TRANS
Nummer 2 • juni 2013
DEN HAAG TRANSMURAAL
VOOR PROFESSIONALS IN DE ZORG
SOPHIA REVALIDATIE Jong en incontinent
NETWERKTHEMA : TABOES GEMIVA-SVG GROEP Begrip voor agressie?
PARNASSIA Psychiatrische patiënten werken op een stadsboerderij
IN DIT NUMMER
6 NETWERKTHEMA: Taboes 6
16
Theo Hooghiemstra en Marieke ten Have, RVZ: ‘Geld is het grootste taboe’
10
Zorgen volgens de Koran
’Een geloof moet je eigen maken’
11
Waarom is aanspreken op gedrag zo moeilijk? Professionaliteit is verantwoordelijk gedrag
12
Het stigma van de psychiatrie
Psychiatrische patiënten op een stadsboerderij
14
Seksuele dienstverlening, een taboe? Gewoon doen!
15
Humanitas Woonzorgplus een homovriendelijke organisatie
22
Roze ouderen welkom in Wijndaelercentrum
16
Het stigma voorbij
Hoe voetbal verbroedert
18
Wat nog gedaan moet worden
Christelijke zorg en keuzes rond het levenseinde
19
Wanneer iemand sterft
Aankaarten orgaantransplantatie bij nabestaanden
20
Het taboe van de dood Omgaan met euthanasie
TRANS 2
25
27 22
Bronovo moet het vaak uitleggen
Expats verbaasd over gemengd verplegen
23
Schijn bedriegt
Alert reageren bij ouderenmishandeling
25
www.zorgethiek.nu
Wij werken samen
28
Colofon
30 31 32 32
Uniek Geboortecentrum voor de Haagse regio
Omgaan met moeilijke keuzes
Ethisch Beraad maakt dilemma’s bespreekbaar
24
RUBRIEKEN Actueel in het netwerk 4 Ondertussen op het web 9
Berichten uit de Stichting Column: Taboes in de zorg
Jong en incontinent
Tweets
Ga je voor schut?
26
Begrip voor agressie?
Niet-aangeboren hersenletsel veroorzaakt frustratie
27
Thuisbegeleiders pakken armoede aan ‘Bewustwording is belangrijk’
18
MIA VAN LEEUWEN Pluk het taboe! Tbc, ca of k, aids, dementie: het zijn oude taboes, die op zekere dag geen taboe meer waren. Hoe dat kon? Doordat we er met elkaar over begonnen te praten en het onderwerp niet langer vermeden. TranS begeeft zich in dit nummer met het thema ‘Taboes’ op glad ijs. Taboes zijn vaak heel krachtig en persoonlijk. Iets kan uiterst pijnlijk zijn voor de een, terwijl de ander er geen enkele moeite mee heeft. Een taboe blijft leven doordat we erover zwijgen - het wordt er zelfs sterker van. Erover praten is het begin van een oplossing, daarvan ben ik overtuigd. In dit nummer komt een aantal taboes aan bod die zorgprofessionals tegenkomen. Lang niet iedereen gaat het taboe uit de weg. Persoonlijk vielen mij de bijdragen uit de psychiatrie op. Daar is een taboe een stigma, direct verbonden aan een herkenbare groep: ‘de maatschappij’ wantrouwt de psychiatrische patiënt. Des te opvallender is het verhaal van Pluk!, een initiatief van Parnassia: psychiatrische patiënten werken op een stadsboerderij tussen de konijntjes en de kippen. Parnassia is het gesprek hierover aangegaan met de buurtbewoners. Een tweede verhaal komt van de Stichting Anton Constandse. Een aantal van hun patiënten heeft een plaats gevonden in een regulier voetbalelftal, Scheveningen 5, en trapt elk weekend gewoon een balletje mee. Niemand die daar moeilijk over doet. Voetbal verbroedert wel degelijk. Het vraagt moed om een taboe te doorbreken. In de artikelen zien we die moed van zorgverleners en -organisaties in onze regio. Want als we een taboe vermijden, in het midden laten, negeren of doorschuiven, blijft datzelfde taboe springlevend. Terwijl je zo veel kunt leren van een taboe. Waar het pijn doet, ligt een vooroordeel, een misstand of een conflict, dat nodig aangepakt moet worden. n
TRANS 3
ACTUEEL IN HET NETWERK Afronden nieuwbouw GGZ Haagstreek Zoetermeer Op 3 juli verhuizen de laatste cliënten naar twee nieuwe cliëntverblijven aan de Van Ruytenburghlaan te Leidschendam. Hiermee is het nieuwbouwproject bij de ggzinstelling, afgerond. Het gaat om huisvesting van cliënten die langerdurend behandeld worden. Per gebouw komen er achttien appartementen. Daarvan zijn er twaalf op de begane grond. Deze krijgen een gemeenschappelijke woon/eetkamer, maar hebben wel een eigen slaap/zitruimte en sanitair. De zes appartementen op de eerste verdieping hebben een eigen voordeur, keukentje, sanitair, slaap/zitruimte en zelfs een dakterras. Zo komen de verschillende niveaus van zelfstandigheid die bereikt worden in het herstelproces, tot uitdrukking in de woonvoorziening.
Start ontmoetingscentrum dementie Het nieuwe ontmoetingscentrum biedt ondersteuning aan mensen met een lichte of matige vorm van dementie én hun mantelzorger. Vanaf de “niet pluis”-fase totdat het dementieproces zover is gevorderd dat zelfstandig wonen niet meer mogelijk is. Mensen met dementie kunnen niet alleen deelnemen aan allerlei (re)creatieve activiteiten, zoals geheugentraining, sport en spel, maar kunnen hier ook terecht voor een goed gesprek en een luisterend oor. Voor de mantelzorgers zijn er informatiebijeenkomsten, gespreksgroepen, sociale activiteiten en hulpverleningsmogelijkheden. Het ontmoetingscentrum is gevestigd in het centrum Carel van den Oever, Schrijnwerkersgaarde 3, in Den Haag. Het centrum is open op dinsdag en woensdag van 10.00 - 15.30 uur. Geïnteresseerden kunnen vrijblijvend een kopje koffie komen drinken of een of meerdere dagen meedoen om kennis te maken en te kijken of het bevalt. Het ontmoetingscentrum is een samenwerking tussen CATO (Centrum Carel van den Oever), stichting MOOI en PEP. Meer informatie via de coördinator, Henny Pottjegort
[email protected] Telefoon: 070 – 3295441 (di, wo, do)
TRANS 4
Nieuw Martha Flora huis in Den Haag Martha Flora en Bronovo Nebo openen 1 november een uniek privaat verpleeghuis voor oudere mensen met dementie in Den Haag. Martha Flora biedt de bewoners een warm welkom. Zij geeft de allerbeste zorg voor een geliefde partner, vader of moeder met dementie als het thuis niet meer gaat. Elke bewoner krijgt daadwerkelijk persoonlijke aandacht en de familie hoort er helemaal bij. Ervaren, streng geselecteerde en kundige medewerkers geven professionele en liefdevolle zorg. Martha Flora leidt hen op en coacht hen voortdurend. Medewerkers hebben echt de tijd, de ruimte en de kennis om een zo goed mogelijke relatie met de bewoners en hun dierbaren aan te gaan. Zij zijn de sleutel tot de allerbeste zorg. Het Martha Flora huis bezit twee Meanders: unieke, beschermde samenlevingen, bestaand uit gemeenschappelijke en prikkelend ingerichte ruimten met verschillende functies, een verschillende sfeer en een verschillend prikkelaanbod. www.marthaflora.nl; 020 – 820 11 89
Taskforce Mantelzorg Den Haag Het project ‘Taskforce Mantelzorg: Bereiken en ondersteunen van mantelzorgers in Den Haag’ is medio 2012 gestart. Professionals van diverse Haagse zorg- en welzijnsorganisaties hebben extra begeleidingsuren gekregen om de (over)belaste mantelzorger te ondersteunen. Inmiddels zijn ruim 800 mantelzorgers bereikt. Mantelzorgers blijken vooral behoefte te hebben aan een luiste-
ACTUEEL IN HET NETWERK
Foto ter beschikking gesteld door Saffier De Residentie
Appeltje van Oranje voor Saffier De Residentie
De Generatietuin, gelegen bij de herenhuizen van Royal Rustique aan de Rusthoekstraat in Den Haag, heeft een prachtige prijs gewonnen. Saffier De Residentiegroep heeft in samenwerking met kinderopvang 2Samen hiervoor een Appeltje van Oranje ontvangen. Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander en Hare Majesteit Koningin Máxima, beschermpaar van het Oranje Fonds, reikten de prijs 16 mei officieel uit in het Koninklijk Paleis Amsterdam. ‘De Generatietuin is een heel goed voorbeeld van het verbinden van generaties’, zo oordeelde het Oranje Fonds. Kwetsbare ouderen en kinderen van de buitenschoolse opvang in de leeftijd van 4-10 ontmoeten elkaar daar op natuurlijke wijze en werken met elkaar samen.’
rend oor, informatie en advies. Ze zijn gebaat bij het delen van hun ervaringen en zorgen. Professionals inventariseren en analyseren hun wensen en ondersteuningsbehoeften, grijpen eventueel in en kunnen mantelzorger en zorgvrager begeleiden naar passende (respijt)voorzieningen. Mantelzorgers kunnen zich direct aanmelden voor een begeleidingsgesprek via PEP: 070 302 44 44 of via
[email protected]. Meer informatie bij Karin Klein,
[email protected].
Veel waardering voor Stichting Terminale Zorg door Vrijwilligers Ter gelegenheid van de troonswisseling startte het Oranje Fonds begin dit jaar een zoektocht naar de mooiste sociale initiatieven. Wat kwam er in aanmerking voor een Kroonappel? Drie soorten initiatieven konden meedingen naar de Kroonappels. In de categorie Buurt zocht het Oranje Fonds initiatieven die iets bijzonders betekenen voor buurt, dorp of wijk. In de categorie Jeugd ging het om initiatieven die jongeren meer en betere kansen bieden. Initiatieven waar “Elkaar helpen” centraal staat, vielen in de categorie Helpende Hand. Maar liefst 142,827 mensen brachten online hun stem uit op hun favoriete initiatief in hun gemeente. Stichting Terminale Zorg is als winnaar uit de bus gekomen van deze gemeentelijke stemronde. De Hagenaars kozen de stichting tot het mooiste sociale initiatief in de categorie Helpende hand. De Stichting Terminale Zorg door Vrijwilligers (www.terminalezorg.nl) is er voor hulp in de laatste levensfase. Wordt de verzorging thuis van een ziek familielid of geliefde in hun laatste levensfase te zwaar, dan kan iemand gratis de steun inroepen van de vrijwilligers van de Stichting. Op 18 april 2013 presenteerden alle zestig finalisten zich aan elkaar en aan de jury. De jury koos de drie winnaars van de Oranje Fonds Kroonappels. Helaas zat de Stichting daar niet bij. Maar als finalist ontving ze naast grote waardering ook een cheque ter waarde van €2.500,- om het goede werk mee voort te kunnen zetten.
TRANS 5
‘Wij kijken over de horizon, onderzoeken wat er op ons afkomt en hoe de samenleving zich daarop kan voorbereiden.’
Foto: Arnaud Roelofsz
INTERVIEW
TRANS 6
INTERVIEW NeTWeRKTHeMA
Taboes in de zorg
‘Geld is het grootste taboe’ Ze noemen zichzelf “richtingaanwijzers”. Theo Hooghiemstra is directeur van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) en Marieke ten Have is senior adviseur van het Centrum voor ethiek en gezondheid ( CEG) en de RVZ. De RVZ is een onafhankelijke denktank die de minister van VWS en de Tweede Kamer gevraagd en ongevraagd strategische adviezen geeft over ontwikkelingen in de volksgezondheid en de gezondheidszorg. Als onderdeel van de RVZ en de Gezondheidsraad signaleert het CEG vroegtijdig ethische kwesties die hiermee samenhangen. Een gesprek over taboes in de zorg en de omgang daarmee.
MARIEKE KEUR, TRANS
Onverwacht gevoelig Taboes zijn zaken waar mensen niet over willen of kunnen praten. Een taboe heeft soms te maken met sociale conventies: je mag er niet over praten, omdat dat (te) pijnlijk is voor de omgeving of een samenleving. Maar wat de een taboe vindt, hoeft dat nog niet voor een ander te zijn. Je hebt immers heel veel verschillende groepen in de samenleving die iets op hun eigen manier ervaren en beoordelen. De RVZ onderzoekt en rapporteert over
de samenleving logen er niet om: dat was asociaal, bij het fascistische af. ‘We zijn zo’n rijk land. Zo gaan we toch niet met onze ouderen om?!’
Felle reacties goed teken Het CEG onderzoekt dit soort ethische vragen: wat zijn de argumenten voor en tegen? Dat onderzoek wordt vastgelegd in signalementen voor kabinet en parlement. Marieke ten Have: ‘Als de reacties uit de samenleving zo fel zijn, kan dat
Samenleving eist transparantie toekomstige ontwikkelingen in de zorg en gooit daarbij vaak de spreekwoordelijke ‘stenen in de vijver’. De rust wordt bruut verstoord en soms komen daardoor opeens taboes aan het licht. Theo Hooghiemstra: ‘Toen wij in 2012 ons advies Redzaam ouder uitbrachten, liepen we tegen zo’n maatschappelijk taboe op. We stelden daarin dat in de langdurige complexe ouderenzorg mensen veel meer op zichzelf en hun omgeving teruggeworpen zouden worden, dat mensen veel meer zelf zouden moeten oplossen. De reacties uit de politiek en
betekenen dat daar een groot moreel dilemma of taboe achter zit. Om tot een verantwoord beleid te komen moet je deze in kaart brengen, een discussie daarover voeren en de argumenten verzamelen. Pas dan kun je verder.’
Transparantie moet Nu de zorgkosten enorm stijgen onder druk van de vergrijzing, moeten er nieuwe keuzes in de zorg gemaakt worden. Er is eenvoudig niet genoeg geld om op dezelfde voet door te gaan. Vragen waar het geld heen gaat, wie wat waaraan verdient  TRANS 7
en of dat eigenlijk wel wenselijk is, worden steeds dwingender gesteld. Theo Hooghiemstra: ‘De samenleving eist transparantie waar die nog niet is. We weten vaak niet eens waar het geld naar toe gaat. De inkomens van verzekeraars, van artsen, de winsten van de farmacie, onnodig dure behandelingen: men zwijgt erover. Geld is nog steeds het grootste taboe. We willen het ondoorzichtige DBC-systeem bespreekbaar maken én het verrekensysteem van de verzekeraars. We willen af van DBC’s die sturen op aantallen verrichtingen. Daardoor krijg je meer verrichtingen, meer kosten, zonder de gewenste gezondheidswinst. Het recente debat over zorgfraude past ook in deze nieuwe roep om transparantie.’
Angst is
een slechte
raadgever
RVZ publiceert adviezen en CEG signalementen.
TRANS 8
Grenzen aan solidariteit Ook solidariteit is een dwingend thema geworden: aan wie wordt het geld uitgegeven? Vorig jaar laaide de discussie op over de extreem hoge kosten voor de medicijnen tegen de ziekten van Pompe en Fabry. Moet je die dure medicijnen wel vergoeden en afzien van bijvoorbeeld preventief vaccineren van pasgeborenen tegen pneumokokken, zoals tot voor kort werd gedaan? Onderzoek wijst uit dat daardoor duizenden baby’s onnodig heel erg ziek werden en een aantal van hen zelfs overleed. Theo Hooghiemstra: ‘Die Pompe- en Fabry-patiënten zie je op de televisie. Dat heeft meer impact dan preventie, want beeld appelleert direct aan gevoel. De kans dat een baby ziek wordt, is makkelijker te ontkennen. Dat zie je pas later. Maar dat is
niet de manier om zo’n discussie te voeren. Dat moet je onderzoeken en transparant maken.’
Dilemma’s Zorgprofessionals willen goede zorg verlenen, maar doordat er minder geld beschikbaar is komen zij soms voor pijnlijke keuzes te staan. Marieke ten Have: ‘Hoe verleen je goede zorg bij een (te) krappe indicatie? Geef je mevrouw Jansen wat minder tijd dan waar zij volgens de indicatie recht op heeft, omdat mijnheer Pietersen een slechte dag heeft en wat meer aandacht nodig heeft? Dit zijn de grote dilemma’s in de verpleging en verzorging die wij zijn tegengekomen. We worden ook wel eens gebeld met individuele vragen van de werkvloer over bijvoorbeeld wat te doen bij dief-
Foto: Arnaud Roelofsz
NeTWeRKTHeMA
INTERVIEW
ONDERTUSSEN OP HET WEB stal, de verdenking van mishandeling, of verslaving van zorgmedewerkers aan medicijnen. Voor ons zijn dat geen taboes maar voorbeelden van wangedrag, die in het strafrecht thuishoren. We zullen daar dan ook niet over adviseren.’
Weerstand tegen verandering De kwaliteit van de zorg staat ook ter discussie. Een nieuw taboe is dat van de concentratie van complexe zorg. Theo Hooghiemstra: ‘Onlangs is Michel Wou-
Theo en Marieke hier tegenaan? Theo Hooghiemstra: ‘Angst is een slechte raadgever. Het is waar dat er weinig tolerantie is voor fouten, of het nu om medische missers gaat in de ziekenhuizen of misstanden in de ouderen- of gehandicaptenzorg. Maar fouten maken we allemaal. Door daar open over te zijn kun je ze in de toekomst misschien voorkomen.’ Marieke ten Have vult aan: ‘Praten is het begin van een oplossing. Een voorbeeld komt uit de ouderenzorg.
Fouten maken we allemaal ters, chirurg in het Antoni van Leeuwenhoek en onderzoeker in het Leids Universitair Medisch Centrum, gepromoveerd op onderzoek in de regio ZuidHolland naar chirurgisch-oncologische zorg. Daaruit blijkt dat ziekenhuizen die vaker specialistische operaties uitvoeren, veel beter scoren dan ziekenhuizen die dezelfde operatie minder vaak verrichten. Deze bevindingen komen overeen met ons eerdere advies om complexe zorg (operaties) te concentreren in een beperkt aantal ziekenhuizen. Daar is veel weerstand tegen. Patiënten moeten gaan reizen, kunnen niet meer bij hun ‘eigen’ ziekenhuis terecht. Misschien moet dat zelfs sluiten. Maar als de zorg elders nu veel beter is? Soms moet je mensen tegen zichzelf beschermen, ook al vinden ze dat niet leuk.’
Slechte pers De veranderingen in de zorg volgen elkaar snel op. Oude structuren blijken hoognodig aan vervanging toe. Maar de vernieuwing gaat niet zonder problemen. De sector komt daardoor regelmatig negatief in het nieuws. Hoe kijken
Daar is een nieuwe groep opgestaan die hulp en ondersteuning wil en kan bieden. Het zijn jonge ouderen, verenigd in ouderenorganisaties. Niemand had er tot nu toe aan gedacht hen te benaderen.’ n
In het artikel wordt verwezen naar onderstaande publicaties. Deze zijn te vinden op www.rvz.net en www.ceg.nl Redzaam ouder, Zorg voor niet-redzame ouderen vraagt om voorzorg van iedereen, RVZ 2012. Het belang van wederkerigheid… solidariteit gaat niet vanzelf!, RVZ, 2013. Dilemma’s van verpleegkundigen en verzorgenden, CEG 2009.
Zorgethiek.nu Hoeveel ruimte geef je iemand die doodziek is, om te sterven? Hoe ga je om met een jongeman met een lichte verstandelijke handicap die volgens zijn omgeving te veel geld uitgeeft aan krasloten? Hoe ga je om met een mijnheer in een verpleeghuis die weigert incontinentiemateriaal te gebruiken, terwijl zijn omgeving gebukt gaat onder zijn stank? Dit zijn slechts drie voorbeelden van casussen die op www.zorgethiek.nu beschreven worden. Er zijn er nog veel meer, zeer herkenbaar en uit het leven gegrepen van allerlei zorgprofessionals. Zorgethiek.nu gaat in op morele dilemma’s en taboes die op de werkvloer leven. Na een heldere uiteenzetting worden oplossingsrichtingen aangeboden. Zorgethiek.nu heeft als motto: ‘Understanding care’. Dit is ten gunste van de zorgprofessionals en de mensen met wie zij dagelijks van doen hebben. Volgens één definitie is zorgethiek een systematische bezinning op wat goed en verantwoord handelen in de zorg inhoudt. Zorgethiek.nu is een initiatief van de vakgroep Zorgethiek van Tilburg University. Deze vakgroep is inmiddels verhuisd naar de Universiteit van Humanistiek in Utrecht. De redactie bestaat uit wetenschappers, onderzoekers en (oud)studenten. Een aanrader!
Medisch-specialistische zorg in 20/20, Dichtbij en ver weg, RVZ 2011.
(Marieke Keur, TranS)
TRANS 9
NeTWeRKTHeMA
Zorgen volgens de Koran
‘Een geloof moet je eigen maken’ Een mannelijke patiënt wassen, een man de hand schudden, alcohol schenken. Taken die voor ieder ander vanzelfsprekend zijn, zijn voor Laila Aghmich, leerling Verzorgende IG bij WZH Waterhof, zaken om over na te denken. Hoe kun je je werk doen, als sommige kanten ervan indruisen tegen leven volgens de Koran?
COMMUNICATIE WOONZORGCENTRA HAAGLANDEN (WZH)
Mannen wassen
Advies van de imam Toch vond Laila het op een gegeven moment fijn om met de imam te gaan praten, nadat ze privé commentaar kreeg op haar werkzaamheden. ‘Ik had behoefte aan duidelijkheid. De imam heeft verteld dat ik mannelijke bewoners mag wassen als zij het zelf niet meer kunnen of er niet bij kunnen. En zolang ik er geen onbehoorlijke gedachten bij krijg.’ Haar werk is natuurlijk meer dan bewoTRANS 10
ners wassen. Hoe zit het bijvoorbeeld met alcohol? ‘Het is voor mij eigenlijk verboden om alcohol te schenken, maar ik doe het toch. Ik drink het niet zelf!’ Ook mannelijke bewoners een hand geven vindt Laila geen punt. ‘In grote lijnen probeer ik volgens de Koran te leven, maar in de kleine dingen probeer ik het geloof ook meer eigen te maken en in te passen in mijn leven.’
Foto ter beschikking gesteld door WZH
Zorgen zit in Laila’s bloed. Als klein meisje legde ze al haar poppetjes op een doek (“het ziekenhuis”) en zorgde er met veel liefde voor. De keuze voor een studie in de zorg was dan ook snel gemaakt, al had ze bij aanvang wat reserveringen. ‘Ik heb tijdens mijn intakegesprek op school gezegd dat ik echt geen mannen ga wassen’, glimlacht Laila. Inmiddels zijn er heel wat mannelijke bewoners door haar verzorgd. ‘Het was eigenlijk meer het idee dat ik eng vond, dan dat ik echt bezwaren had.’
Hoofddoek De hoofddoek draagt Laila pas sinds twee jaar, toen ze zich er na verdieping in de islam klaar voor voelde. ‘Ik was wel wat bang voor de opmerkingen’, vertelt de tweedejaars leerlinge. ‘Tot die tijd had ik alle kapsels en haarkleuren gehad. Iedereen kende me als een vlot, spontaan meisje, ik was bang dat dit zou veranderen.’ Maar de opmerkingen vielen mee. ‘Ik heb eigenlijk geen commentaar gehad, behalve een keer een bewoner die vroeg of een hoofddoek niet te warm was binnen’, grapt Laila. n
www.wzh.nl Daarop staat een video over diversiteit, waarin Laila Aghmich aan het woord komt.
NeTWeRKTHeMA
Waarom is aanspreken op gedrag zo moeilijk?
Professionaliteit is verantwoordelijk gedrag Een collega aanspreken op zijn gedrag is voor veel zorgmedewerkers moeilijk. Je benoemt iets in iemands gedrag wat je opvalt of waar je je aan stoort. Maar daar gaat de ander toch zelf over, het is toch zijn of haar eigen verantwoordelijkheid - of niet? Wat betekent wel of niet aanspreken voor je eigen professionaliteit? EDDY LIEFERINK, FLORENCE
Als je iemand iets ziet doen waarvan je weet: zo hebben we het niet afgesproken. Wat doe je dan? Veel zorgprofessionals laten het afhangen van de consequenties. Als die niet direct schadelijk zijn, laten ze het liever passeren dan dat ze er een punt van maken. Maar laten we het eens omdraaien. Je bent de cliënt/patiënt. Hoe zou je het vinden als iemand de regels negeert? Accepteer je dat? En als het nadelige gevolgen voor je heeft, houd je dan nog steeds je mond stijf dicht? Het is op zijn zachtst gezegd verwonderlijk dat professionals zo veel van elkaar door de vingers zien. Iedereen kent het fenomeen. Natuurlijk heeft het met rangen en standen te maken. Iemand met een lagere opleiding zal schroom voelen om een hoger opgeleide aan te spreken op zijn gedrag. Maar kan iemand die hoog opgeleid is, geen fouten maken?
Aanspreken op gedrag is een voorwaarde voor goede zorg
Foto: Studio Oostrum
Schroom
staan’: dit is een observatie, geen oordeel. De aangesprokene kan het moeilijk ontkennen. De verwijzing naar het protocol is neutraal. Je laat iemand in zijn waarde. Hij doet zijn ring af en daarmee is de kous af.
Geef geen oordeel Aanspreken op gedrag is een voorwaarde voor goede zorg. Alleen als dat kan, kan de zorg werkelijk verbeteren. Aanspreken werkt naar twee kanten: het daadwerkelijke aanspreken en het ontvangen van de reactie. Het aanspreken kán oordeelvrij op voorwaarde dat iemand zorgvuldig formuleert. ‘Ik zie dat je ringen draagt. Volgens het protocol is dat niet toege-
Eigenaarschap en verantwoordelijk gedrag Binnen Florence is eigenaarschap sterk in opkomst. Als je je eigenaar van iets voelt, draag je er verantwoordelijkheid voor. Jij bent verantwoordelijk voor het resultaat van je werk – niemand anders. Veiligheid ontstaat door verantwoordelijk gedrag. Gedrag vanuit de overtuiging dat wat je doet op dat moment de best denkbare werkwijze is. Die werkwijze is uitgebreid getoetst en vormt dus het uitgangspunt voor je handelen. Dat is professionaliteit en als een ander daarvan afwijkt, mag je hem daarop aanspreken. n TRANS 11
NeTWeRKTHeMA
Het stigma van de psychiatrie
Psychiatrische patiënten op een Over een psychiatrische aandoening praat je niet. Patiënten weten maar al te goed hoe de wereld over hen denkt. Het is eng als iemand je vertelt dat hij in behandeling is bij een ggz-instelling of, erger nog, is opgenomen. Dan moet diegene wel onevenwichtig, vreemd en vooral gevaarlijk zijn. Een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij, dat wordt al helemaal niet van zo iemand verwacht. Maar de werkelijkheid is ingewikkelder. JOHAN DEN DULK EN ERICA HOLTHEIJER, PARNASSIA Geweld Op de psychiatrie rust een taboe dat tot misvattingen en stigmatisering leidt. Psychiatrische patiënten zouden gevaarlijk en gewelddadig zijn. Maar dat beeld klopt niet. Onderzoek wijst uit dat mensen met een psychiatrisch probleem twee tot vier keer vaker slachtoffer zijn van geweld dan de gemiddelde Nederlander. Wie is hier nou gewelddadig? Parnassia spant zich continu in om dit soort taboes te doorbreken. Een nieuwe locatie openen stuit in eerste instantie altijd op onrust in de buurt. Dat overkwam ons ook weer bij de start van Pluk!, een nieuw project.
Pluk! Dit is de nieuwe naam van een voormalige stadsboerderij – Hoeve Bijdorp, aan de rand van Loosduinen. De gemeente Den Haag droeg vorig jaar het beheer ervan over aan een samenwerkingsverband tussen Parnassia, Team Terra (deskundig op het terrein van de ecologie), de REAKT groep (gespecialiseerd in dagbesteding voor psychiatrische patiënten), en het Zuid-Hollands Landschap. Een team ging direct aan de slag met de vernieuTRANS 12
wing. Het complex, inclusief de heemtuin, kreeg een nieuwe naam: Pluk! Begin juni is het feestelijk heropend door de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen. Er werken dagelijks zo’n 25 mensen met een ggz-handicap tegen een onkostenvergoeding. Zij komen overal vandaan: sommigen wonen op slechts 10 minuten lopen, anderen reizen een half uur vanuit de stad. Ze runnen de kinderboerderij, verzorgen de moestuin en draaien de winkel en de lunchroom.
PLUK ! Een plek waar taboes verleppen
Zinvolle dagbesteding Ondanks hun problemen toont het werk van de patiënten aan dat er voor hen volop mogelijkheden zijn om te participeren en genieten van de contacten met de bezoekers. De werkers weten dat hun aanwezigheid ertoe doet en voelen zich verantwoordelijk voor hun taken. Of het nou gaat om de dieren verzorgen, de heemtuin onderhouden, in de pluktuin groenten en bloemen telen, bezoekers ontvangen en in de lunchroom van een versnapering voorzien: het geeft voldoening. Die verantwoordelijkheid biedt hun de kans om te laten zien wie ze zijn en waar hun talenten
De relatie tussen psychiatrische patiënten e
stadsboerderij Reacties uit de buurt
Foto's ter beschikking gesteld door Parnassia
en de maatschappij is vaak moeizaam
liggen. Dit bevordert hun herstel en helpt bij een actieve rol (blijven) spelen in de maatschappij.
Een deel van de buurt was aanvankelijk niet erg enthousiast over de nieuwe bestemming van de stadsboerderij. Mensen maakten zich zorgen of ze hun kinderen er wel veilig naar toe konden sturen. Parnassia heeft veel gesprekken gevoerd over deze zorgen met wijkvertegenwoordigers en omwonenden. Velen hebben inmiddels kennisgemaakt met Pluk! en een eerste voorzichtig bezoek gebracht. De dialoog aangaan en een kijkje in de keuken nemen werken heel positief. Pluk! groeit zo uit tot een ontmoetingsplek waar psychiatrie en buurt steeds dichter tot elkaar komen. De variatie aan bezoekers is groot: ouders met kinderen, opa’s en oma’s met kleinkinderen, middelbare scholieren die een maatschappelijke stage volgen. Regelmatig komen er schoolklassen om natuurlessen te volgen. Bezoekers verbazen zich over de geweldige zelfgemaakte appeltaart of broodjes, en zijn enthousiast over de prachtig aangelegde tuinen. Het is goed toeven daar. Kom een kijkje nemen! n
Paul van Rooij, directeur van GGZ Nederland Misverstand: mensen die in een ggz-instelling belanden zijn eng ‘Mensen worden niet voor niets in de ggz behandeld. Ze zijn er terecht gekomen na een doorverwijzing van bijvoorbeeld een huisarts. Het gaat om meer mensen dan je denkt: ieder jaar wordt er een miljoen mensen in Nederland psychiatrisch behandeld. 42,7 Procent van de Nederlanders heeft ooit te maken gehad of heeft te maken met psychische klachten in welke vorm dan ook, zowel zware, chronische als lichte klachten. In de toptien van ziekten met de grootste ziektelast vallen vier daarvan onder psychische stoornissen: angststoornissen, depressie, alcoholverslaving en dementie. Is dat eng? We zien het overal om ons heen. Want het zijn onze vrienden, familieleden, of u en ik.’ Lees verder op: http://www.ggznederland.nl/ actueel/nieuws-lijsten/publiek-nieuws/tienmisverstanden-over-de-ggz-en-waarom-zeniet-kloppen.html?jaar=2013 www.plukdenhaag.nl.
TRANS 13
NeTWeRKTHeMA
Seksuele dienstverlening, een taboe?
Bij veel mensen die worden opgenomen in een zorginstelling, is er schroom om te praten over hun seksualiteit. Die schroom leeft echter ook bij zorgprofessionals. Terwijl seksuele behoeften er ondertussen wel degelijk zijn. Hoe ga je daarmee om? Een casus uit de ouderenzorg.
LENY VAN DER VLIET, STICHTING EYKENBURG
Blos Patricia van Leeuwen, verpleegkundige bij Stichting Eykenburg, vertelt: ‘Een aspirant-bewoner vroeg me naar de mogelijkheden voor seksuele dienstverlening tijdens een opnamegesprek. Deze man had totaal geen last van gêne. Hij vertelde dat hij gewend was om eenmaal per maand een dame thuis te ontvangen en vroeg mij of dit binnen Stichting Eykenburg was toegestaan. Dit was Seks en intimiteit de eerste keer dat deze vraag horen bij mij zo direct gesteld werd en ik kreeg dan ook een flinke een gezond leven blos op mijn wangen.’
Seksualiteit moet een vast onderwerp worden tijdens het opnamegesprek
Seksuele dienstverlening komt niet vaak voor binnen Stichting Eykenburg. ‘We staan ervoor open, maar dat betekent nog niet dat er veel vraag naar is’, zegt Patricia. ‘Seksualiteit moet een vast onderwerp worden tijdens het opnamegesprek. Wanneer er een behoefte is, kunnen we meteen aangeven waar de cliënt terecht kan. Seks en intimiteit horen immers bij een gezond leven.‘
Seksverzorgende Wanneer iemand wordt opgenomen in een zorginstelling, betekent dat meestal dat de mogelijkheid tot seksueel verkeer niet meer vanzelfsprekend is. Een cliënt kan dan besluiten contact te leggen met een organisatie die “seksverzorgenden” in dienst heeft. Na aanmelding volgt er een intakegesprek met een kantoormedewerker, waarin alle wensen van de cliënt besproken worden. De volgende stap is dat de cliënt en een seksverzorgende elkaar ontmoeten. Wanneer het klikt wordt er een afspraak gemaakt. Aan deze intieme zorg, zoals deze wordt genoemd, zijn uiteraard kosten verbonden. Zie www.flekszorg.nl Bovengenoemde bewoner had verder geen hulp nodig bij het regelen van zijn seksuele dienstverlening. Cliënten die minder mondig zijn, kunnen we hierin ondersteunen. n
Discretie vereist Gelukkig was Patricia goed op de hoogte van de visie van Stichting Eykenburg en kon daarom positief reageren. Cliënten mogen iedereen in hun appartement ontvangen. Medewerkers weten dat de privacy van de bewoners gerespecteerd moet worden. In dit geval stelt dit hoge eisen aan hun discretie. TRANS 14
Nieuwe training “Specialist intimiteit en seksualiteit” Rutgers WPF heeft samen met NZCO (Nationaal Zorg College) een training ontwikkeld om verpleegkundigen en verzorgenden te helpen omgaan met vragen over seksualiteit. Deze training wordt waarschijnlijk dit najaar toegevoegd aan het reguliere aanbod. Zie www.rutgerswpf.nl
Foto: Sjaak Doeleman
Gewoon doen!
NeTWeRKTHeMA
Humanitas Woonzorgplus een homovriendelijke organisatie
Zes procent van de bevolking heeft homo-, biseksuele of lesbische gevoelens. Dat geldt ook voor mensen boven de vijftig. Maar zorgprofessionals en –managers denken vaak dat roze ouderen niet in hun instelling wonen. Een deel van hen heeft tijdens hun leven geleerd hun ware geaardheid verborgen te houden. Tonen ze die wel, dan lopen ze het risico buitengesloten of gepest te worden door hun omgeving. Wijndaelercentrum, een van de locaties van Humanitas Woonzorgplus Den Haag, heeft speciale aandacht voor deze groep en is daar onlangs voor onderscheiden met de Roze Loper.
PAM HOBBELMAN, DIRECTEUR ZORG EN WELZIJN, HUMANITAS WOONZORGPLUS Wezenlijk contact Humanitas Woonzorgplus heeft als kernwaarden: Identiteit, Kwaliteit, Humane waarden en Menselijke maat. Wijndaelercentrum vertaalt deze waarden vanuit de humanistische identiteit in het uitgangspunt van de zelfbeschikking van onze bewoners, cliënten en
werkgroep ‘Roze ouderen’ ingesteld. De werkgroep geeft voorlichting en organiseert activiteiten. Zo is er in Wijndaelercentrum een foto-expositie over roze ouderen geweest. Ook geeft de werkgroep onderricht aan het personeel over de achtergrond van homoseksuele ouderen. Dat vroeger het taboe op ho-
Openstaan voor verschillende leefstijlen medewerkers, en in zorg voor elkaar. Dat betekent dat wij openstaan voor verschillende leefstijlen. We willen wezenlijk contact maken met cliënten, zodat zij zich veilig, vertrouwd en geaccepteerd voelen.
Onbekend maakt onbemind De locatie Wijndaelercentrum heeft vanuit die waarden speciale aandacht voor roze ouderen en daarom een
moseksualiteit zo groot was dat sommigen hun situatie niet onder ogen durfden te zien en bezweken voor de sociale druk en toch maar voor het huwelijk kozen. Anderen onderkenden hun seksuele geaardheid wel, maar bleven zwijgen om hun baan, de relaties thuis en hun sociale en eventueel kerkelijke contacten niet op het spel te zetten. Kortom: velen leidden een verborgen leven, verstopten hun echte
Locatiemanager en lid cliëntenraad Wijndaelercentrum
Foto ter beschikking gesteld door Humanitas Woonzorgplus
Roze ouderen welkom in Wijndaelercentrum
gevoelens en leefden daardoor in betrekkelijke eenzaamheid.
Roze Loper De werkgroep heeft zich voorbereid op het behalen van de Roze Loper. Dit is een Kiwa keurmerk dat uitgereikt wordt aan homovriendelijke organisaties. De ouderenbond ANBO, COC Nederland, Movisie en Vilans hebben dit keurmerk ontwikkeld. Humanitas Woonzorgplus Den Haag is er trots op dat locatie Wijndaelercentrum op 16 mei de Roze Loper heeft gekregen. Het is een bevestiging dat elke bewoner, cliënt en medewerker die zich kan vinden in de humanistische identiteit, welkom is en zich welkom zal voelen in Wijndaelercentrum. n TRANS 15
NeTWeRKTHeMA
Het stigma voorbij
Hoe voetbal verbroedert Bij de Stichting Anton Constandse staat meedoen in de maatschappij hoog in het vaandel. Stigma’s over onze doelgroep, mensen met een psychiatrische diagnose, staan participatie in de weg. Toch zetten wij ons daar op allerlei manieren voor in. Daarbij proberen wij de talenten van bewoners/cliënten maximaal te ontplooien. Sport is een van die manieren. Voetbal, om precies te zijn. De stichting heeft inmiddels twee voetbalelftallen, waarin het voetbal en bewegen centraal staan. Iedereen mag meedoen, ongeacht diagnose of geslacht.
Foto's ter beschikking gesteld door Stichting Anton Constandse
MARIO SCHEPER EN IAN PLUG, STICHTING ANTON CONSTANDSE
TRANS 16
GGZ-cliënten en “gezonde” mensen spelen in een reguliere competitie
Scheveningen 5 Een team zoals je er honderden hebt in Nederland: Scheveningen 5. Of misschien toch niet? ‘Enerzijds zijn wij een normaal team. We zijn allemaal jongeren die het geweldig vinden om op zaterdag lekker te voetballen’, zegt activiteitenbegeleider Mario Kok. ‘Anderzijds zijn we bijzonder. In het team zitten een paar jongens met een psychiatrische diagnose. Zulke jongens spelen doorgaans niet in een “gewoon” elftal. Maar bij ons geldt:
Gewoon lekker voetballen bij een club geen aparte competitie of andere regels, gewoon lekker voetballen bij een club.’ Er wordt al langer gevoetbald bij de stichting. Vroeger gebeurde dit vooral op een veldje of ergens op een plein met bewoners en medewerkers onder elkaar. Een paar jaar geleden rees de vraag of er niet eens in clubverband kon worden gespeeld. Mario ging hiermee aan de slag en kwam uit bij voetbalvereniging SVV Scheveningen. Met steun van het verenigingsbestuur werd Scheveningen 5 geboren, dat als elftal in de reguliere competitie kon deelnemen. Het team bestaat niet alleen voor mensen van de Stichting Anton Constandse. Iedereen kan zich inschrijven in het elftal, “normaal” of “met rugzakje”. Voor de buitenwacht zijn zij ook niet bijzonder. In het veld is de psychiatrische diagnose niet zichtbaar. Mario: ‘Van iedereen verwachten we inzet en discipline. Alleen wordt waar nodig wat bijgestuurd.’
In het veld is de psychiatrische diagnose niet zichtbaar
chische problemen hebt, iets meer of iets minder weegt, of je het goed kan of niet: in ons team is iedereen gelijk. Het is fijn om te zien dat het tegen een bal aantrappen en genieten van het rondrennen over het veld kan verbroederen. Het is het stigma voorbij. Wat wij willen zeggen is: Ja, we zijn vrouwen en ja, sommige teamleden hebben af en toe wat ondersteuning nodig. Maar wij staan samen op het veld en hebben het naar ons zin!’
Dameselftal
Kwartiermakerscup
Vrouwen en voetbal: dat roept vaak reacties op. Er wordt wat gegniffeld: vrouwen hebben geen verstand van voetbal, ze weten niet eens wat buitenspel is en voetballen kunnen zij al helemaal niet. - Toch? Maar waarom eigenlijk niet? Vooruit, vrouwenvoetbal is minder populair en misschien weten veel vrouwen niet zo veel van voetbal als mannen. Maar voetbal kan ook gaan om het genieten van sport, beweging, een uitlaatklep hebben als de dag even tegen zit en in teamverband lachen met elkaar! Het blijkt dat voetbal onder vrouwen steeds populairder wordt. Volgens de KNVB is voetbal zelfs de snelst groeiende sport onder vrouwen en meisjes. Twee voetbalminnende begeleidsters van de Stichting Anton Constandse, Roxanna Lefèbre en Laura Sanders, hebben daarom begin dit jaar een vrouwenvoetbalteam opgericht voor bewoonsters en begeleidsters. Roxanna: ‘”Wij vrouwen” trekken ons blijkbaar minder aan van de vooroordelen die over vrouwen en voetbal heersen. Dat is iets waar wij als Stichting Anton Constandse zeker voor willen staan! Of je begeleider bent of bewoner, of je psy-
De voetbalvrouwen trainen op dit mo-
ment eens in de twee weken. Binnenkort bekijken zij de mogelijkheid om bij een voetbalclub in Den Haag een “officieel” team te vormen. In oktober dit jaar doen zij voor de tweede keer mee met de Kwartiermakerscup, een landelijk toernooi tussen teams van allerlei ggz-instellingen, bestaande uit begeleiding en bewoners. Roxanna vertelt: ‘Tja… we kregen te horen dat we tot nu toe het enige damesteam zijn dat zich heeft aangemeld, maar wij hopen dat wij door onze deelname andere vrouwenteams ook kunnen inspireren om mee te doen!’ n
We hebben nog plek! We zijn nog steeds op zoek naar nieuwe teamleden: dames van buiten de Stichting Anton Constandse zijn van harte welkom! Interesse? Mail naar:
[email protected] of
[email protected]
Laura en Roxanna met de aanmoedigingsprijs ‘Enig vrouwelijk team’ van de Kwartiermakerscup
TRANS 17
NeTWeRKTHeMA
Wat nog gedaan moet worden
Christelijke zorg en keuzes rond het levenseinde Cardia zet zich op grond van haar christelijke identiteit in voor bescherming van het leven van haar cliënten. Er kan echter een spanningsveld bestaan tussen organisatie en cliënten rond de vraag over verlenging of bekorting van het levenseinde. Dit komt door de verschillende levensbeschouwelijke opvattingen over behoud van het leven, en de grenzen en inhoud van individuele zelfbeschikking. MARK VAN DER LAAN EN MARLEEN OTOIDE-VREE, CARDIA
Reanimeren Je wilt trouw blijven aan je eigen principes en tegelijkertijd recht doen aan de wensen van een cliënt. Cardia bespreekt met cliënten hun visie op en wensen rondom hun levenseinde in een sfeer van openheid en veiligheid. Daarbij is uitdrukkelijk respect voor iemands eigen keuzes. Hoewel het bekend is dat reanimeren bij ouderen vaak weinig zinvol is, kan het voor een cliënt moeilijk zijn om daarover een beslissing te nemen vanwege diens levensbeschouwing. De zorg rondom het levenseinde is daarom bij Cardia geïntegreerde zorg: lichamelijk, psychosociaal en geestelijk (de verhouding tot God of de levensovertuiging). Dit alles gebeurt uiteraard binnen de grenzen van wet- en regelgeving. n TRANS 18
Verhaal van een persoonlijk dilemma Een mevrouw is ernstig ziek en moet regelmatig naar het ziekenhuis voor allerlei behandelingen. Het is duidelijk dat zij niet lang meer zal leven. Zij vertelt de geestelijk verzorger dat zij absoluut niet wil bijdragen aan haar dood. Deze wens vloeit voort uit haar levensovertuiging. Tijdens het ziekteproces, vooral wanneer zij een beslissing moet nemen over het wel of niet doorgaan met een behandeling, spreekt ze uitgebreid met de geestelijk verzorger. Deze helpt haar te ontdekken wat belangrijk voor haar is. Uiteindelijk beslist ze zelf, maar hij verkent met haar wegen die zij hierbij kan bewandelen. Daarbij staat voorop wat zij voor zichzelf kan verantwoorden. Mevrouw wil zo lang mogelijk met de behandelingen doorgaan, soms tegen beter weten in. Ze wil het nog één keer voorjaar zien worden. Bij dit proces van loslaten kunnen geestelijk verzorgers bij uitstek helpen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de vraag wat nog gedaan moet worden, voordat iemand kan loslaten. In dit geval speelde het “ruimte geven aan God” een belangrijke rol. De rust om los te laten kreeg mevrouw toen zij ervan overtuigd was dat zij qua behandeling al het mogelijke gedaan had.
Levensbeschouwing belangrijk bij beslissing over levenseinde
NeTWeRKTHeMA
Wanneer iemand sterft
Aankaarten orgaantransplantatie bij nabestaanden Hoe snijdt een zorgprofessional het delicate onderwerp van orgaandonatie aan wanneer familieleden net gehoord hebben dat hun naaste is overleden of dat spoedig zal doen?
Foto: Communicatie Bronovo
GERBEN STOLK, PLUMA TEKST
Timing Hoe is dat geregeld in Bronovo? Donatiecoördinator Jacqueline Blok: ‘Vorig jaar zijn in ons land 215 orgaantransplantaties uitgevoerd nadat iemand hersendood was verklaard of de apparatuur werd uitgezet. Doorgaans is het een intensivist of arts-assistent IC die donatie bij de nabestaanden aankaart. Dan moeten zij op het moeilijkste moment over het moeilijkste onderwerp beginnen bij Tussen de ongelukkigste familie. Het is belangrijk dat de intensivist of arts-assistent IC het slechtpraktisch nieuwsgesprek niet combineert met de behandelen en langrijke mededeling het Donorregister te hebben geraadpleegd om te zien of de overle- ethisch dene toestemming had gegeven voor orgaanoptreden en/of weefseldonatie. Dat laatste komt later. Eerst moet de familie wennen aan het verschrikkelijke nieuws. Ondertussen weet je dat je de organen na overlijden gemiddeld maximaal 48 uur kunt ondersteunen en dat de conditie snel achteruitgaat.’
Zelf beginnen
Jacqueline Blok, donatiecoördinator: ‘Toch is het elke keer weer moeilijk.’
Elke minuut telt Organen van een pas overledene die de levensduur van andere patiënten kunnen verlengen, maar waarvan de conditie per minuut verslechtert. Familieleden die nog nauwelijks beseffen dat hun kind, ouder of partner is gestorven, maar die zo snel mogelijk in gesprek moeten over een eventuele verwijdering van bijvoorbeeld hart, lever, longen, nieren, dunne darm of alvleesklier. Zie als arts dan maar de balans te vinden tussen praktisch handelen en ethisch optreden.
De ideale openingszin voor deze evenwichtsoefening bestaat niet. De juiste woorden hangen volgens Blok af van de personen, reacties en ziekenhuissituatie. ‘Maar een goed aanknopingspunt voor de intensivist of arts-assistent IC is toch om in een onderhoud ná het slechtnieuwsgesprek te zeggen dat hij het Donorregister heeft geraadpleegd. Staat iemand geregistreerd, dan wacht je de reactie af en kan transplantatie alleen worden afgeblazen bij heftige emoties of ernstige psychische nood van de nabestaanden. Als de persoon niet is geregistreerd maar wel een potentiële kandidaat is, vraag je de familie om toestemming. Vaak hoeven wij niet de eerste stap te zetten. Dan beginnen de nabestaanden zelf over donatie. Toch is het elke keer weer moeilijk.’ n
TRANS 19
NeTWeRKTHeMA
Het taboe van de dood
Omgaan met euthanasie Onze levensverwachting is de laatste decennia enorm gestegen. Artsen kunnen steeds vaker een lichaam in leven houden en bieden soms zinloze, levensrekkende behandelingen aan. Die dragen niet of nauwelijks bij aan kwaliteit van leven. Praten over een goede palliatieve zorg en euthanasie is dan belangrijk. Maar dat ligt vaak moeilijk.
HANS VAN AMSTEL, GEMIVA-SVG GROEP
Trudi Weijers Weijers (l) (l) en en Willy Willy Terpstra, Terpstra, consulenten consulenten palliatieve palliatieve zorg zorg bij bij Trudi Gemiva-SVG groep groep Gemiva-SVG
TRANS 20
Foto: Gemiva-SVG Groep
Levenseinde blijft complex De Euthanasiewet uit 2002 heeft de laatste tien jaar zijn nut bewezen. Schimmige euthanasieverrichtingen zijn gelegaliseerd, mits uitgevoerd door een arts onder strenge voorwaarden. Een arts is niet verplicht om mee te werken aan euthanasie. Bovendien adviseert de KNMG (de overkoepelende organisatie van artsen) zijn leden strenger te zijn dan de wet, door communicatie met de patiënt over de euthanasie als voorwaarde te stellen - terwijl dit in de laatste levensfase niet altijd meer mogelijk is. Dit leidt vaak tot dilemma's wanneer de patiënt door wilsonbekwaamheid, dementie of ziekte niet langer aanspreekbaar is. Tegelijkertijd spelen andere factoren een rol in de complexiteit van het levenseinde, zowel
Foto: Gemiva-SVG Groep
Begeleiders kunnen over veel mooi documentatiemateriaal beschikken om sterven en de dood met cliënten te bespreken.
bij de arts, de patiënt als zijn naasten. Neem levensovertuiging, eerbied voor het leven, de steeds weer nieuwe mogelijkheden om aan mensen te sleutelen, de angst voor de dood, het nooit gepraat hebben over het levenseinde, onbekendheid met de wet, en de angst van artsen voor vervolging.
Tijdig in gesprek gaan Trudi Weijers en Willy Terpstra werken bij de Gemiva-SVG Groep, die mensen met een verstandelijke handicap, Hoe lang laten een lichamelijke we een cliënt beperking of niet-aangeboren doorbehandelen? hersenletsel ondersteunt. Trudi werkte jaren als locatiehoofd in een woonlocatie voor erg kwetsbare mensen. ‘Een paar weken na opname van een cliënt begon ik vaak voorzichtig het gesprek over hoe te handelen als de laatste levensfase zich aandient. Tot hoever gaan we? Hoe lang gaan we door met antibiotica geven? Hoe lang laten we een cliënt doorbehandelen? Waar mogelijk bespreken we dit uiteraard met de cliënt, maar door de beperkingen van de cliënt lukt dat niet altijd.
Dan is het belangrijk dat we dit goed met de familie bespreken. Dat is lastig, omdat we niet weten wat er rond de cliënt gaat gebeuren. Toch vindt de familie het meestal prettig om dit gesprek aan te gaan. Onze arts bespreekt al dan niet reanimeren. Samen met collega Willy Terpstra, persoonlijk begeleidster en verpleegkundige, hebben wij de training palliatief zorgconsulent gevolgd en adviseren wij sinds kort in onze locaties over de zorg voor de cliënt tijdens zijn laatste levensfase. Wij komen van alles tegen. Een aantal mensen met een forse verstandelijke beperking heeft geen weet van de dood; het is voor hen moeilijk te bevatten. Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel kunnen na het letsel van karakter veranderen en daardoor anders gaan denken over hun levenseinde. Cliënt en familie staan daar soms te weinig bij stil.’
Groepsdynamica Ook Willy Terpstra kent vanuit haar praktijkervaring dilemma's. ‘Binnen een team spelen allerlei gevoelens, vaak gekoppeld aan opvoeding en levenservaring. Het is soms lastig om daarvan los te komen. Daarbij komt dat teamle-
den verschillend kunnen denken over wat de cliënt zelf wil, zeker als die dit niet meer goed kan verwoorden. Ik maak ook mee dat familie zich pas in de laatste levensfase bij de cliënt betrokken voelt en opeens allerlei beslissingen neemt, terwijl het team de cliënt al jaren kent. Dan is bemiddeling van onze kant soms noodzakelijk. Wij propageren bij de Gemiva-SVG Groep het tijdig invullen van het wensenboek met de cliënt. In begrijpelijke taal met foto's en pictogrammen kunnen begeleiders iemand uitleggen wat de dood is en nagaan of iemand daar zelf ideeën over heeft.’
Kwaliteit van sterven Daarnaast adviseren Trudi Weijers en Willy Terpstra op aanvraag teams over de omgang met de cliënt in zijn laatste levensfase. ‘Palliatieve zorg is te weinig bekend. Vaak hebben jonge mensen in de teams weinig ervaring met de dood. Met praktische tips staan wij ze bij. We bespreken bijvoorbeeld de impact van een terminale cliënt op de overige bewoners in een woonlocatie. Uitgangspunt is er zo veel mogelijk voor te zorgen dat een cliënt thuis kan blijven om daar te sterven. Als de arts adviseert om het sterven te bespoedigen door te stoppen met eten en drinken, bieden wij hierbij ondersteuning. Ook adviseren wij bij pijnbestrijding, nazorg en rouwverwerking. Voor bewoners hebben wij een koffer met materialen om gesprekken over rouwverwerking gemakkelijk te maken. Onze insteek is om naast kwaliteit van leven ook de kwaliteit van sterven vast onderdeel te maken van het beleid in onze organisatie.’ n
TRANS 21
NeTWeRKTHeMA
Bronovo moet het vaak uitleggen
Expats verbaasd over gemengd verplegen Mannelijke en vrouwelijke patiënten op dezelfde kamer. Bronovo is een van de ziekenhuizen die er ongeveer vijftien jaar geleden toe besloten. Maar anno 2013 geven sommige patiënten er nog steeds de voorkeur aan een kamer met louter seksegenoten te delen. GERBEN STOLK, PLUMA TEKST
‘Buitenlandse patiënten zijn over het algemeen zeker niet ontevreden over de kwaliteit van de gezondheidszorg in ons land en Bronovo, maar hebben wel twee klachten: ze zijn niet altijd even te spreken over de Nederlandse omgangsvormen – erg direct en met weinig beleefdheidsfrases – én ze staan ervan te kijken dat mannelijke en vrouwelijke patiënten op dezelfde kamer liggen.’ Dat zegt longarts Henk Berendsen. Bronovo organiseert regelmatig bijeenkomsten voor expats om ze op de hoogte te stellen van het Nederlandse zorgsysteem en hun ervaringen in Bronovo te vernemen. Relatief veel expats wonen tijdelijk in het verzorgingsgebied van Bronovo. Logisch dus dat het ziekenhuis meer patiënten met deze achtergrond ontvangt dan andere ziekenhuizen. Berendsen: ‘Of het nu Amerikanen, Engelsen, Duitsers, Fransen of mensen met een andere nationaliteit zijn, ze zijn gemengd verplegen niet gewend. Het maakt geen deel uit van hun cultuur en dus kijken ze ervan op. Op dat vlak is Nederland mondiaal de uitzondering die de regel bevestigt.’
Alle leeftijden Maar het zijn niet alleen expats die er moeite mee hebben een kamer te delen met iemand TRANS 22
Unithoofd Snijdende Specialismen Anja van der Wijden en longarts Henk Berendsen
van het andere geslacht. Unithoofd Snijdende Specialismen Anja van der Wijden: ‘Af en toe geeft een patiënt al voor de opname aan dat hij of zij het niet prettig vindt. We zien dat bij alle leeftijden en etniciteiten. Het komt net zo goed voor bij allochtone als autochtone patiënten.’
Wens Gemengd verplegen vergroot de kans op zoveel mogelijk bezette bedden. In het verleden kon het bijvoorbeeld voorkomen dat er geen plaats meer was op de herenkamer van een afdeling, waarna een man terechtkwam op een andere afdeling of nog even niet werd opgenomen in het ziekenhuis. Berendsen en Van der Wijden zeggen dat Bronovo zoveel mogelijk tegemoet probeert te komen aan de wens van patiënten die graag verblijven op een kamer met alleen
seksegenoten. Maar een garantie kan het ziekenhuis niet geven. Van der Wijden: ‘Het is trouwens opvallend dat een deel van de verpleegkundigen wel de voorkeur geeft aan kamers waar zowel mannen als vrouwen liggen. Zij ervaren dat de sfeer er doorgaans prettiger is.’ n
Foto: Communicatie Bronovo
Uitzondering
NeTWeRKTHeMA
Omgaan met moeilijke keuzes
Ethisch Beraad maakt dilemma’s bespreekbaar We hebben er in ons werk allemaal wel eens mee te maken: een lastig besluit dat nauw samenhangt met een ethisch dilemma. Anders gezegd, een besluit dat meer betrekking heeft op ‘gevoel’ dan op een puur medische of technische kwestie. Hoe ga je daar als medewerker mee om en waar vind je steun en informatie?
RIA VAN HAAFTEN, SAFFIER DE RESIDENTIEGROEP Ethisch Beraad Het Ethisch Beraad binnen Saffier De Residentiegroep bestaat uit een locatiemanager, en o.a. een arts en een aantal zorgmedewerkers. Het heeft visienota’s ontwikkeld over diverse ethische vraagstukken, zoals euthanasie en reanimatie. Deze bevatten praktische richtlijnen en protocollen voor medewerkers. Bovendien nodigen ze medewerkers uit d.m.v. voorbeelden en vragen om na te denken over dilemma’s en met elkaar hierover in gesprek te gaan. Zo ontstaat meer inzicht in de verschillende kanten van een dilemma. n
Mijnheer verlangt euthanasie De heer Pietersen (89) is alleenstaand. Hij heeft drie kinderen: zijn zoon woont in de V.S. en zijn twee dochters wonen in Zuid-Frankrijk. De zoon is erg betrokken en goed bereikbaar. Met de dochters is het contact matig. De heer Pietersen is zijn hele leven notaris geweest. Huidige situatie • De heer Pietersen is tijdens een spelletje tennis gevallen. Daardoor heeft hij links een gebroken heup en rechts een gebroken pols. • Door verkeerde medicatie in het ziekenhuis is mijnheer plotseling blind geworden. Dit is onherstelbaar. Hierdoor is hij wantrouwend naar alles en iedereen die bij de zorg betrokken is. Ook zijn zoon heeft weinig vertrouwen in de medische zorg. • Na de ziekenhuisopname is de heer Pietersen op de revalidatieafdeling terechtgekomen. Ondanks alles is er toch een redelijke vertrouwensband opgebouwd. • Zijn conditie verslechtert echter snel. De revalidatie lukt dan ook niet. • Het MDO (multidisciplinair overleg) concludeert dan ook dat mijnheer regulier verpleeghuiszorg-behoeftig is (ZZP6). • Op het moment dat hem dit wordt verteld, vraagt mijnheer meteen om euthanasie. Hij heeft een euthanasieverklaring. Een kopie daarvan zit in zijn status. Zijn zoon is echter absoluut tegen.
Foto: Marieke Keur
Vragen 1. Hoe reageer je in eerste instantie op de opmerking van mijnheer? 2. Kun je je inleven in zijn situatie? 3. Hoe breng je een gesprek op gang tussen de heer Pietersen en zijn zoon? 4. Wat doe je als je het als team niet eens bent met de keuze van mijnheer: tot hoever gaat de regie van de cliënt? Bespreek deze casus eens met je collega’s. Reageren kan ook:
[email protected] Potje tennis met dramatische gevolgen
TRANS 23
NeTWeRKTHeMA
Schijn bedriegt
Alert reageren bij ouderenmishandeling Twintig procent van de ouderen boven de 65 jaar wordt herhaaldelijk mishandeld. Toch hoor je er bijna nooit wat over. Veel zorgmedewerkers, maar ook naasten, sluiten hun ogen ervoor of vinden het moeilijk om er iets tegen te doen. Een oudere wil of kan er niet over praten, of ontkent het. Hoe ga je daarmee om? Een persoonlijk verhaal.
DE AUTEUR WIL I.V.M. PRIVACY-OVERWEGINGEN ANONIEM BLIJVEN EN WERKT BIJ DE ASB
Kinderen grijpen in Op de PG-afdeling in een verpleeghuis waar ik afdelingshoofd was, werd een dame opgenomen. Zij was als weduwe met een nieuwe vriend gaan samenwonen. Haar kinderen merkten echter dat het niet goed ging in de relatie. Haar vriend sloeg haar en buitte haar financieel uit. Mevrouw ging geestelijk en lichamelijk erg achteruit. Uiteindelijk besloten haar kinderen haar terug te halen naar haar oorspronkelijke woonplaats en op te laten nemen in een verpleeghuis vanwege dementie.
Verbazing Mevrouw was bij binnenkomst volkomen apathisch, sterk vermagerd en kon niet meer lopen. Ze kreeg elke dag fysiotherapie om de spierkracht die ze nog had, te behouden en zo mogelijk te verbeteren. Vlak voor de vakantie Open staan van de fysiotherapeut en mijzelf zei ze tegen ons dat ze weer wilde leren lopen. Wij beloofvoor wat den haar na de vakantie actie te ondernemen. onmogelijk Het eerste wat ze tegen ons zei na de vakantie was dat ze nog steeds wilde leren lopen. We lijkt waren verbaasd: mevrouw was toch opgenomen vanwege dementie? Hoe kon het dat zij de wens van drie weken geleden herhaalde? We gingen met haar aan het werk.
Luisteren naar je gevoel
Afbeelding uit de campagne Ouderenmishandeling. www.steunpunthuiselijkgeweld.nl 0900-044 33 22 (lokaal tarief). www.eerstehulpbijhuiselijkgeweld.nl (Voor de Haagse regio)
TRANS 24
Na enkele maanden kon zij goed lopen met een rollator. Ook geestelijk was ze helemaal opgeknapt. Zij verhuisde naar een verzorgingshuis, waar ze nog enkele jaren heeft gewoond. Door alle misère die deze mevrouw had meegemaakt, vertoonde ze symptomen van dementie en kon zij niet meer lopen. Ze herstelde door goede zorg en alert reageren op de positieve veranderingen in haar geestelijk en lichamelijk functioneren. Ik heb hiervan geleerd dat je altijd moet luisteren naar je gevoel en open moet staan voor wat onmogelijk lijkt. Wat ben ik blij dat de kinderen van deze mevrouw besloten in te grijpen! n
NeTWeRKTHeMA
Jong en incontinent
Ga je voor schut? Incontinentie komt niet alleen bij ouderen voor. Ook jonge mensen kunnen erdoor getroffen worden. Een lastig onderwerp: hoe ga je ermee om? YVONNE GRAM, CONTINENTIEVERPLEEGKUNDIGE SOPHIA REVALIDATIE Plas en poep Laatst kwam Jurre (28) op mijn spreekuur. Sinds 2008 moet hij vijf keer per dag katheteriseren. De revalidatiearts had hem naar mij verwezen, omdat hij de indruk had dat dat katheteriseren eigenlijk niet zo goed ging. Bij het eerste bezoek was Jurre een beetje verlegen om aan te geven wat precies zijn probleem is. Taalgebruik is erg belangrijk in zo’n gesprek. De meeste mensen vinden het moeilijk om over hun urine of
ontlasting te praten. Vooral als ik vraag hoe het eruitziet. Als ik dit merk, begin ik gelijk over “plas en poep”. Ik stel hen gerust door te zeggen dat veel mensen dit een moeilijk onderwerp vinden.
Liever gewoon thuis Jurres grootste probleem is dat hij het erg vervelend vindt om met zijn katheter ergens heen te gaan. Als dit toch zo uitkomt, vouwt hij zijn katheter op en bewaart hem in een zak of tas. Het ka-
theteriseren met die opgevouwen katheter gaat moeizamer. Hij pakt hem korter vast, waardoor de katheter niet meer steriel is. Daardoor heeft hij regelmatig blaasontsteking. Vroeger ging hij met vrienden op stap, maar nu doet dit nauwelijks meer. Af en toe een verjaardag, dat is alles. Ook al kennen zijn beste vrienden zijn probleem, hij houdt er moeite mee om elders naar het toilet te gaan. Hij denkt dat zij medelijden met hem hebben. Hij blijft langer weg dan een ander. Hij laat afval achter in het pedaalemmertje of - erger - in een afvalbak in de keuken. Hij denkt de hele tijd: wat zullen ze wel niet van mij vinden? Daardoor blijft Jurre liever gewoon thuis.
Oplossing: nieuwe materialen
Foto: Sophia Revalidatie
Toen dit alles uitgesproken was, zijn we gaan zoeken naar oplossingen. Jurre gebruikte nog steeds de katheter van vijf jaar geleden, maar inmiddels zijn er uitschuifbare en opvouwbare katheters op de markt. Hij was verbaasd over het grote aanbod. Hij heeft de voor hem nieuwe katheters meteen uitgeprobeerd en kwam na twee weken enthousiast terug over één soort. Hij had deze al via zijn medische speciaalzaak besteld.
Zelf zou hij er nóóit over begonnen zijn.
Jurre was blij dat de revalidatiearts had nagevraagd hoe het met katheteriseren ging. Zelf zou hij er nóóit over begonnen zijn. Nu kan hij weer op stap. n
TRANS 25
NeTWeRKTHeMA
Begrip voor agressie?
Agressie in de zorg is actueel. De samenleving treedt keihard op tegen agressie tegen hulpverleners. Die agressie is taboe, wordt niet getolereerd. Maar is dit altijd terecht? Linda van Leeuwen deed onderzoek naar agressie bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en pleit voor meer begrip. Deze cliënten worden vaak agressief doordat ze niet overweg kunnen met de gevolgen van hun letsel.
HANS VAN AMSTEL, GEMIVA-SVG GROEP
Persoonlijkheidsverandering Linda werkt in Den Haag bij de afdeling Ambulante Dienstverlening van de Gemiva-SVG Groep. Zij begeleidt mensen met NAH thuis. Zij onderzocht waar hun agressie vandaan komt en hoe je ermee kunt omgaan. ‘Veel mensen met NAH hebben een persoonlijkheidsverandering doorgemaakt. Zij herkennen dat niet altijd bij zichzelf. Als ze weer thuis komen, willen ze hun normale leven oppakken. Dat lukt niet en dat frustreert. Je plek in het gezin is ineens anders, omdat je persoonlijkheid veranderd is, je niet meer alles kunt en begrijpt en andere gezinsleden taken van je hebben overgenomen.’
Verdriet of agressie Ook kenmerkend bij NAH zijn stemmingswisseling, impulsief en onaangepast gedrag en een grote behoefte aan structuur. Verder zijn er (restverschijnselen van) lichamelijke beperkingen. Daarbij komt ook nog een korte spanningsboog, moeite met concentratie en geheugenproblemen. TRANS 26
Hoe kun je agressie voorkomen?
Linda: ‘Dit alles geeft iemand een groot gevoel van onvermogen en frustratie, omdat een gesprek vaak niet verloopt zoals hij dat wil. Dat leidt tot verdriet of agressie, afhankelijk van de plek in de hersenen die beschadigd is. Als je dat begrijpt, kun je met elkaar grenzen afspreken over gedrag.’
Ken je cliënt Linda van Leeuwen heeft een handleiding geschreven hoe om te gaan met die agressie. ‘De gevolgen van NAH zijn bij iedereen anders. Begeleiders moeten de cliënt goed leren kennen. Dan zien zij aan verbale en non-verbale signalen wanneer hij het niet meer begrijpt. Laat iemand uitpraten, wees duidelijk, geef tijd om iets te snappen. Op die manier voorkom je veel agressie.’
Respect Maar agressie is niet te altijd te voorkomen. Daarom is het belangrijk goed voor jezelf te zorgen. Linda: ‘In de ambulante dienstverlening ben je vaak alleen met cliënten thuis. Maak afspraken dat je iemand kunt bellen als het fout gaat. De Gemiva-SVG Groep geeft al jaren trainingen om geweld van cliënten op een respectvolle manier te beheersen zonder de relatie te verstoren. Die kan ik iedereen aanbevelen.’ n
Foto: Gemiva-SVG Groep
Niet-aangeboren hersenletsel veroorzaakt frustratie
NeTWeRKTHeMA
Thuisbegeleiders pakken armoede aan
‘Bewustwording is belangrijk’ Armoede neemt toe, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek. En armoede is taboe. Mensen schamen zich ervoor en proberen het te verbergen. Thuisbegeleiders Diana Hangoor en Gerda Wezel van Haagse Wijk- en WoonZorg merken het tijdens hun werk. Met een veranderingsgerichte en activerende aanpak proberen ze mensen uit financiële problemen te halen en te houden.
NOËL HOUBEN, TEKSTSCHRIJVER HAAGSE WIJK- EN WOONZORG
‘Tegenwoordig spelen bij bijna alle aanvragen voor Thuisbegeleiding financiële problemen een rol’, schetst Gerda. ‘Je komt bij gezinnen die zich niets kunnen veroorloven’, vult Diana aan. ‘Alleen eten lukt nog, en zelfs dat is soms een heel gepuzzel.’ Vaak zitten mensen in de schulden. Maar ook kortingen op uitkeringen, baanverlies en intensieve zorg voor zieke kinderen leiden ertoe dat mensen nauwelijks kunnen rondkomen.
Vertrouwensband ‘Soms vinden mensen het moeilijk om over hun financiële problemen te praten’, zegt Diana. Dan zie je bijvoorbeeld de kinderen in versleten kleren lopen; blijken ze nog niet gegeten te hebben. Dat geeft je een ingang. Doordat we bij de mensen thuis komen, pikken we dit soort signalen eerder op.’ - ‘Andere keren is het huis netjes en lijkt er niets aan de hand’, vertelt Gerda. ‘Pas als je een vertrouwensband met iemand hebt opgebouwd, komt de
waarheid over de financiële situatie aan het licht.’- ‘Dit lukt het beste door samen iets te doen’, stelt Diana. ‘Als je samen de afwas doet, gaan mensen vaak spontaan praten. Dat werkt beter dan tegenover elkaar op de bank zitten.’
Toekomstplan Wanneer het vertrouwen is gewonnen, worden problemen in kaart gebracht.
Meer informatie via stedelijk manager Thuisbegeleiding Marry Jes
[email protected]. Soms is het een heel gepuzzel om de financiën rond te krijgen.
Foto: Eva Collette
Schulden
Diana: ‘We zetten op een rijtje wat er binnenkomt en waar geld aan wordt uitgegeven. Bewustwording is belangrijk. Mensen kunnen veel besparen door vaker naar Lidl te gaan in plaats van de buurtsuper.’ De thuisbegeleiders wijzen cliënten op voorzieningen, moedigen sparen aan en helpen kinderen met geld om te gaan. Vaak zoeken ze samenwerking met andere hulpverleners en organisaties. ‘Wij werken veranderingsgericht’, geeft Gerda aan. ‘In het toekomstplan dat we met de mensen maken, is er niet alleen aandacht voor het oplossen van de huidige problemen. We kijken ook hoe kan worden voorkomen dat ze later weer in moeilijkheden raken. Wij geven tips en motiveren, maar ons uitgangspunt is dat de cliënt zelf in actie komt. Alleen dan kunnen mensen het uiteindelijk zelfstandig rooien.’ n
TRANS 27
WIJ WERKEN SAMEN Alle expertise op één plek
Uniek Geboortecentrum voor de Eind dit jaar wordt het Haga Juliana Geboortecentrum geopend. Een gezamenlijk initiatief van het HagaZiekenhuis/Juliana Kinderziekenhuis, zestien verloskundige praktijken en het GeboorteHotel Haga. Deze partijen hebben er bewust voor gekozen om hun expertise te bundelen in één uniek Geboortecentrum. ELLY VAN SCHAIK, HAGAZIEKENHUIS
Complete zorg voor moeder en kind De verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen, verpleegkundigen en de kraamverzorgenden van het GeboorteHotel werken als team nauw samen in het Haga Juliana Geboortecentrum. De kern van dit initiatief is het waarborgen van professionele, kwalitatief hoogwaardige, veilige en complete zorg voor moeder en kind. Dit betekent onder meer dat de (aanstaande) moeder wordt begeleid door de verloskundige als het kan en wordt behandeld door de gynaecoloog als dat noodzakelijk is. Tijdens de bevalling in het Geboortecentrum blijft de moeder op dezelfde kamer en worden het behandelend team en de zorg aangepast aan de medische behoefte van moeder en kind. Het tarief is vergelijkbaar met dat van andere ziekenhuizen in de regio.
Foto: Studio Oostrum
Behandeling op maat
TRANS 28
Gynaecoloog Hanneke Feitsma (rechts) en de gelukkige ouders Ras met dochter Jannieze
In het Haga Juliana Geboortecentrum worden alle zwangere vrouwen in teamverband uitgebreid besproken. Daarna volgt een individueel behandelplan op maat. Alle deelnemende partijen werken daarbij vanuit dezelfde protocollen. Van tevoren wordt vastgesteld wie het eerste aanspreekpunt is: de verloskundige of de gynaecoloog. Zo weten de zwangere vrouw én iedere zorgverlener duidelijk waar ze aan toe zijn. Het GeboorteHotel Haga is onderdeel van het Geboortecentrum. Teammanager Sylvia den Dool: ‘Als er geen medi-
Haagse regio sche indicatie is, kan de zwangere vrouw onder begeleiding van haar eigen verloskundige en met assistentie van de kraamverzorgende van het GeboorteHotel bevallen. In het GeboorteHotel kan zij daarna kraamzorg krijgen. De ouders kunnen zo in alle rust aan het ouderschap wennen In alle rust in een gezellige, huiselijke aan het omgeving met alle service en comfort van een hotel. ouderschap De vader kan zelfs blijven wennen slapen. En als onverhoopt medische en verpleegkundige specialistische zorg nodig is dan is die direct voorhanden.'
Het Haga Juliana Geboortecentrum krijgt in 2015 zijn definitieve plek in het nieuwe onderkomen van het Juliana Kinderziekenhuis op locatie Leyweg
‘Alle zorgverleners gaan gelijkwaardig met elkaar om,’ vertelt Marga Kortekaas. ‘Er zijn korte lijnen en er is 100 procent vertrouwen in elkaar. Die uitstraling vinden wij belangrijk naar onze patiënten. Die moeten zich veilig voelen. “Moeder en kind centraal”, dat is waar het Geboortecentrum voor staat. De patiënt hoeft niet te verhuizen, want de zorgverleners komen naar de patiënt toe. Of het nu gaat om de verloskundige, de gynaecoloog, de kinderarts, de verpleegkundige of de kraamverzorgende. En alle benodigde medische voorzieningen zijn in alle ruimten aanwezig. Daar is het Geboortecentrum van het HagaZiekenhuis echt uniek in.’
Moeder en kind centraal
Artist impressions ter beschikking gesteld door HagaZiekenhuis
Verloskundigen Marga Kortekaas en Anke Selles ervaren de samenwerking in het HagaZiekenhuis als heel prettig.
Veiligheid voor alles Gynaecoloog Hanneke Feitsma legt uit dat wanneer het medisch noodzakelijk
is de gynaecologen direct aanwezig zijn om de zorg te begeleiden. ‘Een veilige omgeving voor moeder en kind, dat is het allerbelangrijkste. Zo wordt bijvoorbeeld een te vroeg geboren kind opgevangen op de Neonatologie afdeling in het Juliana Kinderziekenhuis dat een belangrijk onderdeel is van het Haga Juliana Geboortecentrum.’ Het Juliana Kinderziekenhuis heeft alle high care specialisten in huis, zoals neonatologen en hart- en longkinderartsen. Kinderartsen zijn zeven dagen per week, De vader kan vierentwintig uur per dag zelfs blijven aanwezig. ‘Het Haga Juliana Geboortecentrum slapen wordt geweldig en ik kijk nu al uit naar de opening,’ vertelt kinderarts Lyanne Rövekamp. ‘Als het nodig is, wordt het kind op de afdeling Neonatologie behandeld. We hebben alle expertise in huis om deze specialistische zorg te bieden. Voor ouders heel prettig, zo veel deskundigheid bij de hand.’
Nieuwe locatie
De nieuwe patiëntenkamers zijn van alle gemakken voorzien. Alle benodigde medische voorzieningen zijn aanwezig
In 2015 wordt het Haga Juliana Geboortecentrum samen met het Juliana Kinderziekenhuis ondergebracht in één nieuw gebouw van het HagaZiekenhuis aan de Leyweg. Tot die tijd is het Geboortecentrum gehuisvest op de locatie Sportlaan. n
TRANS 29
TRANS DEN HAAG TRANSMURAAL
WoonZorgcentra Haaglanden
mr. L.E. Visserhuis, joods wooncentrum
Contactpersonen redactie
Huisartsen Kring Haaglanden
Henriëtte Dekkers www.kringhaaglanden.nl
Algemene Stichting Bejaardenzorg
Humanitas Woonzorgplus Den Haag
Bronovo-Nebo
HWW Zorg
Tessa van Leeuwaarden www.centrumbezuidenhout.nl
Mari-Lène Onland www.humanitaswoonzorgplus.nl
Mariëtte van Wijk www.bronovo.nl
Jürgen Burkhardt, Anneke de Lange www.hwwzorg.nl
Cardia
Departement ‘s-Gravenhage van de KNMP
Stichting Anton Constandse
Parnassia specialist in psychiatrie
Marleen Otoide-Vree www.cardia.nl
Pieter Sipkes
[email protected]
Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken Jaargang 16, nummer 2 (juni 2013) TranS is een uitgave van de Stichting Transmurale Zorg. De Stichting bevordert de kennisuitwisseling en samenwerking tussen een aantal zorgorganisaties in de Haagse regio. TranS is de opvolger van het tijdschrift Den Haag Transmuraal. Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken Mia van Leeuwen (directeur) Monique Bergsma (contactpersoon redactie) Loosduinseweg 55, 2571 AA Den Haag (070) 700 00 77 www.transmuralezorg.nl Volg ons op t @Transmuralezorg LinkedIn Groep transmurale zorg en subgroep Medicatieveiligheid
Ian Plug www.stichtingantonconstandse.nl
Erica Holtheijer www.parnassia.nl
Stichting eykenburg
Respect Zorggroep Scheveningen Kim van Bemmel-Roeleveld www.rzgs.nl
Inlichtingen en adreswijzigingen:
[email protected]
Florence
Saffier De Residentiegroep
Hoofdredactie Marieke Keur Tekst & advies
[email protected] (070) 350 61 39
Leny van der Vliet www.eykenburg.nl
Eddy Lieferink, Loes Kwint www.florence.nl
Ria van Haaften www.saffierderesidentie.nl
Gemiva-SVG Groep
Sophia Revalidatie
Hans van Amstel www.gemiva-svg.nl
Betsy Nieuwhof www.sophiarevalidatie.nl
GGZ Haagstreek
Mr. L.e. Visserhuis
HagaZiekenhuis
WZH
Marieke Huffenreuter www.ggzhaagstreek.nl Bart van Wolferen, Elly van Schaik www.hagaziekenhuis.nl
Wim Moll www.jbc-visserhuis.nl
Nikki Vader, Lisanne van der Ploeg www.wzh.nl
www.transmuralezorg.nl
Vormgeving en productie Graphicom International, Pijnacker,
[email protected] Distributie Zorgorganisaties die participeren in de Stichting, ontvangen TranS gratis. Losse nummers kunnen uitsluitend op aanvraag toegezonden worden. Kopij Kopij vanuit de participerende organisaties kan voorgedragen worden via de contactpersonen van de redactieadviescommissie. © 2013 Alle rechten voorbehouden. Verspreiding van artikelen uitsluitend in overleg met de redactie. ISSN: 1873 - 8907
BERICHTEN UIT DE STICHTING Communicatie met ongeneeslijk zieke patiënten Op 30 mei jl. was er een netwerkbijeenkomst van het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden met het thema: “Schokbrekers in de communicatie met ongeneeslijk zieke patiënten en hun naasten”. Door ziekte of naderend overlijden kunnen spanningen ontstaan tussen patiënt en naasten of tussen patiënt en zorgverleners. Christien de Jong, psychotherapeut en trainer, hield een inleiding over mogelijke “schokbrekers”, manieren die zorgverleners kunnen gebruiken om patiënten emotioneel te kalmeren. Daarna werden deze schokbrekers geoefend met een acteur. Voor deelnemers die verder willen oefenen met communicatievaardigheden wordt dit najaar een verdiepende training georganiseerd. Meer informatie en de presentatie van de bijeenkomst op: www.netwerkpalliatievezorg.nl/haaglanden
experiment regelarme zorg met een jaar verlengd Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS heeft het project Transfer met vertrouwen met een jaar verlengd. Als redenen voor verlenging geeft hij: de voorbereiding van de experimenten heeft meer tijd gevergd dan verwacht en de resultaten zijn robuuster als de experimenten langer in de praktijk zijn getoetst. De Haagse praktijk houdt in
Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken
dat zorgvragers met een AWBZ thuiszorgbehoefte, zorg ontvangen in overleg met de professionals, zonder dat daarvoor een indicatie is aangevraagd. Meer informatie op www.transmuralezorg.nl onder Transfer met vertrouwen.
Mantelzorg als Zorgpartner
Netwerk Fibromyalgie introduceert verwijsstructuur Zorgverleners die mensen met fibromyalgie behandelen, hebben zich verenigd in het Netwerk Fibromyalgie. Het gaat hierbij onder meer om reumaconsulenten, fysiotherapeuten, revalidatieartsen en psychologen. Dit netwerk deelt kennis met elkaar in een jaarlijkse bijeenkomst. Gezamenlijk hebben zij een transmurale verwijsstructuur opgesteld om patiënten naar het juiste aanbod te begeleiden. Deze verwijsstructuur staat op de website www.transmuralezorg.nl onder Fibromyalgie.
Regionale agenda Najaar
Eind april en eind juni hebben hulpverleners tijdens twee bijeenkomsten kennis gedeeld over verschillende vormen van respijtzorg die aangeboden worden in Den Haag. Een overzicht staat op www.respijtwijzerdenhaag.nl Een overzicht van wat je als zorgverlener kunt bieden aan de mantelzorger die ondersteuning nodig heeft, is te lezen in de Instrumentenkoffer Mantelzorg als Zorgpartner, op www.transmuralezorg.nl onder Mantelzorg.
Via Twitter, LinkedIn, de website www. transmuralezorg.nl en de elektronische nieuwsbrief delen de hulpverleners van de regio Den Haag kennis met elkaar. Aanmelden voor de nieuwsbrief kan via de website www.transmuralezorg.nl. Nieuws aanmelden kan via
[email protected]
17 en 24 september; 1 en 8 oktober Basisscholing Palliatieve Zorg voor verzorgenden 1 oktober Bijeenkomst casemanagers dementie 7 november Symposium Regionale Richtlijn Antistolling 22 november Workshop Communiceren in de laatste levensfase (dit is het vervolg op de workshop van 30-05) 10 december Symposium Communicatie Op eén Lijn projecten Nadere informatie over tijden en locaties: www.transmuralezorg.nl
TRANS 31
@BoszoektBos #Taboe. Het vergt lef van veel partijen om onzinnige/ onnodige zorg te betitelen én niet meer te geven. Doelgericht uitfaseren onnodige zorg @medischbericht Naar schatting 550 patiënten per jaar sterven als gevolg van een overdosis morfine. Verborgen #euthanasie? @wilmakieskamp Frappant: VS lopen ver op NL voor in zorg terminale patiënten. Groot offensief daar tegen te lang #doorbehandelen. @MargotVerkuylen Vandaag weer huisbezoeken in 1e lijn gedaan: ouderen beginnen zelf te praten over #levenseinde #doorbehandelen. Goed luisteren is de kunst! @empowerment Wist je dat #rozeouderen nog steeds gepest en gediscrimineerd worden? Door medebewoners in de zorg. @Gezondheidskrnt Helft werknemers zorg heeft te maken met agressie op het werk @MennoSpiro het was een abortuskliniek. toen ivf en nu dit. Wat een een wanhopig pand. #levenseinde @zorgenwelzijn Aantal teams Levenseindekliniek verdubbeld @elieskouwenhove Super geslaagde opening @ggzparnassia van #Pluk lekker weer, goede plek en t ziet r erg leuk uit! @Welingelicht “Gek” is vaker slachtoffer dan dader van moord – #psychiatrie #media
COLUMN Taboes in de zorg? Ik weet er wel een paar.
Foto: Stichting Anton Constandse
Tweets
We zeggen dat het lot van onze cliënten ons echt ter harte gaat, maar als we elders een betere functie kunnen krijgen, laten we ze meteen in de steek. Veel professionals in de zorg verdienen grote bedragen aan hun “idealistische” baan. Goede zorg is “duur”. We willen het leven van onze medemens zo lang mogelijk rekken, maar vinden dit uiteindelijk toch ook wel heel duur worden. Goede zorg is “onbetaalbaar”. We willen liever niet zelf voor onze oudere familieleden zorgen als ze zo hulpbehoevend worden dat ze dagelijks intensieve hulp of zorg nodig hebben – ook al hebben zij (bijvoorbeeld onze ouders) dat wel zo’n achttien jaar voor ons gedaan. We vertrouwen erop dat onze ouders ons tijdens hun levensavond “niet tot last” willen zijn. Goede zorg kost wat. We pretenderen onze cliënten als gelijken te behandelen, maar onder elkaar maken professionals grappen over hen en kijken (onbewust?) op hen neer. We voelen ons goed, te weten dat wij er beter aan toe zijn. Goede zorg werkt twee kanten op. Met regels, meetinstrumenten en protocollen maken we van de zorg een bureaucratie waarin de individuele mens verzuipt – zowel de professional als de cliënt. Elke poging om de bureaucratie te verminderen … levert nieuwe regels op. We komen er maar niet van af. Goede zorg is niet meetbaar maar voelbaar. We zijn zo gefixeerd op de maakbaarheid en meetbaarheid van zorg en veiligheid, dat we onszelf niet meer toestaan om fouten te maken – of creatief te zijn. Goede zorg moet kunnen groeien. Elk wangedrag van burgers wordt ‘begrepen’ en bestempeld als uiting van een ziekte of stoornis, waardoor niemand meer aanspreekbaar is op zijn daden. We staan elkaar toe ons daarachter te verschuilen. Goede zorg is geen alibi. Laatste taboe: ik signaleer dit alles “kritisch” - maar doe er zelf ook aan mee. Goede zorg is niet meetbaar maar voelbaar. n Rogier d’Ailly