FOCUS HAAGLANDEN jaargang 4
[
ZOR : A M T HE
G
]
Den Haag Rode Kruis-stad 2008 Interview met Martje van Nes, Nederlands Rode Kruis
Deetman naar Raad van State Interview met een prominent Haaglands bestuurder
Midgaard opent haar poorten Integrale aanpak Jeugdzorg
Project ICT in de Zorg Zorginstellingen werken samen aan ondersteunende ICT
WINTER 2007 Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
4
FOCUS HAAGLANDEN Inhoudsopgave
6
14
In dit nummer
pagina
15
5
GHOR krijgt steeds prominentere rol in veiligheidsveld
17
Deetman over het belang van de regio Haaglanden
8
De wereld achter sirene en zwaailicht
18
De Stelling
9
Unieke Haagse regeling ‘Brandveilig gebouw’
20
KvK stimuleert regio voor goed economisch klimaat
10
Haagse Hogeschool staat midden in zorg-werkveld
21
In the picture
16
Zoetermeer levert gemotiveerde werkzoekenden
22
Kort in de regio
32
Patiënt centraal in project Zorg en ICT
24
Europees Jaar van de Interculturele Dialoog
34
Grontmij: schoner ziekenhuis, schoner milieu
26
Column Luigi van Leeuwen
35
Haagse campagne Natuurlijk: gezond!
28
Actieprogramma Gezond Gewicht
29
USG Capacity en werving van zorgpersoneel
30
Vesteda werkt samen met zorgaanbieders
31
pagina
Martje van Nes over Den Haag Rode Kruis-stad 2008
6
Jeugdzorg: Midgaard doorbreekt grenzen hulpaanbod
Voor meer informatie: www.htm.net of HTM Consumentenlijn 070 - 3848 666.
EU Week ‘Vertil je niet!’
Voorwoord
Thema Zorg
Goed openbaar vervoer in een stad is een levensvoorwaarde. Zonder goed openbaar vervoer slibt de stad dicht en verliest zijn aantrekkingskracht op bedrijven, bewoners en bezoekers. HTM probeert zoveel mogelijk reizigers te laten zien dat openbaar vervoer een goed alternatief voor de auto kan zijn. ‘s Ochtends, ‘s middags, ‘s avonds, in het weekend en ook ‘s nachts. Met goede verbindingen naar winkelcentra, scholen, ziekenhuizen, bedrijfsterreinen of Vinexlocaties, biedt het openbaar vervoer altijd een oplossing. Openbaar vervoer in de stad gaat verder dan het rijden van trams, bussen en lightrailvoertuigen. Een betrokken vervoerbedrijf heeft oog voor de omgeving en neemt actief deel aan sociale en maatschappelijke ontwikkelingen. HTM ziet voor zichzelf een rol in de economie, het sociale leven, de (sociale) veiligheid, de zorg voor een aantrekkelijke leefomgeving, de organisatie van evenementen, etc. Op die manier werkt HTM mee aan een leefbare stad.
26
12
29
WINTER Jeugdformaat pakt groeiende behoefte jeugdzorg aan
13
Sara Kroos, ambassadrice Week van de JeugdZorg
14
3
31
Colofon
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van het Stadsgewest Haaglanden, de Kamer van Koophandel, de Hulpverleningsregio Haaglanden en de Politie Haaglanden. Dit nummer is mede tot stand gekomen dankzij redactionele bijdragen van de Gemeente Den Haag en de Gemeente Delft. Redactieadres Stadsgewest Haaglanden Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Tel: 070 7501500 Fax: 070 7501501 E-mail:
[email protected] www.focushaaglanden.nl
Concept, uitgave en vormgeving Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
Aan dit nummer werkten mee Tekst: Joyce Adriaansen, Brigitte Beeks, Eduardo van den Berg, Susanne Boerhof, Anne Geert Bosma, Ingeborg Hofstede, Marinka Klaassen, Winneke Kok, Chris Lieshout, Hans Oerlemans, Luigi van Leeuwen, Miriam van der Meyde, Gemma Schoot, Anneke Verbraeken, Nico Wortel. Fotografie: Ed Blok, Remco Bordewijk, Sicco van Grieken, Alex de Groot, Martien de Man, Peter Oosterhout, Hans van Oostrum, René Oudshoorn, Elly van Schaik, Hugo Thomassen. Druk DeltaHage grafische dienstverlening Oplage 5.000 exemplaren Commerciële exploitatie Actorion Communicatie Adviseurs, tel. 026 - 443 82 87 Abonneren www.focushaaglanden.nl
Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie. Uitgave Winter 2007 Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt medio maart 2008. Het overkoepelend thema is Ruimte. Kijk voor meer informatie op www.focushaaglanden.nl. Op de voorpagina Martje van Nes, Senior Fondsenwerver voor het Nederlandse Rode Kruis. Fotografie: Sicco van Grieken Partners Actorion Communicatie Adviseurs, Velp Grontmij, Waddinxveen HTM, Den Haag USG Capacity Vesteda, Den Haag Wilkens C.S. Leiderdorp
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN
!1$-&ª#$ª1$24+3 3&$1("'3$ª$-ª ./$-ª.5$1'$(#ª(-ª/1 *3()*ª,$3
Zorg Zorg vraagt voortdurend onze aandacht, economische groei of niet. Het is dan ook het centrale thema van deze editie van Focus Haaglanden. De gemeente Den Haag combineert haar hoedanigheid als internationale stad van vrede en veiligheid met de titel ‘Rode Kruis-stad’ die zij vanaf 1 september 2007 een jaar mag dragen. De Haagse bewoners, organisaties en instellingen geven aan deze titel vorm door geld in te zamelen voor slachtoffers in oorlogsgebieden in Afrika. Het Rode Kruis helpt daar met voedsel, medicijnen en onderdak.
5
Aanrijtijden van ambulances zijn al geruime tijd een bron van zorg. Het wordt op de dichtgeslibde wegen steeds lastiger binnen de deadline van vijftien minuten te blijven. De bestaande organisatie van de ambulancezorg gaat daarom op de schop. De Kamer van Koophandel bepleit eveneens betere doorstroming van het verkeer binnen de regio, maar dan vooral uit economische motieven.
ª !$+$(#ª(-ª!$$+# qªª HRªDDMªETMBSHNM@KHSDHSªNOªCDªVDARHSDªU@MªFDLDDMSDMª ª OQNUHMBHDRªRS@CRQDFHNR qªª AQDMFSªCDªRODDQOTMSDMªTHSªGDSªBNKKDFDOQNFQ@LL@ªHMªADDKC qªª K@@SªCDªUNNQSF@MFªC@@QU@MªYHDMªFDQD@KHRDDQCª@BSTDDKª ª DMªMNFªSDªQD@KHRDQDMªADKDHC qªª FDAQTHJSªCDªGTHRRSHIKJKDTQDMªU@MªCDªNOCQ@BGSFDUDQ ª ª
ª #$ª!41&$1 qªª UHMCSªHMªDDMªO@@QªJKHJJDMªYHIMªVDFªCNNQªGDSªADKDHCR ª OQNFQ@LL@ qªª YHDSªO@JJDMCªADDKCL@SDQH@@KªDMªJNQSDªCTHCDKHIJDªSDJRSDM qªª J@MªCNNQJKHJJDMªM@@QªCNVMKN@CR qªª J@MªQD@FDQDMªNOªV@SªGHIªKDDRSª
ª /1.#4"35$12($2 qªª A@RHRO@JJDS qªª OKTRO@JJDS
ª (,/+$,$-3 3($ qªª OKTFª@MCªOK@X ª ª !DKDHCªHMª!DDKCªHRªDDMªBNMBDOSªU@Mª BSNQHNMª"NLLTMHB@SHDª CUHRDTQRªHMª 5DKOªVVV @BSNQHNM MK ª&DÓMSDQDRRDDQCª!DKªªªªªDMªUQ@@Fª M@@Qª/DSDQª2LHSªNEª,@QKNDRª!NQFL@M
Media plaatsen jeugdzorg regelmatig in de schijnwerpers. Focus Haaglanden doet dat in deze editie ook en heeft daar goede redenen voor. Stichting Jeugdformaat, een organisatie voor jeugdhulpverlening, slaagt er bijvoorbeeld in de wachtlijsten heel kort te houden. Dat is een prestatie omdat de vraag naar zorg snel toeneemt. Ander goed nieuws uit de jeugdzorg is dat Haaglanden aan vijftig jongeren, die op civielrechtelijke gronden in een gesloten inrichting moeten worden ondergebracht, passend onderdak kan aanbieden. Zij hoeven niet langer bij gebrek aan beter naar de jeugdgevangenis. Stadsgewest Haaglanden, verantwoordelijk voor het regionaal beleid en financiering van jeugdzorg, gaat deze capaciteit de komende jaren uitbreiden. Een geheel andere vorm van zorgverlening is de manier waarop de gemeente Zoetermeer samen met het bedrijfsleven langdurig werklozen in staat stelt om met behulp van participatiebanen de weg te vinden naar de arbeidsmarkt. Rest mij het volgende. Binnenkort zal ik het voorzitterschap neerleggen van het Stadsgewest en van de Hulpverleningsregio en treed ik af als korpsbeheerder van de Politie Haaglanden. Deze drie partijen hebben aan de wieg gestaan van Focus Haaglanden. De doelstelling van dit magazine is de samenhang en samenwerking tussen regionale overheden, lokale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zichtbaar te maken en te stimuleren. Omdat de beoogde versterking van het regionaal saamhorigheidsbesef een kwestie van lange adem is, spreek ik de wens uit dat Focus Haaglanden daar nog geruime tijd aan mag bijdragen. Ik dank u voor uw interesse in ons magazine! Drs. W.J. Deetman voorzitter Stadsgewest Haaglanden voorzitter Hulpverleningsregio Haaglanden korpsbeheerder Politie Haaglanden
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN GEMEENTE DEN HAAG
Den Haag jaar lang Rode Kruis-stad Beatstad-festival op het Malieveld. “We hadden met de organisatoren afgesproken dat er van elk toegangskaartje één euro naar het goede doel zou gaan. Men reageerde heel spontaan. Zo willen we ook werken bij andere evenementen. Onlangs haalden we bij de Stichting KICI Kledinginzameling vijfentwintigduizend euro op. Allemaal uit de opbrengst van tweedehands kleding. Aanleiding was de eerste textielcontainer die in Den Haag werd geplaatst. We gaan de komende maanden zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande activiteiten en evenementen. Op die manier voorkomen we versnippering en maken we van Den Haag een jaar lang een Rode Kruis-stad van en voor de Hagenaars.”
Den Haag is vanaf 1 september een jaar lang Rode Kruis-stad. Samen met het Rode Kruis zet de stad zich in voor slachtoffers in conflictgebieden. Bewoners, organisaties en instellingen
6
FOCUS HAAGLANDEN
‘Samen opkomen voor slachtoffers in conflictgebieden’
gaan de komende maanden met acties geld inzamelen voor projecten in oorlogsgebieden in Afrika. Het Rode Kruis helpt daar met voedsel, medicijnen en onderdak. Martje van Nes is nauw betrokken bij de organisatie.
Tekst: Gemeente Den Haag Fotografie: Sicco van Grieken
‘Het Rode Kruis staat altijd in de frontlinie’
O
p haar kaartje staat: Senior Fondsenwerver van het Nederlandse Rode Kruis. “De naam zegt het al. Mijn werk is om samen met fondsenwervers zoveel mogelijk fondsen te werven voor ons werk. Zodat we kunnen waar maken wie we zijn: op ieder moment klaar staan om mensen te helpen die slachtoffer zijn van een ramp of van een conflict. Het initiatief van Den Haag sluit daar goed bij aan. Niet voor niets is Den Haag dé internationale stad van vrede, recht en veiligheid.” Martje van Nes refereert aan Den Haag Unicef Stad. “Een prachtig voorbeeld hoe een stad zich kan profileren. We kwamen als Rode Kruis op het idee om Den Haag te benaderen om een jaar lang met ons samen te werken. Gelukkig werd daarop enthousiast gereageerd.” Evenementen en culturele manifestaties De actie begon al spectaculair op 1 september. Onder grote belangstelling op het Spuiplein gingen burgemeester Wim Deetman en Elco Brinkman, bestuursvoorzitter van het Rode Kruis, van start in een zogenaamde tuktukrace. Diezelfde avond werd al veertigduizend euro opgehaald met het
Bondgenoot De actie gaat zich een jaar lang richten op landen als: Tsjaad, Soedan en Somalië. “Neem het stadje Haskanita (zevenduizend inwoners) in het zuiden van Soedan. In enkele dagen werd dat stadje volledig platgebrand en geplunderd. De bevolking en vijftienduizend ontheemden sloegen op de vlucht. Een klein berichtje daarover verscheen bij ons in de krant. Voor miljoenen mensen elders in de wereld is oorlogsgeweld hun dagelijkse realiteit.” Martje van Nes legt uit dat een natuurramp als de tsunami of een aardbeving niet is te voorkomen. “Als Rode Kruis werken we hard aan het verminderen van de gevolgen. Dat doen we bijvoorbeeld door het bouwen van aardbevingsbestendige huizen te stimuleren. Als Rode Kruis staan we altijd in de frontlinie. We kiezen geen partij. Alleen partij voor de slachtoffers. Als iedereen in Den Haag zijn steentje of zijn eurootjes bijdraagt, dan zou dat fantastisch zijn. Daarbij is Den Haag een bondgenoot, als dé internationale stad van vrede, recht en veiligheid.” n
Martje van Nes, Senior Fondsenwerver voor het Nederlandse Rode Kruis
7
Het Nederlandse Rode Kruis Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), opgericht in 1867, helpt mensen in nood, wie ze ook zijn en waar ze ook zijn. De organisatie werkt in conflict- en rampgebieden en geeft hulp aan personen die in de verdrukking komen door basale tekorten aan medische of menselijke zorg. Het Nederlandse Rode Kruis is onderdeel van het grootste onafhankelijke hulpnetwerk ter wereld, de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maan-beweging. Bijna alle hulp wordt door vrijwilligers verleend. Wereldwijd wordt noodhulp geboden door slachtoffers van een ramp of gewapend conflict, water, voedsel, onderdak, kleding en medische zorg te geven. Bij een calamiteit in Nederland verleent het NRK eerste hulp en medische assistentie en regelt opvang, verzorging en contactherstel tussen slachtoffers en familie. Andere taken zijn het bestrijden van eenzaamheid en uitsluiting, het ontlasten van mantelzorgers en het geven van een thuis aan zeer zieke kinderen. Als basisgezondheidszorg, eten of water nauwelijks toegankelijk zijn, vult het NRK de tekorten aan. Waar natuurrampen dreigen of veel voorkomen wordt ingezet op rampenvoorbereiding. Het Nederlandse Rode Kruis in cijfers Vrijwilligers
33.000
Beroepskrachten
423
Leden en donateurs
591.374
Overige geregistreerde geldgevers
160.969
Plaatselijke afdelingen
338 (inclusief de Antillen)
Districten
69
Landen waarin we langlopende projecten hebben
32 (inclusief Nederland)
Netto baten
€ 58.841.000 (beschikbaar voor de doelstelling)
Lasten
€ 65.671.000 (besteed aan de doelstelling)
Iedereen kan meehelpen om van Den Haag Rode Kruis-stad een succes te maken. Dat kunt u doen door geld te storten op giro 6251 van Den Haag Rode Kruis-stad. Voor meer informatie: www.denhaagrodekruisstad.nl of bel 070-4455678
www.denhaagrodekruisstad.nl
WINTER 2007
4
Haaglanden, een regio waar het goed leven is
DE STELLING
STADSGEWEST HAAGLANDEN
Wim Deetman naar Raad van State
FOCUS HAAGLANDEN
‘Zelfredzaamheid primaire verantwoordelijkheid burger’ Bij calamiteiten is de burger zelf primair verantwoordelijk voor de eigen veiligheid. Het zelfredzaam vermogen moet een veel centralere plaats
Burgemeester Wim Deetman verlaat op 1 januari na elf jaar de gemeente Den Haag. Tegelijkertijd legt hij ook zijn functie neer als voorzitter van krijgen in het veiligheidsbeleid. Als burgers adequaat weten te handelen, kunnen de risico’s op en de gevolgen van calamiteiten sterk worden Stadsgewest Haaglanden. In elf jaar tijd zette Deetman Haaglanden op de nationale en internationale kaart. Een terugblik op wat er in zijn periode tot beperkt. stand kwam en een blik in de toekomst.
8
Ton van Dijk
Tekst: gemeente Den Haag Fotografie: Peter Oosterhout
W
Wat is er de afgelopen elf jaar bereikt in de regio? “Op tal van terreinen is grote vooruitgang geboekt. Niet alleen op grensoverschrijdende terreinen als openbare ruimte en verkeer, maar ook op het gebied van de jeugdzorg en de economie. Het belang-
nationaal concurrerende regio in 2020. Met als thema: vrede, recht en veiligheid; kennis en innovatie. Greenport Westland-Oostland en toerisme kenmerken de regio. Ik zie een goed functionerend stedelijk netwerk, een regio waar het goed leven is.
‘Intensiveren regionale samenwerking ligt voor de hand’ rijkste vind ik, dat we zijn gaan beseffen dat we moeten samenwerken als we deze regio optimaal willen ontwikkelen.” Hoe belangrijk is de regio (inter) nationaal? “Nationaal gezien is deze regio economisch van groot belang. Denk maar eens aan wat er in het Westland wordt gepresteerd en hoeveel dat de Nederlandse schatkist oplevert. Dan het kenniscluster rond Delft, waar we echt met hightech bezig zijn. Den Haag met zijn instanties op het gebied van internationaal recht, vrede en veiligheid. Rotterdam heeft de Maasvlakte, Amsterdam zijn grachten maar Den Haag heeft de internationale juridische wereld die niet alleen van belang is voor de identiteit en het imago van de stad en de regio, maar ook voor veel werkgelegenheid zorgt. Ik vind het fantastisch dat er nu vanuit het Stadsgewest gezegd wordt dat Den Haag een icoon moet krijgen, dat refereert aan die unieke positie. Het was een paar jaar geleden echt ondenkbaar, dat daar vanuit de regio ook zo naar gekeken zou worden.” Welke uitdagingen zijn er nog voor de regio Haaglanden? “Ik verwijs weer naar het RSP. Daarin staat precies wat het Stadsgewest wil bereiken. Het RSP spreekt over een inter-
Dat betekent wel dat op veel terreinen de handen uit de mouwen moeten. Ik noem er willekeurig een aantal: het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid, bereikbaarheid, groene gebieden, voldoende verschillende woningen, jeugdzorg, intensiever gebruikmaken van bedrijfsterreinen, klimaatverandering, openbaar vervoer, waterberging, toerisme en ontspanning. Op al deze gebieden en meer heeft het Stadsgewest bewezen dat samenwerken tussen gemeenten efficiënter is dan negen keer zelf het wiel uit te vinden.” Heeft het Stadsgewest nu zijn ideale vorm wat betreft bevoegdheden? “Nee, dat denk ik niet. Nu de Randstadprovincie van de baan is, voorzie ik dat de discussie over de stadsprovincies binnenkort weer nieuw leven wordt ingeblazen. Ik ben daar een groot voorstander van. Gezien de groeiende wederzijdse afhankelijkheid op tal van terreinen is het intensiveren van de regionale samenwerking een voor de hand liggende keuze. Dat kan door de samenwerking binnen het Stadsgewest verder uit te bouwen of door een systeemwijziging die meer van buitenaf zal komen. In beide gevallen denk ik dat we steeds meer naar de vorm van een stadsprovincie zullen toegroeien. n
“
“Als het woord primair in de stelling wordt vervangen door ook, dan ga ik akkoord. Wat mij betreft kan een parallel worden getrokken met de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die eveneens uitgaat van zelfredzame burgers. Volgens deze wet is de burger zelf primair verantwoordelijk voor zijn welzijn, gezondheid en zelfstandigheid. Als dat tijdelijk of gedurende lange tijd niet lukt, moet de omgeving bijspringen in de vorm van mantelzorg. In bijzondere gevallen kan een beroep op de overheid worden gedaan.” “We zijn in Den Haag volop bezig een infrastructuur voor de WMO op te bouwen in de wijken. Het is goed denkbaar om naast welzijn en gezondheid ook veiligheid aan het werkgebied toe te voegen. Die relatie is tot nu toe nog niet gelegd.” “Ik ben niet zo pessimistisch over het zelfredzaam vermogen van burgers. De praktijk laat zien dat veel mensen hun eigen oplossing organiseren door bijvoorbeeld bij familie te logeren. Bij ernstige calamiteiten is het onvoorspelbaar hoe mensen zullen reageren. Sommigen kunnen ook in abnormale situaties verstandig blijven functioneren, anderen raken totaal in paniek. Op die momenten moet de overheid sturend aanwezig zijn door burgers helder te informeren hoe te handelen en adequate hulpverlening te bieden. Maar ook dan is het goed het zelfredzaam vermogen aan te spreken. Het is beter als burgers niet totaal afhankelijk worden, maar zoveel mogelijk zelf voor de eigen veiligheid zorgen. Dat helpt ook om later de gebeurtenissen te verwerken.”
DE STELLING
at is het belang van de regio Haaglanden voor Den Haag? “De stad Den Haag en de regio Haaglanden zijn dermate van elkaar afhankelijk, dat een ontwikkeling in de stad bijna altijd van invloed is op de regio. En andersom. Daarom ben ik verheugd dat de samenwerking binnen het Stadsgewest de afgelopen jaren zo’n hoge vlucht heeft genomen. Een mooi voorbeeld vind ik de totstandkoming van het Regionaal StructuurPlan, het RSP. De gezamenlijke visie die is neergelegd geeft mij vertrouwen voor de toekomst van de regio.”
Directeur Volksgezondheid en directeur GGD Den Haag, tevens Regionaal Geneeskundig Commandant van de Hulpverleningsregio Haaglanden
Dennis Mark
Adviseur gevaarlijke stoffen bij de Hulpverleningsregio Haaglanden
Ambulanceverpleegkundige op auto en motor
“
”
9
Hendrik Jan Steenstra
“Voorkomen is beter dan blussen! Daar begint de zelfredzaamheid van de burger. Installeer rookmelders. Hang in de keuken een blusdeken op. Laat de televisie niet op de standby-knop staan. Houd lucifers weg van kleine kinderen.” “Maar als er dan toch brand komt, moet iemand sterk in zijn schoenen staan om niet in paniek te raken. Dan nemen instincten en oerdriften vaak het heft in handen. De burger kan geen verstandige keuzes meer maken en doet dingen die het vuur juist aanwakkeren. Toch heb ik ook goede voorbeelden van zelfredzaamheid gezien. Bij brand in een benedenwoning is voor de bovenburen de normale weg naar buiten door vuur en rook afgesneden. Vaak weten bewoners zich dan al voor aankomst van de brandweer te redden, bijvoorbeeld door in de tuin te springen. “Ik heb ook wel eens een geval van contraproductieve zelfredzaamheid meegemaakt. Een bewoner had zichzelf op tijd in veiligheid gebracht, maar ging vervolgens weer zijn brandende woning binnen om de hond te redden, met fatale gevolgen.” “Goede en tijdige instructies kunnen de zelfredzaamheid van burgers enorm versterken. Een extra zorg zijn de mensen die door ouderdom of een handicap niet in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen. Als wordt opgeroepen om ramen en deuren te sluiten, dan zou je eigenlijk even moeten checken of de bejaarde buurvrouw de boodschap begrepen heeft. Zelfredzaamheid en zorgen voor elkaar moeten wat mij betreft samengaan.”
“
”
“Veel burgers zijn helaas weinig zelfredzaam. Ze gedragen zich eerder hulpeloos of misschien is het wel gemakzucht. Ik zal een voorbeeld geven. Iemand belt in paniek het alarmnummer 112. ‘Mijn vrouw is met een hand in de blender gekomen,’ roept hij. Het klinkt behoorlijk ernstig. We rijden er in volle vaart naar toe. Wat blijkt: mevrouw heeft een lelijke snee opgelopen in een vinger. Heel vervelend, maar zeker geen verwonding waarvoor een ambulance moet komen.” “Dergelijke oneigenlijke meldingen krijgt 112 heel veel. Als wij ter plekke komen, denken we vaak: Wat moeten we hier? De meeste ongelukken in en om het huis zijn geen zaak voor 112. Het lijkt soms wel of mensen zelf stoppen met nadenken en verwachten dat wij alles komen regelen.” “Het gevolg kan zijn dat zodra er echt levens op het spel staan een ambulance van elders moet komen, omdat wij worden beziggehouden met een incident zonder spoedeisend belang. Dat realiseren de mensen zich niet.” “De voorlichting over 112 moet beter duidelijk maken in welke gevallen je het alarmnummer belt en wat je zelf kunt doen bij minder ernstige ongelukken. We kunnen moeilijk voorrijkosten in rekening brengen. Af en toe zeg ik het wel eens voor de grap en dan schrikt men behoorlijk. Voor vierhonderd euro wil je nog wel even iets langer nadenken. Het alarmnummer moet laagdrempelig blijven, maar de bijzin ‘als elke minuut telt’ dient meer inhoud te krijgen.”
”4
WINTER 2007
KAMER VAN KOOPHANDEL
FOCUS HAAGLANDEN
Kamer van Koophandel ijvert voor voldoende ruimte, bereikbaarheid en veiligheid
‘Regiostimulering is goed voor economisch klimaat’ Gastlessen op school, veiligheidsprojecten in en rond bedrijven, lobbyen voor een betere bereikbaarheid. De afdeling Regiostimulering van de Kamer van Koophandel werkt op meerdere fronten aan de regionale economie. Dat bedrijven ook steeds meer oog krijgen voor duurzaam ondernemen, vind ik een positieve ontwikkeling”, aldus Ton Rijerkerk, directeur Regiostimulering.
10
Tekst: Anneke Verbraeken Fotografie: Martien de Man
T
on Rijerkerk is sinds 1998 directeur van de afdeling Regiostimulering. De afdeling is het beleidsmatige hart van de Kamer van Koophandel Haaglanden en na 1 januari 2008 van de nieuwe Kamer van Koophandel Den Haag, want dan is de fusie van de Kamers Rijnland en Haaglanden een feit. Bij Regiostimulering worden nieuwe projecten bedacht, samenwerkingsverbanden gezocht, lobbystrategieën uitgestippeld. Alles voor een zo gunstig mogelijk economisch klimaat. Haaglanden moet op Europees niveau kunnen concurreren. In veel gevallen werkt de Kamer intensief samen met lokale, regionale en landelijke bestuurders en organisaties.
11 in dit krachtenveld het belang van het bedrijfsleven te worden bepleit en verdedigd. Bij Rijk en provincie, maar zeker ook bij de gemeenten als nieuwe bestemmingsplannen of het parkeer- en verkeersbeleid aan de orde zijn. Wij willen minimaal het behoud van het huidige aantal bedrijfsvestigingen en een groei van het aantal werkzame personen met twee procent per jaar.” Ook de bereikbaarheid van de regio heeft de constante aandacht van zijn afdeling. “Gelukkig hebben Rijk en regio in het Urgentieprogramma voor de Randstad de handen ineengeslagen om de bereikbaarheid te verbeteren”, vertelt hij. “De files belemmeren het goed functioneren van het bedrijfs-
Veiligheid De afdeling Regiostimulering houdt zich daarnaast bezig met de veiligheid in en rond bedrijven. In Nederland wordt naar schatting een kwart tot de helft van alle ondernemingen slachtoffer van criminaliteit. “De gevolgen kunnen groot zijn. Personeel dat ziek thuiszit na een overval, omzetschade, braakschade. Wij proberen de ondernemers bewust te maken van de risico’s en geven onder meer voorlichting op het gebied van preventie, collectieve beveiliging, de aanpak van interne criminaliteit en acquisitiefraude. Wij willen het aantal ondernemersverenigingen, dat meedoet aan het Keurmerk Veilig Ondernemer of de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan verder uitbreiden, zodat
Kamer van Koophandel streeft naar twee procent werkgelegenheidsgroei Rijerkerk pakt het thema zorg van dit nummer van Focus Haaglanden met enthousiasme op: “Van Dale definieert zorg onder andere als het streven om iets in goede conditie te houden of zo goed mogelijk te maken. Zo gekarakteriseerd zijn wij beslist een zorgverlenende instelling. Wij werken namelijk voortdurend aan het economisch klimaat van de regio.” Zorgen Hij wijst erop dat zorg ook een synoniem is voor ongerustheid. En zorgen heeft hij, bijvoorbeeld over de ruimte. Want die is schaars in de Randstad en de claims zijn legio: van woningen, wegen, waterberging tot recreatie en natuur. Rijerkerk: “Permanent dient
leven. Om beleidsvoornemens goed te laten aansluiten bij de wensen van het bedrijfsleven, stellen we per deelregio een ‘aanjaag-top-10’ op, met de daarbij behorende uitvoeringsvoorstellen. Snelle aanleg van de A4 Midden Delfland is voor ons een must, evenals een vier sporen brede spoortunnel in Delft, realisatie van de Trekvliettunnel en de lightrail-verbinding in de Leidse regio. Het Verkeerscirculatieplan in Den Haag wordt door ons kritisch gevolgd. Wij zijn beslist groot voorstander van een sterke regionale vervoersautoriteit. Met de juiste bevoegdheden kan deze de samenwerking van de diverse overheden op een slagvaardige wijze afdwingen.”
Ton Rijerkerk, directeur Regiostimulering
Ton Rijerkerk: “Wij zijn beslist groot voorstander van een sterke regionale vervoersautoriteit”
een steeds veiliger ondernemersklimaat ontstaat. We gaan ook onderzoeken of centrale camerabewaking voor bedrijventerreinen wenselijk en haalbaar is.” Met financiële steun van de overheden pakt de Kamer van Koophandel een aantal knelpunten op de arbeidsmarkt op. Er is immers sprake van een kwalitatieve en kwantitatieve mismatch tussen de schoolverlaters en de vraag van de bedrijven. Het knelt al geruime tijd in een aantal bedrijfstakken zoals de zorg, de bouw, de metaalsector. Het gaat dan vaak om lager en middelbaar geschoolde medewerkers, maar ook om specialisten. Veel minder bekend is dat er over een aantal jaren ook een tekort ontstaat aan hoger geschoold personeel. Vergroening en vergrijzing zijn daar onder andere de oorzaak van. Dat is een regelrechte bedreiging van de regionale economische dynamiek.” Succesvolle SOB’s De Kamer van Koophandel zorgt ervoor, dat onderwijsinstellingen en bedrijfsleven met elkaar overleggen teneinde aanbod en vraag op elkaar af te stemmen. De praktische uitwerking vindt plaats door SOB’s (Samenwerkingsverbanden Onderwijs Bedrijfsleven). “Het eerste SOB ging enkele jaren
geleden van start in Zichtenburg/ Kerketuinen/Dekershoek en was vanaf het begin een doorslaand succes. Bedrijven en scholen vinden elkaar op een heel directe manier, leren elkaars cultuur begrijpen, waardoor de samenwerking aanmerkelijk verbetert.” Er zijn inmiddels zes SOB’s in de regio en dat aantal wordt nog voor het eind van het jaar uitgebreid naar acht. Rijerkerk: “De projectcoördinatoren zijn kind aan huis bij de bedrijven en de scholen en adviseren over innovatievouchers, subsidies, stageprojecten, de inzet van de regioregisseur, leerwerktrajecten voor vroegtijdige schoolverlaters en ga zo maar door.” Overigens zijn medewerkers van de Kamer zelf ook regelmatig in de klaslokalen te vinden. Door het geven van gastlessen van basisschool tot universiteit, het contact met scholieren en studenten en participatie in de Stichting Jong Ondernemen wil de Kamer het ondernemerschap stimuleren en professionaliseren. De Kamer is dan ook een enthousiaste partner in de European Centres for Entrepreneurship. “Wist je dat er in 2006 maar liefst 9.500 nieuwe bedrijven zijn gestart in Haaglanden en Rijnland? Geweldig vind ik dat. En het worden er volgend jaar nog meer.”
Verantwoord ondernemen Een belangrijke ontwikkeling vindt Rijerkerk ook de aandacht voor duurzaamheid binnen de bedrijven. “De termen maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam ondernemen worden tegenwoordig door elkaar gebruikt en staan voor het zoeken naar evenwicht tussen financieel economische resultaten (winst), sociale belangen (menselijke aspecten) en milieuaspecten. Er wordt inmiddels in veel landen ingezien dat deze aspecten elkaar zeker op de lange termijn versterken. Wij richten ons vooral op de bewustmaking van ondernemers als onderdeel van de bedrijfsvoering. Duurzaam ondernemen wordt namelijk voor het midden- en kleinbedrijf steeds belangrijker, mede omdat overheden en grote bedrijven meer eisen op dit vlak stellen aan hun toeleveranciers. Dit jaar startte de Kamer van Koophandel Rijnland met een programma duurzaam ondernemen door middel van expertmeetings. Hier krijgen ondernemers informatie en tips aangereikt door deskundigen. Dat werkt prima en daarom worden deze bijeenkomsten door de nieuwe Kamer van Koophandel Den Haag voortgezet.” n www.kvk.nl
WINTER 2007
4
Midgaard doorbreekt grenzen hulpaanbod
STADSGEWEST HAAGLANDEN
STADSGEWEST HAAGLANDEN 12
‘Interdisciplinaire aanpak jeugdhulpverlening uniek in Nederland’
FOCUS HAAGLANDEN
‘We laten geen kind buiten staan’
Sommige jongeren vertonen zulke ernstige
“Afgelopen jaar is ons aantal cliënten met twintig procent gegroeid. Die groei was niet inciden-
gedragsproblemen dat opvang in een gesloten
teel, vanaf onze start in 2003 is het aantal kinderen en ouders aan wie we hulp verlenen van ruim
instelling noodzakelijk is. Bij gebrek aan pas-
2.300 naar vierduizend dit jaar. Dat is in vier jaar tijd een toename van 66 procent. Welk bedrijf kan
send hulpaanbod krijgen zij soms een plek in
ons dat nazeggen?”
13
een justitiële jeugdinstelling. Ook als ze geen Tekst: Anne Geert Bosma Fotografie: Sicco van Grieken
criminele achtergrond hebben.
F
Tekst: Anne Geert Bosma Fotografie: Sicco van Grieken
red Venus, algemeen directeur van Stichting Jeugdformaat, vergelijkt de gang van zaken in ‘zijn’ organisatie voor jeugdhulpverlening graag met die in het bedrijfsleven. Op die manier kijkt hij ook naar de voortdurend stijgende vraag naar jeugdzorg waarop hij het aanbod moet aanpassen.
A
ls oplossing voor deze ongewenste situatie hebben De Jutters, centrum voor geestelijke gezondheidszorg en Jeugdformaat, organisatie voor jeugdhulpverlening, in april van dit jaar samen de Stichting Jeugdformaatde Jutters Combinatie (JJC) opgericht. De nieuwe organisatie heeft er geen gras over laten groeien, want op donderdag 1 november opende hun gezamenlijke instelling Midgaard aan de Monsterseweg in Den Haag haar poorten. Midgaard telt 26 jeugdhulpverleningsplekken voor jongeren van twaalf tot achttien jaar oud en 24 plaatsen voor leeftijdgenoten met een ortho-psychiatrische achtergrond. Integrale jeugdzorg “Met JJC doorbreken we de grenzen van het hulpaanbod,” legt Hetty Goedvolk uit. Zij is directeur van JJC. “We bieden integrale jeugdzorg aan. Dat houdt in dat opvoeden, opgroeien, onderwijs en behandelen steeds in samenhang worden uitgevoerd. JJC maakt dat mogelijk omdat we de kennis en ervaring van zowel De Jutters als van Jeugdformaat in huis hebben. Deze interdisciplinaire aanpak, die uniek in Nederland is, levert positieve mogelijkheden op omdat het bij de betrokken jongeren vaak gaat om een combinatie van gedragsstoornissen en psychiatrische problemen. We kijken welke krachten we kunnen mobiliseren om het opvoedingssysteem zo te rehabiliteren, dat het kind daar weer gebruik van kan maken.
Hetty Goedvolk, directeur van de Stichting Jeugdformaat-de Jutters Combinatie
We proberen het kind te resocialiseren. We zetten een heel programma op met sociale vaardigheidstraining, oefenen met hen op agressieregulatie, we lezen de kranten met hen. Naast groepsgewijze behandeling, doorlopen alle jeugdigen een individueel behandeltraject. We brengen ze dus weer terug naar hun plekje in de maatschappij.” De justitiële jeugdinstellingen (JJI’s) zetten volgens Goedvolk zetten zich maximaal in om jongeren, die daar niet thuis horen, zo goed mogelijk op te vangen. Maar een strafregime is nu eenmaal heel wat anders dan een behandelregime. “Toen dat besef op landelijk niveau doorbrak, hebben politici, overheden en zorgaanbieders alles op alles gezet om voor deze groep jongeren een goed passend hulpaanbod op te zetten. Algemeen geaccepteerd uitgangspunt is daarbij dat hulpverlening alleen succesvol is als je die zo dicht mogelijk in de leefomgeving van het kind aanbiedt. Vandaar ook JJC in deze regio. Op die manier kunnen we ook iets doen aan gezinshulpverlening. Dat is onmoge-
lijk als het gezin bijvoorbeeld in Den Haag woont en het kind in een JJI in Groningen verblijft.” Gezin De behandeling in Midgaard is er namelijk mede op gericht om de verhouding tussen het kind en het gezin van herkomst zo goed mogelijk te herstellen. Goedvolk: “Voor het ene kind betekent dit dat het terug naar huis kan na behandeling. Nu gaat een derde van de kinderen na civielrechtelijke plaatsing in een JJI terug naar huis. Voor de anderen is dat niet meer mogelijk. Bijvoorbeeld omdat ze geen goede of geen heldere relatie met hun ouders hebben. In die gevallen proberen we de verhoudingen zoveel mogelijk te normaliseren, zodat ze zaterdag op z’n minst met elkaar koffie drinken en naar elkaars verjaardagen gaan. Het gezin wordt dus heel nauw betrokken bij de behandeling. De ouders zijn vaak door jarenlange narigheid met hun kinderen gegaan, maar ze blijven vader en moeder van hun kind. En andersom geldt precies hetzelfde. Je blijft altijd kind van je vader en je moeder.” n
De groeiende behoefte aan jeugdzorg doet zich niet alleen in Haaglanden voor, maar in het hele land. Volgens Venus hangt deze ontwikkeling samen met drie oorzaken: “Het systeem van de jeugdzorg is beter gaan werken sinds de invoering van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in 2005. Bovendien sorteren de publiciteitscampagnes effect: als er een campagne over kindermishandeling start, stijgt de vraag naar zorg aan mishandelde kinderen. Worden er nu meer kinderen mishandeld? Nee, dat geloof ik niet, maar mishandeling wordt beter herkend. Ten derde bespeur ik dat de samenleving striktere normen aan opvoeding stelt dan een aantal jaren geleden.” Omdat niet altijd direct hulp kan worden geboden, ontstaan er wachtlijsten. Er bestaan twee soorten wachtlijsten: externe wachtlijsten met kinderen die van buiten komen en langer dan negen weken op hulp wachten. Begin november telde de externe wachtlijst van Jeugdformaat achttien (25 was begin oktober) kinderen. Daarnaast zijn er interne wachtlijsten. Daar staan kinderen op die al hulp krijgen, maar op een vorm van zorg wachten die beter op hun vraag aansluit. Bijvoorbeeld kinderen die in een kindertehuis zitten en op
de nominatie staan voor een pleeggezin. De interne lijst in Haaglanden telde begin november tachtig kinderen. Overbruggingshulp Venus is de eerste om te erkennen dat elk kind op een wachtlijst er één teveel is. Maar vergeleken met het landelijk beeld noemt hij de wachtlijsten in Haaglanden ‘kort’: landelijk stonden er begin november drieduizend kinderen op de externe wachtlijst, in Haaglanden dus ‘maar’ achttien. “Wij laten geen kind buiten staan,” zo verklaart Venus dit relatief gunstige beeld voor Haaglanden. “Wij kunnen niet altijd direct gepaste hulp bieden. Maar als we nog geen pleegouder hebben, bieden we eerst overbruggingshulp, dus ambulante begeleiding in het gezin.” Jeugdformaat slaagt er in de wachtlijsten relatief kort te houden door een aanpak langs drie wegen. Venus: “Bij het zoeken naar een geschikt pleeggezin kijken we eerst naar mogelijkheden binnen ons bestand aan pleegouders. Pleeggezinnen bieden kinderen zoveel perspectief. Denk maar aan het gezin, de club, de kerk, broertjes en zusjes, de warmte. Als dat niet lukt, koppelen we een begeleider aan een kind dat op de wachtlijst staat. Deze gaat actief zoeken in het netwerk van dat kind. Bijvoorbeeld binnen de familie, een leraar op school, de voetbalclub. Daarnaast doen we heel intensief mee met de landelijke wervingscampagne ‘We zoeken nog een hart met wat ruimte’ . Die campagne ‘vertalen’ we naar Haaglanden. Tot nu toe zijn we succesvol, mede overigens dankzij extra
Fred Venus, algemeen directeur van Stichting Jeugdformaat
middelen van de Rijksoverheid. In 2004 hadden we vierhonderd tachtig pleeggezinnen, nu zevenhonderd vijftig.” Oneindige vraag Venus concludeert dat er in feite een oneindige wachtlijst is, een oneindige vraag naar pleeggezinnen. Is dat niet ontmoedigend? Venus: “Het is helemaal geen probleem. Wij zien het als een uitdaging, we gaan ervoor!” n
WINTER 2007
4
Nu in de jeugdzorg, maar straks … Van 17 november tot en met 24 november was het in het hele land Week van de JeugdZorg. Daarin werden nu eens de goede dingen benadrukt. Onder meer met de campagne ‘Nu in de jeugdzorg,
dacht ook vond, hij had maar één boodschap uit te dragen: “Ik word het gelukkigst, als ik weer terug bij mijn vader mag wonen.”
Tekst: Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
E Cabaretière Sara Kroos presenteerde tijdens de Week van de JeugZorg in november ‘Praatjesmakers’, in theater De Regentes in Den Haag. Jongeren vanaf twaalf jaar vertelden hun verhaal in een theatervoorstelling
en van zeven jongeren, de elfjarige Giancarlo die hulp krijgt bij Jeugdformaat, kreeg onverwachts de hoofdrol in de landelijke en regionale media. Het begon met de fotoshoot samen met Sara Kroos voor de campagneposter, en met de opnames voor de tv- en radiospot. Een week later werd hij geïnterviewd en gefotografeerd voor het Algemeen Dagblad en werd hij ook gevraagd door landelijke media. In één dag werd hij gefilmd voor het Jeugdjournaal en voor Paul de Leeuw. Hij vertelde nuchter over zijn leven, de jeugdzorg en zijn wens om Korporaal klasse 2 te worden. Maar hoe leuk hij de aan-
In Haaglanden is de Week van JeugdZorg georganiseerd door Bureau Jeugdzorg Haaglanden, Jeugdformaat, De Jutters, Leger des Heils, GGZ Delfland en het Stadsgewest Haaglanden. De provincie Zuid-Holland gaf de aftrap met een voetbalclinic bij Feyenoord voor tachtig jongeren door oud-voetbalinternational Ben Wijnstekers. Vooraf ondertekenden drie bestuurders, onder wie Rik Buddenberg, op de middenstip het convenant Preventieve jeugdzorg. Hiermee wordt extra geld uitgetrokken om de jeugdzorg bij gemeenten verder te ontwikkelen. Ambassadrice Sara Kroos over jeugdzorg: ‘Jeugdzorgkinderen en jongeren kunnen wél goede hulp gebruiken, maar géén vooroordelen. Zij hebben recht op een nieuwe kans én een toekomst. Ik weet waarover ik praat. Want ik heb zelf hulp van Jeugdzorg gehad en heb gemerkt hoe belangrijk het hebben van perspectief is!’ n
Goed Jeugdzorg-nieuws “De jeugdzorg komt door incidenten regelmatig negatief in het nieuws. Daardoor blijven de vele goede resultaten en positieve ontwikkelingen, die er wel degelijk òòk in de jeugdzorg zijn, onderbelicht. Zeker in de regio Haaglanden is er goed nieuws te melden.” Rik Buddenberg, regiobestuurder Jeugdzorg van het Stadsgewest Haaglanden, kijkt tevreden terug op de week van de JeugdZorg die van 17 tot en met 24 november in Haaglanden is georganiseerd. Het Stadsgewest is een van de initiatiefnemers in de regio van deze (landelijke) themaweek, die een beter beeld van de jeugdzorg wil geven. Gevraagd naar voorbeelden van positieve ontwikkelingen in Haaglanden, vertelt hij: “Met Bureau Jeugdzorg Haaglanden en de gemeenten in Haaglanden is de afgelopen jaren een doorlopende zorgketen opgebouwd, waarin preventie, jeugdzorg en nazorg goed verbonden zijn. Dat geeft een uitstekende uitgangspositie voor de ontwikkeling van Centra voor jeugd en gezin in de gemeenten. Een andere voorbeeld van een positieve ontwikkeling is het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling dat onder Bureau Jeugdzorg Haaglanden valt. Het Stadsgewest heeft hierin flink geïnvesteerd en het is het AMK gelukt zonder wachtlijsten en met snelle afronding van onderzoeken te werken, nummer één in Nederland
Aandacht voor RSI in Europese Week ‘Vertil je niet!’ Onder de noemer ‘Vertil je niet!’ vroeg het Europese Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk aandacht voor het ‘bewegingsapparaat’. Net als voorgaande jaren bestond de Europese Week uit een intensieve campagne, die duurde van het voorjaar tot een week in oktober vol congressen voor vakmensen en beleidsmakers. Een belangrijk onderwerp was RSI.
maar straks…’, die de toekomstdroom van zeven jeugdzorgjongeren portretteert, in samenwerking met ambassadrice Sara Kroos, cabaretière.
ACTORION
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Sara Kroos weet hoe belangrijk het voor een kind is om perspectief te hebben
wat dat betreft. Dat het crisisteam van Bureau Jeugdzorg Haaglanden genomineerd is voor de Nationale Jeugdzorgprijzen van het Nederlands Jeugdinstituut is daarbij een extra opsteker. Ook Jeugdformaat zet een prestatie van formaat neer door de wachtlijsten, ondanks de snel groeiende vraag naar jeugdzorg, goed binnen de perken te houden. Weer een nummer één in Nederland!” Als laatste goednieuws-item noemt Buddenberg de recente start van de gesloten instelling Midgaard, een gezamenlijk initiatief van Jeugdformaat en de Jutters. In de loop van 2008 zullen in Midgaard vijftig jongeren behandeld kunnen worden met ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problematiek. “Dit zijn maar een paar voorbeelden. Er is eigenlijk teveel om op te noemen. We doen er in de regio alles aan om snelle en goede zorg te bieden samen met gemeenten en andere betrokkenen”, besluit Buddenberg. n
Tekst: Joyce Adriaansen Fotografie: European Community, 2007
H
alverwege de jaren negentig kreeg de term RSI (Repetitive Strain Injury) in ons land ineens veel aandacht. Er was een enorme groei van het aantal mensen met RSI-klachten. Er was veel over te doen in de media. Het leek wel een hype. Tegenwoordig hoor je er weinig meer over. Je zou bijna denken dat RSI geen factor meer is. Of is alleen de hype in de media afgelopen? “Helaas, we zien nog steeds veel mensen met klachten die onder de noemer RSI vallen”, weet Birgitte Blatter te vertellen. Zij doet onderzoek bij van TNO Kwaliteit van Leven naar de relatie tussen arbeid en RSI. “In de wetenschap is de aandacht voor de klachten en oorzaken nog steeds even groot als tien jaar geleden. De media-aandacht voor dit onderwerp is alleen veel minder geworden.”
Nieuwe term Tegenwoordig wordt er vaak niet meer over RSI gesproken. RSI bleek geen handige term omdat de klachten niet alleen door het herhaald uitvoeren van taken komen. Ook juist hele statische situaties als kunnen voor RSI-klachten zorgen. Daarom is door onder andere artsen en fysiotherapeuten in 2004 afgesproken om het voortaan over CANS (Complaints of Arm, Neck and Shoulder) te hebben. Maar ook deze term blijkt zijn beperkingen te hebben: hij wordt niet door iedereen onderschreven. Zo wordt ook KANS (Klachten aan Arm, Nek en/of Schouder) of zelfs KASN gebruikt. Hoewel de meeste RSI klachten (nog) niet met een diagnose zijn vast te stellen, zijn de risicofactoren al wel bekend. Volgens Brigitte Blatter gaat het om een optelsom van factoren, zoals
15 repeterend werk, kracht uitoefenen, statisch werk, een te hoge werkdruk, monotoon werk zonder voldoende afwisseling en extreme of te verkrampte houdingen. Over het algemeen bieden bedrijven hun medewerkers met RSI-klachten voldoende ondersteuning. “Maar er gebeurt nog heel weinig op het preventieve vlak”, vindt Brigitte Blatter. “Er is nauwelijks RSI-beleid. De informatie over RSI is er wel, maar er wordt nog onvoldoende mee gedaan. Werknemers hebben natuurlijk ook een eigen verantwoordelijkheid. Ze kunnen zelf hun houding in de gaten houden, af en toe op staan en ergens heen lopen en hun werkzaamheden goed organiseren en structureren.” n
http://nl.osha.europa.eu/euweek/2007
Spier- en skeletaandoeningen, dus aandoeningen aan het bewegingsapparaat, zijn dan wel niet levensbedreigend, ze vormen wel het leeuwendeel van de arbeidsgerelateerde problemen in Europa. Een kwart van de werkenden binnen de EU klaagt over rug- of spierpijn. Deze klachten kunnen het gevolg zijn van zwaar tilwerk, maar kunnen ook ontstaan door verkeerd uitgevoerd kantoorwerk, of doordat werkenden te lang in eenzelfde houding moeten staan of zitten. Spier- en rugpijn betekenen niet alleen veel persoonlijk leed, het levert bedrijven ook een grote kostenpost op. Een goede beoordeling van de taken kan, samen met preventieve maatregelen en controle op de effectiviteit van die maatregelen, veel van dat leed voorkomen. Net als in de afgelopen jaren, zoals in 2005 ‘Stop die herrie!’ en in 2006 ‘Start Veilig’, werd de Europese Week Vertil je niet in Nederland verzorgd door TNO, het ‘Focal Point’ in Nederland. Actorion Communicatie Adviseurs ondersteunde TNO bij de organisatie en verzorgde de publiciteit. Bedrijven die willen weten wat ze kunnen doen om fysieke klachten tegen te gaan, kunnen TNO inschakelen.
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN
“Opgegroeid in Den Haag, heb ik in mijn jeugd nogal wat rondgespookt in
HRH HAAGLANDEN
IN THE PICTURE
Leidschendam-Voorburg. In het begin van mijn bestuurlijke carrière heb ik ook met Leidschendam van doen gehad.” Sinds 9 november is drs. Hans van der Sluijs burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Wie is deze bestuurder die niet alleen aan het hoofd staat van de 73 duizend inwoners tellende gemeente, maar ook een rol zal spelen in de regio?
GHOR krijgt steeds prominentere rol in veiligheidsveld Hulpverlenend Haaglanden gaat samen verder in de nieuw te vormen Veiligheidsregio Haaglanden.
Hans van der Sluijs
Politie, brandweer, gemeenten en GHOR zullen dan slagvaardiger zijn bij grootschalige incidenten. Daarnaast wordt de GHOR dé voordeur van de zorginstellingen in de Veiligheidsregio. Zij gaat een steeds prominentere rol spelen in het zorg- en veiligheidsveld.
16
Tekst: Ingeborg Hofstede, Hoofd GHOR Haaglanden Fotografie: Ed Blok, HRH
D W
aar liggen voor u de uitdagingen als burgemeester van Leidschendam-Voorburg? “Die liggen op verschillende plekken. Leidschendam-Voorburg ligt in een stadsregio. Daardoor heb je als bestuurder te maken met allerlei belangen binnen de gemeente, maar ook met grensoverschrijdende vraagstukken. Ik wil daar op een goede manier vorm aan geven zodat ook de gemeenteraad zich daarin herkent.” “Een andere uitdaging is dat de gemeenteraad de ambitie heeft om als een moderne, efficiënte en burgervriendelijke gemeente de relaties met de burger te onderhouden. Dat spreekt mij bijzonder aan. Afgaande op de kwaliteit van de gemeentelijke website en op de mogelijkheid om veel zaken met de gemeente digitaal te regelen, constateer ik dat de gemeente behoorlijk op weg is om die ambities te realiseren.” Dus u bent in een gespreid bedje terechtgekomen? “Dat gevaar ligt op de loer. Natuurlijk is er in Leidschendam-Voorburg veel werk aan de winkel. Het is een gemeente
waar – inherent aan haar omvang – van alles gebeurt op het gebied van veiligheid. Er zijn plannen waar burgers ook bij betrokken raken, omdat ze in hun leefomgeving spelen. Daar wil ik zo mee omgaan, dat mensen en ondernemingen het gevoel hebben dat hun eigen gemeentebestuur hen serieus neemt. Aan de andere kant moet er ook ruimte zijn voor kritische kanttekeningen. Niettemin moet er ook wat gerealiseerd worden. Dit krachtenspel bestaat in veel gemeentes. Ik heb een signaal gekregen dat de burgemeester hier een belangrijke rol heeft als het mannetje met de oliespuit.” Hoe kijkt u aan tegen regionale samenwerkingsverbanden? “Bijna elke gemeente heeft te maken met grensoverschrijdende belangen. Er ligt altijd een spanning besloten in de vraag wat een gemeentelijke en wat een regionale aangelegenheid is. Daar moet je ook met elkaar een oplossing voor zoeken. Belangrijk is de gemeenteraad er in een vroeg stadium bij te betrekken, zodat deze nog gelegenheid heeft om een standpunt in te nemen.”
U bent geïnteresseerd in moderne geschiedenis en internationale politiek. Welke politicus heeft voor u een voorbeeldfunctie? “Zoals voor veel mensen van mijn generatie spreekt John Kennedy tot mijn verbeelding. Hij is door zijn vroegtijdige dood een soort icoon geworden, daar is mijn politieke belangstelling ook wel door gewekt. Echte politieke betrokkenheid is bij mij ontstaan tijdens het kabinet-Den Uyl. Toen heb ik heel bewust voor de VVD gekozen.”
e regio Haaglanden kan getypeerd worden als het bestuurlijke epicentrum van Nederland. Het is bovendien een dichtbevolkt gebied waar bijna één miljoen mensen woonachtig zijn. Als grootste gemeente in de regio is Den Haag naast regeringscentrum, een prominente internationale stad. Een stad van recht en vrede, evenals de residentie van het Koninklijk huis. Dit alles maakt de regio tot een dynamische maar complexe regio, wat consequenties heeft voor de slagkracht van de hulpverleningsdiensten. Om deze zo optimaal mogelijk te maken, is onlangs in de nieuwe wet op de Veiligheidsregio’s bepaald, dat brandweer, politie en de vertegenwoordiger van de geneeskundige hulpverlening, GHOR, samen dienen te gaan in één Veiligheidsregio. Voor ons is dat Haaglanden, waar de drie diensten gaan werken onder verantwoordelijkheid van de negen burgemeesters.
De GHOR, een begrip De Geneeskundige hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) bestaat al geruime tijd, maar wordt door de nieuwe wet erkent als begrip. De Wet op de Veiligheidsregio’s betekent een duidelijke plaats voor de GHOR en een ver-
Gebeuren er op drie plaatsen mistongelukken op de snelweg, ligt het arrestatieteam drie dagen in uw woonwijk, vallen op een ijskoude winteravond de treinen uit of is er een evenement met driehonderd duizend bezoekers…, bewoners of bezoekers willen in ieder geval zeker weten dat ze geneeskundige hulp krijgen als dit nodig is! Alle coördinatie van hulp die nodig is ten aanzien van infectieziekten, psychosociale hulp of spoedeisen medische hulp, wordt onder regie van de GHOR geregeld.
17
Netwerkend vermogen De vorming van de Veiligheidsregio vraagt om een nog betere voorbereiding van alle hulpdiensten en de GHOR in het bijzonder. Haar positie op de scheidslijn van zorg en veiligheid vraagt
‘de GHOR is een echte netwerkorganisatie’ sterking van haar positie. Zodra het gaat om opgeschaalde zorg, gaan alle zorginstellingen werken onder de coördinatie en regie van deze overheidsorganisatie. Onder verantwoordelijkheid van de Regionaal Geneeskundig Commandant (RGC) verbindt zij alle schakels in het zorgveld, tussen het incidententerrein en de zorginstelling. Ook verbindt zij het zorgveld met de overige veiligheidspartners in het veld.
Afgaande op uw naam moet de sluis in Leidschendam uw favoriete plek in de gemeente zijn? “Voorlopig wel, over een jaar kan ik vertellen wat dan mijn echte favoriete plek is. Eerlijk gezegd sluit ik de sluis niet uit, maar het kan ook een andere plek zijn.” n
Ingeborg Hofstede, Hoofd GHOR Haaglanden, plv. Regionaal Geneeskundig Commandant (RGC)
een groot netwerkend vermogen en flexibiliteit. Ze heeft te maken met een diversiteit aan autonome organisaties die met elkaar moeten samenwerken. De uitdaging om dit veld op één lijn brengen is groot. Met geneeskundige organisaties, waterschappen, NS of de gemeente en hulpverleners uit het ‘witte’, ‘rode’ en ‘blauwe’ veld, worden plannen gemaakt. De verschillende scenario’s worden vervolgens realistisch geoefend. Wordt er een tunnel gebouwd dan denkt de GHOR met haar collega’s mee over uw toekomstige veiligheid, maar ook als er een grieppandemie naar Nederland zou komen, liggen de rampenplannen klaar. Een trein die tegen een vrachtauto met gevaarlijke stoffen aanrijdt, een bus te water of brand op een schip: het zijn allemaal mogelijke scenario’s die wij met alle hulpverleningsdiensten oefenen. Ziekenhuizen, ambulancediensten, GGD- en GGZ instellingen, EHBO-ers en artsen infectieziekten, maar ook brandweer, uw wijkagent en uw burgemeester. Allen oefenen mee om voor iedere inwoner en ondernemer in Haaglanden voorbereid te zijn op een grootschalig incident, mocht dit in de regio gebeuren. n
WINTER 2007
4
GEMEENTE DEN HAAG
FOCUS HAAGLANDEN
Veranderingen in de ambulancezorg op komst
De wereld achter sirene en zwaailicht ber krijgen alle medewerkers een agressietraining. We hanteren sinds kort ook een zerotolerance-beleid; op agressief gedrag volgt meteen een aangifte.”
112 bellen om snel een ambulance te bestellen. Vrijwel iedereen is ermee bekend. De ambulancewagen is een bijna vanzelfsprekend fenomeen in het straatbeeld. Maar achter 112 en de ambulancewagens in Haaglanden zit een hele wereld. Ambulancezorg GGD Den Haag vertelt over strenge
Nieuwe locatie In 2009 verhuist Ambulancezorg GGD Den Haag naar een nieuwe locatie aan de Petroleumhaven. De opkomstlocaties Zichtenburglaan, Forepark en Delft komen dan te vervallen. Een deel van de Brandweer in Den Haag verhuist ook naar de Petroleumhaven. De inrichting van de nieuwbouw voldoet aan de
wetgeving, de dynamiek van een grote stad én de toekomstige uitdagingen voor ambulancezorg in
18
de regio. Tekst: Winneke Kok, Gemeente Den Haag Fotografie: Peter van Oosterhout
“T
aan de Rijksstraatweg. Tijdens de spits is een snelle rit naar Wassenaar over deze weg bijna onmogelijk, vanwege de drukte én het ontbreken van een vluchtstrook.”
23 Ambulances paraat Iedere dag rijden er 23 ambulances in Haaglanden, ’s nachts zijn het er negen. De landelijke meldkamer verbindt telefoontjes voor ambulancezorg door naar de regionale meldkamer: de CPA. De CPA beslist óf en welke ambulances worden ingezet. Ze zorgt ook dat de ambulances 24 uur per dag goed verspreid staan in de regio, om de aanrijtijden zo kort mogelijk te houden.
Dichtgeslibde wegen Een andere uitdaging is het rijden door drukke winkelgebieden. Soms noodzakelijk, maar tegelijk soms gevaarlijk voor winkelend publiek. Hoe worden dergelijke ‘knelpunten’ aangepakt? Frans Voormeulen, coördinator en kwaliteitsmedewerker ambulancezorg GGD Den Haag: “Het heeft voortdurend onze aandacht. We bespreken het met de andere aanbieders van ambulancezorg. Maar ook intern: zijn er alternatieve routes, zodat we drukke en ‘dichtgeslibde’ wegen kunnen vermijden. Dit kan niet altijd. We instrueren daarom voortdurend ons personeel: wees extra alert in de drukke gebieden, houdt het zo veilig mogelijk. We kaarten het ook aan bij de CPA, de Centrale Post Ambulancevervoer. De CPA kan steeds
ussen het spoedtelefoontje naar 112 en arriveren op de plaats van bestemming zitten maximaal vijftien minuten. Dat is de wettelijke eis voor ambulancevervoer bij spoedgevallen. In die vijftien minuten moet zóveel gebeuren, dat je organisatie honderd procent efficiënt moet zijn”, vertelt Ton van Egmond, hoofd ambulancezorg GGD Den Haag. “En hier werken wij dagelijks aan, want zelfs met de kleinste verbeteringen winnen we tijd en levens.”
‘Snelle rit tijdens spits over Rijksstraatweg naar Wassenaar is bijna onmogelijk’ Van Egmond: “In de stad Den Haag halen we een gemiddelde aanrijtijd van zeven á acht minuten. Dit ligt iets anders buiten de stad. De ‘ambulancedichtheid’ is daar wat lager, omdat er gemiddeld minder ambulances nodig zijn. Bij meerdere incidenten tegelijk kan het dan lastig zijn om de wettelijke aanrijdtijd te halen. Denk bijvoorbeeld
kritisch kijken naar de spreiding van ambulances in de regio. Daarnaast proberen we voortdurend ‘ons stukje’ van de vijftien minuten aanrijdtijd zo kort mogelijk te houden.” Van Egmond noemt een voorbeeld: “Binnenkort starten we een pilot in onze wagens met een nieuw navigatie-
19
‘Ambulancezorg verandert door vorming veiligheidsregio’s’
systeem. Bij een CPA-melding komt het adres dan meteen in het systeem. Invoeren hoeft niet meer handmatig en dat scheelt kostbare tijd.” Agressie Ambulancezorg GGD Den Haag is sinds 2005 gecertificeerd, net als 98 procent van de aanbieders in Nederland. Jaarlijks controleert de KIWA of er inderdaad wordt gewerkt volgens het kwaliteitshandboek en of de verbeterpunten zijn uitgevoerd. Alle werkprocessen zijn beschreven, alle handelingen vastgelegd in protocollen. In 2008 moet het handboek ook weer vernieuwd worden. Voormeulen: “De controle op kwaliteit is streng en dwingt ons tot een zeer professionele en efficiënte werkwijze. Het afgelopen jaar was omgaan met agressie bijvoorbeeld één van onze actiepunten. We hebben inmiddels een registratiesysteem opgezet en in decem-
Frans Voormeulen, coördinator en kwaliteitsmedewerker ambulancezorg GGD Den Haag (links) en Ton van Egmond, hoofd ambulancezorg GGD Den Haag
Organisatie ambulancezorg in Haaglanden De Hulpverleningsregio Haaglanden (HRH) is verantwoordelijk voor ambulancezorg. Burgemeesters van de negen aangesloten gemeenten vormen het feitelijke bestuur. Het bureau Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR) is onderdeel van de HRH. De GHOR is verantwoordelijk voor het voorbereiden en coördineren van geneeskundige hulpverlening bij rampen, crises en grote ongevallen. De uitvoering van ambulancezorg ligt bij de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) en drie ambulancediensten: het Witte Kruis, Ambulancezorg Zoetermeer en Ambulancezorg GGD Den Haag.
Taken van Ambulancezorg • • • • •
Verlenen van acute zorg Coördineren en organiseren van zorg bij ernstige ongevallen Geïndiceerd vervoer Stand-by bij evenementen en risicovolle voetbalwedstrijden Begeleiden van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders
nieuwste eisen en is helemaal ingericht op ambulance- en brandweerzorg. Voormeulen: “De CPA gaat het spreidingsplan voor ambulances dan aanpassen. Dit is noodzakelijk door de verhuizing, maar ook vanwege veranderingen in de demografische opbouw, de infrastructuur en de toename van evenementen. Het doel is een ideale dekking van de stad en korte aanrijtijden.” Spannende tijden “Er komen spannende tijden aan”, benadrukt Ton van Egmond. “De huidige organisatie van ambulancezorg in de regio gaat in ieder geval veranderen. Dit komt door veranderende wetgeving en de vorming van veiligheidsregio’s. Per veiligheidsregio komt er één regionale ambulancevoorziening en dat betekent één vergunninghouder. Deze bepaalt met welke andere aanbieders van ambulancezorg wordt samengewerkt.” De samenwerking tussen ambulance, politie en brandweer wordt straks nog meer geïntensiveerd. Ton: “Maar één ding blijft onveranderd: zeven dagen per week en 24 uur per dag kunnen de inwoners van onze regio rekenen op snelle en kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg!” n www.hrh.nl
WINTER 2007
4
Haagse regeling ‘Brandveilig gebouw’ uniek in Nederland
HAAGSE HOGESCHOOL
HRH HAAGLANDEN
Brandweer Den Haag voorziet gebouwen van keurmerk
FOCUS HAAGLANDEN
HBO-opleiding verpleegkunde in constante dialoog met werkveld
Zo’n anderhalf jaar geleden zijn de gemeente en brandweer Den Haag gestart met het project Brandveilig Gebruik Gebouwen (BGB). Dit project maakt
De verpleegkundige die wordt opgeleid voor niveau 5 is van alle markten thuis. De opleiding tot
deel uit van de weg die Brandweer Den Haag is ingeslagen om gebruikers bewuster te maken van hun eigen verantwoordelijkheid voor brandveiligheid.
Verpleegkundige (HBOV) aan De Haagse Hogeschool biedt dan ook een brede bachelor aan, in een stad met complexe, grootstedelijke problematieken. Middels een constante dialoog met zorginstel-
Tekst: Miriam van der Meyde, beleidsmedewerker risicobeheersing en projectleider BGB
20
H
et project BGB is voor een groot deel gebaseerd op het idee van de APK-keuring voor gebouwen. De APK-keuring kreeg geen wettelijke basis in het Gebruiksbesluit. De Haagse BGB-regeling is gebaseerd op vrijwillige deelname van organisaties en instellingen, een regeling die uniek is in Nederland. Het BGB-project startte met vier grote zorginstellingen in Den Haag: Florence, Meavita, Stichting Saffier en WZH. De druk vanuit de politiek op zorginstellingen om hun brandveiligheid in orde te hebben is groot. Dit komt door de recente onderzoeken naar de brand(on)veiligheid in zorginstellingen, die naar aanleiding van de Schipholbrand zijn uitgevoerd. De betrokken instellingen zijn zich zeer bewust van hun verantwoordelijkheid voor de veiligheid van hun cliënten.
Het doel van het BGB-project is het vergroten van het bewustzijn en de verantwoordelijkheid van de gebruiker voor de brandveiligheid. Naast de bouwtechnische kenmerken speelt brandveilig gedrag of gebruik een belangrijke rol. Jos van den Berkmortel, hoofd risicobeheersing van Brandweer Den Haag: “Voor de deelnemers aan het BGBproject zijn door de brandweer opnamerapporten opgesteld. Gebruikers, eigenaars of ondernemers kunnen op deze manier zelf door het gebouw lopen en beoordelen of het pand voldoet aan de brandveiligheidseisen uit het opnamerapport. Deze opnamerapporten zijn grotendeels gebaseerd op de rapporten die wij als brandweer zelf gebruiken bij controles van panden.” Keurmerk ‘Brandveilig gebouw’ Het BGB-project heeft ook geleid tot een regeling Brandveilig Gebruik Gebouwen. Deze regeling is tot stand
lingen en het bedrijfsleven zorgt de opleiding ervoor dat ze aan deze vraag kunnen blijven voldoen. gekomen in samenwerking met onder andere certificeringsinstantie KIWA. Naast de eigen beoordeling van het gebouw, kan een organisatie gaan voor een keurmerk ‘Brandveilig gebouw’. Daartoe inspecteert een KIWA-gecertificeerd opnamebedrijf alle brandveiligheidsaspecten (bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch). Scoort het pand voldoendes op de scorelijst, dan mag de gebruiker het bordje met het keurmerk aan de gevel schroeven. Afgevaardigden van Saffier en Meavita zijn bij de totstandkoming van de regeling nauw betrokken geweest; ze waren lid van de klankbordgroep die ervoor is opgericht. De eerste verpleeghuizen zijn op 12 december gecertificeerd. De overige huizen van Meavita, Stichting
Saffier, Florence en WZH, volgen snel hierna. “Het behalen van het BGB keurmerk is voor onze organisatie van groot belang”, aldus Johan Anneveld, manager van het Facilitair Bedrijf van Stichting Saffier. Voor Saffier is dit het startsein om komende jaar al onze andere locaties te laten keuren. Het BGB-keurmerk geeft hiervoor duidelijk de richtlijnen aan. We weten nu exact wat er binnen onze locaties goed is en wat we nog kunnen verbeteren.” Het keurmerk ‘Brandveilig gebouw’ is van toepassing op alle openbare gebouwen. Meer informatie: Paul van de Wetering, hoofd Vergunningen & Handhaving van Brandweer Den Haag,
[email protected]. n
Basisprincipes voor brandveilige gebouwen Gedrag & gebruik • D euren moeten altijd onmiddellijk te openen zijn. • V luchtroutes moeten vrij zijn van obstakels. • A ls er meer dan 37 personen binnen zijn, moeten die vluchtdeuren – die naar binnen draaien – in geopende stand zijn vastgezet. • I n de gebruiksvergunning staat hoeveel personen maximaal binnen mogen zijn. Zonder gebruiksvergunning mogen er maximaal vijftig personen binnen zijn. • Gebruik alleen brandveilige versiering. • Ga verantwoord om met open vuur, zoals kaarsen en haardvuur.
Tekst: Hans Rebers Fotografie: Alex de Groot, De Haagse Hogeschool
A
gnes Vernooy en Thom Rijpstra zijn docenten van de HBOV-opleiding bij de academie van Gezondheid aan De Haagse Hogeschool. Beiden signaleren zij dat het er niet eenvoudiger op geworden is in de zorg. Agnes Vernooy: “Er wordt van verpleegkundigen steeds meer gevraagd ten aanzien van kennis, vaardigheden en attitude. De patiënten zijn steeds mondiger geworden. Iedereen heeft toegang tot vrijwel alle informatie, ook op medisch gebied. Bovendien is de positie van patiëntenverenigingen een stuk sterker dan een aantal jaren terug. Vandaar dat de opleiding tegenwoordig veel breder is dan de zorg aan het bed alleen. Rijpstra: “We besteden aandacht aan alle facetten van het vakgebied. Dus ook bijvoorbeeld coördinatie, begeleiding, preventie, voorlichting, nazorg en de meer beleidsmatige kanten van de zorg.”
Wat moet er aanwezig zijn? • Vluchtrouteaanduiding met goedwerkende verlichting. • Goed onderhouden noodverlichting. • Voldoende goed bereikbare en goedgekeurde blusmiddelen. Studenten tijdens de les
Stages Een belangrijk onderdeel van de opleiding vormt het leren in de praktijk. Hiervoor ruimt de opleiding veel tijd in. Door de drukte in de zorg wordt het echter steeds lastiger om goede stageplekken te vinden voor verpleegkundigen. Agnes Vernooy: “Je moet er tegenwoordig echt op uit gaan om goede stageplaatsen te vinden. Dan benaderen we instellingen als bijvoorbeeld de patiëntenverenigingen, ambulancediensten en zorgverzekeraars met de vraag of er nog plek is voor verpleegkundigen. Niet zonder succes, overigens.” Rijpstra vult aan: “Juist op stageplaatsen en praktijkopdrachten wordt je met alle facetten van het vak geconfronteerd. Vandaar dat we hier veel aandacht aan besteden binnen onze opleiding, en ook niet vakgericht maar themagericht werken.”
Dialoog Het contact met de instellingen is exemplarisch voor de opleiding. Rijpstra: “We voeren een constante dialoog met het werkveld. Hoewel we zeker geen functiegerichte opleiding zijn, houden we voortdurend de vinger aan de pols. Zo weten we aan welke competenties behoefte is. Ook komen mensen uit de praktijk veelvuldig bij onze opleiding langs; om te kijken in hoeverre het onderwijs aansluit op de dagelijkse realiteit, maar ook om bijvoorbeeld cursussen te volgen. Op deze manier zijn we elkaar van dienst!”
21
Psychogeriatrie “Vanuit de academie werken we nauw samen met de lectoraten psychogeriatrie en grootstedelijke ontwikkeling. Docenten van de HBOV-opleiding maken deel uit van beide lectoraten,” aldus Agnes Vernooy. “Het lectoraat psychogeriatrie is opgezet samen met WoonZorgcentra Haaglanden en Zorg-groep Florence; een goed voorbeeld van hoe de dialoog met het werkveld tot concrete resultaten kan leiden.” Rijpstra: “De psychogeriatrie houdt zich bezig met de zorg voor dementen. Het bieden van zorg aan deze mensen is een veelomvattende klus, echt een vak apart. Vandaar dat het lectoraat is opgericht. De afgelopen twee jaar is men voornamelijk bezig geweest met het profileren van psychogeriatrie als een zelfstandige stroming binnen de verpleegkunde. Ook is er gewerkt aan een beeldvorming rond de zorg aan dementerenden, die meer van deze tijd is.” Agnes Vernooy vertelt dat zij daarvoor zogeheten studentambassadeurs hebben ingezet. “Door studenten een stage aan te bieden binnen de psychogeriatrie, konden zij het vakgebied in al zijn facetten goed leren kennen. Vervolgens kunnen zij deze ervaringen delen met hun medestudenten binnen de lesgroepen. We hopen dat het beeld van psychogeriatrie enigszins bijgesteld is aan de werkelijkheid van nu.” In de nabije toekomst komt het lectoraat psychogeriatrie met een voorstel om studenten MBO en HBO beter voor te bereiden op hun toekomstige werkzaamheden. n www.dehaagsehogeschool.nl
WINTER 2007
4
GEMEENTE ZOETERMEER
FOCUS HAAGLANDEN
Gemeente Zoetermeer levert gemotiveerde werkzoekenden
Samenwerking tussen gemeente en bedrijven werkt Een klant van de sociale dienst in dienst nemen? Denkt u daaraan, als u een vacature heeft? De gemeente Zoetermeer vindt dat iedereen een kans verdient en investeert daar dan ook in, maar kan dat niet alleen. De gemeente zoekt werkgevers die bereid zijn te investeren in gemotiveerd personeel. Bent u zo’n werkgever?
22
Tekst: Marinka Klaassen Fotograaf: Remco Bordewijk
H
et beeld van de klant van de sociale dienst is dat van iemand die een verkeerde of geen opleiding heeft, met weinig werkervaring en een ongemotiveerde houding. Denkt u dat ook? De gemeente Zoetermeer denkt er grotendeels anders over. Het liefst verdient iedereen z’n eigen geld. Dat is de motivatie waarmee mensen zich inzetten voor een betaalde baan. Opleiding en werkervaring, daar kun je aan werken en de gemeente Zoetermeer helpt haar klanten daarbij. Maar er zijn grenzen aan deze mogelijkheden. Een baan waarmee klanten echt een stap verder komen, daar heeft de gemeente hulp bij nodig van een werkgever met een vacature.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het aannemen van een werknemer die niet helemaal past, vergt lef. Daarom zoekt Zoetermeer werkgevers met lef. Ondernemers die de voordelen zien van maatschappelijk verantwoord ondernemen en bereid zijn de zorg op zich te nemen van een werknemer die nog moet groeien. Een nieuwe werknemer die graag economische zelfstandig wordt en vertrouwen in dat streven en een (betere) kans verdient. Die zorg kan de werkgever geven samen met de gemeente Zoetermeer. In de Sociaal Economische Agenda werken gemeente en ondernemers al samen voor goed ondernemersbeleid en terugdringen van werkloosheid. “Maar we zijn altijd op zoek naar meer werkgevers die met ons samen willen werken”, aldus Edo Haan, wethouder Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Zoetermeer.
De gemeente legt de basis, door selectie of in een traject en de werkgever laat iemand verder groeien met hulp van de gemeente. Klanten zijn al klaar voor een baan of hebben vooraf wat hulp nodig om te leren wat het is om een werknemer te zijn zoals leren op tijd komen en
Scholte Verhuis Groep Directeur Mike Scholte vertelt met enthousiasme over zijn bedrijf. “Maatschappelijke betrokkenheid is belangrijk, dat past ook bij het vak. Verhuizen is mensenwerk. Vijf jaar geleden kwamen we moeilijk aan geschikt personeel. Adverteren leverde in een krappe arbeidsmarkt niets op. Bij de gemeente Zoetermeer hebben ze wel gemotiveerde mensen, ze hebben alleen geen aansluitende opleiding.” Dus ging Scholte zelf aan de slag. Sinds drie jaar heeft Scholte nu contact met
omgaan met collega’s. Ze ontdekken wat ze willen van een baan via een traject van de gemeente. U heeft een vacature? Daar hoort misschien een vakopleiding bij. De gemeente, de werkgever en de werknemer bepalen samen wat nodig is in deze situatie
Ecoware, een stichting die met provinciale subsidie en financiering door lokale ondernemers (o.a. Scholte Verhuis Groep (SVG)) is opgezet als leerwerkbedrijf. Dit is een van de partijen waar de gemeente mee samen werkt om haar klanten aan een passende baan te helpen. Bas ter Burg van Ecoware: “Via ons vinden ondernemers gemotiveerde werknemers; daarbij fungeert het leerwerkbedrijf als filter. Wij zorgen dat klanten van de gemeente Zoetermeer zich kunnen gedragen als werknemers in een werkomgeving. Maar ook ontdekken ze
om de werknemer te laten slagen in de nieuwe baan, en dat is maatwerk. Met arrangementen op maat worden de verschillen tussen de werknemer en de werkgever overbrugd. Het gaat om goede werknemers die in eerste instantie niet naadloos passen bij de baan die ze krijgen, door gebrek aan ervaring, minder of lagere productiviteit en/of
Zoetermeer zoekt werkgevers met lef een opleiding die niet zo goed aansluit: dit kan de gemeente Zoetermeer compenseren. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor. Het kan gaan om financiële compensatie, die compensatie is hoger naarmate een werknemer minder kan, bijvoorbeeld in de vorm van loonkostensubsidie. Iemand kan met behoud van uitkering aan de slag en zo ervaring opbouwen (stage) of de gemeente kan een (aanvullende) vakgerichte opleiding betalen of iemand detacheren. Daarbij
welk werk motiverend voor hen is. Zo zoeken we samen naar een passende werkgever.” Gevonden! Na verkoop van de shoarmazaak was er geen plaats meer voor Bilal Hchilaf. Met alleen een vmbo-opleiding lukte het hem niet zelf een baan te vinden. Via zijn klantmanager van de gemeente Zoetermeer kwam Bilal direct bij Ecoware terecht. En daarna bij SVG. Zijn directeur is erg tevreden over hem. Bilal is enthousiast over het team waar hij mee werkt. Hij vindt het leuk bij verschillende mensen over de vloer te komen. Deze baan verandert veel voor hem. Hij woont nu in bij zijn broer, maar straks heeft hij genoeg financiële zekerheid voor een eigen huisje en een rijbewijs. Meestal begint een contact tussen werkgever en werknemer met een kijkdag, als het dan klikt volgt een maand stage (werken met behoud van uitkering). Zelf een nieuwe medewerker opleiden kost tijd en geld. Op deze manier kun je elkaar aftasten. Scholte Verhuis Groep adverteert niet meer. Ervaren krachten vinden ze via internet en beginnelingen komen via Ecoware en de gemeente Zoetermeer.
zijn er ook mogelijkheden voor extra begeleiding bijvoorbeeld het inzetten van een jobcoach. Maar er zijn ook drempels, bijvoorbeeld de vrees voor ziekteverzuim. De gemeente Zoetermeer biedt daarom de ‘nieuwe start zonder risico-polis’. Dit is een verzekering tegen ziekteverzuim. Als de werknemer langer dan vijf dagen
Vip Tax Zoetermeer Pierre Hermans is sales manager bij het snel groeiende Vip Tax Zoetermeer. Hij vertelt dat ze bij Vip Tax maatschappelijke verantwoordelijkheid normaal vinden. Niet sponsoren met geld, maar gratis en onopgemerkt diensten verlenen aan goede doelen. Hun aandeelhouders staan hier vierkant achter. “Dus toen het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) ons vroeg: zijn jullie geïnteresseerd in klanten van de sociale dienst, kwam er een volmondig ja”, aldus Hermans. Dat was twee jaar geleden naar aanleiding van een personeelsadvertentie voor chauffeurs. Gemeente en Vip Tax vonden elkaar. “Het resultaat: al vier mensen zijn hier aan het werk. Deze mensen rijden vooral voor het Valys vervoer (aanvulling op openbaar vervoer voor mensen met beperkingen) en zorgvervoer in opdracht van zorgverzekeringen. Hiervoor zijn minder diploma’s nodig dan voor het zakelijke vervoer. Een mooie start.”
ziek is, krijgt de werkgever de loonkosten over die dagen terug. Bent u een ondernemer die wil investeren in de maatschappij? Heeft u een vacature voor een van onze klanten? Neem dan contact op met de heer Huntelaar van de afdeling Werk Zorg en Inkomen van de gemeente Zoetermeer op telefoonnummer 079 346 8527. n
Gevonden! De heer Knol, een veertiger, was na een baan als huismeester lange tijd werkloos. Van een enigszins verlegen man is hij in zes maanden tijd veranderd in een gerespecteerde collega, een volwaardig werknemer. Hij voelt zich thuis in het team met zijn baan als chauffeur. Het geeft hem zelfvertrouwen, inkomen en regelmaat. “Daarbij is mijn werkgever bereid met de inroostering rekening te houden met mijn zorgtaken thuis”, vertelt Knol.
23
Vip Tax bekijkt momenteel samen met de gemeente de mogelijkheden van loonkostensubsidie. Daarmee kunnen ze de komende jaren zeker drie à vier mensen per jaar via deze weg binnen komen. Pierre Hermans ziet dat met vertrouwen tegemoet. “Onze investeringen zijn echt de moeite waard, voor alle betrokkenen.”
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN
ACTORION
Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. bevordert samenhang Haaglandse zorg
Patiënt centraal in project Zorg en ICT in Haaglanden Eind oktober hebben Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omstreken, Delta Lloyd en Azivo en een aantal zorginstellingen ja gezegd tegen elkaar. Onder de paraplu van de stichting gaan ze gezamenlijk de onderlinge ICT-communicatie verbeteren en doorontwikkelen, zodat patiënten beter geholpen worden en professionals effectiever kunnen werken.
24
Tekst: Gemma Schoot Fotografie: Elly van Schaik, HagaZiekenhuis
Z
owel landelijk als regionaal lopen er veel projecten op het gebied van ICT-communicatie over ons als burgers die naar de huisarts en een specialist gaan, medicijnen krijgen, in een ziekenhuis worden opgenomen, gerevalideerd worden en wellicht – wie kan het voorspellen? – eindigen in een verpleeghuis. Zo heeft het ministerie van VWS – dat samenwerking tussen de instellingen stimuleert – NICTIZ in het leven geroepen: het nationale knooppunt en kenniscentrum voor ICT en innovatie in de zorg. Deze organisatie beheert de basisinfrastructuur, het algemeen in de sector toegankelijke stelsel van gemeenschappelijke ICT-voorzieningen. De basisinfrastructuur stelt iedere geautoriseerde zorgverlener in staat om op een eenvoudige, veilige en betrouwbare manier de relevante gegevens van zijn patiënt in te zien, op ieder moment van de dag, waar dan ook in Nederland. Hiervoor worden, op nationale en regionale schaal, standaarden ontwikkeld voor uitwisseling van patiëntdossiers en voor geprotocolleerd samenwerken. Daarvan zijn er vele zoals het waarneemdossier huisartsen en het elektronisch medicatiedossier. Maar regionaal zijn er nog veel meer projecten in ontwikkeling zoals het e-verwijssysteem van huisartsen Zorgdomein, het e-overdrachtsdossier Point, e-lab voor de virtuele uitwisseling van laboratoriumuitslagen en een geprotocolleerde ketensamenwerking ten behoeve van COPDpatiënten (longen). Ze zijn in verschillende stadia van ontwikkeling. “Al dit soort ICT-projecten zijn overstijgend aan de huisartsenpraktijken, de
ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Dus als we moeten samenwerken, waarom doen we die ICT-projecten dan niet samen? En omdat naar schatting negentig procent van de zorgvraag in Haaglanden regiogebonden is, is een regionale samenwerking ook logischer en sneller dan een landelijke aanpak.” Aldus voorzitter Daan van de Meeberg van de stuurgroep Regionale ICT. Hij leidt het project ‘Haaglanden Zorg en ICT, innovatieagenda en Businesscase’ van de Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. en de verzekeraars Delta Lloyd en Azivo. In het dagelijks leven is Van der Meeberg bestuursvoorzitter van de Meavita, een landelijke organisatie voor onder andere thuiszorg, intramurale voorzieningen en jeugdgezondheidszorg. Hij is benaderd voor het voorzitterschap van de stuurgroep, omdat
hij een relatief onafhankelijke positie inneemt in het regionale ‘zorgveld’. Van de Meeberg: “Het gaat namelijk vooral om de ziekenhuizen, de huisartsenpraktijken en de apothekers. Tussen die instellingen is het dossierverkeer het meest intensief. GGZ, verpleging, verzorging en thuiszorg worden in een later stadium bij het project betrokken.” Voorbereidend werk Het afgelopen jaar heeft de projectgroep voorbereidend werk gedaan. Er ligt nu een regionale visie, de contouren van een regionale ICT-architectuur zijn beschreven en er is een regionale innovatieagenda opgesteld. De projectgroep heeft er een ook zakelijke onderbouwing (businesscase) bijgeleverd, die inzicht geeft in de kwalitatieve en financiële resultaten van drie
uitvoeringsscenario’s: een uitvoering op projectniveau (dus per afzonderlijk ICT-project), een op regionaal en een op nationaal niveau. Het regionale scenario met een regionaal, digitaal schakelpunt komt verreweg als het gunstigst uit de bus. Op 31 oktober hebben de projectdeelnemers zich allemaal gecommitteerd aan de gezamenlijke investering in dit regionale scenario; de projectorganisatie wordt ondergebracht bij de Stichting Transmurale Zorg. “Nu we het regionaal oppakken”, licht Van de Meeberg het besluit toe, “hebben we zelf de regie en kunnen we zelf bepalen in welk tempo we werken. In het landelijke scenario zouden we afhankelijk zijn van de voortgang bij NICTIZ.” Gevaar voor uit de ICTpas lopen, ziet Van der Meeberg niet: gemeten aan de huidige stand van ICTstandaarden en infrastructuren kan het. Bovendien onderhoudt de projectgroep contact met NICTIZ en de implementatieorganisatie van VWS. Haaglanden is niet de eerste regio die het heft in eigen handen neemt, maar behoort wel tot de “kopgroep van vijf”, denkt Van de Meeberg. Onder andere Twente ging Haaglanden voor en onderling worden er uitwisselingscontacten onderhouden. “Met name van Twente hebben wij geleerd dat je de projectorganisatie klein moet houden en de samenwerking vanuit de afzonderlijke projecten moet opbouwen. Het is een behoorlijk complexe onderneming. Het vraagt moed van iedere zorgorganisatie om over je eigen muren heen te kijken en het gemeenschappelijke belang te blijven zien. Daarnaast werken ziekenhuizen ook nog in andere verbanden met elkaar samen, waarin ICT ook een item is. Ook vergt het een financiële investering en dat blijft lastig in een sector die steeds kostenefficiënter moet werken. Maar kostenreductie is wél een van de doelstellingen van de onderneming.”
men, voor de helft met het elektronisch medicatiedossier en verder met betere samenwerking tussen zorgverleners. Dat blijkt uit een van de onderzoeken waarop de projectgroep zich baseert (Rijksuniversiteit Utrecht, november 2006). Ten tweede levert de betere informatiehuishouding efficiency en dus kostenbesparing op. Het derde punt van winst is dat beroepsbeoefenaren beter aan de kwalitatieve verwachtingen van de patiënt zullen kunnen voldoen. Niet alleen wat betreft patiëntveiligheid, toegankelijkheid en tijdigheid, maar ook wat betreft de meer bedrijfsmatige kan-
ten van het vak: doelmatigheid, overdraagbaarheid en traceerbaarheid. Het zijn deze belangen van de patiënt die centraal staan in het project ICT en Zorg. Met de patiënt als uitgangspunt wordt de regionale, transmurale samenwerking binnen de zorgketen verder ontwikkeld. ICT ondersteunt het primaire proces en de zorgprofessionals binnen iedere zorgorganisatie en de zorgorganisaties onderling. ICT faciliteert zo de transparantie van de zorg. n www.transmuralezorg.nl
25
Transparantie Het project Zorg en ICT heeft tot doel de transparantie in de regionale zorg te faciliteren. Maar wordt er niet te veel verwacht van ICT als facilitator? Projectleider Thijs Boekhoff van Squarewise, het bureau dat de regio begeleidt in haar ICTambities, vindt dat de effecten eerder worden onder- dan overschat. “Ook in andere branches waar ICT de basis van communicatie is geworden, zijn de positieve effecten op de manier van communiceren groot. In de zorg weet iedereen dat er weinig informatie wordt uitgewisseld, doordat communicatie tussen zorgverleners veel tijd kost. Projecten waarbij een specifieke informatiestroom wordt gefaciliteerd met techniek – denk aan de ontslag- en behandelbrieven van specialist naar huisarts – zijn snel succesvol en worden door alle partijen als waardevol beschouwd. Kijk je naar de transparantie, dan wordt duidelijk dat er niet alleen technische belemmeringen zijn waardoor de transparantie vaak tegenvalt. Het is ook een kwestie van vertrouwen, motivatie en attitude.” Krijgt de patiënt zelf ook digitale inzage in zijn dossier? Volgens Boekhoff staat de gekozen richting dat zeker toe. “Een regionaal patiëntenportaal, want daar spreek je dan feitelijk over, zal na de eerste set van projecten, zeker op de agenda staan. Het gaat daarbij om inzage in de gegevens, maar wellicht ook om toelichting en uitleg daarbij. Andere logische toepassingen zijn het maken en muteren van afspraken. Mogelijk zelfs ook zaken als pre-operatieve screening, waardoor de patiënt mogelijk gerichter en efficiënter geholpen kan worden. Dat betekent minder ongemak en een snellere doorlooptijd voor de patiënten, maar ook minder zorgschadelast door efficiëntere behandeling, minder onnodige onderzoeken, et cetera.”
Kosten en baten De kostenbaten-verhouding van het regionale scenario is 52 miljoen euro projectkosten en tweehonderdzestig miljoen euro aan baten van de gezamenlijke projecten. Dat zijn ten eerste uitgespaarde kosten doordat zorgverleners veel minder fouten in de medicatie zullen gaan maken. De schatting hiervoor is honderdtachtig miljoen euro bij 1,1 procent minder patiënten. Landelijk worden 41 duizend mensen per jaar door verkeerd medicijngebruik in een ziekenhuis opgenomen. Daarvan zijn negentienduizend opnames te voorko-
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN
GRONTMIJ
Grontmij-opdracht voor test in ziekenhuis met nieuw reinigingsconcept voor afvalwater
Een schoner ziekenhuis, een schoner milieu Het afvalwater van ziekenhuizen bevat hoge concentraties farmaceutica, zoals hart- en vaatmiddelen, pijnstillers, antibiotica en contrastvloeistoffen. Deze komen via urine en ontlasting in het afvalwater terecht en dat heeft gezondheidsrisico’s voor mens en milieu. Een nieuw concept onder de naam Pharmafilter biedt een oplossing.
26
Het nieuwe reinigingsconcept van Pharmafilter, bestaat uit een nieuwe combinatie van processen, waarop patent is aangevraagd.
mogelijke optimalisatie van het logistiek proces in combinatie met een sterke verbetering van de afvalwaterkwaliteit. Pharmafilter werkt op diverse terreinen intensief samen met specialisten binnen en buiten de medische wereld. De ontwikkeling en productie van afbreekbare bioplastics vindt plaats in samenwerking met een ingenieursbureau. Dat geldt ook voor de inrichting van het vergistingsproces en de biologische reiniging van het water in de membraan bioreactor. Drs. Bert Palsma van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) vindt het concept dermate interessant, dat STOWA het geplande onderzoek ondersteunt. Dit vanwege de lagere belasting van het oppervlaktewater met medicijnen, waardoor een verbetering van het aquatisch leefmilieu ontstaat.
Tekst: Nico Wortel (Grontmij), Eduardo van den Berg (Pharmafilter) Fotografie: Grontmij, Pharmafilter
H
et concept van Pharmafilter is een technisch hoogstandje. Dit concept van integraal afvalwatermanagement lijkt met gemak de meer dan twintig verschillende afvalstromen in een ziekenhuis aan te kunnen. Momenteel wordt een test voorbereid bij een ziekenhuis in de regio Haaglanden. Ziekenhuizen produceren vele soorten afval, van afval dat wordt gereinigd en hergebruikt, tot afval dat gescheiden wordt afgevoerd en verwerkt. Dat levert een minder overzichtelijke situatie op, waarin onbedoeld onhygiënisch handelen niet is uitgesloten. Om de verspreiding van virussen en bacteriën tegen te gaan, is een snelle en discrete afvoer van bijvoorbeeld ontlasting gewenst. Nog afgezien van de risico’s voor mens en milieu, is afvalmanagement momenteel minder efficiënt dan het zou kunnen zijn. Om het proces in goede banen te leiden, zijn diverse richtlijnen en protocollen noodzakelijk. Het instrueren van het personeel, het uitvoeren van handelingen met afvalproducten en de
Pharmafilter
Verwijdering van medicijnen uit rioolwater verbetert het aquatisch milieu aanzienlijk
controle op de juiste behandeling van elk afvalproduct kost veel tijd en geld. De zuiveringsinstallaties voor rioolwater zijn niet ingericht op het verwijderen van farmaceutica. De stoffen worden dus niet allemaal volledig uit het afvalwater verwijderd waardoor ze, weliswaar sterk verdund, in het oppervlaktewater terechtkomen. Ondanks de lage concentraties kunnen deze stoffen het milieu schade toebrengen. Dit blijkt uit verschillende studies die in opdracht van de overheid en waterschappen zijn uitgevoerd. De oplossing Eduardo van den Berg van Pharmafilter is uitvinder van het concept van integraal afvalwatermanagement binnen ziekenhuizen. Hij legt het reinigingsconcept als volgt uit: “Het is gebaseerd op de inzet van afbreekbare bioplastics
Ir. Nico Wortel, projectleider bij Grontmij is verantwoordelijk voor het goede verloop van het proefonderzoek. “De technieken die we beproeven, zijn in principe bekend. Maar de combinatie van deze technieken en de aard van het afvalwater en het te behalen resultaat zijn wel uniek. Met de kennis en ervaring die er is, is het mogelijk om in ongeveer een half jaar de ontwerpgrondslagen voor de gekozen technieken vast te stellen. Daarmee kunnen we de kosten van een installatie berekenen die al het afvalwater van het ziekenhuis behandelt.”
voor gebruiksgoederen, die samen met andere geschikte afvalstromen – zoals keukenafval – worden vergist. De waterstromen, ook die uit de vergisting, worden behandeld in een compact en gesloten biologisch systeem ter plaatse. Het gereinigde water wordt vervolgens verder behandeld om de geneesmiddelen erin, zo goed als met de huidige technologie mogelijk is, te verwijderen. Met deze milieuvriendelijke producten en methodes zijn niet alleen de fecaliën, maar ook andere afvalstoffen efficiënt en veilig te reinigen. Het resultaat is minder milieubelasting, minder handelingen, een gereduceerde afvalberg en meer hygiëne in het ziekenhuis.”
Onderzoek Grontmij Grontmij voert momenteel meerdere onderzoeken uit naar medicijnresten in het afvalwater van zorginstelllingen. In opdracht van STOWA, verschillende waterschappen en Rijkswaterstaat, verricht Grontmij bijvoorbeeld de studie Verg(h)ulde Pillen, naar noodzaak, mogelijkheden en randvoorwaarden voor aparte behandeling van afvalwater van ziekenhuizen. n
Samenwerking Momenteel vindt nauw overleg plaats met deskundigen uit ziekenhuizen, van hygiënisten tot microbiologen. In samenwerking wordt gekeken naar de
www.grontmij.nl www.pharmafilter.nl www.stowa.nl
27
Pharmafilter Concept
Afbreekbaar bioplastic Om te beginnen worden de producten om ontlasting op te vangen, zoals bedpan, urineflessen en katheterzakken, gemaakt van biologische polymeren. Deze polymeren zijn volledig milieuvriendelijk afbreekbaar en hebben nog andere voordelen bij de vergisting (zie hieronder). Na gebruik worden de bioplastics samen met de inhoud (fecaliën, infuusvocht, medicamenten) vermalen, afgevoerd en gereinigd. Bedpannen en urineflessen hoeven dus niet meer in het ziekenhuis gereinigd te worden. Dit vermindert het aantal handelingen, het besmettingsgevaar én het verbruik van water en energie. Waterzuivering Vloeistoffen en spoelwater worden doorgespoeld naar een centrale ruimte, waar ze samenkomen met het reguliere afvalwater. Het afvalwater wordt vervolgens behandeld met een Membraan Bio Reactor (MBR). Door een combinatie van biologische afbraak en filtratie door zeer fijne membranen worden alle bacteriën en virussen, en zo veel mogelijk schadelijke medicijnen hormonale en andere toxische stoffen, uit het afvalwater verwijderd. Een voordeel van een MBR is de geringe opstellingsruimte en hoge schoonwaterkwaliteit. Aangezien dit procédé niet alle stoffen (waaronder geneesmiddelen) zal verwijderen, worden achter de MBR nog aanvullende zuiveringssystemen geplaatst. Deze systemen zijn gebaseerd op oxidatie of adsorptie van deze stoffen door bijvoorbeeld UV, ozon en/of een ander oxidatiemiddel, nanofiltratie of actief koolfiltratie. Doel van de behandeling is het water te ontdoen van de schadelijke stoffen alvorens het te lozen op het riool en mogelijk zelfs geschikt te maken voor hergebruik in laagwaardige toepassingen. Vergisting De vaste stoffen (fecaliën en bioplastics) gaan na vermaling naar een vergister, waaraan bijvoorbeeld ook (vermalen) keukenafval kan worden toegevoegd. Brandbare gassen die hierbij vrijkomen, leveren warmte en energie op: een extra voordeel van de bioplastics en de eventueel toegevoegde organische stoffen. Vaste reststoffen zoals slib worden gecomposteerd, het afvalwater hiervan, gaat alsnog naar de MBR. In de vergisting worden de afvalstromen als het ware nat ‘verbrand’, er blijft heel weinig van over en de ziekenhuisbacteriën overleven dit proces niet. Samen met Pharmafilter werken STOWA, Grontmij en diverse ander organisaties (gemeente, waterschap en ministerie) mee aan de ontwikkeling van het concept dat men binnenkort wil gaan testen bij een ziekenhuis in de regio Haaglanden. De resultaten zullen te zijner tijd bekend worden gemaakt. Ook voor andere geïnteresseerde partijen zijn er diverse mogelijkheden om bij te dragen aan deze nieuwe ontwikkeling.
WINTER 2007
4
GEMEENTE DEN HAAG
GEMEENTE DEN HAAG 28
Op weg naar een gezond Den Haag
Natuurlijk: gezond!
FOCUS HAAGLANDEN
Actieprogramma tegen overgewicht bij kinderen
De Haagse nota Volksgezondheid 2007-2011, ‘Natuurlijk: gezond!’, geeft het verder terugdringen
In Den Haag zijn ongeveer vijftienduizend kinderen tot negentien jaar te zwaar. Kinderen met over-
van gezondheidsachterstand in Den Haag de hoogste prioriteit. Het uitgangspunt is: iedereen
gewicht lopen meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes (suikerziekte). Het is belangrijk om
heeft gelijke kansen op een goede gezondheid. Een interview met wethouder Volksgezondheid
overgewicht bij jonge kinderen zo vroeg mogelijk te signaleren en aan te pakken. De gemeente Den
Bert van Alphen over gezondheid in een grote stad en zijn ambities op dit terrein.
Haag startte daarom op 1 februari 2006 met het actieprogramma Gezond Gewicht.
Tekst: Winneke Kok, gemeente Den Haag Fotografie: Gemeente Den Haag
Tekst: Chris Lieshout, gemeente Den Haag Fotografie: Peter van Oosterhout
H
oe is de gezondheidssituatie in Den Haag? “Met de gezondheid van veel Hagenaars gaat het goed. Maar veel mensen realiseren zich onvoldoende dat ze zelf actief kunnen bijdragen aan een goede gezondheid. Overgewicht, het drinken van alcohol, een te hoge bloeddruk: het wordt al snel als ‘normaal’ ervaren. Dat wil ik doorbreken. Bovendien is de kans om gezond oud te worden niet voor alle Hagenaars gelijk. In Den Haag zijn gezondheidsverschillen. Iemand met een lage opleiding leeft bijna vijf jaar korter én gemiddeld twaalf jaar langer in ongezondheid dan iemand met meer opleiding. Dat is een schokkend gegeven. We zien gezondheidsachterstanden vooral in de stadsdelen Centrum, Laak, Escamp en Segbroek. De situatie is inmiddels wel gestabiliseerd, maar de verschillen zijn er nog steeds. Dat vraagt om actie!”
Wat kan de gemeente eigenlijk doen om de gezondheid van Hagenaars te verbeteren? “Wij zijn als gemeente verantwoordelijk voor het bewaken, beschermen en verbeteren van de gezondheidssituatie van Hagenaars. We voeren een aantal verplichte taken uit, zoals jeugdgezondheidszorg voor nul- tot negentienjarigen. Maar de situatie in Den Haag vraagt om extra inspanning, we moeten de gezondheidsachterstanden terugdringen! De afgelopen jaren werkten we al met succes in de zes wijken met de grootste gezondheidsachterstand. We breiden onze inzet nu uit naar álle veertien wijken met een achterstandsscore. Ons uitgangspunt daarbij is: de dialoog
H
aangaan, niet óver maar mét Hagenaars beslissen. We moeten ook meer inhaken op al bestaande gezonde tradities bij veel (migranten)groepen. Dit kan weer als voorbeeld dienen voor anderen. Het wordt met deze positieve insteek ook makkelijker om te praten over dingen die beter kunnen. In de stadsdelen met gezondheidsachterstand zijn speciale wijkactiebudgetten beschikbaar om (gezonde) initiatieven van wijkbewoners te financieren. De samenwerking met en tussen Haagse instellingen is daarbij heel belangrijk. De meerwaarde van samenwerken met andere gemeentelijke diensten wordt ook steeds duidelijker. Vanuit bijvoorbeeld wonen en onderwijs kan ook een positieve bijdrage worden geleverd aan de gezondheid van Hagenaars.” “In stadsdeel Centrum experimenteren we nu met een gezondheidsmakelaar. Deze makelaar stimuleert samenwerking tussen alle partijen die direct of indirect bezig zijn met gezondheid. Het is ons doel om de komende periode álle kansen te benutten om de gezondheidssituatie in de wijken verder te verbeteren. Speciale aandacht heb ik daarbij voor de aanpak van overgewicht én alcoholgebruik. Bijna één op de vijf kinderen in Den Haag is te zwaar. We gaan de komende jaren daarom (opnieuw) stevig inzetten op het bestrijden en voorkómen van overgewicht. Verder willen we een omgeving creëren, waarin alcoholgebruik geen vanzelfsprekende keus meer is. We maken daar nu een uitgebreid plan van aanpak voor, samen met onder meer sport, horeca en onderwijs.”
ester van Leeuwen coördineert het actieprogramma. “Veel mensen zijn zwaarder dan gezond voor hen is. Je ziet die ontwikkeling ook bij kinderen. Dat is zeer zorgelijk. Het probleem is dat veel ouders en jongeren dat zelf niet zo zien. De norm verschuift en men denkt soms dat matig overgewicht nog gezond is ook. Terwijl de integrale Jeugdgezondheidszorg (JGZ) – waaronder de consultatiebureaus – in Den Haag wel degelijk de ontwikkeling volgt van kinderen tot negentien jaar. Lengte en gewicht van het kind worden gemeten. Dergelijke contactmomenten vinden in de eerste vier levensjaren veertien keer plaats. Daarna is er nog contact wanneer het kind vijf, tien en veertien jaar oud wordt. Kinderen met overgewicht krijgen extra begeleiding aangeboden. Met het Juliana Kinderziekenhuis zijn verwijscriteria afgesproken. Kinderen die aan deze criteria voldoen, worden via de huisarts verwezen naar de kinderarts voor controle.”
Bert van Alphen, wethouder Volksgezondheid Den Haag
Wat is uw ideaalbeeld van de Haagse gezondheidssituatie in 2020? “De gezondheidszorg is dan voor alle Hagenaars toegankelijk. Dan denk ik aan laagdrempelige (gezondheids) centra op centrale plekken in de stad. Deze centra helpen je als je ziek bent, maar geven ook advies over hoe je gezond kunt blijven. En er zijn dan geen gezondheidsachterstanden meer in Den Haag. Dit is een ideaalbeeld. Het honderd procent opheffen van gezondheidsachterstanden is wellicht niet reëel, maar met tachtig procent ben ik al heel tevreden!” n
Vroegtijdig signaleren De voorbereidingen voor het actieprogramma Gezond Gewicht begonnen in maart 2005. Er waren al enkele initiatieven om overgewicht bij kinderen tegen te gaan. Dankzij financiële steun vanuit het Grote Stedenbeleid konden deze initiatieven worden uitgebreid. Er was ook ruimte voor nieuwe projecten. Het actieprogramma richt zich op drie elementen: vroegsignalering, curatie en collectieve preventie. Hester van Leeuwen: “Vroegsignalering gaat over het tijdig signaleren van overgewicht, of obesitas. Curatie is het begeleiden van kinderen met overgewicht en bij
29
collectieve preventie gaat het over het voorkomen van overgewicht. Ongeveer vijfduizend kinderen in Den Haag hebben ernstig overgewicht. Genoeg reden om met behulp van instanties aan de slag te gaan om deze kinderen weer op een gezond gewicht te krijgen.” Hester van Leeuwen onderscheidt drie belangrijke omgevingen voor kinderen die van invloed zijn op hun gewicht: de school, de wijk en misschien wel de belangrijkste, de thuissituatie. “Ons actieprogramma ondersteunt scholen bij het gezondheidsbeleid op school. Je kunt dan denken aan lesmaterialen en de bewustwording over tussendoortjes op school. Het beweegaanbod is op alle scholen goed geregeld, mede dankzij de afdeling Sport van de gemeente.” In 2006 deden honderdtwintig scholen mee met de actie ‘Ga voor Gezond!’, een scholencompetitie om gezondheid te stimuleren. “Voor de thuissituatie geldt dat de voorbeeldfunctie van ouders heel belangrijk is. Een kind moet zich absoluut gesteund voelen door zijn of haar ouders.” Lichamelijke opvoeding Het project ‘De gewichtige vakleerkracht Lichamelijke Opvoeding’ speelt een belangrijke rol bij het vroegtijdig signaleren van (ernstig) overgewicht bij kinderen. “Overgewicht zien we vooral bij kinderen in wijken met gezondheidsachterstanden”, vertelt Hester van Leeuwen. “Kinderen met matig overgewicht komen vrij snel weer op een gezond gewicht. Bij ernstig overgewicht is dat niet het geval. De vakleerkracht Lichamelijke Opvoeding kan een rol
Hester van Leeuwen, coördinator actieprogramma Gezond Gewicht
spelen bij het vroegtijdig signaleren van overgewicht. Ieder jaar weegt de docent gewicht en lengte van kinderen. Meet de docent een ongezond gewicht, dan kan hij het kind doorverwijzen naar JGZ, bijvoorbeeld naar een diëtist, het opvoedsteunpunt of een begeleidingsgroep.” Hester Van Leeuwen begrijpt best dat kinderen in deze tijd makkelijk in de verleiding komen om ongezond te eten of te snoepen. “Op iedere hoek van een straat is tegenwoordig wel een snackbar of eetgelegenheid. Televisiereclames en computerspelletjes spelen ook een grote rol. Kinderen zitten vaak uren achter een scherm in plaats van buiten te spelen of te sporten. Het is een probleem van deze tijd, waar nog niemand echt dé oplossing voor heeft gevonden.” n www.welzogezond.nl/gezondgewicht
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN
Zorgsector pakt werving personeel strategisch aan
VESTEDA
USG CAPACITY
Interne opleiding als trekker van personeel
Vesteda werkt samen met zorgaanbieders voor ouderen
Goede medewerkers vinden in de zorg is geen gemakkelijke opgave. Het aanbod is beperkt, de vraag Wie dacht dat Vesteda er alleen voor bemidgroot. Hoe pak je je arbeidsmarktcommunicatie aan en hoe onderscheid je je als werkgever? Daarover delde werkenden is, heeft het mis. Vesteda praten, begin volgend jaar, verschillende zorgaanbieders in de regio Haaglanden met USG Capacity. beheert ook zelfstandige servicewoningen
30
voor ouderen die zorg nodig hebben. Tot nu toe
Tekst: Susanne Boerhof Fotografie: Hans van Oostrum
“Z
org is de laatste jaren ingrijpend veranderd, onder meer door de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Klanteninstroom was nooit een probleem, dat ging automatisch. Het begrip concurrentie bestond als het ware niet. Dat is ingrijpend veranderd, waardoor ook het belang van communicatie en marketing is toegenomen”, vertelt manager Communicatie Peter Boverhoff van Zorgaanbieder Florence. Gestructureerd en strategisch werken aan communicatie was nieuw in de zorg en de sector moet er ook wel aan wennen, weet Boverhoff. “Florence is enkele jaren geleden ontstaan uit een fusie van verschillende zorgaanbieders. We hebben de branding van onze nieuwe organisatie in één keer goed aangepakt en veel gedaan aan het verkrijgen van
31
beheert Vesteda in Haaglanden één complex. Maar dat gaan er in de toekomst meer wornaamsbekendheid. Dat riep wel reacties op. Een dergelijke marktgerichte aanpak kende men nog niet.”
den, vertellen vestigingsdirecteur Jan Willem van der Marel en accountmanager Simone
De behoefte aan een strategische aanpak van communicatie bestaat niet alleen op het gebied van het verkrijgen van klanten. Ook het werven en vasthouden van goed gekwalificeerd personeel is in toenemende mate een probleem. “Medewerkers op MBO+-niveau kunnen overal aan de slag. Met primaire arbeidsvoorwaarden kun je je niet onderscheiden, die zijn vastgelegd in de CAO. Als organisatie moet je dus heel goed je best doen om je te onderscheiden en interessant te zijn met de secundaire arbeidsvoorwaarden. Wij investeren daarom veel in onze medewerkers. Als we medewerkers in dienst hebben die nog niet over het juiste opleidingsniveau beschikken, maar wel talentvol zijn, bieden
Florence, zorg met respect Florence biedt thuiszorg, verzorgingshuiszorg, verpleeghuiszorg, jeugdgezondheidszorg en service en advisering in de gemeenten Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Voorschoten en Wassenaar. Florence biedt aan zo’n twintigduizend cliënten zorg, advies, welzijn en service, en heeft hiervoor 4.700 medewerkers in dienst. Daarnaast kan Florence putten uit een netwerk van duizend vrijwilligers. Florence dankt haar naam aan Florence Nightingale die zich lange tijd inzette voor de professionalisering van de zorg. Onder het motto: ‘Zorg met respect’ wil Florence de zorg verder ontwikkelen. Zorg met respect betekent: passende zorg bieden. De individuele zorgbehoefte en de wensen van de cliënt staan centraal, vaste stramienen worden waar mogelijk verlaten. Peter Boverhoff, manager Communicatie: ”Daarbij hoort ook dat we niet als eiland in de maatschappij willen functioneren. Steeds meer openen we dan ook onze deuren voor onze omgeving. We willen onderdeel uitmaken van de wijk waarin onze verzorgings- en verpleeghuizen staan. Dat doen we door bijvoorbeeld veel aandacht te besteden aan onze horecafaciliteiten. We richten deze zo in dat ze ook aantrekkelijk zijn voor de mensen uit de buurt. Die kunnen voor een kopje koffie of vragen altijd bij ons binnenlopen!”
Westerman.
Tekst: Gemma Schoot Fotografie: Hugo Thomassen Grand café in Verpleeghuis Mariahoeve van zorgaanbieder Florence is ook open voor mensen uit de buurt. Kijk ook op www.florence-zorg.nl
we hun een opleiding aan. We hebben daarvoor onze Florence-academie in het leven geroepen. Ook op het gebied van management hebben we diverse opleidingen ontwikkeld.” Arbeidsmarktcommunicatie Hoe werf je nieuwe medewerkers in de zorg? Hoe onderscheid je je als werkgever zodat je medewerkers aan je kunt binden voor langere tijd? Deze vragen én het opzetten van passende arbeidsmarktcommunicatie staan op de agenda van een ‘zorglunch’ die USG Capacity begin 2008 gaat organiseren voor de communicatieadviseurs van zorginstellingen in Haaglanden. “We willen met elkaar het terrein verkennen en bediscussiëren wat een goede aanpak is. USG Capacity helpt ons daarbij aangezien zij over veel kennis en ervaring beschikken. Daarnaast neemt de vraag aan professionele ondersteuning op het gebied van communicatie in de zorg enorm toe. Ook hier helpt USG Capacity ons bij de invulling van deze vraag.” n www.usgcapacity.nl, voor marketing- en communicatieprofessionals
V
esteda heeft al vijftien jaar de toenmalige serviceflat Over de Bogaard in Rijswijk in beheer. De serviceflat heeft honderdtwintig appartementen met services voor ouderen, die verhuurd worden door zorgaanbieder Florence, aan de overkant van de straat. Voorheen had de gemeente de rol van verhuurder die de woningen op indicatie toewees. Voor de zelfstandige appartementbewoners is zorg 24 uur per dag beschikbaar. Deze woningen zijn wat betreft afmeting en voorzieningen aangepast aan de eisen die deze specifieke doelgroep stelt. Daarnaast kunnen de bewoners aan de overkant meedoen met activiteiten, eten in het restaurant of een paar baantjes zwemmen in het zwembad. Logés mogen overnachten in een van de logeerkamers. En zo zijn er meer diensten die Florence de appartementbewoners biedt.
“Over de Bogaard was het eerste voorbeeld van samenwerking tussen Vesteda als vastgoedbeheerder en een zorgaanbieder. We liepen ermee vooruit op de ontwikkeling van zorgappartementen voor het hogere segment”, vertelt Jan Willem van der Marel. “Inmiddels is die constructie landelijk gezien niet zo bij-
zonder meer. We hebben bijvoorbeeld in Hilversum Vesteda Resort Zonnestraal ontwikkeld, in het bosachtige Landgoed Zonnestraal waar het beroemde sanatorium van architect Duiker staat. Het is een nieuw appartementencomplex van 36 exclusieve appartementen en zes penthouses. Een ander voorbeeld is Domaine Cauberg, in Valkenburg aan de Geul, dat begin dit jaar is geopend. Hier is een voormalig klooster uit 1840 volledig vernieuwd en uitgebreid tot een kleinschalige, particuliere woonen zorgvoorziening van 31 appartementen en acht zorgkamers, voorzien van domotica, een restaurant. Het ligt prachtig in een groot park.” Groeiende vraag Van der Marel vindt het een effectieve rolverdeling tussen een vastgoedfonds en een zorgaanbieder. Ook voor de toekomst, want er is een groeiende vraag naar luxe woningen met zorg, waar ouderen nog lang zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen, met de nodige zorg binnen handbereik. Nederland stevent af op vier miljoen 65-plussers in 2030: een verdubbeling. Vroeg of laat wordt
6,5 procent van de senioren zo hulpbehoevend, dat een opname in een verpleeg- of verzorgingshuis onvermijdelijk is. Maar het aantal plaatsen krimpt en de zorg versobert, terwijl senioren steeds meer te besteden hebben. Accountmanager Simone Westerman: “Risicodragend vastgoed ontwikkelen is ons vak. Doordat wij veel projecten hebben gerealiseerd met verschillende dienstverleningsconcepten, hebben wij veel know how ontwikkeld die toepasbaar is voor de ouderenzorg. We willen nu gaan inspelen op de groeiende vraag. We willen nieuwe projecten ontwikkelen in samenwerking met kwalitatief goede zorginstellingen. Momenteel zijn we in Haaglanden op zoek naar locaties.” Vesteda zal in ieder geval voorbereid zijn als leden van de fortuinlijke babyboomgeneratie zorgbehoevend worden en van hun vermogen gerieflijk en met alle zorg omringd hun laatste jaren zullen kunnen doorbrengen. n www.vesteda.com
WINTER 2007
4
‘Maak Rijswijk hartveilig’ Op allerlei plekken in Rijswijk moeten zo’n honderd AED’s, Automatische Externe Defibrillatoren, komen te hangen. In de winkelcentra, de schouwburg, sportaccommodaties, kerken, woongebieden, overal eigenlijk waar veel mensen samenkomen. ‘Maak Rijswijk hartveilig’. Het is de doelstelling van Rijswijker Martin Jasper.
32
Om geld in te zamelen voor het bekostigen van de AED’s richtte hij de Martin Jasper Foundation op. Een AED wordt gebruikt om bij een hartstilstand of ernstige hartritmestoornis, het hart via een elektrische schok weer op gang te brengen. En het aantal mensen dat zo’n hartstilstand krijgt is groot. In Nederland krijgen iedere week
Winnaars Casa Nova driehonderd mensen een hartstilstand met bijna altijd een fatale afloop. Snelle reanimatie (beademen en hartmassage) en het gebruik van een AED vergroot het overlevingspercentage aanzienlijk. n
Het Stadsgewest Haaglanden heeft tijdens het Woonvisiedebat de drie winnaars bekend gemaakt van de jaarlijkse woonideeënwedstrijd Casa Nova. De eerste prijs van zesduizend euro is gewonnen door Van Bergen Kolpa
Architecten uit Rotterdam voor het ontwerp Westwater Stad, de tweede prijs van drieduizend euro ging naar de heer B. Simon uit Rotterdam voor het ontwerp Folding polders en de derde prijs van duizend euro was voor de
Meer informatie: www.martinjasperfoundation.nl
Dutch Water Dreams wint Ondernemersprijs Haaglanden 2008 Dutch Water Dreams (DWD), het wildwaterpark in Zoetermeer, heeft de Ondernemersprijs Haaglanden 2008 gewonnen. General Manager Rob van Duijn: “Het is een persoonlijke opsteker voor directeur Tobias Walraven. Het was al de tweede keer dat hij deze prijs won. Maar ook voor ons nog jonge team – de gemiddelde leeftijd van de 65 medewerkers is 24 – werkt het als een enorme boost. Je zet gezamenlijk een concept op en veertien maanden later wordt erkend dat je op de goede manier bezig bent.” Het behalen van de prijs levert voor DWD veel extra publiciteit op, zowel
regionaal als landelijk. Volgens Van Duijn zal die publiciteit helpen bij de nieuwe ontwikkelingen waar DWD momenteel mee bezig is. Inmiddels heeft DWD zich ook over de grens in de kijker gespeeld. Londen wil mogelijk eenzelfde wildwaterbaan bouwen om in te zetten tijdens de Olympische Spelen van 2012. De Zoetermeerse baan is een kopie van de baan die voor de Spelen in Beijing volgend jaar wordt gebruikt. Het komende jaar laat DWD duidelijk weten dat zij de Ondernemer van 2008 zijn, onder andere via de website en de andere communicatie naar buiten. n
Haaglanden bereidt zich voor op overstroming Ook in Nederland is er volop aandacht voor mogelijke overstromingen onder andere door ‘New Orleans’. Hoewel Nederland een, internationaal gezien, hoog beschermingsniveau (Wet op de Waterkeringen) heeft, is een overstroming een reële dreiging. Volgens diverse studies is Nederland niet voldoende voorbereid op een overstroming. Om de noodzakelijke verbeteringen te faciliteren, heeft de regering de Taskforce Management Overstromingen ingesteld. Faciliterend, omdat de daadwerkelijke voorbereiding vooral plaatsvindt op regionaal niveau. In Haaglanden is hiervoor met de nodige voortvarendheid een grootschalig project ‘Overstromingen’ opgestart. Het project is geïnitieerd door de Hulpverleningsregio Haaglanden (HRH) die het ook coördineert. Het project richt zich op de veelomvattende opdracht ‘goed voorbereid hulpverlenen bij een overstroming’. De regio Haaglanden is daar kwetsbaar voor, zowel vanuit de Noordzee als de Nieuwe Waterweg. Een
mogelijke overstroming ontstaat door een combinatie van een orkaan (windkracht 12) en springtij. Deze combinatie brengt twee uitdagingen met zich mee voor de gevolgbestrijding van een (dreigende) overstroming. Ten eerste: de overstroming kan pas vrij kort van tevoren Programmamanager Ger van Opstal foto: Ed Blok gesignaleerd worden. Daardoor moeten er in de voorbereidende gaan hierbij hand in hand. Deze gecommaatregelen keuzes gemaakt worden. bineerde aanpak is volgens programTen tweede: zolang de orkaan raast over mamanager Ger van Opstal noodzakelijk Haaglanden, kun je niet of nauwelijks om tijdens een overstroming improvisahulpverlenen. tie te kunnen coördineren, in plaats van Dit is het ‘worst case’ scenario waarmee dat “we coördinatie over de ramp moealle hulpverlenende en uiteenlopende ten improviseren”. De HRH reikt hierbij andere partijen in Haaglanden zullen niet alleen handelingsperspectieven aan voorbereiden op een dreigende overstrovoor hulpverleners, maar ook voor burming. Planvorming, opleiden en oefenen gers. n
heren M. Heesen, T. Gillet en K. Nouwens uit Delft voor het ontwerp Mud Spa Westland. In 2007 stond de prijsvraag in het teken van het thema ‘Wonen met Water’. De combinatie van wonen en water vraagt om innovatieve oplossingen. Dit jaar zijn in samenwerking met Waterkader Haaglanden en Ontwikkelingsmaatschappij Het Nieuwe Westland de drie referentielocaties bepaald waar deelnemers een keuze uit konden maken voor hun ontwerp. Alle drie de locaties bevonden zich binnen het plan ‘Het Nieuwe Water’ (voorheen Poelpolder), gelegen tussen de kernen ’s-Gravenzande en Naaldwijk van de gemeente Westland. Aan de ideeënwedstrijd Casa Nova hebben 55 ontwerpers hun creatieve bijdrage geleverd. n
33
Alle inzendingen zijn te zien op www.haaglanden.nl/casanova. Zie ook www.waterkaderhaaglanden.nl en www.onwbv.nl.
Winnend ontwerp: Westwater Stad
Gemma Smid aangesteld als woningbouwcoördinator bij Stadsgewest In oktober is drs. Gemma SmidMarsman aangesteld als regionale woningbouwcoördinator Haaglanden. Gemma Smid is voormalig wethouder van Zoetermeer en was in de periode 2002 - 2006 regiobestuurder Wonen van het Stadsgewest Haaglanden. Momenteel werkt zij als projectdirecteur Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Daardoor is ze goed op de hoogte van de
problematiek en beschikt ze over het noodzakelijke netwerk. Haar belangrijkste taak is om de voortgang van de woningbouwproductie te versnellen. Haaglanden heeft met het rijk voor de periode 2005 - 2009 afspraken gemaakt over de regionale woningbouwproductie, waarvoor het rijk subsidie beschikbaar stelt. Overeengekomen is dat Haaglanden subsidie krijgt voor in totaal 34.000 woningen, ofwel een gemiddelde jaarproductie van 6.800 woningen. In 2005 en 2006 heeft
Bloed prikken in de buurt! De klinisch-chemische laboratoria van de drie Haagse ziekenhuizen – Ziekenhuis Bronovo, HagaZiekenhuis en Medisch Centrum Haaglanden – en de Stichting Regionale Trombosedienst ’s Gravenhage e.o. (SRTG) hebben besloten tot een vergaande en unieke samenwerking met betrekking tot de service aan alle patiënten van de huisartsen in Den Haag en omgeving. Begin 2008 zijn de voorbereidingen gereed en gaat de samenwerking overal van start. Dr. Ad Castel, klinisch chemicus Zie-
kenhuis Bronovo: “De Trombosedienst, vanouds sterk in logistiek, draagt zorg voor alle bloedafnames aan huis bij niet-mobiele patiënten, die door de huisarts of specialist worden aangevraagd bij de ziekenhuislaboratoria. De Trombosedienst verzorgt daarnaast het transport van de monsters naar de ziekenhuizen en het eigen laboratorium. De afspraak is nu dat de patiënt in samenspraak met de huisarts bepaalt in welk ziekenhuislaboratorium het onderzoek zal worden uitgevoerd. Door
Haaglanden 86 procent van de jaarproductie gerealiseerd. Daarmee scoorde de regio verhoudingsgewijs goed. Met het aanstellen van een regionale woningbouwcoördinator zal al het mogelijke worden gedaan om de gemiddelde jaarproductie volledig te realiseren. Dit is van belang om de druk op de woningmarkt zoveel mogelijk te verminderen. De aanstelling van Gemma Smid betreft een tijdelijke deeltijddetachering door VROM. n
KORT...
KORT...
FOCUS HAAGLANDEN
het combineren van de zogeheten prikpunten van alle partijen ontstaat er een dicht netwerk van ongeveer honderd servicepunten in de regio Den Haag. Hierdoor wordt het voor de inwoners van Den Haag mogelijk om zich vrijwel altijd dicht in de buurt van thuis of van het werk te laten prikken voor laboratoriumonderzoek of controle door de Trombosedienst. De laboratoria geven de garantie dat van 95 procent van alle aangevraagde onderzoeken de uitslag binnen 24 uur beschikbaar is.” n
WINTER 2007
4
FOCUS HAAGLANDEN
ACTORION
Dialoog met migrantengroepen centraal in EU-jaar interculturele dialoog
Culturele verscheidenheid werkt verruimend
Geld ligt op straat Geen alledaags onderwerp dit keer: het gaat over vastgoed. Dat is niet bijzonder zolang het over commercieel vastgoed gaat. Dat heeft in
De geschatte waarde van dit vastgoed – dat is alle vastgoed dat publieke functies fysiek mogelijk maakt – ligt tussen de 75 en honderd miljard euro. Als dit vastgoed maar één procent rendabeler zou worden, dan was er al een heel groot bedrag verdiend. Bovendien zou er beter op de vraag naar ruimte uit de welzijnssector worden ingespeeld. Het geld ligt op straat. De eigenaren van dit maatschappelijk vastgoed hebben samen goud in handen, terwijl de Haagse politiek allerlei rare sprongen maakt om geld bij anderen te vinden voor de betering van probleemwijken, waarvan overigens aantallen wisselen (56, 140, 40). Waarom zouden wij niet alle wijken – waar nodig – verbeteren? Waarom ook niet Oostdorp in Wassenaar of Palenstein in Zoetermeer?
2008 is door de Europese commissie uitgeroepen tot het Jaar van de Interculturele Dialoog. Doelstelling: het stimuleren van actief Europees burgerschap waarin ruimte is
34
ieders ogen waarde en het moet renderen. Maar ik heb het over maatschappelijk vastgoed. Dat is wel bijzonder.
voor culturele verscheidenheid en dat is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. De Nederlandse invulling staat vooral in het teken
Veel aanknopingspunten dienen zich aan om met elkaar maatschappelijke problemen op te lossen. Dat kan per definitie niet op centraal niveau. Op lokaal niveau, per wijk of buurt, moeten de belanghebbenden worden uitgedaagd om samen te werken en ook van die samenwerking te profiteren. Het Regionaal Structuurplan Haaglanden kan daarbij als richtinggevend instrument dienen. Door waardecreatie zijn er straks alleen maar winnaars. Het Rijk haalt zijn planning voor nieuwbouw en stadsvernieuwing; de gemeenten zien hun WOZ-waarde stijgen en krijgen zo ruimte voor nieuwe investeringen of kunnen hun tarieven verlagen; de woningcorporaties krijgen een beter maatschappelijk rendement over hun investeringscapaciteit; de buurtproblemen worden opgelost; verenigingen, scholen, bedrijfjes en burgers zullen zich welbevinden.
35
van de dialoog met migrantengroepen. Wij moeten ‘waarde’ scheppen, die ingezet kan worden voor de verbetering van het maatschappelijk welbevinden van alle burgers in de bebouwde omgeving. De tijd is er kennelijk rijp voor. Allerlei rapporten en artikelen doen ons dat geloven.
Tekst: Susanne Boerhof Fotografie: European Community
D
e Stichting Internationale Culturele Activiteiten/SICA en Kosmopolis coördineren het Nederlandse programma. Kosmopolis is een (inter)nationaal, multimediaal platform dat kunst en cultuur inzet om een diepgaande dialoog tussen bevolkingsgroepen te voeden. Laura Grijns van SICA: “Het Jaar van de Interculturele Dialoog is vooral een campagnejaar. Kosmopolis en SICA willen zoveel mogelijk aandacht genereren voor het thema en voor culturele projecten en initiatieven die in dit kader passen. We zullen free publicity-activiteiten ontplooien en projecten aankondigen via bijvoorbeeld een speciale website, kalenders en nieuwsbrieven. Daarnaast is het de bedoeling dat allerlei partijen en organisaties zelf, op hun eigen manier, invulling geven aan het thema.” “Het thema interculturele dialoog met betrekking tot migrantengroepen is al enige tijd actueel”, zegt Jantien Hadders, zakelijk directeur van Kosmopolis. “De beeldvorming tussen de verschillende groepen in Nederland is verhard. Vooral de culturele verschillen worden benadrukt. Tijdens het Europees jaar willen we met behulp van kunst en cultuur inzicht bieden in de diverse culturen waarbij juist naar de overeenkomsten kijken.”
Op 6 december zijn tijdens een bijeenkomst in het kader van het Europees cultuurbeleid voor de komende jaren de twee grote samenwerkingsprojecten gepresenteerd. Het eerste is ‘Bloedverwanten’, een theaterproductie ontwikkeld door Dries Verhoeven, die laat zien hoe immigranten het leven in een nieuw land beleven. Het tweede project, ‘Hidden Trees’, wordt georganiseerd in samenwerking met SICA en Kosmopolis door stichting Be-Wonder. Het wordt – najaar 2008 – een theaterproductie gebaseerd op gesproken, historische verhalen van oudere mensen uit Amsterdam die oorspronkelijk uit andere Europese lidstaten komen.
“Op die manier willen we laten zien dat culturele verscheidenheid niet bedreigend is maar juist heel verruimend kan werken”, vult Laura Grijns van SICA aan. “En dat is ook nodig, want onze wereld wordt steeds internationaler en daar liggen allerlei kansen. Door samenwerking te stimuleren, hopen we mensen bewust te maken van deze kansen.” Tijdens het Jaar van de Interculturele Dialoog zullen SICA en Kosmopolis nationale projecten actief ondersteunen die de dialoog stimuleren om elkaar beter te leren kennen op school, op straat, in de sportclub of op het werk. Het gaat hierbij om projecten die zich vooral richten op migrantengroepen uit herkomstlanden en op jongeren van vijftien tot dertig jaar. Jantien Hadders: “Inmiddels zijn er twee grotere samenwerkingsprojecten geselecteerd, die ook worden ondersteund door de Europese Commissie. Deze projecten zijn op 6 december gepresenteerd. Daarnaast draagt Kosmopolis bij aan kleinere projecten, op nationaal niveau.”
Overheidsvertalingen
Laura Grijns: ”We zijn momenteel ook in gesprek met VROM om met hen te kijken hoe we samenwerking in de wijken kunnen stimuleren om zo ook projecten dicht bij huis te ontwikkelen. Voor jongeren worden tot slot lesprogramma’s ontwikkeld over de rijkdom van culturele diversiteit.” In opdracht van de Europese Commissie biedt Actorion communicatieve ondersteuning bij de activiteiten die gedurende het jaar georganiseerd worden. Daarnaast is Actorion verantwoordelijk voor de nationale uitvoering van de Europese informatiecampagne die met dit EU-jaar gepaard gaat. n
Rijksoverheid
Provinciale overheid
Wat nodig is, is een visie op gebiedsontwikkeling. Maak een lokale agenda; wees zorgvuldig met het bestaande; heb respect voor de inbreng van anderen. n Luigi van Leeuwen, een Haaglander
Gemeentelijke overheid
Overheidsvertalingen Het belang van onderscheid Het vaste team van Wilkens c.s. heeft de beschikking over een netwerk van gespecialiseerde vertalers met bewezen kwaliteiten op het gebied van teksten voor de overheid. Zij zijn bekend met internationaal vastgestelde terminologie en de Nederlandse beleidsstructuren. Of het nu een brochure of een beleidsnotitie betreft, Wilkens c.s. zorgt ervoor dat de vertaling nooit ten koste van uw tekst gaat.
B E T RO U W B A A R & des k undig
w w w. o v e r h e i d s v e r t a l i n g e n . n l www.sica.nl www.kosmopolis.nl www.dare2connect.nl
T +31 (0)71 - 581 12 11 F +31 (0)71 - 589 11 49 E
[email protected]
WINTER 2007
4
Den Haag Rode Kruis-stad Kruis stad Samen voor slachtoffers in conflictgebieden GIRO 6251
Den Haag Rode Kruis stad: september 2007-september 2008 Kruis-stad De Den Haag en het2007 Rode Kruis zich Kruis-stad. een jaar lang voor slachtoffers in en confl Dengemeente Haag is vanaf september een jaarzetten lang Rode Deingemeente Den Haag hetictgebieden. NederlandseBij tal vanKruis bestaande en evenementen we aan. Zo gaat tijdens eerste we activiteit Haag Rode komen activiteiten samen op voor slachtoffers insluiten conflictgebieden. Een jaar langde zamelen bij tal van Den activiteiten Rode stad, Beatstad 1 september, eenineuro per toegangskaart het Rodeuit Kruis. en evenementen geldop in voor slachtoffers conflictgebieden, zoals naar vluchtelingen Tsjaad, Somalië en Soedan. Den Haag als internationale stad van vrede, recht en veiligheid en vestigingsplaats van het Internationale Slachtoffers ictgebieden hebben onze nodig.inzet Neem bijvoorbeeld de vluchtelingen Gerechtshof in enconfl Strafhof. Het Rode Kruis voortdurend als organisatie die aandacht zich wereldwijd voor hulp aan slachtoffers van uit enoorlog. Congo.Wereldwijd Den Haag verleent als internationale stad van vrede, aan recht en veiligheid eenramp logische plaats voor eenSudan ramp of het Rode Kruis noodhulp slachtoffers vaniseen of een gewapend de activiteiten van het Rodeonderdak, Kruis. Wereldwijd verleent het Rode conflict met water, voedsel, kleding en medische hulp. Kruis noodhulp aan slachtoffers van een ramp of een gewapend conflict met water, voedsel, onderdak, kleding en medische hulp. Help mee en kijk op www.denhaagrodekruisstad.nl Help mee en kijk voor activiteiten en informatie op www.denhaagrodekruisstad.nl.
76934_Stopper.indd 1 0458_Stpprfc_210x285.indd 1
03-12-2007 16:19:23 23-08-2007 10:39:26