapzak rol ik de Thermarest om mijn middel en bind het geheel vast met
Broad Peak 2006
- 19 -
pruziktouw. Het helpt. Mijn bovenlichaam in nu redelijk geïsoleerd maar ik voel de warmte uit mijn armen en benen wegtrekken en ik krijg een koude kop. Het is duidelijk dat ik zo de nacht niet overleef. We moeten afdalen om uit de wind te komen. Inmiddels is het donker. Stephan komt weer uit zijn slaapzak tevoorschijn en we maken ons klaar om af te dalen. Een levensgevaarlijk klusje, want je verdwijnt zo in een spleet en niemand vindt je ooit levend terug. Maar een kans om dood te vallen in een spleet lijkt me beter dan de zekerheid van dood vriezen. Weer 112 gebeld. Ik krijg nu iemand aan de lijn die wel weet waar het over gaat. Hij is in paniek. Blijkbaar is de ernst van de situatie daar ook doorgedrongen. “You must go to the Vallot hut” schreeuwt hij. “You are very close. Go to the Vallot hut”. Ik vertel hem dat we gaan afdalen. En ik beloof dat ik me de volgende dag weer meld als we de nacht overleven. Met een meter zicht dalen we af. Het is van belang om de goede richting te kiezen, want als je op de verkeerde gletsjer terecht komt, is er geen weg meer terug en kom je in een totale chaos terecht. Maar goed, op mijn gevoel kies ik een bepaalde richting. De wind houdt aan. Spleten zijn zichtbaar als zwarte vlekken op een donkergrijze achtergrond. Na een uurtje staan we in pikkedonker voor een enorme spleet. Het ding is breed genoeg om er een snelweg in aan te leggen en zeker vijftien meter diep. Hier houdt het dus op. Ik besluit er links omheen te lopen. We lopen ons vast op een zijspleet van de hoofdspleet. De zijspleet ligt half vol sneeuw. Normaalgesproken instabiel en levensgevaarlijk terrein natuurlijk, maar ik vraag Stephan om mij er aan het touw in te laten zakken. Ik ga tot pakweg vijf meter diep en de sneeuw in de spleet lijkt redelijk stabiel te zijn. Dit is de plaats waar we gaan overnachten. Stephan klimt achter mij aan het ijshol in. We schuiven wat sneeuw aan de kant en leggen onze matjes er op neer. In no time is Stephan weer ondergedoken in zijn slaapzak. Ik lig in een bivakzak op mijn matje met nog al mijn kleren aan. Het is ijs- en ijskoud. Boven stormt het nog steeds en er wordt een grote hoeveelheden sneeuw de spleet in geblazen. Er valt zoveel sneeuw dat we binnen een uur helemaal bedolven zijn en klem liggen. Stephan kan nog redelijk warm blijven, maar ik lig daar zonder slaapzak te creperen van de kou. Om warm te worden doe ik wat oefeningen en val daarna min of meer in slaap. Een paar minuten later wordt ik weer schuddend van de kou wakker. En zo vijftig keer, die nacht. Deze slechtste nacht uit mijn leven lijkt een eeuwigheid te duren. Maar uiteindelijk zie ik een zwart silhouet tegen een donkerblauwe achtergrond. Eindelijk, het wordt licht. Maar belangrijker nog, het is ook redelijk weer want ik kan Mont Maudit onderscheiden. Ik ben natuurlijk nog ijskoud. En terwijl ik probeer op te staan schiet de kramp door mijn benen. Ik schreeuw het uit van narigheid. Volkomen ongecontroleerd sta ik op. Ik moet nog voorzichtig zijn ook want het plateautje is klein en je kunt zo het diepere gedeelte van de spleet in vallen. Dan is er zeker geen weg meer terug. Onze uitrusting is inmiddels onder een halve meter poerdersneeuw verdwenen. Stephan is zo stom geweest om zonder schoenen in zijn slaapzak te kruipen. Heb ik de
Broad Peak 2006
- 20 -
vorige avond niet gezien. Nu heeft hij de grootste moeite om zijn veters vast te krijgen en zijn gamachen vast te maken. Het lukt niet met handschoenen, dus die gaan uit. Niet zo heel fijn want hij bevriest zijn vingertoppen. Het oprollen van de Termarest mat is een waar drama. Gaat dat thuis in een handomdraai, hier lukt het echt net. Na veel hangen en wurgen heb ik het ding zo ver opgerold dat hij in de zak past. Terwijl ik loop te klungelen waait ook die zak van me weg de diepte van de spleet in. Zo kom je snel van je spullen af. Ik stel nog voor om water voor thee te gaan smelten. Stephan ziet het niet zitten, want het gaat toch niet lukken. Het waait nog steeds hard en het bedienen van die priegelige onderdelen van de brander lukt sowieso niet met die half bevroren vingers en die ongecontroleerde toestand waarin we ons bevinden. Zoals beloofd neem ik nog even contact op met onze Zwitserse vrienden. Ik krijg iemand aan de lijn en vertel hem van onze escapades van de vorige dag, dat we nog leven en dat we gaan afdalen. Yes Yes, I heard something about that. But first I have to work on my books. Stay on the line. Ik zeg: I cannot do that for long, my telephone is going to break down. Stay on the line zegt hij weer. En hij duikt in zijn administratie. Minuten lang mag ik luisteren naar klassieke muziek. Waarschijnlijk gefabriceerd door een locale, niet al te getallenteerde componist. Ik hoef niet het hele concert te beluisteren want mijn telefoon scheidt er weer mee uit. Het is wel best zo. Gedurende de nacht heb ik verzonnen dat de GPS op dezelfde AA batterijen werkt als mijn camera. Vandaag dus maar even geen foto' s van onze toer. Ze zullen het thuis zonder moeten stellen. Gelukkig lukt het om het minuscule klepje van de camera open te krijgen en om twee batterijen in de GPS te plaatsen. Gaat er toch nog iets goed deze trip. De GPS meldt middels vrolijke kleurtjes dat hij er weer zin in heeft vandaag. Ben benieuwd waar we gisteravond naar toe gelopen zijn. Tot mijn verbazing vertelt de GPS dat we precies daar zijn waar ik had willen zijn. We blijken op 4030m te zitten. Het belooft een mooie dag te worden. Een beetje wantrouwig tegenover zoveel geluk, stel ik voor om het kleine heuveltje aan onze linkerkant te beklimmen om een beter overzicht over de route te krijgen. Het is misschien maar vijftig meter omhoog. Maar na de uitputtende vorige dag, na een nacht vol ontbering en na lange tijd niets gegeten of gedronken te hebben is het een zware opgave. Maar het lukt om boven te komen. Voor ons ligt de Goûter route uitgestrekt. Achter ons de Grand Mulets route, de route die we moeten hebben. De zon schijnt inmiddels en we hebben een prachtig uitzicht over waar we moeten afdalen. Het kleine heuveltje blijkt de Dôme du Goûter te zijn. Het kleine broertje van de Mont Blanc, maar nog altijd één van de grootste bergen van de Alpen. Het landschap is betoverend mooi maar wij hebben er geen oog meer voor. Al de vorige dag had ik last van mijn keel en elke keer als ik moet roggelen, moet ik ook meteen braken. Dit komt natuurlijk door de hoogte en die dramatische nacht.
Broad Peak 2006
- 21 -
Stephan heeft de nacht beter doorstaan dan ik. Hij besluit het voortouw te nemen in de afdaling. En dat gaat nu snel genoeg. Het waait nog steeds hard, maar het is schitterend weer. Als we uiteindelijk op Petit Plateau aankomen, hebben we enige discussie of we zullen stoppen om thee te maken. Ik verrek van de dorst, maar Stephan is bang voor de opkomende bewolking. Ik zet mijn zin door en tuig de brander op. Na een tijdje staan we aan de thee te lurken. God, wat is dat lekker zeg. We gebruiken de thee tevens om nog wat krachtvoer weg te spoelen. En zo met de hut in zicht en met het zonnetje er bij lijkt het een eind goed al goed verhaal te worden.
Foto 13 Stephan
De laatste paar honderd hoogtemeters dalen we in etappes af. Het begint zo waar weer wat aangenaam te worden. Tijdens het laatste stuk van de afdaling blijkt dat het lager op de berg toch ook fors gesneeuwd heeft. Alle sporen zijn weg. We trappen stukken sneeuw los die in omvang iets van een lawine beginnen te krijgen. Stephan gaat twee keer onderuit en ik moet hem evenzovaak opvangen met het touw. Halverwege een afdaling van een steil stuk op 3200m zak ik door een sneeuwbrug. Een klassieker, eentje uit het boekje. Stephan, die voorop loopt, loopt er zo overheen. Het sneeuwdek is volkomen vlak. Aan niets is te zien dat er onder een spleet verborgen ligt. Gelukkig blijf ik nog net steken. Met mijn nek en hoofd op de bovenrand en met mijn rechter sneeuwschoen op de onderrand en met niks er tussenin. Ik kijk nog even in de diepte langs mijn naar beneden bungelende linkerbeen. Ik schat de spleet op zo' n meter breed en vijftien meter diep. Onderin liggen blauwe brokken ijs die mij lijken te verwelkomen. Nou, een andere keer graag.
Broad Peak 2006
- 22 -
Met wat gestuntel in de sneeuw en met wat trekkracht van Stephan wurm ik me uit de spleet en sta weer op. Gek is dat. Ik ben wel vaker in een spleet gevallen en toen had ik zwaar de bibbers. Nu doet het me niet zo veel. Opstaan en weer verder gaan. Maar het terrein blijft link met zoveel verse sneeuw op een oudere laag. Met een slakkengangetje komen we uiteindelijk aan bij de Grand Mulets hut. We zijn nog geen kwartier binnen of het begint weer te sneeuwen en dicht te trekken. Twee dagen later zijn we terug in het hotel beneden in Chamonix. We liggen op ons bed naar het plafond te staren en overdenken onze zonden. Het is een toer geweest met een veel te hoog wildwestgehalte. Toch eens even aan de GPS vragen waar we nou precies geweest zijn. Voor we vertrokken ben ik zo snugger geweest om de tracking aan te zetten. Dan houdt het apparaat redelijk nauwkeurig bij waar je langs loopt zodat je, indien nodig en als de batterijen niet leeg zijn, over hetzelfde pad terug kan lopen. Wat ik op het kleine grappige GPS kleurenschermpje zie is schokkend. We zijn tijdens onze zoektocht tot op dertig meter aan de Vallot hut voorbij gelopen. Dertig meter!
Foto 14 Dit GPS overzicht brengt onze zoektocht in kaart. Locatie 005 is slechts dertig meter verwijderd van de Vallot hut.
Jan van der Meer www.mountainpassion.net
Broad Peak 2006
- 23 -