TRANS
Nummer 2 • juni 2014
DEN HAAG TRANSMURAAL
VOOR PROFESSIONALS IN DE ZORG
HAGAZIEKENHUIS FTTO bewaakt kwaliteit farmacotherapie
jubileumnummer 15 JAAR TRANSMURALE ZORG DEN HAAG E.O. Interview Marjolein Tasche, Mia van Leeuwen en Evert de Glint
FLORENCE EN RESPECT ZORGGROEP Elkaar scherp houden op kwaliteit
IN DIT NUMMER
10 12
JUBILEUMNUMMER: 15 jaar Transmurale Zorg Den Haag e.o. 4
Transmurale roadmap
15 jaar Transmurale Zorg Den Haag e.o.
10
FarmacoTherapeutisch Transmuraal Overleg (FTTO) FTTO bewaakt de kwaliteit van de farmacotherapie
14
Wondzorg
16
Elkaar scherp houden op kwaliteit
18
Palliatieve zorg
Ervaringen met het Netwerk Palliatieve Zorg van WZH en Stichting Eykenburg
20
CVA Zorgketen
Samenwerking verbetert zorg aanzienlijk
22
Transferpunten
Patiënt gaat boven eigenbelang
24
Zorg en ICT
Voorrang voor veilig e-mailen
26
Dementie
18
‘Samenwerking leidt tot kruisbestuiving’ TRANS 2
jubileumnummer
28
Ouderbegeleiding wérkt
De Stichting Anton Constandse begeleidt meer ouders
29
Ervaringen met FACT
RUBRIEKEN Het netwerkgevoel van... 12
Jack Philipsen, Stichting Anton Constandse: ‘Samen kunnen we veel problemen voorkomen’
Het verhaal van...
16
Colofon
30 31 32 30
Eline de Frankrijker, locatiehoofd activiteitencentrum Cygnus: 'Genietend van ieder stapje komen we verder'
Hoe je de zorg rond EPA patiënten goed organiseert
Actueel in het netwerk Column: Goed om te horen Tweets
24
32
MIA VAN LEEUWEN Eigenaren van samenwerking De Stichting Transmurale Zorg bestaat vijftien jaar, een mooi moment om te kijken wat we in die tijd bereikt hebben. Dit nummer staat dan ook in het teken van de netwerken en samenwerkingsverbanden die onder de vlag van de Stichting tot stand zijn gekomen. De transmurale roadmap op de volgende bladzijden toont de omvang hiervan. Daarna komen verschillende deelnemers aan die netwerken aan het woord. Een jubileum leidt vanzelf tot bespiegeling. Als ik bedenk hoe het in het begin was en nu, zie ik een wezenlijk verschil: de zorgverleners en hun organisaties in de regio voelen zich veel meer “eigenaar van samenwerking”. Samenwerking rondom een patiënt is een voorwaarde voor optimale zorgverlening en veel zorgpartners voelen zich daar verantwoordelijk voor. Een wezenlijke stap naar mijn mening, omdat deze verantwoordelijkheid nog wel eens tussen de partijen in valt: we zeggen het een, maar doen iets anders. De artikelen maken duidelijk hoe stevig de transmurale ambitie van samenwerking in het denken en doen verankerd is. Daar ben ik trots op, daar kunnen we mee verder. Want in deze tijd hebben we de transmurale ambitie heel hard nodig. De gezondheidszorg verandert in een hoog tempo en wat vandaag zus is kan morgen weer anders zijn. De Stichting wil voortdurend anticiperen op deze veranderingen. Zorgverleners ontmoeten elkaar op onze bijeenkomsten en bespreken daar nieuwe ontwikkelingen. Wat betekent het als mensen langer thuis blijven wonen? Hoe richten we gezamenlijk de ondersteuning en de zorg daarop in? Ooit volgde ik een opleiding tot arts, want ik wilde iets voor mensen betekenen. Ik werd echter bestuurder. In het begin wist ik niet goed of ik daar op mijn plaats was totdat ik me realiseerde dat ik als directeur van de Stichting Transmurale Zorg niet voor één patiënt iets kon betekenen maar voor veel meer. Door bijvoorbeeld de nazorg na opname goed te regelen in de regio. Met zijn allen. Die gedachte heeft me over dat punt heen geholpen en is de rode draad geweest in mijn jaren als directeur van de Stichting. Waar ik met veel plezier en enthousiasme gewerkt heb. Na vijftien jaar neem ik afscheid. Voor alle duidelijkheid: mijn betrokkenheid bij de zorg blijft. Want daar ligt mijn hart. Mijn opvolger wens ik veel succes. n
TRANS 3
:RQG]RUJ 3DOOLDWLHYH=RUJ
% D HV $Q WV WR OOLQ H J ' 9L WD P LQ
*H]DPHQOLMN 'RHO *H]DPHQOLMNGRHOYDQ GHNHWHQSDUWQHUV -XLVWH]RUJRSKHW -XLVWHWLMGVWLSDDQGH -XLVWHSDWLsQWRSGH -XLVWHSODDWV
*HKHXJHQVWHXQSXQW
&DUG 5LVLF
'LDEHWLVFKHYRHW
.H QQ L
VN
8LWYRHULQJVYHU]RHN0697 7UDQVIHUPHW9HUWURXZHQ
0DQWHO]RUJ 6WURRPVFKHPDYRRUGLDJQRVWLHN ELMFOLsQWHQPHWHHQYHUPRHGHQ YDQGHPHQWLH
RO LQ 6F K
, ,Q ,Q WH UH QIR =R IRU & UF JL UP UJ PD 9$ XO R D + WL + W L H WX ,Q D D HS DD S UH IR OH JO DN J XQ UP W D N Y R 3 SD DW QG HW R U DO O LH O 3 LD HQ D Z ] OL
ULQ J
=RUJSURJUDPPDGHPHQWLH
JH Q
De Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. is actief op verschillende terreinen. Deze activiteiten nemen allerlei vormen aan. Om deze veelheid te verbeelden is gekozen voor de metafoor van het spoor. Denk eens aan de metroplattegrond van Parijs en bekijk dan deze roadmap. In de paarse boxen staan de stations waarlangs de activiteiten zich ontwikkelen. De gekleurde lijnen zijn het ontwikkeltraject van een project en tonen wat er allemaal langs die lijn aan resultaten en activiteiten te vinden is.
'HFXELWXV
WUD QV 9 IH 2 HUS UP YH OH HG UG HJ HZ UD NX FK Q HU NH W GLJ UV H
Transmurale roadmap
+ + HO SG SD XLV HV OOLD EH N ] WLH RH Y N =R H H Q I D L UJ V H Q SD GH G VW HU YH QV ID VH * OD HHV D W WH VW OL H MN OH H YH ]R QV UJ I D L Q VH G H
8OFXVFUXULV
.HQQLV'HOHQ .HQQLVGHOHQWXVVHQ ]RUJYHUOHQHUV YHUEHWHUWGHNZDOLWHLW YDQ]RUJ 1HWZHUNELMHHQNRPVWHQ &RRUGLQDWLHSXQW1D+
5HJLRQDOHDIVSUDNHQ OHHIVWLMOHQYRRUOLFKWLQJ
VW HU H
Z HU NL
QJ
VR Y
P VW HQ NR HU N Z
6D P HQ
1HWZHUN1LHWDDQJHERUHQ +HUVHQOHWVHO
1 HW
1HWZHUN&23'
EL MH
1HWZHUNDVWPD&23' YHUSOHHJNXQGLJHQ
HQ N
RP
/RQJUHDFWLYHULQJ /RQJUHYDOLGDWLH
,Q VW 9 UX LQ HUE P ] LQ HQ RU GL WH J QJ QN H Q P RI Z H IH H O WY U ] L U LM MQ Z LOOL J
&RPPXQLFDWLHHQRUJDQLVDWLH RSppQOLMQYRRUPHQVHQ PHWGHPHQWLH
(YHUZLM]HQ=RUJGRPHLQ
TRANS 4
=RUJHQ,&7
7
SS RU WD
JH
&9$=RUJNHWHQ
DU UD
'HPHQWLH
+DQGOHLGLQJ &9$=RUJNHWHQ +DDJODQGHQ
-D
7U DQ
32 ,1
VI H
U7 UD Q
5LFKWOLMQRQFRORJLVFKHZRQGHQ
(WUDQVIHU32,17
-DDUUDSSRUWDJH
2QWPRHWLQJVFHQWUD
P SR VL
Q VW H DD
OLJ KH LG HG LF DW LH Y HL 0
9H LOLJ
=R UJ YU DJ HU G
R YH UV WH NH Q
RH WP
HH
5 = R LF K UJ WOLMQ Y RR U Q 9HUSOHHJNXQGLJ RYHUGUDFKWIRUPXOLHU
=RUJPDLO (GLIDFWHQ9HLOLJPDLOHQ
HU NE LMH HQ %D NR = R VL P HQ UJ VVF VW K Y YR R HQ HU R O L Q ]R UY J UJ HU 3 HQ SO DO GH HH OLDW Q JN LHY XQ H GL JH Q
9HUZLM]LQJYDQHQVDPHQZHUNLQJ ELMNZHWVEDUHRXGHUHQ
6DPHQKDQJ
1 HW Z
JL GV
6DPHQZHUNLQJVRYHUHHQNRPVW
H*32HOHFWURQLVFKJHVWUXFWXUHHUG3DWLHQWHQ2YHUOHJ
.ZHWVEDUHEXUJHUV YUDJHQVDPHQKDQJ YDQ]RUJ
=HOIUHG]DDPKHLG
WH U 0 DV
JH
)XQFWLHRPVFKULMYLQJ
SO D
5 HJ
1HWZHUNRXGHUHQ]RUJ
1HWZHUNELMHHQNRPVW
Q 7U DQ
LR QD
6RFLDOHNDDUWRQGHUYRHGLQJ
VI HU
DO Q
HW Z
SX QW H
Q
HU N
5 3 D HJ L OOLD RQ WLH DOH YH ,Q = IRU RU P J DW LH
: RQ GV \
7UDQVPXUDOH9HLOLJKHLG
$DQVOXLWLQJ/DQGHOLMN 6FKDNHOSXQW
D
] R LDW UJ LHY YU H DJ HU V
=RUJYUDJHUGRHWPHH SDWLsQWHQYUDJHQRP HHQJHOLMNZDDUGLJH YHUKRXGLQJRPPHHWH NXQQHQEHVOLVVHQRYHU KXQ]RUJVLWXDWLH
)772
& SD DS OOLD DF WL H L WH L Y H WV U ] D S RU S JS R U OD WDJ DW H VH Q
*HOLMN :DDUGLJKHLG
6DPHQZHUNLQJ PHW&L= 0 69 7
DW Q DO LH OLD YH = R WL H ] HW YH RU H U = J P R HH U J U
Z
0 HG LF
LM] HU
DW LH
R YH
' HU P
UG UD F
KW
LR9DVFXODLU R0DQDJDPHQW
&HQWUDDODDQPHOGSXQW
DW R
2YHUGUDFKWOHYHUWHHQ EHODQJULMNHELMGUDJH DDQGHNZDOLWHLWYDQ ]RUJHQLVLHGHUV YHUDQWZRRUGHOLMNKHLG
OR JL H %L HWZ MH H HQ UN NR P & VW 6D KU HQ RQ RY P LV H H FK U H QZ H HQ H 1 N UN LH U V RP L QJV V FK DG W H
=RUJLQGHFKURQLVFKHIDVH
%HZHJHQ
$OJHPHQHULFKWOLMQZRQG]RUJ
2YHUGUDFKW
UV
&DVHPDQDJHUV
.ZDOLWHLWVHLVHQZRQG]RUJ
1
DS F S O K LN LF E DW D LH UH E H
GG H
VP HH U
Q
.DDUWYDQGH7UDQVPXUDOH=RUJ'HQ+DDJHR
)O\HUV ZZZ]LFKWEDUHVFKDNHOVGKQO 5HJLVWUDWLH
3ODQYDQDDQSDN %LMHHQNRPVW+DDJODQGHQRSOLMQ
1HWZHUN
7UDQVIHUSXQWHQ
:LMNYHUSOHHJNXQGLJH=LFKWEDUH6FKDNHOV
'XXU]DPH]RUJHQRQGHUVWHXQLQJLQGHEXXUW
%RR4LSURGXFWVDUHSURGXFHGXQGHUOLFHQVHDQG DUHVXEMHFWWRGHVLJQUHJLVWUDWLRQVDQGWUDGHPDUNV %RRTL0HGLD6ROXWLRQV%9ZZZERRTLFRP FDOO 12
V.l.n.r.: MarjoleinTasche, Mia van Leeuwen en Evert de Glint: ‘In je eentje krijg je transmuraal niets voor elkaar, maar samen wel’
TRANS 6
Foto: Arnaud Roelofsz
INTERVIEW
INTERVIEW NETWErkTHEmA
Transmuraal samenwerken op de inhoud
‘Uitstijgen boven het gedoe’ De Stichting Transmurale Zorg
Thuiszorg
Den Haag e.o. is vijftien jaar gele-
Om te begrijpen waarom de Stichting in de eerste plaats werd opgericht, moeten we vijftien jaar terug naar Thuiszorg Den Haag. Mia van Leeuwen is daar Hoofd staf. Zij heeft veel bilaterale contacten met vooral huisartsen en de ziekenhuizen. Ze ziet hoe elke instelling op geheel eigen wijze zich inzet voor de beste zorg. Bovendien merkt ze dat professionals op verschillende plaatsen in
den opgericht met als doel de samenhang in de zorg te verbeteren, en daarmee de zorg aan de patiënt. Een grote verscheidenheid aan zorgaanbieders uit de Haagse regio heeft zich in de
nis wordt met elkaar gedeeld. Daardoor worden de transmurale initiatieven krachtiger. De Stichting staat boven de zorgpartijen en iedereen die wil, kan meedoen. Aanvankelijk zijn het vooral de huisartsen, ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties die elkaar hierin ontmoeten. Evert de Glint, vice-voorzitter van de Stichting én voorzitter van de Raad van Bestuur van WoonZorg Haaglanden
loop der tijd hierin verenigd en de samenwerking gezocht in transmurale projecten en netwerken. Successen bleven niet uit en zijn regionaal maar ook nationaal opgemerkt. Wat is het geheim van dit succes? Een gesprek met de drie bestuurders van de Stichting: Mia van Leeuwen, scheidend directeur; Marjolein Tasche, voorzitter; en Evert de Glint, vicevoorzitter.
MARIEKE KEUR, TRANS
‘Het gaat om de beste zorg voor de patiënt’ de stad en regio naast elkaar met dezelfde vraagstukken bezig zijn, terwijl ze dat niet altijd van elkaar weten. Mia van Leeuwen: ‘Toen heb ik met een initiatiefgroep gedacht: we hebben iets nodig wat zorgverleners bij elkaar brengt en de zorg op een hoger niveau tilt, zodat het niet langer enkel blijft bij bilaterale contacten.’ Die behoefte aan onderlinge afstemming in de zorg wordt uiteindelijk de belangrijkste reden voor de oprichting van de Stichting. Onder de vlag van de Stichting worden allerlei losse projecten gebundeld, hun basis wordt verbreed en ken-
(WZH), kwam negen jaar geleden in de regio en keek er raar van op: ‘Florence en Meavita (het huidige HWW Zorg) deden mee als grootste thuiszorgaanbieders, maar andere aanbieders waaronder WZH, niet. Dat vond ik niet kloppen. In je eentje krijg je transmuraal niets voor elkaar, maar samen wel. Daarom zijn we allemaal snel aangehaakt.’
Transmurale drive op professioneel niveau De Stichting verbindt zorgverleners op de inhoud. Daarin ligt precies de  TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
7
NETWErkTHEmA
INTERVIEW
Foto: Arnaud Roelofsz
‘De kracht van de Stichting is afhankelijk van de deelnemende partijen’
kracht, vindt Marjolein Tasche, voorzitter van de Stichting en voorzitter van de Raad van Bestuur van het HagaZiekenhuis: ‘De verhouding tussen de ziekenhuizen en de VVT-sector nu is veel meer ontspannen dan vroeger. Dat komt doordat de focus op de inhoud ligt als we bij elkaar zitten. Het gaat ons om de beste zorg voor de patiënt. Daarin vinden we elkaar, dat is onze drive.’ Evert de Glint vult aan: ‘Zorgaanbieders zijn onderling verschillend qua belangen, systemen, financiën en marktpositie, en er zijn zoveel verschillende prikkels op van invloed, dat je wel moet samenwerken om de patiënt
‘De zorg
wordt steeds integraler’
echt te helpen. Als zorgpartners en disciplines met elkaar om tafel zitten, kun je samen iets bereiken. Op zo’n moment speelt onderlinge concurrentie geen rol. Samen gaan we voor het beste resultaat. Door die inhoudelijke verbinding stijgen we uit boven alle verschillen en al het gedoe.’
Regionale kracht De Stichting is succesvol in de Haagse regio. De ontwikkeling van POINT is daar een voorbeeld van, met de komst van de transferpunten in de ziekenhuizen. Regionaal succes is echter geen reden om het transmurale concept nationaal uit te rollen. Marjolein Tasche: ‘Transmuraal verliest direct zijn kracht op nationaal niveau. Een voorbeeld is het EPD, waar ik een groot voorstander
van ben. We zijn er nog steeds niet in geslaagd om basale medische zorg met elkaar te delen. Als een patiënt bij verschillende zorgverleners terechtkomt, zijn we nog steeds zijn medicatie aan het opschrijven en aan elkaar aan het overdragen. Dat hoeft niet, daar zijn oplossingen voor. De Stichting heeft daar al een paar projecten in gedaan en die ambitie wil ik graag in onze regio voortzetten.’ Evert de Glint wijst in dit kader op het belang van de menselijke maat.’Wij kennen elkaar in de regio, wij vertrouwen elkaar. Dat is de menselijke maat. Als je die laat varen – wat vaak gebeurt omdat iets te groot of te ingewikkeld wordt of te veel op afstand staat – dan krijg je te maken met een systeem. Een systeem krijgt veel minder van mij ge-
TRANS 8
jubileumnummer
ONDERTUSSEN OP HET WEB daan dan iemand die ik ken.’ Ook Mia van Leeuwen is ervan overtuigd dat de kracht zit in de verbinding met de eigen regio. ‘Sommige van onze projecten en netwerken zijn heel erg succesvol, zoals Palliatieve Zorg. Die kun je ook ergens anders opzetten. Dat gebeurt ook. Bestuurders komen hier kijken hoe we het georganiseerd hebben.’
De Stichting is alert op nieuwe transmurale vraagstukken in het werkveld. Werd in de beginjaren veel aandacht besteed aan overdrachtskwesties, zoals medicatieoverdracht en FTTO, in deze tijd eisen andere ontwikkelingen de aandacht op en zijn er projecten gestart over mantelzorg en dementie. Marjolein Tasche: ‘Nu ouderen langer thuis blijven wonen, wordt de samenwerking tussen welzijn, organisaties voor dagbesteding, thuiszorg en verpleeghuizen steeds belangrijker. De zorg wordt steeds integraler, er nemen steeds meer partijen en disciplines aan deel. Daarom vind ik het mooi dat welzijn kortgeleden bij de Stichting is gekomen.’
kunnen bijstaan. Dat is wat ons allen verbindt. De kracht van de Stichting is afhankelijk van de deelnemende partijen; we hebben het draagvlak van de bestuurders nodig en het enthousiasme van de professionals. Zij moeten profijt hebben van onze projecten en resultaten zien.’ Marjolein Tasche wijst in dit kader op het project Transferpunten. ‘Dit is zo’n voorbeeld van een vraagstuk waar we ons transmuraal over gebogen hebben: hoe kunnen we de transfer tussen verschillende regionale zorgaanbieders goed regelen? We zien nu dat het project heeft geleid tot kortere opnames en een betere rentree in een thuiszorgorganisatie.’ Voor de toekomst blijft de communicatie met de zorgprofessionals een belangrijk aandachtspunt voor de Stichting, zegt Evert de Glint. ‘Hoe maak je de verbinding met het veld? Als wij een transmuraal protocol ontwikkelen, hoe overtuigen we een zorgprofessional er dan van dat het een goed idee is om ermee te gaan werken? Dat het niet iets is wat van boven af wordt opgelegd?’
Succesfactoren: draagvlak en enthousiasme
... en ook: visie en vasthoudendheid
Terugkijkend op vijftien jaar Stichting zien de bestuurders dat er veel goede initiatieven zijn genomen, dat er belangrijke resultaten zijn geboekt en dat het regionale transmurale netwerk stevig is. Mia van Leeuwen heeft een duidelijke visie op de rol van de Stichting: ‘De Stichting is dienstbaar aan de participerende zorgaanbieders. Wij kijken naar wat de instellingen willen, waar behoefte aan is, en hoe wij hen daarin transmuraal – op een hoger niveau -
Na vijftien jaar vertrekt Mia van Leeuwen als directeur, het einde van een tijdperk. De nieuwe directeur moet net zo’n goede verbinder zijn, vinden Marjolein Tasche en Evert de Glint. Evert voegt eraan toe: ‘Met een persoonlijke visie en een vasthoudendheid die niet leidt tot conflicten maar tot harmonie. Zoals jij dat hebt gedaan.’ n
Signalen van deze tijd oppakken
Transmurale goudmijn Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. is dit jaar lid geworden van de FMCC Groep, Federatie Medisch Coördinerende Centra. De FMCC is de koepelorganisatie van en voor medisch coördinerende centra (MCC’s) en transmurale centra. Dit is een landelijk netwerk waarin medische kennis, expertise en ervaring worden uitgewisseld, en een landelijk aanspreekpunt voor richtlijnontwikkelaars en andere organisaties en initiatieven. Onder het tabblad Projecten hangt de website Regionale afspraken, www.afsprakenhuisartsspecialist.nl. Dit is een verzamelsite waar alle regionale transmurale afspraken te vinden zijn. Die uit het FarmacoTherapeutisch Transmuraal Overleg (FTTO) van de Haagse regio moeten nog ingevoerd worden, maar het is een interessante plek om te kijken wat er gebeurt op een bepaald vlak in de andere regio’s. Daar kun je veel van elkaar leren en waardevolle contacten leggen. n
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
9
NETWErkTHEmA
Duidelijkheid scheppen voor iedereen
FTTO bewaakt de kwaliteit van de In het FTTO zijn apothekers, huisartsen, specialisten en transmurale medewerkers vertegenwoordigd. Huisarts Ger Bulder is al vanaf de oprichting bij de stichting Transmurale Zorg nauw betrokken bij het FTTO. Reumatoloog Naghmeh Riyazi van het HagaZiekenhuis is onlangs als lid toegetreden.
ELLY VAN SCHAIK, HAGAZIEKENHUIS
Er is gewerkt volgens het format van de Federatie Medisch Coördinerende Centra voor het maken van Regionale Transmurale Afspraken (www.fmcc.nl).’ Ger vult aan: ‘De Vitamine D Richtlijn is ontwikkeld door Yvo Sijpkens, internist-nefroloog van Bronovo, op basis van literatuuronderzoek en deze werd becommentarieerd door de leden van het FTTO. Vervolgens is het resultaat voorgelegd aan een expertgroep en daarna vastgesteld.’
Richtlijnen ontwikkelen ‘Het FTTO is in het leven geroepen om beleid te ontwikkelen voor de transmurale farmaceutische zorg in de regio voor de eerste- en tweedelijnszorg,’ legt Ger Bulder uit. ‘En ook om ervoor te zorgen dat richtlijnen in de praktijk geborgd worden. Om een breed draagvlak te creëren zijn er veel gebruikers betrokken bij het realiseren van een richtlijn zoals medisch specialisten, apothekers, ziekenhuisapothekers, huisartsen. We spreken met elkaar af: “Zo gaan we het doen en we houden ons eraan”. Dat schept duidelijkheid voor iedereen.’ Het FTTO neemt zelf initiatieven om een richtlijn te maken of maakt deze op verzoek vanwege de actualiteit ervan. Er zijn al diverse richtlijnen ontwikkeld.
Naghmeh Riyazi: ‘Onlangs is een Transmurale Richtlijn Vitamine D Deficiëntie opgesteld. Deze biedt hulpverleners een handreiking voor de screening en behandeling van vitamine D-deficiëntie.
Kwaliteitsverbetering ‘In de beginperiode probeerden zorgverzekeraars vanwege eigenbelang in het FTTO nog wel eens invloed uit te oefenen op het voorschrijfgedrag van art-
Richtlijnen:
‘Zo gaan we het doen en ons eraan’
Reumatoloog Naghmeh Riyazi: ‘We moeten zorgen voor maximaal veilige medicatieoverdracht om nadelige gevolgen voor de patiënt te voorkomen.’
TRANS 10
jubileumnummer
Fotografie: Studio Oostrum
we houden
NETWErkTHEmA
Het gaat bij het FTTO om de medisch-farmaceutische as tussen de eerste en de tweede lijn, oftewel om afspraken tussen artsen en apothekers. Afhankelijk van het onderwerp worden er andere relevante partijen bij betrokken.
sen,’ vertelt Ger Bulder. ‘Bijvoorbeeld bij de maagzuurremmers waar een goedkoper alternatief voor op de markt kwam. Voorschrijvers werd een financiële bijdrage aangeboden als zij het goedkopere middel zouden voorschrijven. Het FTTO heeft zich daar nooit door laten verleiden. Op zich is het een goede zaak om weer eens kritisch te kijken naar je voorschrijfgedrag en daarop aanpassingen te doen als dat beter is. Maar een financiële prikkel mag nooit een drijfveer zijn. De kwaliteitsverbetering moet altijd de voornaamste reden zijn dat je dit doet.’
Medicatieoverdracht In de medicatieoverdracht tussen behandelaars gaat het vooral om duidelijkheid in de communicatie en om zorgvuldigheid. Mia van Leeuwen, directeur van de stichting Transmurale Zorg, heeft zich vanaf het begin als projectleider ingezet in het FTTO. ‘Mia heeft altijd een belangrijke rol gespeeld,’
Huisarts Ger Bulder: ‘Het FTTO is er om de kwaliteit van de farmacotherapie hoog te houden.’
zegt Ger. ‘Ik heb bewondering voor haar betrokkenheid en de verbinding die zij steeds opzoekt. Om regionale transmurale afspraken, visie en beleid te kunnen maken heb je een “kartrekker” nodig. Inmiddels heeft Rolien de Jong de rol van projectleider met dezelfde gedrevenheid overgenomen.’
AMO is van belang bij bezoek aan poliklinieken en bij opname in het ziekenhuis. Daarnaast moet er een AMO richting apotheek en huisarts gaan na polibezoek en opname. Het FTTO is continu bezig dit proces te optimaliseren. Het gaat over maximale veiligheid voor de patiënt.’
Maximale veiligheid
Ger Bulder: ‘Het FTTO wil de multidisciplinaire samenwerking in de eerste en tweede lijn verder ontwikkelen om de kwaliteit van de farmacotherapie hoog te houden. Regionale afstemming van het geneesmiddelenbeleid en regionale richtlijnen blijven daarbij van groot belang. Het FTTO kijkt ook naar de borging van de richtlijnen. En er vinden regelmatig evaluaties plaats van regionale richtlijnen zoals die voor dermatologie, chronische nierschade, vitamine D. Als er knelpunten ontstaan moeten deze snel worden opgelost. Alleen dan kun je de kwaliteit van de transmurale farmacotherapie waarborgen.’ n
Medicatieveiligheid is een van de thema’s van het landelijke Veiligheidsprogramma van de ziekenhuizen. Naghmeh Riyazi: ‘Fouten bij de medicatie vormen een van de grootste risico’s voor patiënten bij opname in het ziekenhuis en ook bij ontslag. Het is belangrijk dat bij deze overdrachtsmomenten bekend is wat voor medicijnen een patiënt gebruikt, en in welke dosering. En het is belangrijk dat zorgverleners elkaar goed informeren op de juiste manier. Bij elk contact tussen patiënt en voorschrijver moet er daarom een actueel medicatieoverzicht (AMO) aanwezig zijn. Het
Fotografie: Studio Oostrum
farmacotherapie
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
11
HET NETWERKGEVOEL VAN...
Jack Philipsen, Stichting
‘Samen kunnen Sinds oktober 2013 is in de Haagse wijk Regentes/Valkenbos “De Hofcirkel” actief, een samenwerking van vijf zorg- en welzijnsorganisaties die kwetsbare mensen uit de wijk sneller wil ondersteunen. ‘We zetten het project van onderaf op’, zegt individueel begeleider Jack Philipsen, die binnen De Hofcirkel de rol van casemanager vervult. ‘Dat waren we niet gewend, maar het werkt wel erg prettig.’ STEF VAN DELFT Gelijke steun, minder kosten
Fotografie: Annelies van der Linden
De ondersteuning van kwetsbare groepen komt per 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Dat betekent voor zorg- en welzijnsorganisaties een fikse
TRANS 12
HET NETWERKGEVOEL VAN... NETWErkTHEmA
Anton Constandse:
we veel problemen voorkomen’ uitdaging: hoe kunnen zij tegen minder kosten dezelfde ondersteuning bieden? De Stichting Anton Constandse, Parnassia, Middin, Florence en Xtra onderzoeken nu in de wijk Regentes/ Valkenbos hoe zij gezamenlijk de beste
cies weten wat ze doen. In deze pilot wordt onderzocht hoe we gezamenlijk de beste hulp voor cliënten kunnen organiseren, mét de inzet van vrijwilligers. De uitdaging is samen andere manieren te vinden waarmee de cliënt het best is
Door de samenwerking van zorg en welzijn ontstaan nieuwe arrangementen
toe hebben we ons gericht op de mensen met meerdere zware problemen, zoals schulden, eenzaamheid, een psychiatrische diagnose. We bekijken dan met elkaar welk probleem het eerst aangepakt moet worden en wie dat het beste op zich kan nemen. Dat werkt goed, zeker omdat we elkaar goed kennen en elkaar gemakkelijk weten te vinden voor vragen en advies.’
Snel schakelen zorg en steun kunnen bieden. Daarvoor hebben ze psychiatrie, zorg voor verstandelijk gehandicapten, ouderenzorg en welzijn gebundeld in één werkgroep die in de wijk actief is.
Gezamenlijke aanpak ‘Ons doel is een samenhangende aanpak per cliënt’, zegt projectleider Peter Paulus en manager bij Xtra. ‘Niet meer verschillende spelers die actief zijn voor één gezin, zonder dat ze van elkaar pre-
geholpen. Door de samenwerking van zorg en welzijn ontstaan nieuwe arrangementen. Dus één cliënt/gezin, één andere - aanpak.’ Jack Philipsen werkt binnen een van de drie ambulante teams van de Stichting Anton Constandse. Voor een deel van zijn tijd is hij vrijgesteld voor De Hofcirkel. ‘Mijn specialiteit is psychiatrie en in Regentes/Valkenbos werk ik nauw samen met mensen van de gehandicaptenzorg, ouderenzorg en welzijn. Tot nu
Op deze manier heeft De Hofcirkel inmiddels zo’n zeventig mensen in begeleiding. Doel is ook om mensen eerder te bereiken, voordat ze zwaar in de problemen zitten. Jack: ‘Zoals Johan van vijftig jaar, die eenzaam thuis zat. Hij vertoonde alle kenmerken van autisme, maar had geen indicatie. Die hebben we niet afgewacht, maar we zijn hem gaan helpen met het organiseren van zijn huishouden en financiën. Zo konden we veel problemen voorkomen. Via Xtra schakelden we de Burenhulpcentrale in voor een vrijwilliger als maatje. Johan bleek handig met houtbewerken en ging zelf ook als vrijwilliger aan de slag. Zo kunnen we met gebruikmaking van ieders kennis heel snel schakelen. Johan is actiever en zelfstandiger geworden en dankzij de vrijwilliger kan ik als professional een stap terugdoen.’ Volgens Paulus en Philipsen toont dit voorbeeld al aan dat De Hofcirkel succes heeft. n
TRANS 13
NETWErkTHEmA
Tweeluik
‘Je hebt er
Elkaar scherp ho
een passie
Wondzorg heeft zich de afgelopen tien jaar sterk tidisciplinaire aanpak en de volle aandacht van transmurale samenwerking blijkt wondzorg een over hun baan én
voor of niet’
JOSé VAN SANTEN, Florence
Janine Huesken is wondverpleegkundige bij Florence Wat is je achtergrond? et drie wondverpleegkundigen vorm ik een specialistisch team dat in de woonzorgcentra, verpleeghuizen en bij mensen thuis komt. Eigenlijk heeft wondzorg me altijd getrokken, vanaf het moment dat ik de algemene opleiding tot verpleegkundige volgde. Met wondzorg zit het zo: je hebt er een passie voor of niet. Bij mij is duidelijk het eerste het geval.
M
Wat zijn de ontwikkelingen in de wondzorg? Wondzorg is lang een ondergeschoven kindje geweest. Artsen krijgen in hun opleiding slechts een beperkt aantal uren over wondzorg. Daarbij zijn het juist verpleegkundigen die veel met wonden te maken hebben in de dagelijkse zorg voor de cliënt. Daarom zijn zij op dit specialisme gedoken. De afgelopen tien jaar zie je enorm veel nieuwe ontwikkelingen in moderne wondverbandmiddelen. Er is veel aandacht voor het creëren van een vochtig wondmilieu, het vergroten van de absorptiecapaciteit en negatieve druktherapie. Bij deze laatste brengen we een soort foam aan in de wond waarop een appa-
raatje wordt gekoppeld dat het overtollig wondvocht direct afvoert. Door de negatieve druk geneest de wond sneller. De aanpak van wondzorg is ook sterk verbeterd, doordat die multidisciplinair is geworden. Dus naast de arts en verpleegkundige worden onder meer de diëtist, ergotherapeut en fysiotherapeut erbij betrokken. Voeding bijvoorbeeld heeft een belangrijke invloed op de wondgenezing. Door goede voeding en het zo nodig aanreiken bijvoorbeeld van een eiwitrijk dieet kan een wond sneller genezen. Meer dan vroeger zoeken we naar een aanpak die past bij het leven van de cliënt. Als iemand veel op stap gaat, kiezen we voor een wondbehandeling waarbij de cliënt zo min mogelijk afhankelijk is. Zo zijn cliënten minder belemmerd in hun dagelijkse bezigheden. Wij blijven voortdurend naar het grote geheel kijken. Wat betekent transmurale samenwerking voor het vak? Het belangrijkste effect is dat er bij alle partijen meer focus ligt op goede wondbehandeling. We hebben samen richtlij-
Wondverpleegkundigen zoeken naar een aanpak die past bij het
nen ontwikkeld en zien elkaar regelmatig. Om kennis uit te wisselen, maar ook om elkaar te kunnen aanspreken als in de keten blijkt dat bij een van ons de kwaliteit ietsjes terugvalt. Daardoor houden we de wondzorg op het niveau dat we met elkaar hebben vastgesteld.
TRANS 14
jubileumnummer
uden op kwaliteit
NETWErkTHEmA
Wondzorg
‘Je maakt gebruik van
ontwikkeld door nieuwe technologieën, een mulgespecialiseerd verpleegkundigen. Ook in de succes. Twee wondverpleegkundigen vertellen dagelijkse passie.
elkaars expertise’
JAN WILLEM BLOEMEN, Respect Zorggroep
Guusje van Doorn is wondverpleegkundige bij respect Zorggroep
leven van de cliënt.
Hoe lang ben je al wondverpleegkundige? k ben in 2011 met de opleiding begonnen en heb in 2012 mijn diploma gehaald. Van huis uit ben ik Z-verpleegkundige en heb in de gehandicaptenzorg en de GGZ gewerkt. Daarna ben ik
I
Fotografie: Studio Oostrum
in een verpleeghuis in Oegstgeest praktijkbegeleider geworden en heb ik HBO Praktijkbegeleiding gedaan. Sinds 2001 werkte ik bij Respect in diezelfde functie. Ik was toe aan een andere uitdaging. Respect wilde meer gespecialiseerd verpleegkundigen inzetten. Omdat ik al een aantal cursussen wondverzorging had gevolgd, kon ik op kosten van de baas de opleiding gaan doen. Waarom heeft wondzorg de toekomst? Mensen worden steeds ouder en dat brengt klachten met zich mee, zoals aandoeningen aan de vaten, diabetes en CVA’s. Vooral vaat¬gerelateerde klachten kunnen tot wonden leiden. Ouderen zijn heel kwetsbaar: ze hoeven zich maar te stoten en er kan een ernstige wond ontstaan. De huidsamenstelling verandert ook, de huid wordt dunner en laat eerder los. Ons werk wordt zeker gewaardeerd. Huisartsen krijgen weinig over wondverzorging in hun opleiding. Ze weten natuurlijk wel wat iets is, maar niet hoe ze dat moeten behandelen. En zij kunnen zeker niet alle ontwikkelingen bijhouden. Wij kunnen dat wel en hen adviseren over wondverzor-
ging. In het begin was men wat sceptisch. Ik werd gezien als een dure pleisterplakker. Maar dat beeld is inmiddels bijgesteld. Een van onze bestuurders vertelde dat mijn werk zelfs op het Zorgkantoor is opgemerkt. Waarin ligt voor jou de uitdaging? De kwaliteit van leven verbeteren! Door goede wondzorg kun je mensen weer dingen laten doen die ze voorheen ook deden. Dat lukt niet altijd, maar vaak wel - en dat geeft voldoening. Ook omdat je mensen langere tijd behandelt en je een band met hen krijgt. Wat vind je van de samenwerking in Den Haag Transmuraal? Die samenwerking is geweldig. Je hoeft niet zelf het wiel uit te vinden en maakt gebruik van elkaars expertise. We hebben bijvoorbeeld met elkaar richtlijnen ontwikkeld en deze vertaald in folders voor cliënten en huisartsen. Ik ervaar het als heel positief en zinvol. n
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
15
HET VERHAAL VAN...
Eline de Frankrijker,
'Genietend van Eline de Frankrijker werkt als locatiehoofd in Cygnus, een activiteitencentrum van de Gemiva-SVG Groep in de Haagse wijk Ypenburg voor mensen met een lichamelijke handicap of nietaangeboren hersenletsel. Een deel van hen woont in de bovengelegen woonlocatie Aves. Met de transitie, waarbij een deel van deze vorm van zorg overgaat van de AWBZ naar de gemeentelijke WMO, krijgt Cygnus een nieuwe, meer wijkgerichte functie. Voor Eline en haar team is daarmee de zoektocht naar een compleet andere manier van werken begonnen.
HANS VAN AMSTEL, GEMIVA-SVG GROEP
‘De veilige kaders van de AWBZ zijn er niet meer. Maar dat voelt niet onveilig.’
Fotografie: Gemiva-SVG Groep
Activiteitencentrum wordt wijkcentrum ‘Wij zijn in Den Haag gestart met dagbesteding’, vertelt Eline. ‘De kaders waren duidelijk en de AWBZ betaalde. Volgend jaar wordt de gemeente hiervoor verantwoordelijk. Die krijgt het AWBZ-geld maar met een fikse korting en de opdracht participatie in de samenleving te bevorderen. Cygnus kan hierin een rol vervullen als wijkcentrum. Tegelijkertijd moeten wij de belangen van onze cliën-
TRANS 16
jubileumnummer
HET VERHAAL VAN... NETWErkTHEmA
locatiehoofd activiteitencentrum Cygnus:
ieder stapje komen we verder' ten bewaken. Niet iedere cliënt kan de prikkels hanteren die gepaard gaan met een meer open werkwijze. Met die uitdaging zijn we aan de slag gegaan.’
Kennismaken Eline is met haar team gaan brainstormen over mogelijkheden in en met de wijk. ‘Dat was erg leuk en verrijkend. Ypenburg is vooral een gezinnenwijk. In onze directe omgeving zijn scholen en kinderopvang. Die hebben wij uitgenodigd bij ons te komen kijken. Onbekend maakt immers onbemind. De resultaten van die kennismaking waren klein maar bemoedigend. Kinderen weten nu iets meer over mensen met een beperking door de les die we met cliënten bij hen in de klas hebben gegeven. Tegen de kerstdagen zijn de kindjes van het kinderdagverblijf bij ons kerstliedjes komen zingen, een mooi moment.’
Activiteiten voor en met de wijk Eline en haar team organiseerden een Burendag voor alle zorgaanbieders en welzijnsorganisaties in de wijk. ‘We ontdekten dat er ouderen zijn die willen leren werken op de computer. Dat kunnen onze cliënten hun leren. Wij hebben de apparatuur; onze cliënten kunnen de werking ervan rustig uitleggen aan de ouderen. Wij hebben fitnessmogelijkheden; cliënten vanuit de psychiatrie en buren maken nu samen gebruik van onze fitnessruimte. De gemeente gaat bij Cygnus buitenfitnessapparaten voor de wijk plaatsen. Wij gaan die beheren. En als er dan iemand naar het toilet moet, kan dat hier.
Ons gebouw leent zich eigenlijk uitermate goed voor wijkactiviteiten. Zo zijn we ook begonnen met bingo, eens per maand. Langzaamaan komen er steeds meer mensen op deze avond. Er is kennelijk veel eenzaamheid om ons heen. Binnenkort start het buurtpreventieteam in de wijk. Ons centrum wordt start- en eindpunt van de controleronde. Onze cliënten verrichten inmiddels hand- en spandiensten voor de scholen en de kinderopvang, zoals papier vernietigen of helpen op de groep. Allemaal kleine dingen, maar het werkt.’
Erik fitnesst samen met een buurtbewoner
Netwerken en ondernemen Eline vindt het nieuwe werken verrijkend. ‘Het doet een ander beroep op ons. Ik leer om via netwerken contact te maken met anderen in de samenleving die iets met onze cliënten kunnen delen. Tegelijkertijd ontstaan er mogelijkheden voor onze cliënten buiten het activiteitencentrum. De veilige kaders van de AWBZ waarbinnen we werkten, zijn er niet meer. Maar dat voelt niet onveilig: het stimuleert mijn creativiteit. Bij iedere vraag denk ik breder dan voorheen. Dat proces hebben de begeleiders en ik met elkaar doorlopen. We zitten in een tijd waarin je binnen de zorg kan en mag ondernemen. Wij benutten die kans. Als je al jaren in de zorg werkt, is dat niet voor iedereen even gemakkelijk. Dat kan, maar je zal op den duur toch mee moeten. We nemen geen grote stappen en genieten van ieder stapje. En met vele kleine stapjes overbruggen we vanzelf een grote afstand.’ n
Robert helpt oudere buurtbewoner met computer
Ellen versnippert documenten voor een school
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
17
NETWErkTHEmA
Tweeluik
Netwerk Palliatieve Zorg ondersteunt e ‘Met alle vragen konden we daar
Het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden richt verbeteren van de kwaliteit van de palliatieve Haaglanden (WZH) nemen beide terwijl Stichting Eykenburg vrij nieuw is
terecht’
S
usan van Aarsen is namens het nieuwe Hospice Claude Monet van de Stichting Eykenburg betrokken bij het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden. ‘Dit netwerk heeft een grote toegevoegde waarde’, zegt ze. ‘Toen Stichting Eykenburg afgelopen najaar het hospice opstartte, heeft het netwerk heel goed geholpen. Met alle vragen konden we daar terecht. Het netwerk denkt actief mee en dat is voor ons zeer waardevol gebleken.’
Uitwisseling kennis Susan gaat graag naar de netwerkoverleggen. ‘Daar heb ik veel aan. Je komt in contact met collega’s, kunt makkelijk bij elkaar ‘Met een kijkje nemen en elkaar helpen. Hierdoor alle vragen blijf je van elkaar leren en konden we maken we elkaar allemaal beter. Het netwerk legt daar terecht’ echt verbinding tussen alle organisaties voor palliatieve zorg in de regio. Het publiceert bijvoorbeeld op de website welk hospice nog plaats heeft. Daardoor kunnen cliënten in een oogopslag zien welke
ANNELIES VAN GEEST, Stichting Eykenburg
Claude monet Hospice Claude Monet is in het najaar van 2013 geopend. Het hospice bestaat uit zes luxe ingerichte driekamerappartementen. Een gast in het hospice heeft hierdoor veel privacy. Bijkomend voordeel is dat er ruimte is voor veel bezoek, zonder dat er overlast ontstaat voor andere gasten van het hospice. Het hospice onderscheidt zich niet alleen door de ruime appartementen, maar ook door het toelatingsbeleid: iedereen is welkom. Ook mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking of een psychiatrische achtergrond kunnen de laatste levensfase hier doorbrengen. Meer informatie op http://hospiceclaudemonet.nl
hospices er in de regio zijn en waar iemand terecht kan. Voor de scholing van de medewerkers hebben we gebruik gemaakt van de Basisscholing Palliatieve Zorg die vanuit het netwerk wordt georganiseerd. De hospicevrijwilligers zijn geschoold door de coördinator van
In een hospice is er echt tijd voor de cliënten
de Stichting Terminale Zorg door Vrijwilligers (VPTZ), een van de netwerkpartners. Eind 2014 starten we in hospice Claude Monet met het Zorgpad Stervensfase. Het is fijn dat we ook voor scholing kunnen terugvallen op het netwerk.’
TRANS 18
jubileumnummer
NETWErkTHEmA
Palliatieve Zorg
n verbindt zorgprofessionals in de regio zich op het versterken van de samenwerking en het zorg. Stichting Eykenburg en Woonzorgcentra deel aan het netwerk: WZH al jaren, in het netwerk. Wat zijn hun ervaringen?
in gesprekken en discussies, en ideeën opdoen.’
Foto ter beschikking gesteld door WZH
Zo comfortabel mogelijk
erpleegkundige Jenike Eita neemt vanuit WZH Waterhof deel aan het Netwerkoverleg Palliatieve Zorg. ‘Het is fijn om met collega’s buiten WZH Waterhof te praten over het werk. Juist omdat het verschillende organisaties zijn, kun je elkaar inspireren
concurrenten van elkaar’
LISANNE VAN DALEN DE JEL, WZH
V
‘We zijn geen
Jenike Eita ontdekte pas in het hospice van WZH Waterhof wat “tijd hebben voor mensen” echt betekent. Na jaren gewerkt te hebben in het ziekenhuis begeleidt ze inmiddels bijna negen jaar cliënten en hun naasten stapje voor stapje op weg naar de dood. Ze vindt het een verademing om in het hospice van WZH Waterhof te werken. ‘Jaren ben ik vooral bezig geweest met het redden van mensen, het verlengen van levens. Hier proberen we gewoon van elke dag iets te maken. Als iemand een moment in de woonkamer is, of op een stoel kan zitten om naar buiten te kijken, zijn we al blij.’ Met de 24/7-aanwezigheid van een verpleegkundige in huis (en een arts op oproep) is er altijd de nodige medische zorg om het verblijf van cliënten zo comfortabel mogelijk te maken. Ook kan het hospice tijdelijk cliënten opvangen, bijvoorbeeld om de mantelzorgers te ontlasten of de cliënt in te stellen op de juiste pijnmedicatie.
Zorg voor naasten Zorg voor naasten, voor cliënten én hun familie en vrienden, is een belangrijk speerpunt in het beleid van WZH Waterhof. Jenike: ‘We maken gebruik van het protocol Zorgpad Stervensfase. Wanneer de stervensfase echt is ingetreden, gaan we puntsgewijs een lijst af. We letten op fysieke ongemakken, zoals benauwdheid, pijn en onrust en proberen die waar mogelijk te beperken. Ook controleren we wie er gebeld moet worden, of een cliënt graag geestelijk verzorging wil. En, heel belangrijk, we bespreken alles met de familie zodat we hen ook kunnen voorbereiden op het naderende overlijden. Na het overlijden begeleiden we de nabestaanden, van een telefoontje vlak na het overlijden tot een halfjaarlijkse herdenkingsdienst.’ De contacten met collega’s in andere organisaties vindt Jenike Eita heel waardevol. ‘Ik heb bijvoorbeeld materiaal over de zorg na overlijden overgenomen van een collega. We zijn geen concurrenten van elkaar, maar proberen met elkaar zo goed mogelijke palliatieve zorg in de regio te bieden.’ n TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
19
NETWErkTHEmA
Duidelijke afspraken
Samenwerking in de CVA-zorgketen Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. coördineert de CVA-zorgketen in regio Haaglanden en is lid van het landelijk Kennisnetwerk CVA. Huisarts Roland van Roosmalen, neurologen Arne Mosch en Ruud Keunen van het HagaZiekenhuis vertellen over de positieve effecten van de CVA-zorgketen. Ketencoördinator Monique Bergsma vertelt wat het doel van de keten is.
ELLY VAN SCHAIK, HAGAZIEKENHUIS
‘Het doel van de regionale CVA-zorgketen is patiënten met een Cerebraal Vasculair Accident (CVA oftewel beroerte) de juiste zorg op de juiste plaats op het juiste moment te geven,’ vertelt Monique Bergsma, ketencoördinator van het regionale netwerk. ‘Diverse zorgverleners in de CVA-zorg delen hun kennis en maken regionale transmurale afspraken om zo maximale kwaliteit van de ketenzorg te bewerkstelligen. Daarnaast is er een stuurgroep die aan de hand van cijfers de zorgketen stuurt. Het verschaft ons goed inzicht in de kwaliteit van de CVA-zorg in de regio.’
Snel en effectief Huisarts Roland van Roosmalen is sinds de oprichting betrokken bij de CVA-zorgketen. ‘Patiënten in regio Haaglanden worden in de acute fase, vergeleken bij tien jaar geleden, nu veel sneller en effectiever behandeld. Een snelle trombolysebehandeling (stolseloplossing), het verwijderen van het
stolsel via een katheter (trombectomie), de emboliebron wegnemen door een operatie of een stentplaatsing, maar ook de opname op de stroke-unit in het ziekenhuis en de verbeterde nazorg leiden tot een aanzienlijke grotere kans op volledig herstel na een CVA. Ook op langere termijn.’
Een CVA-patiënt op het Haga Spoedplein krijgt een
‘Er is afstemming in elke stap in de keten,’ vertelt neuroloog Ruud Keunen. ‘Er zijn afspraken tussen de ambulancezorg, ziekenhuizen, revalidatiecentra en verpleeghuizen over de logistiek van de zorg zoals waar de patiënt naar toe gaat. In de acute fase (7/24-uurszorg) bijvoorbeeld is tijd een cruciale factor. Hoe sneller een CVA-patiënt door de ambulancezorg naar het ziekenhuis wordt gebracht en behandeling krijgt, hoe meer kans op volledig herstel.’
Kwaliteit ‘Door de regionale samenwerking kan de kwaliteit van de CVA-zorg goed worden gemeten door het bijhouden van
Huisarts Roland van Roosmalen: ‘Symptoomherkenning van een TIA in de huisartsenpraktijk kan een CVA voorkomen.’
TRANS 20
jubileumnummer
Fotografie: Studio Oostrum
Maximale kwaliteit
NETWErkTHEmA
verbetert zorg aanzienlijk Roland van Roosmalen: ‘Voor ons huisartsen is het belangrijk om de symptomen van een TIA (tijdelijke uitval) te herkennen. Dat is niet altijd eenvoudig. Ik zie patiënten op mijn spreekuur met een bepaalde klacht. Met de deurknop al in de hand bij het weggaan krijg ik van de patiënt dan nog te horen: “O ja, dokter, het zal wel niets zijn, maar vorige week had ik een paar keer zo’n lam gevoel in mijn been en ik was duizelig en licht in mijn hoofd.” Dan gaan bij mij de alarmbellen rinkelen. Daar moet je als huisarts altijd alert op zijn.’
bijkomend risico hart- en vaatziekten.’ Arne Mosch: ‘Het streven is om de patiënt in een zo optimaal mogelijke conditie over te dragen aan de zorgverleners van de eerstelijnszorg. Elke stap of juist het niet nemen van een stap wordt met de patiënt en zijn familie besproken. Meer inzicht in elkaars werk verbetert de ketenzorg. Het is onze wens dat de ambulancezorg weer aansluit bij de zorgketen voor het regionaal overleg. Bijvoorbeeld voor de terugkoppeling van de belangrijkste eerste minuten. Uiteindelijk draait het om de beste zorg voor de patiënt.’
Toename CVA-patiënten
Verbeterde doorlooptijd
‘Door de toename van het aantal kwetsbare ouderen is er in de toekomst meer CVA-zorg nodig,’ vervolgt Roland. ‘We moeten daarom continu blijven werken aan het verbeteren van de CVA-zorgketen.’ Arne Mosch en Ruud Keunen delen die mening. ‘De CVAzorgketen krijgt een steeds grotere rol,’ vertelt Ruud Keunen. ‘Patiënten hebben meer chronische aandoeningen met als
Mede dankzij de CVA-zorgketen is de doorlooptijd in de gehele keten aanzienlijk verkort. Trombolyses vinden plaats binnen twintig minuten (waren uren). De opname op de stroke-unit is maximaal twee dagen en transfer naar verpleeghuis en revalidatiecentrum vindt plaats binnen een aantal dagen (waren weken). n
snelle behandeling, waardoor er meer kans is op volledig herstel.
kwaliteitsindicatoren,’ legt neuroloog Arne Mosch uit. ‘De ketenpartners kunnen daardoor proactief reageren om de schakels zo sterk mogelijk te houden. Ook niet onbelangrijk: er Tijdverlies is worden afspraken hersenverlies als met zorgverzekeeen CVA-patiënt raars en overheden gemaakt voor betaniet snel ling en toewijzing behandeld wordt van de zorg. De overplaatsing moet bijvoorbeeld snel gebeuren. Het natraject is belangrijk zoals het starten van de revalidatie, passende thuiszorg en begeleiding van patiënt en familie door de huisarts, CVA-verpleegkundige en maatschappelijk werker. Het draagt allemaal bij aan een betere en effectievere zorg.’
Fotografie: Studio Oostrum
Symptoomherkenning TIA
CVA Zorgketen Haaglanden CVA Zorgketen Haaglanden is een samenwerkingsverband tussen de volgende zorginstellingen: HagaZiekenhuis, MCH, Bronovo, Sophia Revalidatie, HWWZorg Vrederust-West, Florence Westhoff, Saffier De Residentie locatie Mechropa, WZH Prinsenhof, Florence thuiszorg en HWWZ thuiszorg.
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
21
NETWErkTHEmA
Haaglanden voorloper bij de transferpunten
Patiënt gaat boven eigenbelang Veel patiënten die het ziekenhuis verlaten, hebben nazorg nodig. Vaak is thuiszorg voldoende, soms is (al dan niet tijdelijk) verblijf in een verpleeghuis of hospice noodzakelijk. Zorgpartijen in de regio Haaglanden hebben in 2004 de transferpunten ingericht om de nazorg snel en goed te regelen. Vooral de patiënt heeft geprofiteerd van dit “paradepaardje” van de transmurale zorg.
NOËL HOUBEN, TEKSTSCHRIJVER HWW ZORG
Transferverpleegkundigen ‘Tien jaar geleden moesten patiënten soms wel vijf weken in het ziekenhuis blijven voordat ze terecht konden in een verpleeghuis’, blikt transferverpleegkundige Marka Satink van MCH Westeinde terug. ‘Nu melden zorgaanbieders meestal binnen een halfuur of er plaats is of niet. Patiënten schrikken er soms van dat het zo snel is geregeld!’ - ‘Een verpleegkundige op de afdeling deed het regelen van de nazorg er vroeger gewoon bij’, weet manager cliënteninstroom en –administratie Andrew Wagg van HWW Zorg. ‘Nu zijn er speciale transferverpleegkundigen die hier hun job van hebben gemaakt. Zij kennen de sociale kaart en worden voortdurend bijgeschoold. Dat scheelt enorm.’
Fotografie: Eva Collette
Samenwerking verloopt prima Alle ziekenhuizen, Sophia Revalidatie en Parnassia in de regio Haaglanden beschikken over een transferpunt. De transferpunten werken nauw samen met de thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen. De samenwerking verloopt
prima, geeft Marka aan. ‘De wens van de patiënt is altijd leidend. De meeste mensen willen bijvoorbeeld in hun eigen buurt naar een verpleeghuis als dat nodig is. Dan kijken wij welke organisatie hier het bij kan hel‘De wens beste pen. Andere pavan de patiënt tiënten willen weer een zorgverlener is leidend’ die gespecialiseerd is in de eigen culturele groep. Als er specialistische thuiszorg nodig is, valt de keus vaak op HWW Zorg of Florence. Weinig organisaties hebben die expertise in huis.’
Lichtend voorbeeld Ziekenhuizen in heel Nederland beschikken inmiddels over transferpunten. Stichting Transmurale Zorg Den Haag en de zorgpartijen in Haaglanden hebben een voortrekkersrol vervuld in deze ontwikkeling. Zo is informatiesysteem POINT in deze regio ontwikkeld. De applicatie ondersteunt de communicatie tussen de betrokken zorgpartijen
TRANS 22
jubileumnummer
rondom een patiënt, zodat iedereen steeds de meest actuele informatie over de patiënt heeft. Veel andere regio’s hebben POINT overgenomen. Haaglanden doet ook mee aan het Experiment regelarme instellingen van VWS. Transfer‘Patiënten verpleegkundigen en schrikken er zorgaanbieders regelen binnen dit experisoms van dat het ment zelf de indicatie zo snel is voor de nazorg: zonder tussenkomst van geregeld’ het CIZ dus. Maar vooral de onderlinge samenwerking binnen de transferpunten en in een speciale coördinatiegroep is een lichtend voorbeeld, stelt Andrew. ‘In de coördinatiegroep zijn de zieken-
huizen en vier grote zorgaanbieders in Den Haag vertegenwoordigd. Ik zit namens HWW Zorg in dit overleg. Door de eigen belangen los te laten, hebben we heel wat bereikt voor de patiënt. Zo werkt het niet overal. Wanneer de samenwerking met de ziekenhuizen minder soepel verloopt, gaat dat ten koste van de patiënt.’
Het goede behouden Samenwerken wordt in de toekomst alleen maar belangrijker, verwachten Marka en Andrew. De zorg gaat de komende jaren immers flink veranderen. Mensen moeten meer zelf doen en regelen. Ze kunnen alleen in uitzonderlijke gevallen nog terecht in een verpleeg- of verzorgingshuis. De financiële middelen
Fotografie: Eva Collette
NETWErkTHEmA
'Door de eigen belangen los te laten, hebben we heel wat bereikt voor de patiënt'
De transferpunten in cijfers De transferpunten registreerden in 2013 13.202 mensen voor nazorg in POINT. Dit waren er in 2006 nog maar 7.951. Zorgaanbieders reageerden vorig jaar in 98 procent van de gevallen binnen één dag op een verzoek om nazorg. Mede door die snelle reactie kon 96 procent van de patiënten het ziekenhuis binnen zeven dagen verlaten. Dat was acht jaar geleden nog maar 68 procent.
staan bovendien in de hele zorg onder druk. Het heeft grote gevolgen voor patiënten én zorgaanbieders. ‘De kunst is om alles wat we de afgelopen jaren hebben bereikt voor onze patiënten zoveel mogelijk te behouden’, zegt Marka. ‘Daarover moeten we met elkaar in gesprek gaan.’ Andrew: ‘De goede contacten die Stichting Transmurale Zorg heeft opgebouwd met het ministerie van VWS, komen hierbij van pas. We horen plannen daardoor vaak net wat eerder, kunnen hier en daar invloed uitoefenen. We gaan nu over naar iets nieuws. Dat is eng en ingrijpend, maar gaat vast ook kansen bieden. Toen er marktwerking in de zorg kwam, was dat ook spannend. Maar daardoor zijn er nu geen wachtlijsten meer.’ n TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
23
NETWErkTHEmA
Uitwisseling medische informatie kan kostenvriendelijk en volledig
Voorrang voor veilig e-mailen De uitrol van beveiligd e-mailen tussen de bij RSO Haaglanden rSO Haaglanden Onder Transmurale Zorg valt ook de verbinding tussen Zorg en ICT. Hiervoor is RSO Haaglanden opgericht. De deelnemers in RSO Haaglanden zijn dezelfde zorgorganisaties en zorgverleners als in de Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. Het ontwikkelen van uitgangspunten voor veilig mailen is één van de projecten in 2014. Ook de regionale afspraken en contracten over e-Verwijzen (ZorgDomein), e-Transfer (POINT) en Zorgmail vallen onder RSO Haaglanden.
aangesloten organisaties is in volle gang. De aanpak is gebaseerd op het voorstel dat Pieter van Gemeren, IT-architect bij Bronovo, schreef. Wat zijn de uitgangspunten van zijn voorstel? Nog belangrijker, wat zijn de voordelen voor de professionals die ermee te maken krijgen?
TOM DE HOOG, BRONOVO
Een groot aantal hulpverleners in de regio is al bezig met het inrichten van veilige communicatie.
Fotografie: Frank van der Berg
Eerst denken, dan doen ‘Ik ben een praktische man’, meldt Pieter van Gemeren. ‘Na vijf jaar in de nucleaire geneeskunde te hebben gewerkt, koos ik technische informatica als studie. Daarin ben ik inmiddels cum laude afgestudeerd. Bij Bronovo kwam ik in dienst als netwerkman op de ICT-afdeling. Ik weet dus hoe het voelt om ermee te werken en waar security issues liggen.’ Om het veilig mailen tussen hulpverleners te organiseren heeft de RSO Haaglanden in januari 2014 een bijeenkomst met de betrokkenen uit de instellingen georganiseerd. In deze bijeenkomst is de noodzaak van veilig mailen in de regio expliciet bevestigd en zijn de verschillende mogelijkheden om dit te realiseren besproken. Met de ervaring en opgedane kennis van Pieter van Gemeren en de input uit deze bijeenkomst heeft Pieter een voorstel geformuleerd voor de beveiliging van het e-mailverkeer tussen de bij de RSO Haaglanden aangesloten partijen. Dit voorstel vond veel bijval.
TRANS 24
jubileumnummer
NETWErkTHEmA
veilig
Het voorstel van Pieter van Gemeren beschrijft een veilige, laagdrempelige en kostenvriendelijke manier voor het verzenden van e-mail tussen hulpverleners die zijn aangesloten bij RSO Haaglanden. Hij gaat daar graag nader op in. ‘Het van oudsher door iedereen gebruikte Simple Mail Transport Protocol (SMTP) is niet beveiligd. E-mail kan dus worden “gelezen” door derden en we weten uit het nieuws dat er bedrijven en overheden zijn die dat maar al te graag doen. Voor de uitwisseling van vertrouwelijke en persoonlijke informatie is het dus belangrijk om beveiliging toe te passen. Bovendien is er Gebruikers een wettelijke verplichting (Wbp) voor de afscherming hoeven er van dergelijke informatie. De niets voor bij oplossing is om e-mail te versleutelen (encryption). Dat te leren gaat eigenlijk op dezelfde manier als waarop banken dat doen en daarvoor wordt het HTTPS-protocol gebruikt. De ‘S’ daarin staat voor ‘Secure’ en voor de versleuteling van informatie.’ Veilig e-mailen van domein naar domein Wat is er technisch gezien nodig om beveiligd te kunnen verzenden? ‘Zo goed als alle bij RSO Haaglanden aangesloten partijen hebben een eigen domein op internet en een eigen mailserver. Dat maakt het mogelijk om met gebruik van het (Transport Layer Security) TLS-protocol versleuteld informatie via e-mail uit te wisselen tussen die domeinen. Om de authenticiteit – dat je bent wie je zegt dat je bent – van zo’n domein te kunnen garanderen is een certificaat nodig. Nu werken
de meeste organisaties binnen RSO Haaglanden met Microsoft Exchange en dat maakt zelfs een verdergaande beveiliging mogelijk van het e-mailverkeer. Dan doel ik op geheel verplicht versleuteld versturen, waarbij het onmogelijk is zonder versleuteling mail te verzenden’, aldus Pieter van Gemeren. Een groot aantal hulpverleners in de regio kan veilig mailen volgens het TLS-protocol en is reeds bezig met het inrichten van veilige communicatie. Fotografie: Frank van der Berg
Van onbeveiligd naar secure
Geen hindernissen Een belangrijk aspect bij beveiligd verzenden van e-mail is in hoeverre dat ingrijpt in bekende mailroutines. ‘Als het ingewikkeld wordt om te mailen, roept dat weerstanden op’, zegt Pieter van Gemeren. ‘Artsen zitten er niet op te wachten om weer een nieuw programma te leren, waarbij ze bovendien met een inlog en met wachtwoorden moeten gaan werken. Dat kost tijd en geeft irritaties. Het mooie van het voorstel voor e-mailverkeer van domein naar domein – en dat betreft zo’n zeventig procent van het e-mailverkeer met medische gegevens – is dat de mensen die het gebruiken daar niets voor hoeven bij te leren. De versleuteling van data gebeurt in de achtergrond.’
Over de kosten Over de kosten van zijn plan kan Pieter van Gemeren melden dat die beperkt zijn: ‘Voor de domeinen die met elkaar secure mailen is een certificaat nodig. Daarvan zijn de kosten beperkt. Alleen bij versleuteld e-mailen naar partijen buiten die domeinen, bijvoorbeeld
Wanneer iets te ingewikkeld wordt, roept dat weerstand op huisartsen of individuele patiënten, is wellicht speciale emailsoftware nodig. Dat type software is echter kostbaar. Met het voorstel is juist geprobeerd de aangesloten partijen duizenden euro’s te laten besparen door het inzetten van al aanwezige apparatuur en software.’ n TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
25
NETWErkTHEmA
Zorg en welzijn in Netwerk Dementie
‘Samenwerking leidt tot kruisbestuiving’ Stilstaan bij 15 jaar Stichting Transmurale Zorg laat een scala aan ontwikkelingen zien waar Transmurale Zorg een bijdrage aan heeft geleverd. Met Wil van der Steen, locatiemanager van woon- en behandelcentrum De Lozerhof en Margo van der Salm, ouderenconsulent bij welzijnsorganisatie MOOI gaan we in op de samenwerking binnen het Netwerk Dementie.
Samen beginnende dementie opsporen
RIA VAN HAAFTEN, SAFFIER DE RESIDENTIEGROEP EN SANDRA SPRONK, XTRA
De blik verbreden Het Netwerk Dementie bevordert de samenhang in de zorg en ondersteuning aan cliënten met dementie en hun mantelzorgers. Wil van der Steen en Margo van der Salm zijn enthousiast over de ervaringen en resultaten. De verhoging van het kennisniveau binnen het netwerk is de afgelopen jaren zeer
Wil van der Steen
klaarzetten, opdekken en daarna samen gaan eten.’ Margo vindt dat er echt sprake is van kruisbestuiving. ‘Dit voordeel moeten we niet onderschatten. Wij leren veel van elkaar.’
waardevol gebleken. Wil: ‘De casemanagers bijvoorbeeld, hebben hier veel profijt van gehad. Hun functie is nu echt erkend en er is een opleiding voor hen ontwikkeld. De casemanager heeft de regiefunctie in de thuissituatie, vanaf het moment van constateren van dementie tot opname in een verpleeghuis of het overlijden van de cliënt.’ De samenwerking in het netwerk levert ook nieuwe inzichten op, vertelt Wil: ‘Een van de netwerkpartners is welzijn. Hun ouderenconsulenten en mantelzorgondersteuners spreken de bewoners aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Dat doen wij veel minder, want wij gaan meer uit van zorg. Een voorbeeld is hoe we een maaltijd voorbereiden. Onze cliënten zitten te wachten aan de gedekte tafel tot de maaltijd wordt geserveerd. In een ontmoetingscentrum zoals De Lozerhof, zie je dat de bewoners eerst gezamenlijk spullen
De een-op-een samenwerking tussen casemanagers en ouderenconsulenten vindt met name plaats in de “niet pluisfase”. Margo vertelt: ‘Wij zetten getrainde vrijwilligers in in samenwerking met ouderenconsulenten om
Het ontmoetingscentrum wordt door de bezoekers meer gezien als
TRANS 26
jubileumnummer
De Lozerhof aan het Randveen zit zo’n ontmoetingscentrum, waar Saffier De Residentie, locatie De Lozerhof, MOOI Escamp en de Haagse vrijwilligerscentrale PEP samenwerken. Wil: ‘Om het laagdrempelig te houden is het centrum niet ín maar naast De Lozerhof gevestigd. Voor de bezoekers is dat prettig, want ze willen nog helemaal niet gekoppeld worden aan een verpleeghuis.’ Margo ziet dat het ontmoetingscentrum door de bezoekers meer wordt gezien als een club met gelijkgestemden dan een zorginstelling. Dit zorgt voor herkenning en geeft ontspanning.
Verbinding blijven zoeken
Ontmoetingscentrum als club met gelijkgestemden
een club met gelijkgestemden
Fotografie ter beschikking gesteld door Saffier De Residentie
Verspreid over de stad liggen veertien ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Naast
In dit ontmoetingscentrum worden de voordelen van kennis delen en kruisbestuiving tussen zorg en welzijn direct zichtbaar. Het ontmoetingscentrum heeft een klein, vast, professioneel team dat zowel de mensen met dementie als de mantelzorgers begeleidt. Waar nodig wordt casemanagement geboden en multidisciplinaire zorg georganiseerd. MOOI heeft veel ervaring met het mobiliseren van mensen in de wijk om samen iets te ondernemen. Dat leidt in de samenwerking met de casemanagers tot inspirerende bijeenkomsten en activiteiten.
‘We leren veel van elkaar’ Wil van der Steen wijst op de tuin bij De Lozerhof als verbindende factor. Leerlingen van een VMBO school in de buurt komen wekelijks langs om samen met vrijwilligers en bezoekers van het ontmoetingscentrum in de tuin te helpen. Die ontmoetingen zijn erg waardevol. Margo van der Salm sluit ten slotte af:
NETWErkTHEmA
op huisbezoek te gaan bij kwetsbare ouderen.’ Het Netwerk Dementie heeft een signaleringskaartje ontwikkeld voor mensen in de “niet pluis-fase”. Dit is een praktisch kaartje met signalen die kunnen wijzen op dementie, en informatie hoe te handelen. Een handige tool voor de vrijwilliger en de ouderenconsulenten. Bij duidelijke geheugenproblemen en vermoeden van dementie kunnen zij een casemanager inschakelen. Casemanager Marja Vellinga schuift even aan en zegt: ‘Er is goed contact met de ouderenconsulenten. Samen zijn we erop gericht de kwetsbare oudere en diens mantelzorgers goed te ondersteunen.’
Margo van der Salm
‘Als mensen met geheugenproblemen en dementie bezig blijven met wat ze nog wél kunnen, bevordert dat een positief zelfbeeld en voelen zij zich lekkerder in hun vel.’ Ook voor mantelzorgers is het ontmoetingscentrum een prettige plek, waar zij hun ervaringen kwijt kunnen en anderen ontmoeten die iets vergelijkbaars doormaken als zij. En dat is erg fijn als er zoveel dingen veranderen in het leven waar je zelf geen invloed op hebt.’ n
kenniskring mantelzorg Deze kenniskring van de Stichting Transmurale Zorg organiseert regelmatig kennisbijeenkomsten voor zorgprofessionals. De Kenniskring Mantelzorg heeft de zogenaamde instrumentenkoffer ontwikkeld: een verzameling documenten die de communicatie tussen zorgprofessionals en de mantelzorger ondersteunt en verbetert. Ervaringen van binnen en buiten de regio Den Haag zijn hierin gebundeld.
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
27
Ouderbegeleiding wérkt
De Stichting Anton Constandse begeleidt meer ouders Foto ter beschikking gesteld door de Stichting Anton Constandse
Ouders van jongeren in een beschermende woonvorm krijgen al sinds jaar en dag begeleiding vanuit de Stichting Anton Constandse. Nu is er ook begeleiding aan ouders van jongeren die nog of weer thuiswonen. Psycholoog Eveline Fortanier coördineert het project. STEF VAN DELFT
Sneller herstel
Draagkracht vergroten
‘Ouderbegeleiding is effectief. Onderzoeken bewijzen telkens weer dat jongeren met psychiatrische problemen sneller herstellen wanneer de ouders worden meegenomen in het herstelproces’, zegt Eveline Fortanier. Zij is psycholoog bij de Stichting Anton Constandse
Het gaat om ouders van in totaal zo’n zeventig jongeren. De ambulante teams van de Stichting Anton Constandse hebben daarom een flink deel van de ouderbegeleiding op zich genomen. Eveline Fortanier coördineert en ondersteunt daar waar nodig.
Doel is relatie tussen ouders en kind te verbeteren en een van de ouderbegeleiders. Tot nu toe richt de aandacht zich vooral op ouders van jongeren die al in een van de locaties van de Stichting Anton Constandse wonen. ‘Maar we begeleiden nu ook de ouders van jongeren op onze wachtlijst. Hetzelfde geldt voor ouders van jongeren die ambulant worden begeleid, of die na een verblijf in een van onze locaties terugkeren naar huis’, zegt Eveline Fortanier. ‘Dan ondersteunen we ouders in hun rol als mantelzorger.’
Doel van ouderbegeleiding is ouders handvatten te bieden in de omgang met hun kind om zo hun draagkracht te vergroten. Vaak worstelen ze al tijden met de zorgen om hun kind, wat gemakkelijk tot overbelasting leidt. Een luisterend oor, psycho-educatie, de soms typische reacties van hun kind verduidelijken: het zijn allemaal onderdelen van begeleiding. Doel is vaak ook de relatie tussen ouders en kind te verbeteren en het wederzijds onbegrip te verminderen. ‘Dat doen we zonder oordelen te vellen, door
ons onpartijdig op te stellen tussen ouders en kind. Het is telkens maatwerk.’
Lotgenoten ontmoeten Soms is het nodig verwachtingen bij te stellen. ‘Ouders van een jongere met autisme verbazen zich er weleens over dat hun kind van 18 nog “zo jong” is’, zegt Eveline. ‘Kenmerk van autisme is dat deze jongeren vaak emotioneel jonger zijn. Het helpt wanneer ouders zich dat realiseren.’ De ervaring leert dat verreweg de meeste ouders begeleiding op prijs stellen. Ook de thema-avonden voor hen scoren hoog. Want het is altijd prettig lotgenoten te ontmoeten. n
TRANS 28
jubileumnummer
Hoe je de zorg rond EPA patiënten goed organiseert
Ervaringen met FACT De zorg voor patiënten in de eigen omgeving vervangt steeds meer het verblijf in een instelling. GGZ Haagstreek/Zoetermeer, onderdeel van Rivierduinen, heeft daarom ambulante wijkteams. Deze bieden geestelijke gezondheidszorg aan patiënten met een Ernstige Psychiatrische Aandoening (EPA) die op zichzelf wonen. De wijkteams hanteren hiervoor de FACT methode (Flexible Assertive Community Treatment). Deze methode is zeer effectief bij behandeling van EPA patiënten buiten het ziekenhuis.
GGZ HAAGSTREEK/ZOETERMEER, RIVIERDUINEN
Wat is er zo bijzonder aan de FACT methode? Jeroen Vroon, SPV (Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige) en coördinator van een van de wijkteams: ‘Het FACT model organiseert de zorg rondom Complexe deze patiënten en problemen op heeft als doel patiënten met continuïteit verschillende te begeleiden, behanlevensgebieden delen en te ondersteunen in hun herstel. FACT maakt het mogelijk om naar behoefte flexibel op- en af te schalen. We werken in “outreachende” teams die waar nodig naar patiënten thuis gaan. De teams zijn multidisciplinair en bestaan uit een psychiater, psycholoog, SPV, verpleegkundige, ervaringsdeskundige, maatschappelijk werker en een jobcoach. Dit moet ook wel, want de problemen die we tegenkomen zijn complex en op verschillende levensgebieden. Denk aan
moeilijkheden op het gebied van financiën, huisvesting, dagbesteding, school of werk.’
Samenwerking in de regio Wijkgerichte zorg stoelt op samenwerking. Dit geldt niet alleen binnen deze wijkteams en Rivierduinen zelf, maar zeker ook voor de samenwerking met andere zorgverleners in de regio. Jeroen Vroon: ‘We maken afspraken met bijvoorbeeld huisartsen, politie, woningcorporaties en met de sociale wijkteams van gemeenten. We bieden hun bijvoorbeeld advies en deskundigheidsbevordering. Met andere zorginstellingen maken we goede afspraken over intensivering van de samenwerking. Bij doorverwijzing van een patiënt zijn de lijnen hierdoor korter en loopt dit proces veel sneller.’
Herstelgerichte zorg FACT zorg is herstelgericht. Er wordt onderscheid gemaakt in persoonlijk,
Jeroen Vroon, coördinator wijkteam
Foto: GGZ Haagstreek/Zoetermeer
Flexibel en multidisciplinair
maatschappelijk en klinisch herstel. Jeroen Vroon: ‘De herstelgerichte aanpak geeft onze zorg een positieve doelstelling. We kijken naar wat er wèl mogelijk is bij een patiënt. Daarnaast geeft dit organisatiemodel ook de behandelaars houvast bij behandeling van deze complexe groep. Het is een mooi middel om onze kwaliteit van zorg en de tevredenheid van patiënten nog verder te verhogen!’ n TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
29
TRANS DEN HAAG TRANSMURAAL
WoonZorgcentra Haaglanden
mr. L.E. Visserhuis, joods wooncentrum
Contactpersonen redactie Bronovo-Nebo
HWW Zorg
Christine le Roy www.bronovo.nl
Jürgen Burkhardt, Anneke de Lange www.hwwzorg.nl
Cardia
kNmP departement Den Haag
Cato wonen welzijn zorg
Parnassia specialist in psychiatrie
Marleen Otoide-Vree www.cardia.nl
Pieter Sipkes www.knmp.nl
Tessa van Leeuwaarden www.centrumbezuidenhout.nl
Kaat van der Weide www.parnassia.nl
Stichting Anton Constandse
respect Zorggroep
Ian Plug www.stichtingantonconstandse.nl
Kim van Bemmel-Roeleveld www.respectzorggroep.nl
Stichting Eykenburg
Saffier De residentiegroep
Annelies van Geest www.eykenburg.nl
Ria van Haaften www.saffierderesidentie.nl
Florence
Sophia revalidatie
Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken Jaargang 16, nummer 2 juni (2014) TranS is een uitgave van de Stichting Transmurale Zorg. De Stichting bevordert de kennisuitwisseling en samenwerking tussen een aantal zorgorganisaties in de Haagse regio. Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken mia van Leeuwen (directeur) monique Bergsma (contactpersoon redactie) Loosduinseweg 55, 2571 AA Den Haag (070) 700 00 77 www.transmuralezorg.nl Volg ons op t @Transmuralezorg LinkedIn Groep transmurale zorg en subgroep medicatieveiligheid Inlichtingen en adreswijzigingen:
[email protected]
Eddy Lieferink, Loes Kwint www.florence.nl
Betsy Nieuwhof www.sophiarevalidatie.nl
Gemiva-SVG Groep
mr. L.E. Visserhuis
GGZ Haagstreek/Zoetermeer
WZH
Vormgeving en productie Graphicom International, Pijnacker,
[email protected]
HagaZiekenhuis
Xtra
Distributie Zorgorganisaties die participeren in de Stichting, ontvangen TranS gratis. Losse nummers kunnen uitsluitend op aanvraag toegezonden worden.
Hans van Amstel www.gemiva-svg.nl
Marieke Huffenreuter www.rivierduinen.nl
Bart van Wolferen, Elly van Schaik www.hagaziekenhuis.nl
Wim Moll www.jbc-visserhuis.nl
Nikki Vader, Lisanne van der Ploeg www.wzh.nl Sandra Spronk www.xtra.nl
Huisartsen kring Haaglanden Henriëtte Dekkers www.kringhaaglanden.nl
Hoofdredactie marieke keur Tekst & advies
[email protected] (070) 350 61 39
kopij kopij vanuit de participerende organisaties kan voorgedragen worden via de contactpersonen van de redactieadviescommissie. © 2014 Alle rechten voorbehouden. Verspreiding van artikelen uitsluitend in overleg met de redactie.
www.transmuralezorg.nl
ISSN: 1873 - 8907
Formulier ondersteunt overdracht tussen casemanager en huisarts
Cardia onderzoekt veilige zorgrelatie
Een werkgroep van het Netwerk Dementie van Transmurale Zorg heeft in pilots de informatie-uitwisseling met vertegenwoordigers van de doelgroep besproken en getest. Het resultaat hiervan is een afgestemde informatiebehoefte en een rapportageformulier voor een standaard informatieoverdracht van de casemanager naar de huisarts. Cato werkt daar inmiddels mee. Lion Bovelander, casemanager dementie bij Cato en lid van de transmurale werkgroep: ‘Om de zorgverlening te optimaliseren werken we aan een goed contact en goede communicatie met de huisarts, als eindverantwoordelijke voor de medische zorg thuis. Het is een van mijn taakstellingen om een intensievere samenwerking op gang te brengen. De werkgroep “Communicatie en organisatie op één lijn” van het Netwerk Dementie heeft een standaard rapportageformulier ontwikkeld dat de overdracht regelt tussen casemanager en huisarts. Dit formulier is gepresenteerd op de netwerkbijeenkomst Casemanagement op 14 februari jl. Inmiddels gebruiken mijn collega-casemanager en ik dit formulier en hebben we het opgenomen in onze werkwijze.’
Cliënten en hun familie moeten erop kunnen vertrouwen dat cliënten in veilige handen zijn in een zorgorganisatie. Veiligheid is immers de kern van de relatie tussen de cliënt en de medewerker of vrijwilliger. Toch gaat het wel eens mis. Hoe kun je dat voorkomen en wat moet je doen als het zich toch voordoet? Cardia onderzoekt deze lastige vragen in de landelijke pilot Veilige zorgrelatie. De (concept)leidraad Veilige zorgrelatie is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van VWS. Deze richt zich op álle vormen van grensoverschrijdend gedrag binnen élke zorgrelatie: dus niet alleen thuis, maar ook in zorgorganisaties. Het gaat dan bijvoorbeeld om schelden, negeren, dreigen of knijpen en kan ontaarden in mishandeling of verwaarlozing. De leidraad geeft een handreiking aan organisaties in de langdurige zorg voor beleid en afspraken hierover. Verder bevat deze aanbevelingen voor bewustwording, preventie en interventie wanneer zich iets voordoet. Medewerkers van Cardia worden getraind op verschillende onderdelen uit de leidraad. Cardia verzorgt hierover op 12 juni een workshop op de studiemiddag Aanpak ouderenmishandeling, georganiseerd door de GGD Haaglanden. Daarnaast deelt Annelies Kloppenborg, regiomanager en projectleider, haar ervaringen in het Netwerk Dementie.
Richtlijn Medicatieoverdracht: Sophia Revalidatie gebruikt nieuw AMO In 2011 zijn er vanuit Transmurale Zorg ketenbijeenkomsten georganiseerd in het kader van de Richtlijn Medicatieoverdracht. Er werd vruchtbaar gebruikgemaakt van ieders kennis en kunde binnen de keten. Liesbeth Bosma (Ziekenhuisapotheker Haagse Ziekenhuizen) en Manja Westerbeek (Etagemanager Sophia Revalidatie) hebben vervolgens een AMO (Actueel MedicatieOverzicht) ontwikkeld volgens de richtlijn, die eenvoudig via het EVS (Elektronisch VoorschrijfSysteem) kan worden uitgeprint. Sophia Revalidatie maakt inmiddels naar tevredenheid gebruik van dit AMO. Bij overplaatsing en ontslag krijgt de patiënt dit mee. Ook gebruiken patiënten tijdens de opname dit overzicht als ze moeten leren zelf hun medicatie te beheren en in te nemen. Dit komt de patiëntveiligheid ten goede.
Anne Kramer, medewerker beleid & kwaliteit: ‘Meedoen aan de pilot heeft Cardia veel opgeleverd door de uitwisseling van ideeën, werkwijzen en uitdagingen met andere organisaties.'
Foto: Marleen Otoide-Vree
ACTUEEL IN HET NETWERK
TRANS
15 jaar transmurale zorg Den Haag e.o.
31
Tweets
@Transmuralezorg Jaarverslag 2013 digitaal beschikbaar, korte weergave van activiteiten overzichtelijk bij elkaar. http://transmuralezorg.nl/ @Transmuralezorg Mini-symposium 'Het vergezicht van de mantelzorger' op 24 juni a.s. Uitnodiging en aanmelden op www.transmuralezorg.nl @Transmuralezorg Netwerk Palliatieve Zorg organiseert samen met Netwerk Dementie symposium op 17 juni in theater Dakota http://transmuralezorg.nl/denhaag/agenda @ChangingHC Mooi voorbeeld van inzet social media: Club van Frisse Ouders op facebook https://www.facebook.com/clubvanfrisseouders @VilansNL Vilans bracht bij 8 zorgorganisaties in kaart hoe zij zelfredzaamheid bij cliënten stimuleren. Download het rapport www.zorgvoorbeter.nl @ZorgTweet VGN: Begeleiding en behandeling gezinnen van kind met NAH succesvol www.vgn.nl @dakloos Meer dan 5 zakken? In de regio 070 komen we je overtollige kleding graag halen! @pakkiedeftig @Blogboekcom Met frisse moed en energie gaan we weer nieuwe samenwerkingen aan deze week. Blijft leuk, het spel van veranderen en meebewegen.
COLUMN Goed om te horen De bruine bakstenen muur met de grijze rechthoekige voegen is het uitzicht van haar kamer naar de gang. Een plaatje van een vaas met bloemen zit gevangen achter spiegelend glas in een witte lijst. Ze wacht op mij, met haar gegipste been echt vooruit op een steun van de rolstoel. Mijn moeder. ‘Gelukkig mag ik naar huis’, zegt ze, nadat ik haar heb begroet. ‘Het was thuis met dat been niet gelukt, maar ik wil echt graag naar huis, begrijp je? Zo leuk is het hier nu ook weer niet en dat beetje fysiotherapie stelt immers niet veel voor. Ik ben daar geloof ik niet meer voor verzekerd.’ Foto: Jan Bakker
@twaaltjes Zijn wereld wordt steeds kleiner. Eerst de stad, toen de wijk, daarna de straat en nu alleen zijn huiskamer en de slaapkamer, tien passen.
We drinken een laatste kop koffie, schudden handen en laten de kortverblijfafdeling in het voormalige verzorgingshuis achter ons. Met de gehuurde rolstoel en de destijds aangeschafte rollator van pa achterin de auto. De “hulp”, zoals mijn moeder de huishoudelijke ondersteuning consequent noemt, gaat spoedig starten. De buren brengen bloemen. Brieven en brochures van het CAK, het CIZ en de zorgorganisatie liggen opgestapeld te wachten. Regelmatig doet mijn moeder verslag over gesprekken die ze voert met de gemeente over de inzet van de huishoudelijke hulp, met de zorgorganisatie over de verzorging en met de praktijk voor fysiotherapie over hoe te oefenen en vooral ook waar? Elke zondag praat ze me bij over haar belevenissen op dit vlak. Steeds vaker overhandigt ze me een stapel post. ‘Wil jij die rekeningen betalen met de computer? En weet jij waarom die gemeente wil weten hoeveel kinderen ik heb en waar ze wonen? Wat is dat voor flauwekul, ik begrijp het niet, ik heb nog nooit wat gevraagd aan ze.’ Mijn moeder, een krasse en zelfstandige dame van 83 jaar, heeft in drie maanden contact gehad met een kliniek voor orthopedie, twee ziekenhuizen, de huisartsenpraktijk, het laboratorium, de apotheek, de fysiotherapie, de afdeling Kort verblijf, de thuiszorgwinkel, een internetwinkel voor speciale schoenen, het WMO loket, het CAK en diverse specialisten. Blijf dan maar eens rustig. Een nieuwe heup en een herstelde beenbreuk verder loopt ze, weliswaar met de rollator van pa, zelfstandig en is ze thuis. Bij het schoonhouden van haar woning wordt ze geholpen. ‘Je weet, mijn huisje is mijn alles maar het moet wel schoon zijn. Ik heb nu een frisse leuke meid. Ze heeft gezegd dat ze bij me mag blijven, daar ben ik zo blij mee.’ Ik leg mijn hand even op de hare, sta op en pak de post. ‘Dat is goed om te horen ma. Dat is echt goed om te horen.’ n
Bram Schinkelshoek